Schager Courant. Thee E. BRANDSMA. T D Attentie! PIANO-AVOND zuivere Murwe Lijnkoeken van T. DU1JV1S Jz. te Koog a. d. Zaan Heett II Uw Rijwiel al eens laten Repareeren op de CORNs. WIT, SIM0N DENIJS, in het Noordhoil. Koffiehuis te SCHAGEN. zuivere BERTELS' Murwe Lijnzaadkoekjes. Bertels' Olieslagerij en Meelfabriek, Amsterdam. ZATERDAG 6 NOVEMBER 1915. 58ste Jaargang No. 5690. DERDE BLAD. Schetsen uit de Rechtzaal. „SPECULANT'. ...Ik heb hem nog gekend in-zijn goeden tijd. En 'k herinner mij zoo duidelijk dien avond, doorgebracht in zijn gezln^kring. Aan do tafel na het eten, de bloeke vrouw met de smartgroeven op 't nog jonge gelaat Met de schuwe, schichtig om zich heen speu rende oogen. Die telkens zich richtten naar hem, den man, hoer des huizes. Met iets van onverklaarba ren angst lk kende hem toen al langen tijd. Wist, dat hij geen wreedaard, twisttyran was. Terwijl ik met Ida, zijn vrouw, .praatte, had Eduard een stuk papier voor zich. En cijferde, cijferde. De vierde pagina van het nieuwe avondblad, pen half uur geleden ii de bus gestopt, lag naast hem. De lijst der jongste koer sen van allerlei effecten. Ik vroeg hem iets, maar 't scheen hem te ont snappen. Ik merkte, hoe zijn vingers beefden. Telkens keek hij op, zonder, naar 't scheen iemand op te merken. Hii woelde met do hand door zijn haren. Het kop-thee bij hem was koud gewordea Eduard stond op. Zei dat-ie even moest telefoileereii. Op z'n kamer. Nog zie ik, na zoovele jaren dat marmerbleet o schrikgelaat van de vrouw. Zij stamelde een paar woo:> den van excuus. Volgde hem. Ik bleef alleen achter in 't vertrek, 't Duurde lang. Toen zij terugkwamen zag ik wel zeer duidelijk, dut er onstuimig gesprek tusschen de echtgenooteu was g<>- wecst. Zij, mevrouw Ida, vertoonde meesterstuk van zelfbedwang. Ze trachtte met mij te spreken over aller lei dingen van den dag. Nu en dan lachte zij mt l onnatuurlijk-vroolijk geluid. Ze was merkte ik koortsig opgewonden. En plotseling, zag 'k spron gen haar tranen in de zacht, treurige srnartoogen. Ze schrok er zelve van. De stemming werd drukkend. Ik besefte, dat myn aanwezigheid haar een marteling wrs en zocht niet al te malle excuses om weg te kunnen gaan. Maar zij maakte een eind aan de pijnlijke situ atie, £oor ronduit te verklaren, „dat ze gloeiende hoofd pijn' had. 't Speet haar zoo erg, en zij hoopte toch, dat ik 't niet kwalijk zou nemen. Eduard zou me verder gezelschap houden. Toen zaten wij samen, gastheer en ik tegen over elkander. Hh 'had weer zijn papiertjes met aanteekeningen t ar hand genomen. Ik had gemerkt, dat al wat 'k zei, langs hem heen vlood. Z'n gedachten waren geconcentreerd op één punt. En eindelijk kwam 't er uit Wat hem ganschelijk ver vulde, beheerschte. „Jij hebt geen verstand van effecten. van specu- leeren, van Beurs-zaken 1" zei hij, met iets duidelijk- schampers en medelijdens in z'n zeggen. „Geen steek. ,gcen zier!" antwoordde ik, en er was inderdaad, door al 't in het laatste uur doorleefde, wat nhdige drift in mijn stem. Hij schudde 't hoofd en glimlachte. Toen legde hy me een van zijn papiertjes voor. Tikte met wijsvinger op cijfertje, ergens haastig op gekrabbeld. „Daar zit een fortuin inl" riep Eduard uit „slapend te verdienen. Natuurlijk, hé?... Tegen ongeluk is nie mand opgewassen. Een aardbeving kan de knapste pro fessor niet iang tevoren voorspellen. Maar dit is safe, waarde vriend!...." En h\j vertelde. Praatte in één stuk door. Heesch van opwinding. Mij aankijkend met zijn schitterende oogen, dreigend van: „durf me eens betwisten, de waar heid, de juistheid, van wat ik je daar vertel! En op gegeven moment werd de deur van de huis