Overijselscbc Maatschappij van JLandbouw een toe slag vaa f 10 beschikbaar gesteld voor elk dio ecu premio van een ilier voréeaigingen ontvangt voor het doen veroordeelen vau een.paardensmokkelaar en van f 5 voor de veroordeeling 'van een graan- amokkelaar.1 «00.000.000 STEENEN. Naar de „T. Ct." verneemt heeft de Fransche regecring op verschillende fabireken langs de Waal 40ii millioen steenen aangekocht, dadelijk na den oorlog a coulant to levers. MOORDAANSLAG. Gistermiddag tegen halfdrio heeft op de Prin sengracht MJ dg Utrechtëcbe straat te Amatprd&in oen man Urm revolverschoten gelost op een be iaard man, die colporteert niet christelijke blaad jes. De man, voor wien de kogels bestemd waren, word niet getroffen.» 1>ï hooWmapecteur van •'politie Van der Goot, die op d» brug van do Prinsengracht stond to wach ten, kreeg ecu der kogels in het been. De dader werd gearresteerd en overgebracht naar het po litiebureau op de Stadhouderskade. Daarheen werd ook de gewonde hoofdinspecteur gebracht, waar ge neeskundige hulp voor hem werd ingeroepen. Op ae revolver, die bij den dader, den 30-jarigen zeeman A., werd gevonden, zaten nog twee scherpe patronen. De dader bekende geschoten te hebben Utt wraakzucht. VERKOOP STIEREN. Het bestuur van Hollands Noorderkwartier heeft de mededeeling rondgezonden, dat door de vereeni- ging op de a.s. Centrale Stierenkeuring in Alkmaar weer een of meer stieren zullen worden verkocht. Uitvoerig zijn de voorwaarden waarop deze verkoo- ping /.al plaats hebben, toegelicht .VEL WE NJEDOKP. Vergadering van het Departement Nieuwe Nie- dorp der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, gehouden op Maandagavond 19 April 1915, in de Prins Maurits. Bij ontstentenis van -dort voorzitter den heer J. Kuilman, wegens ongesteldheid, opent de waarne mende voorzitter de heer F. C. *R. Koelemeij de ver gadering en worden daarna door den secretaris, den heer Ds. ilaars, de notulen gelezen, die worden goedgekeurd. Eenigeingokomen stukken worden voor kennis geving ter zijde gelegd. De -secretaris doet eenige mededeelingen omtrent d vernieuwingen en verbeteringen van leesboeken der bibliotheek, waarna aan de orde wordt gesteld benoeming van een afgevaardigde naar de op 26 Mei to Amsterdam te houden -algemeene vergade ring. Benoemd wordt de heer Uaars en als plaats- \ervanger de heer P. Koopman. Daarna wordt de beschrijvingsbrief voor do algemeene -vergadering behandeld en den afgevaardigde vrij mandaat ge geven. Volgen eenige verkiezingen. In-plaats van den heer J. Kuilman (met 1 Juli periodiek aftredend en -niet herkiesbaar) wordt als bestuurslid gekozen de heer D. Kuilman. De heer-B. Prjne, aftredend secretaris- DOnningmeester der Nutsspaarbank, wordt als zoo danig herkozen. Tot lid dor commissie voor 't na tiën der Spaarbankrekening- (thans -bestaande uit de beeren J. Kuilman, 3. -BUnt en B. Sieswerda) waarvan eerstgenoemde aftreedt en niet herkiesbaar is, wordt ae heer Ilaars benoemd. De heer C.-Bunt, wordt herbenoemd als commissaris der leesbiblio theek. De heeren D. Kuilman, P. Koopman -en J. Visser worden aangewezen als commissie voor het nazien van de rekening van den penningmeester, den heer H&ars. Na rondvraag sluiting. Staatsloterij. 3e KLASSE, f 25000: 2185 l 1500: 2(31 f 1000: 1323 18944 f 400: 17880 20663 f 200: 12 15382 f 100: 1129 3312 4864 PRIJZEN le TREKKING. 