Overijselscbc Maatschappij van JLandbouw een toe
slag vaa f 10 beschikbaar gesteld voor elk dio ecu
premio van een ilier voréeaigingen ontvangt voor
het doen veroordeelen vau een.paardensmokkelaar
en van f 5 voor de veroordeeling 'van een graan-
amokkelaar.1
«00.000.000 STEENEN.
Naar de „T. Ct." verneemt heeft de Fransche
regecring op verschillende fabireken langs de Waal
40ii millioen steenen aangekocht, dadelijk na den
oorlog a coulant to levers.
MOORDAANSLAG.
Gistermiddag tegen halfdrio heeft op de Prin
sengracht MJ dg Utrechtëcbe straat te Amatprd&in
oen man Urm revolverschoten gelost op een be
iaard man, die colporteert niet christelijke blaad
jes. De man, voor wien de kogels bestemd waren,
word niet getroffen.»
1>ï hooWmapecteur van •'politie Van der Goot, die
op d» brug van do Prinsengracht stond to wach
ten, kreeg ecu der kogels in het been. De dader
werd gearresteerd en overgebracht naar het po
litiebureau op de Stadhouderskade. Daarheen werd
ook de gewonde hoofdinspecteur gebracht, waar ge
neeskundige hulp voor hem werd ingeroepen.
Op ae revolver, die bij den dader, den 30-jarigen
zeeman A., werd gevonden, zaten nog twee scherpe
patronen. De dader bekende geschoten te hebben
Utt wraakzucht.
VERKOOP STIEREN.
Het bestuur van Hollands Noorderkwartier heeft
de mededeeling rondgezonden, dat door de vereeni-
ging op de a.s. Centrale Stierenkeuring in Alkmaar
weer een of meer stieren zullen worden verkocht.
Uitvoerig zijn de voorwaarden waarop deze verkoo-
ping /.al plaats hebben, toegelicht
.VEL WE NJEDOKP.
Vergadering van het Departement Nieuwe Nie-
dorp der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
gehouden op Maandagavond 19 April 1915, in de
Prins Maurits.
Bij ontstentenis van -dort voorzitter den heer J.
Kuilman, wegens ongesteldheid, opent de waarne
mende voorzitter de heer F. C. *R. Koelemeij de ver
gadering en worden daarna door den secretaris, den
heer Ds. ilaars, de notulen gelezen, die worden
goedgekeurd.
Eenigeingokomen stukken worden voor kennis
geving ter zijde gelegd.
De -secretaris doet eenige mededeelingen omtrent
d vernieuwingen en verbeteringen van leesboeken
der bibliotheek, waarna aan de orde wordt gesteld
benoeming van een afgevaardigde naar de op 26
Mei to Amsterdam te houden -algemeene vergade
ring. Benoemd wordt de heer Uaars en als plaats-
\ervanger de heer P. Koopman. Daarna wordt de
beschrijvingsbrief voor do algemeene -vergadering
behandeld en den afgevaardigde vrij mandaat ge
geven.
Volgen eenige verkiezingen. In-plaats van den heer
J. Kuilman (met 1 Juli periodiek aftredend en -niet
herkiesbaar) wordt als bestuurslid gekozen de heer
D. Kuilman. De heer-B. Prjne, aftredend secretaris-
DOnningmeester der Nutsspaarbank, wordt als zoo
danig herkozen. Tot lid dor commissie voor 't na
tiën der Spaarbankrekening- (thans -bestaande uit de
beeren J. Kuilman, 3. -BUnt en B. Sieswerda)
waarvan eerstgenoemde aftreedt en niet herkiesbaar
is, wordt ae heer Ilaars benoemd. De heer C.-Bunt,
wordt herbenoemd als commissaris der leesbiblio
theek.
De heeren D. Kuilman, P. Koopman -en J. Visser
worden aangewezen als commissie voor het nazien
van de rekening van den penningmeester, den heer
H&ars.
Na rondvraag sluiting.
Staatsloterij.
3e KLASSE,
f 25000: 2185
l 1500: 2(31
f 1000: 1323 18944
f 400: 17880 20663
f 200: 12 15382
f 100: 1129 3312 4864
PRIJZEN
le TREKKING.