huiskamer opengerukt Was zij daar, mevrouw Ida. Ze had staan luisteren. De haren dwarrelden haar om de schouders. „Praat 't hem uit het hoofd!" riep ze mij toe, „hij beeft er al duizenden mee verloren. Misschien hebt u invloed op hem?... Hoed ons van den ondergang. Spe- culeeren zit hem in 't bloed. Het zal ons ongeluk wezen. Och, ik smeek u, tracht hem tot rede te bren gen...! Ik kan het niet!" Zij wrong de handen, in wilde wanhoop. Ze keek mij aan mot doodsangst in do schreiende, kinderlijke oogen. „Kerel", zei ik tot gastheer, „wees nu verstandig. Als je vrouw zich nu toch zoo bang maakt... „Wf\t weet jy er van?" riep nij uit. bloedrood van woede, dat ik hem afviel, „jy erkent immers zelf, dat io een volslagen leek bent Je moest Ida eerder dui delijk maken, dat ik zorg voor den opbouw van ons fortuin. Jawel, ik zal doen, zooals jullie pennenlikker- ljes, en krom-liggen voor een ongelukkige paar honderd nop. Neen, vriend, eer 't jaar een maand ouder is. liggen hier op z'n allerminst twintig roode lapjes, zuivere winst Hoelang moet jij je vingers blauw-penner. voordat je het honderstc part ervan manen hebt?.... Nou?.... Hij was grof, door zijn hartstocht verblind. Toen ben ik vertrokken. En 't laatst van dien el- lendigen avond, jnij nog scherp voor den geeat staande, is het geluid van het jammerend snikken van gade yan speculant Ouderwetsche, zeer-solide winkelier. die de fa milie van Eduard sinds vele, vele jaren heel-intican kende, heeft my Jater toen het sjot van de tragodio achter den rug was, verteld, hoe spcoulant op een dag bij hem is gekomen. „Toen de knecht my kwam zeg gen, wie er was om mij te spreken", zei grijsaard, van grooten, vriendelijken eenvoud, en zin tot schertsen, spotten, was allerminst by hem te bespeuren, „toen snapte ik dadelijk waar het om ging. Ik had misschien beter gedaan om hem hcclemaal niet te ontvangen. Maar dat ging ine waarachtig niet van 't hart Daar stond Eduard. Een schim, een Bchaduw van wat-ie oenmaal- geweest was. Met schuwe oogen. En klamme, beverige banden. En een paar knoopen van zijn jas. En een vaal, schunnig, vettig hoedje. Toch was de meneer nog bij hem te merken. Hij deed als iemand, die om een kleinigheid even bij je oploopt Vroeg me na een omhaal van woorden, waarby hij zichzelf telkens door glimlachjes in de rode viel, vijfhonderd gulden voor op z'n allerhoogst acht dagen. Hij kon er over de drie duizend mee maken. Natuurlijk zou hij 't niet iedereen hebben .gevraagd. Maar ik had de eer.. Nou, gihg ouderwctsch, eenvoudig man voort, „ik wil je wel ver tellen, dat ik er geen doekjes om wond, ik zei hem kort en goed: Beste jongen, als ik je mot 't een en ander plezier kan doen je weet, dan ben ik graag bereid. Maar geld moet je bij mij niet komen halen, Eduard. Daarvoor weet ik te veel van jc zaken. Als de tijd ge komen is, dat je genezen bent van je ellendige-specülatie- lielhebberij, als ik daar in m n ziel van overtuigd ben, jongen, dan kunnen we nader met elkaar spre ken. Maar voor je eigen bestwil, en voor dat van Ida, je best wijfje, weiger ik nu zoo pertinent mogelijk. Geen vijfhonderd centen kryg-je van me." „En toen?" vroeg ik. „Nou", zei de ouderwetsche, „de rest kun-je wel aen. 