6185 16442 VAN f 45. 92 2784 5462 8423 10891 13143 15893 18532 135 87 82 416 897 224 925 620 2Ö3 2808 5523 458 961 262 16025 681 315 22 83 488 992 271 110 78S 21 2909 5701 521 11002 282 183 935 87 74 79 531 28 331 213 940 435 3014 5920 538 63 345 233 19049 78 46 93. 554 65 354 236 111 509 3280 99 653 83 366 238 132 724 96 6021 C61 117 430 266 189 37 3309 104 662 133 439 283 261 806 3535 132 674 116 442 297 337 9 42 133 710 170 654 311 362 28 79 137 762 176 715 313 392 33 3602 153 766 202 738 352 -113 76 23 186 773 218 854 398 425 .922 45 196 988 265 866 401 426 68 3744 217 998 278 899 489 538 1007 57 235 9003 338 979 648 583 15 381'4 213 5 362 14080 715 682 66 58 2.48 102 415 144 823 695 90 3904 251 162 435 296 965 719 1122 77 300 199 493 385 978 730 66 4035 310 244 519 481 17008 732 1274 52 332 245 521 527# 23 749 303 98 498 278 542 563 121 821 401 4103 581 290 318 704 176 842 14 12 607 397 590 713 1Ö0 851 39 31 732 411 601 718 206 871 1571 4221 798 455 655 765 308 953 81 38 932 592 700 768 325 974 93 93 940 646 713 788 396 20060 605 4302 918 677 763 850 401 87 60 15 966 770 833 896 499 152 88 73 978 803 918 998 515 282 -766 4414 7009 826 919 15009 522 363 77 18 45 877 913 18 577 388 93 27 76 899 12008 83 662 392 1806 46 89 932 13 85 675 425 30 96 93 10033 15 114 760 426 1908 4537 108 47 73 140 795 433 51 79 152 61 94 169 809 437 2041 80 175 197 123 175 819 440 88 4649 226 232 201 210 825 471 2153 S8 259 236 260 228 836 490 89 4781 444 285 267 233 810 494 2217 4858 415 299 326 289 944 520 52 4941 500 339 329 308 956 529 58 5015 570 356 383 433 961 655 70 39 508 388 394 461 981 716 74 79 670 467 396 521 990 897 2328 82 760 522 416 559 18016 925 41 5102 909 524 453 640 62 931 2431 75 990 562 459 665 63 46 94 8024 570 ]j08 681 80 92 5201 47 609 603 700 179 2525 2 51 695 682 710 238 83 81 332 708 712 769 285 2609 95 367 796 925 775 310 34 5417 398 826 975 818 391 60 30 408 869 995 846 411 Verschillende Oorlogsberichten. ENGELSCH TRANSPORTSCHIP AANGEVALLEN. Uit Londen, 17 April. De Admiraliteit bericht: Het transportschip „Maniton", dat Engelsche troepen overbracht, werd hedenochtend in de Egeïscho 'Zee aangevallen door een Turksche torpedoboot. Deze lanceerde drie torpedos, die alle-misten. Toen ging ze op de vlucht en werd achtervolgd door den Hritschen kruiser „Minerva" en torpedövernielers, tot zij op het strand van Chios -liep en daar ver nield werd. 1 De bemanning werd krijgsgevangen gemaakt Naar bericht wordt zijn ongeveer '100 'man van het transportschip verdronken. Nadere bijzonder heden ontbreken. Professor Vogel over Hindenburg. Prof. Vogel, de bekende Duitaohe schilder, ver toefde langen tijd op het oostelijk oorlogsterrein en in het hoofdkwartier bij veldmaarschalk Von Hindenburg. Onlangs keerde hij, voor korten tijd sleohts, naar Herlijn terug en vertelde toen een medewerker van het „Neue Wiener Journal" het volgende Ik kende voor den oorlog Von Hindenburg niet en werd onverwachts in zijn hoofdkwartier geroepen, met do opdrnoht mijn gereedschappen moe te brengen en in het. Oosten vlijtig to sohi deren. En vlijtig ben ik geweest Ik moest eiken dag tusschen zes en halfzeven opstaan, om mij vlug- aan t kleeden en met het werk te beginnen. In Hinden burg'a omgeving zijn geen luilakken. Hij /.elf heeft het ongelooflijk druk, evenals Ludendor', de cbef van zijn staf. Ludendorf slaapt meestal 