Schager Courant.
Ch. H. Th. SCHMALZ
Prachtvolle Sorteering
Kleeding naar Maat
n
Scha gen. Laagzijde B 61. Tel. Interc. No. 15. Schagen.
Ulsters, Demi-Saisons, Regenjassen, Rij-jassen, Fiets-Capes, Fiets
en Motor-Jekkers, Broeken en Beenstukken in Gummi, Waterproof en Leder.
Aanbevelend, Ch. HL Th. SCHMALZ.
ZATERDAG 9 OCTOBER 1915.
58ste Jaargang No. 5674.
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
UITERSTE WIL.
PSYCHOLOGISCH PROBLEEM,
't Deed hein droevig, pijnlijk aan, dat op de plaats
van ouden, goeien oom, twee weken geleden ge
storven, meneer De Zwart zat, op zijn dooie
Semak. de boenen makkelijk uitgestrekt. Met veel aati-
acht bekijkend 't barnstoenen mondstuk van hot pijpje,
waarin een sigaar- was gestoken. Over hem zat tuntc
Mina.Met haar eeuwig, naar 't scheen nooit-geroed-
komend haakwerkje. En Paul merkte, voelde dadelijk,
dat er iets vreemds in de lucht zat Iets dreigends dat
hem hot ademen belemmerde, alsof een hand zachtjes
x'n keel dichtwrong. Meneer De Zwart bloedeigen
broer der weduwe van wijlen oom Hendrik, nu voor
veertien dagen door een beroerte getroffen en binnen
den tijd van een uur uit het leven weggerukt had
nu een aparte manier van rookeu. Keek Paul aan op een
wijze, die den jongen man huiveren deed. Hij had
steeds afkeer gevoeld voor oom's zwager. Als oom
Hendrik, zaliger gedachtenis, hem een extraatje toestopte,
dan kon meneer De Zwart met een hatelijk-jaloerschwi
grijns zeggen: Hein, je bederft dien jongen. Jongelui
moeten :t met zoo ruim hebben. Ik begrijp !trac waar
achtig niet van iemand, die zooveel ervaring en kijk
op menscheu heeft!...
Maar dikke, goedige, medelijdend-aangelegde oom
lachte om de waarschuwing. Hij had Paultje slee-Is
onder zijn bijzondere protectie genomen. Paul wis
„geen hoogvlieger". Een wat-schuchter, volgzame, dom
me knaap. Op <lo H.B.S. was. het ten slotte niet ge
gaan. En toen Paul voor de derde maal in de vierde
klasse zou blijven stoken, maakt men er nu een eind
aan. Paul x'n moeder haa nagenoeg geen fortuin. Moest
in hoofdzaak van een pensioentje leven. Oom Hendrik
sprong voortdurend bij. Bekostigde Paul Zn leeren.
Maar op zekeren dag had oom, 't in zijn hoofd gekre
gen om te hertrouwen. Met de reeds bedaagde mevrouw
ae „weduwe Staveren, geboren De Zwart. En Paul z'n
moeder had dadelijk beseft, dat de zaken verkeerd zou
den loopen, zoodra oom er niet meer zijn zou... De
nieuwe gade nam de teugels stevig in handen, begon
nieuwe wetten te maken in 't huis van ex-weduwnaar.
't Werd tijd, vond nieuwe tante dat de jongen
wat verdienen ging; op eigen beenen leerde staan. Men
vond een plaatsje voor nem op 'n kantoor. Na een
Êaar maanden kreeg Paul z'n moeder een hoffelijk
riefje van den patroon, of zij eens bij hem wilde
komen. Meneer wilde 't haar liever zeggen dan over
zulke dingen te schrijven, was ietwat piinlyk.... Paul
voldeed niet Werkelijk, men had op alle mogelijke
manieren op -drie afdeelingen van uitgebreid kantoor
getracht nut van hem te trekken. Vruchteloos!....
Hij was droomerig, vergeetachtig, nonchalant, zonder dat
er van opzet of luiheid sprake zou wezen. Meneer
gaf den goeden raad, een anderen weg in te slaan.
Maar: wat?
