Het werk van vrouwen voor ontslag zou worden voorgedragen. De 'betrok ken onderwijzer heeft deze zaak aanhangig gemaakt bij het N. O. G. de duitsche onder/eeërs en de schel de. Van bevoegde Belgische -zijde schrijft men aan 'het Ildbld.: f r i De Nederlanders "hoeven zich niet 'ongerust te maken over wat in de huitenlandsche pers gezegd wordt aangaande het sleepen van- Duitsche ouder- zeebooten door de Schelde van Antwerpen naar de zee. Die weg van de onderzeeërs gaat volstrekt niet door Nederlandsch -gebied heen. Ik ben bij machte om hem heel nauwkeurig op te geven. De booten te Hoboken in elkaar gezet, va ren niet de -Schelde af, maar de Schelde op, langs Dendermonde, Wetteren, Melle en Gent. -Te Gent varen zij door de sluis van do visscherij den ver- bindingsarm af, dien Napoleon deed graven tusschen de Schelde ën de Leie. Langs de sluis -aan de St. Jorisbrug komen zij in de Leie, verlaten langs dien weg de stad en geraken dan in het kanaal van Gent naar Brugge, dat loopt -langs Mariakerke, Vinder- houte, boven Bellem, Aalter en Beernem. Van Brug ge uit gaat de vaart door het nieuwe „zeekanaal" van'Brugge, langs Lissewege,-naar Zeebrugge. doodshoofden. Dezer dagen zijn te Hurwenen (Gelderl.) 'bij het opbreken van den vloer in het schoolgebouw negen doodshoofden en een aantal doodsbeenderen gevon- -den. Men denkt, dat het overblijfselen zijn van sol daten, gesneuveld-in den strijd om de schans te St. Andries (in het begin van-den 80-jarigen oorlog) of bij het beleg van Zaltbommel'(1672). het ontixkten van papier. Eiken dag worden er millioenen kranten gedrukt, die gelezen en daarna weggegooid of verbrand wor den. Nieuwe grondstof is dan noodig'voor de nieuws bladen van den volgenden dag. Deze roekelooze verspilling had "aan den heer De Stürler, te Bloemendaal, reeds lang de vraag gesteld, of het niet mogelijk was, de gelezen kranten te ontinkten en opnieuw dienst te laten -doen. Na vier jaar proefnemen is de onderzoeker er in geslaagd, een procédé te vinden, waardoor die vraag bevesti gend beantwoord wordt. Reeds heeft de uitvnider in Duitschland en 'Ne derland patent aangevraagd. -De regeering van onze Oosterburen verleende dit al'een half jaar geleden; eergisterer kwam de toestemming van ons ministe rie. Ook aan Frankrijk zal octrooi verzocht worden. Wegens den oorlog is in Duitschland nog geen be gin met de nieuwe industrie 'gemaakt, want eene nieuwe industrie zal het worden, stelt de heer De Stürler zich voor. Doordat -nu geen hout meer be- noodigd ikvo or'de kranten-fabricage, kan-het pa- Eier goedkooper geleverd worden. Nieuwe bosscnen ehoeven voor dit doel ook niet aangeplant te wor den, alles te zamen een-groote besparing van kos ten. Hoe het procédé precies in zijn werk gaat, wilde de uitvinder'niet wereldkundig gemaakt-hebben. Dat is het geheim van den smid. Alleen verzekerde hij, dat de vezel van het papier zijn volle kracht be hield. I 1 Hrl. Dbld. slaolie. Verschenen is een nieuwe uitgaaf van de recep ten voor het gebruik van het Delftsch Plantenvet „Delfia". Deze bijlage van het Receptenboekje der Delft- sche Slaolie bevat vele recepten van den kok der Oliefabrieken Calve-Delft te Delft, betrekking, heb bende op het stoven'van groenten, het stoven en smo ren van vleesch, het gratineeren van restanten visch en vleesch, het berëiden van gebak en pudding, het maken van gebonden soepen, -enz., alles in het Plantenvet „Delfia".' Ieder, die aan de Afdeelinfe Réclame van genoem de fabriek het Receptenboekje der Delftsche 'Sla olie aanvraagt, ontvangt meteen deze nieuwe bijlage er bij. Wie het bekende gele receptenboekje reeds bezit* kan ook afzonderlijk de nieuwe recepten van het Plantenvet „Delfia" aanvragen. Deze zijn niet bij de winkeliers,-doch alleen bij de fabriek te Delft verkrijgbaar, 'die voor gratis en franco toezending zorg draagt. 