Schager Courant ZIJN VROUW, Zaterdag 11 December 1915. 58sfe Jaargang No. 5710. TWEEDE BLAD. Tweede Kamer. Den Haag, 9 December. Het grootste deel van wat van de groene tafel bij het groote politieke debat zou worden gezegd, hebben wij achter den rug. De premier en minister Treub hebben het woord gevoerd. En inderdaad is reeds aanstonds bewaarheid bet woord van dr. De Visser betreffen.de den wijsgeerig-blijmoedigen, toon, die van he.t Kabinet-uitgaat, afgewisseld n,u en dam door den „energisch-agressieven". In dien zin dan opgevat, dat mr. Treub met vaste hand de «puntjes op de i's heeft gezet. De Kamer weet nu, waaraan zich te houden. Toen de premier zijn rede aou voortzetten, of beter gezegd: aanvangen, nadat hij gister-n iddag 'h. paar gTOote lijnen had getrokken, bood de zaal het gewone „aspect" van zulke „groote dagen,". Met stampvolle tribunes. En gespannen aandacht, welke nu en dan even verslapte; dan weer opleefde. De heer Cort v. d. Linden heeft van ruim elf Uvr tot c.c. kwart voor tweeën gesproken: ikort» krach tig en, bondig saamvattend de reusachtige materie, waarover het ging. Hij zette voorop, dat er geen 6prake is, bij dit Kabinet, van eenigen toeleg om het Par'ement achteraf te zetten, Zooals dr. Bos h; d gezegd. Voor een krachtige Regeering, a dus de premier is'allereerst een krachtig Parlement noo- dig. Zoowel ministerie als Kamer hebben gelijkelijk te waken voor de vrijheden des volks. En dat ier vertrouwen in dat volk wordt gesteld, 't 1 lijkt wel het best uit den inhoud der ontwerpen-Grc ndwets- herziening. Toen volgden ietwat Litteie woorden. I> gang van zaken is zoo "langzaam, zei minister Gort v. d. Linden. Dat is een groot euvel. Als het Parle ment zoo dikwijls „zoek is", als collectief lichaam dan zoo verslapt de regeerkracht; wordt de lust der ministers ondermijnd. Dat is „een groote wonde in bet parlementaire leven'". Er zijn, - zoo had 'n, staatsman in ruste dezer dagen tot mr. Gort v. d. Linden gezegd twee -gelukkige 'oogenblikkem slechts in het leven van een minister. Te weten,: als bij zijn portefeuille aanvaardt en.... wanneer hij die overdraagt!... Er moet nu snel gehandeld? Voort durende aanraking met de Kamer is voor de 'Regee ring „eene physieke onmogelijkheid". Men, eische niet meer dan in abnormale tijden bereikbaar is. „Behandelt de dieren met zachtheid!" citeeide -de premier onder generale vroolijkheid. Wij moeten in neutraliteit onze kracht zoeken. Wa' nog niet heteekemt, dat we ons angstig hebben te \erschuilen. Dit ware in strijd met de beste tra- dities van ons vo'k. Temidden van den gTóoten, ge weldigen storm moeten wij' trachten onze onbevan genheid te behouden. Geen krenking van een de,r oorlogvoerenden, aan welke zijde 'die dan ook staat. HiT kwam de premier op het geval-Schröder. 'En, herhaalde Z.Exc. ongeveer wat minister Ort reeds heeft gezegd. Vrijheid van drukpers worde hoog gehouden, maar even kostbaar goed is: eerbied voor de wet. Waar die geschonden is, heeft de rechter te beslissen. Het buitenland wete aldus de pre mier dat ook onpe pers onafhankelijk is van Re- geerings-invloed. En dat, zonder „naar rechts of naai' links" te kijken,- de eerbied voor de wet hier wordt gehandhaafd. Over de mobilisatie deed mr. Cort ;v. d. Lindlen doorschemeren, dat overwogen wordt de mogelijk heid of „de druk nog zou kunnen worden verlicht". Over de mogelijke pogingen tot bemiddeling in de werpldcrisis: wij moeten het oogenhlik afwachten, waarop het begrip gaat zegevieren, dat Recht en Beschaving meer gediend zijn door vredesonderhan delingen dan door bloedvergieten. „Dan kan wellicht door ten kleine natie een taak worden vervuld, die niet zal worden afgewezen." De oorzaken van den oorlog. De heer Schaper weet in en zoekt die in militarisme, kapitalisme, imperialisme. Maar stelt mr. Gort v. d. Linden ertegenover de soc.