was mi! Teun /n splect-oogem hcolemanf verdwenen. Ervoer in ide plaats was gekomen de doffe, onheelbare ■mart yaailegen geen kruiden zijn gewassen over 't verlies van wat de afgod was geweest van 'tdoor geld- en winzucht overhcerschte hart... MAITRE CORBEAU. Binnenlandsch Nieuws. DE ALKMAARSCHE KAASDRAGERS. In het Hdlbld. geeft -'de Alknmarsche correspon dent van dat blad in ©an uitvoerig artikel tal -van tmededeelingetn over die Alkmnarsch© kaasmarkt. Veel is daarbij wat ons NoordhoQlandérs welbe kend is, maar het volgende was voor ons en we gelooven ook voorvel© onzer lezers nieuw. De grootste aanvoer der kaas op d© markt te Alkmaar geschiedt Vrijdagsmorgens, wanneer bij het aanbreken van den dag van alle zijden delaruk- bouwers mot hun producten de stad binnentrekken. De, groole 'kaas komt later ter markt, aangezien uiet, het slaan van tienen de kooplieden met den handel der kleine kaas '"beginnen, terwijl de markt voor de groot/e kaas een uur later een -aanvang Dreint. Het z»tten of plaatsen der kaas geschiedt door de mannen, die den naam dragen van kaas- zetters of kaasjong^ns. Laatstgenoemde naam wordt vooral door 'de boeren gebezigd, die dikwijls -het raadsel opgeven, wolk soort volk altijd jongens blijven, ofschoon ze soens vader van een talrijk gezin zijn. Als dan niemand het antwoord weet, was het nuchter bescheid: „kaasjongens". Deze zetters staan onder controle van den marktmeester en heb ben allen een aanstelling van den president-waag- meester, waardoor zij aan de bestaande verorde ningen onderworpen zijn. De marktmeester zorgt, dat >r voldoende paden tusschen de stapels blij ven voor die kooplieden en'het plaatsen der berries voor het wegvoeren eter kaas. Het verwerken der kaas van de markt naar de schalen in bpt Waag gebouw en van-daar naar de schuiten, booten, pak huizen enz. geschiedt door de kaasdragers, 'een vast korps, door B. ©n W. van -Alkmaar aangesteld. Zij zijn verdeeld in vierveemen, genoemd naar de kleur waarbij zij zijn ingedeeld: groen, geel, rood en'blauv een indeeling reeds epuwen oud. -Elk veem bestaat uit zes dragters en e©n taschman. Laatstgenoemde is de oudste en moet de gewichten op de schalen zetten en het werkgeld van -den boer of verkooper ontvangen; dit geld bergt hij in een leeren taöch, gemerkt met de letters van het veem. Bij het be gin der markt krijgt hij een bedrag aan klein- of wisselgeld en als de markt afgeloopen is, stort hij het ontvangen geld, dat na aftrek van -het wissel geld onder het zevental van z^n veem wordt ge deeld. Hoe harder het personeel van één veem werkt* hoe meer zij de-elen; vandaar de oorzaak dat er zoo vlug wordt gewerkt, want behalve het gel delijk voorcteel, stelt elk veem er epn eer in meer verwerkt te hebben dan het andere. Dit vlugge werken geeft den vreemdeling dien ©igenajardig©n indruk van -do markt; om vlug zware vrachten -te kunnen dragen, is het bekendlo -sukkeldrafje of trippnlgang noodzakelijk. De typische Meeding -der kaasdragers is voorgeschreven; van af -de eerste markt in M©i tot de laatste-in October is ze wit en hun hoed draagt de kleur van 't veem, waartoe 'zij behooren en deze hoed is tevens -het bewijs dat zij „vast man" zijn, in tegenstelling met den „nood hulp", die Biet aai» een witte kteedij is gebon den" en een pet of muts draagt, waaraan een lintje is gehecht in de kleur van het veem, waar hij dien dag dienst doet. Een noodhulp wordt betaalid door den drager. Nimmer kan men „vapt-man" worden voordat men „noodhulp" is geweest. Dragers, die zipk -of door ouderdom ongeschikt zijn om nun werlc te doen, worden vervangen door een noodhulp. D"ze nood hulpen worden op'voordracht van den waagmeesfer door B. en W. van