Schap Courant. twe£de~bladT Staatsloterij. Uit en Voor de Pers. FEUILLETON. HET GEHEIM VAN DE HESBERG. Gemengd Nieuws. Zaterdag 27 November 1915. SSste J.^rgang No. 5702. EERSTE KLASSE. Trekking van Donïka-dag 25 "November. Nos. 8273 "en 16831 'f 100. Prijzen'van f 20. t» 78 874 557 626 872'1101 1203 1668 1950 1960 2242 2.;* 2W1 2864 316;: 3815 3922 4087 4326 4982 5191 tü'Ü 590? 3C73 6947 0075 'G2%2 6374 0688 "7046 7217 7407 7509 7512 7528 7777 7825 7968 8166 8467 8621 8722 8838 8910 8991 9292 9363 9422 9562 9583 9631 9715 9802 9883 10404 10432 10468 10487 11082 11219 11343 11700 11756 12111 12356 12371 13340 13397 13422 13441 13640 13542 14402 14519 14861 14912 15199 15247 15782 15880 16042 16062 46062 16709 16895 17088 17949 I8ij5i 10475 18778 79081 19182 19471 19694 19706 20219 20C40 20797. EINDELIJK ,.L»e Tijd" schrijft: Het is eindelijk zóóver gekomen, dat de regeering een buitengewone wet heeft moeten voorstellen, om het smokkelen van handelswaren te kunnen onder drukken. Uit de Memorie van toelichting blijkt, dat dit is gebeurd onder pressie van'een buiteulandsche mogendheid, die geen andere kan zijn dan Engeland. Wat hitraaa is voorafgaan zal de regeering wel yóór zich houden, maar 'het is duidelijk, dat onze handel thans het slachtoffer gaat worden van den oorlog. Het is immers eenjnaal voor Engeland oorlogsnocd zaak, dat het allen toevoer naar Duitschiand af snijdt. Voor alle Duitsche Noordzieeh evens is de afsluitiig een feit; de Oostfceehavens zijn niet meer beveiligd tegen de Engeflscbe en Russische marine; sedert Italië in het geschil betrokken is, mag ook de weg ui4 het Zuiden vrijwel Versperd heeten en de NO T. is garant bij de Engelsc'ne rege.ering, dat geen handelswaren, van elders aangevoerd, over Nede: hndsoh gebied naar Duitschland worden over gebracht; zoodat. Engeland alleen die artikelen door- taal. we*ke voor gebruik in Nederland bestemd zijn. Zeó is de toestand en zoo ware voor ons de toe- stanchoudbaar. Maar de nazaten en 'do opvolgers -van de man nen, die met hun schepen door de hel zouden varen, ook al zouden hun zeilen erbij verschroeien, de handelaars tot in hel merg van nun gebeente^ heb ben zich er slecht bij weten aan-te passen: zij heb ben gesmokkeld, bleven smokkelen, niet alleen met ome eigen producten, welker uitvoer verboden of beperkt was, maar ook met koopwaar, die van el ders is ingevoerd voor eigen gebruik. Wij moeten voorzichtig zijn in ons oordeel over de iun1genooten, die ons de) thans te ondergane ver nedering op den hals hebben gehaald. Zij zijn niet slechter dan hun vakgenootea overal elders; smok kelen, ten misdrijf tegen den Staat, -is winstgevend en ook de Franschman, de Engelschman en de DuitSch-'r smokkelt, als hij er geld'mee winnen kan. Do smokkelhandel in ons land wordt bovendien voor een no.a deel mpde gedreven door hier vertoevende en gc-Y' Stigde Duitschers. 'Het is nog 'onlangs door den heer ^an Aalst in de „Deutsche Wochenzei- tung" uiteengezet dat defte heeren door het onder ling tegen elkaar opbieden bovendien oorzaak zijm van de huuge consumptieprijzen in Duitschland, waardoor de hooge smokkel winst wordt veroorzaakt; waarbij upg itmot, dat de Duitsche grenswachten do deur zoo wijd mogelijk openzetten en niets meer weten van he* oude proteotiestelsel." „T wille van mi.!? Wat had ik daarmee uit te 8taan?" vroeg Heydemana Verwonderd. „Wat u daarmee hebt uit te staan?" riep Bohne