Algmti Nieuws- WOENSDAG 2 JUNI 1915. 58ste Jaargang. No. 5600. UitgeversTRAPMAN Co. FEUILLETON. DE HOFDAME. SCHAGËR COURANT. Dit blad versohijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9. ure wor den ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst. SCUAGEN, LAAN 0 5. - Inl. Teleph. No. 20. Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Losso nummers 6 cent A D V ERTEN TIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Uit en Voor de Pers. NEDERLAND S WANTROUWEN TEGEN DUITS Cl LAND. Prof. Steinmetz schrijft aan de Haagsche Nieu we Courant: Ook in ernstige bladen wordt in de laatsto dagen de vraag overwogen, wat Nederland moet -doen, zoo Duitschland de annexatie van België mocht procla- meeren tijdens dezen oorlog. Kalm en wel wordt be sproken, of N°derland het voorbeeld van Italië moet volgen en zich bij'de acht vijanden van Duitsch land voegen. (In dezen zin is dit punt óok bespro ken door den Hoef ijzercorrespondent van het Han- tfefebL) Onze verhouding tot Duitschland is zeer goed. het bedreig* ons in geen enkel opzicht, wij begeeren natuurlijk niet het kleinste stukje van Duitsch of Oostenrijksch gebied. Het behoeft nauwelijks ge zegd te worden. Als eenige grond wordt dan ook opgegeven de voorzorg. Wanneer Duitschland Bel gië annexeert of ook maar in den oorlog dit plan uitspreekt, zouden wij ons bedreigd moeten achten zoo wordt beweerd. Waarom? Het geval ligt voor Nederland geheel anders «dan voor België. Ik weet niet, zoomin als iemand anders, wat de Duitsche plannon ten opzichte van België zijn, maar ik meen erop te moeten wijzen, dat wat voor het eene land geldt bepaald niet voor het andere behoeft te gel den. Nederland grenst niet aan Frankrijk, is dus niet de aanval^poort van Frankrijk naar Duitsch land; het kan zich gemakkelijker verzetten tegen een poging om dezelfde rol voor Engeland te ver vullen. De bevolking is niet half-Fransch, zooals in België. De verhouding tot Duitschland wasaltijd uitnemend, het hangt -'maar van ons af die zoo te houden? Er is in Duitschland in d'o versdhillendo -'kring-en geen spoor van stemming tegen ónze onafhankelijk heid te bespeuren. Duitschland heeft-een zeer wer kelijk eigen1.»-lang bij het behoud daarvan, 't Bleek mij allerduidelijkst in -'Berlijn, dat men zich dit volkomen helder bewust is. Niemand wil ons eenig kwaad. Men ïr.oet dit in Nederland wel duidelijk weten. Nederland heeft dus van Duitschland niets te vreezen, hoe ook het lot van België moge zijn. Maar verder! Nod- riand heeft het 'grootste be lang bij Duilscbland's engestoordfen en toenemen- don bloei. Neder)and's vooruitgang in -de laatste dertig jaren staat toch zeker in allernauwst ver band met dien van Duitschland. Men vergete toch geen oogenblik, dat Nederland's achterland Duitsch land is.'Een verslagen en verarmd Duitschland wa re Nederlandss grootste ongeluk! Het be'ang van ons land eischt de voortzetting van de meest strikte neutraliteit. Roekeloos en on verantwoordelijk is alles, wat biermede in strijd is. Ons vrijwillig en zonder noodzaak in den oorlog storten inet onzen buurman, ware een daad van waanzin <>n misdaad! Het N'ederlandsche volk zorge er voor, dat geen vreemde inblazingen ons ten verderve leiden. Wij mogen ons niet laten gebrui ken S. R. STEINMETZ. Amsterdam, 31 Mei. Ingezonden Stukken. WIERINGFR KERMIS. Geachte Redactie. Voor de volgende regelen s.v.p. een weinig plaats ruimte in uw alom veel gelezen blad en wel naar aanleiding van het raadsverslag der gemeente-Wie- 28. „Het doet mij zoo goed, met je samen «te zijn, Frits! Kom dikwijls bij mij." „Maar alleen dan, wanneer je mij wegjaagt, als ik soms ongelegen kom!" „Dat zou