Schaper Courant.
Ingezonden Stukken.
Staatsloterij.
BET GEHEIM VAN BE BE8BEBG.
Binnenlandsch Nieuws.
ZATERDAG 16 OCTOBES 1915.
58ste Jaargang No. 5678.
TWEEDE BLAD.
Mijnbeer do Redacteur,
Beleefd verzoekt onderöeteefcende opname van. het
onderstaande in uw veelgeksm biad, waarvoor bij ^oor-
baat mijn dank.
VERDRAAGZAAMHEID.
Nu de mooiiixitie reeds ruim. 11 maanden duurt,
kan mén zeer goed bemerken, dat de medewerking en
\erdi-aagzaumlie*i van de burgerij steeds aan het af
nemen is. Zelfc verandert dit soms in tegenwerking en
duldt toen Üe militairen niet meer. Dat dit grievend is
voor de personen in kwestie, behoeft hier geen betoog.
Men bedenkt helaas niet, dat het moerenaeel van hot
Nederlanjdsche leger personen zijn, die dovr do urtu-irei.-
diigjuaden gedwongen zijn hun vaderland te dienein. Zij
zijn uit hun familie en werkkring gerukt om1 het land
zoo ncotiig, ten kloste van hun bioeid te beschermen
voor het algtjmeen. Zij zijn burgers in militaire uniform
en wat meer zegt, mensohen zooals een ieder. Zij zijn
reeds lang (de dupe van de wissd vuiligheid bij de loting
on moeten dien last dragen tot het einde. Nu zou het
niet meen dan billijk zijn dat een ieder dat besefte,
vooral de burgerij en zij (die vrijgeloot zijn of door
omstandigheden vrijgesteld zijn Van eten militairen dienst
Wat te denken van het. onderstaande:
ie Eindhoven is een gebouw van den R.-K. Bond en
daar zou toch zeer zeker een militnar rekenen op gast
vrij heid. maar helaas.
üp Zondagavond 3 Octaber 1915 werd aldaar een
uitvoering gegeven door den Bond va.i Sigarenmakers
en Sigaremiiuaksters tegen een entrée van f 0.10. Dit was
dus «en uitvoering voor het publiek opengesteld en
gezien het g-.-ringe beding, was dut oen welkom iets voor
vela militairen, om eens te midden van eön burgorgcael-
scliap Ihun Zondagavond te slijten. Bij de zaal komende,
werd echter medegedeeld: „Militairen mogen niet war
den toegelaten".
Mij noot eenige andere militairen wendende tot den
president van dén Bond van Sigarenmakers, den heer
Gieie, werd ons toegang verleend, waarvoor wij hier
dien heer dank zeggen.
in de zaal zittende, wachtte ons al direct een onge
gronde bemerking, n.1. bij het bestdk*i vetn consumptie
aan een kellner. die later bleek te zijn de hoer Jan
Vogel, sigarenmaker te Strijp. wend ons zonder de minste
aanleiding toegesnauwd: „Jelui moeten oppassen, anders
ga je er uit!" Om nu onaangenaamüiodetn te voorkomen,
beten wij ons die opmerking welgevallen.
Het verdere verloop van don avond ondervonden
wij geen bijzonderheden, tot na afloop van het derde
bodiijf van het stuk wat opgevoerd werd. Na het zak
ken van het sdherml werd. dit wederom; gehaald en
verscheen ten tooneele de heer Giele in bijzijn van den
Eerw. heer Geurts, kapelaan te Eindhoven. Naidait oun
stilte was gevraagd, nam laatstgenoemde het woord en
klonk het bevel: „Militairen worden verzöcht de zaal
te verlaten". Hieraan voldeden wij, maar vroegen nog
eerst den heer Gifele, die ons bereidwillig toestemming
had verleend om die uitvoering bij te wonen, te spreken.
Deze stond ons te woord en deelde mede: „Het Bestuur
is verboden oan militairen toe te laten". Door wien
werd niet medegedeeld. Niettegenstaande dit verbod wer
den wij toch toegelaten, maar maakten daar geen ge
bruik van.
Bij ons rijst nu de vraag: „Wie verbood ons den
toegang?" Gezien de welwillende houding van het Be
stuur van don Sigarenmakersbonjd, komen wij tot het
antwoord „Het Bestuur van hot R.-K. Bomdsgebouw",
waar zeer zeker personen met kerkelijke macht bekleed',
zitting hebben. Verder door denkende, komt toen tot
de conclusie, dat de toegang wod verboden door de
R.-K. geestelijken.