'h nachts van twee tot zes, maar dikwijls wordt hij uit zijn slaap gewekt. Hindenburg rust op de meest vel schillende tijden uit. Het gebeurt niet zelden, dar. hij den heelen nacht waakt en overdag een paar uur gaat liggen Deze onregelmatige levenswijze schaadt echter den man niet. ofschoon hij diep in de zestig is. Hij is oergezond. Over de samenwerking van Hindenburg en Ludendorf mag ik niets positiefs meedeelen. Maar dit kan ik zeggen, dat de een zonder den ander niet denkbaar is en dat Hindenburg niet alleen een practicus, maar ook een enorm theoreticus is ui de militaire wetenschap. Het belangwekkendst aan hem is stellig zijn menschenkeunis. Hindenburg h<efc de gewoonte iemand niet recht in het gezicht te zien. HJj kjjkt hem van ter zijde aan, maar ik geloof, dat hij iemand maar éen keer behoeft gezien te hebben om, het karakter van dezeu persoon te doorgronden. Dit van ter z de aankijken is een gewoonte anders niet. Ik kan niet beweren, dat de groote man wantrouwend is. Hij is voorzichtig, maar zeer openhartig, niet hard. niet gesloten, niet onvrien delijk of onbeleefd. Van zijn wezen straalt rust en goedheid uit. Hij wordt verafgood door allen, die om hem zijn. Dit komt niet alleen doordat hij de groote man is met de schitterende succeseen, maar omdat, hij een goed, vriendelijk mensch is. Ik heb dezen man, die zooveel te doen heeft en op wien zoo groote verantwoordelijkheid rust, niet één seoonde zenuwachtig of ongeduldig gezien. En nog éen ding is bewonderenswaardig: hp vindt voor alles tijd. Om zich netjes aan te kleeden, op tijd aan tafel te verschijnen, zijn particuliere corres pondentie vlug af te doen, model te zitten voor een schilder en tallooze andere dingen. Ik heb in mijn lang leven maar éen man gekend, die ook, hoe druk hij het had, overal tijd voor vond, den beroemden medicus Virchow. Natuurlijk is met Hindenburg niet te spotten. Wanneer iets niet naar zijn zin gedaan is, wanneer zijn bevelen niet ten uitvoer gebracht zijn, dan kan hij verschrikkelijk opspelen, met zijn diepen bas. Maar zoo'n onweer drijft spoedig voorbij. Zijn oogen zijn blauw, niet hard, maar zeer klein en diepliggend. Wenkbrauwen heeft hij bijna niet. De photo's,'die van hem in den handel zijn, geven zijn gezichtsuitdrukking niet goed weer. Zij zijn nog van vroegere tijden. Hij is buitengewoon eenvoudig. Hij legt geen beslag op de vele bedienden, die té zijner beschik king zijn en hij" eet buitengewoon eenvoudig. Meestal wordt er slechts vleesch met groente op gediend. Vleesch en groente in één pot gekookt. Opdat men niet met honger van tafel zal opstaan, wordt er dan nog dessert gegeven, bestaande uit een zeer goedkoopo soort kaas. Aan tafel wordt bier gedronken of een lichte wijn. Afwisseling is er niet. Van de zes keer komt er vijf maal het zelfde vleesch en dezelfde groente op tafel. Een uitzondering wordt alleen gemaakt, zoodra vorste lijke personen te gast zijn. In zooverre dat dan een glas champagne geschonken wordt. De Vredesvooruilzichlen. Er wordt den jongsten tijd meer in do pers toegelaten dan de cencuur nog eenigen tijd geleden voor raadzaam achtte, zoo meldt de correspondent van De Tijd te Keulen. Alleen de provinciale pers geeft zich nog over aan de bekende uitingen van haat tegen Engeland. In conservatieve kringen moedigt men veeleer een verzoenende stemming jegens Engeland aan, daar het