je Diet kwalijk nemen?" i „Neen, mijn beste! Als men zelf schrijft, weet men, hoe onaangenaam "bet is om gestoord te wor den. En daarna de ellende, iemand -vriendelijk te hebben toegesproken, en die stil gekrenkt vertrekt. In zulke momenten is de beleefdste mensch erger dan een vijand." l' Ilse zette haar glas neer. Haar hand beefde. Haar blik kruiste schuw Hilmar's gezicht. De woorden van Meringer leken haar brutaal, want die raakten pijnlijk aan een geheime wonde. Plotseling greep Meringer Hilmar's -hand en druk te die krampachtig. „Jongen dikwijls krijg ik een heimwee, zeg ik je, naar lucht en vrijheid, heimwee naar den lieven ouden vader Rijn, aan wiens oevers ik zulke heerlijke droomen der jeugd heb gedroomd. Weet je, wat ik doe, als ik ai de ellende en het verdriet hier moede ben? -'Dan trek ik er uit! Ik houd het niet meer uit. Ik heb weldra vacantie van de redactie en vertrek dan, maar zeer ouderwets langs den Rijn wordt te voet gemar cheerd. Hij is wel is waar ook reeds 'door fabrie ken bezoedeld, ook he* mooie Rijndal, maar 's nachts als de maan opkomt, 'en boven de oude burchten en ruïnes aan den hemel staat, dan -komt de oude bekoring weer terug. Dan zit de, Lorêlei nog op haar rots, en de schipper rekt zijn hals uit om haar te hooren en'te zien. Ik zet mij in Assmannshausen vast* drink wijn en droom." „Ik ga met je meel" Hilmar's oogen straalden. „Goéd, ga mee! Uw vrouw zetten wij op -de Lo- releirots! Dat zal prachtig worden!'" „Mijn vrouw kan jammer genoeg geen inspannen de voetreizen ondernemen," wees Hilmar af. „Wij tweeën zullen echter zoo'n echte studenten-dichter- kunstenaars-boemelreis -maken, Frits. Dat zou de duivel halen, als wij met zijn beiden niet een stukje poëzie in ens Duitsche vaderland konden vinden!" „Wij zullen er in ieder geval naar zoeken. Mis schien zit het ergens in'een verborgen hoekje met gesloten oogen." ringen van 11. Vrijdag. Belangrijke punten waren er evenwel bijster wei nig. Bij 't lezen van het verslag constateerde ik tot mijn genoegen dat thans alle leden present waren, ook de heer S. G. Bakker. Na een afwezigheid van ongeveer ruim'een jaar zonder wettige reden of kennisgeving had de hoer Bakker zijn zetel -aan de groene tafel wederom in genomen. Dat hij een getrouw bezoeker 'der verga deringen moge blijven; is aller wensch. En nu ter zake. Aan de orde werd gesteld een voorstel van-B. en W. om met het oog op de omstandigheden (hier mee wordt zeker do Europeesche oorlog bedoeld) dit jaar de kermis niet te doen doorgaan. Tegelijkertijd zegt voorzitter, dat, ingeval de Raad besluit, dat voorstel aan te nemen, hij toch een paar nachten laat kermis houden, m.a.w. zal laten dan sen. Het voorstel van-B. eh W. werd druk bespro ken en met 9 tegen 2 stemmen aangenomen, 't Ver wonderde mij, dat nog zeven vrijzinnige heeren met de antirevolutionnaire leden Hermans en Boskcr vooi het voorstel stemden. Het allermeest verwonderde tnij da^ waar de voorzitter het voorstel van B. cn W- indiende, Z.EdvAchtb. er bijvoegde hij toch 2 h 3 bal-avoDden g af. Hoe rijmt men dit, de kermis niet te laten doorgaan en dan toch kermis in den vorm van 2 k 3 nachten dansen te houden. De fi- nanciéele omstandigheden zijn, zegt voorzitter, hier niet slecht en niet van dien aard, om niets te laten doen. W el 'n ietwat vreemde opvatting, geen kermis en dan toch kermis. Het besluit van hei niet laten doorgaan der kermis heeft hier algemeen verontwaai diging gewekt. De kermis, het jaarlijksehe volks feest, is voor Wieringens bevolking, vooral voor do jeugd, een groote attractie. Bijna in alle steden en dorpen, uitgezonderd die welke in staat van beleg zijn, gaat zij door