Schager Courant.
Thee E. BRANDSMA.
T D
Attentie!
PIANO-AVOND
zuivere Murwe Lijnkoeken
van T. DU1JV1S Jz. te Koog a. d. Zaan
Heett II Uw Rijwiel al eens laten Repareeren op de
CORNs. WIT,
SIM0N DENIJS,
in het Noordhoil. Koffiehuis te SCHAGEN.
zuivere BERTELS' Murwe Lijnzaadkoekjes.
Bertels' Olieslagerij en Meelfabriek, Amsterdam.
ZATERDAG 6 NOVEMBER 1915.
58ste Jaargang No. 5690.
DERDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
„SPECULANT'.
...Ik heb hem nog gekend in-zijn goeden tijd. En
'k herinner mij zoo duidelijk dien avond, doorgebracht
in zijn gezln^kring. Aan do tafel na het eten,
de bloeke vrouw met de smartgroeven op 't nog jonge
gelaat Met de schuwe, schichtig om zich heen speu
rende oogen. Die telkens zich richtten naar hem,
den man, hoer des huizes. Met iets van onverklaarba
ren angst lk kende hem toen al langen tijd. Wist, dat
hij geen wreedaard, twisttyran was. Terwijl ik met
Ida, zijn vrouw, .praatte, had Eduard een stuk
papier voor zich. En cijferde, cijferde. De vierde pagina
van het nieuwe avondblad, pen half uur geleden ii
de bus gestopt, lag naast hem. De lijst der jongste koer
sen van allerlei effecten.
Ik vroeg hem iets, maar 't scheen hem te ont
snappen. Ik merkte, hoe zijn vingers beefden. Telkens
keek hij op, zonder, naar 't scheen iemand op
te merken. Hii woelde met do hand door zijn haren. Het
kop-thee bij hem was koud gewordea
Eduard stond op. Zei dat-ie even moest telefoileereii.
Op z'n kamer.
Nog zie ik, na zoovele jaren dat marmerbleet o
schrikgelaat van de vrouw. Zij stamelde een paar woo:>
den van excuus. Volgde hem.
Ik bleef alleen achter in 't vertrek, 't Duurde lang.
Toen zij terugkwamen zag ik wel zeer duidelijk, dut
er onstuimig gesprek tusschen de echtgenooteu was g<>-
wecst. Zij, mevrouw Ida, vertoonde meesterstuk van
zelfbedwang. Ze trachtte met mij te spreken over aller
lei dingen van den dag. Nu en dan lachte zij mt l
onnatuurlijk-vroolijk geluid. Ze was merkte ik
koortsig opgewonden. En plotseling, zag 'k spron
gen haar tranen in de zacht, treurige srnartoogen. Ze
schrok er zelve van. De stemming werd drukkend. Ik
besefte, dat myn aanwezigheid haar een marteling wrs
en zocht niet al te malle excuses om weg te kunnen
gaan. Maar zij maakte een eind aan de pijnlijke situ
atie, £oor ronduit te verklaren, „dat ze gloeiende hoofd
pijn' had. 't Speet haar zoo erg, en zij hoopte toch,
dat ik 't niet kwalijk zou nemen. Eduard zou me
verder gezelschap houden.
Toen zaten wij samen, gastheer en ik tegen
over elkander.
Hh 'had weer zijn papiertjes met aanteekeningen t ar
hand genomen.
Ik had gemerkt, dat al wat 'k zei, langs hem heen
vlood. Z'n gedachten waren geconcentreerd op één punt.
En eindelijk kwam 't er uit Wat hem ganschelijk ver
vulde, beheerschte.
„Jij hebt geen verstand van effecten. van specu-
leeren, van Beurs-zaken 1" zei hij, met iets duidelijk-
schampers en medelijdens in z'n zeggen.
„Geen steek. ,gcen zier!" antwoordde ik, en er was
inderdaad, door al 't in het laatste uur doorleefde, wat
nhdige drift in mijn stem.
