Staatsloterij. Gemengd Nieuws. de sterkste ia, miiltair en economisch. In allo Lan den is een innig verlangen mat vrede; cie maohw- verdealing is zoo, dat teen partij de andere .volko men onder de knie kan krijgen. Wanneer nu Duitsch land, dut gebleken is de sterkste te zijn en, dat, niet uit ie hongeren is, de hand tot onderhandelen reikt, dan heeft het.de sympathie van de heeie wereld. Uit hot antwoord van dén kanselier bleek duide lijk, dat da regeering hieraan niet denkt. Von Bethmann zei, dat het. indienen van, deze in terpolatie alleen al voldoende geweest was iotn bij den vijand hoopvolle gevoelens te wekken. De moti veering van Soheidemonn zal die hoop vernietigd hebben en teleurstelling veroorzaken. De vredes - klanken, in het 'buitenland geuit, hebben geen in gang gevonden en ten gevolge gehad, dat opnieuw als leus uitgesproken werd: vernietiging va.u Duitschland. Nu, '11a de jongste gebeurtenissen in deu Balkan, 'wordt dit nog duidelijker gezegd dan vroeger en.ziet de Entente nog minder in, dat het spel voor haar verloren is. Voor Duitschland kaai geen motiaF bestaan om de hand tot 'verzoening te reiken en voorwaarden te preciseeren. -Zoolang de Entente nog Duitsch gebied verlangt, weigert de re geering de verantwoordelijkheid te dragon voor den langoren duur van 'don oorlog. Met stemverheffing 'zegt de kanselier, dat echter, hoe langer de strijd duurt, riefe 'te 'zwaarder de ei— schen zouden zijn, die Duitschland stellen, moest, ook in verband niet het veroverde gebied in, België en Rusland. Deze mededeeling werd door de burgerlijke par tijen met applaus begroet. Deze 'oorlog is voor Duitschland een verdedigingsoorlog, maar waarbor gen, dat Duitschland niet ophieuw aangevallen wordt, zijn noodzakelijk. De quinte68ons van de redevoering is, dat we n,u verder van vredesonderhandelingen zijn dan ooit; dat Duitschland alleen wil onderhandelen, wanneer het verzoek daartoe van den vijand uitgaat. Na deze redevoering ontstond door 'een misver stand groote opwinding. Spahn verklaarde 'namens de burgerlijke partijen het eens te zijn met den kanselier en stelde) voor de zitting te verdagen. Protset bij de socialisten, zich uitende in schreeu wen en levendige gebaren, 'dat wel een kwai-tier duurde. De sociaal-democraat Landsberg moest nog het woord hebben, die zich eerst had laten schrap pen, toen weer op de lijst zetten, wat de burger lijke partijen niet wisten. Toen het misverstand op gehelderd was, werd het voorstel tot verdaging In getrokken. en kreeg Landsberg het woord, die kalm en zakelijk zijn, tevredenheid betuigde met de ver klaring van den kanselier, dat do regeering te al len tijde bereid was op welgemeende onderhandelin gen te reageren. Onmiddellijk na de zitting van den Rijksdag ver gaderde de socialistische Rijksdaggroep ter bespre king van de rede van. den rijkskanselier. De Kor- respondenz Norden verneemt uit betrouwbare bron, dat de groote 'meerderheid der groep over het ge heel genomen, door het antwoord van den, rijkskan selier op de vredesinterpeaiatie is bevredigd, omdat daaruit duidelijk blijkt,, dat "de regeering geen im perialistische annexatiepolitiek wil doordrijven en de rijkskanselier het standpunt van de annexatie woede van de 'grootindustrie en van dergelijke or ganisaties niet deelt. Dientengevolge heeft de meer derheid der groep, ondanks de-afwijzing van haar interpellatie, geen aanwijzing gevonden om haar hou ding, die zij tot dusver-tegenover de regeerring heeft, te veranderen, voorad niet, zoolang de vijanden van Duitschland