Jammer is het, ja zelfs te betreuren, dlat de perso
nen die het leger, in deze de militairen, krenken,
niet genoodzaakt kunnen worden om zelf den militairen
rok te dxagenj en eens aan den bjve te voelen wat
het zeggen wil om in deze omstandigheden niet te
worden geduld, zelfs vermaak op bescheiden voet tewor-
don ontzegd.
Bovenstaand stuk, tenminste ongeveer bovenstaand,
stuurde ik op aan de redactie van de Meierijsche
Courant ter opname, in de hoop, dat dit aan de
personen in kwestie ter oore zou komen; maar he
laas, hier ook al tegenwerking,
in het 4e blad van de Meiorijsche Courant van
Zaterdag 9 October 1915 (Na 122) leest men, onder
Correspondentie: „Militair te Leende. Zulk een
klacht hoort niet in een courant thuis. Wat heef*
bet publiek eraan ze te lezen en wat 'schiet u er
mede op ze te plaatsen? Welnu, wij zien dan ook
geen reden om tot plaatsing 'ver te gitou
Hierop zou ik antwoorden: Het is vel d .©lijk
noedig dut zulke handelingen, tegenover de ij ilitai-
ren, publiek worden, in de hoop, dat dit publiek eens
anders zal kijken en denken over militairen. Dat
publiek n oet indachtig zijn, dat de militairen in
het algemeen daar zijn om hun rechten t& verde
digen en, desnoods mei wapengeweld en 'opoffering
van het eigen leven. Dat dit zijn zonen uit het volk
in het algemeen en dat onder de militaire Jas een
hert klopt. Dat di« wezens zijn zooals een ieder
en nu reeds ruim 14 maanden verplicht zijn, om
gereed te zijn voor alles, te midden van een omge
ving die voor hen totaal -vreemd is.
Dat deze, klacht niet 'alleen staat, kan ik u be
wijzen en ook op grond van tegenwerking der R.-K.
geestelijkheid.
Te Leende word de zaal van het Patrooaatsge-
bouw voor, oantine gehuurd voor een ongekend hoo-
gen prijs, waarover de burgerij zelfs niet eens is.
In het huuraratrhet -zijn opgenomen de navolgende
bepalingen, o. a.: Alleen militairen hebben boe-
gang. Uitvoeringen mogen er niet gegeven worden.
Vrouwspersonen, mogen niet toegelaten worden.
Als men nu bet begrip oantine nagaat, komt men
tot de conclusie dat dit is een ontspanningslokaal,
wel mogelijk onder zulke bepalingen.-
Verder is men te Leende goed op de hoogte, voor
al. de kerkelijke overheid, met het gestelde in de
H. Schrift: „Hebt uw naasten lief gelijk uzelve." In
het contract hierboven aangehaald komt ook een
clausule voor: Veldpredikers mogen geen godsdienst
oefening in het lokaal houden. In'het lokaal zelve
vindt en niets dat doet denken aan ,hét R.-K. ge
loof en toch wordt de Protestantsche godsdienst ge
weerd. Waarom?
Dat dit pleizierig is voor ons -militairen uit het
Noorden, dus groctendeels Protestant, kunt u na
gaan. Hierdoor bewerkt men 'geen samenwerking,
aar kweekt men geloofshaat aar.. Het is te hopen,
dat deze letteren er toe zullen bijdragen, dat dit
ver ndere en dat het wordt' voorkomen, dat niet op
eeu g eden dag de militairen die Protestant zijn, zich
zul en fwenden van hun -collega's R.-K. Waar zou
dit ©en moeten als men samen moet strijden -voor
Óen doel?
Daarom weg met allen geloofshaat en tegenwer
king van dat gedeelte der burgerij -dat de militairen
rok draag'
IJ, Mijnheer de Redacteur, dankzeggende voor de
verleende plaatsruimte toeken ik
Hoogachtend,
EEN MILITAIR.
P-S. Andere couranten worden verzocht dit stuk
over te nemen.
VIJFDE KLASSE.
No
Trekking
van 14
October
1915.
19417 f 2000.