Hij schudde 't hoofd en glimlachte.
Toen legde hy me een van zijn papiertjes voor.
Tikte met wijsvinger op cijfertje, ergens haastig op
gekrabbeld.
„Daar zit een fortuin inl" riep Eduard uit „slapend
te verdienen. Natuurlijk, hé?... Tegen ongeluk is nie
mand opgewassen. Een aardbeving kan de knapste pro
fessor niet iang tevoren voorspellen. Maar dit is safe,
waarde vriend!...."
En h\j vertelde. Praatte in één stuk door. Heesch
van opwinding. Mij aankijkend met zijn schitterende
oogen, dreigend van: „durf me eens betwisten, de waar
heid, de juistheid, van wat ik je daar vertel!
En op gegeven moment werd de deur van de huis
huiskamer opengerukt Was zij daar, mevrouw Ida.
Ze had staan luisteren. De haren dwarrelden haar om
de schouders.
„Praat 't hem uit het hoofd!" riep ze mij toe, „hij
beeft er al duizenden mee verloren. Misschien hebt u
invloed op hem?... Hoed ons van den ondergang. Spe-
culeeren zit hem in 't bloed. Het zal ons ongeluk
wezen. Och, ik smeek u, tracht hem tot rede te bren
gen...! Ik kan het niet!"
Zij wrong de handen, in wilde wanhoop. Ze keek mij
aan mot doodsangst in do schreiende, kinderlijke oogen.
„Kerel", zei ik tot gastheer, „wees nu verstandig. Als
je vrouw zich nu toch zoo bang maakt...
„Wf\t weet jy er van?" riep nij uit. bloedrood van
woede, dat ik hem afviel, „jy erkent immers zelf,
dat io een volslagen leek bent Je moest Ida eerder dui
delijk maken, dat ik zorg voor den opbouw van ons
fortuin. Jawel, ik zal doen, zooals jullie pennenlikker-
ljes, en krom-liggen voor een ongelukkige paar honderd
nop. Neen, vriend, eer 't jaar een maand ouder is.
liggen hier op z'n allerminst twintig roode lapjes, zuivere
winst Hoelang moet jij je vingers blauw-penner. voordat
je het honderstc part ervan manen hebt?.... Nou?....
Hij was grof, door zijn hartstocht verblind.
Toen ben ik vertrokken. En 't laatst van dien el-
lendigen avond, jnij nog scherp voor den geeat staande,
is het geluid van het jammerend snikken van gade
yan speculant
Ouderwetsche, zeer-solide winkelier. die de fa
milie van Eduard sinds vele, vele jaren heel-intican
kende, heeft my Jater toen het sjot van de tragodio
achter den rug was, verteld, hoe spcoulant op een dag
bij hem is gekomen. „Toen de knecht my kwam zeg
gen, wie er was om mij te spreken", zei grijsaard, van
grooten, vriendelijken eenvoud, en zin tot schertsen,
spotten, was allerminst by hem te bespeuren, „toen
snapte ik dadelijk waar het om ging. Ik had misschien
beter gedaan om hem hcclemaal niet te ontvangen. Maar
dat ging ine waarachtig niet van 't hart Daar stond
Eduard. Een schim, een Bchaduw van wat-ie oenmaal-
geweest was. Met schuwe oogen. En klamme, beverige
banden. En een paar knoopen van zijn jas. En een
vaal, schunnig, vettig hoedje. Toch was de meneer
nog bij hem te merken. Hij deed als iemand, die om
een kleinigheid even bij je oploopt Vroeg me na een
omhaal van woorden, waarby hij zichzelf telkens door
glimlachjes in de rode viel, vijfhonderd gulden voor
op z'n allerhoogst acht dagen. Hij kon er over de drie
duizend mee maken. Natuurlijk zou hij 't niet iedereen
hebben .gevraagd. Maar ik had de eer.. Nou, gihg
ouderwctsch, eenvoudig man voort, „ik wil je wel ver
tellen, dat ik er geen doekjes om wond, ik zei hem kort
en goed: Beste jongen, als ik je mot 't een en ander
plezier kan doen je weet, dan ben ik graag bereid.
