Schuier Courant
TWEEDE BLAD.
Tweede Kamer.
ZIJN VROUW.
Brieven uit Engeland.
Gemengd Nieuws.
Jl(
lo
o.j
Zaterdag 18 December 1915.
58ste jaargang No. 5714.
Den Haag, 16 December.
De 'zin om met spoed te werken blijft duidelijk
ivarheerschea. Over de Begrooting van Binnenland-
Wicho Zaken zijn geen Algemeene Beschouwingen gé-
'Oëi'dl 1'ot veler verbazing. 'En toen ofd. II (Bin-
lenlandsch. Bestuur) aan de orde k.wani. bracht de
teer KYerekoper de Arnhemsche politie-toeetandén
(waar lij in December 1914 reeds op gezinspeeld
tad) ter sprake. Hij herinnerde, hoe sinds jaren
jachten over die toestanden gaan; het soc.-deimo-
l(h iraliéche raadslid Hermans verdacht werd gémaakt
«lis /ou hij gehandeld hebben uil haat tegen den
.01 >olitie- commissaris in de Geldersche lioofdistad.
'Joen baron Van Heemstra Burgemeester werd
beeft de heer I'ermans dezen irigeilicht omtrent de
—Hinhemtche politie-toestanden. De heer Klee.-oko-
/P )er schetste nu in het kort de igevahen-\an Box-
f "meer sn Vermeulen, de gbeide inspecteuis van
politie. Eerstgenoemde werd beschuldigd zich te
Nijmegen in beschonken toestand te hebben hïvon-
den. Hij werd uit den dienst verwijderd. De heer
Kleerekoper erkend*, dat de minister hier natuur
lijk op ambtsberichten moet afgaan. Maar voegde
bij, dat de heer Van Boxmeer als zeer goed chef
bekend stond, in elk opzicht gunstig bekend was.
,f{ Volgens den afgevaardigde uit Amsterdam VIII is
dit mot den heer Vermeulen (die "bij een relletje
een jongen, doodschoot.) niét het geval. Deze zegt
de heer Kleerekoper was bij het. personeel te
Arnhem gehaat en volgens hein ook in ander opzicht
net van voortreffelijke maatschappelijke reputatie.
Toch krijgt de ,heer Vermeulen eene positie te
ar Rotterdam en, maakte men altijd volgens den
ld heer Kleerekoper den heer Van Boxmeer het
jp veroveren van, een, betrekking 'in Indië onmogelijk,
P door o.a. minister De Waal Malefijt zijn „verle
den'' voor té houden. Voorts schedste de soc.-defmo-
cratische afgevaardigde het geval van den agent
Gemmink, die bij de autoriteiten gesignaleerd werd
wijl hij tegen een vrouwtje, Idoor een voorbijgan
ger i ambtenaar van het O. M. b'j een Kantonge-
M recht in de buurt, van Arnhem) verdacht van fruit-
diefstal, geen, proces-verbaal had 'opgemaakt. Dezfc
Bgent lrreég een dienstorder thuis, hem aanzeggend
om binnen eenige dagen leetvol ontslag aan te vra
gen; anders zou hij 't niet eervol krijgen. De man
iaa zocht hulp bij den Politie-bond. En wegens 't open-
tjbaar maken van den dienstorder werd hij niét-
eervol ontslagen, terwijl hem werd voorgelezen hert.
proces-verbaal (tegen de vrouw, volgens Gemmink
onschuldig), door een kameraad van Gemmink
Ida opgemaakt; 'welk proces-verbaal, volgens den hr.
,ek Kleerekoper, allicht „gefantaseerd" werd?.... Mis
schien wordt Gemmink Inog strafrechterlijk ver
volgd wegens schennis van ambtsgeheim. Maar de
afgevaardigde liet wel 'doorschemeren, 'dat hij het
gebaar hiervoor niet zeer groot acht. De geval
len, door mij genoemd zegt de heer K., staan
niet op zichzelf. De rechtspositie der politiê-beamb-
ten moet geregeld. De burgemeester mag niet lan-
;er oppermachtig blijven; het wel-en-wee in han-
len hebben. Vandaar zijn motie, herziening vra-
;end van artikel 190 Gemeentewet in dien zin, dat
Ie Raad eener gemeente bevoegd zal worden de
•erhtspositie der gemeentenpolitie tc regelen.
