Aluitti Niens- WOENSDAG 7 JULI 1915. 58ste Jaargang. No. 5520. De Entente en wij. FEUILLETON. DE HOEDAME. Binnenlandsch Nieuws. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor don -VDVERThlJf TIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst. I UitgeversTRAPMAN Co. SCHAGEN, LAAN D 5. lol. Teleph. No. 20. Prijs per jaar f 3.Per post f 3.60. Losse nummers 5 cent ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. „De Nederlander" vraagt zich af of het zoo -vast staat, dat de bondgenooten slechts strijden voor hun vrijheid en daarmee tevens voor de vrijheid der kleine volkeren. En het Wad antwoordt: Voor ons opengeslagen ligt een in de serie „La Grande Guerre" verschenen 'klein werkje van de hand des hoeren J. Dontenville, professor agregé d'Histoire, en r'iteid „Après la Guarre, Les Allemagnes. la France, Belgique et la Hollande". Het is in 1915 en dus ander de zeer strenge Fran- scke Regeeringsoensuur, "die zich óók over boeken uit strekt, bij Floury te Parijs verschenen. Uil dit werkje haalt „De Ned." aan: „Belgis, de martelaarster. zal zegevierend opstaan. De geallieerden zullen niet met dat land over zijn aandeel in de door de gemeenschappelijke overwinning ver worven voordeel en marchandeeren. yHet heeft do beste aanspraken op onze dankbaar heid verworven. Maar op welke nuttige vergrootingen zal het aanspraak maken?" De schrijver denkt in de eerste plaats aan een stuk van 't Rijnland. Maar zegt hij, daar willen vele aan zienlijke Belgen niet van hooren. Want., dat zou de kracht der Vlaamsche Beweging versterken. Wat dan wel? ^,De onderdanen van Albert L zoudeln zeer gelukkig zijn, indien zij door verdragen" (op hoogost fatsoenlijke wijze dus...) „met Nederland Maastricht en het Zui delijk deel van Hollandsch Limburg, en bovendien en bovenal de monden der Schelde konden verwerven. „Om onbenullige redenen, (zegt de schrijver) is. in 1839, Limburg tusschen Belgen en Hollanders verdeeld. De laatsten ontvingen Venlo en Maastricht Het Zuide lijk deel van hun aandeeL.. vormt bijna een enclave. Dat is een geographische reden om "t bij België in to lijyen, zonder nog te rékenen met dé wederkeerige affiniteit en sympathie" (tussdhen Limburg en België), Essentiëel voor België is echter de 'Scheldekwestie. „Dc monding van die rivier is, bij de scheiding, aain Holland verbleven. Antwerpen ligt echter op den oever der Schelde, Antwerpen^ dat een vesting van den eer sten 'hfeig, ae voornaamste Belgische „dëbouohé" een der bedrijvigs te en bloeiendste havens van Europa's vas teland as. Deze stad nu heeft geen verbinding met de zee, dan door de Nederlandsche wateren, en staat der halve bloot aan een voortdurende bedreiging met blok kade" (dat is natuurlijk onjuist Red. NedL). Om aan dezen absurden toestand een einde te maken, moet men aan Antwerpen... ten alle tijde ,in.\ 'vrede en oorlog, de volledige vrije ïn- en uitvaart der Schelde verzekeren. „Het eenige middel om dit te bereiken bestaat in de overgave, door den Nederlander, van de Schelde- inonden' (meervoud, dus ook de Oosterschelde?) met do eilanden, die zij omspoelen" .