6185 16442
VAN f 45.
92
2784
5462
8423
10891
13143
15893
18532
135
87
82
416
897
224
925
620
2Ö3
2808
5523
458
961
262
16025
681
315
22
83
488
992
271
110
78S
21
2909
5701
521
11002
282
183
935
87
74
79
531
28
331
213
940
435
3014
5920
538
63
345
233
19049
78
46
93.
554
65
354
236
111
509
3280
99
653
83
366
238
132
724
96
6021
C61
117
430
266
189
37
3309
104
662
133
439
283
261
806
3535
132
674
116
442
297
337
9
42
133
710
170
654
311
362
28
79
137
762
176
715
313
392
33
3602
153
766
202
738
352
-113
76
23
186
773
218
854
398
425
.922
45
196
988
265
866
401
426
68
3744
217
998
278
899
489
538
1007
57
235
9003
338
979
648
583
15
381'4
213
5
362
14080
715
682
66
58
2.48
102
415
144
823
695
90
3904
251
162
435
296
965
719
1122
77
300
199
493
385
978
730
66
4035
310
244
519
481
17008
732
1274
52
332
245
521
527#
23
749
303
98
498
278
542
563
121
821
401
4103
581
290
318
704
176
842
14
12
607
397
590
713
1Ö0
851
39
31
732
411
601
718
206
871
1571
4221
798
455
655
765
308
953
81
38
932
592
700
768
325
974
93
93
940
646
713
788
396
20060
605
4302
918
677
763
850
401
87
60
15
966
770
833
896
499
152
88
73
978
803
918
998
515
282
-766
4414
7009
826
919
15009
522
363
77
18
45
877
913
18
577
388
93
27
76
899
12008
83
662
392
1806
46
89
932
13
85
675
425
30
96
93
10033
15
114
760
426
1908
4537
108
47
73
140
795
433
51
79
152
61
94
169
809
437
2041
80
175
197
123
175
819
440
88
4649
226
232
201
210
825
471
2153
S8
259
236
260
228
836
490
89
4781
444
285
267
233
810
494
2217
4858
415
299
326
289
944
520
52
4941
500
339
329
308
956
529
58
5015
570
356
383
433
961
655
70
39
508
388
394
461
981
716
74
79
670
467
396
521
990
897
2328
82
760
522
416
559
18016
925
41
5102
909
524
453
640
62
931
2431
75
990
562
459
665
63
46
94
8024
570
]j08
681
80
92
5201
47
609
603
700
179
2525
2
51
695
682
710
238
83
81
332
708
712
769
285
2609
95
367
796
925
775
310
34
5417
398
826
975
818
391
60
30
408
869
995
846
411
Verschillende Oorlogsberichten.
ENGELSCH TRANSPORTSCHIP AANGEVALLEN.
Uit Londen, 17 April. De Admiraliteit bericht: Het
transportschip „Maniton", dat Engelsche troepen
overbracht, werd hedenochtend in de Egeïscho 'Zee
aangevallen door een Turksche torpedoboot. Deze
lanceerde drie torpedos, die alle-misten. Toen ging
ze op de vlucht en werd achtervolgd door den
Hritschen kruiser „Minerva" en torpedövernielers,
tot zij op het strand van Chios -liep en daar ver
nield werd. 1
De bemanning werd krijgsgevangen gemaakt
Naar bericht wordt zijn ongeveer '100 'man van
het transportschip verdronken. Nadere bijzonder
heden ontbreken.
Professor Vogel over Hindenburg.