1 BIJ de koningin. Eergisterniiddag zou te 's-Gravenhage de uitvoering te geven door het Kinderkoor ,,De kleine Westkappe- laars", onder leiding van hel hoofd der school te West- kapelle, den heer Houtekamez, in Diligentia bijgewoond worden door H. M. de Koningin. In. den loop van den morgen liet H. M. evenwel weten, dat zij verhinderd was, de uitvoering, die gege ven wordt ten bate van het Haagsche Steuncomité, bij te wonen en gaf H. M. haar verlangen te kennen de kinderen in den tuin van het Paleis in het Noord einde te ontvangen. Onder leiding van dames van het Steuncomité, begaven „de kleine Westkappelaars' met hun leider zich daar heen. Nadat H. M. de Koningin, Z. K. H. de Prins en Prinses Juliana met dames en heeren van het gevolg in den tuin waren gekomen, verzocht H. M. den heer Houtekamer zijn kinderen eenige liedjes te laten zin gen. Na afloop gaf H. M. Haar bijzondere tevredenheid te kennen. H. M. vond dal de kinderen heel ëiooi zongen. Voor elk der kinderen, die de Zeeuwsc-he kleéderdracht droegen, had H. M. een aardig woord en hoewel eenigszins verlegen, antwoordden zij onbe schroomd op de vragen hun gedaan door de Koningin, die ze nog nimmer hadden gezien. Opgetogen van blijdschap werd door het gezelschap de terugweg aanvaard. Eergistermiddag had de aangekondigde uitvoering In Diligentia plaats. Toen het koor, een 40-tal meisjes en jongens, op de estrade hadden plaats genomen, stelde de heer Hou tekamer zijn kleinen aan de aanwezige dames en en bet 'gelezene met Hilmar -bespreken, maar hij wil en mag niet dikwijls spreken over-datgene wat hem innerlijk het meest bezighoudt. 1 De brief is een paar dagen -blijven liggen, beste Hilde. Ik schrijf vandaag maar verder. Veel bij zonders weet ik evenwel niet te -vertellen. Men is eigenlijk nooit eenzamer dan in een groote -stad. Ik ga door het gerumoer zonder dat er een mensch naar mij omziet. Hilmar houdt daarvan, hem is die opdringende nieuwsgierigheid van een 'kleine stad afschuwelijk. Hij was in de laatste dagen nogal uit zijn hu meur. Ik heb het'eerst niet gewaagd om naar de reden te vragen, maar tenslotte heb ik al mijn moed verzameld en vroeg ik hem, of ik hem op de een of andere wijze had geërgerd. Hij schudde het hoofd, dan trok hij mij op zijn schoot, leunde met het hoofd tegen mijn schouder en zeide eindelijk; „Ja, ik lijd ontzettend." „Jij lijdt, Hilmar? Zeg mij -dadelijk wat er aan scheelt." 1 1 „Ik heb een kater." „Een kater?" Ik moest luid lachen. „Mag ik dan een zure haring-laten halen, Hilmar?" Maar hij wilde niet meelachen, -maar schoof mij eenigszins ongeduldig van zich af en sprong op. „Je begrijpt mij niet, Ilse Ik heb een anderen kater ik heb, -kortom ik twijfel aan mijn eigen kun nen! Dat overkomt een 'mensch als ik meer na den een of anderen dollen 'roes van zalige -scheppings vreugde. De twijfel aan je eigen kunstenaarsgaven is verschrikkelijkdat verlamt volkomen." „Maar Hilmar. hoe kan jij zoo iets 'zeggen? Je dicht toch-zoo wondermooi." „Liefje, neem