(dus Walcheren en Zuid- Beveland). „Indien ze, zooals rechtmatig ware, in 'het bezit der Belgen 'waren geweest, zöu Antwerpen do hor den des keizers, 'dank zij den alsdan mogelijken en zekeren steun der Brioche Vloot» hebben terugge worpen." „De van 'Holland gevraagde offers 'zijn," vindt „onze. vriend", „in summa nogal licht." „Overigens,'" gaat'hij voort, „is het onze bedoeling geenszins de Hollanders te mishandelen, al "hebben wij ons -soms over hunne houding te beklagen geh'ad." „Verre van daar!" Wij krijgen zelfs vergoedingen^.. Uit'de huid van den ongeschoten Pruisischen beer worden ook öns brcede riemen gesneden.... waarmee naderhand Duitschland ons zou verwurgen 1 37. Hans Henning nam de hand 'van den ouden man. „Ik heb u niets te vergeven, oom. Maar wanneer het tot uw geruststelling kan dienen, wil ik u belo ven, u om vrijstelling van 'pacht te zullen verzoe ken, als het noodig wordt." Het gezicht van den ouden Krochert klaarde op. „Wacht, daar ook niet 'Ie lang mee," 'verzocht hij. „Zou je nu niet eens een reis 'willen maken, on verschillig waarheen? Ik wil je het geld daarvoor goven." 1 Hans Henning schudde het hoofd. „U'meent het goed, oom, maar thans kan ik het niet verdragen iets moois to zien. Zij ligt in het graf en-kan zich daarover niet meer verheugen! Laat mij werken, steeds werken, dat is 'de eenige manier om het 'even nog dragelijk te maken." „Je kunt gelijk hebben. Mogen wij dikwijls ko men, als je schoonmoeder vertrokken is?" „Ik hoop, dat zij spoedig gaat." antwoordde Hans Henning kort. Do oude knikte toestemmend. „Hoe fierder, hoe beter." Met eenigszins verlicht hart liet hij zijn neef alleen, hoewel hij zag, dat Hans Henning weer voor dA schrijftafel ging zitten en alle 'portretten der geliefde doode voor zich neerzette. Toen Karola en Ilse hem naar Hans Henning's ge moedstoestand vroegen, haalde hij treurig de schou ders op. „Wij zullen wegrijden, Karola," drong hij. „Hier op Hinrichshagjen ^moeten de menschen1 tot rust komen." 1 „Mochten we Heini maar meenemen. Hans Hen ning let nauwelijks op hem. 'Maar Hildde wil hem niet missen. jOcb, wat zou ik hem 'liefhebben, hot is soo*n lieve, schattige jongen!" Karola's oogen stonden vol tranen. De oude Kro chert streek zich oyer heft haar zonder te'antwoor den. „Voor Hilde is het een'geluk, dat zij 'weer een werkkring heeft, die haar geheel in beslag'neemt," hét huis van Hans Henning dn orde te houden meende Ilse. „Hoe goed is het, dat zij hipr is, om en zijn kind op te voeden. Wat moest hij zonder huajr op liet oogenblik wel beginnen?" .„Zou een dergplijfee gebiedsuitbreiding aangenaam zijn aan Koningin Wilhelmina en Hare onderdanen?" Yraagt do schrijver beleefd. Maar zonder ons antwoord af te wachten, decre teert hij, dat het moet, dat heft niet anders kan Anders gaan we pr onder. „G'est, hélas la dure, 1'inflexible lol de -la na ture Bovendien, zegt de ',,N<5d.w, zullen de voor den oorlog mislukte pogingen tot onze inlijving bij het Entente-blok na den vrede herhaald worden. „Ten einde onze (Fransche) dekkingen tegen de wederopstanding van teutonisch imperialisme pn militairisme te organiseeren, noodigen wij onze twee noorderburen, Belgié en Holland uit» tot een vrije!! maar innige entente onderling en met Frankrijk. Laat ens de Federatio der Gallische gebieden vor men, en haar, ten einde haar onoverwinnelijk te maken, doen steunen op een duurzame alliantie met Engeland en Rusland.' „De aardrijkskunde toch" vervolgt dë schrijver onverstoorbaar, zich blijkbaar Napoleons opinie her innerend, die