GRATIS. -
lliiiiii Ritifs-
Mrattiilt- LaiMliiL
NIEUWE ABONNE's
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
EEN OFFER.
WOENSDAG 15 SEPTEMBER 1015.
SCHAKER
58ste Jüarngnn fa. 5660,
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor-
en ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
UitgeversTRAPMAN Co.
SCHAGEN, LAAN D 5. Int. Teleph. No. 20.
Prns per jaar f 8.Per post f 8.80. Losse nummers 6 cent
ADVERTENTIES van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ot
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
op dit blad ontvangen de num
mers tot 1 OCTOBER
in oorlogstijd.
Men schrijft uit het Rijnland aan de N. R. Gt.:
Sinds weken hangen in het buitenland vredesge-
ruchten in de lucht, geruchten van onbekende her
komst en die Reuter en 'Havas gemakshalve aian
den geheimen toeleg van Duitsche agenten toe
schrijven. Nu schijnen die' Duitsche!'agenten knappe
lui te zijn, en het zou mij geenszins verwonderen
op een goeden dag te lezen, dat de een of andere
vulkaanuitbarsting in een 'vijandelijk land door de
zelfde geheimzinnige macht is bewerkt 1
Verlangt men dan in Duitschland niet'naar vre
de?.... Ret antwoord is niet gemakkelijk te geven
en men zou "kort kunnen zeggen, dat men naar
een vrede verlangt, die 'inderdaad een volgend tijd
perk van vrede waarborgt. Doch geenszins naar een
vrede, die eenvoudig dit oorlogsbedrijf afsluit en
ruimte laat voor een volgend, dat het huidige vele
malen in ellende overtreffen zal!
Dit is kortweg gezegd het gevoelen van het
Duitsche volk, dat men vrijwel algemeen onder ver
schillende standen kan waarnemen. Er zijn natuur
lijk uitsonderingen, zwakke individuen, die maar
het allerliefste binnen een week vrede zouden wil
len hebben en als 'tegenstelling heethoofden, die te
gen een herhaling van den zevenjarigen oorlog geen
bezwaar zouden hebben.
Vraagt men naar de wijze, waarop een dergelijke
vredëswaarborg kan gebaseerd 'worden, dan volgen
verschillende uitingen, het allermeest de meening,
dat de tijd, die reeds zoovele verrassingen heeft
gebracht, ook hier raad dal schaffen. Men wijst-dan
op de eerste oorlogsmaanden, op den snellen door
tocht door België en Frankrijk, gevolgd door den
tegenslag a,an de Marne niet als evenwicht den
hardnekkigen "tegenstand, dien het Duitsche front
aan Fransche en Engelsche legers weet te "bieden
en die zoowel de afknatobeüngsmethode van Joffre
als de herhaaldelijk aangekondigde aanvallen-logen
straft; men herinnert daarbij aan den triomfante
lijk verheven stocfmwals, dié in-'Gaücië en in Oost-
Pruisen binnenrolde en die nu smadelijk moet be
rusten in den lof van, strategische „terugtochten"
oftewel nederlagen, die den tijd van den grooten
Napoleon in herinnering roepen.
Met geloovige berusting meent de Duitscher, dat
ook het slot dezer bloedige beproeving van hooger-
hand beschikt'zal worden.
Hij verlangt niet, hij 'wacht af; hij murmureert
niet, in het vaste geloof, dat alles in orde zal komen
in het belang van z ij n land, waarvoor hij bereid
ia goed én bloed te offeren. En zoo men rept van
inogelijken 'tegenslag, dan bijten zelfs de oudjes de
tanden op elkaar en spreken - van meegaan 'met hdt
geweer op schouder!
Of er dan geen oorlogsleed is in dit land? Geen,
dat uit alle krachten 'doet verlangen naar een spoe
dig einde?....