onafgebroken 'verstrekkende annéxatie*- plannen verkondigen. De socialistische partij stelt zioh, zooals dit ook door 'den woordvoerder van de groep Landsberg op 'den voorgrond is gesteld, op het standpunt, dat Elzas-Lotharingen. Duitsch grond gebied is en. blijven moet. Ziezoo, nu weten we het hoe jnen er in Duitsch land over denkt. Wo weten het .ook van de ge- alliëerden, overal klinkt nog de oorlogskreet. Van vrede nog geen sprake arme menscbheid!!! Trekking van 9 December 1915. Ns 1967 f 1000. Ns 9351 f 400. Na 13006 19927 ieder f 100. Prijzen van f 30. 159 190 549 820 1155 1193 1368 1438 1494 1496 1758 1814 1869 2384 2470' 3201 3337 3779 3785 3864 4049 4252 4570 4578 4691 4960 "5178 5261 5365 5477 7221 7434 7613 7632 7881 8249 9008 '9635 9659 9790 10015 10319 10379 10479 10484 10490 10541 '10646 10973 11027 11316 11,527 11633 12443 12913 12920 13374 13594 13728 '13816 "14588 15172 15275 15542 15550 15647 15681" 15728 15884 16278 163.48 '16462 16744 f6855 17067 17371 17562 17637 17794 17811 17878 18082 '18192 '18465 18895 19419 19470 19487 19930 20146 20271 20406 20511 >20615 '20560 een pair passen terug. Na een poosje vroeg hij: „Mag Je mij dan, niet?" Zij zweeg. En weer na een poosje: „Of heb je reeds een anderen 6chat?" Nu was zij boos. „Wat komt je in je hersens op? Je gelooft zeker, tegenover een arm "winkel juffertje kan men zioh zulk een brutale onhebbe lijke vraag wel veroorloven." Glimlachend, de beemen van elkaar, met de ban den in de za teken, stram en flink, zoo stond bij daar en keek haar aan. „Kom Elli, speel nu nieit de beleedigde. Je 'weet heel goed, dat ik het niet slecht met Je meen!" Met 'schitterende tanden en fonkelende oogen, lachte hij haar toe. Zij boog bet hoofd en begon zacht te weenen. Hij glimlachte beteekeaievol en begon op zachten vleitoon: „EIJi, kleinjte, mijn lief nichtje kom, zet nu weer een vroolijk gezicht dat staatr Jë veel beter." Nog verborg gij haar gezichtje, maar het snikken werd al reeds veel minder. Vleiend verzocht hij: „Neem een scherts nu niet zoo kwalijk. Je weet wol hoe wij mannen zijn. Ik meen hot werkelijk 'niet zoo slecht met je." Maar ook nu nog zweeg zij. Toen ging hij een eind van haar weg 'én 1 zoide zuohtend: „Zeker, wanneer Je mij niet lijden moogt." Na een 'klein poosje zag zij op en hun blikken ontmoetten elkaar. En heel'zacht kwam het er uit: „Wie zegt je, dat ik je Wet lijden mag?" „Datmoet ik bijna aannemen," antwoordde hij zonder op te zien. Toen richtte zij zich getheel op en lachte 'hem.'toe. En vlug was hij weer bij haar en sloeg zijn ar men om haar heen, drukte haar tegen zich aan en kuste haar. weer 'en nog eens, totdat zij hem ein delijk ontvluchtte. Met een paar sprongen was zij achter'de tafel. Maar hij liep baar niet na. Behaaglijk lachend stond hij d^ar en keek op haar neer. „Kleine schelin ben jij!" zoo dreigde'hij haar. Zij echter, Ucht ontgoocheld over zijn'kalmte, ging op de sofa zitten. Toen ging hij weer langhaam naar haar toe. „Drie 6cbredon op een 'afstand blijven," riep zij en strekte haar armen uit, om hekn van'zich af te houden. Hij nam 'een 'stoel en ging met den rug naar vo ren daarop zitten. Hij legde zijn armen op de leu ning en lachte haar vriendelijk toe. „Houdt Je wer- RUSSISCHE RECHTSBEGRIPPEN. Aan een brief in de „Voss. Ztg." over Rusland ont- leenen wij het volgende: Een helder licht op de rechtsbegrippen der Russi sche machthebber, werpt de geschiedenis van het hoog- verraadsproces tegen Mjassojedof. Behalve dezen of ficier waren aangeklaagd zijn zwagers Holstein