IIiiiim mem-
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1915.
58ste Jaargang. No. 5654.
UitgeversTRAPMAN Co.
EERSTE BLAD.
8» VAN EEN ONBEKENDE.
SCHAGER
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor-
en ADVERTENTIES in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
COURANT.
SCHADEN, LAAN D 5. lol. Telepb. No. 20.
Prijs por jaar f 8.Per post f 8.ÖÜ. Losse nummers 5 cent
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote lotters worden naar plaatsruimte berekend.
Pit nummer bestaat uit drie bladen.
Arbeit ist des Burgers Zierde,
Segen ist der Mühe Preis.
Schiller.
De arbeider is zijn loon waard.
De menpch zal bij brood alleen niet
leven. 1 N. T.
Arbeid is glorie.
P. J. Smink.
Misschien herinnert zich deze of gene, dat ik in
een mijner vorige brieven-heb geschreven over '„ar
beidsvreugde'' of liever over het „gebrek aan ar
beidsvreugde", dai zich in onzen tijd op zoo on
rustbarende wijze gaat openbaren. Ik heb er toen
op gewezen, hoe vele moderne arbeidsvormen, in
het bizonder het fabriekswezen, bijna noodwendig
moet leiden tot verlies van arbeidsvreugde.
En als bewijzen daarvoor heb ik geciteerd enkele
antwoorden, door arbeiders gegeven op vragen hen
dienaangaande gesteld. Die antwoorden ontleende ik
aan een boek, in 1912 verschenen van de hand van
Adolf Levenstein, en dat overal ten zeerste de aan
dacht heeft getrokken. Dat boek is sindsdien veel ge
lezen, veel besproken en (hoe kan het anders) veel
becritiseerd. In ons land o. a. door Prof. Dr. PT. J.
de Boer in „De Beweging", door Mr. Dr. A. R. van
der Laar in „De Klaroen", door Dr. A. K. Kuiper
in de „Doopsgezinde Bijdragen" en door denzelfde
in No. 4 van de geschriften, die onder den naam
„Synthese" het licht zien.
Misschien dat het in een tijd, waar al wat met
„arbeid" in verband staat, actueel is, sommige l<e-
zers dezer brieven'kan interesseeren (gelijk 't mij
interesseert) wat laatstgenoemde schrijver ons ver
telt van Levenstein's werk en welke critiek hij er
op oefent. 4
Omtrent Adolf Leven&tem zij het volgende opge
merkt: hij is zelf geboren en opgegroeid in arbei
derskringen, heeft zich -'maatschappelijk en geeste
lijk opgewerkt, maar het contact met zijn vr oegere
omgeving bewaard.
Door samenkomsten en uitgebreide corresponden
tie met textielarbeiders, metaalbewerkers en mijn
werkers heeft Levenstein zich een rijken schat van
materiaa1 verworven voor de kennis van het stoffe
lijk en geestelijk -leven der arbeiders. Een diepen
blik heeft bij aldus kunnen werpen in de ziel van
den arbeider.
De 'vruchten daarvan heeft hij in vele interes
sante geschriften neergelegd; zoo ook in het hier-
bedoelde werk. Zijn boek handelt wel uitsluitend
over Duitèche toedtanden-en Duitfiche arbeiders (en
onze tijd heeft, ons maar al te duidelijk geleerd,
da1 de Duijtsche geest van een andtVe structuur is
dan do onze), 'maar de „arbeid" is in onzen tijd
zoo intern,ationiaal, dat de resultaten, waartoe Le
venstein komt, wel van algemeen geldende kracht
mogen worden geacht
L. is diep getroffen door wat'hij dan noemt „de
ontgeesteüjking van den arbeid", welke bij overal
constateert.
De groote oorzaak daarvan ziet hij in de machine.
De machine maakt wel veel leven, maar voor helt
innerlijk geestelijk leven van den arbeider is zij
dikwijls doodelijk.
„De arbeider het verlengstuk van de machine"
is misschien overdreven; maar er schuilt een
aangrijpend stuk waarheid in.1
Dat dit inderdaad een feit is, bewijst Levenstein,
door de arbeiders zelf te laten spreken.