Prof. Vogel, de bekende Duitaohe schilder, ver
toefde langen tijd op het oostelijk oorlogsterrein
en in het hoofdkwartier bij veldmaarschalk Von
Hindenburg. Onlangs keerde hij, voor korten tijd
sleohts, naar Herlijn terug en vertelde toen een
medewerker van het „Neue Wiener Journal" het
volgende
Ik kende voor den oorlog Von Hindenburg niet
en werd onverwachts in zijn hoofdkwartier geroepen,
met do opdrnoht mijn gereedschappen moe te
brengen en in het. Oosten vlijtig to sohi deren. En
vlijtig ben ik geweest Ik moest eiken dag tusschen
zes en halfzeven opstaan, om mij vlug- aan t
kleeden en met het werk te beginnen. In Hinden
burg'a omgeving zijn geen luilakken. Hij /.elf heeft
het ongelooflijk druk, evenals Ludendor', de cbef
van zijn staf. Ludendorf slaapt meestal 'h nachts
van twee tot zes, maar dikwijls wordt hij uit zijn
slaap gewekt. Hindenburg rust op de meest vel
schillende tijden uit. Het gebeurt niet zelden, dar.
hij den heelen nacht waakt en overdag een paar
uur gaat liggen Deze onregelmatige levenswijze
schaadt echter den man niet. ofschoon hij diep in
de zestig is. Hij is oergezond.
Over de samenwerking van Hindenburg en
Ludendorf mag ik niets positiefs meedeelen. Maar
dit kan ik zeggen, dat de een zonder den ander
niet denkbaar is en dat Hindenburg niet alleen
een practicus, maar ook een enorm theoreticus is
ui de militaire wetenschap.
Het belangwekkendst aan hem is stellig zijn
menschenkeunis. Hindenburg h<efc de gewoonte
iemand niet recht in het gezicht te zien. HJj kjjkt
hem van ter zijde aan, maar ik geloof, dat hij
iemand maar éen keer behoeft gezien te hebben
om, het karakter van dezeu persoon te doorgronden.
Dit van ter z de aankijken is een gewoonte anders
niet. Ik kan niet beweren, dat de groote man
wantrouwend is. Hij is voorzichtig, maar zeer
openhartig, niet hard. niet gesloten, niet onvrien
delijk of onbeleefd. Van zijn wezen straalt rust en
goedheid uit. Hij wordt verafgood door allen, die
om hem zijn. Dit komt niet alleen doordat hij de
groote man is met de schitterende succeseen, maar
omdat, hij een goed, vriendelijk mensch is. Ik heb
dezen man, die zooveel te doen heeft en op wien
zoo groote verantwoordelijkheid rust, niet één
seoonde zenuwachtig of ongeduldig gezien. En nog
éen ding is bewonderenswaardig: hp vindt voor
alles tijd. Om zich netjes aan te kleeden, op tijd
aan tafel te verschijnen, zijn particuliere corres
pondentie vlug af te doen, model te zitten voor
een schilder en tallooze andere dingen. Ik heb in
mijn lang leven maar éen man gekend, die ook,
hoe druk hij het had, overal tijd voor vond, den
beroemden medicus Virchow.
Natuurlijk is met Hindenburg niet te spotten.
Wanneer iets niet naar zijn zin gedaan is, wanneer
zijn bevelen niet ten uitvoer gebracht zijn, dan
kan hij verschrikkelijk opspelen, met zijn diepen
bas. Maar zoo'n onweer drijft spoedig voorbij.
Zijn oogen zijn blauw, niet hard, maar zeer klein
en diepliggend. Wenkbrauwen heeft hij bijna niet.
De photo's,'die van hem in den handel zijn, geven
zijn gezichtsuitdrukking niet goed weer. Zij zijn
nog van vroegere tijden.
Hij is buitengewoon eenvoudig. Hij legt geen
beslag op de vele bedienden, die té zijner beschik
king zijn en hij" eet buitengewoon eenvoudig.
Meestal wordt er slechts vleesch met groente op
gediend. Vleesch en groente in één pot gekookt.
Opdat men niet met honger van tafel zal opstaan,
wordt er dan nog dessert gegeven, bestaande uit
een zeer goedkoopo soort kaas. Aan tafel wordt
bier gedronken of een lichte wijn. Afwisseling is
er niet. Van de zes keer komt er vijf maal het
zelfde vleesch en dezelfde groente op tafel. Een
uitzondering wordt alleen gemaakt, zoodra vorste
lijke personen te gast zijn. In zooverre dat dan
een glas champagne geschonken wordt.
De Vredesvooruilzichlen.