Vvrontrust. „Een mooie vraag. Het was toch uwe aangelegenheid, uw 'zaak Vechtpartij, eruit gesme ten, opgepakt en, bovendien nog een aanklacht we- Sona huisvredebreuk. Ik heb den heelen nacht iv. de oos gezeten. Het was prachtig en zal 'waarschijn lijk nog wel mooier worden." „Maar ik ben toch met die vechtpartij toch niet begonnen," meende Heydetmann, „en bovendien ik weet heelemaal niet, wat ik met die zaak te maken heb." „Wees toch niet zoo vervelend," zeide Bohne ge oreerd. „U kunt u toch wel voorstellen waar dat gebeurd is. Natuurlijk in De Roode Leeuw. Ik was reeds zoover gevordedd, 'dat ik Krüger een bekesi- tenis koE afdwingen. Ik ben er met Beutler heenge gaan oiri een getuige, te .hebben. Wij zitten, dus, ik, Beutler. Krüger en de oude bij elkaar. De goede Weigel is gedurig achter in de kamer bezig. Wij drinken wijn, het wordt gemoedelijk, en ik begin over de geschiedenis met de veertigduizend mark te spreken, zeg Krüger in zijn gezicht dat hij' die som weggestopt heeft en mij, zijn vriend, zou laten meededen. Toen werd hij boos, .grof en ruw. Ik erger mij tenslotte en word nog grover. Het .«ene woord volgt op 't andere, en ik /eg hem eenvoudig, dat bij niet meer moest probeeren te ontkennen, ik wist heel zeker, da4 hij bet geld weggenomen had. Verbeeldt u, toen begon de kerel'to slaan!-Nu dat liet ik me niet rustig welgevallen natuur lijk. Hat wordt een schandaal, de oude komt 1 er tusschen, een bediende verschijnt.... Nu ja. Einde lijk vliegen wij naar buiten en worden door twee politie-agenten opgevangen. Maar Krüger, de on- nooze'e, moest ook mee. Hij moest ook den gansoben nacht brommen. Goddank- '8 Morgens werd ik ontslagen, maar 'ben, direot naar Wilke gegaan, op het hoofdbureau, en 'heb de gevangenneming van Krüger geëischt. De commissaris lachte. Ik zal mij daarover beklagen. Denk eens aan. Wilke heeft de brutaliteit te beweren, dal ik op een verkeerden weg ben. Hij vermoedde iets geheel anders en zou vandaag nog de noodige stappen doen. Nu, die zui len er wel naar zijn! Hij zal u laten roepen 'en ik moet met u meegaan.*' „Ik ben reeds geroepen," zeide Heydemann, „en ik ga or nu dadelijk heen." „Zoo, gaat uT Dan, ga ik meel" riep "Bohne. „Dat zal weer een mooie grap worden." „Waarom wil 'Je eigenlijk meegaan?" vroeg Hey demann. „Die zaak gaat tooh alleen mij aan?" „Neen, beste Heydemann," 'zeide Bohn,e beslist. „ZIJ gaat ook mij aan. Ik heb daarvoor reeds acht v.ut iu de politiewacht gezeten dat is toch wel gencr?. En bovendien wat hindert hot u? Ik wil de v. Jk wel eor.s hoor en, wat 'de verstandige com- tfitepcrii «fr i-.leef Psjdoy.'irui'niets anders over, hij wikte Biel onvriendelijk zijn. Beide gingen dus per "rijtuig naar den oommrusaria. Totin zij zioa lieten aandienen, werden zij onjnid- Ook aan de moreele getvolgen der smokkelarij voor onze bevolking aan de grenzen en op de kan toren heeft, de regeering te denken en derhalve valt te voorspellen^ dat de Sta ten-Generaal geen vebzet tallen plegen bij de toepassing eener strengerwet, die, ais noodwet opgevat, mede getuigt van groot, gebrek aan sociaal begrip bij een deel onzer be volking. I «e1. is jammer, maar het ;moet. Het bleef lang uit, mcw hei is er eindelijk.van gekomen. PAPOSRNOOD IN ZWITSERLAND. Volgens het te Solothurn (Zwitserland) verschij nende „Solothurner Tageblatt" 'wordt de Zwitser - scbe papierindustrie inet groote moeilijkheden be dreigd Ofschoon