Holland tot aanslibsel van Fransche rivieren verklaarde „de aardrijkskunde machtigt ons trouwens om Holland in in „la régiongauloise" (Fransch of Frankisch gebied) te begrijpen".... Tpn slotte merkt'„De Ned." nog'op, dat do Belgi sche minister Carton de Wiart te Lyon een rede voering heeft gehouden, waaruit ondanks de voo? zichtige formuleermg ten duidelijkste blijkt, dat hij met deze imperialistische toekomstmuziek ac- coord gaat. 1 CREMATIE. De lijkverbranding is hier nog zoer onpopulair. Er is tot in hoogste instantie over do quaestie geproce deerd, en van overheidswege heeft men geen termen gevonden, om een en ander te beletten. Hel aantal per sonen, dat ertoe kan overgaan, reeds bijl het leven te beschikken, wat er eens met hun stoffelijk overschot zal geschieden blijkt klein en bovendien bestaan er bij velen religieuse bezwaren. In Duitschland denkt men er echter anders over. Daajr wordt de crematie reeds zeer druk toegepast, on noemt hel aantal crematoriums ook voortdurend toe. Ultimo* 1913 bestonden er 40 inrichtingen. In het jaar 1914 is dit aantal met 3 ver meerderd. In December 1914 toonden de statistieken aan, dat er in het Duitsche Rijk! dit jaar 11.238 per sonen verbrand Waren. Het totaal-aantal bedroeg toen 66.700. Door den oorlog is de lijkverbranding thans ook in Oostenrijk-Hongarije toegestaan en Wel om hel gevaar voor besmettelijke ziekten te voorkomen. De eerste inrichting stond onder militair toezicht en werd gebruikt voor het verbranden van cholera-lijken, uil de barakken nabij Zsolna in Hongarije. Dit nood-crema torium kan thans vervangen worden door een fraai architectonisch werk te Kardhjenbcrg in Bohemen. Dit laatste is nog niet in gebruik genomen, omdat de Wet geving In Oostenrijk het nog verbiedt Het verlof is lot nog toe n.1. beperkt tot besmette terreinen. GRENSWANDELING. De Aardenburgsche correspondent der Haagsche N. Crt schrijft Een eigenaardige toestand is het thans aan de grens van Zeeuwsch-Vlaanderen. Over do militaire maatre gelen aan beide rijden spreek ik natuurlijk niet Maar er rijn langzamerhand eigenaardige toestanden ontstaan voor sommige groepen der burgerlijke bevolking. Ja ren en jaren hebben'de Belgische en de Nederlandsche Vlamingen zoo naast, neen door elkander gewoond. De „grens" was een theoretische scheiding die in de prak tijk niet te vinden was. Ja, de paaltjes stonden er, tot Jaja," bromde de 'oude Krochert, „dat is alles goed en wel, maar een'zuster is niet meer dan een zuster en kan nooit de plaats der echtgenoot^ innemen. Dat moet Hilde zich niet verbeelden." „Dat zal zij ook niet doen, maar daarom toch naar haar besta krachten heur plicht dopn," ant woordde Hsb rustig. 'Daarop wendde zij' 'zich tot haar man: „Hilmar, ik wil nu nog 'even Hilde en Heini vaarwel z°ggen. Hans Henning mag ik niet storen, en dan gaan wij te voet naar hot station, als je het goed vindt. Heft 'is zulk een prachtige avond, dat ik graag met je door do velden zou wandelen." „Zeker, Ilse!" Hilmar'vermoedde, dat zij het niet kon afwachten, met hem alleen te zijn. Zelfs de tegenwoordigheid van den koetsier hinder do haar. Zij wilde hem zeker veel 'vertellen, wat buiten hem niemand mocht hooren. Hij drukte haar hand. „Ja, Ilse,'wij eullen samen te voet gaan wij bei den alleen." Ilse ging naar de slaapkamer van