toch vroeg of laat met dac land tot een vrede moet komen, die ge bruikt zal worden om Rusland in toom te houden Aan het bezet houden van België na den oorlog wordt in %geen bevoegde kringen ernstig gedacht, al wacht men zich zorgvuldig, deze gedachte uit te spreken. Eer wij echter enkele weken verder zijn, kan men op dit punt verrassende mededee lingon tegemoet zien. Het schijnt, dat men zich eerst thans ernstig rekening begint te geven van de houding, welke Duitschland van den beginne af heeft aangenomen, en waarop het telkens den nadruk heeft gelegdHet Duitsche Rijk ondernam den hem opgedrongen oorlog niet uit veroverings zucht doch slee' ts uit afweer en ter bescherming van zijn nationaal bestaan. Zoodra dit bestaan aan het Duitsche Rijk en zijn koloniën duurzaam wordt gewaarborgd, kan het oorlogsdoel als bereikt wor den beschouwd. In verband met de bovenstaande mededeelingen haalt het blad de volgende uitlatingen van de Kreuzztg. aan Er zijn invloeden aan het werk, die het Duitsche volk een verzoening aanbevelen op den grondslag, dat onze hoofdtegenstauder, Engeland, zijn krijgs- doel als bereikt kan beschouwen. De Vorwarts, die het bericht overnam, zou er zich over verheugen, indien inderdaad invloeden voor een ve zoening met Engeland aan het werk zijn, en voegde er aan toe „Men kan er zich ten stelligste van overtuigd houden, dat de breede van het Duitsche volk het hiermede eens Oost- zijn. BIJ ONZE NABUREN. Een correspondent -van het Hdbld. aan grens schrijft: 1 De goheelo wolvoorraad, welke in Duitschland aan wezig-is, d.w.z. alle wol, die sedert 1 October 1914 is geschoren of nog geschoren moet worden, onver schillig of deze zich nog op, de schapen, bij de eige naars de zer dieren of in opslagplaatsen bevindt, is thans op last der generale opperbevelhebbers In be slag genomen. Den 12en April jl. heeft het mini sterie vau oorlog de bestemming dezer wol aange wezen. Het verbod vau wederverkoop dor in beslag genomen wol is in zooverre gewijzigd, dat zij thans wel aan leveranciers voor het leger mag verkocht worden,.maar ook aan dezen alleen. Vóór 1 Augus tus a.s. moet de geheele wolvoorraad 1914-15 in Duitschland in eigendom aan d,e fabrikanten, die wol len goederen voor hot leger fabriceereu, -zijn over gegaan. Het dragen van wollen kousen e.d. dpor de burgerlijke bevolking zal dus wel spoedig tot de vro me wensdien lehooren. 'Knoeierijen in den wol- handel zijn nu ook buitengesloten. 't Is hier nog niet zoozeer de duurte als wel de schaarschte aan het eerste voedingsmiddel, het brood, dat de burger- en miridergegoede bevolking drukt. Trouwens, welk artikel gaat bij onze buren met in prijs stijgen! Thans hebben weer alle-aange sloten vereenigingen van den Rijn-Westfaalsche Bandijzer- fielterij Bond c.s. bepaald, dat de prij zen van bandijzer mei 10 mark per ton worden ver hoogd en- gebrucht op 150 mark per ton, inguande 15 April; voor fijne blikwaren stijgt do prijs met 15 mark per ton. AJies een gevolg van do steeds duur der wordende werkkrachten, zeggen de directies. De oorlogstijd is dus zeer -zeker een dure tijd. Daarom weg met overtollige weelde. Dat -denken zeer zeker ook de spoorwegdirecties, daar ze de afzonderlijke hondencompartimenten -in de treinen hebben afgeschaft. Het geld voor dergelijke luxe kan immers voor betere doeleinden-besteed worden! BRIEVEN LIT DUITSCHLAND. 