llltlttl Billis- AüHtentit- LuiliiTllaL ZATERDAG 11 DECEMBER 1915. 58ste Jaar g ang. No 5710. EERSTE BLAD. BRIEVEN VAN EEN ONBEKENDE. Binnenlandsch Nieuws. Tweede Kamer. SCHAGER COURANT. Dit blad versohijnfc viermaal per weekDinsdag, Woensdag Donderdag en Zaterdag. inzending tot 's morgens 9 ure wor den ADVERTEÏÏTIEN in bet eerst uitkomend nummer geplaatst. UitgeversTRAPMAN Co. SCHAGEIM, LAAN D 5. Int. Telepb. No. 20. Prijs per 3 maanden f085; per post f 1.-. Losbo nummers 5 cent ADVERTENTIENQ van 1 tot 5 regels met inbegip van bewgsno. f 0.35, iedere regel meer|6 ct. Groote lett. worden naar plaatsr. berek Dit nummer bestaat uit 3 bladen. Lxxrv. Dat is een heerlijk boekl Een verrukkelijk boek! E^n wonderlijk boek.' Een boek om te bezitten! Om te lezen en te her lezen 1 En het dan neer te legden op een plaats waar het „voor de hand" ligt. En ge zult eens zien, hoe menigmaal ge het dan „ter hand'" zult nemen. En „ter harte" ooki Dat kin niet uitblijven I Want een hoek, bij het schrijven waarvan de pen zóó door bet hart bestuurd is, m o e t tot harten spreken. Maar 'aat ik, meegesleept door mijn enthousias me voor dit^boek, niet vergeten met te beginnen titel en schrijver te noemen. Het is „Jeugdherinneringen", geschreven door den bekenden paedagoog Jan Ligthart, uitgegeven te üroniDgen bij J. B. Wolters' U.-M. 1914. .Neen, waarde le>zert 'geen toegezonden present exemplaar legt mij den plicht op dit boek (naar den geijkten term) „te bespreken", liefst .„aan te be velen" Mijn exemplaar werd 'mij door welwillende hand geleend in afwachting, dat mijn beurs me ver oorlooft dit kostelijke boek te koopen. Heit stapt op Ns 11 Mijn aankondiging en aanprijzing is dus vol maakt spontaan. i Waar het hart van vol is, daarvan wil demenscb gaarne spreken. Nu heb ik met meerderen uit .mijn omgeving al over dat boek gesproken -en de lezing ervan aanbevolen. Maar ik ben er nog niet over uit gepraat. En nu dank ik den hamed, dat ik eens zoo onbezonnen ben geweest ('t is niet de eenige on bezonnenheid in mijn leven!) om 'op me te nemen brieven" te schrijven in de Schager. Van een,'on bezonnenheid kan men nog wel eens genoegen bek leven Want nu heb Jik gelegenheid om over dit boek, dat bij lezing mijn hart gestolen "heeft, te spreken tot meerderen, dan. ik met mijn stem kan bereiken. Want dit boek zou ik nu 'eenp gaarne in vele han den zien. In handen van allen, die geroepen zijn tot „opvoeden". Dat zijn natuurlijk in de eerste plaats ouders, onderwijzers, leeraren, predikanten. Maar dat is hot geval met nog vele anderen. Jal! mét wie is dat eigenlijk niet het géval? Want wij allen, zoo als we in het leven met elkaar in aanraking komen, zijn vooridurend Lezig (zij ,'t dikwijls onbewust) elkander op te voeden. En daarvan mogen velen zich wel een beetje meer bewust worden. Dat zal de opvoeding, die er van hen naar anderen uitgaat, misschien- ten goede komen. Nu is de kunst om „op te voeden" niet iets,; dat ons maar zoo aanvliegt. Er is veel „hart" en ook een beetje kennis .Voor noodig. Het eerste is voor een goed doe1 gave (niet alles), maar 't laatste (de kennis) moeten we ons trachten eigen te maken. Allen dus een paedagogisch leerboek bestudeerem? Mensch, wat haal je je in je hoofd! Hoevelen zou den'daartoe 'e bewegen zijn? Hoevelen zouden daar van, profijt trekken? Ik zie in'gedachten' een vader of moeder de eerste bladzij opslaan van Lém's „Grondbeginse'wn der .Opvoedkunde" en lezen: „Op voedkunde is derhalve de wetenschap, ldie regelen vaststelt omtren* de verhouding van opvoeder en kweekeling in betrekking tot de doeleinden, de mid delen en de methoden der opvoeding." Oef! Pats! 