Hilde. Heini lag geheel ontkleed op eien'tafel. Hilde stond over hem heengebogen en bewerkte den 'kleine met allerlei sponsen en doeken. Het was een prachtig, klein schepseltje, het hoofd was reeds met zwarte haar tjes bedekt, daarbij had hij een fijn gesneden neusje met lipven, kleinpn, rosa mond en groote, donker blauwe oogen. Met veel belangstelling zag -Ilse toe, hoe Heini gewasschen w°rd. Menigmaal drukte zij haar lip pen op de trappelende beentjes,-de gevulde handjes, die al stevig vast konden houden. „Ik "heb nog nooit zulk e«n klein kind gezien dat is iets betoove- rends," verzekerde zij. De voetjes stieten haar in het gezicht. Zij'kuste de kleine, rosige teentjes ieder afzonderlijk. „Hilde, ik zou je -bijna kunnen benijden. Karola doet het ook, geloof ik." Hilde trok het kind voorzichtig het hemdje aan. „Hoe handig doe je dat, het is of je -sedert jaren baker bent gpweest en kinderen hebt geholpen," lachte Ilse. ..Eerst beefde ik er pok "van, ikl werd heet en koud van angst» toen ik dat mollige lichaampje moest aanpakkpn," verklaarde Hilde eerlijk. „Maar nu gaat alles heel goed. Heini schreit nooit bij ft wasschen of aankteeden dat is mijn trots." „Mag hij nu maar gezond blijven de arme Sitta was toch reeds zoo ziek." Hilde kromp ineen. „Ilse, ik zaldit kind bescher men tegen eiken ruwen wind,iedpren schadelijken invloed. Ik heb het zijn stervende moeder beloofd. vermaak van ktnder-Iogees die met den oenen voet in Nederland, met den anderen In België wilden staan. Men moest daar nu eens mee aankomen! De Holland sch e militairen zouden die kleine logeetjes vijftig meter van de grens verwijderd houden, en als het hun ge lukte ongemerkt onder hun armen door te sluipen, hielden ae Duitsche militairen ze zeker vast, en ze kwamen niet meer bij oom en tante terug! En 'ook de douanerechten waren een lastige herinne ring soms -aan de twee gescheiden koninkrijken, als men onschuldig een pak van de goedkoope en goede chocolade van de Belgische Union des pairons patissiers als welkom thuis had meegenomen, en de Nederlandsche beambte legde er een invoerrecht op van ongeveer de halve waardel. En zoo gingen de grensbewoners, om goedkoop hun kinderen gekleed te zien, met een have loos troepje klantjes langs een achterwegje naar „de stad", in casu Maldegem, blootsvoets en blootshoofds, of met oen oude j>et en een paar versleten klompjes, en ze keerden: piekfijn straks deftig langs den hoofd weg terug, met het gesmokkelde zwarte communie- pakje en het ronde Belgische dopje en een paar nieuwe schoenen. Maar overigens, men leefde paast en door elkaar. Belgen en Nederlanders trouwden geslachten lang onder elkander. En elk nieuw zich vestigend gezin vroeg niet naar nationale kleur, maar slechts waar huis en brood te vinden was. Nu opeens, is de theoretische grenslijn van praktische bet eekenis geworden I Eerst met mannetjes alleen, hier met sjako, ginds Pickelhauben, thans ook met een op reusachtige schaal aangelegde versperring is de grens lijn richt- en tastbaar gemaakt, gevoelig tastbaar. Drie rijen palen, de middelste met porseleinen dopjes. En zoo, de heele grens langs bijna, drie versperringen van prikkeldraad. Elke versperring van drie prikkeldraden boven elkaar. De palen schuin afgezaagd, om geen plank te kunnen dragen. En de middelste versperring heeft ook