Er wordt den jongsten tijd meer in do pers
toegelaten dan de cencuur nog eenigen tijd geleden
voor raadzaam achtte, zoo meldt de correspondent
van De Tijd te Keulen. Alleen de provinciale pers
geeft zich nog over aan de bekende uitingen van
haat tegen Engeland. In conservatieve kringen
moedigt men veeleer een verzoenende stemming
jegens Engeland aan, daar het toch vroeg of laat
met dac land tot een vrede moet komen, die ge
bruikt zal worden om Rusland in toom te houden
Aan het bezet houden van België na den oorlog
wordt in %geen bevoegde kringen ernstig gedacht,
al wacht men zich zorgvuldig, deze gedachte uit
te spreken. Eer wij echter enkele weken verder
zijn, kan men op dit punt verrassende mededee
lingon tegemoet zien. Het schijnt, dat men zich
eerst thans ernstig rekening begint te geven van
de houding, welke Duitschland van den beginne
af heeft aangenomen, en waarop het telkens den
nadruk heeft gelegdHet Duitsche Rijk ondernam
den hem opgedrongen oorlog niet uit veroverings
zucht doch slee' ts uit afweer en ter bescherming
van zijn nationaal bestaan. Zoodra dit bestaan aan
het Duitsche Rijk en zijn koloniën duurzaam wordt
gewaarborgd, kan het oorlogsdoel als bereikt wor
den beschouwd.
In verband met de bovenstaande mededeelingen
haalt het blad de volgende uitlatingen van de
Kreuzztg. aan
Er zijn invloeden aan het werk, die het Duitsche
volk een verzoening aanbevelen op den grondslag,
dat onze hoofdtegenstauder, Engeland, zijn krijgs-
doel als bereikt kan beschouwen.
De Vorwarts, die het bericht overnam, zou er
zich over verheugen, indien inderdaad invloeden
voor een ve zoening met Engeland aan het werk
zijn, en voegde er aan toe „Men kan er zich ten
stelligste van overtuigd houden, dat de breede
van het Duitsche volk het hiermede eens
Oost-
zijn.
BIJ ONZE NABUREN.
Een correspondent -van het Hdbld. aan
grens schrijft: 1
De goheelo wolvoorraad, welke in Duitschland aan
wezig-is, d.w.z. alle wol, die sedert 1 October 1914
is geschoren of nog geschoren moet worden, onver
schillig of deze zich nog op, de schapen, bij de eige
naars de zer dieren of in opslagplaatsen bevindt, is
thans op last der generale opperbevelhebbers In be
slag genomen. Den 12en April jl. heeft het mini
sterie vau oorlog de bestemming dezer wol aange
wezen. Het verbod vau wederverkoop dor in beslag
genomen wol is in zooverre gewijzigd, dat zij thans
wel aan leveranciers voor het leger mag verkocht
worden,.maar ook aan dezen alleen. Vóór 1 Augus
tus a.s. moet de geheele wolvoorraad 1914-15 in
Duitschland in eigendom aan d,e fabrikanten, die wol
len goederen voor hot leger fabriceereu, -zijn over
gegaan. Het dragen van wollen kousen e.d. dpor de
burgerlijke bevolking zal dus wel spoedig tot de vro
me wensdien lehooren. 'Knoeierijen in den wol-
handel zijn nu ook buitengesloten.
't Is hier nog niet zoozeer de duurte als wel de
schaarschte aan het eerste voedingsmiddel, het
brood, dat de burger- en miridergegoede bevolking
drukt. Trouwens, welk artikel gaat bij onze buren
met in prijs stijgen! Thans hebben weer alle-aange
sloten vereenigingen van den Rijn-Westfaalsche
Bandijzer- fielterij Bond c.s. bepaald, dat de prij
zen van bandijzer mei 10 mark per ton worden ver
hoogd en- gebrucht op 150 mark per ton, inguande 15
April; voor fijne blikwaren stijgt do prijs met 15
mark per ton. AJies een gevolg van do steeds duur
der wordende werkkrachten, zeggen de directies.
De oorlogstijd is dus zeer -zeker een dure tijd.