mij niet kwalijk. Dilettantenbewon- dering kan mijn eigen critiek niet omver werpen." Ik zweeg maar, wel wat beleedigd en hij ging weer naar zijn kamer, maar hij werkte niet, gooide alles door'elkaar en ging dan uit. Ik was zoo gaarne met hem meegegaan en toen ik hem dat later zeide, ontstemde hem dat eerst recht. Dikwijls weet ik niet aan welk eind ik hem heeren voor. Ook de burgemeester van Weslkapelie w-as in de zaal aanwezig. De heer Houtekamer stelde het koor voor, als een gezelschap eenvoudige landskinderen van wie men geen iiooge kunst moest verwachten. Zyn kinderen zongen Nederlandsche liederen, met het doel deze meer ingang te doen vinden bij het pu bliek. De uitvoering begon met het zingen van het „Wil helmus", dat door de aanwezigen staande werd aan gehoord. Vervolgens gaven de kinderen een twintigtal llede- deren, afgewisseld door voordrachten, ten beste, die blijkens hel herhaaldelijk en hartelijk applaus zeer in den smaak vielen. Hdbld. VOLKSGELOOF IN NEDERLAND. Als in een huis, waarin een zieke is. de klok zon der oorzaak, gaat stilstaan, sterft die zieke. Als een spiegel van den wand in stukken valt. ook al zonder oorzaak, zal In zoo'n woning iemand overlijden. .Men moet elkander geen puntige, geen scherpe ca- dëaux geven, geen doekspeld, geen broche, geen mes sen, geen vorken, enz. Dat breekt de vriendschap, de liefde. Krijgt men een kleine belooning voor het ge geven© of men voelt even hel scherpe er van, dan volgt er geen stoornis in den omgang. Als de straatjeugd met afgedankte of uitgediende bruidsbouquetten gaat spelen en sjouwen en die uit plukt, dan geeft dat het jonge paartje armoede in het vervolg. Wanneer een jongen, die loten moet voor de nationale militie, op den lo.ingsdag een klavervier, het zeldzame plantje, stiekum in een zijner zakken heeft gestoken, heeft hij kans een hoog nummer te trekken. Maar hij moet er niet te vast op rekenen. Aan oen wieg te stooten, d.w.z. die te doen schom melen, zonder het kind er in, kan doodclijk voor dat kind zijn. Wie een appel of een peer geheel kan afschillen, één lange schil, niet in twee of meer deelen, die mag trouwen. (De Vrouw). Ingezonden Stukken. Anna Paulowna, 8 April 1915. Mijnheer de Redacteur I Ondergeteekenden verzoeken eenige plaatsruimte in uw veel gelezen blad,'bij voorbaat onzen-dank. Bij het lezen van uw verslag aangaande de laatst gehouden vergadering -van den Polder, doet daarin de heer Stipriaan, de opmerking, dat-het wel voor komt, dat de wegwerkers w*)l eens laat uitgaan des morgens en vroeg -weggaan 's avonds. Wij gevoelen ons door die opmerking onschuldig veroordeeld, aan- gezien wij nooit te laat komen, of te vroeg gaan, of het heeft -z'n reden, wij hebben dan een ander karwei gedaan, wat dikwijls -gebeurt. Wij begrij pen dan ook 'niet* hoe of die -mijnheer Stipriaan zulks dujjft zeggen in 't openbaar, zonder een gron dig onderzoek te hebben ingesteld. Het is erg ge makkelijk om iets te-zeggen, en scheef voor te draai en. Wij willen ons, waar wij zeker -zijn van ons recht, ons zooiets niet'op den hals laten-schuiven. En wij vragen hier in 't openbaar aan mijnheer Sti priaan, of hij die ongemotiveerde en ongegronde onwaarheden (op zijn zachtst uitgedrukt) -in wil trekken. Dat zou ons inziens zeer billijk zijn. -Wij zijn echter ook gaarne bereid, als mijnheer Stipri aan zijn aan ons adres gerichte beschuldiging niet intrekt, voor Vbestuur van den-Polder onze onschul te bewijzen. 