Hoo hij dat gedaan heeft? Hij heeft een 8000-tal
circulaires laten drukken en deze bij arbeiders
rondgezonden. Die circulaires bevatten vragen van
allerlei aard en strekking; vragen die, in verband
met zijn ervaringen van jarenlangen omgang, zijn
geste'
Laat ik enkele van die vragen mogen geven: Wel
ke leeftijd? Gehuwd of-niet? Aantal kinderen? Vra
gen over loon en arbeidsduur. Dit alles vragen met
,,jn" of „neen" of een getal te beantwoorden. Daar
naast vragen als: Geeft uw arbeid u genoegen of
laat bij u onverschillig? Denkt gij bij uw arbeid?
Zoo ja, waaraan? Of is 't u onmogelijk aan iets t«e
denken? Na hoeveel uren zijt ge gewoonlijk ver
moeid? Wat drukt u meer: het geringe loon of de
afhankelijkheid van uw patroon, of dat ge zoo
weinig kans hebt verder te komen?
Dan weer epn andere groep vragen: Welke soort
arbeid zoudt gij 't liefst verrichten? Wat aoudt gij
doen, als gij meer vrijen tijd hadt; wat koopen alls
gij meer geld hadt?
Dan weer vragen van den volgenden inhoud:
Vindt gij genoegen thuis of in het café? Houdt gij
het er voor, dat het genot van alcohol kan worden
gemist of kunt gij daarnja beter werken? Welken
invloed heeft de politieke- en de vakvereeniging ep
u? llcbt gij de overtuiging, dat het spoedig beter
zal worden of leeft gij zonder hoop? En zoo ja,
waarom?
En ten slotte deze vragen: Gelooft gij aan een
liefdevollen God of zijt gij, en zoo ja, op welke
gronden, uit de kerk getreden? Gaat gij gaarne-in
de vrije naj.uur? Waaraan denkt gij als gij daar
neder ligt en rondom -u diepe stilte heerscht?
En dan nog de belangrijke vraag: Welke -boeken
hebt gij gelezén?
Ge kunt u voorstellen, dat een algemeene en eer
lijke beantwoording van deze vragen een1 diepen, kijk
moet geven in het innerlijk leven van de arbeidende
bevolking. En die is voor een eindelijke bevredigende
oplossing van het nog altijd brandende 'arbeiders
vraagstuk noodzakelijk. Want dat is waarlijk niet
alleen een materieel vraagstuk, maar -vooral, Ja in
do eerste plaats, een geestelijk vraagstuk. Dat
wordt gelukkig in onze dagen steeds duidelijker ge
voeld.
En nu de ingekomen antwoorden op de gestelde
vraten. Van d» 8000 circulaires z'jn er 5040 beant
woord, wat zeker niet onbevredigend mag worden
genoemd.
Dr. Kuiper verdeelt ze in drie soorten:
to. die een indruk geven van den neerdrukkenden
invloed, die er uitgaat van fabrieksarbeid;
i'o. welke ons doen zien, waarnaar de ziel van den
tegenwoordige® fabrieksarbeider uitgaat;
3o. de antwoorden op de laatste vragen, die han
delen over datgene wat een tegenwicht biedt tegen
de psychische ontaarding, waaraan de arbeider
blootstaat.
Wat de antwoorden onder lo. Letreft zij geven
volkomen recht te zeggen, dat de arbeidsvreugde-
onder het grootste deel der arbeiders zoek is. Le
venstein komt tot de volgende resultaten: lust in
den arbeid hebban van de metaalarbeiders 17%, van
de mijnwerkers 15.2%, van de textiel-arbeiders zelfs
slechts 7.1%. Dat zijn 'droevige cijfers: Waaruit
dat gebrek aan arbeidsvreugde voortspruit? We
vinden het in het. an.twoord van den arbeider, die
er zich over beklaagt, „dat hij altijd maar weer
naar een vast schema 'moet werken, nimmer zijn
eigen idëe mag'volgen". „Ik verricht altijd denzelf-
d"n arbeid", klaagt een wever, „mijn afkeer daar
van richt zich ten slotte -tegen mijn geheele omge
ving... Haat tegen de bestaande toestanden vervult
mijn ziel... alles „zum Sterben" eentonig, vervelend,
slaapwekkend, vermoeiend... Ik beschouw de ma
chine als mijn vijand, omdat zij zoo gelijkmatig, zon-
der ophouden haar vasten gang gaat. De madhine
is geheel van. staal, heeft hart noch zenuwen, kent
geen vermoeidheid, geen angst, geen smart, geen
woede. Dat vervloekte stalen schepsel moet over
winnen in een strijd, die geen strijd is."