Alkmaar benoemd en krijgen daarvoor eene schriftelijke aanstelling. Wanneer 'n kaasdrager sterft, wordt de oudste noodhulp aan gesteld als vast man en treedt-in diens volle rech ten en neemt:zijn plaats in aan het veem. Hij stort een zeker bedrag m de kas, -waarbij ook "en som is, benoodigd voor de betaling van het zoogenaam de '„dooye bier" hetwelk geschonken zal wonden wanneer zo ook hem eenmaal aan dfen schoot der aarde hebben toevertrouwd. Dat „bieren" komt overigens ook nog'al dikwijls voor, omdat de nieu we drager en noodhulp ook bun biertje schenken, evenals wanneer een der geregeld de markt bezoe kende kooplieden of waagmeesters en beambten of dragers een huiselijk feest viert, b.v.: trouwen of een zilveren jubileum. Dan wordt-van uit de Ka mer der Kaasidragcrs'de driekleur gestoken, waarbij het Oud-HoTlandsche nteuwe haringkroontje niet wordt vergeten, in welk kroontje een zwart bordje prijkt, waarop 'het heugelijke feit met witte let ters is geschilderd. De. jubilaris schenkt daarbij als feestdronk-bier. Zoo'n bieravond draagit nog een geheel oud-Hod- landsch karakter; de kamer 'waar d<e foestgenooten elkaar ontmoeten kan -niet op 'n schoone stoffee ring bogen! Er staat alleep een houten tafel met dito banken benevens een kachel in den winter. Als de gasten op de bankten hebben plaats genomen worden door den knecht lange pijpen met tabak haar toestand verergeren, die den dood binnenhaal de. „God mijn God, kan dat waar zijn?" Een dof steunen kwö.m er over zijn lippen. Niét alleen de gruwelijke smart, dat hij haar zou verlie zen, verscheurde zijn hart dat drong nog niet in zijn volten omvang tot hem door maar berouw, ontzettend folterend'herouw kwelde hem, dat hij niet eerd<r wat voor haar gedaan hadl Zij klaagde nooit dat han hem op een dwaalspoor gebracht. Hij weel te ve°l door zijn werk in beslag geno men; hij had haar naast zich laten leven, van haar liefde zeker, zonder er op te letten, of dit ingespan nen leven, voor een gezonde vrouw wel uit te hou den, l aa^ zwakke gezondheid niet sohaadde! Nu was het te'laaten al verkooht hij de tarwe, die een rijken'oogst beloofde, nog zoo duur, wat hielp hem dat nu? Zij lag dan reeds stil en diep in het grafI Een tranenloos snikken 'schudde hem kt ampaohtig. Van buiten drong het sjilpen dier vogels, h et kwaken 'der kikvorschen en geurige hooilucht naar binnen. Aan den helderen avondhe mel stond de maansikkel. Hij deed het raam dicht, alles deed hem pijn, iedere geur, de welluidende natuurklanken door den prachtigen zomernacht deden zijn kwelling stij gen tot vertwijfeling. 1 Hij legde zijn armen op d© vensterbank en zijn hoofd daarop. Zoo bleef hij langen tijd zitten. Er werd geklopt. De verpleegster stond in dp deur. „Wilt u eyen komen het gaat zeer slecht." Hans JEtenning' sprong 'op. „Sterft ze Zelfs dit gevoellooze wpzen ontweek zijn blik. -De smart in zijn oogen was te ontzettend. „Lang zal 't wel niet meer duren," meende zij aarzelend. „Ik wept het niet zeker. Maar het -hart slaat erg zwak ©n de pols ongeregrfd." r „Ik kom dadelijk." ,HiJ ging naar zijn slaapka mer en hield e°n natten doek tegen zijn oogen. Zoo, nu rustig zijn, opdat zij hieta bemerkt. 't Was zeer warm In het ziekenvertrek, hoewdl de ramen geopend waren en een emmer met ijs op den vloer stond. 