„Tja!" zei patroon, zooveel doenlijk moederlijk ge
voel van bezoekster willend sparen „tja! Lieve me
vrouw. dat is niet makkelijk. Het jonge mensch is ook
physiek niet geschikt voor de militaire caméra Hij
is noch tegen geestelijk, noch tegen lichamelijke inspan
ning opgewassen. Rentenier. dat zou nog 't aller
beste wezen!" Patroon lachte om z'n scheids, maar
voelde tegelijk het ruwe en pijnlijke ervan. De weduwe
dacht aan nieuwe vrouw van oom Hendrik.... Paul
werd volontair in de zaak van iemand, die nog met
z'n vader bevriend was geweest Als „aanmoediging"
gaf men hem tien guldon in de maand. Maar dat
moest voor z'n collega's geheim blijven. Paul was
volontair. Moest heel makkelijk werk doen. Lijsten
met namen, verifieeren, vergelijken. Brieven overschrij
ven, boodschappen naar 't postkantoor doen, die de
hoeren liever niet den looper toevertrouwden. En zoo
meer. Hij had geen ambitie. Deed werktuigelijk zijn
Elicht De nieuwen patroon had kassian, met stupiden,
rechteloos onbeduidende zoon van zijn voor jaren
overleden vriend. Wjst hoe de zaken bij weduwe stonden.
Had Paul ceais 'n pluimpje gegeven, toen hij een
boodschap nogal handig had gedaan. Hem op den
schouder geklopt. Gezegd: Ik maak je mijn compli
ment, hoor! Dat heb jo er patent afgebracht, jongen.
Als 't zoo doorgaat, dan zie ik jo nog wel promotie
hier maken!"
Dat was voor Paul een heerlijke zonnige dag
geweest De aanmoedigende woorden verkwikten hem
echt Hij deed-met grooten ijver 't machinaie-makkelijKe
werk, hem opgedragen. En droomde van een toe
komst, waarin ze nog versteld zouden staan van dat
zelfde domme Paultje.
Toen was de groote slag gekomen. Het sterven van
z'n moeder, 't Erfenisje viel nog tegen. Een paar ken-
'nissen speculeerden op z'n goedgeloovigheid. Hij leende
geld, waarvan liij nooit centime terugzag.
Oom Hendrik beknorde hem. Maar hield Paul de
hand boyen het hoofd. Elke maand zou hij veertig
gulden krijgen. Met de lien, die volontair verdiende.
kom h Ij er best komen. Vyf en dertig voor zijn kamer
mol pension. Vijltion voor de rest „menu plaisir" inbe
grepen. De kennissen, die al geaasd hadden op de
nieuwe leeningen, verdwenen allengs. Paul leefde rustig,
eenvoudig. Hy had geen „dure behoeften", 's Zondags
at hij bij oom Hendrik. En merkte dan wel, hoe
tante Mina hem de brokken uit den mond zat te kijken.
Met haar stckcrige, loerende, grijzige oogjes. Soms
maakte zii ook een stekelig-spottende opmerking Dan
guf oom haar 'n wenkje en zij zwoeg, rood wordend
van woede over oom zn liefde voor ncefja
Wat Paul, in die dagen kort na den dood van
z'n moeder niet wist, 't was, dat tante Mina al
haar best deed om haar man te bewegen, de toelage te
verminderen. Maar dat was vruchteloos. En ten slotte
was van nature zaeht-gocdig mannetje kriegel gewor
den. Had hij „eens voor aP' vrouwtje verzocht, over
dat chapiter te zwijgen. Zo gehoorzaamde. Ziedend van
woede. Maar ze beraamde plannen voor de toekomst
Haar zin zou ze krijgen. Al kwam de. onderste steen
boven. En den loop aer dingen was tante Mina won
derbaarlijk behulpzaam. Oom had maken van testa
ment, waarin Paul zou „bodacht" worden, telkens uit
gesteld. Eorst zou 't bii het sluiten van z'n tweede
huwelijk gebeurd zijn. Maar tante Mina had den stand
der zaken wondorguuw doorzien. Met broer de situatie
besproken. Ze snapte: nu zou o.a. neef Paul bedacht
worden. Verklaarde dat zij 't „griezelig*! vond en zij
huiverde bij 't zeggen dier woorden, haar shawl vaster
wikkelend om haar schouders om tegelijk met trou
wen testament te maken. Ze noemde voorbeelden van
in zoo'n geval heel gauw sterven van een der echtge-
nooten. Volgzaam-goedig oompje, liet zich bepraten
En toen zo een poosje getrouwd waren, kwam tante
op den inval dat het toch wel goed zou wezen, om
elkaar erfgenaam te maken. De langst-levende alles!....