'Uil LONDEN, 19 April, in b.ieven, op Duitsche soi dalen gevonden en officieel gepubliceerd, wordt een somber tafereel opgehangen van den toestand. In een brief uit Neuthalen in Posen wordt gezegd „Gij vraagt het adres van B. Hij was in het hospitaal, ma ar is'hhif genezen weder naar het front gezonden. Ziji. arm is nog gezwollen en hij kan hem niet gebruiken; er moet wel groot gebrek aan manschappen zijn, dat zij iemand in dien toestand terugzenden. Dit geval staat niet op zichzelf. Ik ken iemand, die gewond was en naar het front teruggezonden werd, toen hij nog nauwelijks kon loopen. De druk van den oorlog wordt hoe langer hoe sterker. De arme bakkers zijn er liet ergst aan toe. Het oorlogs brood moet 48 uren oud zijn; de bakkers mogen slecht een bepaalde hoeveelheid verkoopen en alleen bakken op vastgestelde uren cn in -het geheel 'niet 's nachts. Alet de koffiehuishouders staat het al even slecht. De levensmiddelen worden met den dag duurder en er zal weldra geen vleesch en spek meer zijn. Het i- te hopen, dat er spoedig een einde aan den oorlog komt' Het volgende is een uittreksel van een brief uit Beie ren: Ik geloof, dat onze gelukkigste dagen voorbij zijn nu is er overal verdriet en ellende. Ach, als de langverwachte vrede toch maar kwam! Wij beginnen thans den nijpenden druk van den oor log te gevoelen. Jé zult zeker wel gehoord hebben, dat die vervloekte Engelschen ons willen uilhongeren en al ons graan is opgeschreven. Men zegt, dat er sleohts voldoende is voor een half pond brood per dag en per persoon. Dat is niet veel, maafr wij moeten het er mede doen". Er is een groot verschil tusschen den toon van bo venstaande b'ncven en die van een vroegeren datum. IN OOSTENRIJK. Uit PARIJS, 19 Apjril. Uit Weenen wordt aan de „Cor- riere della Sera" bericht, dat er ten gevolge van de duurie der levensmiddelen groote misnoegdheid heecscht in alle deelen van het tijk. Volgens berichten uit Bohemen is ook daar de toe stand ernstig. Te Leitmeritz vernielde een menigte 100 wagens, geladen met meel, dat bestemd was voor de militaire autoriteiten. Volgens telegrammen, ontvangen door de „Giornale d'Italia" heeft net vertrek van de manschappen, bchoo- rende tot d,e lichtingen 1895 en 1896, le Trente, aan leiding 5gegeven tot betoogingen. De menigte trachtte 't station Vailligoyas binnen to dringen. De officieren waren genoodzaakt hen met de revolver in de vuist tegen te houden. Te Triest is de economische toestand zeer onrustba rend; de prijs van het meel is 3 fres. per K.G. ST. ItUREADCRATIUS. De „Koln. Ztg." meldt: 'n Groot deel der dikke, wollen onderkleéding, die de Duitsche troepen in den winter hebben gedragen, wordt nu in de warmere dagen overbodig. Het is begrijpelijk, dat die nu naar Duitschland wordt gezonden, om gewas- schen, gereinigd, hersteld en voor mogelijk gebruik op nieuw in gereedheid 'te worden gebracht. Nu doet zich echter het zonderlinge verschijnsel voor. dat de families van de in het Westen staande soldaten voor die zendingen, wijl zij uit het buitenland komen, douanerechten, invoerrechten moeten betalen. Dat is niet in een enkel geval bij vergissing gebeurd, maar schijnt als regel te worden toegepast. Het is niet alleen dwaashem - maar in strijd met het Bondsraadbesluit van 14 Augustus 1914. waarbij voor zendingen aan de Duitsche troepen in het vijandelijk land vrijdom van rechten