Maar geld moet je bij mij niet komen halen, Eduard.
Daarvoor weet ik te veel van jc zaken. Als de tijd ge
komen is, dat je genezen bent van je ellendige-specülatie-
lielhebberij, als ik daar in m n ziel van overtuigd
ben, jongen, dan kunnen we nader met elkaar spre
ken. Maar voor je eigen bestwil, en voor dat van Ida,
je best wijfje, weiger ik nu zoo pertinent mogelijk.
Geen vijfhonderd centen kryg-je van me."
„En toen?" vroeg ik.
„Nou", zei de ouderwetsche, „de rest kun-je wel
aen. 't Kwam zoover dat Eduard op z'n knieën voor
mij lag, huilend als een kleine jongen. Ik snapte na
tuurlijk wel hoe de zaken stonden. Maar ook snapte ik,
dat 't hier goed geld naar smerig geld smijten was.
Ik ben sterk gebleven gelukkig. Geen rooie-cent heeft
ie van me gekregen. Wél ben ik een kwartier, nadat
Eduard weg was, naar Ida gegaan".
Hier zweeg de ouderwetsche En verder vertelde hij
niets. Maar er was niet veel doorzicht noodig om te
begrijpen, wat de deernis, die schrijnde in zijn klaar-
eenijke oogen, bij de herinnering van het by gade
van speculant aanschouwde, vertolkten, van barre
eliende die daar, in 't huis van den dobbelaar
te stelpen was geweest-
Er is wat men „animo" noemt, geweest op de zit
ting der Rechtbank, toen daar aan de orde kwam he
zaakje van Eduard, den befaamden speculant die lang
door de mazen van 't net was heengekropen. Doch dic-n
men eindelyk te pakken had gekregen. Verduistering was
Eduard ten laste gelegd. En 't was juristen-debat over de
ware quahficatie van het misdrijf, waarvoor hij moest
terechtstaan. JMaar wel was de groote meerderheid der
jnrisUn l eens, dat hij er ditmaal „gloeiend bij was".
Eu deze meerderheid is in het gelijk gesteld.
Hij, speculant, was nu een beeld van verval gewor
den. Do. koorts van het langzaam, maar zeker wegvlie
dende leven, het oorspronkelijk-sterke lichaam ver
woestend, gloeide in zijn oogen.
Hij sprak, als vroeger, snel, haastig, telkens struike
lend over den stortvloed van zijn woorden.
Hij had vieze, veeimaals beduimelde papieren tusschen
de vingers.
Ik geloof wel, dat de al-krank er geworden geest ge
loofde in de waarheid van wat hij aen rechter trachtte
te doen aannemen. En hij zag niet hoe de Edelachtbaren
lachten om zijn drogredenen. En <Je advocaten op
gehouden om eens bij te wonen het werkelijk-pikante
schouwspel van leep-gannefje. Enkelen schenen nog tikje
deernis met hem te hebben. En voor het beeld van
mijn herinnering kwam zeer scherp op toen ik spe
culant voor zijn vrijheid zag worstelen den hopeloozen
strijd, het beeld van de bleeke vrouw, zich het blonde
hoofd vastgrijpend met de bevende handen, mij aan
ziend met de smeek oogen die vroegen om hulp tegen
den ondergang, die toen reeds dreigde...
maitKe corbeau.