't Kwam zoover dat Eduard op z'n knieën voor mij lag, huilend als een kleine jongen. Ik snapte na tuurlijk wel hoe de zaken stonden. Maar ook snapte ik, dat 't hier goed geld naar smerig geld smijten was. Ik ben sterk gebleven gelukkig. Geen rooie-cent heeft ie van me gekregen. Wél ben ik een kwartier, nadat Eduard weg was, naar Ida gegaan". Hier zweeg de ouderwetsche En verder vertelde hij niets. Maar er was niet veel doorzicht noodig om te begrijpen, wat de deernis, die schrijnde in zijn klaar- eenijke oogen, bij de herinnering van het by gade van speculant aanschouwde, vertolkten, van barre eliende die daar, in 't huis van den dobbelaar te stelpen was geweest- Er is wat men „animo" noemt, geweest op de zit ting der Rechtbank, toen daar aan de orde kwam he zaakje van Eduard, den befaamden speculant die lang door de mazen van 't net was heengekropen. Doch dic-n men eindelyk te pakken had gekregen. Verduistering was Eduard ten laste gelegd. En 't was juristen-debat over de ware quahficatie van het misdrijf, waarvoor hij moest terechtstaan. JMaar wel was de groote meerderheid der jnrisUn l eens, dat hij er ditmaal „gloeiend bij was". Eu deze meerderheid is in het gelijk gesteld. Hij, speculant, was nu een beeld van verval gewor den. Do. koorts van het langzaam, maar zeker wegvlie dende leven, het oorspronkelijk-sterke lichaam ver woestend, gloeide in zijn oogen. Hij sprak, als vroeger, snel, haastig, telkens struike lend over den stortvloed van zijn woorden. Hij had vieze, veeimaals beduimelde papieren tusschen de vingers. Ik geloof wel, dat de al-krank er geworden geest ge loofde in de waarheid van wat hij aen rechter trachtte te doen aannemen. En hij zag niet hoe de Edelachtbaren lachten om zijn drogredenen. En <Je advocaten op gehouden om eens bij te wonen het werkelijk-pikante schouwspel van leep-gannefje. Enkelen schenen nog tikje deernis met hem te hebben. En voor het beeld van mijn herinnering kwam zeer scherp op toen ik spe culant voor zijn vrijheid zag worstelen den hopeloozen strijd, het beeld van de bleeke vrouw, zich het blonde hoofd vastgrijpend met de bevende handen, mij aan ziend met de smeek oogen die vroegen om hulp tegen den ondergang, die toen reeds dreigde... maitKe corbeau. Binnenlandsch Nieuws. een uur langer daglicht i Het Hdbld. schrijft: Wij vernemen weer van plannen, uitgaande van een hoek, waar do wind frisch waait, om door ons geheele land op zekeren dag op alle klokken van torens en stations, in stadhuizen en burger-woningen de uurwer ken een uur vroeger te zetten, daarmede den dag met een uur vervroegende, een uur langer daglicht genie tende, een dagelijkscbe winst makende van één geheelen wijzer-rond daglicht. Door wéér een nieuwe groep belanghebbenden wordt weer eens een poging ondernomen; mei eer adres, uit gaande van alle bonden en lichamen, zich bewegende op het gebied van Jicha:uns-ontwikkeling, wordt een verzoek voorbereid aan den Minister van Binnenland^ sche Zaken, om het daarheen te leiden, dal hel geopperde denkbeeld van vervroeging van het maatschappelijke le ven tot een Rcgeeringi-ma atreoel al lelden. Als argument yoeren onze Nederlandsche Sportbon den aan, dat de verwezenlijking dezer plannen van groot belang moet rijn zoowel voor de volks-gezondheid naar lichaam ui geest, als wegens het bieden von meer gelegenheid' voor het deelnemen aan voor de lichaams ontwikkeling bevorderlijke oefeningen in de open lucht na den dagelijkschen werktijd Wat zij vragen is een uur meer zon per dag opdat de gevolgen daarvan zich zullen openbaren in een ver meerdering van volksgezondheid Men weet hoe wij tegenover het denkbeeld staan, zeker niet afwerend, wanneer wij maar overtuigd zijn, dat er geen bezwaren zijn. Maar die bezwaren, gelegen in de Internationale verhoudingen, zijn er: een rege ling alleen van éen land uitgaande, zou vermoedelijk, speciaal bij den handel, groote bezwaren ontmoeten HET GING NIET DOOR. Te Delft zou gisteren een paartje In het huwelijk treden. Alles was gereed en de noodlge onkosten gemaakt, toen de jonge man op het laatste oogenblik den amb tenaar van den burgerlijken