Zij was stevig taai-vrouwtje, met ijzeren gestel. Oom
Hendrik wns twaalf laar ouder. Leed wist zij
aan s-uikerziekte, verder gevorderd dan huisarts hem
eigenlijk precies had willen zeggen...
t Was een risico! Zij en broer De Zwart hadden er
heel lang over gepraat. Ze had tot conditie gesteld: elkaar
universcel-erfgenaain makend, zonder meer. Natuurlijk
zou hij weten wat maar wie dacht daar nu aan?
haar tegenover Paul te doen zou staan. Wantrouwde
mannie haar?...
„Hendrik", had broer De Zwart gezegd, die toevallig
het echtelijk gesprek bijwoonde, tot oom gezegd, „je
moet me niet kwalijk nemen. Wij zijn zwagers en
vrienden, niet waar?.... Maar, eerlijk gezegd, je moest
je schamen.
En tante Mina hield snikkend haar zakdoek tegen
de oogen.
Voor goedig-oompje was 't oen strijd geweest Maar
hij zwichtte ten slotte...
Het testament werd gemaakt De ^angst-levende" ailes.
Daarmee uit
Een half juar later maakte een beroerte een eind
aan oom's leven.
Tante Mina was universeel-erfgename.
Meneer De Zwart had Paul een sigaar toegereikt
En tante Mina zat buitengewoon naarstig te haken
aan het werkje, dat nooit gereed scheen te komen.
„Zie-je, waarde vriend". vzei tante's broer, zich in
dikke rookwolken hullend en strak naar het plavond
van zitkamer turend, terwijl de groote stoel van wijlen
oom Hendrik, waarin hg 't zich gemakkelijk maakte,
piepte en knarste, „zie-je, waarde Paul. we moe
ten eens ernstig praten".
Do jonge man, bleek-krachteJoos, volontairtje, zat daar,
de handen telkens samenwringend. De sigaar hem
zooeven gepresenteerd, in mondhoek. Al-angstiger wor
dend...
„Zie-je", zei moneer De Zwart, ,.ik zhl maar dadelijk
met de deur in huis vallen. Jo oom zaliger, mijn diep-
betreurde zwager, was wat je noemt een goed man.
Een braaf man. 'n Edele ziel. Maar... hij was al te
goed. Om kort te gaan, zijn nalatenschap heeft daar
van de bewijzen achtergelaten, 't Is niot meegevallen.
Lang nietl....
Tante schudde het hoofd en keek, even met
haken ophoudend. Paul aan met koud-nijdig gezicht.
„Lang niet!" echode zij.
„Je zult", hervatte meneer De Zwart, „van mijn
zuster niet vergen, dat zij ontbering lijdt terwille van
familie, die haar niet eens in den bloede bestaat. Dat
zul je, dat kun Je niet verlangen!..."
Paul wachtte. Tante Mina haakte. Meneer De Zwart
pufte rookwolken uit
„Maar!" hernam hij, de toppen der vingers samen voe
gend, lfmaar, mijn waarde zuster Mina heeft je oom
waarlijk geacht en liefgehad. Ondanks de teleurstelling
der nalatenschap wil ze in alles 1... Versta je wel, in al
les I, respecteeren wat zij kent als het verlangen van
den dierbaren overledene.... Kijk eens hier, Paul!", zei
meneer De Zwart opeens, warmen toon aanslaand en
zich uit iajn lastige houding oprichtend. „ik zal
vertellen hoe de zaken staan. Van die veertig gulden
per maand is natuurlijk voortaan geen sprake. Dat
begrijp je natuurlijk ook wel. Maar ie kunt voortaan
prompt 'den eersten van elk kwartaal vijf en twintig
rden krijgen. Je behoeft dat bedrag niet eens te halen.
zal wel zorgen, dat je het. tegen kwitantie na
tuurlijk ontvangt Dat vervalt dus voor de eerste maal
over drie weken, niet waar? En om je te bewijzen hoe
zeer mijn zuster vervuld is van zorg voor je belangen,
ben ik gemachtigd je hier vijf en twintig galden aan
te bieden, geheel builen het andere om. Koop daar
een souvenir voor, denkend dat je brave oom zaliger
't ie cadeau heeft gedaan".