en op ons eiland wordt zij plotse ling dit jaar uitgesteld. Waarom? Zeker omdat Wie- ringen haar bewoners, door haar geïsoleerde lig - ging, zooveel van de buitenwereld (den vasten-wal), met al haar schoons kan laten genieten. De kermis, welke hier zec-r druk is, omdat het voor velen de 8enigste iaarlijksche uitspanning is, wordt plotse ling verbroken. Verbroken voor hen, die van ca- roussel en zweefmolen houden, verbroken -voor hen die van bioscoop en schouwburg houden, verbroken voor hen die v.an caféochantant en luchtschommel houden, terwijl men toezegging doet aan danslus- tigen, dat zij 2 h 3 balavonden krijgen. De een dus niets en do ander alles. Beter hadde men-dan ge daan: gelijke monniken, gelijke kappen. Ook niet het financiëele voordeel, hetwelk een kermis met zich brengt den een te ontnemen en den ander -te geven. Geachte Redactie, ik hoop, dat door dit epistel tje B. en W. én de Raad tot andere gedachten zul len worden gebracht en zij hun besluit van 11. Vrij dag gaan intrekken en de Wieringers niet onthou den datgene waar zij reeds jaren zielsveel-van hou den, nl. „de kermis". Met dank'voor de plaatsing, Uw dw. Wieringen, 1 Juni 1915. VER1TAS. Binnenlandsch Nieuws. HOOGWOUD. In het laatst van Mei had er in deze gemeente een vee telling plaats, hetwelk geschiedde op last van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. Uit de felling blijkt, dat in deze gemeente aanwezig zijn 3163 stuks vee en wel: '31 springstlerep, 1802 mest- en kalfkoeien, 109 ander meslvee, 566 jongvee boven 1 jaar, 619 jongvee beneden 1 jaar; varkens i boven 6 weken 1509 en beneden 6 weken 295. Tn i deze gemeente zijn woonachtig 199 rundvee- en var- I keoshouders. 1 WIERINGEN. Maandagayond werd door het bestuur van Het Heemraadschap in 't lokaal van den heer 'H. C. i Engel te Hippolyutshoef publiek aanbesteed: i a. het lossen der grinitischepen *té Haukcs, pol- Ider Waard Nieuwland en Den Oever; laagste in- schrijvec de heer J. Doves voor f 0.54 per M.* b. hot vervoeren der grint (plm. 350 M.*) langs en j over de wegen, laagste inschrijver do heer C. Kroon voor f 0.696 per M." i Aar. de laagste inschrijvers -gegund R VAD VAN ZIJPE. I Vergadering op Dinsdag 1 Juni 1915, des morgens iten half.li uur. Afwezig de heer J. Raat Dz. Voor zitter de beer Jb. de Moor, secretaris de heer K. Slot Na opening der vergadering volgt de goedkeuring 1 der notulen. Is ingekomen een schrijven van den heer -Jb. de Moor, waarin hij ontslag neemt als lid van den Raad. Het verslag van het 'Algemeen Tehuis voor Mi- jlitairen te Hel oer zal circuleeren. Verschillende afschrijvingen van Hoofdelijken Om- I slag worcen toegestaan. Van den heer L. Doom, doodgraver te St. Maar- tenslrug, is een quitantie ingekomen van f 100, als tractenu-nt voor zijn tijdelijk opzichterschap over do werkzaamheden, aan de -begraafplaats aldaar. Voorzitter deelt mee, dat indertijd aan de begraaf- plaats te St. Maartensbrug hoornen moesten wor- 1 den gerooid. Dat werk ging niet direct zooals het behoorde. Ook het ophoogen der begraafplaats had kunnen geschieden zóó, dat werd-opgehoogd met al lerlei rommel, zoodat met het begraven van lijken daarvan onaangenaamheden he,t gevolg zouden zijn geweest. Opzichter De Leeuw achtte het dus noo- dig dat er een dagelijksch opzichter werd aange- steld en achtte men Doorn daar zeer geschikt voor. j Het 'geld dat de man nu vraagt, is door hem -daar 'wel aan verdiend. Hij heeft gedurende 16 weken het opzicht gehad. B. en W.' hadden dit den Raad eer der moeten vragen, maar dit is verzuimd. Deze uit gaaf wordt mei algemeeneu stemmen goedgekeurd. Verschillend? af- en overschrijvingen worden goed gekeurd, hetzelfde is het geval met een suppletoi- re begrooting dienst 1915. 