1 Sitta lag, door kussfens ondersteund hoog in het bed. Waarom zou men e^n strevende nog plagen door haar vlak te-, laten liggen? Aan iedere zijde van haar hoofd hingen cte glanzend zwarte haar vlechten. Haar handen plukten gedurig aan den deken, meestal lagen zij stil over elkaar. De trekken van het gezicht waren buitengewoon versoherpt. De rochelende mond stond half open. aangeboden, waarbij de vuurkomforen niet ontbre ken. Iedereen krijgt een langwerpig broodje, -goed geboterd en met Edammer kaas belegd, waarbij dan bter geschonken wordt uit ouwerwetsche tin nen flappen. In het voorportaal ligt de halve ton kaasdragers-bier, een bijzonder mengsel toebereid op eene wijzae zooals de geslachten het vóór hen hebben gedronken. Het is b.est „Holïandsch-brum" ©n heeft een ietwat zoe.tigen smaak; er 'wordt net zoolang gedronken totdat het vat leeg is. Zieken of ouden, die niet tegenwoordig zijn, wordten niet vergct.cn, daar de knecht to zorg°n heeft, dat hun ©en flap bier thuis wordt bezorgd. Aan het hoofd van het Waag-personeel staat het collego van Waagmeefeters, drie in getal, waarvan de oudste is President-Waagmeester. Aan hem moeten alle geschillen ter beslissing onderworpen worden, zoo hij het noodig acht in overleg met zijn collega's. Dit college is samengesteld op voor dracht van -B. ep W. door den Gemeenteraad en wordt na beë'edigd te zijn telkens voor 6 jaar be noemd. Hun is opgedragen 'het gewicht, na volgens waagreobt getart te zijn, duidelijk uit te spreken; zij geven voorts den koop©r epn bewijs in duplo, voorzien van de Alkmaarsch©Burg, waarop het ge wicht in cijfers duidelijk wordt vermeld. Bij het ontvangenvan dit bewijs betaalt de verkooper aan den taschman het werkgeld 10 'ct. per 100 KG. cn begeeft 2ich naar den vertegenwoordiger van den Gemeente-ontvanger en betaalt aldaar waagrechten a 60 ct. per 100 KG., waarvan hij een 'kaartje als reiju krijgt. De dragers ontvangen 5% van de 100 KG. van de Gemeente. De marktprijs wordt berekend 'h 50 KG., bijv. wanneer aangegeven is dat do markt is f 25, dan ie dit voor 50 KG. of lOCDoude ponden. De waagmees ters zijn verantwoordelijk voor het gewicht door ben uitgesproken; d© drager9 hebben te zorgen, dat de kaas aan het goedh adres komt. Breekt of beschadigd er een tijdens dat ze aan hen zijn 'toe vertrouwd, dan moet h©t veem ze vergoeden, even zoo als er ©en verkeerd bezorgd wordt. Wanneer ©r klachten komen dat er één'kaas weg is, wordt deze gewoonlijk niet gevonden, doch 'n heele stapiel komt altijd terecht! aldus 'besloot onze zegsman zijn belangwekkende bijzonderheden. ANNA PAULOWNA. Woensdag 30 Juni vierden do schooolkinderen der drie scholen alhier hun schoolfeest. Een 77-taJ ging per spoor naar Zaandam en vandaar pier salonboot nidr Amsterdam. ..Een klein buitje regen op do wandeling haar de aanlegplaats der boot en verder prachtig weer. Wel goot het int den hemel, maar dat was op een ti|d, toen de kinderen zich te goed deden aan een heer lijk maal in Krasnapolsky. Wat genoten die kinderen in Arlisl Wat hadden ze een pret om de kluchten, san dien leuken aap! Verwerkte het werk met den leeuw ssat angst, verbazing las men in de oogen der kin deren, toen de oppasser met de nijlpaarden en oli fanten aan den gang was, en 'vroolijkhoid heersckte rondom den vijver, waarin de Zeeleeuwen huisden toen deze worden gevoederd. Ook het Aquarium werd bezocht ion er was tijfd, om 'alles rustig -te bezien. Door liet voederen beginnen de kinderen toch 'te gelood- ven, dat zeerozon dieren waren. In het museum kwam men oogen te kort, Wat was daar veel te zien! Gezel lig in cüe schaduw romd de muziektent gezeten, luiste rend naar do mooie tooneu, wachtte men de tram af en weldra bracht deze het gezelschap naar Kras napolsky. Honger was er en voorraad in overvloed I Na het maai deed eene wandeling naar -het panopr tieum allen goed en ook daar werd onder geleide van éón der bedienden, die van alles de noodige oxplica- tie gaf, veel genoten, Toon torug naar den trein, doch onderweg in de bazar cn in den kookwinkel eerst do parl'cmonnuie geleegd. Van