't Boek dicht! Om inooit weer op te slaan! 't Is te begrijpen. Gralu ist alle Theorie! >En die „grauer Iheorie" moet er zijn. Voor de koks, de beroepsopvoedkundigen. Maar (voor amateurs, wien het ndenks hun amateiurieme toch heilige ernst is met hun opvoeding, is dit niet te verwerken. Maar sla nu Jan Ligthart's „Jeugdherinneringen" op en gij zuli zien hoe „grün dés Lebens goldner Baum" i= Hoe sappig al de titel! Voor wien heb ben die twee gedachten „jeugd" 'en „herinnering" geen bekoring? Daarachter vermoedt niemand een „leerboek de- paedagogiek". Maar het zit er wel achter. Maar gij zult het srtaks met 'verrassing merken. En dan legt ge 't boek niet meer uit han den voor he* gelezen is. Want de paedagogiek komt hier. in levende lijve tot'u in den persoon van een scherp analyseerend, warmvoelend man, een fijn proever in 't menschenhart, die op buitengewoon aantrekkelijke wijze vertelt van, de vreugden, de moeiten, den strijd, de zonden, de deugden van zijn jeugd. Dit heeft mij zoo getroffen: Daar wordt het verhaal gegeven van een jeugd, zooals er duizen den en meer beleven. Een jeugd, als die van een doorsnee-mensch, :zonder alle buitengewone gebeur tenissen, zonder al te vreemde ervaringen. En dat betrekkelijk gewone jeugdleven 'aat de schrijver on« zien door zijn oogen en.... 'nu boeit en treft het en sleept.bet ons mee als een spannend 'too- neelspe1, een boeiende roman vol crisis en „up and downs". Zoo ooit, dan leert dit boek ons'verstaan de waar heid van Goethe's woord: Graf' nur hinein ins vólle Menschenleben, Ein Jeder lebt's; nicht vielen ist'e bekannt Und wo ihr's packt, da i&t 's interessant. Dat is het 'm met dit boek: het grijpt in het volle mensobenleven (zij het tvan een mensch-nog-in-den- dop)diep grijpt het er in. Het kinderhart 'wordt met het fijne lancet van den deskundige op dat gebied opengelegd; -wat er leeft en woelt en gist in een kinderhart, wordt 'ons te zien gegeven,. En nu wordt hetinteressant Buitengewoon interessant, want nu zien 'we in de ons geschetste jeugd onz' eigen jeugd. En we beleven telkens het verrassende wonder, dat iemand, die een vreemdeling ie in onze jeugd, ons daarover een nieuw en verrassend licht doet opgaan. We doen aan de hand van een ervaren gids ontdekkingsreizen in eigen Jeugdgeschiedenis. Dat is het verrassende, bet boeiende, het meesleepende van, dit hoek. Als hij in zuivere weergave vertelt van de zalige vreug den, maar ook van de benauwende ;angsten, die hij in huis, op straat en school heeft doorgemaakt, als hij zoo'smakelijk smult van zijn straatjongensstte- ken, als hij ons met groote liefdeteekent de ver schillende personen, wier zegenende invloed hij heeft ervaren, wigp harten zijn kinderhart hebben ver warmd: vader, moeder, zus Christine, „die haar naam zoo met eere droeg", juffer Doortje van de bewaarschool, de bovenmeester „meneer Kuiper'' en zijn vrouw met „die zachte hand" en „die lieve stem", meneer Beekman van 'dé kinderkerk, slechts „een koekbakker", maar een „kindervriend!", 't „pere-kietvrouwtje", „Mie