Dit is een aangrijpende klacht* waarin pijnlijk
aan den dag treedt, hoe de moderne fabrieksarbeid
inn'rlijke verwoestingen aanricht. Want dit is één
stem uit duizenden.
Hel lied van den arbeid is hier zoo eentonig, dat
het een klaaglied is geworden; een snik, een zucht.
Niet minder treffend is de ontzaglijke beteekenis
van het vereenigingsleven, die uit de antwoorden
aan den dag treedt, 't Spreekt vanzelf; hier zijn
de antwoorden eenigszins eenzijdig, omdat bijna uit
sluitend arbeiders, aangesloten bij vereenigingen,
door Levenstein waren te bereiken. Maar bet idea
lisme, de hoop, de kracht, de troost die zich open
baren in deze antwoorden leveren toch de bewijzen,
dat de geest, zelfs de heilige geest in de arbeiders
wereld niet gedoofd en gedood is.
„Ik ben geen eenzame," zegt een metaalbewerker,
„gegrepen door de arbeidersbeweging van 1890, die
ik liefheb met alle vezels van mijn gloeiend bart."
"Voor een ander is zij de „levensbron, waaraan ik
mij hi droeve uren, als ik dreig te vertwijfelen, weer
verkwik en opricht, in de rotsvaste overtuiging,
dat we door haar tot een menschwaardig bestaan
zullen komen."
Uit deze en meer dergelijke antwoorden blijkt wel
overtuigend, welk een groote plaats het vereni
gingsleven inneemt in het leven der arbeiders. Ja!
we mogen gerust zeggen, dat wat er aan idealisme
en andere geestelijke goederen leeft 'in arbeiders-
harten, dat dit bijna uitsluitend in verband staat
met zijn verschillende 'organisaties. Talrijke ant
woorden getuigen er dan ook van, hoe dor en 'leeg
en hopeloos het leven zou zijn zonder den zegen van
politieke en vakver een ifeing. „Dat is mijn geloof",
lezon we in een van do antwoorden. En wezenlijk
noemt bij velen dit geloof de gxoolpte plaats in, die
vroeger aan den godsdienst bleef voorbehouden.
Wie een weinig thuis is in het politiek en gods
dienstig leven van ons land, weet dat dit verschijn
sel bi» ons ook overal ondubbelzinnig aan den da|g
treedt. In Duitfichland zeker niet minder.
Van de 2000 mijnarbeiders, door L. ondervraagd,
nagenoeg - allen katholiek van oorsprong, verklaar
den 02%, van de textielarbeiders 44% en van de
mei aalbewerkers 50% ongeloovig te zijn.
Terwijl ruim op de vraag aangaande God niet
heeft geantwoord, misschien uit onverschilligheid,
maar misschien ook, naar Dr. K. «meent, omdat
men deze dingen te intiem acht, om in een formu
lier te beantwoorden. Uit de meeste dezer antwoor
den blijkt een hopelooze onwetendheid wat eigenlijk
godsvrucht is en wat ware godsdienst wil.
Zeer terecht zegt Dr. K., dat deze antwoorden
m vr den indruk geven 'te komen uit een kring,
waar men nog niet, dan uit een waar men
niet meer gedsdimstig is. En hij mocht er met
volle recht aan toevoegen: „net als bij ons."