verveling of slapen in den brein geen, sprake en te ongeveer 11% uur kwannen allen weder fn opgewekten tocsiaud in den polder aan. Circa 445 kinderen namen deel aan een tocht naar Uorgcn. Droog kwam men inde boot, maar tijdens de vaart regende het voortdureud. De uitdccling van meik, krentenbrood, korstjes etn eierkoeken onderhield echter een goede stemming. Toen inen !e Koedijk aankwam, moest met het oog op den regen <JU over lading van boot op tram snel geschieden en men besloot, miet naar Bergen aan Zee te gaan. teder be zocht men daarvoor in 'de plaats hei hoogo duin, bij het 'hotel „Duim ver maak" gelegen, in den tuin waar van, die dag werd (doorgebracht. Ook dit feest slaagde ver der maar wemscih, daar de regen wegbleef. Wat genoten de kinderen in dal hooge duin! En er was al den tijd voor. Natuurlijk werd ook daar zoo nu en dato do inwendige monxch versterkt met oen broodje met vleesch, limonade enz. Op de heen- zoo wel als op de terugreis bewees de muziek uitstekende diensten. Onvermoeid werd er geblazen. De lui ver dienen een, pluimpje, hoor! Te ongeveer 7Va uur kwam de boot weder te „West-Einde" en weR bleek de grootc belangstelling dei1 ingezetenen in dit jaarlijks terug- kccreiid feest, wamt liet was zwart van menschen toon per rijtuig of vlet de feestvierenden huiswaarts keer den. Daar het aantal kinderen, dat,naar Amsterdam ghlt, steeds grootor en grooter wordt mogen de ingezetenen hier wei aan denken, als hun een inteekenlijst gestuurd wondt. Een.'duurder feest en minder inkomsten slui- en niet best. Zonder eenig ongeval is het feest weder voorbijge gaan en door allen naar hartelust genoten. Somtijds snakte zij pijnlijk naar lucht, dan klem den de magere wasbleek© vingers zich in elkander. In haar wijd geopende 'oogen lag een gespannen luisterende, argwanende uitdrukking. Zij zag afwis selend naar haar moeder en naar Hildie. Sitta's gehoor, door innerlijken doodsangst ge scherpt, hoorde alles. Het zachtste fluisteren Ver stond zij. Maar zij wildb. niet sterven* Waarom dan steryen nu reeds I.... Een zwak, klagend geluid kwam er 'over haar lippen. Mevrouw Van Hoogtendal 'wierp zich over haar heen. „Sitta, mijn Sitta mijn engel I"1 De stervend© maakte een onwillig afwerende be weging. Hoe kon de smart der moeder haar thans helpen? 1 Mevrouw Van Hoogenüal brak in een luid weenen uit. ,JZij kent mij niet meer Sitta, Sitta, zie mij aan!" Woer diezelfde matte, afwierendé beweging. Me vrouw Van Hoogendal snikte krampachtig, fluisterde zij t egen de verpleegster,-die onmiddel lijk opstond. Daarop legde zij haar arm ondpr £it- dellijk verhief. Daarop 1'egde-zij haar arm onder Sit ta's hoofdkussen. „6ifta, ik zal voor je kind zorgen en het behoeden alsof gij het zelf deëdt," zeide -zij met bewogen stem. Sitta zag haar in het gezicht. Maar er lag geen dank, geen verzoek in de donkere, angstige oogen eerder bitterheid, ja haait. Hilde liet hot kussen zaohtjes neerzakken. Haar handen beefden'zij trad in net donker terug. Zij, hoorde Hans Henning'naderen. Zou Sitta tenminste voor hem geen laatste woord, geen liefdevollen-blik •vrinden? Hans Henning trok ©en stoel naar zich toe. Hij weende uiet, ook 'zijn stem klonk rustig, toen hij Sitta ©en paar liefdeswoorden toefluisterde. •Nie mand kon het merken, of zij hem nog verstond. Het trilde om haar mond alsof zij wild© we enen. Haar oogen zagen oyer hem heen als in de verte, maar zij hoorde allés. Het gehoor'stérft het laatste. Als alle ander© organen reeds versagen, functionneert het gehoor 'nog m©it bovennatuurlijk© scherpte. Sitta hoorde duidelijk het zachte wgenen harer moeder'en schoonzuster, de woorden van Hans Hen ning, het gelijkmatig© ademen der