de iPorster", de meester van de „afgescheiden" school, „die hem leerde werken en werken 'met lust" dan worden daar voor onze geest opgeroepen personen uit onze eigen jeugd, misschien geheel andere dan de schrijver hier schetst, maar van verwanten inhoud;; met harten, 'waarin dezelfde gevoelens lichten en gloeien, die ook ons veel goeds voor het leven heb ben meegegeven. En dan danken we den schrijver van „Jeugdherinneringen", 'dat hij door de „herin nering" aan z ij n „Jeugd" op te halen o n s bewu&t doet worden 'van den zegen en de zegenbrengei 8 van onze eigen jeugd. Wat is deze mensch, die 'n arme, een veelszins moeilijke en 'zorgelijke jeugd heeft doorgemaakt, toch benijdenswaardig. Zoo het licht en den zegen te ontdekken, ook in het d>beter© en smartelijke! Zoo met warme liefde -te» kunnen spre ken van zijn Jeugdomgeving! O neen; hij idealiseert ze niet: vader, moeder, zichzalveu en al de anderen. Hij spaart ze in geen enkel opzicht. Van „mom ma ken" en „flatteeren" heeft hij een hartgrondigen afkeer. Hoe durft hij vader'8 zwakheden met dui delijke trekken teekenjen; wat behandelt hij izich- zelven en z'n kameraden menigmaal „ongenadig"! Maar ondanks dat alles, ja, juist 'daardoor wor den zijn personen „mooi", sympathiek, bronnen van licht en warmte." O! hoe weet deze schrijver ons de waarheid Van Victor Hugo's woord te doen gevoelen „De armen der moeders zijn gemaakt van teederheid". Wat zou ik gaarne hier voor u uitschrijven die twee laatste bladzijden van hoofdstuk „Moeder vertelt". „Dikwijls als z© ovet goede menschen sprak kwam het zoo .uit de volheid van haar hart: Die hebben den hemel aan 'me verdiend. De uit drukking was wat Roomsch, Moedertje, voor een predikantsdochter Vrij doen niet aan werk heiligheid. Maar wat hebt Gij dan wel verdiend aan man en kinderen? Uw leven doortrilt mijn leven. Van heb ik geleerd, neen als levensmelk in gezogen, .onder alle, alle omstandigheden niet te versagen, trouw te volharden, te aanvaarden den plicht, die ons werd opgelegd, niet onszelf te zoeken, maar onszelf toe te wijden." Het citaat is ongemerkt langer geworden dan mijn bedoeling was. En ik moet me geweld aandoen, hét hier af te breken. Ik 'kan het niet helpen, 't Is schrijvers schuld. Maar meteen zijn eer^Ja! ik ben begonnen met hier en daar een passage aan te stree pen, die ik hier wilde overschrijven. Maar ik moest er mee ophouden. Ik Zou de'heele Schager noodig hebben. Wat zou het een zegen kunnen zijn, indien een veelgelezen blad dit boek voor feuilleton kon be machtigen. En dan, uitknippen en bewaren! Watstou het op die manier in vele huisgezinnen komen! Maar dat zal wel tot de vrome wenschen blijven bohooren! Maar laten dan de in alle geval Nuts-, gemeente-, particuliere bibliotheken .en openbare leeszalen zorgen, dat dit boek (liëfst in eenige ex emplaren) aanwezig zij. Het zal gevraagd en gele zen worden! Het_zal genot van 't edelste soort schenken. Het zal zijn 'zegen afwerpen. Want hier is aan het woord een man van „hart", die door zijn sobere taa^ zijn pakkende beelden, vooral zijn fij nen humor ons spelenderwijs zijn paedagogische los sen op het hart bindt. Echte „h arte-p aedagogiek", die hij ons telkens in zijn leven laat zien en in z£ijn woord predikt. Hij laat ons genieten en leeren. En de verrukking van 't genieten doet ons verge ten dat leeren moeite is. Voorloopig moet ik hiermee eindigen. Anders zou de heele Schager er toch aan moeten gelooven. Maar uitgepraat ben ik over dit boek nog niet. 