Minister Cort van der Linden, den heer Ivleere-
loper van antwoord dienend, heeft er zich toe b'e-
laald te verklaren, dat van bevoorrechting te Arn
hem geen sprake mag zijn. De burgemeester heeft
Tlde 7aak-Gemmink „met 'dê meeste zorg onder-
I zocht' en gehandeld zooals hij meende te 'moeten
handelen". Maar over den agent-Gemmink deed mi
nister Cort van der Linden een' boelkje open!.... Van
Deo. 1908 tot Februari 1915 is deze man 'naar
ZExo, meldde vijftien, maal gestraft. Nadat hij
zich voor de tweede maal aan schending van den
plicht tot geheimhouding had schuldig gemaakt
wemchle men G. niet meer te handhaven. Wat die
motie-Kleerekoper betreft, wilde mr. 'Cort 'van der
Linden voor het oogonhlik slechts dit ervan zeggen,
dat. z.i. het 'recht van, benoeming en ontslag van
polltio-beambten bij den burgemeester behoortte
blijven.
Later, ;als de motie in behandeling komt
zal de afgevaardigde voor Amsterdam VIII zekér
wel meer materiaal hebben bijgebracht. De heer
Kleereaoper protesteerde met alle 'kracht tegen dr-
bewering» dat de agent Gemmink zulk een „zwart
schaap" zou wezen, 's Mans „ernstigste vergrip-"
Is, dat hij eens slapende op zijn .post'is aangetrof
fen. Wanneer de afgevaardigde IC. zijn strijd voor
rechtspositie kier politie-beamfcten zal kunnen
FEUILLETON.
3.
„Nu, Je zult haar Zondag leer en kennen," zeide
Louise. „ik Iheb haar op de koffie genoodigd."
Hun blikken ontmoetten, elkander en zij begrepen
elkaar.
„Of heb je het. liever njet?" vroeg zij vriendelijk.
Goedmoedig 'lachte hij. „Waarom zou ik dat niet
goed vinden, Louise?"
„Ik zou graag willen, dat je bij ons bleeft."
„Moet het?"
„Ik verzoek het je. Ernst."
„Nu goed, dan zal ik thuis blijven."
Met een dankbaren blik reikte izij hem de hand.
Vroolijk zeide hij: „Maar 'Louise, zoo gemakke
lijk 'aat ik mij echter, niet vangen."
„Wat is dat nji voor praat, Ernst Niemand wil
jou dwingen,. Maar Je moet toch ook eens aan een
huwe'ijk denken, zou ik meeneaa." I
„Zoo veel haast is daar niet bij."
„Ja, hoe lang wil je dan nog wachten?"
Hij lachte. „Dat hangt van, de omstandigheden af.
Zoo goedkoop verkoop ik mijn vrijheid niet."
„Maar Ernst," vermaande zij.
„Je moet dat niet zoo woordelijk opvatten, LoU-
ev" antwoordde hij vroolijk. „Maar je zult mij
toch gelijk moet n 'geven, dat men zulk een stap
eerst ernstig moet overleggen, niet waar?"
„Dat spreekt vanjzeïf, maar ik zou toch ook den
ken, dat je je in dat opzicht wel eenigszins op je
luster kan verlaten, en wanneer die jé een dergelijk
voorstel doet, dan zal zij toch wel alles tevoren
nauwkeurig .onderzocht hebben, want zij wenscht
voor jou toch steeds het beste."
Toen nam hij teeder haar hand, drukte die har
telijk en zeide: „Maar, mijn beste Louise; daar ben
Ik immers vast van overtuigd."
Zij lachte hem toe. 'Haar harde trekken waren
•Is door oen zonnestraal verhelderd. En vriendelijk
voortzetten, de toekomst moet het leerea.