verpleegster, ja het tikken van het groot© horloge, dat de -persoon voor den dag haald©, om te zien, wanneer de ster vende den laatsten ademtocht zou doen. Zij voelde eohter geen smart bij de gedaohte al (Onzen correspondent te Anna Paulowna wordt ver zocht ons dc berichten wat vroeger toe te zenden). SPEKETERPOLDER. Benoemd tot üd van het bestuur van den Spek- eterpolder, dé heer H. Houtman alhier. EEN MILITIE VOOR JAVA. Zooals niet-officiëel verluid heeft, .'wordt er aan d© departementen gewerkt aan de instelling voor een militie voor Indië, schrijft De Locomotief. Dat gaat ondier'de instemtming van ieder, di© 'meent, dat Indië zichzelf moet leeren verdedigen! 'en die be grijpt, dat van Nederland geen hulp mag worden verwacht als Indië zich zelf niet wil •helpen. Het blad meent, dat het plan is de militie in -te voeren voor all© Nederlandera en voor de inlanüfcrs, die een eerste klas school hebb©n doorloopen. Dit laatste is dan gedaan, omdat men slechts dezin landers, di© Nederlanldsch spreken en die wat'heb ben geleerd, op gelijkten vo©t -in de kazernen kan behandelen als de 'EuropeJescbe miliciens. Alle jongelui, die'van ©en tweede klas school'ko- men ook in te lijven, zooals van inlandsche zijde werd aanbevolen, wordt te'voorbarig geacht en zou bezwaren geven 'yoor da gelijke behandeling van alle miliciens, de ontwikkeling zou daarvoor te verschillend zijn. D© roilitio zou een jaar onder de wapenen kun nen blijven en daarna nog e©nige malen voor her halingsoefening worden opgeroepen. Men kan op deze wijze wellicht duizënd Europeanen en duizend inlanders als milicien'krijgen per laar, zoodiat met alle lichtingen gerekefjd kan worden op ©en -ver sterking van het leger met 'een veertien duizend man na zeven jaren -1 Deschutterij zal dan natuurlijk niet behoevente biijven wat ze is, maar kunnen worden veranJdérd in een landstorm of iets 'van dien aard. Van d©n dienst 'zullen natuurlijk vrijgesteld zijn dr inland sche aanstaande bestuursambtenaren en de aan staande en al functionneerendJe artsen, die slechts bij 'den gpneeskundigen dienst zouden kunnen wor den geroppen. EEN KLOEKE ZWEMSTER. De afstand van SohiMdam naar Maassluis, welke een 'stoomboot In den tijd van 1 uur 10 minuten aflegt, is thans zwemmende 'gedaan door mej. Jo- hanna van Wieringpn, te Schiedam, in den tijd •'van 2 uur 25 minuten. Dez© kloek© zwemster is 10 jaar oud ©n 2e zwemmeesteres aan do Gemeente lijke Zwemschool aldaar. N. v. d. D. VARKENS EN VARKENSVLEESCH. Door bemiddeling van'het Rijks Genteaal Bureau tot regeling van den afzjet van varkens en varkens- vleesch t© 'a-Gravenhago werden in de -week van l i tot 19 Juni geleverd aan 32 afdeelingen van (ten Ned.'Slagershond 4057 varkens en aan -123 gemeen ten 2886 stuks, te zamen-7543 stuks; in de week van 21 tot 26 Juni aan 33 afdeelingen van den -Nederl. Slagershond 4821 stuks ©n aan -148 gemeenten 3487 stuks, te zamen 8308'stuks; terWijl in do week van 28 Juni to.t 3 Juli geleverd zullen worden aan 30 afdeelingen 4959 stuks -en aan 191 gemeenten 4107 stuks, te zamen 9000 stuks. In hipt •'geheel dus 24917 varkens. Met de vorig© -'opgaaf, loopende tot 12 Juni en een bedrag aanwijzende van 28.957 stuks, maakt 'dit een totaal van, 53.874 stuks. Als gemid deld slachtgewicht aannemende 115 KG., komt men tot een hoeveelheid van -'8.195.510 KG. varkens - vleesch, die door het Rijks Centraal Bureau sinds de week van 20 April tot 1 Mei gedistribueerd iB tegen ©en prijs, welke ongeveer *25 cent beneden den marktprijs ia. Gemengd Nieuws. KUNSTMATIGE LEDEMATEN. De correspondent van de Nieuwe Rotlordainscho Cou rant le Berlijn, heell een reis gemaakt naar Konings bergen en behalve vele andere