en Rie- ger, zijn vrouw, de staatsraad baron Otto Grotthus be nevens eenige Polen en Joden. De beschuldigden zaten gedurende do behandeling van de zaak, die een half jaar duurde, in cellulaire opsluiting. De krijgsraad ver oordeelde Mjassojedof en de twee gebroeders Salzmann tot detn dood. Rieger tot vier jaar dwangarbeid iiu Si berië. De overigen werden vrijgesproken en 'het vonnis onmiddellijk uitgevoerd. Doch nog voordat Rieger naar Siberië was getrans porteerd kwam het bevel van dan commandant-gene raal, grootvorst Nlkoians, dat in dit proces niemand mug worden vrijgesproken. Daar echter het vonnis van den krijgsraad dadelijk voltrokken wprdt en geen hooger beroep bestaat, wend! to allerijl een nieuw wetje gefabriceerd, met terugwer kende kracht, bepalende dat de ambtenaar van het O. M. hooger beroep kan aanteekcinen. Zoo werd dan de zaak voor de tweede maal behandeld in Wilna. In plaats vain vijf rechters, waren er nu maar drie, waarbij een. kozakkenofficier. Een verdediger kregen do beschuldigden miert. De getuigen déciia ge weiden niet gedagvaard. En toen Rieger de confrontatie eischte met de eenige getuige charge, werd verklaard, dat deze zich in die gevangenis 'had opgehangen. Rleger, mevrouw Mjassojedof, twee Joden, een Pool en baron Grotthus werden nu> ter dood veroordeeld1; doch ten gevolge van. da petities aam den keizer, groot vorstin Tatjama en dien Tsjarewitsj kregen mevrouw Mjassojedof en Grotthus gratie, dat wil zeggen hun doodvonnis werd veranderd in ombepaalden dwangar beid. De geestelijke verklaarde dat de bezoeken in die gé- vamgetnis en het bijwonen van de executie de moeilijk ste ©ogenblikken van zijn leven waren geweest. De klaarblijkelijk onschuldigen, die door den krijgsraad in eersten aanleg waren vrijgesproken, werden thans ter dood1 gebracht, en de executie dluurde van 12 uur "s nachts tot half vier in den. morgen. Telkens als er ©en werd voorgebracht vroeg de ambtenaar van het O. M. den commissaris van politie of het de juiste persoon was. Dèn werd het vonnis voorgelezen, den dilinqent werden de ketenen afgenomen, een witte zak werd -hém over het hoofd gedaan, daar ora heen werd de strop om zijn hals gelegd, en «te kist, waarop hij stond, onder heim weggetrokken. Nadat hij twintig minuten 'blad gehangen volgde een ander... STOUTMOEDIGE VLIEGERS. De „Morning Post" maakt gewag van een strijd in de luont, die de Engplsche onderluitenant Slajdo met ben Duitsch vliegtuig heeft gevoerd. De Engelschmaln werd gevangen genomen en schrijft aan een vriend het volgende: Het eerste sohot van den Duitschen officier trof, ongelukkig voor pms, het petroleumreservoir en de vlammen sloegen achter ons op. Wij begonnen te dalen en de Duitschei vlieger volgde ons naar beneden, achter ons blijvende dn ons voortdurend beschietend. Gelukkig ontplofte het petroleumreservoir niet. Darley had een kogel door zijn arm, een tweede nam hem een stuk van zijn vinger weg en een derde sloeg zijn duim in gruiizels. ik amputeerde den duim met mijn mes. Ik zelf was ongedeerd met uitzondering van mijn kleeren. Ik kon onze machine niet in vlam zetten, daar alle petroleum weggeloopen was en mijn pogingen om de (draagvlakken in brand te steken eindigden slechts met de verspilling van een doosie lucifers. Darley de bestuurder, voerde een vermetele landing uit mét rijn linkerhand alleen en redde mij het leven. 