Tegen de Marine-begrooting hebben gestemd de
soc.-democraten en de heeren Bichon en Beumer.
Zij is met 53 tegen li stemmenaangenomen. De
heer Van der Voort van Zijp "protesteerde tegen dfe
beschuldiging van obstructie te willen oefenen,
gisteren door mr. Maxchant tot hem gericht. En
overigens bleef hij bij zijn scherpe kritiek 'op het
bouwplan der nieuwe kruisers. Hij liet .een „ernstig
protest" hooren tegen "het door minister Ra/mbon-
net gesloten contract. Ook zei de heer ,Van der
Voort dat hij zeker een motie zou voorstellen tot
instelling van een Vlootcoanmissie, wanneer hij niet
besefte, dat zulke motie toch zou worden verwor
pen, terwijl de heer Van der Voort bovendien van
de zaak geen 'politiek appeltje-van-twist wenscht
te maken. Met een paar zinnen sloot zich de 'heer
Lohman bij de zienswijze-Van der Voort aan, de
verantwoordelijkheid voor den kruisers-aanbouw ge
heel aan de Regeering latend.
Van het restant-Alarinedebat teeken 'ik nog aan,
dat minister Rambonnet den heer Hugenholtz met
betrekking ipt de plannen voor een kazerne te» Wil
lemsoord antwoordde, dat met het oog'op de prij
zen der terreinen op dit oogenblik men vooralsnog
de gebouwen der magazijnen tot kazerne wil in
richten. De Christelijke Militaire Tehuizen zullen
niet minder subsidie zelfs misschien hooger
krijgen, mits zij bet geld voor schulddelging gebrui
ken. Vprbetering der positie van de loodsen is in
overweging.
Zooals ieeds gezegd,- wij schieten op. Maar o.a.
de Onderwijs-discussiën en Ocrlcg, om van Land
bouw niet eens te spréken, eischen bizondere
„offervaardigheid", wil 'men a.s. Donderdag gereed
aomen.
'lenslotte stip ik nog aan, dat minister Rambon
net bij den aanvang der zitting verklaard heeft, hoe
't „met in hem is opgekomen", 'na de vermaning
van gisteren, Woensdag, door president Borgesius
uitgesproken, om den minister 'niet "lastig te vallen
(tijdens de repliek-Van. der Vooit) uit te roepen:
„Dat is ongëhoord!" zooala in het Kort Verslag
te lezen staat. Daarmee "behoort 'het incidentje tot
het verleden. Want de heer Lohman liet het ver
der maar „zwemmen".
Mr. ANTONTO.
Londen, 4 December.
Een dag of veertien geleden, op een Maandagmor
gen, bezocht de veemarkt, 't Was voor 't eerst,
sinds ik in Londen ben. De meeste andere markten
ha-1 ik a' eerder gezien, maar de Londen^che vee
markt nog niet.
Maandag en Donderdag zijn de beste dagen daar
voor. Tot 1855 werd de mark* gehouden in( Smith
field, de plaats waar thans de vleeschmarkt is, en
in vroegere eeuwen tournooiea werden gehouden
misdadigers opgehangen en ketters verbrand. Het
laatste kan misschien de aj-me koeien tot troost
strekken, 'al is het een schrale.
Na IS55 is ds veemarkt echter steeds gehouden
op een plaats, wat verder verwijderd van 't hartje
van do city. Het. geloei van- de koeien was waar
schijnlijk hinderlijk voor dé. kantoor heeren, die, vol
gens Jerome K. Jerome, van 's morgens 9 tot des
middags 4 naar hun kantoren gaan om te slapen,
behalve op Zaterdag, wanneer ze om 2 uur worden
gewekt, en buiten de deur gezet. Het is 'Jerome, die
het z(gt. Ik wmiscb er geen verantwoordelijkheid
voor tc dragen. Al s )de 'heeren slapen op hun
kantoren, moeten ze, dunkt mij, rooken in hun slaap,
want in sommige kantoren die ik ken, hangen steeds
zware wolken van tabaksrook.