1 1 1 1De 'betrokken wegwerkers. Geachte Redactie, Ondergeteekenden ver-zoeken beleefd eenigé plaatsruim te voor het onderstaande, waarvoor bij voorbaat on zen beleefden dank. Wij zouden met het geachte Wieringer publiek nog eens willen nagaan het verloop der 1.1. göhioudetn aanbesteding van straatwerken dezer gemeente. Den 16en Maart waren wij reeds aan liet front, want de slag zou dien dag dienen. Aanwijs met nog eenige aanwijzingen verliep spoedig. No-g een ©ogen blik in het gelid, officieren en manschappen. Span nende oogenblikkende één viel al heel spoedig, de ander wankelde, de derde had nog eenige hoop, tot dat per slot van rekening de gelukkige overwinnaar van dien dag bleek te zijn ae laagste inschrijver naar de werken dezer gemeente, de heer C. Rutsen te Nieuwé Niedorp, met pl.m. f 300 lager dan de laagste Wie ringer opvolger. Bestuur vergenoegd over zulk cijfer. Direct bedde werken gegund aan den niet minder vergenoegden i r aannemer. Natuurlijk alles in orde. Rutsen door de verslagenen gefeliciteerd. Niels aan te doen! Noch het geachte College, noch Rutsen kunnen, helpen, dat op Wieringen zooveel domme aannemers waren. Rutsen besteedt al spoedig het vervoer der steenen aan Kroon, die nu maar aanpakt wat er overschiethet varen der steen vanaf de fabriek, wordt aan schipper Asjes opge dragen en de aannemer spoedt zich met ae blijde tijding naar huis. Nu weer over het werk gedacht, papieren, bestekken, brieven, prijsopgaven op tafel. Wat ramp, f 160 te laag. Direct een brief aan het geachte College, rekening ingelegd, hier abuis, daar vergissing, nog verder verzuim. College weer in actie, lamme boel, zoo'n aannemer direct gegund, nu kom! zoo'n man ie weer achterop "klampen. Diens opvolger had nu toen zeker een zeer laag en toch degelijk cijfertje. Hem gunnen.-' Neen!! Raadsvergadering! Na discussiën, stemming. -Uitslagherbesteding. Weder acht dagen den tijd geven om er over na te denken, een goed cijfer te maken en noleeren wanneer het biljet m de bus moet zijn. Herbesteding daar. Pre- sentl Maar kleiner zijn de in het vuur. De grooten vallen reeds spoedig. Jammer. Maar wal is datr die kleine man aaar blijft weer overwinnaar! Laagste inschrijver Kroon, maar iets hoo- ger dan de vorige maalf Ja, dat brengen deze tijds omstandigheden mede; over 14 dagen zou het weer hooger zijn, duurder materiaal arbeidsloon enz. Niet gegund! Manschappen inrukken! I De tobbers gaan maar weer beleefd groetend af, weten niet wat hun te doen staat, als, ja, de belastingbiljetten maar oens nazien, dat is toch ook werk. Bestuur zit nog met het werk. Zeil maar steen koopen, zelf maar ma ken f Maar neen! Daar komt de avondpost binnen- nenvallen met een brief. Inschrijvingsbiljet 1 Nu het ding maar open. Neen! dat is geen ding, je ware die is lager, een Amsterdammer, nota bene nog f 42 lager dan aie laagste Wieringer. Ziedaar het practisch beknopt verloop dezer laat ste aanbestedingen en al is de handelwijze van het geacht college van B. en W. nu volmaakt zuiver te noemen, dan zouden wij aan het geachte publiek van Wieringen het oordeel willen overlaten, "wat er voor ons Wieringer aannemertjes met dan aanhang van dien, per slot van rekening overschiet bij oen© publieke aanbesteding op Wieringen, waarvoor de noodige kosten en moeiten moeten worden gemaakt. Zou het dian niet beter zijn een volgenden keer in eetslo Instan tie geen moeite en kosten daarvoor te maken r Met dank Voor de plaatsing, G. TIMMERMAN. C. KROON. J. C. KLEIN. TH. BOERSEN. Gebrs. LONT. Staatsloterij. 