stand kwam vertellen dat hij van het huwelijk afzag. DE TWENTSCHE INDUSTRIE. Naar men uit Enschede aan de „Zw. CL" meldt, baart de toevoer van grove katoen en garens uit Engeland naar de Twentschc weverijen nog voortdurend zorg. De katoenspinnerijen in Lancashire krimpen namelijk haar productie geregeld in ten gevolge yan gebrek aan werk krachten, die zich voor dienstneming in het Engelschc leger meer en meer aanmelden, zoodat de fabrieken niet ta staat zijn haar verplichtingen betreffende leve ring na te komen. Hel is te vreezen, dat dientengevolge de weverijen In Twen the moeilijkheden zullen ondervinden cn genood zaakt zullen zijn opnieuw den arbeidstijd in te krimpen. De hiermede gepaard gaande loonsvermindering zou voor de betreffende arbeiders met het oog op de dure tijden zeer ongelegen komen en het ware te wenschen, dat er middelen konden gevonden worden om deze storing in het bedrijf te voorkomen. VELDPREDIKER LN' ALGEMEENEN DIENST. Naar aanleiding van de benoeming van dr. J. Th. de Visser als veldprediker in algemeenen dienst, schrijft het „Weekbl. v. d. Vrijz, Herv. het volgende: Weer .een orthodoxe dus, en weer een man, die op politiek gebied zich naam heeft gemaakt 1 Waarom toch? De minister kan bezwaarlijk meenen, dat, nu er do* r een nog altijd onverklaarde vergissing niet evenveel vrij zinnige als orthodoxe divisie-veldpredikers zijn, watr vijf orthodoxe en drie vrijzinnige, de billijkheid mee brengt, den veldprediker in algemeenen dien t uit d.- orthodoxe te kiezen. Het is ook moeilijk aan te nemen, dat de minister •oor dit werk juist een predikant-politicus bijzonder g■>- iChikt acht Anders zou het nog kunnen zijn, dat er van deze soo rt onder orthodoxen meer zijn te vinden dan onder vrij zinnigen. De keuze maakt een zeer vreemden indruk, en dort, verre van aangenaam aan. INCIDENTEN IN DEN PURMERENDER GEMEEN TERAAD. Door het Purmerender Raadslid J. de Vries (S.D.A.P.) was eenigen tijd geleden aan het burgerlijk armbestui r aldaar een conferentie aangevraagd, ten einde inlichtingen te krijgen en onderzoek te doen omtrent een door d .t bestuur aangevraagde belangrijke subsidie, omdat B. en W. in {hun toelichting van de gemeentebegrooting den Raad adviseerde, deze niet toe te staan. In de jongst gehouden zitting van den Gemeenteraad, waarin ae begrooting werd behandeld, verklaarde de heer De Vries, dat hem die conferentie zeer weLwillei d was toegestaan en hem de verlangde inlichtingen wartn verstrekt. Daarop oefende hy critiek op het advies van B. en W. om die subsidie niet te verleenen. De voorzitter, burgemeester Cavaljé, ontzegde den heer De Vries het recht, als Raadslid ziin informatiën e gaan .nemen bij het burgerlijk armbestuur, daar bij zich had bchooren te wenden tot het college van B. i W. De heer De Vries bestreed dit ten sterkste en meen de, dat een Raadslid daartoe te allen tyde het recht heeft en informaties kan inwinnen waar hij die noodg en nuttig acht De voorzitter voegde hem daarop toe, dat de heer De Vries Raadslid is, zoolang hij hier in de Raadsza tl de vergaderingen als zoodanig bijwoont; daarbuiten is tij dat niet meer, tenzij hem voor de een of andere zaak een officieele opdracht wordt gegeven. De hoer De Goede verwonderde zich ten zeerste OV'T zulk een ongemotiveerde stelling yan den voorzitter, en schaarde zich geheel aan de zijde van den heer De Vries, die als Raadslid daartoe zeker het recht hee-t, en dit to meer, wanneer zulk een college hem daar toe vergunning verleent In de volgende zitting vroeg de heer .De Vries of de voorzitter nog bij zyn gevoelen bleef, waarop de» hem antwoordde, dat hij dezelfde meening was toege daan