Maar dit in 't midden, gelaten. Om 'een, of an
dere reden is de veemarkt in elk geval 'verplaatst,
van Smithfield naar Islington. Islington is in het
Noorden van Londen. Wie 'er soms eens naar too
wil gaan, verondersteld, dat er tegenwoordig nog
menschen voor hun pleizier de Noordzee oversteken,
kan het doen per ondergrond tof 'per bus. Er is een
ondergrondstation: Caledonian 'Road Station, twee
minuten van de markt verwijderd, een twee bussen,
14 en 14 A kom er er zoo goed aJs'langs. Niet heele-
maal, dus wie °r op de goede plaats uit wil, moet
uit zijn oogen kijken. Hij kan het ook vragen aan
den conducteur, maar dat is gewoonlijk moeite ver
spild.
De tegenwoordige veemarkt in Islington neemt
de p'aats lin van wat vroeger was Copenhagen
Houso en Fields. Een zeventig jaar 'geleden kwa
men de menschen daar vaak bij tien- en honderd©
duizenden bijeen, ivoor 'politieke doeleinden. Zoo
werd er b.v. 21 April 1834 een groote meeting ge
houden ten gunste van vakvereeniging.
Do koeien komen er e|venwel om een andere re
den, a' zijn ze, naar het schijnt, ook 'voorstanders
van het vrije woord. Ze hebben de heeren politici
verjaagd naar Hyde Park en Trafalgar Square, en
spelen den baas in Islington.
De markt is 15 acres gTOot, d.i. 15 keer 4047 MV
of *uim 6 HA., als Ik het goed uitreken. Er is
plaats voor 7000 koeien, 35000 schapen en 1400 kal
veren, maar die plaats wordt natuurlijk niet altijd
antwoordde zij: „Goed, neem dan juffrouw Gerlóff
eerst ens goed op. Ik mag lje nog wel zeggen, dat
ze je li den-mag dat heb ik wel bemerkt."
Hij lachte gestreeld en zeide schertsend: „Nu
goed, dan wil ik eens -'op haar letten."
Toeen ging hij naar zijn kamer.
Maar daarnaast zat iemand stil té schreien, ©li
had alles gehoord.
Louise klopte aan haar deur. „Elli, ben je nog
op?"
De kleine antwoordde niet en 'hield zich alsof zij
sliep. j
HOOFDSTUK 2.
Eerst den volgenden dag bij het middageten za
gen Ernst en Elli elkander weer. doch zoolang Louis*
bij hen zat verrieden zij niets door woord noch blik.
Eerst toen Louise een oogenblik uit de kamer ging,
wilde Ernst Eli's hand vatten, om die te kussen,.
Doch zij trok haar vlug terug.
„Wat is er?" vroeg hij verbaasd.
Zij zweeg en keek naar haar bord.
„Maar kleine Elli, wat heb je toch?" vroeg hij.
Maar nog bleef zij zwijgen len perste de lippen
samen, want de tranen waren dichtbij.
Hij was verbaasd. Hij begreep baar absoluut niet.
„Zeg mij tenminste waf. er aan Hapert en waarom
je zoo tegen mij bent!" vroeg hij dringender.
„Stel je toch niet zoo aanl" bracht /lij me,t moei
te uit. f
Hij zag haar nog verbaasderaan.
Toen riep zij: „Je meent zéker dat ik nielts weet?"
„Wat wat weet je?"
„Ik weet alles! Jawel allee!!"
Op hetzelfde oogenblik trad Louise 'weer binnen.
Buiten was zij reeds geschrokken, toen zij de op
gewonden stemmen hoorde, nu echter beheerschte zij
zich, '-*ad onbevangen nader en vroeg half schert
send: „Hebben jelui samen getwist?"
El'i zweeg verlegen.