2de KLASSE, P 3de TREKKING. rijzen -van f 30. 82 3355 b5Ö4 8222 11762 14729 16895 19318 316 601 871 497 '12164 746 899 548 431» 608 6231 809 401 901 911 668 769 866 424 830 970 987 991 726 965 4270 517 956 13061 15100 17016 20265 1368 391 870 9054 67 182 585 316 707 478 903 929 150 227 695 651 778 841 7002 959 364 724 18174 739 2333 997 314 10170 772 831 361 742 427 5027 799 324 858 956 374 554 306 977 797 14021 16581 483 899 367 8022 11325 407 588 768 3353 546 207 633 445 782 803 zijn misschien achtergebleven of al do< de anderen i Enfin, weer moet aanpakken, zooals onze oude baker het vroe ger zou uitdrukken Nu heb ik genoeg over --mijzelf geschreven en wil ik het ook eens over wat anders hebben. Eigenlijk is bet maar gebabbel waarvoor niemand de verant woording draagt. Dus in-Glückstadt moet het prin selijk echtpaar niet zeer gelukkig leven, -omdat de erfprins razend op de mooie hofdame van zijn vrouw verliefd is en dit even openlijk toont als de erfprin- ses haar jaloezie. De -reis naar Italië wordt onder die omstandigheden zeer ongaarne gezien, een oude kamerheer moet ter bewaking meegaan.1 Dit zal Hans Henning bepaald wel interesseeren. Arme beste jongen, ik kan je mij 'heelemaal niet voorstellen met je grove laarzen en oude jas mid den op het stoppelveld. Jij, de elegante adjudant van den erfprins. Hoe goed - dat vader je niet meer zóó behoeft te zien. Hoe bitter had -hem dat gesmaakt. Hij wilde immers het leven zoo mooi mogelijk voor ons maken. Liefste Hilde. Stuur mij maar geen worsten of hammen, ik kan die in mijn poppenhuishouden niet eens opbergen. Is dat niet een prozaïsch slot? worst en ham? en dat voor een dichtersvrouw! Maar ik kom immers ook van het land en 'dat komt toch steeds weer -boven. Een kus voor jou en voor Hans Henning en ook een voor de zoete, jieve hondjes. Je ilLSE." Hilde vouwde den brief dicht. Zij wierp een schu wen Mik op haar broeders gelaat. „Gelooi jij 'dat gerucht uit Glückstadt?" -vroefe zij eindelijk. „Of ik wat geloof? Dat ze in Glückstadt -kletsen? Zeker, dat geloof ik beslist dat was daar steeds een lievelingsbezigheid." „Neen ik bedoel of je -gelooft, dat de erf - prins „De erfprinses zal nooit werkelijke reden tot ijver zucht hebben," antwoordde Hans Henning beslist. Zijn gelaat werd rood. „Ik ken Sitta. Maar ik wees dat de zorgeloosheid van den erfprins, die zijn be wondering zeer openlijk toont,-'haar door het daar Versehillende Oorlogsberichten. TREILER IN DE LUCHT GEVLOGEN. Uit GRIMSBY, 8 April. De trailer „Zarina" Is in do Noordzee in cle lucht gevlogen; negen man van de bemanning worden vermist. Het is niet bekend of het schip getorpedeerd is of op een mijn geloouen. KONING ALBERT VAN BELGIë. Donderdag was JKoninfc Albert jarig -en ook ed „Echo Beige" brengt den vorst eerbiedige hulde on schrijft o.a.: Nog is België niet bevrijd. Maar wij zijn vol vertrouwen en zekerder dan ooit te vo-> ren,. En naar gelang de ontknooping nadert,-vermin dert onze onrust, omdat wij overtuigd zijn te zullen zegevieren en vertrouwen hebben in onze zaak. Een geestestoestand, waaraan het voorbeeld van den koning niet -vreemd is. Zonder dat wij ons reken schap ervan geven, werkt dat voorbeeld 'op ons in en sterkt ons. -Het is nu ruim acht maanden gele