Ja, leed is er in overvloed! Tranen wanneer
kent men ze in ons moderne leven? ze zouden
nu zeeën kunnen vullen en als een wreede obsessie
ligt op dit Duitsche volk hei gescheiden -zijn van
hun familie-leden, van vader, of zonen, of broeders;
IA
„Maar hij weet vermoedelijk niet, hoe zwaar dek
mevrouw Geldern is. Vraag hem eenvoudig, wat hij
van'de toekomst denkt. Zijn nicht kan toch onmóge
lijk, zoodra haar zuster gestorven is, bij haar zwa
ger blijven, 1die strikt genomen niet eens haar zwa
ger is. Is Ilse publiek met u verloofd, dan kunt u
haar onmiddellijk bij bekenden onderbrengen. Ik
ben steeds tot uw dienst. De oude'man zal dat moe
ten inzien. Daor hij: buitengewoon gemakkelijk is
uitgevallen, is bij u misBchi,en wel dankbaar, als u
hem van de zorg vtopr zijn nicht ontslaat, en zal
gaarne een spoedig huwelijk zien. Met zijn toestem
ming in den zak kunt u tegenover Geldern heel an
ders optreden."
„U hebt gelijk, mevrouw. Ik zal het beproeven.
Hoe moet ik Ilse echter beWegen, om Glockenburg
te verlaten?"
„Zoolang mevrouw Geldern leeft moogt u dat niet
van haar verlangen. Dar kunt u baar niet euvel dui
den, stil, laat mij uitspreken, ik sta daarin ge
heel aan de zijde van Juffrouw Hanstein. Mon ver
laat geen doodzieke zuster, zelfs al "wordt dat ge-
eischt door den 'man dien men liefheeft."
„Ik 'heb niet geëischt of bevolen Jalleen vet-
zocht, dringend verzocht. Dat "was mijn recht"
„Neen, mijn beste Orilzin, dat recht hadt u niet.
U'zult dat nog wel eens'inzien,"
„Ilse bad mij 'moeten gelooven, ook als zij 'mijn
bewering, dat Geldern een hartstocht voor haar
gevoelde, niet begreep." J
Mevrouw Roson schudde "t hoofd.'Voorloopig had
zij evenwel genoeg gezegd. Haar woorden moesten
in de eenzaamheid op Ortein inwerken. Zij stond op
en ging naar de andere kamer, waar juist een lus
tig gekibbel was ontstaan over de speelwinst.
„Ziezoo, oudje!" MevroUw Rosen nam den arm
van baar man. '„Thans kun Je een vredespijp roo-
ken. Ik zal wel op het jonge volkje letten."
Mijnheer Rosen begreep haar. Hij maakte 't zich
gemakkelijk in een'boek van de sofa, gaf zijn gast
een goede sigaar en stoorde hem verder niet in zijh
gedachten. Beiden vonden het zoo uitstekend.
Mevrouw Rosen hamerde intusschen geduldig den
het weten, dat ze altijd in gevaar zijn, ontberingen
doorstaan, als een afschuwelijke nachtmerrie rust
dat angstgevoel op 'het Dbitsche volk.
Leego plekken zijn er in -overvloed, droevige 'fei
ten ontroeren vele dagen, spreken van nooit ge
kend leed! Geen menschennand zal in staat zijn, dit
oorlogsleed te beschrijven, dat met giftigen angel
doordringt in alle standen, dat niets ontziet, niets
schuwt, in paleis 'en stulp binnendringt, arm en
rijk te pletter slaatI Leed is er genoeg!
Waarom 'dan dit hardnekkig volhouden, dit dui
zendvoudig offer voor het eigen land?.... Het is,
hoe vreemd het klinken moge, de oorlogsangst, die
tot volhouden dwingt! 'Men heeft jarenlang geleefd
met onophoudelijk donkere wolken aan den -horizon.