de fabrieken 20 pCt. meer willen betalen voor papierhout, kunnen ze helt tooh niet meer iu voldoende hoeveelheid krijgen. Verschillen de fabrieken zullen waarschijnlijk 'verplicht zijn te =toppen. Alleen in het kanton Solothurn zullen dien tengevolge 1600 man broodöloos worden. VAN EEN ONTBONDEN LEGER. De „Tagliche Rundschau" bevat een artikeltje, waarin over hot vorstendom Monaco (ai zijn leger het volgende wordt 'gezejgd: „Terwijl de neutraalste neutralen, tenminste nog inzooverre door dien oorlog verontrust werden, dat zij aan uitbreiding hunner bewapening dachten," zegt het blad, „is in Monaco Vuist het teengovergesteldfc) gebeurd: het roemrijke leger'van Monaco werd ten gevolge van den wereldoorlog ontbonden." De „Osservatore Romano" 'deelt mede, hoe dit in zijn werk is gegaan. „Het garnizoen van Monaco bestond uit 200 buitengewoon krijgshaftig uitdiende soldaten, die Irotsch 'en rechtop in hunne niet al tijd onberispelijke uniformen rondliepen en hunne glimmende helmen, in de 'zon van het zuiden lieten schitteren. Hun „dienst" bestond hoofdzakelijk in hef betrekken 'van „eerewachten" en leek wel wat op dien van, „parades" in operettentheaters. Onder dejze omstandigheden, leidden de zoo dappere krijgers een 'werkelijk paradijsachtig leven, dajt iedere soldaat ter wereld hun wel benijden mocht. Zij bestegen nooit een 'paard, omdat één £hkele galop hen naar de grens van het rijk zou ge bracht hebben. Om begrijpelijke geographische ..re denen hadden 'zij ook nooit 'Voor garnizoeasveram- dering te vTeezen. Hunne manoeuvres, bepaalden zich tot aangename wandelingetjes van 10 KM., de terug weg natuurlijk inbegrepen. Maar aan alle heerlijkheid komt een 'einde: dat moesten ook de soldaten'van Monaco ondervinden, toen de wereldoorlog uitbrak. De dapperen, die ge hoopt haddon, vredig in Monaco te kunnen blijven, werden omdat zij gedeeltelijk van 'Fransche en gedeeltelijk van Italiaansche nationaliteit waren door de wreede autoriteiten van 'hun vaderland onder de wapenen geroepen. Zoo werd het leger van Monaco naar alle windrichtingen verstrooid. En de paar armzalige burgers, die, van een klein wit-rood lintje voorzien, driemaal per week voor het 'slot van dén vorst van Monaco verschijnen, zijn het treurige overblijfsel van vroegere heerlijkheid." DE GEALLIEERDEN MOETEN "OVERWINNEN. De militaire medewerker van de -Times zegt in een overzicht van "den toestand: De 'grondslagen van de kracht der Igealliëerden zijn 'stevig en als 'onze actie in de toekomst gefleid wordt door juiste stra tegische beginselen, kan er 'slechts één einde zijn aan den oorlog. Het mislukken Van Duitschlands poging om 'Rusland te verpletteren in het groote offensief, dat in 'Mei begon, zal waarschijnlijk een even groot keerpunt in de igeschiedenis van 'dezfe campagne zijn als Napoleons echec in 1812. Dank zij den heldhaftige© tegenstand van de Russische troepen niettegenstaande voortdurende© tegenslag, dank zij echter ook Verschillende ernstige fouten, door Falkenhayn (den chef van, den, Düitschen ge- neralen staf) begaan, zijn 'do Russische legters nielt overweldigd en, is de vijand eyenmin /vitale deelfen van Rusland kunnen binnendringen. Daar de legers niet overweldigd zijn, zullen, zij doorvechten en daar het land niet verovend is, zal het nieuwe legers voortbrengen. dellijk naar Wilke gebracht Een vroolijk lachje ging er over zijn ernstig gezicht, toen hij achter Heyde