den. dat de koning op -dien gedenkwaardigen dag, waarop over. het lot van België beslist -werd, zijn „neen' den indringer toevoegde en geen dag, geen uur is hij in zijn ^krachtige houding verzwakt oï heeft hij van afmatting blijk gegeven. En toch was de be proeving afschuwelijk. Eindelijk, na drie maanden wor stelen, hebben do koning en zijn handjevol dappe ren zich kunnen. vastzetten in het terrein en een slagboom kunnen vormen, die de vijand nog steeds ■niet heeft vermogen te verwijderen. Nog handhaven wij onze 'driekleur op Belgisch grondgebied. Eiken dag verscheurt het schroot het dundoek, maar het wint slechts aan schoonheid, nu nog slechts flarden aan den vlaggestok wapperen. In Belgischen bodem ge>- plant, is net meer dan een ijdel symbool of teeken van hoophet duidt de werkelijkheid "aan en het geiklapper van de banen in den wina klinkt als het geluid van dengene, die van gene zijde van den Rijn don noI>el- sten. heldhaftigsten en grootsten der koningdn de be- leediging durfde toevoegenKoning zonder land. Zij hebben het hem willen ontnemen, dat land. aan dien vorst, die slechts er voor leefde om het door werken des vredes groot en vruchtbaar te ma ken en heerlijker en scnooner voor hen, die jhet bewoonden. Zij zijn er niet geheel in geslaagd. Zoolang nog het 'kleinste stukje ervan onbezet is. is heel het land vrij, want hoe zwaar ook de hiel van den overweldiger drukt, de ziel van het land raakt hij niet. Die ziel is ontembaar en blijft ge heel toegewijd aan den Man, die haar in zeker op zicht aan zichzelf ontdekt heeft en die er de reinste en hoogste incarnatie van blijft; onze Koning. De redactie van de „Echo Beige" heeft een tele gram van gelukwensch aan koning Albert gezonden en dezen vorst de verzekering gegeven van naar on wankelbaar vertrouwen in België's toekomst. De Paus en de vrede. De Köln. Volksztg bevat een telegram uit Rome, volgens hetwelk de Paus beval, dat in alle kerken van het katholiek wereldrond gedurende de geheele maand openbare gebeden voor den vrede zullen worden gehouden. Buitgemaakte kanonnen. Uit BERLIJN", 8 April. Volgens den opgemaak- ten'staat in het begin van Maart beliep het aantal toen in Oost en West buitgemaakte kanonnen Ö5.0; daarvan waren buitgemaakt in België 83i>0 ka» nonnen (zwaar- en veldgeschut), inFrankrjjk 1800, in Rusland 8ö0, en van de Engelsohe artillerie ongeveer 60 kanonnen. Vele honderden dier kanonnen zjjn tijdens den oorlog in de fabriek van Krupp en in andere werk plaatsen voor ons gebruik in orde gebracht en doen reeds, met de aan onze vjjanden ontnomen groote hoeveelheden projectielen dienst in ons leger. Waar is mijn vaderland? Men schrijft van de Overijselsohe grens aan do N R Ot. Dezer dagen passeerde te Oldenzaal een Engelsohe dame, aan wie de toegang tot Duitschland wam geweigerd, omdat zij een Engelsohe was. De dame deelde mede, dat zij in Engeland had gewoond met haar man, een Huitnohar, die govolg govomie ih.ii den oproep om onder de wapenen te komen, bij het uitbreken 'van den oorlog naar zjjn vader land was teruggekeerd Voor een paar weken had haar de treurige*tyding bereikt, dat haar man ge- «nèuveld was. Nu wer zjj, omdat zjj gehuwd was met eeu Duitschet-, die de wapenen tegen Engeland had opgevat, genoodzaakt haar land te verlaten. In de hoop, nu in Duitschland bij de familie van haar overleden man een wijkplaats te vinden, had /.ij zich, maar zonder suoces, derwaarts