Bij groote ondernemingen is telkens dat woord van
een mogelijken oorlog gebruikt, 'dat afschuwelijk
begrip, verlevendigd door politieke constellaties
rond de grenzen. Van andere zijde werd weer uit
voerig betoogd, dat geen oorlog'mogelijk kon zijn
en elke uitgave voor militaire doeleinden onzinnig
was; die stemmen vormden geenszins de minder
heid in dit Duitsche land, ze waren zelfs 'in de
meerderheid I
Men geloofde aan een internationalen band tus-
schen de volken, wees op de vele 'Russische en
Engelsche studenten, die de Duitsche universiteiten
bezochten, op de ultra-moderne, Fransche -schilder
kunst, die -'in Duitschland trots sterken tegenstand
meer bewondering vond dan in ■'Frankrijk zelf -en
wat niet meer! En zelfs nu, in oorlogstijd, herinner
ik mij, hoe "'wij, Hollanjdsche journalisten, aan de
lunch in Keulen aanzaten en tot groote verontwaar
diging der Keulsche autoriteiten moesten lachen oan
de vredesspeech van -den Engelschen -journalist, in
gebrekkig Duitsch uitgesproken.
Toen kwam de aanslag van Serajewo, de politieke
verwarring, die buiten de grenzen Duitschland de
schuld voor den noodlottigen oorlog toeschreef.
Duitschland, dat juist in dat jaar -millioeaen uit
gegeven 'had voor de tentoonstellingen te Leipzig,
te Keulen en te-Darmstaidi, dat'reeds vele rhillioe-
nen besteedde voor een expositie in 1916 te Dussel-
dorp! Feiten, die weieens vergeten worden!
Meer dan oorlog is gevolgd! Een campagne, die
men hier als niets anders beschouwt, dan als een
campagne van laster 'en leugen. Dit heeft diep in
het Duitsche volk ingeslagen. Herhaalde nederlagen
hadden geen grooter verbittering kunnen wekken
dan de „lastercampagne", die niet 'alleen op 1 de
oorlogvoerende landen, doch vooral op de neutrale
landen berekend was.-En deze "hebben geenszins ge
zwegen; in het particulier verkeer hebben zij vol
doende van hun meening doen blijken.
Dat heeft meer dan vroeger de 'nederlaag Van
Jena den Duitscher verbitterd. Zijn volk, welks be
schavingstoestand hij zelf 'meent te kunnen beoor-
deelen door de jaarlijksche reizen in-het buitenland,
heette nu ineens tot de barbaren, tot de Hunnen
te heboore'n, 'orrdat het Duitsche leger uit bit
teren, noodzakelijken, militairen plicht, zooals -men
hier overtuigd is heeft gehandeld zooals ieder
ander leger gehandeld zou 'hebben!
Men kan hierover van meening verschillen, maar
het is een 'feit, dat 'de isolöering van Duitschland
in de algemeene achting van het -buitenland be
werkt beeft, wat nimmer militaire drijvers moge
lijk geacht zouden hebben.
Dit schelden op de „barbaren" oftewel „boches"
is m.i. een der grootste fouten, die de geallieerde#
konden begaan. Tegenover een -groot e" krachtig
volk als hot Duitsche werkt het als koolzuur, dat
altijd bruisend leven 'wekken kan. En zoo 't Duit
sche volk, ondanks de bloedige -verliezen, ondanks
da wreede obsessie, die op dagen en nachten blijft
rusten, alles behalve oorlogsmoede is, dan is dat mee
de reactie, die op de caimpagne volgen moest! Op
merkzaam heb ik in de afgeloopen -maanden het
eenen'dans na den andere op Üe oude piano, daar
de jongo^ui plotseling grooten lust tot dansen had
den gekrego®. Maar zij offerde zich niet -tevergeefs
op voor het welzijn harer nicbtjen. 'Bij het afscheid
verzocht mijnheer Reitzenjslein -bet adres van de
oudere van Lilli.1
Dat was duidelijk genoeg, ook voor 'diegenen, die
Lilli's gloeiende wangen, gelukkig -stralende oogen
en Reitzenstein's verliefde blikken nog-wat raadsel
achtig hadden gevonden.
Ortzin ging met zijn vriend naar huis.-Hij hoorde
niet veel van zijü begeesterde-woorden, waanmeo hij
natuurlijk zijn geluk in allo toonaarden prees. Eerst
toen Reitzènstein erover begon, om Glockenburg te
koopen, werd bij opmerkzamer.