't Beste heb ik misschien nog niet of slechts ter loops aangeroerd:, 's schrijvers fijne humor en zijn in vele opzichten van de gangbare methoden afwij kende paedagogiek. Hij zet nogal 'Jjet een en ander der klassieke paedagogiek op den kop, en als we 't. dan goed bezien onder zijn leiding, blijkt het me nigmaaleerst waarlijk rechtgeizet te zijn. Daarover dan nog iets in een volgenden brief. Misschien dat ik dan ook nog gelegenheid heb u kennis te laten maken met enkele'treffende passage^ uit dit wonderrijke boek., i X. NOORDSCHARW OUDE. De afdeeüng Oudkarspel-Noordscharwoude van deo Bond voor St-aatspensionneering hield een propa- ganda-feestvergadering ten lokale van den heer J. de Bakker. Om te berdenken den dag, dat de eerste rente werd uitgekeerd waren de rentetrekkende oud jes, een zestigtal, uitgenoodigd. Hiervan waren 'er 15 opgekomen. De opkomst van publiek was klein. De voorzitter opende !de 'vergadering, heette al len, in 't bizonder de ouden van dagen hartelijk wel kom, protesteerde tegen de handeling van den oud voorzitter Ds. G. de ILeeuw, die juist op dezen avond, die reeds ver vooraf bekend was, een 'go dienstige samenkomst hield. Een spreker kon men niet laten optreden, daar 'van, zeven sprekers door den secretaris aangeschreven, niet een was, die tijd en gelegenheid had. I Opgevoerd werd het bekende propagandastuk ge titeld „Poppenkastje", dat er goed inzat. Voor aan vulling hadden enkele Heden 'nog voor voordrachten gezorgd. f De ou 'Jes werden onthaald op koek en chocola en amuseerde zich zeer. Het geheel was een mooie avond, waardoo" de vele JthuisbliJivers 'in het onge lijk werden gesteld. Het resultaat voor de afdeeilng was: 13 nieuwe 'leden. ST. MAARTENSBRUG. In de gehouden vergadering van de IJsclub alhier weri* de heer A. Olie tot bestuurslid herkozen. De rekening van den penningmeester sloot met een batig saldo van f 88.53. i 8T. MAARTENSVLOTBRUG. Donderdagavond hield de vereeniging Nut en Ge noegen, alhier een bijeenkomst in het lokaal van den heer G. -Veuger. Een groot aantal belangstellen^ den was opgekomen- Nadat de voorzitter de vergadering met 'n woord van we'kom had geopend en de secreitarib de notu len van de yorige bijeenkomst had gelelzen, werd een aanvang gemaakt met de werkzaamheden. Be halve de gebruikelijke leting bevatte het program ma zang, muziek, voordrachten, tableau s enz., te veel om alles op te noemen. Het publiek 'uisterde met aandacht naar hetgeen werd opgevoerd. Dat er genoten werd bewees weJ het daverend applaus, dat ieder nummer ten, deel 'viel. Te ruim middernacht sloot de voorzitter de vergadering met een woord van dank aan allen Hie aan het welslagen van de zen avond hadden 'medegewerkt. ZIJPE. Op 17 December a.s. zullen de navo'gende dienst plichtigen der lichting 1916 uit deze gemeente te Haarlem worden ingelijfd: Joost ,J^ van Balen Blan ken, üerrit Broene, Hendrik Brommer, Johannep R. Deutekom, Andries |Filtaer, Pieter D. de Graal', Get ril J. Kater en Tennis Kossem Allen'zijn aangewe zen voor het 21e Regt. Inft., Ie Bataljon. Op 18 De<- cember a.s. zal te Amsterdam wordeningelijfd: Gerhard W. Stöve, bestemd voor deIe'Compagnie Wielrijders. SCHAGERBRUG. Woensdagavond