-democraten gingen, en gaan nog vol geestdrift ten strijde:.... Hij zoekt de oorzaken van de groote botsing dieper; in oer krachten. welke zich nu doen gelden, en waarvan, men de kracht niet kende. De geschiedkundige dei- toekomst zal over de werking dier oerkrachten bejt zijne hebben, te schrijven. Wat dj economische politiek betreft, waarvan de premier slechts de groote lijnen had aan te geven trok Z.Exc. een scherpe lijn tusschen eco nomische en. belasting politiek, 't Zou averechtsche FEUILLETON. 2. 1 hans was hij geheel tot'de werkelijkheid terug gekeerd. Maar ontstepid was hij niet o neen, daarvoor was zijn hart te gezond, zijn bloed te friscb, en zijn verstand te helder. Neen, met vroo- lijke oogen zag hij de toekomst in, hij vertrouwde op zijn kracht en wil en dacht: '„AI ben ik ook geen groote erfenis te wachten, zoo zal het 'ook gaan." Langzaam ging hij verder en 'iet het rumoer van het grootestadsleven over hem heen gaan. Toen hij Aschinger voorbij kwam, bedacht hij, dat zijn zuster vandaag niet thuis was en hij dus ergens anders moest gaan eten. Hij ging dus 'bij Aschinger in, at worst met sla, verorberde een half dozijn broodjes, dronk een gla3 bier en betaalde voor alles te zamen vijf-öa- zeventig pfenning. Toen hij een half uur later weer door de Frie- drichstrasse ging, zagen de jonge daimes hem vol bewondering aan, allen hielden hem voor een offi- oier in burger en niemand vermoedde, dat hij boek houder bij'Rudo'pb en Go. was en juist voor vijf- en-zeventig pfenning zijn middagmaal gebruikt had. Maar van clie bewonderende blikken zag hij niet veel, zijn gedachten waren elders. Steeds nog dacht hij 'aan de woorden van den kleinen Lubke. Ja, zijn leven was tot dusver langs een rechten weg gefeaan! Hij had niets gedaan, wat niet eerst goed overlegd was, geen handeling ver- rioht, waar hij geen 'profijt vaJn had getrokken)! Praktisch was hij opgevoed, en vóóü al^es was helm ingeprent: steeds de oogen open en, zien waar 'je blijft! En hij dacht aan zijn 'ouders, die nu reeds zoo lang onder de groene zoden rustten, buiten op het kleine dorpskerkhof. Hij zag de beide oudjes, hoe zij zich tot aan hun einde plaagden en afjakkerden om den eenen gulden 'bij den anderen te leggen, hij zag hoo zij werkten en, 'steeds werkten, van den vroegen morgen tot den, laten avond, en 'hij zag, hoe zij zich langzamerhand een paar koeien aan- taktiek zijn om de oorlogswinsten te beperken. Iets anders is, natuur'ijk, dat den Staat daarvan een dc?el toekomt. i raktcments-verhooging kan de Regeering nog sf"tdp met beloven. Ook niet voor de onderwijzers. Mav *<jdelijkrt voorziening in den nood (duurte-toe- slag) overweegt zij. De hoogere prijzen merkt zij op zijn trouwens ook van. tijdelijken aard. Eindelijk: de.binnenlandsche politiek. In de werk wijze r'e" Kame" mengt de Regeering zich niet. Zij doet niet aan „spoedbestelling", zooals de heer Lob man 't uiltiru U. WDe Kamer „concentreere slechts haar aandacht op de hoofdzaken". Zijn de voor stellen tot On ndwetsherziening er bij het Parlement door, dan zal 1-e* Kabinet, in haar schriftelijke ge>- dachtenwisseling met den, Senaat, de zaken aldus weten te regHon, dat er nog voordat de.ontbin ding, door de Grondwet in zulk geval voorgeschre ven plaats heeft, 't een en. ander kan worden af gedaan. Zeker schuilt er Voor .sommiger gevoel iets de-wel-stel'rnds, om 't zoo eens te noemen, in die gedragslijn. Maar, alweer, wij leven „in een gigan- tiscben tijd, waarin alle verhoudingen zich wijzi gen", zooals minister Treub 't heden-middag uit