„Het zou voor mij bot 'allerbeste zijn, als Gel
dern op deze wijze uit den omtrek verdween," meeb-
de bij levendig. „En jij bleef ook mooi dicht bij
ons."
„Bepaald, en onze jonge vrouwen konden dan veel
met elkander omgaan."
Ortzin zuchtte. „Was het maar zoo ver!"
Toch was hij opgewekter geworden.
Zoodra hij zijn woning betrad, ging hij \an -do
schrijftafel zitten, en schreef den ouden 'voogd een
langen brief, waarin hij naar den raad van mevrouw
Rosen de 'omstandigheden uitvoerig uiteenzette en
mededeelde dat de dood van mevrouw Geldern niet
veraf meer was. 1
Het resultaat van dit schrijven moest nu voor-
loopig rustig worden afgewacht.
HOOFDSTUK'9.
Stille dagen 'en weken, de eentonigheid van een
lang ziekbed, een gestadig verminderen, een lang
zaam vernietigen der levenskrachten, er is geen
treuriger taak Voor een Verpleegster, dan zulk een
ziekbed. 1
Maar Hse liet den'moed niet zakken._Zij toonde
haar zuster steeds een opgewekt gezicht, geen-spoor
van zorg of verdriet was daarop 'te ontdekken. Se
dert weken had zij Irmate kamer bijna geen oogen-
blik verlaten, hoewel zich buiten reeds -eenige voor-
jaar-sboden vertoonden.
De mustechen tjilpten in de nog kale boomen. Een
paar zwarte merels huppelden over het -gazon. In
verborgen hoekjes van den tuin geurden viooltjes.
Irma zoog de door de open ramen binnenkomen
de n ilde lucht 'met gretige teugen in. „Het wordt
Duitsche 'volk gevolgd en steeds yond ik dit als
resultaat,
Eon belangrijke, bijkomstige omstandigheid is bo
vendien dit: juist in Duitsche geschriften had men
den komenden wereldoorlog afgeschilderd als iets,
dat korten tijd 'van leven zou hebben. In weinig
maanden zouden geen aanvullingsmanschappen meer
aanwezig zijn, het geld zóu op raken, de economi
sche toestand zou zoo hopeloos worden, dat aan
geen voortzetting meer té denken zoü zijn.
Het eerste dreigde in den aanvang bewaarheid te
zullen worden, maar-is spoedig'tot eon weinig on
rustbarend verloop teruggedrukt het tweede, geld,
is er in overvloed en het derde, de économische toe
stand, is eveneens spoedig-op normale! wegen terug
gekeerd.
Wel is alles duurder geworden, maar er heerscht
geenszins gebrek. Hetgeen bijv.-Bebel vertelde over
den oorlog van 1870, komt nu niet voor: Onder -den
arbeidenden stand heerscht m#er overvloed dan in
vredestijd. De mannen, die thuis kunnen blijVen.
verdienen dubbele loonen en zij, die in het veld
staan, zien vrouw en "kinderen van staatswege ver
zorgd. De steden hebben groote voorraden-ingekocht
en verkoopen deze weder tegen inkoopsprijs aan
minvermogenden.
Do vermogende klasse vindt gelegenheid te over
om uit de 'milliarden der oorlogsleeningen fortuin
te verzamelen; de middenstand, die 't -meeste lijdt,
klaagt niet uit patriotisme.
Wie hier in de'groote, Duitsche steden komt zon
der van oorlog te weten, hij zou 'het waarlijk niet
merken, als hij de vele militairen niet zag. Met
October beginnen weer de schouwburgen te spelen,
conc erten, heel het leven van den-gewonen winter
wordt hervat.
En in de restaurants gaat het als gewoonlijk, Za
terdag-en Zondagsavond zit het/'stompvol met be
zoekers I In de week koimen de gewone stamgasten.