jl. hield de ijsclub „De Eendracht' haar algemeene vergadering ten huize van den' beer G. Swarthof. Aanwezig waren slechts 6 le den. De voorzitter, de 'heer H. Bakker, opent de vergadering met een woord yan welkom. Hierop wor den door den secretaris, den heer Th. E. J. Oden- daal, de notulen van het verhandelde m de vorige vergadering gelezen en onveranderd gearresteerd. Bestuursverkiezing. Aan |de beurt van aftreding zijn de beer en H. Bakker, voorzitter, A. Brak, vice- voorzitter en H. de Graaf, .penningmeester. Bij ac clamatie worden deze heeren 1 erkozen. Volgt rekening en ..verantwoording van den pen ningmeester. De ontvangsten hébben f 116.94% be dragen (waaronder is 'begrepen f 90.44% wegens batig saldo van het vorige jaar) en de uitgaven 12.01 gld. In kas is alzoo f 104.93%. Hierop volgt een, zeer uitgebreid, keurig verslag van den afgevaardigde, den heer H. Bakker, van het geen het vorige jaar te Uitgeest op de algemeene vergadering van den 'U.H.N. is behandeld. lot afgevaardigde, naar de algemeene vergadering van den U-H.N. te Schagen wordt de heer Bakker weder benoemd. Naar aanleiding van het in de vergadering van 't vorige jaar 'genomen besluit betreffende het hou den van een ijsfeest van de aan dé vereeniging toe behoor ende buitengewone gelden ten bedrage van f 26.80, wordt besloten dit 'ijsfeest te doen houden, zoodra de gelegenheid zich voordoet. Nadat nog eenige besprekingen van huishoudelij- ken aard zijn gehouden, wordt de vergadering on der dankzegging gesloten. ANNA PAULOWNA. Vrijdag 10 December hield de IJsvereeniging Een dracht maakt macht een vergadering in Veerburg. Na opening door den voorzitter, den heer R. Blankevoort, werden de notulen gelezen en onder dankzegging goedgekeurd. Voorzitter deelde mede, dat tot afgevaardigde en diens plaatsvervanger wa ren gekozen de heeren K. L. van Gorkom en R. Blankevoort. Verder, dat het bestuur in opdracht dei vergadering, pogingen had aangewend, om de alge meene vergadering in 1916 alhier te doen houden en dat nu Anna Paulowna als Na 1 op de voordracht voorkwam. Hierna bracht de secretaris zijn jaar verslag uit. RDit moest kort zijn, omdat door gerin ge vorst geen plannen hadden kunnen worden uit gevoerd. Het ledental bedroeg 54 en dat der kinde ren van leden 8. De wensch werd uitgesproken, dat pogingen zouden worden aangewend, om het leden tal te doen toenemen. Na dank voor dit verslag, gaf de voorzitter belt woord aan den penningmeester, "den heer M. Wisse kerke, voor het doen van rekening en verantwoor ding. Er was ontvangen f 69.25 en uitgegeven f 91.44, zoodat het bezit der vereeniging bedroeg na aftrek van het. nadeelig saldo f 343.55. Op verfcoék van den voorzitter belastten zich de heeren G. Slikker en H. Jonker Jr. zich met het nazien en bij monde van eerstgenoemden werd gunstig gerapporteerd. De voor zitter dankte de commissie en in het .bizonder dein penningmeester voor zijn accuraat beheer. De heer Joch. Blaauboer, als bestuurslid periodiek moetende aftreden, werd knel algemeene stemmen op 1 na herkozen. Hij liet zich de keuze welgevallen. De voorzitter feliciteerde de vereeniging met het behoud van dat bestuurslid. Bij de behandeling van den beschrijvingsbrief werd den afgevaardigde opgedragen, tegen het "voorstel - Oterleek te stemmen; verder kreeg hij vrij man daat. Hierna stelde het bestuur voor in het komen de seizoen te doen houden: Ie. Een wedstrijd met hindernissen (turven vér- voeren op een slede) voorkinderen van 1214 jaar, om prijzen van f 2.50, f 2, f 1.50, f 1 'en f 0.50'. 