'T IS EEN WARBOEL. Admiraal Charles Beresford schrijft aan de Times: Wij 'rijn op het oogemblik in een ingewikkeldeto warboel van wanorde en wanbeheer. Onze militaire veldtochten worden zonder eemig doel of plan geleid. Men houdt alleen rekening met politiek. In een oorlog moet de politiek door vloot en leger dwingend! voor geschreven worden. De staven rijn niet geraadpleegd aangaande de vraag, of rij in manschappen en mate rieel de middelen hadden om verschillende soorten van politiek van het kabinet door te zetten. Op zichzelf staande personen rijn geraadpleegd; maar de gemeen schappelijke meemiug van de staven is niet gevraagd. Het gevolg ervan zijn bijna overal .rampen. Wij hebben niet ten volle partij getrokken van onze heerschappij ter zee. In elk departement zien wij twij fel, aarzeling en uitstel. Een oorlog eischt snelle be sluiten en onmiddellijk handelen. Pp kwestie van dien toevoer van rekruten voor het leger is al eens uitge steld, etn zal blijkbaar opnieuw uitgesteld worden. Tenzij men onverwijld tot een beslissing komt, zal er een jaar mee gemoeid zijn, voor de rekruten die krach tens hert een of andere nieuwe plan dienst hebben genomen, klaar zullen, rijm, om te volde te trekken. Het publiek walgt van de politiek,' «die geformuleerd is in het gezegde; Wacht maar eens'afI Het gewaar voor het rijk wordt met den dag duidelijker. Het land wacht op een krachtige, duidelijke leiding. Onze tegen woordige methoden zulten den oorlog eindeloos ver kei ijk van mij, Elli?" vroeg hij. Zij knikte siechta. „Sedert wanneer?" „Altijd reeds." „Je bent pas sinds een, paar dagen in Berlijn." „Ik hield al voel van, je toen je nog soldaat was." „Ach neen," lacht© hij, een 'weinig 'gestreeld. „4 och wel," verzekerde zij ernstig, „toen je een maal met verlof was, heb je mijn hart reeds ge wonnen. Je zag er zoo heerlijk flink uit in die uni form en ik zeg je, alle meisjes bij -ons waren dol op Je." Hij lachte luid. „Is het mogelijk. En ik heb het niet eens gemerkt." „Och, doe toch niet'zoo," „Neen, werkelijk Elli. Aan jou bijvoorbeeld 'heb ik tóen niet de minste verliefdheid bemerkt." „Omdat je mij nog niet voor vol aanzag, ik was toen eerst pas zestien jaar. Jij hadt alleen oogen voor dames van ongeveer twintig." Hij lachte weder luidkeels. „Houd toch -op, dat zullen we nu inhalen." Met één sprong Nvas hij bij haar en had haar weer in zijn armen. Maar op hetzelfde oogenblik werd er beneden een deur opengemaakt. Snel sprong Elli op. „Je zuster komt!" En haastig liép zij naar haar) ka mertje. Rustig stond 'Bremer op van de sofa, nam zijn boek en ging er mee aan tafel zitten. Dadelijk daarop trad juffrouw Louise 'binnen. 'Na een korten groet keek zij als zoekend om zich heen, dan vroeg 'zij: „Is Elli niet hier?" Zonder op te zien, zeido haar broer„Zij is daar binnen, schrijft geloof ik een brief." Uoen stond Louise stil en keek hem aan. Bezorgd vroeg zij: „Wat is er, Ernst? Scheelt je iets?" Een weinig verlegen, keek hij op, „Wat zou mij moeten schelen?" „Je bent opgewonden,ik merk dat heel dui delijk." „Maar Louise, Je vergist Je," zoo zocht hij haar bezorgdheid té bestrijden, „mij scheelt niets." Maar zij bleef er bij. „Praat niet, je maakt mij toch niets wijs. Direkt heb ik gemerkt, dat er wat gepasseerd is hier. Wat is het?" Luchthartig antwoordde hij: „Och, niets bizon- ders, ik beb 'in de zaak onaangenaamheden gehajd, misschien heeft me dat wel wat opgewonden,." „Je moet je vooral niet ergeren of opwinden, dit is zeer nadeelig." lengen. indien wij blijven aarzelen, zonder over «*ni enkel vraagstuk in verband piet den oorlog een besluit te nemen, zuilen wij hals over kop een ramp tegemoet gaan. LEVERINGEN VAN JAPAN AAN