Èn meneer De Zwart legde een in vieren gevouwd
papiertje op de tafel neer. Naast een ander strookje,
kwitantie. Paul een vulpenhouder voorhoudend. Me
neer De Zwart was bovenal man van stipte orde...
Toen Paul een kwartier later, op straat stond
voor 't huis van behuwdtante herinnerde hij
zich maar heel vaag iets van de zooeven gebeurde din
gen. Hij had op kwitantie zijn naam gezet. Het bank
biljet in z'n vestzak gestoken. Gehoord, hoe meneer
De Zwart waarschuwde: Jongenlief, pas toch op. dat
je het gold niet verliest 1...
Wat Ly niet gehoord had was hetgeen broer De
Zwart tot zuster Mina zei, toen Paul al in de gang
stond:
„Zie jc 't nou?" aldus sprak tde broer, „weet je.
wat ik jammer vind?... Dut we hem niet met een
tiontje por kwartaal hebben afgescheept
Dat was het psychologisch-merkwaardige van het ge
val, dat de Rechtbank te beoordelen had.
Van den half-simpelen, schuchteron jonkman, nauw-
liiks twintig jaar oud en wiens antecedenten wel op
allerlei ramp en tegenspoed, maar nergens op neiging
tot misdudig-zijn wezen... Die een aangeteekende brief
met vierhonderd gulden gestolen had.
Dat was het merkwaardige.
De gewoonte op 't kantoor bracht mee, dat de jon-
fen die 's morgens postwissels en aangeteekende stuk
en haalde, wat hom op 't postkantoor werd gegeven,
op schrijftafel van volontair Paul logde die de col
lectie dan aan patroon bracht, zoodra deze had laten
zeggen „dat hij er was". Procuratie-houder zette haastig,
machinaal, zonder op dat moment precies na te gaan,
vanwaar de diverse stukken kwamen, machtiging tol
ontvangst En dat was, gelijk gezegd 't psychologisch-
mcrkwaardice.
De zdfbeheersching, de geraffineerde kalmte, waar
mee Paul dien ochtend tegenover patroon was op
getreden. Die, ondanks vluchtige notitie, door pro-
cura tic-houder gemaakt, den verwachten brief met
de vierhonderd gulden toen miste.
„Den brief van Donkei's en Co.v uit Rotterdam, zie
ik nietl" had patroon gezegd, „Ixij staat toch op het
„ik heb u alles gegeven, meneer", zei Paul.
Patroon keek hem, hefel even scherp, met tikje wan
trouwen aan.
Had loopjongen binnen geroepen. Procuratie-houder
was er niet. Vreemd geval...
„Enfin", zei patroon, „ik zal Donkers even schrij
ven"...
Aan Paul merkte hy absoluut niets. Maar dat extra-
f;eraffineerde van zijn verder doen. Hoe hij, v>-
ontair, die den brief met geldzending gastolen had,
per laatste post namens patroon aan firma Donkers
te Rotterdam meldde, dat de aanvankelijk vermiste
brief terecht was...Zoodat 't dagen duurde, voordat er
cenig licht in 't geval kwam!....
Over dat psychologisch-zonderlinge heeft de Rechtbank
zeer lang gedelibereerd. Had men hier te doen met
een stompzinnigheid-simuleerendc, dubbel-geraffineerde
boef in den dop? Of met een soort van ganschelyk-
minderwaardig door angst en wanhoop onder dreigend
hongerleven, plotseling en zeer tijdelijk tot misdrijf
i sluw overleg gedreven, geprikkeld?...
Do Rechtbank heeft Paul ten slotte met medelijdende
clementie gevonnist
Maar wanneer ik den nu- ongeveer tot idioot-gewor
den zwerver zie loopen op straat in z'n vervallen plunje
en met z'n dof starende al minder begrijpende, suf
fige oogen, dan komt my toch vaak voor den geest
dat uurtje, toen meneer De Zwart Paultje meldde, op
welke wijze tante Mina den uitersten wil van wijlen
haar dierbaren echtgenoot eerbiedigde en uitvoerde
MAITRE CORBEAU.
Uit en Voor de Pers.
ABRAHAM DE PROFEET.