Binnenlandsch Nieuws.
een uur langer daglicht i
Het Hdbld. schrijft:
Wij vernemen weer van plannen, uitgaande van een
hoek, waar do wind frisch waait, om door ons geheele
land op zekeren dag op alle klokken van torens en
stations, in stadhuizen en burger-woningen de uurwer
ken een uur vroeger te zetten, daarmede den dag met
een uur vervroegende, een uur langer daglicht genie
tende, een dagelijkscbe winst makende van één geheelen
wijzer-rond daglicht.
Door wéér een nieuwe groep belanghebbenden wordt
weer eens een poging ondernomen; mei eer adres, uit
gaande van alle bonden en lichamen, zich bewegende
op het gebied van Jicha:uns-ontwikkeling, wordt een
verzoek voorbereid aan den Minister van Binnenland^
sche Zaken, om het daarheen te leiden, dal hel geopperde
denkbeeld van vervroeging van het maatschappelijke le
ven tot een Rcgeeringi-ma atreoel al lelden.
Als argument yoeren onze Nederlandsche Sportbon
den aan, dat de verwezenlijking dezer plannen van groot
belang moet rijn zoowel voor de volks-gezondheid naar
lichaam ui geest, als wegens het bieden von meer
gelegenheid' voor het deelnemen aan voor de lichaams
ontwikkeling bevorderlijke oefeningen in de open lucht
na den dagelijkschen werktijd
Wat zij vragen is een uur meer zon per dag opdat
de gevolgen daarvan zich zullen openbaren in een ver
meerdering van volksgezondheid
Men weet hoe wij tegenover het denkbeeld staan,
zeker niet afwerend, wanneer wij maar overtuigd zijn,
dat er geen bezwaren zijn. Maar die bezwaren, gelegen
in de Internationale verhoudingen, zijn er: een rege
ling alleen van éen land uitgaande, zou vermoedelijk,
speciaal bij den handel, groote bezwaren ontmoeten
HET GING NIET DOOR.
Te Delft zou gisteren een paartje In het huwelijk
treden. Alles was gereed en de noodlge onkosten gemaakt,
toen de jonge man op het laatste oogenblik den amb
tenaar van den burgerlijken stand kwam vertellen dat hij
van het huwelijk afzag.
DE TWENTSCHE INDUSTRIE.
Naar men uit Enschede aan de „Zw. CL" meldt, baart
de toevoer van grove katoen en garens uit Engeland
naar de Twentschc weverijen nog voortdurend zorg. De
katoenspinnerijen in Lancashire krimpen namelijk haar
productie geregeld in ten gevolge yan gebrek aan werk
krachten, die zich voor dienstneming in het Engelschc
leger meer en meer aanmelden, zoodat de fabrieken
niet ta staat zijn haar verplichtingen betreffende leve
ring na te komen.
Hel is te vreezen, dat dientengevolge de weverijen In
Twen the moeilijkheden zullen ondervinden cn genood
zaakt zullen zijn opnieuw den arbeidstijd in te krimpen.
De hiermede gepaard gaande loonsvermindering zou
voor de betreffende arbeiders met het oog op de dure
tijden zeer ongelegen komen en het ware te wenschen,
dat er middelen konden gevonden worden om deze
storing in het bedrijf te voorkomen.
VELDPREDIKER LN' ALGEMEENEN DIENST.
Naar aanleiding van de benoeming van dr. J. Th. de
Visser als veldprediker in algemeenen dienst, schrijft het
„Weekbl. v. d. Vrijz, Herv. het volgende:
Weer .een orthodoxe dus, en weer een man, die op
politiek gebied zich naam heeft gemaakt 1
Waarom toch?
De minister kan bezwaarlijk meenen, dat, nu er do* r
een nog altijd onverklaarde vergissing niet evenveel vrij
zinnige als orthodoxe divisie-veldpredikers zijn, watr
vijf orthodoxe en drie vrijzinnige, de billijkheid mee
brengt, den veldprediker in algemeenen dien t uit d.-
orthodoxe te kiezen.