RUSLAND. Do „Ostasiatischs Lloyd" bespreekt do groote leveran ties van Japan aan Rusland ein zegt, dat dezo in het bij zonder stotfea voor militair; kleeding on laarzen be troffen, fetaargedaten natuurlijk, ide staatsieveringen, van wapens en munitie. Een blik in de Japansche handels- vakpers toont aan, dat do bestellingen uit Rusland een steeds grooteren omvang aannemen. Zoo heeft de bakende firma Okoera en Co. onlangs een contract met de Russische regeering voor het leve ren van katoendoek ter waaide van 10.5 raillioen Yen afgesloten. De eerste levering heeft in November plaats gahad en eind© April 1916 moet do geheele hoeveélhéid1 reverd zijn. Aan dezelfde firma/ is de levering van millioen paar laarzen opgedragen. Maandelijks moeten honderdduizend paren geleverd worden, waarvoor 850000 Yen wordt betaald. Een andere firma hoeft ook een zeer winstgevend bedrijf. Zij heeft zich namelijk ver plicht, 5000 Japansdhe arbeiders naar Wladiwostok Je zonden, om (die uit Amerika komende spootrwegwa&oms, die klaar in afzonderlijke gadeelten aankomen, in elkaar to zetten. Voor de betaling zijn onderhandelingen gaande tusschen de Russische en de Japamsche regeenng en men zal te dien eimide een leening op korten termijn in Japain sluiten.' Japan yerla/ngt 6 pCt. interest en als zekeriheid kte Russische douane- en spoorwegiinkom- sten in Russisch Oost-Oost-Arië. AFNEMING DER CRIMINALITEIT IN ENGELAND Bij de installatie der jury voor de „Loudon Sessions", zeide de daarmede belaste ambtenaar, dat er nog nooit een zoo klein aantal zaken op de rol nebben gestaan als in deze maand. Het aantal vervolgingen is slechts een vierde van dat in 1912. De beperking van drankverkoop heeft een zeer gunstiger! invloed gehad. De vroeger gé- bi-uikelijke vechtpartijen bij de sluiting der koffiehuizen komen in het geheel .niet meer voor. Een eigenaardig verschijnsel is, dat thans meer geval len' yam bigamie te behandelen zijn dan vroeger. De vermindering der criminaliteit beperkte zich niet tot Londen) alleen, maar valt over het geheele Ver- ©enigd Koninkrijk waar te nemen. WAT OP HET KERKHOF TE BRUGGE GE BEURDE. Aan een correspondentie in de „N. Ct." is het vol gende ontleend- Op het kerkhof te Brugge, waar zoovele Duitsche gevallenen begraven, liggen, werd dezer dagen, dooi de zorgen van de militaire overheid, een gedenksteen geplaatst, die verletten week onthuld en aan de bur gerlijke overhad overgedragen werd. Een gioot corps Duitsche officieren, onder wie ad miraal, de commandant van 'het geheele marinekorps dat de zeekust bezet 'houdt, was tegenwoordig. Voorts was aanwezig de vertegenwoordiging van het Brug- sche gemeentebestuur, mei burgemeester De Visart, stok oude grijsaard van diep in de tachtig, aan het hoofd'. Bij de aanvaarding hield de burgemeester de toe spraak. T© midden van het oorlogsgebeuren, noemde hij wat hier geschiedde een werk van verzoening en van vrede. Tegenover dein dood staan svij ontwapend. In den /dood wonden allen weer gelijk. Wij welen en vertrouwen, zoo weiadxle hij zich. tot den Duitschen admiraal, dat gij voor onze dooiden, die zoo menigvuldig ook in uw land begraven liggen, gestorven aan hun won den of in gevangenschap, piëteit zult hebben en hun graven zult eerbiedigen. Zoo beloven wij u, uit naam der Brugsche gemeentenarea, dat wij deze, uwe heilige plek, waar gij dit gedenkteekan op de graven uwer helden hebt geplaatst, zullen in eer© houden. Gij kunt er gerust op zijn: Brugge zal dit graf onderhouden als waie het een graf van eigen zoons. Zichtbaar geroerd