1 De verordening regelende het geneeskundig toe zicht op de scholen, wordt volgens advies der Ge zondheidscommissie goedgekeurd. Tot onderwijzeres aan de school 'te Burgerbrug wordt met algemecnc stefmmen benoemd mejuf frouw Van Corkom, daar reeds tijdelijk werkzaam. De indiensttreding wordt bepaald op 1 Juli. Door deze benoeming is een tijdelijke leerkracht noodig en daarvoor had de heer Smit te St. Maartensbrug zich aanbevelen. Aan den distriots-schoolopziener was daaroyer advies gevraagd. 1 Aan de orde wordt gesteld de vraag, of de ker missen zullen doorgaan ja of neen. Voorzitter adviT seert om dc kermissen -te doen doorgaan. De toe stand is we1 even critiek als vorig jaar, -maar er is geen enkele reden om de kermissen niet te doen doorgaan, een voorstander. al3 spr. er van is, om het gewone leven zooveel mogelijk zijn gang te laten gaan. 't Is bovendien voor vele ingezetenen 'n bron van inkomsten. De heer 'Appel is het volkomen -met voorzitter eens. Veel schade breDgt het voor vele ingezetenen mee, als de kermis niet doorgaat. Word thier geen kërmi8 gehouden, dan gaan de jongelui naar -el ders en acht spr. het beter dat het geld in de ge meente wordt besteed. „Wanneer gaat hèfc er op los, Frits?" „Over acht dagen begint mijn vacantie." „Goed ik ga beslist mee! Ilse, jij wilt dan wel zoolang naar vader op Halbenidorf gaan, niet waar?" J „Dat weet ik nu nog niet." Haar oogen waren omfloerst. „Ik'ben moe ik wil thans graag weg." „De bowl is ook leeg," verklaarde Meringer met een diepe zucht. „Zouden wij hem -niet nog eens laten vullen?" sloeg Kilmar voor. „Neen neen, je vrouw wil weg." Hilmar zette een verdrietig gezicht* maar hing Ilse toch dadelijk den mantel om. Veel liever was hij echter bij Meringer blijven zitten, over vroe gere tijdeh gebabbeld en laat in den nacht met hem arm in arm door het Grunewald naar huis geslen terd.' „Ik kan je slechts vergeven dat je mij tot nu toe niet hebt opgezocht, als je in 'het vervolg her haaldelijk komt!" verklaarde hij. „Dat komt in orde dat wil zeggen, als me vrouw het toestaat en ik je werkelijk biet stoor." „Ik schrijf cp 't oogenblik niets." „Men moet zijn talent niet ten doode uitputten. Pauzen zijn Doodig voor het verzamelen van -stof. Let er op, vader Rijn zingt ons wat in de ooren." „Denk,je? Wij willen 't hopen. Kom overmorgen bij ons eten zes uur." „Graag. De dertigste is anders altijd een vasten dag voor mij. Tot den tienden leef ik royaal, van den tienden tot den twintigsten matig, en daarna wordt er gevast.... Merkwaardig hoe spoedig men daaraan gewend raakt! U ziet mij verbaasd aan, mevrouw! Ja, er is verschil tusschen dichters en dichters. Hilmar zag er altijd uit als een prins maar ik, lieve hemel!" „Waarom heb je mij dat nooit geschreven, Frits? Een oude korpsbroeder „Pompt a'leen bij zijn kleermaker! Vooruit, maak nu, datje naar huis komt. Mevrouw vallen de oogen haast toe. Overmorgen kom ik stellig." Hilmar schudde hem krachtig de hand.-Ilse's Man ke vingers raakten slechts vluchtig zijn uitgestrek te rechterhand aan. Frits Moringen zag de beide jeugdige gestalten lachend na, die op een in de nabijheid stilhoudend rijtuig toegingen. Daarop schudde hij een paar maal het hoofd, drukte den 'hoed vast op het voorhoofd en begon zijn eenzamen terugweg. Hilmar en Ilse reden, zonder een woord met elkaar te wisselen, naar hqis. In hun kamers hing een De heer Groot is ook voor kermis, maar wijst er op, dat, mocht de toestand verergeren, dat dan vroegtijdig genoeg de zaak wordt stop gezet. Algemeen is men voor het doorgaan der verschil lende kermissen. Aan de