dingen vertelt hij: van zijn bezoek aan het orthopaedisch instituut van pref Hoeftmann. Hij schrijft: Wij zagen ook den oorlog van een anderen kanL, niet in voorbereiding, maar zooals hij mannen terug kan "sturen. Het was in een inrichting die bezig is in en ook buiten Duitschland bekend te worden. Wiji .bezóchten n.1. pref. Iloeltmainn in zijn orthopae disch instituut, waair hiji do arme verminkten door kunstmatige ledematen in staat stelt als normale men sehen verder te leven. Hij vertoonde ons velen van zijn patiënten, en hot is waarlijk merkwaardig, wat hij met hen had bereikt. Eenige jonge mannen wier boen hal verwege de dij was afgezet, liepen zoo vlug en veer krachtig, en daarbij met cca zoo weinig merkbare trekking van het kunstmatige lichaamsdeel, dat men bij een toevallig© ontmoeting niets bijzondei-s bij hen zou hebben opgemerkt. Een soldaat, die eerst twee dagen geleden zijn kunstbeen gekregen had, kon zich daarep reals zeer vlug, zonder stok, voortbewegen. De pro fessor vertelde ons een kleine kunstgreep, die hij1 toe past bij bet eerste onderricht in. het loopen aan zijn patiënten. He! komt er vooral op aam dal zij onmid dellijk vertrouwen krijgen in hun eigen bewegelijkheid. Dat kan men hun niet beter geven, din door ben het eerst aan het trappcmklimmen te zetten. Hot is gemak kelijk, maai- het geeft den paücnt direct een hoog denkbeeld van "^iju kunnen. Men moet echter oppas sen, niet met het trappen afdalen te beginnen. Dat de haren te verlaten in 't geheel niet. -Ook aan haar kleine kind dacht zij zonder moederlijke zorg. Zij voelde slechts een doften, onböwusten tegenzin tegen iedereen, die mochten leven, zouden loven ter wijl zij moest stervetn. Tegen haar moeder, die haar nooit werkelijk moederlijk behandeld had, te gen haar man, omdat hij niet eerder -had bemerkt, dat zij zwaar ziek was, Üegen Hildie, die haar kina had weggenomen! Beelden uit vroegere tijdan gin gen haar voorbij: Glückstadtl 'Zij danste mpt den erfprins nu stond zij bij hem -in het dennen bosch de zon brandde hij had haar niet meer lief. Maar ook dat deed geen pijn het was haar onverschillig. Schreide daar haar kind? Haar klei ne kind? Maar ook dat hinderde haar niet. Zij zonk door het bed heen "waarheen? Of zweefde ze? Wat schril snikte moeder en-Hans Henning bad: „Onze Vader dié intoen brak zijn-stern. Slechts nog e.en dof suizen zong in baar oor. Was dat'de wind?... Nu eens dicht bij, dan verder af steeds zachter'als harptonen nog zachter Hans Henning boog zich diep \)Yer het bed. Het rochelen verstomde, d© adem ging heel zwak, -alsof een snaar uitklinkt. Hilde voerde mevrouw Van Hoogendal half met geweld de kaaner uit. i Hans Henning legde zacht zijn hand op. d© gebro ken oog©n der dood©. HOOFDSTUK 20. K D© begrafenis was afgeloopen en de genoodigden naar alle richtingen ver troldien. De oude he©r Von Krochert klopte aan'de deur d°r kamer van zijn neef. Zij was gesloten. „Doe opT., Hans Henning," verzocht hij. Geen antwoord. r „Doe asjeblieft open, ik moet je spreken." Eindelijk naderden zware schreden tot do 'deur. D© grendel werd afgeschoven. De oude man zag verschrikt in het vervallen gezicht van zijn ne,ef. „Hans Henning draag het als een'man I" smeekte hij. „Je mag niet ten onder gaan. Denk aan -'je kleinen zoojl" Hij trad kamer binnen en sloot de deur ach ter zich. 11 „Ik denk aan het kind!" zeide Hans -Hennmg. „Als ik dat niet deed, dan geloof ik, dat ik 'mij epn kogel door het hoofd goschoten." „Hans Henning!" De oude Krochert schudde den heeft juist de tegenovergestelde uitwerking, omdat de beginneling duizelig erdoor wordt cu allo zelfvertrou wen veiUcst. Na de kunstbeenen kwamen de kunstarmen aan do beurt Ieder weet, dat op dit gebied reeds zeer véél is bereikt Het merkwaardigste is mogelijk, mits er slechts een stompje arm overgebleven is, om "hel kunstmatige verlengstuk aan vast te maken en mee te bewegen. Prof. Iloeftmatoto toonde ons echter een paar patiënten, wien d,e arm in het sehouderocwrieht was afgenomen. Door vernuftige bedenksels had hij er toch iets op gevonden, om die menschen in staat te stellen., werk te verrichten, en zichzelf hij hller- lea dagelijksche verrichtingen te helpen. Een zijner belangrijks!