2e. Een schoonrijderij voor paren van 1517 Jaar om prijzen van f 6, f 4 en f 2. Geen inleggold zou gevraagd worden. Aan niet-leden zouden toegangs kaarten verkrijgbaar worden gesteld 10 cents, ter wijl de echtgenooten van leden vrijen toegang zou den hebben, op vertoon van een kaart, die haar zou gegeven worden en die zichtbaar moest worden gedragen. Alleen inwon enden konden aan de wed strijden deelnemen. Met algemeene stemmen werden deze voorstellen van het bestuur 'aangenomen. Bij de rondvraag maakte de heer M. Wissekerke den voorzitter erop opmerkzaam, dat hij te kennen had gegeven, te willen bedanken als bestuurslid. Na eenig debat stemde de heer Wissekerke er in toe» dal dat punt op een volgende vergadering óp de agenda zou komeab Hierna sluiting. (Den Haag, 10 December. Minister Poethuma begon zijn, als naar gewoon te me* onbegrijpelijk© radheid voorgelezen, rede ter beantwoording van wat voor zijn aandeel over bleef met een vap, mr. Bichon's verb aaltjes over bederf in de ambtenaaars-kringen recht te zetten- De „wilde" uit Ommen heden niet aanwezig had (weet men) geïnsinueerd, dat eene Haagsche bouw-maatschappij, waarvan mr. Versteeg, secreta ris-generaal hij Landbouw, president-commissaris is, bij verkoop van gronden aan den Staat (o.a.,voor 't nieuwe Lanjdbouw-departement) grove winst zou ge maakt hebben. Het blijkt nu, dat *de Maatschappij „Koningskadfi" (waarvan de heer Versteeg bes tuur s- hooid is) met de gansche zaak niets te maken had. 't Was een maatsch. welke de 'gronden vroeger van haar gekocht had, die de transactie sloot. Aldus komen hpoze geruchten in de wereld. Wij leven in een tijd, waarin lasterpraatjes van de m^est uit- eenlonpende 'soort voortdurend gekozen worden met de vruchtbaarheid van de zoozeer gevreesde vlieg. Minister Posüauma verklaarde niet aan'geruchten te ge1 ooven, voordat het „bewezen feiten" zijn. (gewor den, Dat is ongetwijfeld zeer verstandig. En voor zichtiger allicht dan „niet (te twijfelen aan 't woord van deDgpen, dien ik niet ken", zooals Z-Exc.erbij voegde. Uit 's ministers verdediging van het uit- voer-verbod voor allerlei artikelen stip ik aan, dat bij het werk der confrolo-commissièn, waarin ta' van Kamer-leden zitting hebben, 'verdedigde. De toe leg verduidelijkte hij, was niet om de ver antwoordelijkheid op het Parlement te schuiven slechts om personen te kiezen, speciaal op de hoog te van de belangen, welke 't hier geldt. Voorzeker a'lerhoffelijkst .woord 'aan het adres van ons La gerhuis. Ove" het kolen-bureau en zijn werkiDg heeft de heer Posthuma zeer uitvoerig 'gesproken. Hij Té kende ter toelichting der zeer groote beteekenis van het belang, hier op het spel staand, voor, hoe wij voor den oorlog, dus in normalen tijd, noodig hadden 19% millioen ton per ajar. Bij bet uitbre ken van den oor'og slonk het import uit Duitsch- iand to* de helft; Engeland bleef voldoende be schikbaar stellen, maar het vervoer bood .enorme moeilijkbeden. België werd, begrijpt men, stop-gezet. Onder de verbruikers ontstond begrijpelijke onge rustheid. En een der moeilijkste, zoo niet het aller lastigste van de vraagstukken, ;die men had op