Ns
3875 15830 en 18166 elk f 1000.
N»
8473 8705 9280
15257
17561 17919 en
19237 elk
f 400
No
1662 3461 4331
6624 14184 en
19238 elk f 200.
Ns
169 636
3639 4135 4417 4589 5820 6216 11914
12502 12922 14132 16176 -en
19249 elk f 100.
Prijzen van f 70.
378
766
887
939
980
1031
1035
1451
1488
1583
1706
1711
1787
1792
1945
2075
2103
22-40
2400
2496
2540
2598
2785
2893
3122
3196
3397
3459
3.75
3547
3558
3802
3803
3917
3992
4021
4130
4256
4341
4380
4448
4468
-.609
4662
4869
4917
4927
4960
4979
5176
6226
5259
5261
5442
5532
5561
5588
5589
5681
5697
5893
5965
6021
6072
6121
6177
6220
6225
6239
6287
6300
6327
6494
6743
6881
6910
6957
7281
7283
7408
7661
8159
8211
8234
8236
8310
8366
8501
8631
8736
8738
8749
8935
8968
8969
9084
9110
9150
9174
9296
9300
9522
9523
9527
9545
9551
9661
9784
10053
10058
10148
10217
10321
10568
10597
10610
10733
10748
11046
11128
11443
11454
11596
11617
II82I
11822
11906
12027
12052
12119
12167
12276
12309
12326
12334
12384
12398
12492
12500
12505
12518
12535
12606
12617
13003
13040
13119
13174
13241
13510
43532
13609
13654
13883
13911
13967
13996
14083
14110
14220
14232
14429
14443
14462
14649
14755
14835
14894
14991
15017
15030
15242
15263
15355
15468
15568
15630
15727
15785
15886
15929
16157
16202
16222
16265
16271
16277
16341
16403
16610
16717
16886
16935
17001
17012
17013
17047
17089
17095
17163
17292
17338
17351
17352
17481
17624
17745
17944
18044
18180
18191
18204
18276
18346
48464
18612
18761
18813
18912
18954
18982
19560
19561
19863
20993
19934
1
20126
20185
20788
20956
20966
FEUILLETON.
6.
Nu moest Heydemaran bet zeggen. Hij bekende ÜBn
wachtmeester dan ook, dat mevrouw Driesen de
meening had uitgesproken, dat het meisje de die
vegge was.
„Och, lieve henpeï! 'Die verdraaide schroef de
weduwe Driesen! bromde de wachtmeester. „Het
is... het is.... Nu, hoort u eens," zeide hij1 beslist,
„u kunt mij golooven: u bevttndt zich op een zeer
verkeerden weg. Dat meisje beeft het onmogelijk
kunnen doen."
Heydemann dacht een oogenblik na. Mevrouw
Driesen bad hetonomstootelijk noodig geoordeeld
dat dit meisje 'en baar beminde gevangen zouden
worden genomen. De wachtmeester scheen de zaak
toch te licht op te vatten. Men kan nooit weten
tot welke dingen een verliefde vrouw in staat is.
En de mogelijkheid bestond toch in elk geval, dat
zij den diefstal gepleegd had.
Hij hield dus hardnekkig aan zijn verdenking
vast en eischte dat de beido - verdachten in arrest
gesteld zouden worden.
De wachtmeester trachtte Heydomann nog eens
te overtuigen, maar tevergeefs.
„Nu, mijnentwegen," zeide do politiebeambte ont
stemd, „ik zal er melding van maken en uw'wensoh
zal wel vervuld worden. Maar u kunt mij gelooven,
u maakt het ons en 'uzelf moeilijk. Dus u staat
er op?"
„Ja."
De wachtmeester baalde de schouders op, brom
de iets wat Heydemann niet verstond, en maakte
toen een beweging, die duidelijk beteekende dat 't
gesprek geëindigd was. Een zwakke hoop rijker ge
wonden verliet Heydemann het politie-bureau.
Verscheidene dagne gingen voorbij en er gebeur
de niets, wat de duistere geschiedenis zcru ophelde
ren. Met het feit, dat het geld 'verdwenen was,
scheen alles afgedaan. De politie kotn blijkbaar niets
in de zaak doen, zij scheen er-zich ook niet voor te
interesseeren. 1
Daarentegen onderging de positie van Heydemann
in hot huis van mevrouw Driesen een verandering.