© patiënten'kon hij" ons niet in levenden lijve, maar slechts in fotografie laten zien. Het was een 'men, die beide beenen dicht aan het onderlijf verloren had. Zijn licliaam hing nu in een soort draagstel van riemen, waaronder eens korte voetstukjes waren geweest In een. reeks foto- grafiën zag men nu, hoe deze voetstukken al long? verlangd waren, naarmate dé man beter geleerd had zfjn evenwicht te 'bewaren. Op de laatste afbeelding zag men hem netjes aangekleed op een paar normale kunstbeenen, en met een uitdrukking op het gezicht, die bewees, dat hij zich volstrekt geen tobberd, maar integendeel een heel© heer voeldé. Nadat wij dit alles hadden gezien, bracht prof. Hoeftmann ons naar de werkplaats, waar de een- armlgea geleerd wordt hun kunstmatige ledematen bij net ambacht te gebruiken. Naar het scheen, is dat niet eens zoo lastig. Daar vertoonde hij ons ook den man, die zijn trots en zijn grootste sui t.es is. Reeds voor -den oorlog was deze zoo ongelukkig geweest, dat hem in Rusland' bedde handen en voe ten met sl ukken arm en been waren afgevroren. Ifij: kon zich dus slechts met kunstmatige ledematen be- wtegen "en helpen. Desniettemin liet hij bins zien, hoe 'hij zich zelf wasehtc, schoor, kamde enz., lioo hij zijn schoenen poetste, een sigaar nam, de punt daarvan afsneed met behulp van een gewoon rook stel van smeedijzer; vervolgons nam hij* met zijn kunst-,panden" een lucifer uit een doosje, dien hij- aanstreek. Als slotnummer haalde liij een fiets vooi' den dag, die hij beklom, en waarop liij eenioe ma len den tuin rondreed. Prof. Hoeftmann vertelde ons echter, dat deze man tot zijn geluk een buitenge wone aangeboren handigheid bezat Wij hadden trou wens tevoren al gezien, dat hij óndanks zijn ver minking een knap werkman was. Ik schreef daar kunst-„hatodetn". De zooi miterst bruikbare werktuigen van prof. Hooftman doen in derdaad uiterlijk niet in het minst aan onze natuur lijke grijpers denken. Voor paa-adegebruik toonde liij ons kunsthanden, die met een handschoen bekleed, vrij natuurlijk leken. Bij de werkelijke gebruikswerk- tuigea was alle uiterlijke schijn aan de praktijk op geofferd. Aan de opeten, die allen in schoenen sta ken, was daarentegen biets bijzonders te-ricn. EEN MODERNE HERMAN DE RUITER. De „Westm. Gaz." ontleend aan de „Intransigeant" een verhaal van den heldhaftigen dood van een Fran scihen soldaat. Hij! was uit de Jura, een reus van een kerel, breedgeschouderd, sterk als ecu leéuw1, mét het gemoed van een zigeuner; in vredestijd was hij een aairlssmokkelaar en opsnijer. Op kermissen zag men hem wel in provincieplaatsjes, in de worstel tent en er waren er niet velen, die hij niet „legde". In dienst pochte 'hij Tniet meer en deed ijverig zijn plicht. Maar zij noemden hem nog altijd „de worstelaar". Op zekeren morgen waren de Franschcn bezig een neeks .mijnen aan te leggen, die in de lucht zouden vliegen. De lonten werden gereed gemaakt toen men een zonderling geluid hoorde in de loopgraaf waarin „do worstelaar' op post stond. Wat was er gebeurd/? I>c Duit.schers hadden een sappe gegraven, die in deze loopgraaf uitkwam en de d'uhinc 'wand welke hen scheid