■Ik zou haast het verschrikkelijk woord gaan ge
bruiken, dat men.... aan 'den ooblog 'gewend raakt,
gruwzaam begrip, dat men alleen door het bekende
assimilatievermogen -van, den 'mensch kan verkla-
ren!
Leed is er in overvloed, beproeving in allerlei
mate. Doch boven dat alles geldt voor den Duitscher
het hei! van zijn land; hij heeft in Jde afgeloopen
maanden gevoeld, dat mén zijn land onrecht aan
doet en hij 'wil ervoor lijden!
En men moge over 'oorlog denken, hoe men wil,
in die gTOote, in die almachtige vaderlandsliefde
schuilt'toch ook veel' schoon»!
KEN NIEUWE MILITAIRE MAATREGEI*
Men meldt uit Oldenz&al:
Duitschland verbiedt-aan alle mannen in den leef
tijd van zeventien tot'vijf-en-veertig jaar, het land
te verlaten. Te Benthéim werden heden zeventien
personen aanlgëhouden.
AVONTUUR VAN EEN DUIKBOOT.
Een oorlogscorrespondent van de „Vorwarts heeft
den commandant van een Duitsche duikboot-gespro
ken, die hem oa.. vertelde, hoe hij eens ternauwer
nood aan het grootste gevaar is ontsnapt. Midden in
het vijandelijke oorlogsgebied werd hem eensklaps
het kompas stukgeschoten. Zonder verbinding mot
andere Duitsche schepen, ver van de Duitsche kust
verwijderd, dreef de duikboot doelloos rond, niet in
staat onder, noch boven den weg naar het vader
land terug te vinden. Na eenigen tijd-kreeg hU-voe
ling met een Duitsch station vopr draodlooze tele
grafie, 1'lotseling wist menin Duitschland, dat daar
ginds, honderden mijlen verwijderd een van de
kleine grijze -vissollen hulpeloos rondzwom. Wat tc
doen? Het was onmogelijk een kruiser of een torpe
doboot ie hulp te zenden; doch eindelijk verklaarde
oen vlieger van de marine zich bereid, de duikboot
op te zoeken. Hij 'vloog weg "van de kust over vij
and olijke verkenning8booten, over vijandelijke eeka
len te," zeide zij zacht.
Zij sprak het niet uit, maar Ilse verstond der on
uitgesproken woorden, die hadden moeten -volgen:
„Het is de laatiste die ik zal beleven."
Ilse wischte ongomerkt-een paar tranen weg. Om
haar zuster niets te laten merken zocht -zij vlug
een paar boeken uit de kasfc en legde die op -lrma's
bed. „Hier, kleine blauwkous! Dat heb "Je toch het
liefste. Hoe kan men nu den heeien dag lezen!"'
„Als ik lees, laat ik een ander voör mij denken,"
antwoordde ïrma rustig. „Het is een weldaad. Zelf
to denken doet zoo'n pijn."
Ilse zwopg. De stem weigerde haar den dienst.
Zij had het streng bewaarde geheim harer zuster
roeds lang geraden. Irma had haar man nog altijd
lief oven krachtig cn hartetochtelijk als op den
eersten dag. Zijn koelheid en onverschilligheid -brak
haar bet hart. Maar 'zij was -te trotsch, om ook
maar door een zucht te klagen.
Dikwijls zag Ilse den onrustig luisterenden blik
in lrma's oogen, als buiten iKurfs schreden hoor
baar werden. Zij zag dan net bleeke gezicht door
een hoopvol blosje herleven; het ontmoedigende -ver-
bleeken der trekken, het teleurgestelde terugvallen
dér teedere gesta'te, als de voetstappen 'haar deur
voorbijgingen.
Als Kurt echter werkelijk eens bij de zieke bin
nentrad en naar haar 'toestand vroeg, dan was lr
ma's 'toon even rustig als den zijne- 'Zij verzócht
heim nooit om te blijven. Boog hij zich over haar
heen, om haar te kussen, dan wendde zij het hoofd
af, zoodat zijn lippen alleen 'beur haar beroerden.