te lossen, was de behoefte aan een bepaalde isoort van kolen. Men moest een nationale, distributie, doel-L treffende verdeeling, bereiken. De Kolen-co mm is- si« stelde zich tot taak, de voor T5-T6 gesloten contracten te doen voortduren. Daarvoor werd het Kolen-bureau opgericht- De door dit Bureau getrof fen \crdeeling geldt nog altijd. Geen .bedrijf behoef de te worden stop-gezet door gebrek aan kolen. De distributie bleek deugdelijk. Het blijven bestaan der contracten bracht een "besparing van achttien mil lioen. Minister Posthuma legde er allen nadruk op, dat wij hier hebben een Néderlandsch bureau, dat volstrekt geen „Duitsche invloeden" dient; geen im port uit Engeland poogt te belepimeren. Zonder hei Kolen-bureau zou de 'zoo ingewikkelde steenkolen- voorziening in ons land niet mogelijk geweest zijn. Ook kwam de minister van Landbouw op tegen de praatjes, 't voorstellend alsof de secretaris 'van de Steenkolen-vereeniging de dictator, oppermachtige man zou zijn. De onpartijdig© voorzitter heeft den. importeurs c.q. zijn „veto" te doen hooren. De ver bruikers zeiven hebben dan ook nooit meegedaan aan de agitatie, welke de Regeering tenslotte inood - zaakte de zaak zelv© ter hand te nemen. Niet zóó uitvoerig, als over het Kolen-bureau, maar toch tamelijk lang sprak de heer I'osthUma over de ver houding van landbouwers en consumenten. Onze bevolking hangt -voor 2/3 stelde Z.Exc. voorop samen met hét landbouw-bedrijf, en wel ten nauwste. Onze economieéhe toestand is, ondanks alles, vrij gunstig. Maax een der voornaamste oor zaken van dat verblijdend verschijnsel is, hetzelf de, waar zoozeer door sommigen ach-en-wee over wordt, geroepen: de winst, gemaakt door de hoog© prijzen, die het buitenland nu voor velerlei geeft. Niet slechts de groothandel profiteert daarvan, maar ta' van „kleine luyden" doen het niet minder. Maar de boeren verdienen heusch niet zoo enorme schat ten. Exc. Poethuma rekende voor, dat op de var kens van 16 April tot '20 November (tengevolge van de Rogeerings-maatregelen) 7% millioen minder verdiend is, op de boter van 20 December tot 2 November 7.4 millioen minder dan wannéér ze ware uitgevoerd naar het buitenland. Aldus sprak de man, die immers zoo dikwijls genoemd is „der boeren god", gelijk graaf Floris V „der keerlen god" ,werd genoemd. We zijn in het land der replieken, in gewone omstandigheden saai-rustig. Waar. 't nu allicht ook al stormen kan. Eene poging van president Borgesius om den spree tijd te beperken 45 minuten voor algemeene be raadslaging, een half (uur 'voor de afdeelingen van Hoofdstukken, voor de artikelen een kwartier en voor replieken ryijf minuten, is mislukt. De praesee trok het in, nadat de Iheeren Lobman, Van Twist en Beumer 't bestreden hadden als in strijd met bét Reglement van Orde. De heer Goeman Borgesius verklaarde zijn goed-bedoeld voorstel niét ;t© 'wil len maken tot voorwerp, speelbal van partijstrijd. De toestand van het spoorweg-personeel is uitge schakeld van Hoofdstuk IX, dat nu na Buitenland- sc-he Zaken komt, 'en. dat op voorstel van den heer Kleerekoper. Het zal later 'mr. Borgesius beloofde spoed) afzonderlijk behandeld worden. Wat den 'te betrachten spoed bij het redevoert*! betreft: de zaak is aan de prudentie, welwillendheid der heeren overgelaten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 1