dankte de admiraal voor de waar- dage woorden, door den waardigen grijsaard gesproken. Maar toen gebeurde iels onverwachts. De dappere oude burgervader richtte zich wederom tot den bevel hebber, en vroeg met luider stem, ten aanhoor© dier groote schare militaire en burgerlijke autoriteiten, of net hem geoorloofd was nu nog een verzoek te dóen. Spreek, heer Burgemeester, zei de admiraal. Wilt gij dan heer Admiraal, hier de belofte aan ons geven, dat gij idie Brugsche vrouw diè ter dood veroordeeld is, het leven zult scheuken? Wij weten, rij heeft zich aan de militaire wetten vergrepen. Zij verdient gestraft te worden. Straf haar zoo' zwaar als ge wilt. Alleen: wij vragen u; laat haar het leven. t De admiraal wercï bied: als een doek. Hij wendde zich af en raadpleegde met rijn ihooge officieren. Het duurde en duurde wel een half uur. Toen keerde de admiraal zich weder tot den burge meester en sprak: de vrouw waarvan gij spreekt heeft zwaar misdaan tegen ons. Feiten van spionnage zijn be wezen. Volgens onze krijgswet moet zij sterven. Heden middag drie uur, zoo is hét bevel, zal het vonnis vol trokken worden. Maar om uwentwille: ik schenk haar. het leven. 250 RUSSISCHE NONNEN BEVRIJD. De „Rjetsj" weet mee te deelen, dat dank rij de ijverige bemoeienissen van den Amerikaanschen gezant te 'Constantiinopel, 250 Russisch© nonnen, die in Palestina door de Turks che autoriteiten waren aangehouden, in vrijheid rijn gesteld en aan boord gebracht van een Amerikaamscben kruiser. Hij lachte weer. „Nu, jhet is ook eigenlijk niet der moeite waard, ik dacht er ook al reeds niet meer aan." Zij liet zich met dat antwoord afschepen, 'Jerwijl zij het een en ander aan het buffet deed, sloeg hij haar gade en dacht bij zichzelf; „Zij heeft toch reeds veel oudeJongejutfferachtigs aan zich. Die hoekige bewegingen, deze scherpe bijna harde gelaatsuitdrukking en daarbij die grove spraak." Slechts wanneer zij met hem en van hem sprak, was zij anders, dan was zij geheel de zorgzame liefde, dan schitterde het in haar oogen als een warme zonneschijn. ,1a, Louise had hem lief, verafgoodde hem, dat wist Ernst Bremer heel nauwkeurig. Zij was voor hem, toen zijn ouders 'stierven, vader en moeder geweest, zij had voor hem gezorgd en gearbeid, opdat zijn opvoeding in de stad door haar ouders dood, niet zou lijden, zij bracht de kosten op vpor pension en school en het was door noesten en har den arbeid, dat zij den boel voor eljkaar hield. En toer Ernst later naar Berlijn vertrok, verkocht zij haar dein© bezitting, zette het kapitaaltje zeker uit en trok met 'hem mee, om ook n|u voor hem te kunnen zorgen. Om hem was zij nooit getrouwd, had er ook nooit naar verlangd, haar eenige taak was steeds geweest voor hem te zorge», voor zijn wel en wee te waken» Hij was voor haar de verpersoon lijking van den k"°ts der familie, op zijn naam stonri en rustte de toekomst der 'familie, hij was haar alles. O ja, dat wist hij heel 'nauwkeurig, da*, bad men hem van zijn jeugd af steeds inge prent, en daarom was hij haar dankbaar en na'm al haar goede en droeve luimen gelijkmoedig aan en liet zich daarbij verplegen en vertroetelen, als behoorde dat nu eenmaal zoo. Plotseling vroeg ze 'van 'het buffet: „Heb je nog honger?" „Dank je, ik heb reeds gegeten." Lachend, 'met een liefdevollen blik kwam ze bij hem en bracht *em een 'toegedekten schotel. „Maar ik heb bier iets meegebracht, iets watje beel graag lust." Vragend keek hij 'haar "aan. „Nu, wat heb ik hier? Raadt eens?" Toen rook bij het. „Versche sprot," riep