drukte. Dat de uitvoering der sociale wetten vertraagd is, betreurt de Regeering met velen. Maar zij leverde spoedwerk; de wereldcrisis was oorzaak, dat alles en nog wat in de war liep. Ten opzichte van de verplichting, welke op het 'Kabinet zou rusten om de Invaliditeitswet-Talma uit te voeren, zegt de pre mier: dan moeten wij van de veronderstelling uit gaan, dat Ket ontwerp-Ouderdomsrente zal worden verworpen, 't Öeldt hier een formeele verplichting, on anders nie1. Bij die woorden van den premier kwam er gisting en beroea-ing 'in 'de Rechtsche ge lederen. Maar de minister hield voet bij stuk'.'* Van bet Bes*and zei Z.Exc., dat dit was een „vrij willige tucht, dien het volk zich heeft opgelegd." De Regeering 'koe daar dus geen eind aan maken. Van „politieke speculatie" is geen sprake. Het karakter van liet extra-parlementaire ministerie is volstrekt niet. gewijzigd, evenmin 'als zijn program. Het „vat eenvoudig de draad weer op, welke men door den oorlog had 'aten vallen". Overigens -politieke strijd behoeft, als 'de eenheid der natie geen fictie, schijn, maar werkelijkheid is, niet te wordén ge vreesd. Die gaat gepaard met gezond nationaal le ven. Tenslotte nog: het rapport der Bevredigingscom- miesie (beste bewijs, dat bet 'Kabinet Rechts niet wil krenken, maar naar verzoening streeft!) wil de premier* tot bet zijne maken, als 't slechts tijdig inkomt. Nog wees mr. Gort v. d. Linden erop, dat dr. De Visser bet vrouwenkiesrecht als 'n 6oort van 1'ueman voor Rechts teekenend, „veel te prin cipieel" was. En de verklaring kwam, dat een echec, door het Kabinet misschien te lijden, in de gege ven omstandigheden geen reden zou zijn om zijn taak neer te leggen. De premier voegde erbij, dat liij met deze woorden) bedoelde het Kabinet al te geheel niet de individu ëele leden ettvan. En uit minister Treub's rede na de zijne gevolgd zou blijken, hoeveel reden hij bad om op die scha- keering de aandacht te vestigen. En daarna kwam dan de minister van Financiën aan bet woord. Terwijl de "paiming in het Parle ment minstens even krachtig was als tijdens de rede van den premier. Men gevoelde, dat hartstochtelijke interruptiën dreigden. In de Rechtsche 'gelederen de vijandige gevoelens ontwaakten tegen den staatsman die lal ma's arbeid „tot ruïne" wil maken. Inder daad, minister Treub heeft de puntjes 'op de i'fi gezet. De Kamer voor de vraag gesteld: wilt gij blij- %end° of tijdelijke dekking van de Tekorten,? Weet we', over enkele maanden zal weer 225 millioen mmdig zijn. Het tekort over 1915 is te ramen op een dertig milüoen. De vlottende schuld stijgt meit circa 21 millioen gulden per (maand. Van Juli 1914 tot Juli 1916 zullen wij, aan oorlogskosten, een hal* milliard, zegge 500 millioen, hebben besteed. Ik moet in Mei 1917 aan belasting-vermeerdering op 3(i millioen kunnen rekenen: twintig voor dek king van het tekort, tien voor de Oude^doms-rente. Ik ben tot allerlei schlkkelïjkheid bereid. Binnen ze kere grenzen altijd. Het Grondslagen-ontwerp wil ik aldus mr. Treub desnoods laten rusten. Mits de Kamer zich dan niet in algemeene finantiëele be schouwingen begeeft. Brengt mijne belasting-hervor ming de Grondwetsherziening „een stok tusschen de b eenen", best, ik zal haar in de archieven, der Kamer doen opbergen. Maar: dan 'eg ik, Treub, er het bijltje als n inister vfcri Financiën bij neer. Blij vend© of tijdelijke dekking?... That is the question! En: men haaste zich. Er is „periculum in mora". Er kan niet gewacht, geen dag (en geen nacht, zou dr. h uypeb zeggen. Men kan zich voorstellen, in welke gemoedsstem ming Rechts verkeerde, terwijl minister Treub de Kamer aldus vóór de keuze, het moeilijke alter natief stelde. Ver-ra' na