Telkens treedt aan den dag, hoe kerk en gods
dienst worden verward, terwijl dan de grieven te
gen de eerste den laatste voor de voeten worden
gewr rpen. Nu is dit wel te verklaren en tot ojp
zekere hoogte wel te vergeven. Immers de 'kerk is
in vroegere tijden (en 'ook nu nog wel) dikwijls
opgetreden als al te enthopsiast beschermer van de
sterken, var. 't bezit en hoeft menigmaal al te
conservatief zich 'vastgehouden aan het oude. Zoo
ontstond het dogma, waarbij velen nog altijd 'zwe
ren: „De fcerk is tegen allen vooruitgang". Maar
kerk en godsdienst zijn'toch geen synoniemen. Het
Evangelie heeft zuiver revojutionn.aire kracht in
zich en de brengers ervan hebben dit menigmaal
getoond. Het Evangelie heeft voorzeker wel anders
gepredikt dan berusten in 't oude en -tevredenheid
met. het bestaande.
„Wat zhudt gij doen als ge meer'vrijen tijd, wat
koopen als ge meer geld hadt?"
't Spreekt vanzelf, dat deze vragen -een ruim veld
openen voor allerlei spelingen van fantasie, neiging
en ze'fs van humor. Eén ondervraagde zou bij meer
vrijen tijd „met zijn meisje gaan wandelen". Een
bescheiden weofech toch zéker en nog niet zoo
dwaas; veel vrije tijd wordt slechter besteed.
Natuurlijk worden hier ook allerlei stoffelijke
wmschen geuit. Maar daarnaast treedt in die ant
woorden aan den dag een verlangen naar meerdere
ontwikkeling, die treffend is. Zeker, we moeten deze
uitspraken niet al te hoog aanslaan, "t Is niet on
mogelijk, dat meer dan één in zijn antwoord, ge
tuigenvan verlangen naar 'ontwikkeling, 'n beetje
„poseert". En bovendien„wat men zou doen, in
dien men vrijen tijd had" klopt niet altijd met
„wa,t men werkelijk doet'als men tijd heeflte Het
laatste blijft gewoonlijk beneden 't eerste.
Maar toch bet lied van verlangen om geeste
lijk hoogerop te komen, dat ook uit de z.g.n. lagere
klassen opklinkt, blijft ons treffen.
Ziedaar! boe door den arbeid-van een man als
Levjnstein een schat van wetenswaardigheden om
trent de geest- en gemoedsgesteldheid aan den'dag
is g bracht, 't Spreekt van/elf, dat alle conclusies
door hem uit dit materiaal 'getrokken, niet door
iedereen gedeeld worden.
•Maar daarover een volgenden keer.
X.
Binnenlandsch Nieuws.
BURGERBRUG
De commissie van het kinderfeest alhier hield Don
derdagavond haar eindvergadering voor dit jaar.
Uit de rekening en verantwoording van cteri pen
ningmeester bleek, dat ontvangen was f 138.85. De
uitgaven bedroegen f 110.10, zoodat bet batig saldo
f 22.75 ;was.
Do heer J. Raat deelde 'mede, dat hij als lid der
commissie zijn ontslag nam.
veenhuizen, o. medorp.
Gisteren bad bij den heer P. Groot alhier de aan
besteding plaats van het reinigen, kroozen en Bob
ben der polderslooten to Veenhuizen, en wel in 11
perceelen. 4 Perceelen werden aangenomen door den
beer P. Pauw voor f 33, '1 perceel door den heer
P. lieers voor f 10 en 2 perceelen door den heer A.
Bart voor f 49, terwijl 4 perceelen werden aange
houden.
noordsciiarwoude.
Aan ons verslag betreffende het feest van Woens
dag jL kunnen wij nog toevoegen, dat de uitslag
van den verlichtingswedstrijd is: le prijs J. Kliffen,
2a prijs A. Vroegop.
Voorts dat van h. M. de Koningin telegrafisch
dankbetuiging - inkwam.
kolhorn.