Daarom weg met overtollige weelde. Dat -denken
zeer zeker ook de spoorwegdirecties, daar ze de
afzonderlijke hondencompartimenten -in de treinen
hebben afgeschaft. Het geld voor dergelijke luxe
kan immers voor betere doeleinden-besteed worden!
BRIEVEN LIT DUITSCHLAND.
'Uil LONDEN, 19 April, in b.ieven, op Duitsche soi
dalen gevonden en officieel gepubliceerd, wordt een
somber tafereel opgehangen van den toestand.
In een brief uit Neuthalen in Posen wordt gezegd
„Gij vraagt het adres van B. Hij was in het hospitaal,
ma ar is'hhif genezen weder naar het front gezonden. Ziji.
arm is nog gezwollen en hij kan hem niet gebruiken;
er moet wel groot gebrek aan manschappen zijn, dat
zij iemand in dien toestand terugzenden. Dit geval staat
niet op zichzelf. Ik ken iemand, die gewond was en naar
het front teruggezonden werd, toen hij nog nauwelijks
kon loopen.
De druk van den oorlog wordt hoe langer hoe sterker.
De arme bakkers zijn er liet ergst aan toe. Het oorlogs
brood moet 48 uren oud zijn; de bakkers mogen slecht
een bepaalde hoeveelheid verkoopen en alleen bakken
op vastgestelde uren cn in -het geheel 'niet 's nachts.
Alet de koffiehuishouders staat het al even slecht.
De levensmiddelen worden met den dag duurder en
er zal weldra geen vleesch en spek meer zijn. Het i-
te hopen, dat er spoedig een einde aan den oorlog
komt'
Het volgende is een uittreksel van een brief uit Beie
ren: Ik geloof, dat onze gelukkigste dagen voorbij zijn
nu is er overal verdriet en ellende.
Ach, als de langverwachte vrede toch maar kwam!
Wij beginnen thans den nijpenden druk van den oor
log te gevoelen.
Jé zult zeker wel gehoord hebben, dat die vervloekte
Engelschen ons willen uilhongeren en al ons graan is
opgeschreven. Men zegt, dat er sleohts voldoende is voor
een half pond brood per dag en per persoon. Dat is
niet veel, maafr wij moeten het er mede doen".
Er is een groot verschil tusschen den toon van bo
venstaande b'ncven en die van een vroegeren datum.
IN OOSTENRIJK.
Uit PARIJS, 19 Apjril. Uit Weenen wordt aan de „Cor-
riere della Sera" bericht, dat er ten gevolge van de
duurie der levensmiddelen groote misnoegdheid heecscht
in alle deelen van het tijk.
Volgens berichten uit Bohemen is ook daar de toe
stand ernstig. Te Leitmeritz vernielde een menigte 100
wagens, geladen met meel, dat bestemd was voor de
militaire autoriteiten.
Volgens telegrammen, ontvangen door de „Giornale
d'Italia" heeft net vertrek van de manschappen, bchoo-
rende tot d,e lichtingen 1895 en 1896, le Trente, aan
leiding 5gegeven tot betoogingen.
De menigte trachtte 't station Vailligoyas binnen to
dringen. De officieren waren genoodzaakt hen met de
revolver in de vuist tegen te houden.
Te Triest is de economische toestand zeer onrustba
rend; de prijs van het meel is 3 fres. per K.G.
ST. ItUREADCRATIUS.
De „Koln. Ztg." meldt:
'n Groot deel der dikke, wollen onderkleéding, die de
Duitsche troepen in den winter hebben gedragen, wordt
nu in de warmere dagen overbodig. Het is begrijpelijk,
dat die nu naar Duitschland wordt gezonden, om gewas-
schen, gereinigd, hersteld en voor mogelijk gebruik op
nieuw in gereedheid 'te worden gebracht.
Nu doet zich echter het zonderlinge verschijnsel voor.
dat de families van de in het Westen staande soldaten
voor die zendingen, wijl zij uit het buitenland komen,
douanerechten, invoerrechten moeten betalen.