orde komt nu de bekende tarwokwestie met den heer Raat. Voorzitter zegt, dat de Raad de heeren Brak -en Hooij heeft benoemd om tc trachten met denbeer Raat in connectie te treden en vraagt naar den uit slag. De heer Hooij zegt, dat de heer Brak zich schrif telijk heeft gewend tot den heer Raat en een con ferentie heeft gevraagd inzake de tarwekwestie. De heer Raat heeft evenwel geantwoord van geen bemiddeling te willen weten en hiermee is. zegt de heer Hooij, de beslissing weer aan den 'Raad over gelaten. Voorzitter zegt nu betzelfde voorstel te doen en aan den Raad machtiging te vragen 'om den heer Raat een proces aan te doen. Do heer Francis is daar erg tegen. Het is, zegt spr„ een beroerde zaak, maar laten we maar geen proces gaan voeren. Dat brengt de zaak-op de lan ge baan en voor de gemeente veel kosten. Laat ons de zaak maar laten rukten. Voorzitter stelt voor om 'do vergadering enkele oogenhlikken te schorsen. Allen voor. Na heropening doet voorzitter nogmaals hek- zelfde voorstel. De heer Brak dient daarna de volgende motie in: De Raad der gemeente Zijpe, gehoord bet voorstel van - den Burgemeester, om met den heer J. Raat Dz., lid van den Gemeenteraad een proces aan te gaan. inzake de bekende tarwekwestie; overwegende dat het niet wenschelijk wordt ge - acht een pre ces aan te gaan met het oog op do eventuëele kusten voor de gemeente; spreekt a's zijn oordeel uit, dat de heer Raat zich in deze zaak tegenover den Burgemeester en de Ingezetenen der gemeente heeft gedragen op een wijze,- die rnet de plichten van een raadslid zeer ernstig in strijd zijn; betreurt ter zeerste de houding van genoemd raadslid en qsat over tot de orde van den dag. Deze motie iri stemming gebracht, wordt aangeno men met alleen de heeren de Wit. en voorzitter te gen. In ons bericht van gister stond abusievelijk vermeld, dat de heeren.Mann en De Wit tegen de motie stemden. Dit moest geweest zijn: de heeren De Moor en De Wit.) En hiermee, zegt voorzitter, is deze zaak dan afgeloopen. 1 Bij de rondvraag deelt de heer Kreijger-mee, dat de commissie in zake den schoolbouw te St. Maar tensbrug, gister een conferentie heeft gehad met den districtsschoolopziener, den heer Van Buijssen te Alkmaar. De commissie heeft een uur lang heel aardig met den heer Van Buijssen gepraat, maar deze bleef stijf op zijn stuk staan. Hij wenschte 't licht in de schoollokalen beslist van -den zuidoost- of zuidwestkant t° hebben. Hij heeft enkele teeke- keningen meegegeven, hoe hij de school gebouwd wenschte te zien. De commissie zal nu ter plaatse de zaak nog eens nagaan en dan in de volgende vergadering met voorstellen komen. De districts - schoolopziener drong op spoed aan. Het werd nu toch eens tijd, dat de Raad besliste. Er kwam dan werk in de gemeente en de. Raad behoefde zich niet voor te stelten, dat na de mobilisatie -de bouwma terialen gop^kooper zouden worden. Hij drong dus op spoed aan. Hierna sluiting. 1 RAAD VAN CAIAANTSOOG. Vergadering van den Raad der gemeente Callants- oog, gehouden op Maandag 1 Juni 1915, des namid- verstikkend zwoele lucht. Ilse rukte de ramen wild open. Met een plotse ling besluit draaide zich daarop naar Hilmar om. „Was dat ernst, dat je „Wat dan?" Hij bladerde in een paar tijdschrif ten, die hem'door de een of andere redactie onder kruisband waren toegezonden. „Dat idee van de Rijn-reis. bedoel ik met dien plotseling opgedoken -vriend. Waarom heb Je mij nooit iets van hem verteld?" „Lief kind, je verlangt toch niet, dat ik Je van iederen persoon zal vertellen, met wien ik in het leven in aanraking ben geweest niet waar?" „Als het maar een vluchtige kennismaking is, dan komt het mij indlerdaad