Ernst antwoordde met gemaakte vroolijkheid: „Ocl
wat! Geen spoor van 'twist! Wij kibbeüden over 'n
kleinigheid." f
geheel ingenomen. Veertien dagen geleden tenmin
ste, hoewel hooren en zien Je verging idoor de
welbespraaktheid vac onVoio duw^nHon v«rte>-
genwoordigden van het koeiengeslacht, die aanwezig
w^ren, hadden er zeker nog wel eenige duizenden
bij gekund ook. Schapen waren er een massa, maar
kah eren, geloof ik, geen enkele. Tenminste, ikheb
ze niet gezien. i
De handel ging a' evenals ik dien zoo vaak ge
zien heb op de Schager markt. 'Koopers en verkoo-
pers waren, naar het scheen, eikaars grootste
vijanden, sloegen in eikaars handen, alsof ze er
stokvisch van wilden maken, en namen dan plot
seling verontwaardigd afscheid, om even plotseling
de conversatie te hervatten. De koeien weiden be
voel** en betast op de juiste manier of het de
juiste wasis me fotaal onbekend, maar ik veronder
stel het de 6taartan werden met kracht ge
trokken, om te zien, of ze wel vast zaten, en bij
de enkele, heel enkele, melkgevende beesten, wórd
ook gémolken. 't Was boog noodig, want bij som
mige liep de melk met 'straaltje* 'weg- Een twintig
tal vrouwen stond met kannen te wachten, zeker
om de melk zoo versch mogelijk, en misschien ook
iets goedkooper te krijgen. Men moet niet vergeten,
dat ze tegenwoordig een, kwartje de kan kost. Maar
oen Engelsche kan, een quart, is wat meer dan een
liter, nl. 1.136 L„ dus eigenlijk is het 22 cen,t, de
kan. Yersche eieren 15 leent, en mélk 22 cent de
kan, daar kan je gauw arm bij worden.
De markt te Islington heeft ietfc voor. Je kunt
hem op een tijd bezoeken, waarop je je niet een
verongelijkt mensch voelt- Ik vind altijd, da,t ik niet
behandeld wordt zoo als het behoortlaat staan
naar wat mé volgens mijn, eigen idee, toekomt
als ik 's morgens op den een of anderen tijd vóór
half 8 opsta. En dat is beslist noodzakelijk, als Je
de gr o en tem ark* in Govent Garden wilt zien, of de
vischmarkt in, Billingagate. Maar te Islington kun
je zelfs na twaalven n,og wel terecht.
De allerbeste dag om paar de veemarkt te gaan
de Maandag, die nu gauw komt, dé laatste Maan-
ig vóór Kerstmis. Het 'Kerstfeest is een feest
van *ten, drinken, en kermisvieren voor den En
gel schrnan. Hoewel nieet dit jaar, geloof ik. Alles
is tegenwoordig anders dan in 'normale omstandig
heden, en het zou me sterk verwonderen als deze
Kerstmis niet een geheel andere werd dan die van
twee jaar geleden en zelfs dan" die van verleden
jaar. Wat evenwel niet wegneemt, dat ook nu de
Maandag voor Kerstmis wel de drukste dag van 't
jaar op de veemarkt zal zijn.
Nu behoor ik natuurlijk te vermelden, 'hoeveel
dieren jaarlijks op de markt verhandeld worden.
Maar ik ten er een 'beetje huiverig voor. Graag
zou ik brutaalweg zeggen: zooveel, liefst een. groot
getal, en de menschen verwonderd doen staan over
al mijn kennis. Staan èr wel eens menschen ver
wonderd over mijn kennis? 'Ik geloof het niet, en
ik hoop het niet, maar voor het geval, dat er een
enkele mocht zijn, laat ik gauw zeggen, dat ik al
tijd alles overschrijf uit leen 'of ander boek.