Hij kwam sedert eenigen lijd iederen dag in het
buis cu was meermalen dischgeuoot.
Dit dageüjkschê bezoek vond zijn oorzaak in dom
gr t.*. ten vlijt» dien mevrouw Driesen aan den dag
legde. Zij scheen een schrijf»,anie te hebben. Zoo
als .ij het zelf eens ironisch noemde: haar positie
I veroorloofde Laajr, om te schrijven wat zij wilde.
Zij was, Heydemann verarm dat langzamerhand, de
j weduwe viui een geleerde, die als'bejaard man de
jonge Frederike Meinhold gehuwd had en na een
achtjarig huwelijk'was gestorven. Hij liet haar een
flink vermogen achter, dat haar onbezorgd deed te
ven en zelfs kostba?© wengebea kon doen bevredi
ger.
Maar van nature eenvoudig en'zonder pretenties,
bleef zij wt nu ©Ok, BaBT ipersoonlijke bekoorlijk
heden waren niet. van dien aard, om-indr.uk te ma
ken, en haar smaak was 'niet fijn genoeg, om de
opmerkzaamheid op haar ;te richten.
Mevrouw Frederike voélde haar gebreken, bijnja
onbewust, en het deed haar pijn. Zij gevoelde een
soort van nijd tegen haar ongeveer tien jaren 'jon
gere zuster, die door 'de bekoorlijkheid van haar
verschijning de mannen veroverde. Mevrouw Frede
rike wilde ook iets beteekenen, door .iets bizonders
de opmerkzaamheid op haar vestigen.'De naam-van
haar echtgenoot had tbij zijn lovgn een goeden
klank: hij was een-vlijtig werker en verzamelaar ge
weest eD zijn geschriften werden herhaaldelijk in
do couranten geprezen. Maar met zijn dood was de
zwakke roem verdwenen, de naam werd niet meer
genoemd, hr}t verkeer met "personen van beteekenis
op letterkundig gebied werd steeds minder, en me
vrouw Frederiko kwam zichzelf langzamerhand voor
als een beklagenswaardige prinses, die van, een
kleine vorstentroon moest afstijgen om onder de
groote menigte te verdwijnen, v
Toen las zij op zekeren, -dag in een courant 'hot
bericht, dat een schrijfster, die zij goed gekend had,
gestorven was. De redlactie, waaraan zij verbonden
was geweest» wijdde baar *ecn buitengewoon warm
artikel. Haar persoonlijkheid werd als liefdevol ge
schilderd, haar talent bovenmatig geprezen, haar
verhaalkunst yerheerlijkt, en tenslotte werd de hoop
geuit» dat de geschriften van deze schrijfster tot de
blijvende geestelijke schatten der Duitsche natie aou-
den behooren.
Mevrouw Driesen las dat artikel met zekére ver
wondering. Zij had die dame gekend. Het was een
eenvoudige, 'bescheiden vrouw geweest, Ja, zij had
romans geschreven en leefde daarvan. Maar 'dat zij
zoo beroemd was, zulk een beduidende; 'persoonlijk
heid dat wist zij tenslotte zelf niet eens.
En wat deze vrouw kendo, zou zij, Mevrouw Fre
deriko Driesen, piet kunnen? Eer,'roem -geld was
bijzaak alleen door oen paar romans! Plotseling
doemde -een breede, glatwnde weg voor haar op.
Jawel. Zij had ook iets geleerd, kon zich heel ge
makkelijk uitdrukken, zij kon net zoo goed'schrij
ven als die andere, en zij wilde schrijven.
En mevrouw Frederike nam de pen ter hand. Cri-
RAAD VAN HJEERilUGOWAARD.
Vergadering van den Raad der gemeente Heerhu-
gowa&rd, gehouden op Donderdag 14 October 1915.
Voorzitter de heer Van Slvoten, Burgemeester. Al
len aanwezig.
De voorzitter opent de vergadering, waarna de
notulen worden gelezen-en goedgekeurd.
Ingekomen is: verzoek van Guurtje Limmen, we
duwe Stam, 'Gornelio de Boer en Dr. A. C. G. Post,
om gedeeltelijke ontheffing van aanslag in don H.
Omslag, wegens vertrek uit de gemeente. Aan al
len toegestaan. Ook op een dergelijk verzoek van
den heer Driesen, wordt goedgunstig beschikt.
