Het werk van vrouwen
voor ontslag zou worden voorgedragen. De 'betrok
ken onderwijzer heeft deze zaak aanhangig gemaakt
bij het N. O. G.
de duitsche onder/eeërs en de schel
de.
Van bevoegde Belgische -zijde schrijft men aan
'het Ildbld.: f r i
De Nederlanders "hoeven zich niet 'ongerust te
maken over wat in de huitenlandsche pers gezegd
wordt aangaande het sleepen van- Duitsche ouder-
zeebooten door de Schelde van Antwerpen naar de
zee. Die weg van de onderzeeërs gaat volstrekt niet
door Nederlandsch -gebied heen.
Ik ben bij machte om hem heel nauwkeurig op
te geven. De booten te Hoboken in elkaar gezet, va
ren niet de -Schelde af, maar de Schelde op, langs
Dendermonde, Wetteren, Melle en Gent. -Te Gent
varen zij door de sluis van do visscherij den ver-
bindingsarm af, dien Napoleon deed graven tusschen
de Schelde ën de Leie. Langs de sluis -aan de St.
Jorisbrug komen zij in de Leie, verlaten langs dien
weg de stad en geraken dan in het kanaal van Gent
naar Brugge, dat loopt -langs Mariakerke, Vinder-
houte, boven Bellem, Aalter en Beernem. Van Brug
ge uit gaat de vaart door het nieuwe „zeekanaal"
van'Brugge, langs Lissewege,-naar Zeebrugge.
doodshoofden.
Dezer dagen zijn te Hurwenen (Gelderl.) 'bij het
opbreken van den vloer in het schoolgebouw negen
doodshoofden en een aantal doodsbeenderen gevon-
-den. Men denkt, dat het overblijfselen zijn van sol
daten, gesneuveld-in den strijd om de schans te St.
Andries (in het begin van-den 80-jarigen oorlog) of
bij het beleg van Zaltbommel'(1672).
het ontixkten van papier.
Eiken dag worden er millioenen kranten gedrukt,
die gelezen en daarna weggegooid of verbrand wor
den. Nieuwe grondstof is dan noodig'voor de nieuws
bladen van den volgenden dag.
Deze roekelooze verspilling had "aan den heer De
Stürler, te Bloemendaal, reeds lang de vraag gesteld,
of het niet mogelijk was, de gelezen kranten te
ontinkten en opnieuw dienst te laten -doen. Na vier
jaar proefnemen is de onderzoeker er in geslaagd,
een procédé te vinden, waardoor die vraag bevesti
gend beantwoord wordt.
Reeds heeft de uitvnider in Duitschland en 'Ne
derland patent aangevraagd. -De regeering van onze
Oosterburen verleende dit al'een half jaar geleden;
eergisterer kwam de toestemming van ons ministe
rie. Ook aan Frankrijk zal octrooi verzocht worden.
Wegens den oorlog is in Duitschland nog geen be
gin met de nieuwe industrie 'gemaakt, want eene
nieuwe industrie zal het worden, stelt de heer De
Stürler zich voor. Doordat -nu geen hout meer be-
noodigd ikvo or'de kranten-fabricage, kan-het pa-
Eier goedkooper geleverd worden. Nieuwe bosscnen
ehoeven voor dit doel ook niet aangeplant te wor
den, alles te zamen een-groote besparing van kos
ten.
Hoe het procédé precies in zijn werk gaat, wilde
de uitvinder'niet wereldkundig gemaakt-hebben. Dat
is het geheim van den smid. Alleen verzekerde hij,
dat de vezel van het papier zijn volle kracht be
hield. I 1 Hrl. Dbld.
slaolie.
Verschenen is een nieuwe uitgaaf van de recep
ten voor het gebruik van het Delftsch Plantenvet
„Delfia".
Deze bijlage van het Receptenboekje der Delft-
sche Slaolie bevat vele recepten van den kok der
Oliefabrieken Calve-Delft te Delft, betrekking, heb
bende op het stoven'van groenten, het stoven en smo
ren van vleesch, het gratineeren van restanten visch
en vleesch, het berëiden van gebak en pudding, het
maken van gebonden soepen, -enz., alles in het
Plantenvet „Delfia".'