Het is ook moeilijk aan te nemen, dat de minister
•oor dit werk juist een predikant-politicus bijzonder g■>-
iChikt acht
Anders zou het nog kunnen zijn, dat er van deze soo rt
onder orthodoxen meer zijn te vinden dan onder vrij
zinnigen.
De keuze maakt een zeer vreemden indruk, en dort,
verre van aangenaam aan.
INCIDENTEN IN DEN PURMERENDER GEMEEN
TERAAD.
Door het Purmerender Raadslid J. de Vries (S.D.A.P.)
was eenigen tijd geleden aan het burgerlijk armbestui r
aldaar een conferentie aangevraagd, ten einde inlichtingen
te krijgen en onderzoek te doen omtrent een door d .t
bestuur aangevraagde belangrijke subsidie, omdat B.
en W. in {hun toelichting van de gemeentebegrooting den
Raad adviseerde, deze niet toe te staan.
In de jongst gehouden zitting van den Gemeenteraad,
waarin ae begrooting werd behandeld, verklaarde de
heer De Vries, dat hem die conferentie zeer weLwillei d
was toegestaan en hem de verlangde inlichtingen wartn
verstrekt. Daarop oefende hy critiek op het advies van
B. en W. om die subsidie niet te verleenen.
De voorzitter, burgemeester Cavaljé, ontzegde den heer
De Vries het recht, als Raadslid ziin informatiën e
gaan .nemen bij het burgerlijk armbestuur, daar bij
zich had bchooren te wenden tot het college van B.
i W.
De heer De Vries bestreed dit ten sterkste en meen
de, dat een Raadslid daartoe te allen tyde het recht
heeft en informaties kan inwinnen waar hij die noodg
en nuttig acht
De voorzitter voegde hem daarop toe, dat de heer De
Vries Raadslid is, zoolang hij hier in de Raadsza tl
de vergaderingen als zoodanig bijwoont; daarbuiten is tij
dat niet meer, tenzij hem voor de een of andere zaak
een officieele opdracht wordt gegeven.
De hoer De Goede verwonderde zich ten zeerste OV'T
zulk een ongemotiveerde stelling yan den voorzitter,
en schaarde zich geheel aan de zijde van den heer
De Vries, die als Raadslid daartoe zeker het recht hee-t,
en dit to meer, wanneer zulk een college hem daar
toe vergunning verleent
In de volgende zitting vroeg de heer .De Vries of
de voorzitter nog bij zyn gevoelen bleef, waarop de»
hem antwoordde, dat hij dezelfde meening was toege
daan en niets terug trok van hetgeen hij den vorige n
avond in dat opzicht heeft gezegd, wat trouwens ock
De lieer De Vries antwoordde daarop, dat hij n
den voorzitter aan de hand der gemeentewet zou fc>
wijzen, dat deze ongelijk had.
Hoewel dit incident daarmede gesloten werd, zal i u
uitgemaakt moeten worden, wie het recht aan zijn zij'le
De tweede zaak wa» de volgende:
Toen de voorzitter de begrooting wenschte te behande
len aan de hand van het rapport der commissie, vroeg
de heer De Goede het woord en wensehte, buiten bert
rapport om, te spreken over Hoofdstuk 1, art 1. jaar
wedde van den Burgemeester (f 20001.
U zult, mijnheer de voorzitter, ging spreker voort,
weldra moerten aftreden als burgemeester, daar dan
uw zesjarige diensttijd is verstreken, tenzij u mocht
worden herbenoemd. Met het oog hierop en in ver
band met uw jaarwedde, wensehte ik u te vragen ol
u die eventueele herbenoeming zoudt aannemen.
glieraa ontstond 'n oogenblik van pijnlijke stilto>
aarop antwoordde de voorzitter: my oneer De Goede,
ik kan u daarop nog niet antwoorden.