absurd voor, dat je plotseling met elkaar op reis wilt gaan." „Absurd of niet ik heb er lust in. MeTinger is een oude korpsbroeder van mij, wien ik ongaarne uit het oog verloren had. Hij was te tactvol om mij op te zoeken." „Als hij dat bewezen heeft* door zich niet op te dringen, laat het dan daarbij. Hij past vermoede lijk in 't geheel niet bij je." 1 „Dat zal ik op reis wel merken. Het is voor mij hoogst noodzakelijk nu te vertrekken." „Hoe lang dan?" „Dat weet ik nog niet Ilse, plaag me er niet mee, om vandaag reeds precies te bepalen wanneer ik terugkeer, hoe lang de reis zal duren, of waar ik denk te vertoeven. Ik moet mij .vrij voelen vrfj zijn. Zie dat om Godswil, toch in!" „Dat wil zeggen, vrij van mij zijn?" Haar adem ging luid en vlug. 1 Hij antwoordde niet. 1 „Heb'je gehoord, wat ik je vroeg, Hilmar? Je wilt dus vrij van mij zijn?" „Ja, ik hoor wel, wat je zegt* JQsel" „Maar je antwoordt niet!" „Och, kind. laat dat tusschen ons toch onuitge sproken. Je kwelt je, dat zie ik en mij maak je haast krankzinnig." „Ik ik maak je haast krankzinnig?" »»Ja, jij je foltert mij met je verwijtende oogen, je eeuwig gekrenkte liefde. Ik kan niet meer, Ilse wees barmhartig en zie dat in!" „Wat kan je niet? Niet meer met mij samen leven?" „Een tijdlang niet. 'Laat mij dus vrij. Deze reis moet doorgaan!" 1 „Goed ik houd je niet terug!" Haar gebroken stem, haar doffe oogen spraken duidelijker dan alle verwijten hadden kunnen doen. r Hilmar wierp zich in een stoel. „Heer in den he mel! Ik wil een paar weken met een vriend op reis en daarover wordt een scène gemaakt, alsof ik van plan was het ongehoordste te doen. Het is waarachtig cm te vertwijfelen." Ilse ging zwijgend heen naar haah slaapkamer. Daar ging zij aan het venster zitten en staarde In do duisternis. De lantaarns wierpen van do straat af scherpe, witte vlekken in de -hoeken der kamer in het midden bleef het donker. Zij leunde met haar hoofd tegen de ruiten. „Als ik. maar iemand kende, die mij raad kon geven," snikte zij. „Ik ben zoo alleen, ik Tcan mijzelf niet helpen." 1 Een ongewoon warme en toch heftige wind raas de om de huizen Het licht dei- lantaarns vlamde nu eens hoog op en had dan 'weer moeite om niet eebeé1 uit te gaan. Ilse huiverde. Het troostelooze gevoel yan vol komen verlatenheid greep haar steïeds 'sterker aan. Ware hulp kan echter nooit van buiten, maar alleen van binnenuit komen. Dat wist zij nog niet. Zij zocht bij een ander tevergeefs, -wat ieder in zichzelf moet vinden HOOFDSTUK 15. Tl sc gewon ie ving aan Frits Meringer's herhaal delijk bezoek, w'anf zij zag, dat zijn bezoeken Hil mar goed deden. Zij voelde zich zelf ook vrijer in zijn tegenwoordigheid, zij behoefde dan niet gere geld op haar hoede te zijn, dat zij Hilmar 'onop zettelijk hinderde. Het dreunende, hartelijke la chen van Meringer, zijn zonnige, ongekunstelde op gewektheid, zijn gansche persoonlijkheid werkte in de steeds met electrciteit geladen atmosfeer van haar huis, verkwikkend. Haar kuisvrouwenhart verheugde zich over zijn gezonde eetlust. De eerbiedige bewondering waar mee bij haar dikwijls aanzag, was balsem voor haar gekrenkte ijdelheid, baai' gewond gevoel van eigenwaarde. Aan andere mannen beviel zij dus toch nog waarom Hilmar niet meer? Menigmaal kwam het haar voor, dat ook deze haar in Meringer's te genwoordigheid met andere oogen aanzag. In ieder geval stond het hem wel aan, dat zijn vriend zijn jonge vrouw bewonderde, alles wat zij zeide en deed prachtig -vond, zich over alle mooie dingen der kleine huishouding kinderlijk verheugde en zich zeer behagelijk bij hen gevoelde. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 1