De Standaard bevatte eergisteren, onder den titel:
Aardschok, het volgende stukje, waarvan wy aan onze
lezers geen woord willen onthouden:
„Op z October zijn er wederom teekenen van aard
beving waargenomen, en ditmaal in een geheel andere
wereldstreek dan de vorige. Nu toch kwam het be
richt er van uit Londen, en gemeld werd, dat er een
aardschok was waargenomen in de twee Engelsche
Graafschappen Cumberland en Dumfries.
Gelukkig viel geen schade te constateeren, die door
dezen aardschok was teweeg gebracht, maar het feit
van de actie in den aardbodem op die plek in Engeland,
viel toch niet te ontkennen.
Nu is het opmerkelijk, dat er binnen korten tijd al-
zoo aardbevingen plaats grepen in Italië, in Zuid-
Amerika, in A.zië, en nu in Engeland, alzoo zelfs in
het Noorden van Europa.
Leg nu naast deze seismographische berichten wat
de Christus voorzegd heeft, gelyk dit ons in Matth.
24:7 en Markus 13:8 door de Evangelisten wordt voor
gelegd, dan staat daar, niet alleon dat or aardbevin
gen in verband met Voleinding te wachten zijn, maar
zeer bijzonder dat het „aardbevingen zijn zullen in
onderscheidene plaatsen".
In verband nu vooral met het bericht ook van de
Vesuvius, de Etna en de Stromboli, dat nog nimmer
deze drie vuurspuwende bergen aldus tegelijk in actie
waren geweest, zoodat thans iets plaatsgreep, dat
nog nooit was voorgekomen, trekt dit nieuwe bericht
uit Londen van zelf zeer de aandacht
Gelijk mdn weet, wordt ook in de Openbaringen van
Johannes, als teeken van de naderende Voleinding,
keer op keer op zulke aardbevingen gewezen. Niet
zoo, alsof tegelijk daarmee het einde intrad, maar als
iets dat bij het anderen der Voleinding als voorberei
ding te wachten stond.
Zonder nu te willen beweren, dat het einde nabij
is, blijft het toch de aandacht trekken, dat de combi
natie van „oorlogen en geruchten van oorlogen" met
tijdelijke aardbevingen „in onderscheidene plaatsen",
niet kun nalaten om aan de dingen die komen konden,
te herinneren.
Het bevreemdt althans, dat er, niettegenstaande al
wat ons ter oorekwam, nogizoo tal en tal van Christenen
gevonden worden, die zelfs 't letten op zulke ver
schijnselen der moeite waard niet achten.
Bedoelt het Evangelie het niet anders?"
Aldus de Standaard.
De N.R.Ct voegt er aan toe:
Waar moet men zich, vragen wij ons af, meer over
verbazen, over het geloof aan een dergelijke bcteekenis
van die aardschokken by een man met zoo'n helder
brein als do schrijver van de astcrikscn in de Stan
daard, of over een zoo nuchter stukje van iemand, die
aan <*lo aardschokken een dergelijk, voor hem dus
overweldigende, heteekenis toekent
In de Heraut van verleden week was dr. A. Kuypcr
aan zijn honderd-tachtigste artikel (telkens nagenoeg
van een bladzijdo) „Van de Voleinding in de Ce
reeks, het 3e hoofdstuk. De aardschokken kunnen hem
misschien nog Jieel wat stof leveren voor zijn dikwijls
belangwekkende- beschouwingen. Maar hij zal zich dan
door die aardschokken dioper geschokt moeten toonen.
Gemengd Nieuws.
GRONDSTOF VOOR DEN VIJAND.
De „Echo de Paris" deelt mede, dat in Duitschland
uit beenderen, die van Frankrijk uit naar Zwitserland
worden gevoerd, glycerine wordt gewonnen en deze
bij ,de vervaardiging van munitie wordt gebruikt Daar
door is Duitschland zelfs in staat, beenezwart voort te
brengen, dat over Nederland 'naar Italië wordt ge
voerd. Op deze wijze wordt de Fransche industrie op
nieuw concurrentie aangedaan.
MARGARINEHANDEL.