In verschillende nieuwsbladen kwam dezer dagen
een mededeeling voor. dat door den territorialen be
velhebber in Zeeland, een verordening was uitge
vaardigd, dat de rijtuigwielen van klei on modder
moesten worden gezuiverd, alvorens op den open
baren weg te rijden. Daar dit iets geheel bizon-
ders schijnt, zij vermeld, dat al bijna een kwart
couw, zulk een verordening bestaat in dë polders
Waard cn Groet in Noordbolland, en-waar die ook
steeds gehandhaafd wordt, als 'iets zeer gewoons
wordt beschouwd. De -polderwegen zijn er aanmer
kelijk beter bruikbaar door.
Ook in den Anna Paulownapolder, 'en meerdere
polders bestaat eeao dergelijke 'bepaling ia do
Polder-Verordening.
Verwondering mag bet dan ook baren dat de Alg.
Ned. Wielrijderdbond bij zijn streven -in deze, niet
meer medewerking -mag ondervinden.
uitvoer van schapen.
Amsterdam, 3 Sept. Naar wij vernemen is in de
kringen van belanghebbenden hier ter stede bericht
ontvangen, dat een uitvoerverbod van schapen in de
naaste toekomst kan worden tegemoet gezien.
Bij Koninklijk besluit van 2 September is do uit
voer van echapenvlieesch verboden.
mr. troelstra.
Amsterdam, 3 Sept Mr. P. J. Trofilstra is heden
via Arnhem naar Vevey vertrokken.
de koekanger moordzaak.
Naar aanjeiding van hot bericht in de „Avondpost"
betreffende de onthulling in de bekende moordzaak
in hef Koekang-erveld, heeft oen corref«pondent van
de Telegraaf te Hoogeveen op do markt aldaar, drie
van de .mvest bekende figuren 'in deze duistert; ge-
«chio.deoi's geïnterviewd en wel de gebroeders Klaas
en Koelof Bakker, alsmede Evert Viktorie. Deze
schrijft daarvan'het volgende:
Geen van drieën was nog ieJs bekend van hot be-
riclit in de „Avondpost". Victorie, dien wij mede
deelden, dat hij in dat "bericht werd aangeduid als
do hoofdschuldige, nam 'de zaak zeer kalm op en
verklaarde een gerust geweten te hebben.-Wel ver
klaarde hij, dat hij op dien bewuste® avond op
zeer korten afstand de hut van Bakker, -waar de
drievoudige moord werd gepleegd, is gepasseerd;
wel beeft bij vlak bij 'deze hut staan fluiten en
riepen of zijn kameraad (waarmede hij naar de
Emmer markt zou), odk langs de spoorlijn kwant,
maar wanneer hij had geweten-dat er zoo iets vree-
selijks zou gebeuren of gebeurd was, dan -had hij
daar niet langs gedurfd.
Wel is deze V. indertijd verdacht van den moord
en tweemaal voor den rechter van instructie ge
weest, ook is er huiszoeking bij hem gedaan, maar
overigens was er toen geen ander bewijs tegen hem
dan da* hij daar des avonds in de buurt is' geweest
en dut hij een paar plekken op zijn gezicht had,
waarvan de herkomst niet erg duidelijk was.
De gebroeders Bakker herinnerden wij er aan,
dat het juist dezen avond, wat dag en datum be
trof, precies zes jaar was -geleden, dat hun, vader
vermoord was. Odk dezen wisten nog niets van 't
bericht in de „Avondpost"; wij gingen naar een der
naburige cafó'S, waar hun het verhaal -\yerd voor
gelezen (ze kunnen nl. geen van beiden lozen) RoeT
lof zoowel als Klaas spraken den wensch uit, 'dat
de zaak uit mocht komen; ze erkenden zelf, dat zij
beiden het meest voor de daders werden aangezien.
Klaas gaf nog als zijn meening te kennen, dat een
zekere Van 'A. (die kort na den moord overleden
is) de dader geweest is; -deTSe had nl. hun vader
al een keer eerder mishandeld, waarvoor Van A.
drie maanden gevangenisstraf heeft gehad.. Deze zou
den moord uit wraak hebben bedreven.-
Hoe het z.rj, de zaak schijnt, volgens de „Avond
post", weer aan het rollen te zijn. zonder dat Klaas
en Roelof Bakker er iets van weten en zonder dat
de in de „Avondpoet" genoemde E. V. als hoofd
schuldige er iets van af weet.
yvi er ing er w aard.