willen be geven. Waar was nu haar vaderland P Noch Enge land, noch Duitschland wilde haar herbergen daarom zou zij met haar moeder in het gastvrjje .Nederland, in den Haag. waar ook familie vur, haar woonde, een toevluchtsoord zoeken. Dezer dagen kwam te Oldenzaal een reserve luitenant uit Cariada aan, die als vrijwilliger dienst had genomen in het Engelsche leger Door de Duitschers krijgsgevangen gemaakt en naar een gevangenkamp vervoerd, wist hij echter te ont snappen, en, volgens zijn mededeeling, door Zwitserland en Frankrijk over Engeland ons land te bereiken, om van hier, in de nabijheid der i>uitsohe grens, misschien zijn vrouw, een Duitiche dame, die zich bij het uitbreken van den om-log in haar geboorteland bevond, te kunnen buriobtnn, dat hij haar hier opwaohtte. En dit gelukte hein, Ouder een pseudoniem wisselde h(j met zijn #oht* genoote verschillende telegrammen en na een paar dagen mocht hij haar aan het station te Oldenzaal ontmoeten. De man wilde nu maar weer met zjju vrouw naar Canada terugkeeren. Een aardig incident had deze luitenant nog aan de Nederlandsch-Duitsche grens: met een inge zetene van Oldenzaal begaf hij zich derwaarts, waar hij Duitsche en Hollandsohe grensbewaken ontmoette. Zich voordoende als Zwitser, verzocht hij hun „Brüderschuft" te drinken en bij de gulle cractatie, welke er volgde, lieten een 20-tal grens bewakers, die den „vrijen Zwitser" in hun midden namen, zioh niet onbetuigd Reclames. door ontstane gèbabbel. 'dwingen zal, haar positie aan het bof op te' geven. Voor niet langen tijd zou haar heengaan aan het hof voor mij een vreugde zijn geweest, het had volkomen aan mijn wen- scben beantwoord. Maar nul 'Wat kan ik haar nu daarvoor in de plaats aanbieden?" Ililde zweeg. Dit huwelijk van haar broer leek baar te ongewenscht, -als dat zij hem had kunnen woerspreken. „Ilse schijnt het in haar huwelijk niet gemakkelijk te hebben. Ik bad mij dat anders voor gesteld," zoo bracht -zij het gesprek op een ander onderwerp. „Hilmar is bepaald nogal humeurig." „Zij heeft het immers niet anders willen -hebben. Bij Ilse ging-het immers al steeds: hemelhoog jui chend'of tot den dood toe bedroefd. Dezen brief, die op elk kantje -tweemaal wisselt is al zeer ka rakteristiek." J „Mij deed het pijn." „Acn wat, Hilde. Je bent voor jezelf zoo flink en hard, waarom voor anderen zoo weekhartig." „Het moet dunkt mij verbazend moeilijk zijn, om steeds te moeten letten op de stemming van je man. Wij waren dat thuis niet gewoon vader was steeds aardig en vriendelijk." „Hij leefde ook niet als een dichter van zijn stem mingen. Wat is me dat ook voor een beroep? Lieve hemel, dan sta ik nog liever op het veld aan de ploeg. Daarvoor heb ik tenminste niet in de stem ming te zijn." Er werd geklopt. !„Mag ik storen?" >Karola stak haar hoofd om den hoek van de deur. Regendrop pels glinsterden als briljanten op haar blond haar. Hans Henning 'sprong op en trok het meisje, dat achter de deur was blijven'staan, binnen in de-ka mer. „Wij hebben noch paardengetrappel,^ noch wielengeknars-gehoord. Hoe ben je gekomen?" „Te voet bij dit mooie weer. Ik had zulk een groot verlangen naar jelui. Vader is op een jaehtdinerdan heeft hij het-paard en het rijtuig noodig Ik moest je voor morgen uitnoodigen om mee op jacht te gaan. Hans Henning." Hij zuchtte. „Ik kwam gaarne, maar het gaat on mogelijk, want het graan moet-morgen gedorschen. houdt nooit op. Moeders hebben steeds haar handen vol, de zor gen voor het huishouden en de kinderen gaan sëeds door on zoodoende hebben zij geen tijd om de noo dige rust en afleiding te nemen, geen tijd om acht ie slaan op waarschuwende pijnen. Eti zoo gaan zij lijd zaam voort, zoo goed als zij kunnen. Zif beschouwen de hevige, terneerdrukkende pijn In de lendenen, die bukken of opstaan tot een kwelling maakt dat vermoeide, doffe gevoel, waaraan zij zich niet ont trekken gunnen die ellendige zwakte, hoofdpijn en duizeligheid, die haar werk dubbel zwaar maken, als kwalen aan vrouwen eicen. Doch het is niet nooaig, dat vrouwen altijd lijdend zijn. Er zijn minder vrouwenkwalem dan gedacht werdt, vaker rijn haar kwalen te wijten aan overwerkte nLa ren. die haar gewichtig werk, het fillreeren van liet bloed, niet behoorlijk verrichten, waardoor de onzui verheden. die in het bloed achterblijven, langzamer hand ziekte door uwe geheele gestel verspreide".. Foster's Rugpijn Nieren Pillen werken rech UvuKvS op de nieren en blaas en zorgen voor een geruilde urine-afscheiding, waardoor de onzuiverheden afgevoerd worden. Zij rijn derhalve bekend als het geneesmiddel bij uitnemendheid tegen alle nier- en blaaskwalen. Te Schagen verkrijgbaar bij J Rotgans, Drogisterij .Het Witta Kruis'". Molenstraat C 14. Toe zending geschiodt franco na ont vangstvan po twlssel k fl .75 voor één, oi fin.— voor zes doozen. Eiscbt de echte Poster'# Rug. pijn Nieren Pillen, weigert elke '**0' doos, die niet voorzien is van nevenstaand handelsmerk. Ik wil erbij zijn, als de machine in gang gebracht wordt." ,Dat gaat'ook wel zonder je." ,Dat wel, maar ik wil het leeren." t „Too kom nou," vleide Karola. „Ik heb zulk -een heerlijk jaehtdiner klaar gemaakt: wildsoep fa- sant en „Maak mij niet -'tot een woordbreker,-kleine ver leidster!" Hans Henning sloeg zijn arm om haar schouders.-Hij beschouwde baar nog geheel als een kind, als een lieve zuster van hem. Hij streelde haar blond baar en haar rose wangen. Karola lejgde haar beide handen op zijn arm en keek hem smeekend aan. Hilde, die dat zag, ontstelde van dezen blik, waarin grenzenlooze, al was het dan nog-halfbewuste liefde. „Karola vraag Hans Henning nu 'niet meer," zeide Hilde snel. „Hij moet dit jaar werkelijk bij zijn oorspronkelijk plan blijven. Hoe." sneller hij leert, hoe snel Ier-is hij ook zelfstandig." Karola liet de handen zinken. 'De bedroefde uit drukking op haar gelaat deed Hans Henning leed. „Wij gaan spoedig weer -eens te paard uit," zoo troostte bij. „En wanneer het maar -eenigszins is te plooien, komen Hilde en ik morgenavond." Karola's gezicht klaarde-op. Zij wreef haar wang liefkoozend tegen de ruige mouw - van zijn jas. „Jij bent goed. Breng'jij me nu weer-naar huis? Vader moppert, wanneer ik alleen in donker loop." „Natuurlijk," antwoordde -Hans Henning vlug. „Denk je, dat 'ik je alleen over -de landstraat laat gaan op dit uur en langs die 'eenzame velden? Dan zou ik mij maar bang over je maken en HUd^-ook „Zou je werkelijk ongerust over mij zijn?" her haalde zij heel zacht. „Is dat werkelijk waar?" „Natuurlijk is dat waar, klein-zottinnetje!" lathte hij. „Ik zal dadelijk -het rijtuig bestellen. Maar we gaan eerst over 'een uur op pad. -Hilde wil je ook nog wel een poosje bij haar houden." Hij knikte haar vriendelijk toe voor hij 'de kamer uitging. 1 I Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 6