mann ook Bohne zag verschijnen. Hij wende zich eerst tot Bohne. „Nu, mijnheer Bohne, hebt u reeds een klacht tegen mij ingediend?" „Het kan nog gebeuren, mijnbeer," zeide Bohne. „Geneer u niet, mijnheer, ga gerust uw gang," meende Wilke welwillend. „U weet, ik neem niets kwalijk, en wij blijven even goede vrienden. Overi gens doe', het mij genoegen, dat u hier is. Ik wilde oen proef nemen en heb er niets tegen, dat een speurdeL als u is daarbij tegenwoordig is als ge tuige. Ik verschaf u tenslotte het genoegen, dat de politie zich weer eens blameert." Daarop verzocht Wilke 'de heeren plaats te ne men en bladerde een poosje in een stapel akten. Vervolgens wendde hij zich tot Heydemann: „lk weet, mijnheer Heydemann, del u tot nu toe van meening waart, dat ik n ij niet om uw zaak bekommerd heb. Zie eens naai- deze akten: u vindt daarin rappe rten over allerlei nasporingèn, arres taties, getuigenverhocren enz. een heel boek. .Ik beu de zaak bijna dag na dag nagegaan, want zij interesseerde mij. Ik heb zorgvuldige ,nasporïngem gehouden, allerlei personen laten volgen steeds met hetzelfde resultaat. Er kwam niets, absoluut niets aan het licht. Zélfs de geringste verdenking tegen wiea ook, is 'verdwenen. Na menschelijk we ten en nauwkeurig nadenken moet men tot der over tuiging komen, dat. u het geld op .straat moet heb ben verloren. Maar u hotu'dt staande, dat u het geld onmogelijk buiten verloren kunt hebben, omdat _u wist, dat u 'het niet bij u haidt. Dat is een moei lijk probleem. In De Rootie Leeuw was het niet, dieven zijn er niet ontdekt en verloren hebt u het ook niet Langen tijd hield ük een gedachte vast. Ik geloof, dat men de zaak te gecompliceerd opgeval heeft en niet den eenvouüigsten weg heeft bewan- dld. Ik zou mijn gedachten ook reeds in een daa|d hebben omgezet, als mijnheer Bohne mij .niet in den weg was gekomen. Tk beken, dat ik ook eenige verdenking tegen Krüger had. Toen ik'echter mijn- heer Bohne bij hem zag, wist ik dat dit wenkje reeds door een ander was overgenomen. U hebt wel esemjs een grooten mond, mijnheer Bohne, maar wij ken nen elkaar, ik weet, dat u ovlerigens een zeer ver standig man is. Voor een goed rechercheur ontbreekt u alleen de rust. U is altijd wat haastig. Welnu, ik zag dan mijnheer Bohne 'bij Krüger ed wist nu dat er op een goeden dag iets zou gebeuren. Het heeft lang geduurd, langer dan wij beiden geloofden, niet waar mijnheer Bohne? Maar Tiet kwam. U hebt 'n nacht in de politiewacht gezeten. U ging Voedend op mij heem maar ik had reeds iets voorgenomen te doen, en inet dit voornomen en toen u zoo woe dend voor mij stond, zag ik opeens helderder. Eetr- stens, dat Krüger met de heele -geschiedenis niets ie maken had „Veroorloof mij, mijnheer de commissaris." 'viel Bohne den spreker in de rede. „Neen, voorloopig Veroorloof ik niets, wacht u maar eens af -ging Wilke voort. „Ik kwam dXis nogmaals op het idee terug .dat ik 'reeds had, dat. men he? eenvoudigste over het hoofd had gezien, niet eens had beproefd. Ik wil 'nu tot dien eenvoudige© weg terugkeeren en daarbij moet u, mijnheer Hey demann, tegenwoordig zijn en ook mijnheer Bohn,e mag daarbij zijn." Heel Rusland is dag en, nacht in de wee. ou» wa pens en munitie voort' te brengen Van alle nachfcmerriëu, die 's keizers rust kunnen verstoren, zal geen hem meer uit den slaap houden dan het geklop van, de h&mors door het geheele Rus sische rijk en de steeds 