Voor de keuring om bij den Landstorm te wor
den ingedeeld, komen hier in aanmerking:
.tearklasse 1913: Pieter Blaauboer, Arie Boerman
en Pieter Dissel.
.laarklasse 1914: 'Meijert Blaauboer Vries en Ta-
mis Braaf.
yviertngerwaard.
Werd eenige dagen geleden melding gemaakt, dat
alhier pogingen werden gedaan om een commissie
to formeeren voor een te -houden harddraverij, nu
kan worden vermeld, dat'een voldoend aantal per
sonen (zelfs waren er to veel) zich daartoe bereid
hebben verklaard.
lu een gehouden bijeenkomst is besloten, dat de
harddraverij zal worden gehouden 20 September
a.s. Een inteekealijst wordt reeds bij de ingezete
nen aapgeboden.
Er zal worden gereden onder de bepalingen der
Nod. 'Harddraverij- en Renvereeniging. Nadere bi-
zonderheden zullpn nog per advertentie worden be
kend gemaakt.
gestrafte bakkers.
Te Delft bad een scherpe contrële bet resultaat,
dat een zestal bakkers gestraft is wegens het ple
gen van handelingen in strijd met de bepalingen
van de regeling tot het verkrijgbaar stellen feu
goedkoop ongebUild tarwebrood. Dit beteekont voor
sommige bakkers een, vrij aanzienlijke schade, wijl
zij, om hun afnemers te behouden, toch als gewoon
lijk goedkoop brojud moetom leveren, hoewel zij
geen regeeringemefil kunnen krijgen
Mede is door B. en W. aan een twaalftal gezins
hoofden, voor korter of langer tijd, het recht ont
nomen regeeringSbPood te betrekke® van welken
bakker te Delft ook.
een jubileum.
De heer A. Eriks, burgemeester van Potten, hoopt
op 15 October a.s. don dag te hordenken, waarop
hij voor 40 jaar tot burgemeester dezer gemeente
werd benoemd
111JKSTUINBOU WYVINTERSCIIOOL.
Bij beschikking van don Minister van -Landbouw
zijn benoemd tot leden van do commissie van toe
zicht op de RijksfcuinbotiwwintersQhool te Alkmaar
de heeren G. Barton, Noordscharwoucte, C. J. Kieft*
Liinmen, A. van Reenen, Bergen (N.-H.), A. H.
Schaafsina A.Jzn„ Beverwijk, E. Tb. van der Stok,
De Rijp.
gelukkig toea al.
Op do Zaandamsche kermis werd in den macht
van Woensdag op Donderdag ingebroken in een
werptent, z.g. 'Amerikaansche Hoepla, en worden
eenige voorwerpen die als prijzen dienen ontvreemd.
Het toeval wilde, dat de bestolene des morgens
vroeg op reis moest naar den Boecb, zonder nog
bekend to zijn met hetgeen 's nachts gebeurd was.
Wijl hij voor een goede aansluiting te Amster
dam eenige uren moest wachten, besloot hij een
eindje de stad in te gaan. Zijn weg voerdo hom over
een marktplein, waar zijn aandacht getrokken werd
door een uitstalling, waarin op zeer voordelige
voorwaarden 'horloges en z.g. bai nsteenon sigaren
pijpjes te koop aangeboden werden, welke voorwer
pen hem zeer geschikt voorkwamen voor-zijn „hoe
pla". Na eenig over en'weer praten werd de koop
gesloten en werd besloten in een naast 'bijzijtul café
af te rekenen, tot er iets tusschenbeide kwam.
Een politieagent bad •ongemerkt de zaak, die hem
verdacht voorkwam, gadegeslagen. Verkoop er en
kooper werden verzocht mede naar het bureau te
gaan en daar bekende verkooper, na aan 'n scherp
verhoor onderworpen te zijn geweest, do voorwer
pen gestolen te hebben uit oen werptent te Zaan
dam.