hij. Vroolijk knikte zij. „Die lust Je nog wel, hé?" „Och ja, als ik je daar nu een genoegen mee kan doen, waaropa zou ik 'het'dan niet doen?" zbo schertste hij. „Jou ondeugd I" 'Met den vinger dreigend, maar EEN MERKWAARDIG BERICHT. Volgens oen telegram uit Athene aan de „Daily News", zou de Nedarlanusche legatie in Griekenland een cir culaire hebben ontvangen van de regeering te 's-Gra- venhage, waarin, haar verboden wordt gesprekken aan te knoopen of to voeren over den vrede rnd. personen, dj.e tot de centrale mogendheden behooren. Als raden voor dit optreden geeft het blad! de ont dekking in 'Nederland van personen, door Duitschland uitgezonden om een Vöreeniging to vormen iu neutrale staten om voor den vrede te werken. De Nederlands che regeering nam een groot aantal pamfletten en documenten in beslag en ontbond de vercenigingi Tot zoover het telegram uit Londen. Van deze geheele geschiedenis, die wel uit den duim van een. fantastisch aaingelegden correspondent zal zijn gezogen, is (hier te lande niets bekend1. Noch van tle ontbonden geheime vrcdesvereeniging, noch van de in beslag genomen pamfletten, noch van de circulaire aan de Ne/aerla'ndsdhe legatie. Het bericht schijnt dan ook naar vorm en inhoud al te dwaas! Of is .wellicht, in verband met het geschrijf over den Nederlands ohën gezant te Sofia; aan alle Nederlandsdha verteawoordigeijs in het buitenland gevraagd, voorzichtig te rijn in ge sprekken over den oorlog en den vrede? HET UITHONGERElTVAN DUITSCHLAND ON MOGELIJK. Lord Robert Gecil, de Engelsche onderminister van oorlog, heeft dezer dagen in het Lagerhuis gezegd: Het uithongeren van Duitschland is natuurlijk onmogelijk; wij kunnen het zekere dingen onthouden waaraan het behoefte heeft. Daar is de minister hard over gevallen i!n een rede, die prof. E. B. Fotxlton te Oxford heeft gehouden. Welk recht had Lord Robert Cecil dat te zeggen vroeg de hoogleeraar. Hij vindt, dat een lid van het ministerie dat niet zeggen kan, omdat hét te wei nig van de weienschap af weet. Bijna, alle tegensla gen in dezen oorlog rijn, volgens prof Poulton, het gevolg van de verwaarlooring van de wetenschap in Engeland en vain de overheersching in, het Parlement en vooral in het ministerie vain, dein geest, die bet vijandigst tegenover de wetenschap staat, n.1. den geest van den advokaat. (Asquith, Lloyd George, Mc. Kenna, Cecil enz. rijn advokaat geveest.) Hij noemde het een gevaar voor een land, geregeerd te worden door politici en1 ambtenaren, die haast zonder uitzondering niets van me wetenschap afweten. Prof. Ramsay heeft, met behulp van de pers, bewerkt, (dat aan Duitschlana katoen wordt onthouden. Maar yet laat men het nog nog in groote hoeveelheden toevoeren. En prof Ramsay hooft nog uitgelegd, dat de Duits diers vet voor hun munitie noodig hebban. Huin munitie voor de zware kanonnen bestaat voor een derde uit glycerine, die uit vet wordt bereid. Ik kan maar niet, zei Poul ton, met de heftigheid van uitdrukking, die in dezetn oorlog vooral het kenmerk van de beoefenaren der doorlucht© wetenschap is gebleken, de ongelooflijke dwaasheid, begrijpen om die beesten vatn de midde len te voorzien om onze mannen te dooiden. Misschien was de oorlog al uit geweest, als er stelselmatig een fimncieelda en oecononiischen druk op Duits ahland, was uitgeoefend. Ongeteld rijn ito. dezen oorlog de slachtoffers van de verwaarlooring der wetenschap, vol gens prof. Poulton. ANNA PAULOWNA. Ter Secretarie der gemeente Anna Paulowna zijn inlichtingen, te bekomen omtrent een gevonden