en niets terug trok van hetgeen hij den vorige n avond in dat opzicht heeft gezegd, wat trouwens ock De lieer De Vries antwoordde daarop, dat hij n den voorzitter aan de hand der gemeentewet zou fc> wijzen, dat deze ongelijk had. Hoewel dit incident daarmede gesloten werd, zal i u uitgemaakt moeten worden, wie het recht aan zijn zij'le De tweede zaak wa» de volgende: Toen de voorzitter de begrooting wenschte te behande len aan de hand van het rapport der commissie, vroeg de heer De Goede het woord en wensehte, buiten bert rapport om, te spreken over Hoofdstuk 1, art 1. jaar wedde van den Burgemeester (f 20001. U zult, mijnheer de voorzitter, ging spreker voort, weldra moerten aftreden als burgemeester, daar dan uw zesjarige diensttijd is verstreken, tenzij u mocht worden herbenoemd. Met het oog hierop en in ver band met uw jaarwedde, wensehte ik u te vragen ol u die eventueele herbenoeming zoudt aannemen. glieraa ontstond 'n oogenblik van pijnlijke stilto> aarop antwoordde de voorzitter: my oneer De Goede, ik kan u daarop nog niet antwoorden. De hoer De Goede: fk vraag u dit, omdat de Raad des tijd, van meening was, dat uw salaris van l 15Q( niet behoefde te worden verhoogd. Niettegenstaande 's Raads gevoelen werd uw (traktement door hooger u - ,o riteiten toch tot f 2000 verhoogd. Ik stei daarom voor, uw salaris weder op f 1500 terug te brengen. De voorzitter: Mijnheer De Goede, 't doet me ont zettend leed, dat u meent hierover tc moeten spreken en fdit te meer, omdat ik soms tot laat in den nacht voor de belangen der gemeente werkzaam ben. Maar bo vendien, dc Kroon beeft over mijn salaris te beschikken en niet dc Raad. De heer De Goede: Maar we mogen ons gevoelen daarover toch zeker wel kenbaar maken? Pijnlijke stilte. Niemand antwoordt. De voorzitter: Niemand? Dan kan ik uw voorstel niet in stemming brengen. EEN DUrrSCHE TEGENSPRAAK Wolff gaat in een telegram uit Berlijn in op he! be richt van het Haagschc Correspondentie-bureau onder het opschrift: „Duitscho vredesvoorstellen? waarin ge meld werd, dat van geloofwaardige, maar niet-otticieda zijde de verzekering werd ontvangen, dat «enige leden van den Duitschen Rijksdag kortgeleden te Amsterdam vertoefden en dat één dezer hoeren bij één der be sprekingen bij die gelegenheid gehouden, zich uitliet., dat de Rijkskanselier als voorwaarden, waaronder Duitschland geneigd zou zijn om vrede te sluiten, noem de: verkrijging van de Belgische Maas-linie door Duitsch land, hetgeen zoowel uit militair als industrieel oogpunt van belang wasj annexatie van Koerland door Duitsch land; en 30 milliard mark oorlogsvergoeding. Wolff verklaart niet te weten vanwaar het Haagsche Correspondentie-bureau zijn informatie kan hebben ver kregen en verklaart verder, te moeien conslatceren, dat elke feitelijke grondslag ervoor ontbreekt. De Rijks kanselier heeft geenerlei uitlatingen van dien aard ge daan en het zou overigens ook geheel voorbarig zijn, over vredesvoorwaarden te spreken. Wanneer ondanks dc her haalde verzekeringen van dezen aard steeds weder be richten worden uitgestrooid over Duitschland's geneigd heid en behoefte om vrede te sluiten, dan leidt Wolff daaruit slechts af, dat Duitschland's tegenstanders zulke beweringen rondstrooien, om de stemming in eigen land op te wekken door het voor te stellen alsof Duilsch- -land noodzakelijk vrede moet hebben. Van andere zijde wordt het bericht bevestigd, dat te Amsterdam besprekingen hebben plaats gehad, waaraan leden van den Duitschen Rijksdag hebben deelgenomen. Men deelt thans de bijzonderheid mede, dat het sociaal democratische Rijksdagleden waren, waar onder de heer Erdmann, uit Keulen. „Het