Is ingekomen een schrijven van een aantal bak
kers in deze gemeente met het verzoek, de op 18
Juni Jl. vastgestelde broOdverordening in te trekken,
uitgezonderd voor roggebrood.
De heer Overtoom vraagt, waarom hier zoo'n
broodverortieeing is .gemaakt.
Voorzitter licht in, dat dit is oan kwaliteit en ge
wicht. Het ging vóór de verordening er was, niet bij
gewicht. En dan'kon de hoeveelheid heel wat vel
schil opleveren, voor denzelfden prijs. De hoeda
nigheid, die op 't oog toch niet zoo goed is te zien,
dan nog daargolaten. Zoodoende is de verordening
in 't leven geroepen op gewicht en op kwaliteit Nu
is het wol eenigszins moeilijk voor de bakkers, om
dat het gewicht er volgens verordening moet zijn
en omdat de nóam op het brood moet zijn gestem
peld. Maar 't is toch niet zoo erg, of het is wel
te doen. Motieven worden er .in dit verzoek niet ge
geven; er zijn geen overwegende redenen in ge
noemd. Ik ben er niet voor om nu op dit verzoek
een verordening te gaan intrekken, die we nog zoo
kort geleden hebben vastgesteld.
De heer Overtoom vindt echter, laat de bakkers
liever vrij blijven. De concurrentie is sterk genoeg,
dat ze gedaan krijgen, indien zij geen goede waar
leveren.
De heer Van der Oord: Ik was ook niet voor de
verordening. Maar nu ze er eenmaal is en nog zoo
kort ge'eden is vastgesteld, vind ik het toch gek,
haar nu duidelijk weer in te trokken.
De heer Overtoom zegt, dat het voor de hakkers
zoo moeilijk is, om ,het stempel er in te houden.
Voorzitter meent, dat die moeilijkheid wel wat
onder-vangen kan worden, door den stempel onder
het brood te bezigen.
De hoer Overtoom vindt» dat de bakkers het al
zwaar genoeg le verantwoorden .hebben, en ziet zoo
weinig nut in do -verordening.
Voorzitter: We zijn 'pas begonnen met 'de veror
dening en om die nu dadelijk in te trekken, daar
ben ik niet voor. Spr. stelt voer, op het verzoek af
wijzend te beschikken.
De heer Overtoom vraagt, hoe dat met do bak
kers is, die van buiten, hier komen. Zijn zc ;ook
onderworpen aan deze verordening? Voorzitter
zegt van wel. De heer Over toean vindt, anders
zou het ook nog erger worden.
Met allen voor wordt tenslotte op het verzoek
afwijzend beschikt.
Van het raadslid Poolland is ingekomen 'n schrij
ven, waarin hij wijst op zeer ongeregelde verdee
ling van onderhoudswerken der gemeente onder de
ambachtslieden. Adressant schrijft als zijn meening
neer, dat ieder voor het gemeentelijk onderhouds
werk in aanmerking komt; die bijdraagt in de ge
meentelasten behoort ook in de lusten te 'doelen.
Voorts wou adressant gaarne reglementen enz. aan
de raadsleden ter hand zien -gesteld en eindelijk
vraagt hij of, wanneer een raadslid een schrijven
aan het Gemeentebestuur zendt» dit als dienst wordt
beschouwd en portvrij is.
Voorzitter licht toe, dat een schrijven van een
raadslid aan het 'Gemeentebestuur niet portvrij is,
en niet als dienst wordt beschouwd. B. en W. heb
ben, "zegt spr„ het schrijven behandeld en voorzitter
zou wel graag willen weten, wat de heer Poolland
er eigeDlijlc mee bedoelt; is wat aan ambachtslieden
en winkeliers wordt gegund, voor een betere reger-
ling vatbaar?
De beer Poolland zegt t© hebben geschreven, het
mij bij ondervinding gebleken, dat wij van onder
houdswerken altijd verstoken blijven en dat er
roeerderen zijn, die van onderhoudswerken nooit ge
nieten. Spr. meent, dat het zijn plicht als raadslid
is, om in overweging te geven, dit beter te rege
len. Daarom stelt de beer Poolland voor, om de
gemeentelijke onderhoudswerken onder de ambachts
lieden te verdeelen en een maximum bedrag vast
te stellen, dat bereikt mag worden door een am
bachtsman, die gemeentewerk onderhanden Leeft, Is
dat bedrag bereikt, dan is de beurt aan een ander.
Al is het dan ook nog in "t midden van, den zomer.
Voorzitter zegt, dat het Dag. Bestuur er zooveel
mogelijk ^aar streeft» om gelijke verdeeling van
gemeenl<ork onder de ambachtslui te bereiken.
Ma..,- i uneer er aan school 1 een metselaar noo
dig is, kun je er toch niet een uit het Noordeind
ontbieden, evenmin als bet aan zou gaan, om bijv.
Offringa uit den Bas se weg, een karweitje in het
Noordeind op te dragen. Dat gaat natuur'ijk niet.
Voor schilders eu verschillende andere vakman -
schen, alsook L-renchtoffenhendeleren gaat het wel
om elk ongeveer zijn deel te geven. Alleen met de
timmerlieden brengt dat wei wat moeilijkheid inee.
We hebben hot gehad, dat Poolland indertijd geen
opgaaf weoBcbta t© doen. Ik heb gehoord van mijn
voorganger dat Poolland er niet'zoo graag naar
was. Wanneer we verkeerde ondervinding van een
opdoen, dan kunnen we dien voorbijloopen met het
werk, maar er wordt gestreefd naar zooveel mo
gelijk gelijke verdeeling. "t Is intusscheu mogelijk,
dat onze regeling voor verbetering vatbaar ia en
dan willen we daaraan gaarne een gewillig oor
leenen
De Leer Poolland informeert, wat werk het was,
waar hij geen opgaaf van wilde geven. Daar staat
hem beelemaal niets -'van voor.
Voorzitter: Uw broer loefde toen nog. 'I Is al
enkele jaren geleden. Maar ik weet uit het hoofd
zoo niet meer, wat het was.
De heer Poolland -meent, dat de gemeente niet
veel ondervinding van hen'zal hebben, want hij weet
zich den tijd niet te herinneren, dat zij 'iets voor de
gemeente hebben gedaan. Spreker herinnert er voor
zitter aan, met dezen een oixierhoud -te bobben ge
had, nog in het oude raadhuis en toen tot voorzit
ter te hebben gezegd, we.hobl>en hier een gemeente-
opzichter, die regelt het 'gemeentewerk, maar ik
heb oen broer, die is ook gemeente-opzichter, maar
na zijn1 benoeming heeft hij voor die gemeente nooit
meer iets gedaan en geen leverantie van de ge
meente meer genoten. Dat gaat hier heel anders.
Doch dat gaat niet op. Wie opzichter is, moet op
zichter blijven. Er staat mij totaal niets van voor,
dat wij geen opgaaf vobr gemeentewerk hebben
willen dc>eiL
Voorzitter: Dat is toch wel zoo. Het is geen
praatje. Maar ik weet zoo niet» -wat 't geweest is.
De h.-cr Poolland wijst nog eens op de regeling,
zooals hij die voor verdeeling van gemeentewerk
wenschelijk acht.
Voorzitter zegt: het is mii goed. Ik hen er wel
voor, het zoo eerlijk mogelijk te verdeelen.
Do heer Poolland is van oordeel dat niemand zal
zeggen, dat het zooals het nu gaat, billijk is.
Voorzitter vraagt» of bet gotil is, in de volgende
vergadering 'te komen met een voorstel tot nadere
regeling. De heer Overtoom vindt dit goed en dan
ook voor metselaars, schilders, enz. een regeling
meteen. En de gemeente-opzichter geen gemeente
werk meer. Dat is in strijd met de'Gemeentewet.
Voorzitter zegt: Daar heb ik ook al'over gedacht
en die'regeling, zooals nu lij Kt mij ook niet gunstig.
Maar bij mijn voorganger was dat al zoo en er is
op die regeling ten opzichte van den gemeente-op
zichter nooit aanmerking gemaakt.
De heer Schilder vraagt» aan hoeveel timmerlie
den het gemeentewerk thans wordt verdeeld.
Voorzitter noemt er een stuk of 8, 9 op. De beer
Schilder vindt .het goed, een lijst te maken van am
bachtslieden en 'later in den raad te behandelen.
Algemeen goedgevonden.
Ten opzichte van 's heeren Poolland's vraag in
den brief over het verstrekken van reglementen enz.,
is voorzitter van, meening, dat bet liever op de secre
tarie gevraagd had mogen worden, dan per brief.
Men kan ter secretarie alle gewenschte inlichtingen
immers krijgen.
De heer Poolland vraagt of er wat in steekt per
brief.'Voorzitter: Dat niet, maar bereidwillig stel-
len wo alles ter inzage en met zoo'n brief zou het
den schijn geven, of dat niet zoo is. Wil men af
schriften of afdrukken van .reglementen, die zijn te
bekomen. Voor een exemplaar -politieverordening
wordt 50 cents, voor i exemplaar bouwverordening
75 cents berekend. Voor de rtót is er geen bepaling
van. De boer Poolland zegt: nu er geen rond
vraag is, is men niet in de gelegenheid en moet
men schriftelijk iets indienen. —7 Voorzitter zegt:
aan hem, die een sof ander reglement wil hebben,
willen we het, indien het in voorraad is, met alle
pleizier geven. De lieer Poolland stelt zich met
de verkregen inlichtingen tevreden en voorzitter
sluit daarna do discussie hierover en wordt 't schrij
ven verder voor kennisgeving aangenomen.
Van do afd. Heerhugowaard on Omstreken yan
den Bond yan Nederl. Onderwijzers is ingekomen 'n
adres om ©enige verbetering in de salarissen der
onderwijzers te brengen. Die salarissen toch zijn
te "laag en voldoen niet aan bescheiden eischen. De
adressanten zien daarin gaarne 'wijziging, zoodanig,
dat de'bezoldiging wel aan bescheiden eischen voldoe!
De beer Mot zou "dit adres willen aanhouden tot
een volgende vergadering, om dan eerst nog van B.
en W. een voorstel te hebben, 't ls nu zoo onvoor
bereid. En 'dan zou iedér onzer er zich wat beter
ra kunnen werken. Algemeen goedgevonden.
Van Ged. Staten is goedgekeurd ingekomén, bet
raadsbesluit tot verhuring'van een klein gebouwtje
op de Kabel aan den beer Oudhuis. Van'den Minis
ter \-an Waterstaat is een missive ingekomen, waar
in het wordt goedgekourd, dat een hulptelegraaf- en
telefoonkantoor zal worden gesticht en ook wordt
mineele roman» waren steeds baar lievelingslectuur
geweest» en het scheen 'haar zeer eenvoudig zblke
verhalen te bedenken en. te schrijven.
Zij schreef vlijtig en volhardend, ofschoon, zij
r". i die gevolgen ha'tdon, welke zij ervan hoopte.
De couranten en tijdschriften, welke zij haar ma
nuscripten, toezond, stuurden ze weer terug. Allen
beweerden geen ruimte in hun kolommen te heb
ben en voor jaren van verbalen voorzien waren.
Ook de uitgevers, dien zij de romans aanbood, ver
klaarden, dat zij Jvoor langen tijd voorzien waren.
Zoo besloot mevrouw Frederike haar geschriften
op eigen kosten te laten'drukken en dan onder haar
bekenden te verspreiden. Dei- middelen daartoe bezat
zij. En zij schreef onvermoeid den eenen roman na
den andere. Zij droomde, dacht 'en leefde slechts
in crimineele zaken, iedere kleinigheid werd in haar
hoofd een sensationeele politiezaak. Eenmaal t
daarvan was zij vast overtuigd, zou de algemee-
ne aandacht op haar gevestigd worden, en de lang
gehoopte beroemdheid komen. „Mevrouw Frederike
Driesen, de beroemde romanschrijfster" dien zin
wenschte, wilde en moest zij eenmaal gedrukt lezen.
En nu scheen het werkelijk,-alsof het toeval haar
wilde helpen. Het merkwaardige voorval, dat slechts
enkele schreden -van haar woning passeerde, en
waarvan zij door baar dienstmeisje onmiddellijk op
do 'hoogte was gesteld, voerde den goeden August
Heydemann op baar weg. En in dien Heydemann, die
haar cérst slechts interesseerde als een object voor
een nieuwen roman, ontdekte zij een secretaris
zooals men nauwelijks beter kon wenschen,. Zij wiL-
de hem maar voor een papr dagen werk verschaf
fen, en vond in hem nu veel'meer dan een afschrij
ver, een helper, die verborgen bedoelingen begreep,
die zelfstandig dacht en werkte, die flink in orde
bracht wat bij de vlugheid 'van schrijven vergeten
was, die verbeterde wat verkeerd was.
En met het gevoel, met.de hoop, dat met' aoo*n
helper gelukken moest, wat tot dusver niet gelukt
was, ontwikkelde mevbouw Driesen een vlijt als
nooit te voren. De nog Jversch beschreven bladen
gingen in de handen van Heydemann over met de
volmacht, dat hij er geheel'naar willekeur en eigen
goeddunken moe kon handelen. Merernalen herkende
de schrijf steer baar eigen 'werk niet meer. Zinnen
en gedachten war^n volkomen veranderdf het was
iets geheel anders geworden, zeer verschillend van
datgene wat zij geschreven had. Hot scheen hem
bizonder veel genoegen te -doen, het geheel .anders
te maken dan mevrouw Driesen had gedaan.
„Ik heb mij veroorloofd," .'zeide hij schuchter, als
om zich te verdedigen. „Ik dacht, het was niet ge
heel juist» wat onwaarschijnlijk en als men er
nog een kleine geüaichte iujaschte, dan was bet da
delijk natuurlijker, en de gebeurtenissen zijn dan
eenvoudiger a meer vanzelfsprekend."
Mevrouw Driesen werd daar eerst wel wat pijn
lijk door 'geli fen eu meende, dat zij niet met .de
gedachten en voeren, van een vreemde mocht pron
ken. Maar spoedig was zij daar overheen. Zij liet
heiu zijn gang gaan, zonder veel aanmerkingen te
maken. En langzamerhand schoen'zij er met zekere
nieuwsgierigheid op te wachten, ,wat hij met haar
manuscripten bad uitgevoerd. Zij' noodigde hem da-
gelijksch ten eten en ontving hem steeds als iemand
die tot hot 'gezin behoort
Zijn verhouding tot Edith Meinhold 'werd ook ge
wijzigd, maar in een aDdere richting. In het begin
was zij even Iievenswaardig, vriendelijk on opmerk
zaam voor hem ajs op den eersten dag hunner .ken
nismaking. Zij vroeg zijn, tneemng over allerlei over
methoden van onderwijs, over muziek, wetenschap
pelijke vraagstukken, en zij luisterde dan altijd 'ge
duldig en met aandacht naar hem. Soms kon zij
hem aanzien, of hem toelachen, dat het hem warm
om het hart werd en onrustig daarbinnen.
Maar spoedig leek het heto toe, dat Edith luimen
had. Zij had oogenblikken, dat zij onvriendelijk te
gen hem was, onvriendelijk en koel, terwijl Heyde
mann zich vergeefs het hoofd brak over de'oorzaak
daarvan.
Dan veranderdezij weer en deed het baar blijk
baar leed. Zij werd weer vriendelijk en knoopte 'n
gesprek aan. Sedert eenigen tijd kwam zij telkens
weer op hetzelfde thema terug. Het betrof zïjiv per
soon, zijn toekomst.
Wat denkt u te beginnen als het geld niet te
ruggevonden wordt?" vroeg zij.
Hij keek haar aan, alsof zij iets onmogelijks be
weerd bad. „Als het niet teruggevonden wordt?"
herhaalde hij. „De pelitio.moet het vinden!"
„Maar Edith, hoe kun Je daar nu telkens .weer
over beginnen?" meende de zuster. „Wij zullen on
derzoeken en wij zullen er achter komen."
„Maar als het nu toch 'niet gevonden wordt?'"
hield Editb eigenzinnig vol. „Er gebeuren toch aile
dagen misdaden, zonder dat men den dader ontdekt.
Nu, mijnheer Heydemann, wat zu(t u dan begin
nen?"
„Dan zeido Heydemann, mismoedig de schou
ders ophalend, „dan ja ik weet het niet. fk
heb niet bet geringste idee. Ik deug nergens voor.
En weer naar huis gaan?-Neen.'... Js *dle hoop ver
dwenen, dan misschien, een stevig touw of zoo iets."
„Maar viel Editb ongeduldig uit,
„Lieve EÖitb, iaat dat!" zeide mevrouw Prï<«en
verwijtend. „Wij zullen wel zorgen, dat mijnheer