Nu wi' het ongeluk, dat ik twee lboeken heb over
die Islingtonsche veemarkt. En natuurlijk zijn die
twee het heelemapl niet Imet 'elkaar eens. Als het
nu maar een beetje scheelde, zou ik 'me 'er geen
steek van aantrekken, dan sloeg ik er wel een
slag naar. Maar mijn, eene bron van kennis téwéert,
zooals ik nu zie, dat 'de markt meer dan 30 acres
groot is, de andere ongeveer 15. (Begin daar nfu
eens wat. mee. Zelf heb ik er totaal geen 'oordeel
over. Als iemand me zegt, dat het zes bunder,.is,
geloof ik 'het, en als een ander zegt van twaalf,
neem ik het ook graag laan. Want eerlijk gezegd,
heb ik een heel slecht idee van de'grootte'van eén
HA., al kan ik nog steeds, sinds mijn schooljaren,
uitrekenen, hoeveel .vierkante 'meters, decimeters
centimeters en millimeters het is.
En wat betreft hetl aantal stuks vee, dat jaarlijks
op de markt verhandeld wordt, zijn mijn raadge
vers het al evenmin met elkaar eens. De optimist
van de menschelijke zijde beschouwd, de koeien
zouden hem pessimist noemen beweert millioe-
nen, in het midden latend hoetveel. De pessimist zegt
drie honderdduizend. Laten we dus zeggen: min
stens driehonderdduizend, en hoogstens millioeneiu
De beesten, met hun geleiders, komen aan op alle
tijden van 'den nacht na 12 uur. Zeker om mooie
plaatsjes te veroveren, dat 'sommige er zoo vroeg
bij zijn. De handelaars en dagers wachten tot'het
licht wordt, eer ze 'komen opdagen, zoodat in ge
wone tijden, niet in deze dagen, nu de zon doorloo
pend groote vacamtie schijnt 'te houden, de markt
om een uur of zos in vollen gang is. Tot na twaal
ven duurt ze dan door, en in dien tijd wordt ovér
het lot van menig beeBtje beélist. De meesten. over
leven den dag van hun verkooping iniet. Rondom
de markt staan abattoirs, de 'slachting heeft plaats
onmiddellijk na de verkooping, en oen paar uur
later gaat het vleesch al naar Smithfield, of direct
naar ten of anderen slager. Goed, dat de dieren
niet weten, 'wat hun te wachten staat in Islington.
HET ONBEREIKBARE
Uit de „Voi—arts":
Het was een gebeurtenis, die haar schaduwen ver
Toen Louise ^cn toon zijner stem hoorde hoonde
zij verbaasd op. Hc1 was dezelfde licht opgewonden
toon van gisteravond! Wat beteekende dat? Wat
gebeurde hier? Zij schrok, doch zij beheeerschte
zich.
Toen zeide zij, scherper dan, zij wel bedoelde:
„Hoe tan -men nu zoo kibbelen, je bent toch geen
kindereu meer."
Elli /weeg, half verlegen, half trots.
Maar Ernst, die door den scherpen toon zijner
zuster onrustig was geworden, gaf zich moeite om
vrooiljk te zijn er het geeprék op een ander thema
te leiden. f
Doch dat. gelukte niet heet. Hij vermoedde, Ja,
hij voelde het, dat Louise iets gemerkt moest heb
ben, en dat maakte hem onzeker.
Direct na den maaltijd Verliet Elli het huis.
„Wil je nu reeds naar de winkel?" vroeg Lopise
wat verbaasd. „Je hebt nog een goed half uur tijd."
„Ik v'éb nog iets te bezorgen." Daarmee ging de
kleine weg.
Met een stom vragenden blik zag Louise haar
broeder aan.
Ernst deed alsof hij niets bemerkte en spoedig
daarop trok hij zich in zijn kamer terug.
Toen hij reeds bij de deur was, Vroeg zijn zuster
plotseling: „Heb je over die zaak van gisteravond
nagedacht?"
Zonder zich om te keeren antwoordde hij: „Wat
is daarover nu reeds na té denjken? Die djame komt
Zondag bij ons nu goed, dan zal' ik haar zien en
kunnen wij daar later verder over praten."
Bedroefd zag Louise hem na. „Hij verbergt iets
voor mij," dacht zij. En Tdat stemde haar diep treu
rig, want 'zij had hem, den trots der familie, boven
alles lief.
's Avonds wachtte Ernst voor de deur van den
winkel, waar Elli werkte.
Hij moest zekerheid hebben,!
Toen zij hem opmerkte, was zij min of meer
verbaasd, maar toch .verheugde het haar, dat hij
er was.
Direct was hij bij haar en zag haar verliefd aan.
vooruit wierp.
Vrijdagmorgen vroeg zeurdende kinderen al:
..MammtA. 'Vivm 't?"
\laar moeder deed heel gereserveerd. Het was
haar aan te zien, dat ze graag vaa heeieor harte „Ja"
geantwoord had. Maar te hield zich in.
„Misschien." Dat was alles wat ze zei.
,Kom, je moet 't doen," drongen'de kinderen aan.
,/t Is al acht weken geleden, sedert we 't gehad
hebben, ,en 'we mogen 't zoo graag:"
De moeder streed een zwaren strijd. 1
„Zou ik het doen?" overwoog ze zonder ophou
den.
Ze rekende en cijferde en kwam maar niet tot een
besluit. De zaak was dat leed geen twijfel
riskant. En zij droeg de verantwoording.
Daarom zei ze tegen zichzelf: „Ik zal 't aanm'n
man vragen."
De man schrikte, toen hij et van hoorde. „Heb je
wel nagegaan wat het ;kost?" vroeg hij.
De moeder' zuchtte. „Ja, maai' het is toch al
een eeuwigheid geleden, dat we 't niet meer gehad
Lebben....."
Ook de man zuchtte. „Ja... nou.... kijk maar 's...
als 't gaat..."
„We zouden °P *ots landers kunnen bezuinigen,"
steide de vrouw voor. „Misschien.... als ik 's geen
nieuwen winterhoed kocht....?'*
Do man was geroerd. Hij drukte zijn vrouw de
hand.
Hij zeide: „Neen, dat niet. Maar als ik misschien
eens... vier weken niet rookte?"
Maar daar wilde de vrouw niet van weten.
Zij overlegden lang en breed.
„Wacht!'', riep eindelijk de vrouw, '„ik heb het!
Dat blauwe kamertje van ons wrordt niet gebruikt.
Als we dat 's verhuurden? Dan gaat 't."
Ja, d&n zou 't gaan....
En plotseling kwam er ©en stralende glans op al
ler gezichten; de kinderen, dansten, de moeder
lachte en de vader trok een veelbeteékenend go-
zicht.
„Te deksel, hebt ge een lootje uit de loterij ge
trokken?" vroeg een kennis hem op straat.
„Nee," antwoordde -de man, „maar we eten mor
gen varkensvleesch:"
Joen spalkte de ander zijn mond open. -
En hij zeide op een toon, die een, onmetelijke ver
bazing uitdrukte:
„ZóóI"
LIEFDE EN VADERLAND.
Een meisje uit Silvolde (G.) was verled^p. week
te Dienen (Rheinland) gehuwd met een Duitsch mi
litair, die daarvoor met verlof van het front naar
zijn geboorteplaats was gekomen. Het ging hem
evenwel aan het hart, zoo direct het huwelijksge
luk vaarwel te moeten zeggen. Na eerst van de
betrokken autoriteiten verlof te hebber- gekregen om
zijn meubels naar Nederland over te brengen, heetft
hij thans zelf de wijk naar ons land en zijn intrék
bij zijn schoonouders genomen.. Toen men daar
van in zijn Heimat de lucht kreeg, werden zijn
va-ter en de pastoor van Bienen n^ar'Silvolde afge
vaardigd om hem te bewegen het vaderland weer
ts dienen. Hun gang was echter tevergeefs. De lief
de voor zijn vrouwtje ging hoven die voor zijn va
derland en,hij verkoos daarom maar in ons 'land
als deserteur te blijven.
ES- EN UITVAL VAN HET HDBLD.s
Jaloersch. Do verpleegster schreef een brief
voor een gewonden soldaat.
„Ik wou graag, dat u er (nog iets inzette," sprak
de krijgsman aarzelend.
„En wat dan?"
„Ik hoop, dat u er niet boos 'om zult zijn. Zet u
er dan in: De verpleegsters in dit hospitaal zijn
allen dames op leeftijd."
„Maar dat is niet waar," zoi 't jonge zustertje.
„Dat weet ik wel, zuster, maar 't zal,mijn vrouw
geraststellen. Ze was altijd een,beetje aan den ja-
loerschen kant."
NA DEN OORLOG.
In het Engelsche Hoogerhuis heeft.Lord Parker
gewezen op de noodzakelijkheid om voorzorgsmaat
regelen te nemen ten behoeve van de arbeiders na
den oorlog. Men diende zich ook op den vrede
yoor te bereiden, op het omsmeden van het zwaard
tot het ploegijzer. Hij gaf in overweging een com
missie te benoemen uit de leden van beide 'Huizen
om dit vraagstuk te bestudeeren. Lord Crewe ant-,
woordde, dat men zich reeds 'lang aan de verschil
lende departementen, in het bifconder den Board ',of
Agrioulture, met het vraagstuk bezig hield 'en dat
weldra een rapport was 'te verwachten over de
quae8tie van den terugkeer der soldaten tot den
landarbeid. Lord Newton verklaarde, dat het depar
tement van oorlog voornemens was als tot demo
bilisatie zou worden overgegaan, deee geleidelijk te
doen geschieden. Bovendien zouden de soldaten vier
weken volle soldij ontvangen bij hun ontslag uit den
dienst, reiskosten naar 'buis, een geldelijke prepiie
nog ©n eindelijk een polis voor een Ijaatverzekering
tegen werkloosheid.
Rl 'BBERGEBREK.
Het „Berl. Tagebh" meldt uit Kopenhagen, dat
al te Zwedscbe rubberfabrieken hun bedrijf stop-
ge?e* hebben, daar alle toevoer overzee van 'rub-
GliirilacKend vroeg zij: „Wat beteekent dat nu?
Zooiet8 ben ik van jou heel niet gewend."
Hij gaf hier och ter geen antwoord op en ging
dadelijk op zijn doel los. „Waarom heb je mij van
middag zoo onheusch behandeld?" vroeg hij, terwijl
zij verder liepen.
Smalend zag zij hem van ter zijde aan- „Zou jij
dat werkelijk niet weten?"
„Ik ben hier gekomen om het te Verneonen."
Toen zeide zij kortweg: „Ik heb gisteren alles ge
hoord, wat je zuster met je voor heeft."
Hij lachte luid
Zij nep echter vlug: „Geloof niet dat ik geluisterd
heb! Jelui redeneerden zoo druk, dat ik bijna elk
woord hooren moest."
Hij lachte 'nog steeds. „Dus je bent jaloersch?"
Zij werd gloeiend rood en met bevende stem zeide
zij: „Bah, Ernst, dat was leelijk van je!"
Doch hij lachto ook thans nog. „Dus goed, wat
heb je mij te verwijten?" yroeg hij.
Zij zweeg.
„Heb ik iets gedaan, Vat -'ik voor Je verbergen
moei?"
„Je hebt Jé toch niet in het minst tegen den
wensch van je zuster verzeil" antwoordde zij kort.
„Heb ik haar dan iets beloofd?"
„Toch zult ge op juffrouw Gerloff letten!"
„Waarom zou ik het niet doen?"
„Zij i« dol op je."
Hij lachte. „Hoe weet je dat?"
„Zij zijn allen dol op Je!"
Hij iachte nog harder. „Jij alleen niet, hé?"
Weer kreeg zij een kleur en wendde het hoofd
af, want de 'tranen kwamen.
Toen nam hij haar arm en zeide zacht, bijna vlei
end: „Maar Elli, schat wees toch niet zoo doml
Wat maakt het nu uit of ik mijn Jiuster het genoe
gen doe 'en dat meisje het hof maakt? Ik trouw
toch niet dadelijk met haar!"
„Maar je zult 'ater met haar trouwen!"
„Dat is nog de vraag."
„Maar aangenomen dat jij'met haw trouwt?"
„Nu?" vroeg hij Vroolijk.
„En ik dan?" Bevend zag zij hem aan.