'stijgende aanvoe'- van oor logsbehoeften naar 'de Russische arsenalen uit de geallieerde en uit neutrale landen. A! de helden, die in millioenen hebben moeten wachten met deelneenin aan den strijd, omdat de noodige oorlogsbehoeften ontbraken, ziju nu einjdriljk .gewapend en zulien iu het voorjaar 'naar de militaire grenzen trekken, als de campagne weer zal beginnen, heftiger dan ooit to voren. Alleen een dwaas Ikan aan vrede denken. De Duitsche opmarsch in den Balkan, is een .fijnp politieke zet en is niet zonder militaire voordeden. De Duitschers willen mannen, (voedsel, koper 'en katoen zien te krijgen, bij hun'trek in oostelijke richting en zij hopen de aarzelende neutralen te bi- timideeren, opdat deze althans .passief zullen blijven. Maar da» een 'groote Duitsche legermacht, sterker dan eenige weinige legercorpsen ovter den Bosporus zal (rekken, 'is zeer onwaarschijnlijk. De Duitsche generale staf weet zoor 'goed, dat op toen oogenblik dat voorraden en mannen Lal afnemen en geen 'be slissing is verkregen op een der drie voornaamste c-orlogstooneelen, het een slechte strategie zou zijn legers uit te zended naar verwijderde woestijnen en de hoofdlegers in Frankrijk, Rusiantt en aan den. Isonzo daardoor te minder in staat te stellen een voor Duitsohlaojd. gunstige beslissing te verkrijgen. KITUIENER ALS VAGEBOND. De Journal 'des Débats brengt nog een anecdote over Lord Kitcbener. Kitchener nam in '1884 deel aan den Egyptischen veldtocht ais majoor van de cavalerie. Om de taal van het land goed te beetu- deeren en de inboorlingen 'nauwkeurig na te gaan, vermomde hij zich als -vagebond., en doorkruiste in deze zonderlinge" kleedij in alle richtingen het land. Eenigen 'tijd later deed hij zich 'voor als koopman in aardewerk en ging tot aan Omdoerman. Toen hij deze stad binnenkwam, was hij er juist -getuige van dat eon Europeaan, «Me door de aanhangers van den Mahdi voofc een spion was aangezien, dood werd gemarteld. Een dergelijke dood zal mij nooit over komen dacht hij en kinjdsdien ging hij nimmer uit, tenrii voorzien van een klein fleschje cyanjkali. DE LANDBOUWVOORTBRENGSELEN. Te München heeft een groote 'en druk bezochte ergadering plaats gehad van de besturen van al Üe verschillende boerenvereenigingen in Beieren. Men besloot een uitvoerig schrijVen te zenden aan den rijkskanselier. In 'dit schrijven wordt dè ophitsing tegen de Duitsche landbouwers, veroordeeld. Men behoorde eerst te onderzoeken waarom'de landbouw noodzakelijk hoogere prijzen -voor de producten moet bedingen, voordat men do landbouwers verdacht ging maken. Zoo wordt in het schrijven o.a.'erop gowe-zen dat de productiemiddelen, veel duurder zijn, gewor den, evenals ide geheele levensstandaard. Daarbij komt, dat bijna alle goede arbeidskrachten aan den landbouw door den oorlog zijn onttrokken en het werk zelfs voor een groot .deel moeizaam door vrouwen moet worden 'verricht. In vele streken wordt het bedrijf zelfs voor'60 pCt. door vrouwen gedreven. Eigenaardig is vender in het vschrijven, dat de boerenstand zich verklaart'tegen het staats monopolie van stikstof. Deze zou volgens -'de boeren den ondernemingsgeest en den vooruitgang in den landbouw verlammen. Verder wordt-het gebrek aan petroleum, dat belemmerend werkt op den arbeid, een ramp voor de boeren genoemd. De verdeeling, zooals die tot dusver door "de grooto 'petroleum- maatschappijen heeft plaats gebald, zonder