de verklaringen van minister Cort v. d. I inden. schaften, dan een paar paarden, hij zag, hoe zij vooruitgingen en spaarden, steeds spaarden, tot zij een kleine ronde som bijeen hadden en hij hoor de nog de vermannende woorden van zijn vader „Wees spaarzaam, n ijn 'zoon, 'verwerf wat; als je geld li ebt, kan je alles doen, want 'geld regeert de wereld I" Ja, deze 'woorden had hij nooit vergeten, nooit 1 En bij dacht vérder aan 'zijn schooltijd de ouders hadden zooveel bespaard, dat zij hem, den eenigen zoon, op bet gymnasium konden zenden en hij hoorde zijns vaders woorden: „Leer, weete vlijtig, mijn zoon, opdat je later met Je kennis geld, veel geld verdienen kunt." En hij dacht aan den tijd, toen men hem op het bankkantoor in de schaft in de leer deed, en weer had toen zijn vader gezegd: „Wees vlijtig, mijn zoon, doe de oogen open, opdat je met eere bestaan en vooruit kan komen in het 'leven, en wees spaar zaam, want spaarzaamheid maakt rijk!" Rijkdom rijkdom I Het was 't tooverwoord, tiat hem voortgedreven had, van zijn prilste jeugd was het hem ingeprent* en nooit, nooit had hij het vergeten. En toen hij dan later het leven was ingetreden, op eigen krachten en verdiensten was aangewezen, keek hij oiti zich heen eu zag maar 'al te 'spoedig, dat zijn vader gelijk had gehad; hij zag, welke waar de, welk een macht het gelifl had. •Ja, rijk worden en door de macht van het geld machtig worden, dat was zijn doel, en daarnaar streefde hij. Zoq in gedachten verzonken was hij thuis geko men. Zijn zuster was er nog niet Hij ging naar zijn kamen en nam een, boek. Doch'juist toen hij wilde gaan lezen, luidde de deurschel. Hij 'keek op de klok half negen- Aha, thans kwam Elli, de kleine nicht, van haar werk. Vlug stond hij op om'de deur voor haar te openen. Vroolijk en flink trad de kleine "binnen. „Dank je wel, neef," riep zij op overmoedigen toon. „Kom binnen," zeide hij en liet een onderzoe kenden blik over de kleine, slanke gestalte glijden. Maar dat hinderde de kleine. „Nu, waarom 'kijk je me zoo vreemd aan?" vroeg zij. Rustig antwoordde hij: „Ik verheug mij, dat je Morgen is minister 'Posthuma aan het woord. De Senaat hield eene zeer korte zitting, waarin tot *oeiating van den heer Diepen werd besloten. Zonde^ debat werd het een en ander goedgekeurd, o.a. di- wijziging der wettelijke bepalingen op den zoutaecijns, de Justitie-oniwerpen betreffende Ge stichte arbeid en reclasseebing van ontslagen gevan genen. Alsook de geld'eening ten name van Suri name. Voor verschillende senatoren had de Parlements- zi'ting heden begrijpelijk meer attractie dan hunne eigen zitting. Mr. ANTONIO. Binnenlandsch Nieuws. VERSCHE WAAR. Ik loop, aldus de Onder de Streep-redacteur van het Hdbid., op ëen, der grachten, sia een hoek om eu kom iu een steeg, een, steeg zooals er zooveel zijn in Amsterdam, waarin de huisjes op het punt staan van onbewoonbaar verklaard te worden. in het midden staat een handkar vol met een paarsbruine substancie, die ik niet weet thuis te nrengen. Een man, staaft bij de kar, een type schil- 'enboer en in, 't eerst lijkt bet me ook alsof hij ophaalt. Maar hij verkoopt integendeel. Telkens grijpt hij uit de paarsbruine massa een klein handje vol, "egt het in een grauw papiertje en reikt het over aan de vrouwen, die uit haar huizen naar bui ten komen. Dat zie ik met één oogopslag; tegelijkertijd hoor ik miauwen, miauwen in alle toonaarden: met het nuffige haaltje van, eenj onge poes, met dein rauwen kreet van den geweldigen kater, met het schorre bekketrekken van het uitgéhoDgerde dier. En overal zie ik poesen. In de deurposten staan, ze staart- scliokkend te wachten tot de vrouw terug komt van de kar met „versche waar" en wippen dan mee naar binnen. Een groote zwart-gianjzende 'poes loopt kopjesge ve nd rond baar meesteres, die nog niet aan de beurt is om geholpen te worden. Voor veie ramen staan katten met den neus 'tegen het glas gedrukt als kinderen, wanneer er wat te zien is op straat. Een prachtige grijsgevlekte kater staat met uitgerekt-n hals en zwiep enden staart uit een open zolderluik te staren. Welke naar de steeg kan vluchten doet bet; van alle stei'e trappen dalen katten omlaag, de poezele pootjes voorzichtig plaatsend op de schoon ste plekken van de. traptree. Ze zijn zoo wijs om niet den koopman zelf lastig te vallen. Ze kennen het onderscheid tusschem den vischboer, die zich nogal eens door kopgestrijk en zacht gen iauw 'aat vermurwen, en dezen handels man, die niets om niet weggeeft, en die blind is voor alle poesencoquetterïe. Ze kennen den roep „versche waar" en hooren hem op den hoogs ten dakgoot en in de laagste kel derkamer. - OM VLUCHT E KRIJGSGEVANGENEN. Donderdagmorgen arriveerden te Winterswijk niet minder dan 8 Fransche krijgsgevangenen uit Bruc- nen ontvlucht. SPOREN VAN VERGIFTIGLNG DOOR BOTERLET TERS. Bij verscheidene ingezetenen yan Gorinchem heb ben zich verschijnselen van lichte vergiftiging voor gedaan door het gebruik "van boterletter-s. Enkele restanten van dit banket zijn door de,poli tie in beslag genomen en zullen scheikundig onder zocht worden. HET KAMERLID DE JÓNG. De Ilaagsche correspondent Van „De Tijd" wist te vertellen, dat minister Posthuma bij de behan deling van zijn hoofdstuk der Staatsbegrooting.de ge ruchten zou tegenspreken omtrent het •'misbruik, dat het Kamerlid De Jong zou hebben gemaakt van zijn lidmaatschap der peulvrUchtencomknissie. 'Uit goede uron kan „Het Volk" verziekenen, dat dit bericht uit de lucht geferepen is. VAN DE „STANDAARD" EN EEN ANNEXATIE. Herhaaldelijk heeft dr. Kuyper zich in.de „Stan daard" uitgesproken tegen annexatie door gemeen ten. Speciaal heeft hij de kiesvereenigingen van Vrijenban en Hof van Delft er op geweteen, dat an nexatie van die gemeenten door Delft niet door anti- rcvolutionnairen gedoogd zal mogen worden. Maar wat doet nu 'de a.-r. kiesvereeniging van Delft? Die heeft, naar we in de D. Ct. lezen, vergaderd en beraadslaagd' over de annexatie en met bijna al gemeen© stemmen zich uitgesproken.... vóór de an nexatie en dit op grond dat: lo. de annexatie niet is in strijd met .de anli- revolutiormaire beginselen; en 2o. omdat die is in het a3gemeen belang. Wat die stoute kiesvereeniging boven het hoofd zal hangen? Vraagt „Het Vad." DRIE PERSONEN VERDRONKEN. Woensdagmiddag omstreeks 3 uur heeft <"p het Alkmaarder meer nabij Marken-binnen een droevig er zoo goed uitziet. De Berlijnsche lucht schijntje bes*, te bekomen." „Waarom zou die mij niet goed bekomen? Maar ik ben pas acht dagen hier, en dan kan men toch moeilijk over den invloed van.de Berlijnsche lucht op mij spreken; over een half jaar zullen wij daar weer eens over praten. Maar overigens, Ernst, ik ben jelui werkelijk dankbaar, dat jelui' mij opgeno men hebt."- „Waarvoor dankbaar? Wij geven je toch niets je betaalt immers kostgeld." „Nu ja, maar dat jelui je die moeite getroost hebt." „Wat voor moeite? Waar voor twee gekookt wordt is ook nog wel wat voor een derde, en die kleine kamer werd toch haast niet gebruikt-" „Om het even, maar ik ben toch heel blij, dat ik niet bij vreemden behoef te wonen." Lachend streek hij over zijn snor en zag haar vast aan. „Ben jo soms angstig?" Onder zijn blik kleurde zij. „En al was dat niet zoo, het zou toch pijnlijk voor mij zijn geweest, om bij vreemde menschen mijn intrek te moeten nemen. Hij lachte nog steeds, maar zeide toen goedmoe dig: „Je behoeft je in 't geheel niet beangst'te ma- .ken; het is hier niet zoo erg als dat in de provincie wordt afgeschilderd. Als een, jong 'meisje werkelijk braaf wil blijven zal niemand bet wagen, haar iets te doen." Licht bevend knikte zij. „Daar 'heb 'ik ook geen oogenhlik aan getwijfeld." Er ontstond een pauze. Verlegen was zij met haar mantel bezig. Hij hield nog steeds het oog vast'op haar gericht. Plotseling zeide zij: „Wat blijft je zuster vandaag lang weg." Zonder den blik van haar af te wenden, knikte hij slechts. Daarop nam zij hoed en mantel en 'trad op haar kamertje toe. Nu vroeg 'hij: „Wel, waarom zoo'n haast?" Ik wilde nog een, brief schrijven antwoordde zij en ging heen. Zwijgend zag hij haar na en hij dacht: „Hoe aar dig en flink is zij' toch! Dat ik dat eerst vandaag, na acht dagen, 'bemerk." En plotseling ging hij naar haar 'deur en klopte ongiva' plaats gehad, waarbij- het verlies van drie menscbenleveng valt te betreuren. Het jacht Storm vogel, van den heer 'Hugenholtx, werd door een, ongelükkigea samenloop van omstandigheden over varen door een, stoomboot. Het bootje liep vol water en zonk binnen enkele oogenbükken. Van de vijf inzittenden weiden twee heeren gered, ter\vijl de drie oames jammerlijk verdronken. Twee lijken zijn later opgehaald en naar Alkmaar vervoerd, doch naar bet derde wordt nog gezocht. De heeren kre gen cenige lichte verwondingen. Tijd. RUSSISCHE AANKOOPEN IN NEDERLAND. De „Bvisjewya Wjedoroosti" deelt mede: Door de „afdifling voor de krijgsgevangenen" van het Pe- tersborgsche comité van den al-Russischen, Staten bond is besloten, om opdracht te geven tot het aan- koopen in Nederland van voedingsmiddelen (suiker, kaas, beschuit, thee, chocolade, tabak), bestemd om gezonden te worden aan de Russische krijgsgevan genen in Oostenrijk-Hongarije en in Duitechland, en zulks tegen prijscourant-prijzen. JDe zending zal plaats hebben door een bizonderen gevolmachtigde in Den Haag. GRENSVERKEER. Een correspondent aan de Oostgrens schrijft aan het Hdbid.: De controle aan de ^Duitsche grensstations, hoe uiterst streng tot nog toe, is wederom verscherpt. Goed^^en of bagage, gbedgekeurd voor in- of u*t- voer, mogen eerst dan verder vervoerd worden wanni er er minstens een etmaal na „accoord-bevin ding" is ver'oopen. Dit groote 'oponthoud legt aan het internationaal verkeer "groote hinderpalen in den weg. Tal van Duitsche handelsreizigers moeb-n soms eenige dagen in Nederlandsche grensgemeen ten wachten op hun bagage, die ze aan het naastbij- gelegen Duitsche grensstation moesten achterlaten en die ze aan de zorgen van 'een collega hebben toevertrouwd. En de Nederlandsche regeering gaat thans het Vrije 'grensverkeer met kracht beletten door in de gemeenten Losser en Lonneker prikkel draad-vér sper ringen aan te leggen. De groote verkeerswegen wor den door hekwerk afgesloten. De voetgangers krij gen een nauwen doorgang, bewaakt door grenswach ters cn het auto-verkeer over die wegen wordt be lemmerd door stootjukken. En dit alles geschiedt ter beperking van den smokkelhandel. De maatrege len der regeering blijven dan ook'niet zonder succes: sinds de.Twentscbe grensgemeenten in de laatste da gen „bewerkt" worden door militaire wielrijders is het smokkelen tot een minimum gedaald. Wat de Duitsche Rijkskanse lier over de vrede zeide. 