nog een geleiddraad hooger in de lucht, en naar men zegt, ook een in den grond. Hier en daar staat er een bord bijDoodsgevaar Lebensgefahrlich". Hoe gaat het nu, vroegen wij een grensbewoner op onze wandeling langs de grenzen. Kunnen jullie er nu nog door? O zeker meneer! „Er is nog geen electrfek in, eri el- ken avond nis het goed donker is, kruupen er nog velen deur!" Maar den volgenden, morgen hoorden we, dal op een andere plek reeds drie jonge Belgische man nen als slachtoffers van hun waaghalzerij: gevallen waren. Do „electriek" was er plotseling in gekomen, en de er -onder door kruipende mannen waren doodgeslagen, opeensmet verbrande kleederen en onherkenbaar zwart gelaat werden ze gevonden door patrouilleerende uhla- nen. Elders was de plotseling begonnen electrische wer king niet zoo schrikkelijk aan den dag getreden: slechts enkele honden waren daar getroffen door den geheim zinnig langs de draden vliegenden dood. Zoo rijn de families thans wie weet voor hoelang gescheiden. Hier de ouders, gings de gehuwde kinderen. Hier de man, die niet meer in België mag komen, als „gereformeerd" (een door de Duitsehers veel gebruikt woord) Belgisch militair, ginds de vrouw en het verdere gezin. Ja, zelfs somshier de vrouw, die haar man niet alleen kon laten bij rijn ploeteren in den vreemde. Ginds het zoemt je en dochtertje, opgenomen zoolang hij buurvrouw of familielid. En met het verlof van Ne derlandsche en Duitsche autoriteit, dat gewoonlijk goe dig wordt verleend, maken de eehtgenooten, maken de ouders en kinderen zoo nu en dan een praatje op de enkele open stukjes, aan weerskanten in 't oog gehou den, zelfs op de teederste momenten, door de steeds op smokkelwaren verdachte gewapende macht Of er nu heelemaal niet meer gesmokkeld wordt? Dat zou ik niet durven beweren. Van sommige goede ren, wier uitvoer uit Nederland verboden is, wordt de invoer in Duits ch-België aangemoedigd. En omgekeerd. Een aardig duitje is ér mee te rerdfenen. En er rijn veel arme slokkers aan de grenzen, wier levensgeluk, Of 'zij het nog gehoord heeft, wept ik niet» maar ik zal mijn woord houden." ,Je hebt Heini reeds zeer lief, Hilde." .,Of 'ik hem lief heb, mijn kleinen schat 'mijn gelukl" Zij tilde bet kind uit zijn bedje in de hoog te. „Wat dit kind yoor mij is kan niemand vermoe den of ook maar begrijpen.'Ik Iteb veel 'moeten op geven, Ilse. Bid God met mij, dat ik Heini mag be houden." „Zeker, Hilde zeker! 'Schrijf mij eens spopdig, hoe Hans Henning het ongeluk draagt, en of Heini goed groeit." Hilde legde het kind 'in de wieg en onderzocht de melkflesch nauwkeurig. Hse bemerkte, dat haar zuster niet eens hoorde, wat zij zeide. Stil ging zij heen. Toen zij even later met Hilmar 'door de smalle veldwegen ging, ontdeed zij zich van haar hand schoenen. Zij nam -Hilmar's hand. Zij moest de le venswarmte van zijn vingers in de hare voelen klop pen. Leven slechts 'levm! i De zon brandde nog heet. Het rijpende'graan gaf sterke geuren af. Hand in hand, als twee kinderen, gingen zij door de vplden. Al de ziekelijke, over dreven gevoelens, waarmee Hse zich 'zoo lang ge marteld had, vielpn van haar af. Een stille vrede kwam over haar, tegelijk met een diepen, warmen drang om te leven. Leven ja leven! Wat hin derde het» dat hij haar gekrenkt, en zij hem 'niet verstaan had, zich van elkander vervreemd hadden zij waren jong, gezond, het leven lag'nog voor hen. 1 „Hilmar!" 3 Hij zag haar 'Vvragend aan. Ilse bleef stilstaan. „Topji ïk Hans 'Henning van daag naast de kist van Sitta zag, Hilmar, toen kwam er iets over tmij als een -openbaring. Ik ben dwaas, ondankbaar gewePsL Jij leeft» ik heb jou nog! O, laat ons geen tijd meer verliezen met 'nutteloos grommen en twisten." -Zij sloeg de armen om zijn hals. „Ik zal 'je ook nooit meer storén," fluisterde zij. „Nu kan ik begrijpen, dat, het 'lastig yoor je geweest moet zijn." „Mijn liefste!" Hij drukte haar hoofd tegen zich aan, zoodat zij niet verder spreken kon. „Laat -dat alles slapen het behoort nog tot het oude teven, maak het niet :weer wakker. Lieve Ilse, uit al je kleine storingen is wat gegroeid, dat -ondanks zijn fouten en gebreken komen moest en in 'ons leven een plaats heeft verworven, als een deel van jou wfe? broodwinning to verwoest. Wat geven velen nog om hun leven? Maar levensgevaarlijk blijft het Want afgescheiden nog van het nieuwe elcctncitdtsgevaar in dezen oorlogstijd valt er dra een schot Het meest typische geval dat we aantroffen bij onze grens wandeling is de toestand van een kleine groep Bel gische bewoners. Aan het verst Zuid-Oostelijk gelegen hoekje van West-Zeeuwsch-Vlaanderen grenst een buurtschap, ge legen tusschen de Belgische gemeente Maldegem en SL Laurens. Dit brokje België fa tengevolge van do aanbrenging der electrische versperring Nedcrlandsch geworden, heeft ten minste de, al fa het dan Neder landsche, vrijheid terug! Eerst moest en zou die ver sperring precies langs de grenslijn, aan de boertjes daar was al aangezegd een strook van hun koren af te snijden. Maar een aantal hutjes zouden dan moeten wor den gesloopt Een later bevel kwam, dat ze moesten worden gespaard. Nu gaat de geleiding om dat groepje huizen heen. De bewoners rijn nu vrij van het Duitsche juk. Maar wee: eerst bleef de Nederlandsche grens ook voor hen gehandhaafd! Wij moesten, zoo zeiden ze. onze winkelwaren uit Nederland binnensmokkelen, want in België mochten ze niet gaan koopen. Alleen de arme Oosthoek-bewoners, en dat rijn de meesten, werden van Belgisch-D uitsehe rijde van het noodige yoorzien. Overigens mocht er van België uit nu niemand moer op dat hoekje komen Een uitzondering werd gemaakt voor de twee dokters van St Laurens, voor een Belg die, als schrijver-tolk bij de Duitsehers werkzaam, tot .burgemeester" over dat hoekje werd aangesteld en voor den pastoor. Het blijde gerucht gaat evenwel onder de gelsoleerden dat door de Nederlandsche grens-auloriteken stappen rijn gedaan, om aan deze nationale paria's een matigen aanvoer van levensmiddelen uit Nederland te verzekeren. Ja, dat was ook niet anders te verwachten van den Nederlandschcn soldaat, wiens goede hart, waar da dienstvoorschriften het slechts toelaten, zich aan der grenzen dagelijks toont SCHAGERBRUG. Op de Statuten van dc Woningbouwvereenlging „Zij- pe", gevesligd alhier, is de Koninklijke goedkeuring In gekomen (K.B. d.d. 26 Juni 1915, No. 36). BIER-UITVOER NAAR DUITSCHLAND. ,Men schrijft van do Duitsche grens aan het N.v.cLD. Het eigenaardig verschijnsel d->et zich thans voor, dat de LImburgsche brouwers bi uitvoeren naar Duitschland, dat in de normale tijxlc - zulke enorme hoeveelheden bier naar Holland