te let ten op de aanwezigheid van andere lichtbronnen en naar een bepaalden standaard op vredesverbruik geschoeid, is onhoudbaar. SNEL EN STRENG RECHT. Dezer dagen werti er in Gross-Lichterfelde, bij Berlijn, snel recht geoefend. ;Een slager op de markt weigerde aan eenjv rouw een half pond vleeecl te verkoopen. Hij 'verkocht 'niet minder dan een pond. De vrouw gaf het 'aan. In tien 'minuten tijds was «leb rand weer ter plaatse, laadde de kraam van den slachter op haar wagen en bracht hem naar tijn winkel, die door de politie weid gesloten. Tuis- „Wat wilt u doen?" vroeg Bohne belangstellend. „Dat zult u wel zien."' Wilke drukte op een elec- trische schel, waarop een bode verscheen. „Zeg do agenten Lippert en Beyer dat zij zich 'gereed hou den om mee te gaan. En laat efen rijtuig komen." Eenige oogenblikken later gingen do vijf mannen naar De Roode Leeuw. Na een kwartier hield het rijtuig voor -het hotel stil, mijnheer Weigel zette een verdrietig ge zicht, toen hij die vijf personen zag.komen. Maar met de politie valt niet te spotten, en zon,der op onthoud bracht de hospes hen naar de kamer, waar Heydemann een nachtmvertoefd had. „Is alles hier nog in denjzelfden toestand als in dien nacht, mijnheer Heydemann," vroeg Wilke. Heydemann keek onderzoekend om zich heen. „Voor zoover ik mij herinneren kan, ja." „De schrijftafel?" vroeg Wilke. „Ik geloof dot het dezelfde is," antwoordde Hey demann. „Is liet zoo, mijnheer Weigel?" vroeg Wilke. „De meubelen zijn niet verwijderd geworden, zij staan in a'le kamers sedert jaren op hun plaats." Wilke klemde de lippen op elkander, en zijn ge zicht toonde de hoogste spanning. Hij odderaocht de schrijftafel geruim en tijd met'groote opmerkzaam heid, ging met zijn vingers door de schuifladen, be keek allps van. boven naar beneden. De eene la na de andere werd geopend, maar alles was leeg. Nog eenmaal bekeek hij de schrijftafel van alle kanten en bleef toen in gedachten staan. „Dus nu n,og 'het allerlaatste," bromde hij. Te gen den politie-agent Lippert zeide-hij; „Haal bene den in de keuiken eens een bijl." Deze verdween en JWi'ke vervolgde: „Het doe1 mij leed, mijnheer Weigel, maar ik zal de schrijf tafel moeten, beschadigen. Maar ik zal mijn .best doen, de schade niet to 'groot te maken. Het zal gemakkelijk te repareeren zijn" „O, als het moet, gaat uw gang," meende Wei gel. De agent kwajn terug met een bijl en de schrijf tafel werd op zij getrokken. De achterwand en do vloer werden nauwkeurig onderzocht en met een vlugge beweging gaf Wilke een slag met de bijl op den achterwand. Het meubelstuk kraakte en de doorgebroken plank werd nu weggerukt. Toen keek 'de commissaris in de ontstane opening. „Kijk, daar hebben we het," riep hij opgewonden. „Daar links, bijna in het midden ligt de tasch." Allen keken nu in de vernielde schrijftafel. „Nu moeten "we zien, hoe we het ding er weer uit krijgen." zeide Wilke. Hij stootte tegen den achterkant der lade, maar zij bewoog niet. Hij ging weer naar voren,.vond ech ter geen spoor van een geheime lade. Nu begon, hij alle scbuiflaWten, te 'openen, wat gemakkelijk ging op tw-je na, die niet te bewegen waren, Wilke buk te zich, 'zag van beneden atf naar binnen en liet -'nju een lichten kreet hooren. „Dat is'het," riep hij.'Hij stefi zijn hand naar bin nen. de achterwand der lade klapte neer, en daar achter werd een andere zichtbaar, waarin de ver- „Prachtig gedaan!" zeide "Wilke, zich tot kalmte» dwingend. „Ziet u, mijne heeren, de buitenste schuif lade is wat kort. Hier boven is een drukknop in 't hout gewerkt. Bij een oppervlakkige beschouwing schen aangifte en straf waren iets meer dan 20 minuten verloopen, Dit herinnert ons een'geval Yan streng "recht, dat wij een tijd geleden in een Duitsch' blad lazen: een koopman werd veroordeeld omdat hij, wij weten niet meer welke voedingswaar, aan iemand had ver kocht voor een hoogereu prijs dan de "overheid als mazimum had vastgesteld. Maar ook.de kooper werd met boete gestraft, 'omdat hij meer had betaald dan hij mocht betalen! In hocger beroep kwam hij wel iswaar vrij, maar het "openbaar ministerie zocht '1 nog hooger op, en hier werd het vrijsprekende von nis vernietigd. Dit hoogste gericht 'achtte tien koo per wel degelijk schuldig en verwees 'de zaak naar een ander hof. Tot ongea spijt hebben wij niet ge lezen hoe bet is afgeloopen. Maar dat een laag en een hoog gerechtshof de© kooper strafwaardig acht ten, blijft opmerkelijk. EEN MILLIOENENPROCES. Te Bonn is dezer 'dagen een. proces begonnen, te gen den fabrikant Ernst Bötticher, den voornaam- sten aandeelhouder der „Westdesutscben Spiritus- werke" te Eitorf. Aan Bötlicher is ten laste, -ge legd, dat hij in de jaren 1909 tot 1913 niet min der dan 2.075.623 mark te'weinig heeft betaald'voor de belasting op branderijen. De beschuldigde meent, dat de 'aanklacht een wraakneming van ambtenaren moet zijn. EEN AVONTUUR VAN REDMOND. De correspondent van, 'de Times in, het Engelscbe hoofdkwartier in Frankrijk, maakt "melding van 'n grappig voorval, bij het bezoêk van het Terscbe parlementslid Redmond, aan koning Albert. Toen de Iersche leider in zijn auto bij de Belgische linies aankwam, weigerde de schüdwacht hem den door tocht, daar hij de papieren van Redmond niet in orde vond. Redmond protesteerde tevergeefs'Koning Albert wachtte op hem. Een inval redde hem ten slotte- Hij .liet zich ar resteeren. Hij en, 'zijn chauffeur werden door den gewapenden soldaat begeleid en -bereikten zoo den koning. Hun gesprek was zeer vriendschappelijk. GENEZING VAN OOR LOGS-STOMMEN. Het komt herhaaldelijk voor, 'dat personen die zich dichtbij een ontploffend projectiel enz. bevinden, ten gevolge van den schok stom worden, 'ofschoon, er geen uiterlijk letsel waar te nomen valt. Dit ver schijnsel verdwijnt meestal na eenige dagen; is dan de genezing niet ingetreden, dan bleek heb'euvel tot dusverre ongeneesbaar. Thans heeft echter de Fransche dr. Marage oene methode ter behandeling Van dit lijden 'gevonden, waarmee ook bij gevallen, die reeds vier of vijf maanden oud waren, goede resultaten werden ver kregen. 'De Marage past mechanische 'vibratie- massage van het strottenhoofd ©n de zijden van den hals toe. Na 'eenige dagen begint 'de patiënt weer te spreken en na drie weken ia hij volkomen'her steld. DE HULP VAN JAPAN. Japan heeft aan Rusland groote hoeveelheden wa pens en munitie geleverd en zal dit blijven doen; zoo heeft de Japansche minister van Buitenjand- sche Zaken aan den correspondent van, het „Petit Journal" verklaard. Twee Japansche arsenalen wer ken zonder ophouden voort en vervaardigen groote hoeveelheden munitie. Rusland heeft, geen manschappen noodig, maar slechts het derde deel van zijn gemobiliseerde man nen is gewapend. Tegen het eind van de.maand zal Japan de andeire twee 'derden voor een. groot ge deelte van