Ilse voe'de meermalen 'een gloeienden toorn te
gen Kurt in zich opkomen. Kon hij dan niet raden,
wat er in Irma omging! Waar zij, de zuster, het
reeds lang had bemerkt! Hij was toch lrma's echt
genoot! Hij moest toch deze gesloten, zeer gevoe
lige natuur kennen!
Was het 'te veel, 'om eens de moeite te doen
over Irma na te denken? Als zij er eens met fhem
over sprak? Maar wat konden zijn afgedwongen
liefdcsbewijzen helpen? Het fijne oor'van Irma zou
maar al te duidelijk den gemaakt bezorgden toon
ontdekken.
Onwillekeurig kwam er in het verkeer van Hse
met Kurt een zekere prikkelbaarheid te voorschijn,
die zij niet kon onderdrukken.
Hij brak zich het hoofd, om de oorzaak.te vin-
_jn, van haar koelheid. Zou Irma tegen'hem intri-
gueeren en in Ilse met alle macht de herinnering
dors, tot hij 'op de aaügegeven plaats de duikboot
vond. De vlieger daalde tot bijna op het water neer
oen paar toeroepen, een hoera eon paar signalen
met Ylaggen dan draalde hij zich langzaam om
en do grijze visch volgde het 6poor van don witten
vogel, tot beide eindelijk de Yaderlandsche kust
italïaansche voorzorgen.
Uit Berlijn, 13 September. De militaire medewer
ker van de Gorriera'della Sera publiceert zijn vijf
de artikel over hot afgeloopen oorlogsjaar, waarin
hij betoogt, dat de Entente in het 'einde zal over
winnen, Niettemin, meent hij, dat Italië zich moet
dekken tegen d9 mogelijkheid, dat Duitschland reeds
eerder met gToote macht Italië zou overvallen en
hij raadt dringend aan, dat Italië zich op verdedi
ging zal voorbereiden, al wil hij hot tegenwoordig
agressief optreden niet afkeuren. Men dient reed»
nu langs do grens heel veel loopgraven'aan to log
gen. De forten zijn, volgens den schrijver, niet be
stand tegen moderne 'artillerie. Alles wat spade fcn
houweel kan banteeren, moet meewerken; loop
graaf achter loopgraaf moet ontstaan cn met veel
geschut worden voorzien. Men 'moet den Duitschen
aanval vóór zijn, anders is het te laat.
de handel van engeland.
In een artikel over de blijvende! voorspoed op han
delsgebied als voornaamste voorwaarde waarop En
geland in staat zal zijn bij voortduring zijn bond-
genooten in ruime mate financieel-te steunen, 'geeft
de Westminster Gazette bizonderheden omtrent de
steeds toenemende bedrijvigheid in -de haven van
LoDden, en zegt, dat daardoor elk, die neerslachtig
mocht zijn over den terugtocht dei- Russon uit Polon
moet worden bemoedigd. 1
Voor eengroot deel is, volgens het blad, 'deze
toeneming van dén handel te danken aan „do
stille vermeerdering van den handel der groote Duit
sche havens, waarvan onze oommundqué's niet rep-,
pen, maar 'die niettemin teen veel doodelijker slag
zijn voor Duitschland's hulpbronnen en prestige 'dan
de ontruiming van Polen voor de bondgenooten kan
zijn." De goederen, die 'het overvloedigst zijn in
de havens, zijn juist die, waarbij het volk 't meeste
belang heeft, nl. granen, vleesch en wol. De eerste
zeven maanden van 'dit jaar zijn 255.000 ton wol in
de have» van Londen ingevoerd, tegen 161.000 'ton
in hetzelfde tijdvak van 1914. De ^vaarde van het
thans meer ingevoerde, 'dat bijna geheel aan vijan
delijke havens is onttrokken, is <12 millioen pond.
Voor graan zijn de cijfers 1.442.000 ton tegen een
hoeveelheid van 1.183.000 ton vorig jaar. De graan
voorraden zijn thans driemaal zoo 'groot als toen
de oorlog begon.