Ieder, die aan de Afdeelinfe Réclame van genoem
de fabriek het Receptenboekje der Delftsche 'Sla
olie aanvraagt, ontvangt meteen deze nieuwe bijlage
er bij. Wie het bekende gele receptenboekje reeds
bezit* kan ook afzonderlijk de nieuwe recepten van
het Plantenvet „Delfia" aanvragen.
Deze zijn niet bij de winkeliers,-doch alleen bij de
fabriek te Delft verkrijgbaar, 'die voor gratis en
franco toezending zorg draagt. 1
BIJ de koningin.
Eergisterniiddag zou te 's-Gravenhage de uitvoering
te geven door het Kinderkoor ,,De kleine Westkappe-
laars", onder leiding van hel hoofd der school te West-
kapelle, den heer Houtekamez, in Diligentia bijgewoond
worden door H. M. de Koningin.
In. den loop van den morgen liet H. M. evenwel
weten, dat zij verhinderd was, de uitvoering, die gege
ven wordt ten bate van het Haagsche Steuncomité,
bij te wonen en gaf H. M. haar verlangen te kennen
de kinderen in den tuin van het Paleis in het Noord
einde te ontvangen. Onder leiding van dames van het
Steuncomité, begaven „de kleine Westkappelaars' met
hun leider zich daar heen.
Nadat H. M. de Koningin, Z. K. H. de Prins en
Prinses Juliana met dames en heeren van het gevolg
in den tuin waren gekomen, verzocht H. M. den heer
Houtekamer zijn kinderen eenige liedjes te laten zin
gen.
Na afloop gaf H. M. Haar bijzondere tevredenheid
te kennen. H. M. vond dal de kinderen heel ëiooi
zongen. Voor elk der kinderen, die de Zeeuwsc-he
kleéderdracht droegen, had H. M. een aardig woord
en hoewel eenigszins verlegen, antwoordden zij onbe
schroomd op de vragen hun gedaan door de Koningin,
die ze nog nimmer hadden gezien.
Opgetogen van blijdschap werd door het gezelschap
de terugweg aanvaard.
Eergistermiddag had de aangekondigde uitvoering In
Diligentia plaats.
Toen het koor, een 40-tal meisjes en jongens, op de
estrade hadden plaats genomen, stelde de heer Hou
tekamer zijn kleinen aan de aanwezige dames en
en bet 'gelezene met Hilmar -bespreken, maar hij
wil en mag niet dikwijls spreken over-datgene wat
hem innerlijk het meest bezighoudt. 1
De brief is een paar dagen -blijven liggen, beste
Hilde. Ik schrijf vandaag maar verder. Veel bij
zonders weet ik evenwel niet te -vertellen. Men is
eigenlijk nooit eenzamer dan in een groote -stad. Ik
ga door het gerumoer zonder dat er een mensch
naar mij omziet. Hilmar houdt daarvan, hem is die
opdringende nieuwsgierigheid van een 'kleine stad
afschuwelijk.
Hij was in de laatste dagen nogal uit zijn hu
meur. Ik heb het'eerst niet gewaagd om naar de
reden te vragen, maar tenslotte heb ik al mijn
moed verzameld en vroeg ik hem, of ik hem op de
een of andere wijze had geërgerd.
Hij schudde het hoofd, dan trok hij mij op zijn
schoot, leunde met het hoofd tegen mijn schouder
en zeide eindelijk; „Ja, ik lijd ontzettend."
„Jij lijdt, Hilmar? Zeg mij -dadelijk wat er aan
scheelt." 1 1
„Ik heb een kater."
„Een kater?" Ik moest luid lachen. „Mag ik dan
een zure haring-laten halen, Hilmar?"
Maar hij wilde niet meelachen, -maar schoof mij
eenigszins ongeduldig van zich af en sprong op. „Je
begrijpt mij niet, Ilse Ik heb een anderen kater
ik heb, -kortom ik twijfel aan mijn eigen kun
nen! Dat overkomt een 'mensch als ik meer na den
een of anderen dollen 'roes van zalige -scheppings
vreugde. De twijfel aan je eigen kunstenaarsgaven
is verschrikkelijkdat verlamt volkomen."
„Maar Hilmar. hoe kan jij zoo iets 'zeggen? Je
dicht toch-zoo wondermooi."
„Liefje, neem mij niet kwalijk. Dilettantenbewon-
dering kan mijn eigen critiek niet omver werpen."
Ik zweeg maar, wel wat beleedigd en hij ging weer
naar zijn kamer, maar hij werkte niet, gooide alles
door'elkaar en ging dan uit.
Ik was zoo gaarne met hem meegegaan en toen
ik hem dat later zeide, ontstemde hem dat eerst
recht. Dikwijls weet ik niet aan welk eind ik hem
heeren voor.
Ook de burgemeester van Weslkapelie w-as in de
zaal aanwezig.
De heer Houtekamer stelde het koor voor, als een
gezelschap eenvoudige landskinderen van wie men geen
iiooge kunst moest verwachten.
Zyn kinderen zongen Nederlandsche liederen, met
het doel deze meer ingang te doen vinden bij het pu
bliek.
De uitvoering begon met het zingen van het „Wil
helmus", dat door de aanwezigen staande werd aan
gehoord.
Vervolgens gaven de kinderen een twintigtal llede-
deren, afgewisseld door voordrachten, ten beste, die
blijkens hel herhaaldelijk en hartelijk applaus zeer in
den smaak vielen. Hdbld.
VOLKSGELOOF IN NEDERLAND.
Als in een huis, waarin een zieke is. de klok zon
der oorzaak, gaat stilstaan, sterft die zieke.
Als een spiegel van den wand in stukken valt.
ook al zonder oorzaak, zal In zoo'n woning iemand
overlijden.
.Men moet elkander geen puntige, geen scherpe ca-
dëaux geven, geen doekspeld, geen broche, geen mes
sen, geen vorken, enz. Dat breekt de vriendschap, de
liefde. Krijgt men een kleine belooning voor het ge
geven© of men voelt even hel scherpe er van, dan volgt
er geen stoornis in den omgang.
Als de straatjeugd met afgedankte of uitgediende
bruidsbouquetten gaat spelen en sjouwen en die uit
plukt, dan geeft dat het jonge paartje armoede in het
vervolg.
Wanneer een jongen, die loten moet voor de nationale
militie, op den lo.ingsdag een klavervier, het zeldzame
plantje, stiekum in een zijner zakken heeft gestoken,
heeft hij kans een hoog nummer te trekken. Maar hij
moet er niet te vast op rekenen.
Aan oen wieg te stooten, d.w.z. die te doen schom
melen, zonder het kind er in, kan doodclijk voor dat
kind zijn.
Wie een appel of een peer geheel kan afschillen, één
lange schil, niet in twee of meer deelen, die mag
trouwen. (De Vrouw).
Ingezonden Stukken.
Anna Paulowna, 8 April 1915.
Mijnheer de Redacteur I
Ondergeteekenden verzoeken eenige plaatsruimte in
uw veel gelezen blad,'bij voorbaat onzen-dank.
Bij het lezen van uw verslag aangaande de laatst
gehouden vergadering -van den Polder, doet daarin
de heer Stipriaan, de opmerking, dat-het wel voor
komt, dat de wegwerkers w*)l eens laat uitgaan des
morgens en vroeg -weggaan 's avonds. Wij gevoelen
ons door die opmerking onschuldig veroordeeld, aan-
gezien wij nooit te laat komen, of te vroeg gaan,
of het heeft -z'n reden, wij hebben dan een ander
karwei gedaan, wat dikwijls -gebeurt. Wij begrij
pen dan ook 'niet* hoe of die -mijnheer Stipriaan
zulks dujjft zeggen in 't openbaar, zonder een gron
dig onderzoek te hebben ingesteld. Het is erg ge
makkelijk om iets te-zeggen, en scheef voor te draai
en. Wij willen ons, waar wij zeker -zijn van ons
recht, ons zooiets niet'op den hals laten-schuiven.
En wij vragen hier in 't openbaar aan mijnheer Sti
priaan, of hij die ongemotiveerde en ongegronde
onwaarheden (op zijn zachtst uitgedrukt) -in wil
trekken. Dat zou ons inziens zeer billijk zijn. -Wij
zijn echter ook gaarne bereid, als mijnheer Stipri
aan zijn aan ons adres gerichte beschuldiging niet
intrekt, voor Vbestuur van den-Polder onze onschul
te bewijzen. 1 1 1
1De 'betrokken wegwerkers.
Geachte Redactie,
Ondergeteekenden ver-zoeken beleefd eenigé plaatsruim
te voor het onderstaande, waarvoor bij voorbaat on
zen beleefden dank.
Wij zouden met het geachte Wieringer publiek nog
eens willen nagaan het verloop der 1.1. göhioudetn
aanbesteding van straatwerken dezer gemeente.
Den 16en Maart waren wij reeds aan liet front,
want de slag zou dien dag dienen. Aanwijs met nog
eenige aanwijzingen verliep spoedig. No-g een ©ogen
blik in het gelid, officieren en manschappen. Span
nende oogenblikkende één viel al heel spoedig, de
ander wankelde, de derde had nog eenige hoop, tot
dat per slot van rekening de gelukkige overwinnaar
van dien dag bleek te zijn ae laagste inschrijver naar de
werken dezer gemeente, de heer C. Rutsen te Nieuwé
Niedorp, met pl.m. f 300 lager dan de laagste Wie
ringer opvolger.
Bestuur vergenoegd over zulk cijfer. Direct bedde
werken gegund aan den niet minder vergenoegden i r
aannemer. Natuurlijk alles in orde. Rutsen door de
verslagenen gefeliciteerd. Niels aan te doen! Noch het
geachte College, noch Rutsen kunnen, helpen, dat op
Wieringen zooveel domme aannemers waren. Rutsen
besteedt al spoedig het vervoer der steenen aan Kroon,
die nu maar aanpakt wat er overschiethet varen der
steen vanaf de fabriek, wordt aan schipper Asjes opge
dragen en de aannemer spoedt zich met ae blijde
tijding naar huis. Nu weer over het werk gedacht,
papieren, bestekken, brieven, prijsopgaven op tafel.
Wat ramp, f 160 te laag. Direct een brief aan het
geachte College, rekening ingelegd, hier abuis, daar
vergissing, nog verder verzuim. College weer in actie,
lamme boel, zoo'n aannemer direct gegund, nu kom!
zoo'n man ie weer achterop "klampen. Diens opvolger
had nu toen zeker een zeer laag en toch degelijk
cijfertje. Hem gunnen.-' Neen!! Raadsvergadering!
Na discussiën, stemming. -Uitslagherbesteding. Weder
acht dagen den tijd geven om er over na te denken,
een goed cijfer te maken en noleeren wanneer het
biljet m de bus moet zijn. Herbesteding daar. Pre-
sentl Maar kleiner zijn de
in het vuur. De grooten vallen reeds spoedig. Jammer.
Maar wal is datr die kleine man aaar blijft weer
overwinnaar! Laagste inschrijver Kroon, maar iets hoo-
ger dan de vorige maalf Ja, dat brengen deze tijds
omstandigheden mede; over 14 dagen zou het weer
hooger zijn, duurder materiaal arbeidsloon enz.
Niet gegund! Manschappen inrukken! I De tobbers
gaan maar weer beleefd groetend af, weten niet wat
hun te doen staat, als, ja, de belastingbiljetten maar
oens nazien, dat is toch ook werk. Bestuur zit nog
met het werk. Zeil maar steen koopen, zelf maar ma
ken f Maar neen! Daar komt de avondpost binnen-
nenvallen met een brief. Inschrijvingsbiljet 1 Nu het
ding maar open. Neen! dat is geen ding, je ware
die is lager, een Amsterdammer, nota bene nog f 42
lager dan aie laagste Wieringer.
Ziedaar het practisch beknopt verloop dezer laat
ste aanbestedingen en al is de handelwijze van het
geacht college van B. en W. nu volmaakt zuiver te
noemen, dan zouden wij aan het geachte publiek van
Wieringen het oordeel willen overlaten, "wat er voor
ons Wieringer aannemertjes met dan aanhang van dien,
per slot van rekening overschiet bij oen© publieke
aanbesteding op Wieringen, waarvoor de noodige
kosten en moeiten moeten worden gemaakt. Zou het dian
niet beter zijn een volgenden keer in eetslo Instan
tie geen moeite en kosten daarvoor te maken r
Met dank Voor de plaatsing,
G. TIMMERMAN.
C. KROON.
J. C. KLEIN.
TH. BOERSEN.
Gebrs. LONT.
Staatsloterij.
2de KLASSE,
P
3de TREKKING.
rijzen -van f 30.
82
3355
b5Ö4
8222 11762
14729
16895
19318
316
601
871
497 '12164
746
899
548
431»
608
6231
809 401
901
911
668
769
866
424
830 970
987
991
726
965
4270
517
956 13061
15100
17016
20265
1368
391
870
9054 67
182
585
316
707
478
903
929 150
227
695
651
778
841
7002
959 364
724
18174
739
2333
997
314
10170 772
831
361
742
427
5027
799
324 858
956
374
554
306
977
797 14021
16581
483
899
367
8022
11325 407
588
768
3353
546
207
633 445
782
803
zijn misschien achtergebleven of al do<
de anderen
i Enfin, weer
moet aanpakken, zooals onze oude baker het vroe
ger zou uitdrukken
Nu heb ik genoeg over --mijzelf geschreven en wil
ik het ook eens over wat anders hebben. Eigenlijk
is bet maar gebabbel waarvoor niemand de verant
woording draagt. Dus in-Glückstadt moet het prin
selijk echtpaar niet zeer gelukkig leven, -omdat de
erfprins razend op de mooie hofdame van zijn vrouw
verliefd is en dit even openlijk toont als de erfprin-
ses haar jaloezie. De -reis naar Italië wordt onder
die omstandigheden zeer ongaarne gezien, een oude
kamerheer moet ter bewaking meegaan.1
Dit zal Hans Henning bepaald wel interesseeren.
Arme beste jongen, ik kan je mij 'heelemaal niet
voorstellen met je grove laarzen en oude jas mid
den op het stoppelveld. Jij, de elegante adjudant van
den erfprins. Hoe goed - dat vader je niet meer zóó
behoeft te zien. Hoe bitter had -hem dat gesmaakt.
Hij wilde immers het leven zoo mooi mogelijk voor
ons maken.
Liefste Hilde. Stuur mij maar geen worsten of
hammen, ik kan die in mijn poppenhuishouden niet
eens opbergen. Is dat niet een prozaïsch slot? worst
en ham? en dat voor een dichtersvrouw!
Maar ik kom immers ook van het land en 'dat
komt toch steeds weer -boven. Een kus voor jou en
voor Hans Henning en ook een voor de zoete, jieve
hondjes.
Je ilLSE."
Hilde vouwde den brief dicht. Zij wierp een schu
wen Mik op haar broeders gelaat. „Gelooi jij 'dat
gerucht uit Glückstadt?" -vroefe zij eindelijk.
„Of ik wat geloof? Dat ze in Glückstadt -kletsen?
Zeker, dat geloof ik beslist dat was daar steeds
een lievelingsbezigheid."
„Neen ik bedoel of je -gelooft, dat de erf -
prins
„De erfprinses zal nooit werkelijke reden tot ijver
zucht hebben," antwoordde Hans Henning beslist.
Zijn gelaat werd rood. „Ik ken Sitta. Maar ik wees
dat de zorgeloosheid van den erfprins, die zijn be
wondering zeer openlijk toont,-'haar door het daar
Versehillende Oorlogsberichten.
TREILER IN DE LUCHT GEVLOGEN.
Uit GRIMSBY, 8 April. De trailer „Zarina" Is in
do Noordzee in cle lucht gevlogen; negen man van de
bemanning worden vermist. Het is niet bekend of het
schip getorpedeerd is of op een mijn geloouen.
KONING ALBERT VAN BELGIë.
Donderdag was JKoninfc Albert jarig -en ook ed
„Echo Beige" brengt den vorst eerbiedige hulde
on schrijft o.a.: Nog is België niet bevrijd. Maar
wij zijn vol vertrouwen en zekerder dan ooit te vo->
ren,. En naar gelang de ontknooping nadert,-vermin
dert onze onrust, omdat wij overtuigd zijn te zullen
zegevieren en vertrouwen hebben in onze zaak. Een
geestestoestand, waaraan het voorbeeld van den
koning niet -vreemd is. Zonder dat wij ons reken
schap ervan geven, werkt dat voorbeeld 'op ons in
en sterkt ons. -Het is nu ruim acht maanden gele
den. dat de koning op -dien gedenkwaardigen dag,
waarop over. het lot van België beslist -werd, zijn
„neen' den indringer toevoegde en geen dag, geen
uur is hij in zijn ^krachtige houding verzwakt oï heeft
hij van afmatting blijk gegeven. En toch was de be
proeving afschuwelijk. Eindelijk, na drie maanden wor
stelen, hebben do koning en zijn handjevol dappe
ren zich kunnen. vastzetten in het terrein en een
slagboom kunnen vormen, die de vijand nog steeds
■niet heeft vermogen te verwijderen. Nog handhaven
wij onze 'driekleur op Belgisch grondgebied. Eiken dag
verscheurt het schroot het dundoek, maar het wint
slechts aan schoonheid, nu nog slechts flarden aan
den vlaggestok wapperen. In Belgischen bodem ge>-
plant, is net meer dan een ijdel symbool of teeken van
hoophet duidt de werkelijkheid "aan en het geiklapper
van de banen in den wina klinkt als het geluid van
dengene, die van gene zijde van den Rijn don noI>el-
sten. heldhaftigsten en grootsten der koningdn de be-
leediging durfde toevoegenKoning zonder land.
Zij hebben het hem willen ontnemen, dat land.
aan dien vorst, die slechts er voor leefde om het
door werken des vredes groot en vruchtbaar te ma
ken en heerlijker en scnooner voor hen, die jhet
bewoonden.
Zij zijn er niet geheel in geslaagd.
Zoolang nog het 'kleinste stukje ervan onbezet is.
is heel het land vrij, want hoe zwaar ook de hiel
van den overweldiger drukt, de ziel van het land
raakt hij niet. Die ziel is ontembaar en blijft ge
heel toegewijd aan den Man, die haar in zeker op
zicht aan zichzelf ontdekt heeft en die er de reinste
en hoogste incarnatie van blijft; onze Koning.
De redactie van de „Echo Beige" heeft een tele
gram van gelukwensch aan koning Albert gezonden
en dezen vorst de verzekering gegeven van naar on
wankelbaar vertrouwen in België's toekomst.
De Paus en de vrede.
De Köln. Volksztg bevat een telegram uit Rome,
volgens hetwelk de Paus beval, dat in alle kerken
van het katholiek wereldrond gedurende de geheele
maand openbare gebeden voor den vrede zullen
worden gehouden.
Buitgemaakte kanonnen.
Uit BERLIJN", 8 April. Volgens den opgemaak-
ten'staat in het begin van Maart beliep het aantal
toen in Oost en West buitgemaakte kanonnen Ö5.0;
daarvan waren buitgemaakt in België 83i>0 ka»
nonnen (zwaar- en veldgeschut), inFrankrjjk 1800,
in Rusland 8ö0, en van de Engelsohe artillerie
ongeveer 60 kanonnen.
Vele honderden dier kanonnen zjjn tijdens den
oorlog in de fabriek van Krupp en in andere werk
plaatsen voor ons gebruik in orde gebracht en doen
reeds, met de aan onze vjjanden ontnomen groote
hoeveelheden projectielen dienst in ons leger.
Waar is mijn vaderland?
Men schrijft van de Overijselsohe grens aan
do N R Ot.
Dezer dagen passeerde te Oldenzaal een Engelsohe
dame, aan wie de toegang tot Duitschland wam
geweigerd, omdat zij een Engelsohe was. De dame
deelde mede, dat zij in Engeland had gewoond
met haar man, een Huitnohar, die govolg govomie
ih.ii den oproep om onder de wapenen te komen,
bij het uitbreken 'van den oorlog naar zjjn vader
land was teruggekeerd Voor een paar weken had
haar de treurige*tyding bereikt, dat haar man ge-
«nèuveld was. Nu wer zjj, omdat zjj gehuwd was
met eeu Duitschet-, die de wapenen tegen Engeland
had opgevat, genoodzaakt haar land te verlaten.
In de hoop, nu in Duitschland bij de familie van
haar overleden man een wijkplaats te vinden, had
/.ij zich, maar zonder suoces, derwaarts willen be
geven. Waar was nu haar vaderland P Noch Enge
land, noch Duitschland wilde haar herbergen
daarom zou zij met haar moeder in het gastvrjje
.Nederland, in den Haag. waar ook familie vur,
haar woonde, een toevluchtsoord zoeken.
Dezer dagen kwam te Oldenzaal een reserve
luitenant uit Cariada aan, die als vrijwilliger dienst
had genomen in het Engelsche leger Door de
Duitschers krijgsgevangen gemaakt en naar een
gevangenkamp vervoerd, wist hij echter te ont
snappen, en, volgens zijn mededeeling, door
Zwitserland en Frankrijk over Engeland ons land
te bereiken, om van hier, in de nabijheid der
i>uitsohe grens, misschien zijn vrouw, een Duitiche
dame, die zich bij het uitbreken van den om-log
in haar geboorteland bevond, te kunnen buriobtnn,
dat hij haar hier opwaohtte. En dit gelukte hein,
Ouder een pseudoniem wisselde h(j met zijn #oht*
genoote verschillende telegrammen en na een paar
dagen mocht hij haar aan het station te Oldenzaal
ontmoeten. De man wilde nu maar weer met zjju
vrouw naar Canada terugkeeren.
Een aardig incident had deze luitenant nog aan
de Nederlandsch-Duitsche grens: met een inge
zetene van Oldenzaal begaf hij zich derwaarts,
waar hij Duitsche en Hollandsohe grensbewaken
ontmoette. Zich voordoende als Zwitser, verzocht
hij hun „Brüderschuft" te drinken en bij de gulle
cractatie, welke er volgde, lieten een 20-tal grens
bewakers, die den „vrijen Zwitser" in hun midden
namen, zioh niet onbetuigd
Reclames.
door ontstane gèbabbel. 'dwingen zal, haar positie
aan het bof op te' geven. Voor niet langen tijd zou
haar heengaan aan het hof voor mij een vreugde
zijn geweest, het had volkomen aan mijn wen-
scben beantwoord. Maar nul 'Wat kan ik haar nu
daarvoor in de plaats aanbieden?"
Ililde zweeg. Dit huwelijk van haar broer leek
baar te ongewenscht, -als dat zij hem had kunnen
woerspreken. „Ilse schijnt het in haar huwelijk niet
gemakkelijk te hebben. Ik bad mij dat anders voor
gesteld," zoo bracht -zij het gesprek op een ander
onderwerp. „Hilmar is bepaald nogal humeurig."
„Zij heeft het immers niet anders willen -hebben.
Bij Ilse ging-het immers al steeds: hemelhoog jui
chend'of tot den dood toe bedroefd. Dezen brief,
die op elk kantje -tweemaal wisselt is al zeer ka
rakteristiek." J
„Mij deed het pijn."
„Acn wat, Hilde. Je bent voor jezelf zoo flink en
hard, waarom voor anderen zoo weekhartig."
„Het moet dunkt mij verbazend moeilijk zijn, om
steeds te moeten letten op de stemming van je
man. Wij waren dat thuis niet gewoon vader
was steeds aardig en vriendelijk."
„Hij leefde ook niet als een dichter van zijn stem
mingen. Wat is me dat ook voor een beroep? Lieve
hemel, dan sta ik nog liever op het veld aan de
ploeg. Daarvoor heb ik tenminste niet in de stem
ming te zijn."
Er werd geklopt. !„Mag ik storen?" >Karola stak
haar hoofd om den hoek van de deur. Regendrop
pels glinsterden als briljanten op haar blond haar.
Hans Henning 'sprong op en trok het meisje, dat
achter de deur was blijven'staan, binnen in de-ka
mer. „Wij hebben noch paardengetrappel,^ noch
wielengeknars-gehoord. Hoe ben je gekomen?"
„Te voet bij dit mooie weer. Ik had zulk
een groot verlangen naar jelui. Vader is op een
jaehtdinerdan heeft hij het-paard en het rijtuig
noodig Ik moest je voor morgen uitnoodigen om
mee op jacht te gaan. Hans Henning."
Hij zuchtte. „Ik kwam gaarne, maar het gaat on
mogelijk, want het graan moet-morgen gedorschen.
houdt nooit op.
Moeders hebben steeds haar handen vol, de zor
gen voor het huishouden en de kinderen gaan sëeds
door on zoodoende hebben zij geen tijd om de noo
dige rust en afleiding te nemen, geen tijd om acht ie
slaan op waarschuwende pijnen. Eti zoo gaan zij lijd
zaam voort, zoo goed als zij kunnen. Zif beschouwen
de hevige, terneerdrukkende pijn In de lendenen, die
bukken of opstaan tot een kwelling maakt dat
vermoeide, doffe gevoel, waaraan zij zich niet ont
trekken gunnen die ellendige zwakte, hoofdpijn en
duizeligheid, die haar werk dubbel zwaar maken, als
kwalen aan vrouwen eicen.
Doch het is niet nooaig, dat vrouwen altijd lijdend
zijn. Er zijn minder vrouwenkwalem dan gedacht werdt,
vaker rijn haar kwalen te wijten aan overwerkte nLa
ren. die haar gewichtig werk, het fillreeren van liet
bloed, niet behoorlijk verrichten, waardoor de onzui
verheden. die in het bloed achterblijven, langzamer
hand ziekte door uwe geheele gestel verspreide"..
Foster's Rugpijn Nieren Pillen werken rech UvuKvS
op de nieren en blaas en zorgen voor een geruilde
urine-afscheiding, waardoor de onzuiverheden afgevoerd
worden. Zij rijn derhalve bekend als het geneesmiddel
bij uitnemendheid tegen alle nier- en blaaskwalen.
Te Schagen verkrijgbaar bij J
Rotgans, Drogisterij .Het Witta
Kruis'". Molenstraat C 14. Toe
zending geschiodt franco na ont
vangstvan po twlssel k fl .75 voor
één, oi fin.— voor zes doozen.
Eiscbt de echte Poster'# Rug.
pijn Nieren Pillen, weigert elke
'**0' doos, die niet voorzien is van
nevenstaand handelsmerk.
Ik wil erbij zijn, als de machine in gang gebracht
wordt."
,Dat gaat'ook wel zonder je."
,Dat wel, maar ik wil het leeren." t
„Too kom nou," vleide Karola. „Ik heb zulk -een
heerlijk jaehtdiner klaar gemaakt: wildsoep fa-
sant en
„Maak mij niet -'tot een woordbreker,-kleine ver
leidster!" Hans Henning sloeg zijn arm om haar
schouders.-Hij beschouwde baar nog geheel als een
kind, als een lieve zuster van hem. Hij streelde haar
blond baar en haar rose wangen.
Karola lejgde haar beide handen op zijn arm en
keek hem smeekend aan.
Hilde, die dat zag, ontstelde van dezen blik, waarin
grenzenlooze, al was het dan nog-halfbewuste liefde.
„Karola vraag Hans Henning nu 'niet meer," zeide
Hilde snel. „Hij moet dit jaar werkelijk bij zijn
oorspronkelijk plan blijven. Hoe." sneller hij leert,
hoe snel Ier-is hij ook zelfstandig."
Karola liet de handen zinken. 'De bedroefde uit
drukking op haar gelaat deed Hans Henning leed.
„Wij gaan spoedig weer -eens te paard uit," zoo
troostte bij. „En wanneer het maar -eenigszins is
te plooien, komen Hilde en ik morgenavond."
Karola's gezicht klaarde-op. Zij wreef haar wang
liefkoozend tegen de ruige mouw - van zijn jas. „Jij
bent goed. Breng'jij me nu weer-naar huis? Vader
moppert, wanneer ik alleen in donker loop."
„Natuurlijk," antwoordde -Hans Henning vlug.
„Denk je, dat 'ik je alleen over -de landstraat laat
gaan op dit uur en langs die 'eenzame velden? Dan
zou ik mij maar bang over je maken en HUd^-ook
„Zou je werkelijk ongerust over mij zijn?" her
haalde zij heel zacht. „Is dat werkelijk waar?"
„Natuurlijk is dat waar, klein-zottinnetje!" lathte
hij. „Ik zal dadelijk -het rijtuig bestellen. Maar we
gaan eerst over 'een uur op pad. -Hilde wil je ook
nog wel een poosje bij haar houden."
Hij knikte haar vriendelijk toe voor hij 'de kamer
uitging. 1
I Wordt vervolgd.