De hoer De Goede: fk vraag u dit, omdat de Raad
des tijd, van meening was, dat uw salaris van l 15Q(
niet behoefde te worden verhoogd. Niettegenstaande
's Raads gevoelen werd uw (traktement door hooger u - ,o
riteiten toch tot f 2000 verhoogd. Ik stei daarom voor,
uw salaris weder op f 1500 terug te brengen.
De voorzitter: Mijnheer De Goede, 't doet me ont
zettend leed, dat u meent hierover tc moeten spreken
en fdit te meer, omdat ik soms tot laat in den nacht voor
de belangen der gemeente werkzaam ben. Maar bo
vendien, dc Kroon beeft over mijn salaris te beschikken
en niet dc Raad.
De heer De Goede: Maar we mogen ons gevoelen
daarover toch zeker wel kenbaar maken?
Pijnlijke stilte. Niemand antwoordt.
De voorzitter: Niemand? Dan kan ik uw voorstel niet
in stemming brengen.
EEN DUrrSCHE TEGENSPRAAK
Wolff gaat in een telegram uit Berlijn in op he! be
richt van het Haagschc Correspondentie-bureau onder
het opschrift: „Duitscho vredesvoorstellen? waarin ge
meld werd, dat van geloofwaardige, maar niet-otticieda
zijde de verzekering werd ontvangen, dat «enige leden
van den Duitschen Rijksdag kortgeleden te Amsterdam
vertoefden en dat één dezer hoeren bij één der be
sprekingen bij die gelegenheid gehouden, zich uitliet.,
dat de Rijkskanselier als voorwaarden, waaronder
Duitschland geneigd zou zijn om vrede te sluiten, noem
de: verkrijging van de Belgische Maas-linie door Duitsch
land, hetgeen zoowel uit militair als industrieel oogpunt
van belang wasj annexatie van Koerland door Duitsch
land; en 30 milliard mark oorlogsvergoeding.
Wolff verklaart niet te weten vanwaar het Haagsche
Correspondentie-bureau zijn informatie kan hebben ver
kregen en verklaart verder, te moeien conslatceren, dat
elke feitelijke grondslag ervoor ontbreekt. De Rijks
kanselier heeft geenerlei uitlatingen van dien aard ge
daan en het zou overigens ook geheel voorbarig zijn, over
vredesvoorwaarden te spreken. Wanneer ondanks dc her
haalde verzekeringen van dezen aard steeds weder be
richten worden uitgestrooid over Duitschland's geneigd
heid en behoefte om vrede te sluiten, dan leidt Wolff
daaruit slechts af, dat Duitschland's tegenstanders zulke
beweringen rondstrooien, om de stemming in eigen land
op te wekken door het voor te stellen alsof Duilsch-
-land noodzakelijk vrede moet hebben.
Van andere zijde wordt het bericht bevestigd, dat te
Amsterdam besprekingen hebben plaats gehad, waaraan
leden van den Duitschen Rijksdag hebben deelgenomen.
Men deelt thans de bijzonderheid mede, dat het sociaal
democratische Rijksdagleden waren, waar onder de heer
Erdmann, uit Keulen.
„Het Volk" zegt. dit bericht in dezen vorm ten stel
ligste te kunnen tegenspreken. Inderdaad is dr. Erd
mann hier geweest aldus hst blad maar deze
kwam geenszins in verband met besprekingen tot voor
bereiding voor den vrede, waartoe hij trouwens, als
behoorende tot de oppositie in den Rijksdag, noch van
de Duitsche regeering. noch van het Duitsche partijbe
stuur of van ae Ryksdag-frèctie eenig mandaat had.
Het bezoek van Erdmann was van geheel persoonlijken
aard.
AANVARING.
Men meldt uit Katwijk aau Zee aan de N. Crt:
Bij de reederij Kleur alhier, kwam bericht in dat
zijn logger K. Wj 66, door aen Vl.-stoomlogger 109
zoodanig was aangevaren, dat zijn vaartuig binnen enkele
minuten in de diepte verdween. Gisteren werden over
dit ongeval de volgende bijzonderheden bekend.
De aanvaring haa eergisternacht om een uur plaats,
in het gezicht van de kust tusschen Katwyk en Scho-
veningen, tijdens tamelijk ruw weder. Het vaartuig ver
dween in de diepte op een plaats waar blijkens het peil
ongeveer 10 vademen water stond.
De K. Wt. 66 was op weg naar huls zeilende, met de
voorgeschreven lichten Brandende en werd door do
VL 199 aan bakboordzijde bij den achterijaart geraakt,
en wel met zulk. een kracht, dat het geheele vaartuig
kraakte. De schipper van de K. W. 66, die juist aan
het roer stond, sprong onmiddellijk op de VL 199
over en hoorde dat het bevel gegeven werd, om met
alle kracht la achteruit te stoomen. Hij wist daarop den
machinist te bereiken, althans zich verstaanbaar te ma
ken en gaf aan dezen een tegenbevel, door te bevelen
dat met kracht vooruit gestoomd moest worden, waar
aan ook voldaan werd. Dc bemanning van de K. W.
66, die toevallig allen aan het dek waren, kreeg daar
door de gelegenheid om ook op de VL 199 over te
kunnen springen.
De K W. 66 had ongeveer 13 last haring aan boord.
Hoewel het vaartuig is verzekerd kan nu reeds worden
vastgesteld, dat de reederij een aanzienlijke schade lijdt.
Wie zekerheid wii hebben, steeds een veevoeder te ontvangen, dat
uitmunt door ZUIVERHEID en GROOTE VOEDINGSWAARDE, koope
ZEER H000 VETGEHALTEI
Kosten van onderzoek Aan de' Proefstations worden vergoed.
ALOM VERKRIJGBAAR.
DORPEN
Probeer het eens, enU BLIJFT er ook
llotzelfde ondervindt U ook met eeu NIEUW RIJWIEL
NIMMER heeft U z% nog zoo Soliedh en Goedkoop gekoeht.
STEEDS zult gij Uw vrienden en kennissen aanraden zioh aan
DIT adres een Rijwiel aan te sohaffen. Vandaar ook, dat ik
MIJN ZAAK moet vergrooten, en het perceel aohtor mjjn
woning moet gebruiken als Magazijn, waar U steeds een ruime
en prachtige keuze zult vinden.
Ook nog voorhanden gebruikte Heeren- en Damcsriiwieien,
waaronder nog heele goede, voor elk aannemelijk bod.
Let s. v, p. op 't adres.
Beleefd aanbevelend,
Dorpen li Schapen.
te geven door
met medewerking van
BARITON.
op ZONDAG 14 NOVEMBER 1915,
Enlréc II.— verhoopd mol 5 pCt. plaalsslijks belasting.
-AANVANG 8 UDR.
Complete Meubileering.
R. KEUTER Az. - ALKMAAR,
113 Verdronkenoord 115, Telefoon 123.
TAPIJTEN. MpTniPT fn BEHANQERIJ.
GORDIJNEN. 8TOFFEERDERIJ.
Vraagt uwen Winkelier
Een geurig kopje.
aaaac
Alles heeft zijn oorzaak. Ook het bizonder groot succea der
worhn koud geslagen van zuiver Lijnzaad en zijn in
Zeemakelijkheid, duurzaamheid, voedingswaarde en in groote
Melk-, Boter- en Kaasopbrengst ongeëvenaard.
Dc levering geschiedt desverlangd onder A.H.V. (Algemeen* Handels-
Voorwaarden). Verkrijgbaar bij onze wederverkoopera in bijna iedere plaats.
Bekroond mei 22 hoogste onderscheidingen (Eere-Diploma's
en Gouden Medailles) op de Landbouw-Tentoonstellingen van
1907 tot 1913.
■jr- ir-ir-ir-ir-tr-if—