Dat is niet in een enkel geval bij vergissing gebeurd,
maar schijnt als regel te worden toegepast.
Het is niet alleen dwaashem - maar in strijd met het
Bondsraadbesluit van 14 Augustus 1914. waarbij voor
zendingen aan de Duitsche troepen in het vijandelijk
land vrijdom van rechten werd toegestaan;; natuurlijk is
dit ook van toepassing op zendingen, die door de Duit
sche soldaten aan hunne verwanten fn Duitschland
worden gestuurd.
NOG MEER SOLDATEN.
Weenen, 17 April. (Officieel.) In een heden uitge
geven communiqué wordt gezegd: „Do ons opgedron
gen strijd tegen vijanden niet een veel talrijker be
volking noopt -ons alle krachten in te spannen om
den oorlog, zoo moedig, nog geruimen tijd. tot aan
het eindelijk succes te kunnen volhouden. Deze over
tuiging wordt gelukkig gedeeld door alle volken der
monarchie, -die zonder aarzelen onder de vanen zijn
gesneld en in, in de geschiedenis haast voorbeelde-
looze, veldslagen, bijna bovenmenschelijke daden
verrichtten en daardoor de hewonderinlc en de ach
ting van de geheele wereld hebben afgedwongen.
Teneinde een verdere aanvulling van het leger
te verzekeren, is.een-tijdelijkeuitbreiding van den
landstormplciht, waarin wij bij de andere -volken
van Europa verre ten achterstaan, benevens wijzi
ging der bepalingen -motrent het geburik van den
landstorn} noodig.
Daarom is in uitzicht genomen om op het -voor
beeld van andere staten te bepalen, dat de land
stormplicht in het vervolg na het 18de levensjaar
begint en tot het 50ste duurt. De eerste oproe
ping zal gelden voor alle mannen tot den-42-jarigen
leeftijd, terwijl de mogelijkheid zal worden openge
laten om ook de anderen, in zeer bijzondere uitzon
deringsgevallen, op te roepen ter -aanvulling -Van
leger en landweer.
De instelling dezer nieuwe landweer wil echter
niet zeggen, dat, alle -categorieën dadelijk of zelfs
in den eerstén tijd voor den-landstorm zullen wor
den opgeroepen." 1
DIXMU1DEN.
Ludwig Gangbofer schrijft in bet Hamburger
Fremdonblatt over het verwoeste Dixmuidcn o.a.:
Het is niet mogelijk een beschrijving te geven
hoe deze verwoeste stad er uit ziet. 'Ik wil daar
toe dan ook geen 'poging doen.
In de puinhoopenstraat, die -naar ;het raadhuis
voert, kunnen geen menschen meer boven den grond
wonen. De laatste inwoner van Dixmuiden is reeds
lang gevlucht. Onze reserves, die hier moeten blij
ven. huizen in de gewelfde kelders. En om in deze
duisternis wat licht te hebben, haalden de soldaten
uit de verwoeste huizen de nog niet gebroken-spie
gels, alle glimmende stukken blik en gepolijst hout
en maakten deze in schuine richting vast voor de
keldergaten, waar zij nu-als-reflectoren van x licht
dienst doen.
De puinhoopenstraat is leeg. Af en toe ziet men
een Duitschen soldaat uit een keldergat kruipen en
in een ander verdwijnen.
Ik korn aan een ruïne, die in October nog een
prachtig gothisch stadhuis was. Wat er nu nog-van
staat, kan ik niet zeggen, zoo onzinnig ziet het er
uit. 'In het houten geraamte, dat er van het dak
nog over gebleven-is, steekt nog een slank, sierlijk
torentje, met den voet naar boven, de punt naar
beneden. En niet ver daarvan-is een raadsel van de
mechanica te aanschouwen. Een groote granaat van
honderden ponden, die een balk van bet dak ver
nielde zonder le ontploffen, is langs het 'dak gerold
on dwars over een plank, niet-dikker danken vuist,
in evenwicht blijven liggen. Trillen de muren ten-
gevolgo van een ontploffing, dan schommelt de gra
naat wat heen en weer en zweeft dan weer kalm in
do lucht.