exporteert De oorzaak ligt hierin, dat de moutproducten in Duitschland zoo hoog gestegen rijn, dat aè Rijnlandsche brouwers hun bierprijzen moesten verkoogen, zelfs tien mark per H.L., tot groote ontevredenheid - der herbergiers. De Duitsehers willen nu gaarne, flinke prijzen be talen voor ons Hollandsch bier, dat nu ook naar België wordt doorgezonden, waar de Beiersche soldaten 't zonder bun biertje niet t-'^'nen stelten. VOOR MTI ITIEPLICHTIGEN. Leden en niet-leden van het NederL Gymru-Verbond, die er prijs op stellen in het bezit to komen van het getuigschrift, bedoeld in Art 70 der Militiewet (waaruit moet blijken, dat de loteling rich, gedurende de 3 ja ren aan het onderzoek voorafgaande, geregeld heeft ge oefend en eene voldoende geoefendheid heeft vérkré- gen) kunnen rich aanmelden tot uiterlijk 12 Juli as. bij )den Bondssecretarfa, den heer R. W. Wulfhorst te Haar lem, onder overlegging eener verklaring ondertGe kend door daartoe bevoegden dat rij rich, gedurende de 3 jaren aan het onderzoek voorafgaande, geregeld hebben geoefend. VERGETEN. Te St. 'Oede.nrode heeft men 'verzuimd voor de aftredende gemeenteraadsleden, de keeren M. Moes kops (wethouder) en M. 'Aarts, een candidatenlijat In te leveren, zoodat dezen metl i September ophou den lid van den Raad te zijn. en mij." Zij knikte hem'gelukkig toe. Om'hen heen bogen en golfden de korenaren. Een leeuwerik 'steeg ju belend het blauwe luchtruim in. Haar lied zweefdb als een steeds'aanzwellende melodie ovpt de rijpen- da velden. 1 HOOFDSTUK 21. Mevrouw Van Hoogendal stelde haar vertrek nog een weinig uit. Het klonk toch beter, 'als zij in Gelsheim aan haar vriendinnen kon vertellen, 'dat zij haar ar man schoonzoon in rijn eerste smart niet alleen kon laten. Zij hielp Hilde-bij het oprui men van Sitta's garderobe. „Daar'Heini die dingen toch nooit gebruiken kan, zal ik de kloeren miji^r lieve Sitta meenemen," meende rij.. „Ik ken er velen, wie ik daar Een ge noegen mee kan doen." In stilte besloot zij natuurlijk de kostbare hof toiletten zelf te dragen. Eenigszins veranderd had zij daarmw» een voorraad van rijke toiletten voor verscheiden^ jaren. Zij zou trouwens wei een dwaas moeten zijn, om'dat alles aan de schoonzuster over te laten. i Hildo maakte daar ook alterminst aanspraak op, maar toen mevrouw -Van Hoogendal, behalve de kleeren en het linnen, ook dA sieraden wilde -mwv n«men, verzette zij zich. „'Als Heini groot, wordt'en trouwen wil, kan hij dat voor zijn bruid best ge bruiken." 1 Mevrouw Van Hoogendal vond het bespottelijk, zoovpr vooruit te zorgen. „Later zal hij dio 'sie raden toch weer van mij erven," zeide zij g°krenkt. „StelligI" antwoordde Hilde'rustig. „Maar op uw jaren, mevrouw, en na dezen slag, zult u toch Vel nooit meer paarlsnoeren of gouden armbanden dra gen." Mevrouw 'Van Hoogendal verbeet met moeite haar ergernis. Op 'dit oogenblik haatte zij -Hilde bijna. „Die dingen waren in ieder geval hij mij veiliger geborgen voor 'Heini." reide zij hoonend. „Binnenkort huwt Hans Henning wellicht weer on behangt zijn tweede vrouw met de sieraden van mijn arm kind." „Dat is bij de 'smart van Hans Henning over Sitta wel niet aan te nemen." „Dpnkt u? De vcrtwijfeldste weduwnaar huwt het vlugst, zegt men gewoonlijk." Wordt 'vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 1