de van bel punt waar dc Bickford-loinl.cn zouden wor den aangestoken was bezweken. Een aantal Duitsehers, sommigen gewapend met re volvers, anderen met schappen, zwermden do loopgraaf binnenvoor de tunnel, waar zij doorheen kwamen stond de reus, „de worstelaar" en zwaaide met zijn houweel, dood en'verderf om zich heen zaaiende. Tever geefs stuwden de Duitsehers elkander door de nauwe opening, naar voren, zij konden de plek niet naderen waar de gevaarlijke lonten lagen. „De worstelaar" riep tot zijn kameraden „Vooruit! steek do lonten, aan en maak jullie je uit de voeten! Ik zal ze vol tegenhouden!" schreeuwde hij. Een on derofficier slak een lont aan cn zei; „Zou je ook niet maken dat je wegkwam?" jVfaar de vroegere opsnijer wilde niet. Eto hij hield' de' Duitschei-» op een afstand terwijl de onderofficiei ook de andere lonten aanstak. Eindelijk bezweek hij, toen de laatste F rans ch man zich uit de voeten maakte en de Duitsehers liepen hem onder den voel in hun haast om de lonten *e tloovcn. Maar hot was te laat. Een oorvcrdoownd-c ontplof fing, de aarde spleet vaneen en begroef n!s in on groot eraf den worstelaar ca de overmachtig© schaar van zijn vijanden. Later vonden zijn kameraden zijn verminkt Tijk en hegroeven den held met militaire c-cr. ONGEVAL IN EEN MIJN. Uit Londen, 30 Juni. In d© kolenmijn Bentinek te Kirkly in Nottinghamshir© is ©en afdalend© kooi met 14 mijnwerkers in botsing gekomen 'm©t wn ophaalkooi van 5 mijnwerkers. Tien mpnschen zijn '200 M. naar b'enpdpn gestort en gedood, twe© zijn in de ophaalkooten godood. De anderen zijn ongedeerd gebleven. arm van zijn neef. „Weet jfi, wat ja zegt?" „Ik weet het. Het leven he©ft voor mij zonder haar geen waarde meer." Hij ging met vlugge 'schreden door de kamer. Plotsejing bleef hij- voor de schrijftafel staan. -Een. rij van fotografieën, allen Sitta voorstellend, stond er op. Sitta in d© bloeientde schoonheid harer jeugd, in verschillende houdingen en toiletten, maar -steeds even schoon en beminnelijk. Hans Henning 'schoof die beeltenissen naar den oude toe. „Zie haar aani"' zeide Jhij ruw. „Zopzn - zij er uit, toen ik haar leerde kennen, ja 'nog toen ik haar huwde. Heb j© haar in dé kist zien liggen? Reeds na twpe jaren verouderd vervallen met een bitteren lijdenstrek om den mond!" „Dat kon jij toch ni©!t helpen, dat zij ziek werd." „Als zij niet was gaan trouwen, 'maar in het Zuiden wonen §n zorgvfuljdig opgepast was, dan had zij nog kunnen leven. Dat zeide d© outte hof arts uit Glückstadt „Zij is toch twee jaar "gelukkig met je geweest?" „Ik ben gelukkig geweest als f^n dwaas ja. Ik heb er nooit aan ge'dacht, of zij ook 'gelukkig was. Ik nam dat als vanzelfsprekend aan. Zij was altijd stil, altijd mpt alles tevreden. Zeker heeft zij zich dikwijls ziek gevoeld, ellendig, -afgemat* en durfde het niet zeggen of toonen. -—1 Dat kom ik nooit te boven!" stiet hij tusschen zijn saamgökne- pen tanden uit. r „Hans Henning-, ik ben de 'schuldligel" zeide do opdi© man ernstig. „Hoe kon ik de pacht -'van, jo aannemen I" „Dat'moest u, oom." „Och wat! Aartsdom waö het van mij. Ik dacht, dat je het mij zou zegg©n, wanneer jt niet betalen kon. Ik had moeten bédenken, -dat je te trotsch was." 1 „To trot-sch jawel!" bevestigde Hans Henning bitter.'„Hoogmoedig was ikl Wanneer ik u slechts één woord geze>gd had, dan 'zoudt u mij alles ge schonken hpbben dat wist ik zofcr goed. Maar ik wild© dat woord niet zeggen ik liet liever -rniju vrouw sterven! Gom, u Is geheel onschuldig', maar ik f „Neen neen, Hans'Henning, ik heb ook schuld, veel schuld. Wil je mij dat vergeven vandaag nog niet, maar later eens?" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 6