Over het -marktplein loopt een verlaten loopgraaf
met een muur van straatsteenon. En -een puinhoop,
dio vroeger een mooi huis was, is veranderd ineen
goweldigen krater van een Duitsche granaat.
Ik had in Bruggo prentbriefkaarten -gekocht van
Dixmuiden, zooals het vroeger was. En ik zit in
een hoekje van het marktplein op een steenhoop
en vergelijk de prenten van vroeger met het beeld
van thans. Zij 'lijken op elkaar als een huis opeen
graf, de dood op het leven. Waar is de prachtige
gotische kerk? Is soms de krankzinnige ruine, die
uitsteekt achter de puinhoopen van het raadhuis,
deze kerk? Is -dat de prachtige kerk geweest? En
terwijl ik zoo zit, stil en treurig, en steeds weer
kijk naar het gruwelijke tooneel -van vernieling,
hoor ik hoog in de lucht het knetterende geruisch -
van een vliegmachine. Anders koek ik onmiddellijk
in do lucht, zoodra ik dit geluid-hoorde. Maar wat
maal ik nu om een vlieger? Steeds weec moet - ik
kijken naar dit gruwelijke ding, dat eens oen kerk,
eon raadhuis en een mooi plein was.
Een officier zegt me, dat ik van deze plaats moet
weggaan, daar de vlieger ons gezien -heeft. Even
later zijn we in een anderen hoek. En achter ons,
juist bij den steenhoop, waar we daareven zaten,
kraakt en dondert het. En de steenhoop vliegt uit
elkaar.
Nu zijn wij in de loopgraven, bij den dijk van de
Yser. De stelling is niet in den grond gegraven,
d ch loopt over den beganen grond. Ze wordt te
gen den vijand beschermd door steen en zandzak
ken. Ze loopt door buizen en tuinen, door een to
ren, over een brug, tdoor een kapel. Juist zoo-als
het in de middeleeuwen was. Zoo moet het er in
do zestiende eeuw uitgezien hebben bij de verde
diging -van een stad of een burcht. Alleen de kloe-
ren en de wapens zijn-nu een beetje anders.
Ik kijk door een-schietspleet-van een stalen schild
en zie het water van de Yser, waarin de blauwe
lucht zich spiegelt, Ik zie de vijandelijke stelling,
die slechts dertig meter van de onze ligt en die op
dezelfde wijze gemaakt is uit steen en zandzakken.
Uit de schietspleten steken de -stalen geweerloopen.
Boven de vijandelijke borstwering steken de puin
hoopen uit.
...Redert den morgen -zijn een paar honderd gra
naten .op de puinhoopen van Dixmuiden gevallen. Zij
hebben geen levend wezen kwaad gedaan. Zij wroet
ten alleen een paar dooden uit hun graven.
NIEUWE LICHTING.
Gedurende de tweede helft van April zullen in
Frankrijk de mannen van de -lichting -1889 (dus do
manschappen, die in den loop van dit jaar 45 Jaar
oud geworden zijn, of zullen worden) onder de
wapenen worden geroepen, om de manschappen
van de jongere lichtingen te vervangen voor de be
waking van de verbindingslijnen.
Gemengd Nieuws.
DE TUBERCULOSE EN JDEN OORLOG.
„Un prévoyant" waarschuwt in den „Figaro" voor
een groot gevaar, dat bet -Fransche volk, naast de
Duitsche kogels en bajonetten, bedreigt, nl. 'het met
verdubbelde k racht voortwoekeren van de tuber-
oulose, waartoe do tegenwoordige omstandigheden
zoo veel gelegenheid bieden ten ge-volge van het
samenbrengen van groote menschenmassa's, terwijl
de bacillen een vruchtbaren bodem vinden, nu zoo-
velen gebukt gaan onder moreel lijden, oververmoeid
beid enz. Daarbij komt, dat sinds het uitbreken van
den oorlog de geheele-strijd tegen de ziekte is stop
gezet: thans had men 'een -anderen strijd te strij
den. Onder het motto: de kogel van een tuberculose
lijder is even doodelijk als van een gezonden man,
werd alles voor den dienst goedgekeurd. De schrij
ver in den „Figaro" wijst er op, dat het verstan
diger zou zijn als 'volgt -te redeneeren: De tuber
culoselijder is even moorddadig door .de kogels,
welke hij afvuurt als door-het sputum,'dat hij ver
spreidt. Alleen de kogels zijn voor den vijand
bestemd, maar treffen niet altijd, terwijl hot spu
tum gevaarlijk is voor de kameraden op chambree
of loopgraaf on bijna immer-slachtoffers maakt.