Een geheel ongewoon schouwspel biedt thans de
grensstreek onder de gemeente Losser. Er heerscht
daar overdag, bij avond en ^zelfs vaak in den nacht
een nooit gekende bedrijvigheid, voortspruitende uit
een reusachtigen handel in margarine van bewoners
uit do grensgemeenten met de naburen aan de over
zijde der grens. Til, Duitschland heorscht algemeen
groot gebrek aan, allerlei vetten, en 'de boter is er
schreeuwend duur. Nu gaan de overburen, bij de
Hollandscho grensbewoners hun heil zoeken: zij
trachten voor een vrij hoogen prijs Holl&ivdscha mar
gartne in elke hoeveelheid op te koop en? Eu du
Nederiandsche handelsgeest is plotseling ontwaakt
in allen, die er maar do gelegenheid voor vinden,
het zoo door 'de Duitsohers begeerde fabricaat op
te doen.
En zoo kan, men daat thans margarinehajidelaars
in do grootste verscheidenheid aantreffen: winkeliers
kooplieden, gTossiers, boeren, 'fabrieksarbeiders en
-arbeidsters, werkloozen, enz. 'enz. Spoortreinen en
vrachtwagens kunnen niet de dagelijks ''gevraagde
hoeveelheid aanvoeren. En, o wee! 'wanneer er eens
een belangrijke zending zooals b.v. deze week
voor onderzoek wordt aangehouden! Dan is niet Lei
den, maar Losser in last. Honderden en honderden
omsingelen de aangehouden waar waarvan de uit
voer toch niet verboden is, hoort men aan alle kan
ten tientallen vrouwen met leege kinderwagens,
mannen met bokkewagens; vrachtrijders met hun,
gespan, wielrijders, allen staan ze mopperend af te
wachten, wanneer hun toch eindelijk!'de gelegenheid
zal gegeven, worden, hun bestelde margarine in
ontvangst te nemen en grenswaarts te vervoeren.
Want aap gene zijde der grens staan bun over
buren te wachten, om de begeerde waar voor
eigen gebruik of wederverkoop in ontvawst té ne
men. En 't zijn niet alleen Duitsche grensbewoners,
die er zoo geduldig op de komst der Hollandscbe
margarine staan te wachten, neen: van heinde en
verre zijn de Duitsche handelaars zelfs met eigen
gespan gekomen, om 'de zoo begeerde Hollandsche
kunstboter te koopep en te vervoeren. En de Hol-
landsohe verkoopers en verkoopsters Varen er wel
bij. Enorme winsten maken grossiers en groote win
keliers, en 'de kleinere „koopman" heeft nog nim
mer zoo'n goeden tijd beleefd. En de Hollandsche
grenswacht moppert, dat zij is gesteld 'ter bewa
king van een grens, waarover zooveel geld ons 'and
wordt „binnengesmokkeld" en waarvan de Hol
landsche soldaatjniat mag profiteeren, hoewel iiij er
do mooiste gelegenheid voor 'had. En bij dien in
ternationalen handel wordt er nog heel wat meer
„verhandeld", dat nu juist het daglicht niet al te
goed kan verdragen. 'En grenswacht en kommiozen
staan hiertegenover vaak machteloos. Zoolang deze
reusachtige uitvoer van, 'margarine blijft aanhou
den, zal aan den smokkelhandel in allerlei andore
artike'en geen paal en werk te stellen zijn.
Men meldt uit Enschede aan de Tel.:
De zoo veel besproken margarinehandel in deze
streken schijn,t zijn einde nabij te zijn, want de ver
voerders van margarine werden te 'Enschede door
de politie aangehouden en naar het politie-bureaii
geleid.
Hier werd de margarine gedeponeerd en de na
men der vervoerders opgeschreven.
Naar wij vernemen, is deze maatregel bevolen
door den tem tori alen bevelhebber te Zwolle, op
grond der wet op het in staat van beleg verklaarde
;ebied.
(Combinatie G E B R. B E R V O E T 8).
Opent het SEIZOEN met een
JONGEHEEEEN- en KINDERJASSEN en JEKKERS in fantasie stoffen,
covercoat, blauw cheviot en ratine, van de goedkoopste tot de fijnste soorten.
Tevens prachtig
assortiment stollen voor
ook MANTELS en
MANTEL-COSTUMES.
Prima coupe gegarandeerd. Prijzen in verhouding tot kwaliteit, door vroegtijdigen
inkoop, beslist ZEER BILLIJK. Contant 2 °|0 korting.