Volk" zegt. dit bericht in dezen vorm ten stel ligste te kunnen tegenspreken. Inderdaad is dr. Erd mann hier geweest aldus hst blad maar deze kwam geenszins in verband met besprekingen tot voor bereiding voor den vrede, waartoe hij trouwens, als behoorende tot de oppositie in den Rijksdag, noch van de Duitsche regeering. noch van het Duitsche partijbe stuur of van ae Ryksdag-frèctie eenig mandaat had. Het bezoek van Erdmann was van geheel persoonlijken aard. AANVARING. Men meldt uit Katwijk aau Zee aan de N. Crt: Bij de reederij Kleur alhier, kwam bericht in dat zijn logger K. Wj 66, door aen Vl.-stoomlogger 109 zoodanig was aangevaren, dat zijn vaartuig binnen enkele minuten in de diepte verdween. Gisteren werden over dit ongeval de volgende bijzonderheden bekend. De aanvaring haa eergisternacht om een uur plaats, in het gezicht van de kust tusschen Katwyk en Scho- veningen, tijdens tamelijk ruw weder. Het vaartuig ver dween in de diepte op een plaats waar blijkens het peil ongeveer 10 vademen water stond. De K. Wt. 66 was op weg naar huls zeilende, met de voorgeschreven lichten Brandende en werd door do VL 199 aan bakboordzijde bij den achterijaart geraakt, en wel met zulk. een kracht, dat het geheele vaartuig kraakte. De schipper van de K. W. 66, die juist aan het roer stond, sprong onmiddellijk op de VL 199 over en hoorde dat het bevel gegeven werd, om met alle kracht la achteruit te stoomen. Hij wist daarop den machinist te bereiken, althans zich verstaanbaar te ma ken en gaf aan dezen een tegenbevel, door te bevelen dat met kracht vooruit gestoomd moest worden, waar aan ook voldaan werd. Dc bemanning van de K. W. 66, die toevallig allen aan het dek waren, kreeg daar door de gelegenheid om ook op de VL 199 over te kunnen springen. De K W. 66 had ongeveer 13 last haring aan boord. Hoewel het vaartuig is verzekerd kan nu reeds worden vastgesteld, dat de reederij een aanzienlijke schade lijdt. Wie zekerheid wii hebben, steeds een veevoeder te ontvangen, dat uitmunt door ZUIVERHEID en GROOTE VOEDINGSWAARDE, koope ZEER H000 VETGEHALTEI Kosten van onderzoek Aan de' Proefstations worden vergoed. ALOM VERKRIJGBAAR. DORPEN Probeer het eens, enU BLIJFT er ook llotzelfde ondervindt U ook met eeu NIEUW RIJWIEL NIMMER heeft U z% nog zoo Soliedh en Goedkoop gekoeht. STEEDS zult gij Uw vrienden en kennissen aanraden zioh aan DIT adres een Rijwiel aan te sohaffen. Vandaar ook, dat ik MIJN ZAAK moet vergrooten, en het perceel aohtor mjjn woning moet gebruiken als Magazijn, waar U steeds een ruime en prachtige keuze zult vinden. Ook nog voorhanden gebruikte Heeren- en Damcsriiwieien, waaronder nog heele goede, voor elk aannemelijk bod. Let s. v, p. op 't adres. Beleefd aanbevelend, Dorpen li Schapen. te geven door met medewerking van BARITON. op ZONDAG 14 NOVEMBER 1915, Enlréc II.— verhoopd mol 5 pCt. plaalsslijks belasting. -AANVANG 8 UDR. Complete Meubileering. R. KEUTER Az. - ALKMAAR, 113 Verdronkenoord 115, Telefoon 123. TAPIJTEN. MpTniPT fn BEHANQERIJ. GORDIJNEN. 8TOFFEERDERIJ. Vraagt uwen Winkelier Een geurig kopje. aaaac Alles heeft zijn oorzaak. Ook het bizonder groot succea der worhn koud geslagen van zuiver Lijnzaad en zijn in Zeemakelijkheid, duurzaamheid, voedingswaarde en in groote Melk-, Boter- en Kaasopbrengst ongeëvenaard. Dc levering geschiedt desverlangd onder A.H.V. (Algemeen* Handels- Voorwaarden). Verkrijgbaar bij onze wederverkoopera in bijna iedere plaats. Bekroond mei 22 hoogste onderscheidingen (Eere-Diploma's en Gouden Medailles) op de Landbouw-Tentoonstellingen van 1907 tot 1913. ■jr- ir-ir-ir-ir-tr-if—

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 9