't Was onder groote belangstelling, dat werd te gemoet gezien wat de Duitsche Rijkskanselier zou zeggen over den vredeL Dat is dan nu Donderdag gebeurd. Lang voor bet begin van de zitting was het leven dig iri den Rijksdag, vertelt de Berlijnsche corres pondent van het Hdbld. Afgevaardigden en publidk zochten een uur voor den aanvang,reeds hun plaats; zaal en tribunes stroomden vol; zelfs in de hofloge en m de diplomatenloge, waar vertegenwoordigers van de verbonden en neutrale mogendheden zitten, is geen plaats onbezet. lu df regeeringsbank zitten alle ministers e>n staats- secreartissen, thans in Berlijn aanwezig, met een sta*1 van medewerkers. Ook minister Tirpitz is aan wezig. De Bondsraad is nagenoeg voltallig. Onmiddellijk na de opening van de zitting nam de kanselier het woord orn een overzicht 'te geyen van de oorlogsgebeurtenissen sedert Augustus. Hij las de redevoering voor, hetgeen anders niet zijn ge woonte is en met een stem, die lichamelijke indis positie vermoeden deed. Zijn overzicht omtrent de toetreding van Bulgarije, de onderwerping van Ser vië en de verbinding met Turkije, waardoor groo- lere hulp aan het Turksche leger mogelijk wordt en een hechte brug is in vredestijd tusschen Gen.traal- Europa en de Baikanstaten, werd met applaus ont vangen, evenals de zeer scherpi boutade tegen En geland, welks masker als beschermer der kleine sta ten afgerukt is door de gebeurtenissen in Grieken land. J In bet militaire exposé is van belang, dat de;'le gers in Rusland bereid zijn tot, hernieuwd optreden en dat in:het mislukte Q?an,sche offensief in Cham pagne aan Fransche zijde gevochten is door even veel soldaten als Duitschland op de been bracht in den oorlog van zeventig. De hoofdzaak der zitting was de 'interpellatie der socialisten, of de Kanselier geneigd was mede te deel cn, onder welke voorwaarden de regeering on derhandelen wilde. De sociaal-democraat Scheidemann motiveerde de interpellatie zeer waardig, kalm en zakelijk, onder volle aandacht van heb Huis. In het buitenland mag men Duitsebland's bereid zijn tot onderhandelen uit leggen, als een bewijs van zwakte: wie onbevoor oordeeld is moet "inzien, dat Duitschland's positie aan. „Wat. is er?" -Vroeg zij. Met weeke, bijna vleiende woorden 'smeeücte hij: „Kom, Elli, laat dien brief liggen, dien kan je altijd nog wel schrijven, kom, laat ons liever wat babbe len." Dadelijk kwam zij terug en vroeg: „Wat scheelt je toch? Zoo vriendelijk heb ik je nog nooit gezien." Thans speelde hij den gelanten beer. „Ik ben on- v zen gast toch in zekeren zin schuldig, haar te on derhouden?" Zij lachte. „Dat is voor mij iets nieuws hij jou." Ook hij werd vroolijker. „Men leert iemand al tijd eerst langzamerhand 'kennen." „Goed dus, praat dan nul" Uitgelaten, met over elkaar geslagen armen ging zij zitten en lach te hem toe. Toen trad hij dicht op haar toe.. „Wat een mooi, zijzacht haar heb je," zeide hij met ingehouden stem. „Och'wat! Merk Je dat nu eerst?" „Je bent toch nauwelijks een week bij onp." „Zeker, maar je hebt nog nauwelijks op mij gelet." „O, dat verwijt heb ik niet verdiend, Elli! Ten eerste had ik het juist tie'laatste week erg druk en ten tweede was mijn zuster ook steeds hi«r." Spottend knikte de kleine. „Ja, ja* joh goede zus ter! Die bewaakt Je, als een trouwe schoothond zijn meester." „Pas op, van Louise laat ik niets 'zeggen. Ik heb haar zoo oneindig veel te danken, dat ik graag een enkel»» gril van haar op den koop toe neem." Ella trok een pruilend gezicht. „Het komt ook allerminst in mij op, om'baar af te kammen." Een oogenblik zweeg hij en zag haar glimlachend aan. Toen begon hij opnieuw: „Probeer toch niet om boos te kijken, dat gelooft men toch 'niet.'" Dadelijk glimlachte zij weer. Zacht streelde hij heur haar. „Werkelijk, zoo zacht als zijde." „Och, kom," meende zij. Plotseling boog hij zich over haar heen en-wilde haar vlug kussen. Maar in het volgende oogenblik sprong zij op en stiet hem van zich af. „Laat dat." Beleedigd haalde hij de schouders op en deed

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 5