wapenen hebben Voorzien. Tot nu toe heeft Japan er nog niet over gedacht, een leger naar Europa te zenden. Mocht dit .echter gewenscht blijken, dan zal het terstond een zeer sterl leger zenden, dat geen gevaar zou-loopeo. verslagen te worden. EEN AVONTUURLIJKE ONTVLUCHTING. Uit Londen. Er is hief een-interessant, verhaal gen publiceerd van de pogingen, door een gevangen go- nomen Duitsch officier in het werk gestald om we der naar Duitschland terug te komen. Hij maakte daarvoor een reis rondom de wereld en werd weer gevangen genomen op de Noordzee, haast in het gezicht van het „Vaterland". merkt men daar niets van. Als men de veer in be weging brengt valt de wand neer en -de verborgen lade komt 'te voorschijn. Ik verwonder mij niet, dat men bij de eerste doorzoeking "daar niet op gelet heeft. Van dat geheime vak 'was absoluut niets te merken. Het ding stukslaan doet men ook zoo maar niet. Enfin, hier is de 'tasch. Is die van u, mijnheer Heydemann?" Heydemann nam ze aan. Zijn handen'beefden. „Ja mijn portefeuille. Hier zijn ook de bankbiljetten. Onaangeroerd." „Goed," zeide "Wilke s&cb oprichtend, top koelen ambtstoon. „Ik verzoek u om de.portefeuille en het geld. U kunt 'het vandaag of morgen nog terug verwachten. Ik wilde alleen wel eens weten," voeg de bij er gemoedelijk bij, „hoe u er toe kwam, op dien verwenschten knop te drukken." „Dat begrijp ik zelf niet," meende Heydemann na denkend. „Ik was in oen roes, in een geluksroes "en had wijn gedronken, de handen beverig, waarschijn lijk is het toen, door een onwillekeurige beweging gebeurd." ,.En hoe'sta ik hier nu?" riep Bohne plotseling. „Wien hebt u het te danken, toe? Was ik hier gis teren niet uitgesmeten, wie weet, of de'commissaris op zijn gemalen inval gekomen zou zijn. Ik-verlang in ieder geval'mijn loon, de tienduizend mark." „Er zal met to wel te redeneeren zijn, mijnheer Bohne," zeide Wilke lachend. „Goed, wat mij betreft ben ik ook met minder tevreden. Maar die geschiedenis» met den huisvrede breuk is bitter, mijnheer." „Wij zullen eens met mijnheer Weigel spreken. Misschien laat hij zich vermurwen." Heydemann had zichzelf dien dag bij 'de dames ten eten genoodigd. En Zij waren «dierminst ver baasd dat hij kwam. Mevrouw Driesen ontving hem met 'een vriende lijk spottend glimlachje en een warmen handdruk. En de beide dames waren, niet weinig verrast, toen hij haar het nieuwtje yan dien morgen vertelde. Edith scheen zelfs over het Vinden van 't geld wat geschrokken. „Wat wü je met het geld •beginnen?'" vroeg zij. Je blijft toch bij de Tagesbote?" „Dat spreekt vanzelf. En, toet geld? Ik heb 'tniet noodig. Misschien eens in, tijd van nood tof als wij oud wonden. En ik hoop, dat, 'wij samen oud zul len worden, lieve Edith." De tel weerklonk en mevrouw FreÜerika ging vlug heen, om een komenden gast te ontvangen. „Het is mijnheer Beuüer," zeide Edith. „Vandaag verloven zij zich." „Wat? Je zuster en „Beutler ja. Hij bevalt haar. Zij -"heeft het geld „En hij is uitgever. Wil hij haar romans uilge ven?" „Neen, dat riskeert zij niet op 'zijn aandringen." zeide Edith. '„"Voorloopig wü zij niet meer schrij ven." „Maar, daar bedenk ik," zeide hij plotseling met een komisch ontzet gezicht, „met Beutler halen wij Bohne in huis!** „Loop heen, je bent ondankbaar," riep Edith la chend „en bovendien .is hij niet een werkelijk amusant persoon,?" EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 5