porte- monnaia. U IER NGFN. De jongeheer R. Post, behaalde te Amsterdam voor stenografie, systeem „Groote" het diploma 3e klasse voor reporterschrift. AANBESTEDING TE LUTJEWINKEL. Uitslag der aanbesteding, gehouden op 9 December te Lutjewinkel, van een directeurswoning en zes werk manswoningen, voor rekening der Coop. Zuivelfabriek West-Friesland'aldaar. Ingeschreven werd door de volgende heerenVan Doom en Tuin te 't Zand f 24000, P. Smit te Lutje- winkei f 30000, C. Wit te Valkkoog f 23500, P. Dooin te St. Maartensbrug f 23540, Kaaij eto Lancee te Win kel f 25990, D. Bart te Anna Paulowna f 27500, J. Veu- ger te St. Maartensbrug f 23540, P. Eriks te Barsinger- orto f 27000, J. Schenk te Barsingerhom f 26800, Over toom en. Zonen te Schagen f 27870, L. C. Oudt te Alk maar f 25.300, A. Sleutel te Dirkshom f 27000, Gebr. P. en J. Wina te Mediemblik en Amsterdam 'f 23880, Hui- zinga en Berkhouwer 'te Bergen f 26800, J. Faus te Nieuw© Niedorp f 23500, A. Boekei te Medemblik f 27965, C. Ruteen te Nieuwe Niedorp f 23350, Waijer en Schuurman te Amsterdam f 25900, J. v. Stipriaain te Haringhuizen f 27995, A. Droog te Kolhorn f27999, C. de Graaf t© Moerbeek f 27990, Begroohng was f 2000. Gunning aangehouden. GEMEENTE WIER1NGERWAARD. Ingeschreven, gedurende de maand' Nov. 1915. Geboren': Jaeob, zoon van Jb. Hollander en J. Kater. Elisabeth, dochter van W. Bosscha en G. Pit. Ondertrouwd en GetrouwdReindert Kossem, en Jantje Liefhebber, wed. van Cornelis Braaf. Dirk Fredrak van der Blij en Jeltjo Hendrika van Huijssteeden. Overleden: Anna van Teulingan, 17 j.t dochter van P. van Teulingen en J. Kossen, Guurije Krans, 56 jaar, jaar, dochter Van J. Krans en A. van der Oort. met schitterende oogen zette zij den schotel voor hem neer, haaide bord, vork en mes. En dapper tastte hij toe. Vol stille vreugde zat zij naast hem en keek toe. Toen zeide hij vroolijk: „Louise, daar ontbreekt nog iets aan Je weet, visschen willen ook zwdm- rnen." Stil vergenoegd stond zij op en haalde -een paar fleschjes bier. Yroolijk dronken 'zij elkaar toe. En terwijl hij langzaam maar 'smakelijk door al, begon zij te vertellen van het resultaat van haar bezoek. .„Weet Je Ernst, ik "heb vandaag een zeer niet Jong meisje 'eeren kennen bij den veearts Leh- mann." „Ziezoo," dacht hij, „nu komen wij op haar «ie- völingsthema." „Niet te jong is zij en ook niet eene-Van die mo derne modepoppen, die alleen plezier hebben in opsohik, maar een "practische en goed opgevoedle jonge dame. Zij is wees en haar 'vader 'heeft, een herberg gehad buiten in Wilmersdorf. Door het huis met den tuin'te verkoopen aan een bouwonderne ming, is haar vader een Hjk man geworden." Ernst at heel kalm verdër. Hij was zulke verhalen reeds gewoon. „Natuurlijk heeft de 'dochter, daar zij eenig kind was, aUes geërfd» Zij heeft een vermogen van tach tig duizend gulden-" „Kijk eens, 'wat een mooi bioopje geld," zeide hij kalm. „Dat meen ik ook en wanneer dat nu' eens kwant in de handen van den juisten man, dan was daar mee wat te verdienen, zou ik denken." „Zonder twijfel," zeide hij nadenkend. Een pauze ontstond. „Maar Jij kent heit meisje reeds," zoo begon 'zij weer. „Zoo, vanwaar 'dan?" ''Belangstellend keek hij op. „Van het laatste vereenigingsbal van de bankbe ambten,; je 'hebt njet met haar gedankt, maar zij stond niet ver van je of en daar heeft zij Je n&»(ttt hooren noemen." „Zoo!-Hoe heet zij dan?" „Lucie Gerioff." Hij bezon zich, ma^r 'tevergeefsch. „Ik ken haar njet." "I 1 Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 6