Do toeneming'in den invoer van vleesch bedraagt
22.000 ton.
Ten aanzien vain hout* dat veel komt uit -het oor
logsgebied, was men aanvankelijk eenigszins be
zorgd, maar dat is nu -voorbij.' Er komen veel
schepen van Zweden en Archangel en het aantal
houtschepen 'was de 'vorige ma^and zoo groot, dat
vele te Gravesenüc moesten wachten -op ligplaats.
De invoer van zachte houtsoorten is dit jaar het
hoogst geweest-sedert 1909.'
De invoer van thee-Is in'do«eerste zeven maan
den mot 20.000 ton toegenomen, de -hoeveelheden
koffie, die 'te Londen aankomen, zijn grooter dan
in jaren 't geval is geweest; do "voorraad koffie is
mot 40 procent gestegen. Dit komt in -hoofdzaak,
omdat de haven van Hamburg niet toegankelijk is.
Nu uit Smirna geen 'tapijten en-gedroogde vrach
ten worden aangevoerd, maakt mon in Indiö do
tapijten na voor Mi van de prijken en Zuid-Afrika
en Californië zullen gedroogde -vruchten leveren.
afstanden.
Wij volgen op onze kaarten werd er ooit zoo
veel aan aardrijkskunde gedaan als in het laatste
jaar? de oprukkende beweging dor Duitsche cn
aan Ortzin levendig houden? Best mogelijk!
Zijn ijverzucht spiègoldo hem duizend mogelijk
heden vöor. Hoewel hij eiken dag zeer nauwkeurig
den postzak onderzocht, kon er toch 'wel door een
bode een brief naar binnen worden gesmokkeld, of
zJJ konden elkaar toevallig ontmoeten!
Als hij zijn liefde maar aan IlseTiad mogen ver
klaren! Hij achtte er zich reeds toe in staat, 'den
eigenwijzen, koudbloedlgen Ortzin, die haar-zoo ge
makkelijk had opgegeven^ uit haar hart te verdrin-
fen. Maar hij moest met bovenimenschelijke zelfbe-
cersching ieder teedcr 'woord, eiken liefdevoilen,
blik vermijden zoolang Irma leefde.
Hij steundo.' i
Vandaag had de dokter, hem de verzekering gege
ven, dat lrma's kwaal, hoewel ongeneeslijk, niet ab
soluut doodelijk was. Bij goede verpleging, groote
oplettendheid en vermijding van elke opwinding, kon
zij nog verscheidene maanden mistechien jaren
leven. Ni'ettemin was bij een dergelijke hartkwaal
ook een plotselinge 'dood niets ongewoons.
Was het zoover met hem gekomen, dat hij -ver
langde naar den dood zijner eigen vrouw?
Ja, voor zichzelf kon 'hij het niet ontkennen. Hij
wenschte haar'dood. lederen dag dat zij-nog leefde
was een verlenging van zijn pijniging. Voor haar
zelf was 't ook het beste, wat had zij aan'zulk een
ellendig bestaan?
Mistroostig zat bij aan zijn schrijftafel.
Hij wilde den brief van Reitzenstein beantwopr-
den, die hem vroeg of hij op een der komende dagen
Glockenburg aan een deskundige wilde laten zien.
Maar hij kwam tot geen besluit.
Hoe, kon hij hij de ziekte zijner vrouw maatre
gelen tot den verkoop nemen? Voorloopig was het
voor hem afwachten.
Hij zag 'I's© met haar grooten tuinhoed buiten
staan. Hij opende het raam. „Wil 'je gaan wande
len, Ilse?" 1
„Ja, Irma wenscht het"
Plotseling kreeg'hij argwaan. Zou zij met Ortzin
een afspraak hebben?
„Waar ga je heen?"
„Dat weet ik nog niet."
„Mag ik Je vergezellen?"
..Neen, Kurt blijf thuis bij Irma. Zij heeft van
nacht weer een aanval van hartezwakte gehad."
Kurt fronste het voorhoofd. Irma, steeds weer
Irmal
(Wordt vervolgd.)