„Welke werptent?" vroeg nu belangstellend de
kermisreiziger.
„Die op het Stadhuisplein," luidde bet'antwoord.
„Dat is do mijne," ktonik het daarop verbaasd uit
den mond van den bestolene.
Zonder de gelukjdgo tuwohenkomst van den agent,
had de bestolene zijn eigen -goederen teruggekocht.
Do dader werd in arrest gestold cn de ontvreem
de goederen in bedlag genomen.
de kermissen en de tijdsomstandighe
den.
ïn vele Zeeuwscbe gemeenten is door den raad be
sloten dit jaar geen kermis to houden, andere heb-,
ben tevens er handig gebruik van gemaakt zo-nwar
voor goed op te doeken, maar weer andere hebben,
na toestemming van den territorialen bevelhebber
in ZZeelond to hebben verkregen, besloten 't oude
volksvermaak to doen doorgaan.
JUBILEUM HOLLANDSCHE SPOOR.
Door de directie der li. U.S. M. is aan bel personeel
de volgende dienstorder gericht:
„Wij hadden verwacht, dat de tijdsomstandigheden,
welke ons in 1914 noopten de feestelijke herdenking
van den dag, waarop de Maatschappij vóór vijl-ea-
zcvcoUg jaren haar bedrijf oanvii»A uit ie stellen, zich
spoediger zouden hebben verbeterd
„In "deze verwachting teleurgesteld, hebben wij. waar
toch reeds door daarvoor een ander tijdstip te kiezen
aan die herdenking, waaraan wij een geschenk aan
het personeel zouden hebben verbonden, bet eigen
aardige karakter zoude worden ontnomen en bovendien
van verschillende zijden aangedrongen is het perso
neel in deze tijden zoo mogelijk door oen bijzondcren
maatregel to steunen, besloten van elke feestelijke her
denking van het 75-jarig jubileum u( te zien en thans aan
hel personeel, dat heden voor onhcpaalden tijd In dienst
der Maatschappij is, oene uitkecring te doen.
„Deze uitkemng. die uitbetaald zal worden op den trak-
tementstaat over September, zal bedragen voor hoofd
ambtenaren en ambtenaren een halve maand bezol
diging, voor beambten 14 dasen bezoldiging, en voor
werklieden 120 maal het uurloon, welke heden geno
ten wordt De toelage, bedoeld in het eerste lid van art
40bis der „Bepalingen omtrent het Personeel'*, zal go-
acht worden tol de bezoldiging te behooren.
De uitkeering zal mede geschieden aan het perso
neel, dat volgens aanstelling heden slechts voor een
bepaalden termijn in dienstis, doch bestemd is bh go-
bleken geschiktheid na afloop van dien termijn in dienst
te blijven.
„Aan ieder lid van het personeel, dat op 20 Sept 1914
langer dan een jaar in dienst der Maatschappij was en
thans nog in dienst is, zal tegen ontvangstbewijs eene
herinneringsmedaille worden uitgereikt''-
BEHEER VAN RUKSGOEDEÏIEN.
Naar aanleiding van het feit dat in een militair kleo
dingmagazijn pkm. 250 paar schoenen, z.g. zonder waar
de zijn ingeleverd, welke van nieuwe zolen waren voor
zien, heeft, naar de Avp. meldt de opperbevelhebber
van land- en zeemacht den troepencommandanten go-
wezen op ieders plicht om rijksgoederen op zoo zuinig
mogelijke wyze te beheeren, terwijl op de boogere
commandanten de verplichting rust op het door nun
ondercommaiïdanten gevoerde beheer toe te zien. Mocht
onverhoopt blijken dat een zuinig beheer te wenschen
overlaat, dan zal niet worden geaarzeld om streng op
te treden.
wieringen.
Voor de op Maandag 6 September as. te Schngm
te houden keuring voor de Nationale Militie (Land
storm), jaarklassen 1913 en 1914. zijn in deze gemeente
opgeroepen de volgende jongelingen: