Schaper Courant. Ingezonden Stukken. Staatsloterij. BET GEHEIM VAN BE BE8BEBG. Binnenlandsch Nieuws. ZATERDAG 16 OCTOBES 1915. 58ste Jaargang No. 5678. TWEEDE BLAD. Mijnbeer do Redacteur, Beleefd verzoekt onderöeteefcende opname van. het onderstaande in uw veelgeksm biad, waarvoor bij ^oor- baat mijn dank. VERDRAAGZAAMHEID. Nu de mooiiixitie reeds ruim. 11 maanden duurt, kan mén zeer goed bemerken, dat de medewerking en \erdi-aagzaumlie*i van de burgerij steeds aan het af nemen is. Zelfc verandert dit soms in tegenwerking en duldt toen Üe militairen niet meer. Dat dit grievend is voor de personen in kwestie, behoeft hier geen betoog. Men bedenkt helaas niet, dat het moerenaeel van hot Nederlanjdsche leger personen zijn, die dovr do urtu-irei.- diigjuaden gedwongen zijn hun vaderland te dienein. Zij zijn uit hun familie en werkkring gerukt om1 het land zoo ncotiig, ten kloste van hun bioeid te beschermen voor het algtjmeen. Zij zijn burgers in militaire uniform en wat meer zegt, mensohen zooals een ieder. Zij zijn reeds lang (de dupe van de wissd vuiligheid bij de loting on moeten dien last dragen tot het einde. Nu zou het niet meen dan billijk zijn dat een ieder dat besefte, vooral de burgerij en zij (die vrijgeloot zijn of door omstandigheden vrijgesteld zijn Van eten militairen dienst Wat te denken van het. onderstaande: ie Eindhoven is een gebouw van den R.-K. Bond en daar zou toch zeer zeker een militnar rekenen op gast vrij heid. maar helaas. üp Zondagavond 3 Octaber 1915 werd aldaar een uitvoering gegeven door den Bond va.i Sigarenmakers en Sigaremiiuaksters tegen een entrée van f 0.10. Dit was dus «en uitvoering voor het publiek opengesteld en gezien het g-.-ringe beding, was dut oen welkom iets voor vela militairen, om eens te midden van eön burgorgcael- scliap Ihun Zondagavond te slijten. Bij de zaal komende, werd echter medegedeeld: „Militairen mogen niet war den toegelaten". Mij noot eenige andere militairen wendende tot den president van dén Bond van Sigarenmakers, den heer Gieie, werd ons toegang verleend, waarvoor wij hier dien heer dank zeggen. in de zaal zittende, wachtte ons al direct een onge gronde bemerking, n.1. bij het bestdk*i vetn consumptie aan een kellner. die later bleek te zijn de hoer Jan Vogel, sigarenmaker te Strijp. wend ons zonder de minste aanleiding toegesnauwd: „Jelui moeten oppassen, anders ga je er uit!" Om nu onaangenaamüiodetn te voorkomen, beten wij ons die opmerking welgevallen. Het verdere verloop van don avond ondervonden wij geen bijzonderheden, tot na afloop van het derde bodiijf van het stuk wat opgevoerd werd. Na het zak ken van het sdherml werd. dit wederom; gehaald en verscheen ten tooneele de heer Giele in bijzijn van den Eerw. heer Geurts, kapelaan te Eindhoven. Naidait oun stilte was gevraagd, nam laatstgenoemde het woord en klonk het bevel: „Militairen worden verzöcht de zaal te verlaten". Hieraan voldeden wij, maar vroegen nog eerst den heer Gifele, die ons bereidwillig toestemming had verleend om die uitvoering bij te wonen, te spreken. Deze stond ons te woord en deelde mede: „Het Bestuur is verboden oan militairen toe te laten". Door wien werd niet medegedeeld. Niettegenstaande dit verbod wer den wij toch toegelaten, maar maakten daar geen ge bruik van. Bij ons rijst nu de vraag: „Wie verbood ons den toegang?" Gezien de welwillende houding van het Be stuur van don Sigarenmakersbonjd, komen wij tot het antwoord „Het Bestuur van hot R.-K. Bomdsgebouw", waar zeer zeker personen met kerkelijke macht bekleed', zitting hebben. Verder door denkende, komt toen tot de conclusie, dat de toegang wod verboden door de R.-K. geestelijken. Jammer is het, ja zelfs te betreuren, dlat de perso nen die het leger, in deze de militairen, krenken, niet genoodzaakt kunnen worden om zelf den militairen rok te dxagenj en eens aan den bjve te voelen wat het zeggen wil om in deze omstandigheden niet te worden geduld, zelfs vermaak op bescheiden voet tewor- don ontzegd. Bovenstaand stuk, tenminste ongeveer bovenstaand, stuurde ik op aan de redactie van de Meierijsche Courant ter opname, in de hoop, dat dit aan de personen in kwestie ter oore zou komen; maar he laas, hier ook al tegenwerking, in het 4e blad van de Meiorijsche Courant van Zaterdag 9 October 1915 (Na 122) leest men, onder Correspondentie: „Militair te Leende. Zulk een klacht hoort niet in een courant thuis. Wat heef* bet publiek eraan ze te lezen en wat 'schiet u er mede op ze te plaatsen? Welnu, wij zien dan ook geen reden om tot plaatsing 'ver te gitou Hierop zou ik antwoorden: Het is vel d .©lijk noedig dut zulke handelingen, tegenover de ij ilitai- ren, publiek worden, in de hoop, dat dit publiek eens anders zal kijken en denken over militairen. Dat publiek n oet indachtig zijn, dat de militairen in het algemeen daar zijn om hun rechten t& verde digen en, desnoods mei wapengeweld en 'opoffering van het eigen leven. Dat dit zijn zonen uit het volk in het algemeen en dat onder de militaire Jas een hert klopt. Dat di« wezens zijn zooals een ieder en nu reeds ruim 14 maanden verplicht zijn, om gereed te zijn voor alles, te midden van een omge ving die voor hen totaal -vreemd is. Dat deze, klacht niet 'alleen staat, kan ik u be wijzen en ook op grond van tegenwerking der R.-K. geestelijkheid. Te Leende word de zaal van het Patrooaatsge- bouw voor, oantine gehuurd voor een ongekend hoo- gen prijs, waarover de burgerij zelfs niet eens is. In het huuraratrhet -zijn opgenomen de navolgende bepalingen, o. a.: Alleen militairen hebben boe- gang. Uitvoeringen mogen er niet gegeven worden. Vrouwspersonen, mogen niet toegelaten worden. Als men nu bet begrip oantine nagaat, komt men tot de conclusie dat dit is een ontspanningslokaal, wel mogelijk onder zulke bepalingen.- Verder is men te Leende goed op de hoogte, voor al. de kerkelijke overheid, met het gestelde in de H. Schrift: „Hebt uw naasten lief gelijk uzelve." In het contract hierboven aangehaald komt ook een clausule voor: Veldpredikers mogen geen godsdienst oefening in het lokaal houden. In'het lokaal zelve vindt en niets dat doet denken aan ,hét R.-K. ge loof en toch wordt de Protestantsche godsdienst ge weerd. Waarom? Dat dit pleizierig is voor ons -militairen uit het Noorden, dus groctendeels Protestant, kunt u na gaan. Hierdoor bewerkt men 'geen samenwerking, aar kweekt men geloofshaat aar.. Het is te hopen, dat deze letteren er toe zullen bijdragen, dat dit ver ndere en dat het wordt' voorkomen, dat niet op eeu g eden dag de militairen die Protestant zijn, zich zul en fwenden van hun -collega's R.-K. Waar zou dit ©en moeten als men samen moet strijden -voor Óen doel? Daarom weg met allen geloofshaat en tegenwer king van dat gedeelte der burgerij -dat de militairen rok draag' IJ, Mijnheer de Redacteur, dankzeggende voor de verleende plaatsruimte toeken ik Hoogachtend, EEN MILITAIR. P-S. Andere couranten worden verzocht dit stuk over te nemen. VIJFDE KLASSE. No Trekking van 14 October 1915. 19417 f 2000. Ns 3875 15830 en 18166 elk f 1000. N» 8473 8705 9280 15257 17561 17919 en 19237 elk f 400 No 1662 3461 4331 6624 14184 en 19238 elk f 200. Ns 169 636 3639 4135 4417 4589 5820 6216 11914 12502 12922 14132 16176 -en 19249 elk f 100. Prijzen van f 70. 378 766 887 939 980 1031 1035 1451 1488 1583 1706 1711 1787 1792 1945 2075 2103 22-40 2400 2496 2540 2598 2785 2893 3122 3196 3397 3459 3.75 3547 3558 3802 3803 3917 3992 4021 4130 4256 4341 4380 4448 4468 -.609 4662 4869 4917 4927 4960 4979 5176 6226 5259 5261 5442 5532 5561 5588 5589 5681 5697 5893 5965 6021 6072 6121 6177 6220 6225 6239 6287 6300 6327 6494 6743 6881 6910 6957 7281 7283 7408 7661 8159 8211 8234 8236 8310 8366 8501 8631 8736 8738 8749 8935 8968 8969 9084 9110 9150 9174 9296 9300 9522 9523 9527 9545 9551 9661 9784 10053 10058 10148 10217 10321 10568 10597 10610 10733 10748 11046 11128 11443 11454 11596 11617 II82I 11822 11906 12027 12052 12119 12167 12276 12309 12326 12334 12384 12398 12492 12500 12505 12518 12535 12606 12617 13003 13040 13119 13174 13241 13510 43532 13609 13654 13883 13911 13967 13996 14083 14110 14220 14232 14429 14443 14462 14649 14755 14835 14894 14991 15017 15030 15242 15263 15355 15468 15568 15630 15727 15785 15886 15929 16157 16202 16222 16265 16271 16277 16341 16403 16610 16717 16886 16935 17001 17012 17013 17047 17089 17095 17163 17292 17338 17351 17352 17481 17624 17745 17944 18044 18180 18191 18204 18276 18346 48464 18612 18761 18813 18912 18954 18982 19560 19561 19863 20993 19934 1 20126 20185 20788 20956 20966 FEUILLETON. 6. Nu moest Heydemaran bet zeggen. Hij bekende ÜBn wachtmeester dan ook, dat mevrouw Driesen de meening had uitgesproken, dat het meisje de die vegge was. „Och, lieve henpeï! 'Die verdraaide schroef de weduwe Driesen! bromde de wachtmeester. „Het is... het is.... Nu, hoort u eens," zeide hij1 beslist, „u kunt mij golooven: u bevttndt zich op een zeer verkeerden weg. Dat meisje beeft het onmogelijk kunnen doen." Heydemann dacht een oogenblik na. Mevrouw Driesen bad hetonomstootelijk noodig geoordeeld dat dit meisje 'en baar beminde gevangen zouden worden genomen. De wachtmeester scheen de zaak toch te licht op te vatten. Men kan nooit weten tot welke dingen een verliefde vrouw in staat is. En de mogelijkheid bestond toch in elk geval, dat zij den diefstal gepleegd had. Hij hield dus hardnekkig aan zijn verdenking vast en eischte dat de beido - verdachten in arrest gesteld zouden worden. De wachtmeester trachtte Heydomann nog eens te overtuigen, maar tevergeefs. „Nu, mijnentwegen," zeide do politiebeambte ont stemd, „ik zal er melding van maken en uw'wensoh zal wel vervuld worden. Maar u kunt mij gelooven, u maakt het ons en 'uzelf moeilijk. Dus u staat er op?" „Ja." De wachtmeester baalde de schouders op, brom de iets wat Heydemann niet verstond, en maakte toen een beweging, die duidelijk beteekende dat 't gesprek geëindigd was. Een zwakke hoop rijker ge wonden verliet Heydemann het politie-bureau. Verscheidene dagne gingen voorbij en er gebeur de niets, wat de duistere geschiedenis zcru ophelde ren. Met het feit, dat het geld 'verdwenen was, scheen alles afgedaan. De politie kotn blijkbaar niets in de zaak doen, zij scheen er-zich ook niet voor te interesseeren. 1 Daarentegen onderging de positie van Heydemann in hot huis van mevrouw Driesen een verandering. Hij kwam sedert eenigen lijd iederen dag in het buis cu was meermalen dischgeuoot. Dit dageüjkschê bezoek vond zijn oorzaak in dom gr t.*. ten vlijt» dien mevrouw Driesen aan den dag legde. Zij scheen een schrijf»,anie te hebben. Zoo als .ij het zelf eens ironisch noemde: haar positie I veroorloofde Laajr, om te schrijven wat zij wilde. Zij was, Heydemann verarm dat langzamerhand, de j weduwe viui een geleerde, die als'bejaard man de jonge Frederike Meinhold gehuwd had en na een achtjarig huwelijk'was gestorven. Hij liet haar een flink vermogen achter, dat haar onbezorgd deed te ven en zelfs kostba?© wengebea kon doen bevredi ger. Maar van nature eenvoudig en'zonder pretenties, bleef zij wt nu ©Ok, BaBT ipersoonlijke bekoorlijk heden waren niet. van dien aard, om-indr.uk te ma ken, en haar smaak was 'niet fijn genoeg, om de opmerkzaamheid op haar ;te richten. Mevrouw Frederike voélde haar gebreken, bijnja onbewust, en het deed haar pijn. Zij gevoelde een soort van nijd tegen haar ongeveer tien jaren 'jon gere zuster, die door 'de bekoorlijkheid van haar verschijning de mannen veroverde. Mevrouw Frede rike wilde ook iets beteekenen, door .iets bizonders de opmerkzaamheid op haar vestigen.'De naam-van haar echtgenoot had tbij zijn lovgn een goeden klank: hij was een-vlijtig werker en verzamelaar ge weest eD zijn geschriften werden herhaaldelijk in do couranten geprezen. Maar met zijn dood was de zwakke roem verdwenen, de naam werd niet meer genoemd, hr}t verkeer met "personen van beteekenis op letterkundig gebied werd steeds minder, en me vrouw Frederiko kwam zichzelf langzamerhand voor als een beklagenswaardige prinses, die van, een kleine vorstentroon moest afstijgen om onder de groote menigte te verdwijnen, v Toen las zij op zekeren, -dag in een courant 'hot bericht, dat een schrijfster, die zij goed gekend had, gestorven was. De redlactie, waaraan zij verbonden was geweest» wijdde baar *ecn buitengewoon warm artikel. Haar persoonlijkheid werd als liefdevol ge schilderd, haar talent bovenmatig geprezen, haar verhaalkunst yerheerlijkt, en tenslotte werd de hoop geuit» dat de geschriften van deze schrijfster tot de blijvende geestelijke schatten der Duitsche natie aou- den behooren. Mevrouw Driesen las dat artikel met zekére ver wondering. Zij had die dame gekend. Het was een eenvoudige, 'bescheiden vrouw geweest, Ja, zij had romans geschreven en leefde daarvan. Maar 'dat zij zoo beroemd was, zulk een beduidende; 'persoonlijk heid dat wist zij tenslotte zelf niet eens. En wat deze vrouw kendo, zou zij, Mevrouw Fre deriko Driesen, piet kunnen? Eer,'roem -geld was bijzaak alleen door oen paar romans! Plotseling doemde -een breede, glatwnde weg voor haar op. Jawel. Zij had ook iets geleerd, kon zich heel ge makkelijk uitdrukken, zij kon net zoo goed'schrij ven als die andere, en zij wilde schrijven. En mevrouw Frederike nam de pen ter hand. Cri- RAAD VAN HJEERilUGOWAARD. Vergadering van den Raad der gemeente Heerhu- gowa&rd, gehouden op Donderdag 14 October 1915. Voorzitter de heer Van Slvoten, Burgemeester. Al len aanwezig. De voorzitter opent de vergadering, waarna de notulen worden gelezen-en goedgekeurd. Ingekomen is: verzoek van Guurtje Limmen, we duwe Stam, 'Gornelio de Boer en Dr. A. C. G. Post, om gedeeltelijke ontheffing van aanslag in don H. Omslag, wegens vertrek uit de gemeente. Aan al len toegestaan. Ook op een dergelijk verzoek van den heer Driesen, wordt goedgunstig beschikt. Is ingekomen een schrijven van een aantal bak kers in deze gemeente met het verzoek, de op 18 Juni Jl. vastgestelde broOdverordening in te trekken, uitgezonderd voor roggebrood. De heer Overtoom vraagt, waarom hier zoo'n broodverortieeing is .gemaakt. Voorzitter licht in, dat dit is oan kwaliteit en ge wicht. Het ging vóór de verordening er was, niet bij gewicht. En dan'kon de hoeveelheid heel wat vel schil opleveren, voor denzelfden prijs. De hoeda nigheid, die op 't oog toch niet zoo goed is te zien, dan nog daargolaten. Zoodoende is de verordening in 't leven geroepen op gewicht en op kwaliteit Nu is het wol eenigszins moeilijk voor de bakkers, om dat het gewicht er volgens verordening moet zijn en omdat de nóam op het brood moet zijn gestem peld. Maar 't is toch niet zoo erg, of het is wel te doen. Motieven worden er .in dit verzoek niet ge geven; er zijn geen overwegende redenen in ge noemd. Ik ben er niet voor om nu op dit verzoek een verordening te gaan intrekken, die we nog zoo kort geleden hebben vastgesteld. De heer Overtoom vindt echter, laat de bakkers liever vrij blijven. De concurrentie is sterk genoeg, dat ze gedaan krijgen, indien zij geen goede waar leveren. De heer Van der Oord: Ik was ook niet voor de verordening. Maar nu ze er eenmaal is en nog zoo kort ge'eden is vastgesteld, vind ik het toch gek, haar nu duidelijk weer in te trokken. De heer Overtoom zegt, dat het voor de hakkers zoo moeilijk is, om ,het stempel er in te houden. Voorzitter meent, dat die moeilijkheid wel wat onder-vangen kan worden, door den stempel onder het brood te bezigen. De hoer Overtoom vindt» dat de bakkers het al zwaar genoeg le verantwoorden .hebben, en ziet zoo weinig nut in do -verordening. Voorzitter: We zijn 'pas begonnen met 'de veror dening en om die nu dadelijk in te trekken, daar ben ik niet voor. Spr. stelt voer, op het verzoek af wijzend te beschikken. De heer Overtoom vraagt, hoe dat met do bak kers is, die van buiten, hier komen. Zijn zc ;ook onderworpen aan deze verordening? Voorzitter zegt van wel. De heer Over toean vindt, anders zou het ook nog erger worden. Met allen voor wordt tenslotte op het verzoek afwijzend beschikt. Van het raadslid Poolland is ingekomen 'n schrij ven, waarin hij wijst op zeer ongeregelde verdee ling van onderhoudswerken der gemeente onder de ambachtslieden. Adressant schrijft als zijn meening neer, dat ieder voor het gemeentelijk onderhouds werk in aanmerking komt; die bijdraagt in de ge meentelasten behoort ook in de lusten te 'doelen. Voorts wou adressant gaarne reglementen enz. aan de raadsleden ter hand zien -gesteld en eindelijk vraagt hij of, wanneer een raadslid een schrijven aan het Gemeentebestuur zendt» dit als dienst wordt beschouwd en portvrij is. Voorzitter licht toe, dat een schrijven van een raadslid aan het 'Gemeentebestuur niet portvrij is, en niet als dienst wordt beschouwd. B. en W. heb ben, "zegt spr„ het schrijven behandeld en voorzitter zou wel graag willen weten, wat de heer Poolland er eigeDlijlc mee bedoelt; is wat aan ambachtslieden en winkeliers wordt gegund, voor een betere reger- ling vatbaar? De beer Poolland zegt t© hebben geschreven, het mij bij ondervinding gebleken, dat wij van onder houdswerken altijd verstoken blijven en dat er roeerderen zijn, die van onderhoudswerken nooit ge nieten. Spr. meent, dat het zijn plicht als raadslid is, om in overweging te geven, dit beter te rege len. Daarom stelt de beer Poolland voor, om de gemeentelijke onderhoudswerken onder de ambachts lieden te verdeelen en een maximum bedrag vast te stellen, dat bereikt mag worden door een am bachtsman, die gemeentewerk onderhanden Leeft, Is dat bedrag bereikt, dan is de beurt aan een ander. Al is het dan ook nog in "t midden van, den zomer. Voorzitter zegt, dat het Dag. Bestuur er zooveel mogelijk ^aar streeft» om gelijke verdeeling van gemeenl<ork onder de ambachtslui te bereiken. Ma..,- i uneer er aan school 1 een metselaar noo dig is, kun je er toch niet een uit het Noordeind ontbieden, evenmin als bet aan zou gaan, om bijv. Offringa uit den Bas se weg, een karweitje in het Noordeind op te dragen. Dat gaat natuur'ijk niet. Voor schilders eu verschillende andere vakman - schen, alsook L-renchtoffenhendeleren gaat het wel om elk ongeveer zijn deel te geven. Alleen met de timmerlieden brengt dat wei wat moeilijkheid inee. We hebben hot gehad, dat Poolland indertijd geen opgaaf weoBcbta t© doen. Ik heb gehoord van mijn voorganger dat Poolland er niet'zoo graag naar was. Wanneer we verkeerde ondervinding van een opdoen, dan kunnen we dien voorbijloopen met het werk, maar er wordt gestreefd naar zooveel mo gelijk gelijke verdeeling. "t Is intusscheu mogelijk, dat onze regeling voor verbetering vatbaar ia en dan willen we daaraan gaarne een gewillig oor leenen De Leer Poolland informeert, wat werk het was, waar hij geen opgaaf van wilde geven. Daar staat hem beelemaal niets -'van voor. Voorzitter: Uw broer loefde toen nog. 'I Is al enkele jaren geleden. Maar ik weet uit het hoofd zoo niet meer, wat het was. De heer Poolland -meent, dat de gemeente niet veel ondervinding van hen'zal hebben, want hij weet zich den tijd niet te herinneren, dat zij 'iets voor de gemeente hebben gedaan. Spreker herinnert er voor zitter aan, met dezen een oixierhoud -te bobben ge had, nog in het oude raadhuis en toen tot voorzit ter te hebben gezegd, we.hobl>en hier een gemeente- opzichter, die regelt het 'gemeentewerk, maar ik heb oen broer, die is ook gemeente-opzichter, maar na zijn1 benoeming heeft hij voor die gemeente nooit meer iets gedaan en geen leverantie van de ge meente meer genoten. Dat gaat hier heel anders. Doch dat gaat niet op. Wie opzichter is, moet op zichter blijven. Er staat mij totaal niets van voor, dat wij geen opgaaf vobr gemeentewerk hebben willen dc>eiL Voorzitter: Dat is toch wel zoo. Het is geen praatje. Maar ik weet zoo niet» -wat 't geweest is. De h.-cr Poolland wijst nog eens op de regeling, zooals hij die voor verdeeling van gemeentewerk wenschelijk acht. Voorzitter zegt: het is mii goed. Ik hen er wel voor, het zoo eerlijk mogelijk te verdeelen. Do heer Poolland is van oordeel dat niemand zal zeggen, dat het zooals het nu gaat, billijk is. Voorzitter vraagt» of bet gotil is, in de volgende vergadering 'te komen met een voorstel tot nadere regeling. De heer Overtoom vindt dit goed en dan ook voor metselaars, schilders, enz. een regeling meteen. En de gemeente-opzichter geen gemeente werk meer. Dat is in strijd met de'Gemeentewet. Voorzitter zegt: Daar heb ik ook al'over gedacht en die'regeling, zooals nu lij Kt mij ook niet gunstig. Maar bij mijn voorganger was dat al zoo en er is op die regeling ten opzichte van den gemeente-op zichter nooit aanmerking gemaakt. De heer Schilder vraagt» aan hoeveel timmerlie den het gemeentewerk thans wordt verdeeld. Voorzitter noemt er een stuk of 8, 9 op. De beer Schilder vindt .het goed, een lijst te maken van am bachtslieden en 'later in den raad te behandelen. Algemeen goedgevonden. Ten opzichte van 's heeren Poolland's vraag in den brief over het verstrekken van reglementen enz., is voorzitter van, meening, dat bet liever op de secre tarie gevraagd had mogen worden, dan per brief. Men kan ter secretarie alle gewenschte inlichtingen immers krijgen. De heer Poolland vraagt of er wat in steekt per brief.'Voorzitter: Dat niet, maar bereidwillig stel- len wo alles ter inzage en met zoo'n brief zou het den schijn geven, of dat niet zoo is. Wil men af schriften of afdrukken van .reglementen, die zijn te bekomen. Voor een exemplaar -politieverordening wordt 50 cents, voor i exemplaar bouwverordening 75 cents berekend. Voor de rtót is er geen bepaling van. De boer Poolland zegt: nu er geen rond vraag is, is men niet in de gelegenheid en moet men schriftelijk iets indienen. —7 Voorzitter zegt: aan hem, die een sof ander reglement wil hebben, willen we het, indien het in voorraad is, met alle pleizier geven. De lieer Poolland stelt zich met de verkregen inlichtingen tevreden en voorzitter sluit daarna do discussie hierover en wordt 't schrij ven verder voor kennisgeving aangenomen. Van do afd. Heerhugowaard on Omstreken yan den Bond yan Nederl. Onderwijzers is ingekomen 'n adres om ©enige verbetering in de salarissen der onderwijzers te brengen. Die salarissen toch zijn te "laag en voldoen niet aan bescheiden eischen. De adressanten zien daarin gaarne 'wijziging, zoodanig, dat de'bezoldiging wel aan bescheiden eischen voldoe! De beer Mot zou "dit adres willen aanhouden tot een volgende vergadering, om dan eerst nog van B. en W. een voorstel te hebben, 't ls nu zoo onvoor bereid. En 'dan zou iedér onzer er zich wat beter ra kunnen werken. Algemeen goedgevonden. Van Ged. Staten is goedgekeurd ingekomén, bet raadsbesluit tot verhuring'van een klein gebouwtje op de Kabel aan den beer Oudhuis. Van'den Minis ter \-an Waterstaat is een missive ingekomen, waar in het wordt goedgekourd, dat een hulptelegraaf- en telefoonkantoor zal worden gesticht en ook wordt mineele roman» waren steeds baar lievelingslectuur geweest» en het scheen 'haar zeer eenvoudig zblke verhalen te bedenken en. te schrijven. Zij schreef vlijtig en volhardend, ofschoon, zij r". i die gevolgen ha'tdon, welke zij ervan hoopte. De couranten en tijdschriften, welke zij haar ma nuscripten, toezond, stuurden ze weer terug. Allen beweerden geen ruimte in hun kolommen te heb ben en voor jaren van verbalen voorzien waren. Ook de uitgevers, dien zij de romans aanbood, ver klaarden, dat zij Jvoor langen tijd voorzien waren. Zoo besloot mevrouw Frederike haar geschriften op eigen kosten te laten'drukken en dan onder haar bekenden te verspreiden. Dei- middelen daartoe bezat zij. En zij schreef onvermoeid den eenen roman na den andere. Zij droomde, dacht 'en leefde slechts in crimineele zaken, iedere kleinigheid werd in haar hoofd een sensationeele politiezaak. Eenmaal t daarvan was zij vast overtuigd, zou de algemee- ne aandacht op haar gevestigd worden, en de lang gehoopte beroemdheid komen. „Mevrouw Frederike Driesen, de beroemde romanschrijfster" dien zin wenschte, wilde en moest zij eenmaal gedrukt lezen. En nu scheen het werkelijk,-alsof het toeval haar wilde helpen. Het merkwaardige voorval, dat slechts enkele schreden -van haar woning passeerde, en waarvan zij door baar dienstmeisje onmiddellijk op do 'hoogte was gesteld, voerde den goeden August Heydemann op baar weg. En in dien Heydemann, die haar cérst slechts interesseerde als een object voor een nieuwen roman, ontdekte zij een secretaris zooals men nauwelijks beter kon wenschen,. Zij wiL- de hem maar voor een papr dagen werk verschaf fen, en vond in hem nu veel'meer dan een afschrij ver, een helper, die verborgen bedoelingen begreep, die zelfstandig dacht en werkte, die flink in orde bracht wat bij de vlugheid 'van schrijven vergeten was, die verbeterde wat verkeerd was. En met het gevoel, met.de hoop, dat met' aoo*n helper gelukken moest, wat tot dusver niet gelukt was, ontwikkelde mevbouw Driesen een vlijt als nooit te voren. De nog Jversch beschreven bladen gingen in de handen van Heydemann over met de volmacht, dat hij er geheel'naar willekeur en eigen goeddunken moe kon handelen. Merernalen herkende de schrijf steer baar eigen 'werk niet meer. Zinnen en gedachten war^n volkomen veranderdf het was iets geheel anders geworden, zeer verschillend van datgene wat zij geschreven had. Hot scheen hem bizonder veel genoegen te -doen, het geheel .anders te maken dan mevrouw Driesen had gedaan. „Ik heb mij veroorloofd," .'zeide hij schuchter, als om zich te verdedigen. „Ik dacht, het was niet ge heel juist» wat onwaarschijnlijk en als men er nog een kleine geüaichte iujaschte, dan was bet da delijk natuurlijker, en de gebeurtenissen zijn dan eenvoudiger a meer vanzelfsprekend." Mevrouw Driesen werd daar eerst wel wat pijn lijk door 'geli fen eu meende, dat zij niet met .de gedachten en voeren, van een vreemde mocht pron ken. Maar spoedig was zij daar overheen. Zij liet heiu zijn gang gaan, zonder veel aanmerkingen te maken. En langzamerhand schoen'zij er met zekere nieuwsgierigheid op te wachten, ,wat hij met haar manuscripten bad uitgevoerd. Zij' noodigde hem da- gelijksch ten eten en ontving hem steeds als iemand die tot hot 'gezin behoort Zijn verhouding tot Edith Meinhold 'werd ook ge wijzigd, maar in een aDdere richting. In het begin was zij even Iievenswaardig, vriendelijk on opmerk zaam voor hem ajs op den eersten dag hunner .ken nismaking. Zij vroeg zijn, tneemng over allerlei over methoden van onderwijs, over muziek, wetenschap pelijke vraagstukken, en zij luisterde dan altijd 'ge duldig en met aandacht naar hem. Soms kon zij hem aanzien, of hem toelachen, dat het hem warm om het hart werd en onrustig daarbinnen. Maar spoedig leek het heto toe, dat Edith luimen had. Zij had oogenblikken, dat zij onvriendelijk te gen hem was, onvriendelijk en koel, terwijl Heyde mann zich vergeefs het hoofd brak over de'oorzaak daarvan. Dan veranderdezij weer en deed het baar blijk baar leed. Zij werd weer vriendelijk en knoopte 'n gesprek aan. Sedert eenigen tijd kwam zij telkens weer op hetzelfde thema terug. Het betrof zïjiv per soon, zijn toekomst. Wat denkt u te beginnen als het geld niet te ruggevonden wordt?" vroeg zij. Hij keek haar aan, alsof zij iets onmogelijks be weerd bad. „Als het niet teruggevonden wordt?" herhaalde hij. „De pelitio.moet het vinden!" „Maar Edith, hoe kun Je daar nu telkens .weer over beginnen?" meende de zuster. „Wij zullen on derzoeken en wij zullen er achter komen." „Maar als het nu toch 'niet gevonden wordt?'" hield Editb eigenzinnig vol. „Er gebeuren toch aile dagen misdaden, zonder dat men den dader ontdekt. Nu, mijnheer Heydemann, wat zu(t u dan begin nen?" „Dan zeido Heydemann, mismoedig de schou ders ophalend, „dan ja ik weet het niet. fk heb niet bet geringste idee. Ik deug nergens voor. En weer naar huis gaan?-Neen.'... Js *dle hoop ver dwenen, dan misschien, een stevig touw of zoo iets." „Maar viel Editb ongeduldig uit, „Lieve EÖitb, iaat dat!" zeide mevrouw Prï<«en verwijtend. „Wij zullen wel zorgen, dat mijnheer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 5