werd toegestaan;; natuurlijk is dit ook van toepassing op zendingen, die door de Duit sche soldaten aan hunne verwanten fn Duitschland worden gestuurd. NOG MEER SOLDATEN. Weenen, 17 April. (Officieel.) In een heden uitge geven communiqué wordt gezegd: „Do ons opgedron gen strijd tegen vijanden niet een veel talrijker be volking noopt -ons alle krachten in te spannen om den oorlog, zoo moedig, nog geruimen tijd. tot aan het eindelijk succes te kunnen volhouden. Deze over tuiging wordt gelukkig gedeeld door alle volken der monarchie, -die zonder aarzelen onder de vanen zijn gesneld en in, in de geschiedenis haast voorbeelde- looze, veldslagen, bijna bovenmenschelijke daden verrichtten en daardoor de hewonderinlc en de ach ting van de geheele wereld hebben afgedwongen. Teneinde een verdere aanvulling van het leger te verzekeren, is.een-tijdelijkeuitbreiding van den landstormplciht, waarin wij bij de andere -volken van Europa verre ten achterstaan, benevens wijzi ging der bepalingen -motrent het geburik van den landstorn} noodig. Daarom is in uitzicht genomen om op het -voor beeld van andere staten te bepalen, dat de land stormplicht in het vervolg na het 18de levensjaar begint en tot het 50ste duurt. De eerste oproe ping zal gelden voor alle mannen tot den-42-jarigen leeftijd, terwijl de mogelijkheid zal worden openge laten om ook de anderen, in zeer bijzondere uitzon deringsgevallen, op te roepen ter -aanvulling -Van leger en landweer. De instelling dezer nieuwe landweer wil echter niet zeggen, dat, alle -categorieën dadelijk of zelfs in den eerstén tijd voor den-landstorm zullen wor den opgeroepen." 1 DIXMU1DEN. Ludwig Gangbofer schrijft in bet Hamburger Fremdonblatt over het verwoeste Dixmuidcn o.a.: Het is niet mogelijk een beschrijving te geven hoe deze verwoeste stad er uit ziet. 'Ik wil daar toe dan ook geen 'poging doen. In de puinhoopenstraat, die -naar ;het raadhuis voert, kunnen geen menschen meer boven den grond wonen. De laatste inwoner van Dixmuiden is reeds lang gevlucht. Onze reserves, die hier moeten blij ven. huizen in de gewelfde kelders. En om in deze duisternis wat licht te hebben, haalden de soldaten uit de verwoeste huizen de nog niet gebroken-spie gels, alle glimmende stukken blik en gepolijst hout en maakten deze in schuine richting vast voor de keldergaten, waar zij nu-als-reflectoren van x licht dienst doen. De puinhoopenstraat is leeg. Af en toe ziet men een Duitschen soldaat uit een keldergat kruipen en in een ander verdwijnen. Ik korn aan een ruïne, die in October nog een prachtig gothisch stadhuis was. Wat er nu nog-van staat, kan ik niet zeggen, zoo onzinnig ziet het er uit. 'In het houten geraamte, dat er van het dak nog over gebleven-is, steekt nog een slank, sierlijk torentje, met den voet naar boven, de punt naar beneden. En niet ver daarvan-is een raadsel van de mechanica te aanschouwen. Een groote granaat van honderden ponden, die een balk van bet dak ver nielde zonder le ontploffen, is langs het 'dak gerold on dwars over een plank, niet-dikker danken vuist, in evenwicht blijven liggen. Trillen de muren ten- gevolgo van een ontploffing, dan schommelt de gra naat wat heen en weer en zweeft dan weer kalm in do lucht. Over het -marktplein loopt een verlaten loopgraaf met een muur van straatsteenon. En -een puinhoop, dio vroeger een mooi huis was, is veranderd ineen goweldigen krater van een Duitsche granaat. Ik had in Bruggo prentbriefkaarten -gekocht van Dixmuiden, zooals het vroeger was. En ik zit in een hoekje van het marktplein op een steenhoop en vergelijk de prenten van vroeger met het beeld van thans. Zij 'lijken op elkaar als een huis opeen graf, de dood op het leven. Waar is de prachtige gotische kerk? Is soms de krankzinnige ruine, die uitsteekt achter de puinhoopen van het raadhuis, deze kerk? Is -dat de prachtige kerk geweest? En terwijl ik zoo zit, stil en treurig, en steeds weer kijk naar het gruwelijke tooneel -van vernieling, hoor ik hoog in de lucht het knetterende geruisch - van een vliegmachine. Anders koek ik onmiddellijk in do lucht, zoodra ik dit geluid-hoorde. Maar wat maal ik nu om een vlieger? Steeds weec moet - ik kijken naar dit gruwelijke ding, dat eens oen kerk, eon raadhuis en een mooi plein was. Een officier zegt me, dat ik van deze plaats moet weggaan, daar de vlieger ons gezien -heeft. Even later zijn we in een anderen hoek. En achter ons, juist bij den steenhoop, waar we daareven zaten, kraakt en dondert het. En de steenhoop vliegt uit elkaar. Nu zijn wij in de loopgraven, bij den dijk van de Yser. De stelling is niet in den grond gegraven, d ch loopt over den beganen grond. Ze wordt te gen den vijand beschermd door steen en zandzak ken. Ze loopt door buizen en tuinen, door een to ren, over een brug, tdoor een kapel. Juist zoo-als het in de middeleeuwen was. Zoo moet het er in do zestiende eeuw uitgezien hebben bij de verde diging -van een stad of een burcht. Alleen de kloe- ren en de wapens zijn-nu een beetje anders. Ik kijk door een-schietspleet-van een stalen schild en zie het water van de Yser, waarin de blauwe lucht zich spiegelt, Ik zie de vijandelijke stelling, die slechts dertig meter van de onze ligt en die op dezelfde wijze gemaakt is uit steen en zandzakken. Uit de schietspleten steken de -stalen geweerloopen. Boven de vijandelijke borstwering steken de puin hoopen uit. ...Redert den morgen -zijn een paar honderd gra naten .op de puinhoopen van Dixmuiden gevallen. Zij hebben geen levend wezen kwaad gedaan. Zij wroet ten alleen een paar dooden uit hun graven. NIEUWE LICHTING. Gedurende de tweede helft van April zullen in Frankrijk de mannen van de -lichting -1889 (dus do manschappen, die in den loop van dit jaar 45 Jaar oud geworden zijn, of zullen worden) onder de wapenen worden geroepen, om de manschappen van de jongere lichtingen te vervangen voor de be waking van de verbindingslijnen. Gemengd Nieuws. DE TUBERCULOSE EN JDEN OORLOG. „Un prévoyant" waarschuwt in den „Figaro" voor een groot gevaar, dat bet -Fransche volk, naast de Duitsche kogels en bajonetten, bedreigt, nl. 'het met verdubbelde k racht voortwoekeren van de tuber- oulose, waartoe do tegenwoordige omstandigheden zoo veel gelegenheid bieden ten ge-volge van het samenbrengen van groote menschenmassa's, terwijl de bacillen een vruchtbaren bodem vinden, nu zoo- velen gebukt gaan onder moreel lijden, oververmoeid beid enz. Daarbij komt, dat sinds het uitbreken van den oorlog de geheele-strijd tegen de ziekte is stop gezet: thans had men 'een -anderen strijd te strij den. Onder het motto: de kogel van een tuberculose lijder is even doodelijk als van een gezonden man, werd alles voor den dienst goedgekeurd. De schrij ver in den „Figaro" wijst er op, dat het verstan diger zou zijn als 'volgt -te redeneeren: De tuber culoselijder is even moorddadig door .de kogels, welke hij afvuurt als door-het sputum,'dat hij ver spreidt. Alleen de kogels zijn voor den vijand bestemd, maar treffen niet altijd, terwijl hot spu tum gevaarlijk is voor de kameraden op chambree of loopgraaf on bijna immer-slachtoffers maakt. Met klem komt hij op tegen de gewoonte van de keuringsraden, om alle menschen, die kunnen loo pen en schieten, - aan te nemen, zonder te letten op den toestand van hun longen. Hij 'ziet daarin een groot gevaar, waarvan men de gevolgen zal onder vinden als straks het legor gedemobiliseerd wordt en degenen,'die-het Duitsche lood spaarde, naar hun haardsteden terugkeeren, besmet met de -vreese- lijke ziekte. OORLOGSKINDEREN. In Engeland doet zich ook het vraagstuk van oorlogskinderen -voor. In streken, waar veel troepen -.zijn ingekwartierd, zullen tal van ongehuwde meis jes eerlang moeder worden. Het parlementslid Ro nald McNeill, die een beweging op touw heeft ge zet, om deze aanstaande moeders en kinderen „scban de te besparen", noemt een geval van een district, waar meer dan 2000 zulke 'aanstaande -moeders zijn. Men moet dit als een oorlogsprobleem behandelen, meent bij, en hij heeft duizenden bireven van in stemming ontvangen. Hoe hij het vraagstuk wil op lossen, weet bij nog niet, doch hij'vertrouwt een wog to zullen vinden. EF.N APRILGRAP. De Engelsche ooggetuige •'vertelt van een April grap aan het front. Een Engelsch 'vlieger Het den eersten April van een groote hoogte een voetbal boven het vliegkamp van Rijssel vallen. De Duit- scliers, die dachten dat het een bom was, borgen zich inderhaast en kwamen niet vfeer te voorschijn, voor de gewaande bom na stoute sprongen gedaan te hebben, geheel tot rust was gekomen. Op den 'voetbal stond geschreven: „1 April Gotl strafe England". EEN NIEUW WOORD. De Duitsche taal zal na den 'oorlog een vreemd woord rijker zijn. De jongens uit deM arken zullen hot mee naar huis brengen uit het veld. En taal kundigen zullen er over peinzen hoe dit woord ont staan is en welke beteekenis het heeft, zonder het raadsel op te lossen, indien -zij althans het volgen de niet onder de oogen krijgen. „Naplüh"u is dit woord. Velen zeggên ook La- plüh. Wanneer men thans door de loopgraven wan delt, rust in de schuilplaatsen en kwartieren, dan hoort men telkens: Naplüh of Laplüh. Ook de beste kenner in Duitschland van de Fransche taal zal met dit woord geen raad welen. Geen lexicon maakt hem wijzer. En het is de vraag.fc of men op het goede spoor komt, zelfs wanneer ver raden wordt, dat dit woord het Duitsche -„neen of „niets" beduidt. 1 Dit Naplüh of Laplüh is een merkwaardige af korting en verhaspeling. OAls de Duitsche troepen in hot Westen hongerig en dorstig-de Fransche sle den en dorpen binnen trekken, de winkels en-hui zon bestormden, vragend om brood, spek, wijn en andero levensmiddelen, dan 'zeiden de Franscnen het hoofd schuddend: „II n'ynplusi. Zij zeiden het echter zoo snel en onduidelijk, dat dit Rnia- plüh in de ooren van de Duitsche soldaten klonk als een eenvoudig Naplüh of Laplüh. Dit alleen hoor den zij, maar zij hoorden het zoo dikwijls, dat net voor ben een gevleugeld woord werd. En 't schoot zoo vast bij ben wortel, dat het niet zal uitsterven,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 2