Met klem komt hij op tegen de gewoonte van de
keuringsraden, om alle menschen, die kunnen loo
pen en schieten, - aan te nemen, zonder te letten op
den toestand van hun longen. Hij 'ziet daarin een
groot gevaar, waarvan men de gevolgen zal onder
vinden als straks het legor gedemobiliseerd wordt
en degenen,'die-het Duitsche lood spaarde, naar hun
haardsteden terugkeeren, besmet met de -vreese-
lijke ziekte.
OORLOGSKINDEREN.
In Engeland doet zich ook het vraagstuk van
oorlogskinderen -voor. In streken, waar veel troepen
-.zijn ingekwartierd, zullen tal van ongehuwde meis
jes eerlang moeder worden. Het parlementslid Ro
nald McNeill, die een beweging op touw heeft ge
zet, om deze aanstaande moeders en kinderen „scban
de te besparen", noemt een geval van een district,
waar meer dan 2000 zulke 'aanstaande -moeders zijn.
Men moet dit als een oorlogsprobleem behandelen,
meent bij, en hij heeft duizenden bireven van in
stemming ontvangen. Hoe hij het vraagstuk wil op
lossen, weet bij nog niet, doch hij'vertrouwt een
wog to zullen vinden.
EF.N APRILGRAP.
De Engelsche ooggetuige •'vertelt van een April
grap aan het front. Een Engelsch 'vlieger Het den
eersten April van een groote hoogte een voetbal
boven het vliegkamp van Rijssel vallen. De Duit-
scliers, die dachten dat het een bom was, borgen
zich inderhaast en kwamen niet vfeer te voorschijn,
voor de gewaande bom na stoute sprongen gedaan
te hebben, geheel tot rust was gekomen.
Op den 'voetbal stond geschreven: „1 April
Gotl strafe England".
EEN NIEUW WOORD.
De Duitsche taal zal na den 'oorlog een vreemd
woord rijker zijn. De jongens uit deM arken zullen
hot mee naar huis brengen uit het veld. En taal
kundigen zullen er over peinzen hoe dit woord ont
staan is en welke beteekenis het heeft, zonder het
raadsel op te lossen, indien -zij althans het volgen
de niet onder de oogen krijgen.
„Naplüh"u is dit woord. Velen zeggên ook La-
plüh. Wanneer men thans door de loopgraven wan
delt, rust in de schuilplaatsen en kwartieren, dan
hoort men telkens: Naplüh of Laplüh.
Ook de beste kenner in Duitschland van de
Fransche taal zal met dit woord geen raad welen.
Geen lexicon maakt hem wijzer. En het is de vraag.fc
of men op het goede spoor komt, zelfs wanneer ver
raden wordt, dat dit woord het Duitsche -„neen of
„niets" beduidt. 1
Dit Naplüh of Laplüh is een merkwaardige af
korting en verhaspeling. OAls de Duitsche troepen
in hot Westen hongerig en dorstig-de Fransche sle
den en dorpen binnen trekken, de winkels en-hui
zon bestormden, vragend om brood, spek, wijn en
andero levensmiddelen, dan 'zeiden de Franscnen
het hoofd schuddend: „II n'ynplusi. Zij zeiden
het echter zoo snel en onduidelijk, dat dit Rnia-
plüh in de ooren van de Duitsche soldaten klonk
als een eenvoudig Naplüh of Laplüh. Dit alleen hoor
den zij, maar zij hoorden het zoo dikwijls, dat net
voor ben een gevleugeld woord werd. En 't schoot
zoo vast bij ben wortel, dat het niet zal uitsterven,