Schager Courant.
GIJ BEHOEFT NIET TE KLAGEN
HOQRNSCHE CREOIET- l EFFECTENBANX,
Een vat Werkman,
Schagen. Fa. Wed. J.
Een vast Werkman,
Blauwe Aardappelen,
Een vast Werkman,
HET PORTRET.
Dal 8, te HOORN.
Hypotheken, Crediefen, Assuran
tiën, Deposito's, Effecten,
Coupons, Prolongatiën.
een vast Werkman
CONCERT,
Firma Wed. J. Heddes, Schagen.
DAMES- KINDER
WINTERHOEDEN,
Een Knecht,
Gramaphoon,
DERDE BLAD.
Gemengd Nieuws.
Sehager OrehesM/ereeniging
(SYMPHONIE).
ZATERDA3 15 JANUAR11916.
a9sm Jaargang ivo. 5728.
Reclames.
Angst zal U niet beter maken.
Zitting te Schagen des Donderdagsmorgens
in Café „De Beurs."
Platte Wagen
Handwagen voor hit
GevraagdEen flinke
ter opleiding in het
vak, bij Centraal Drogist
„HET GROENE KRUIS" Hoog-
zijde E 16, Schagen.
Dirigent: de heer JAC. JANSEN.
op Zondag 30 Januari a. s.,
in de concertzaal van den heer J. Th. HE1JSELAAR
mei medewerking van hel
Sehager Dubbel-Kwartet.
Enlrée I 0.50, verhoogd met Plaatsel. Bel. en Auteursrechten-
Leden van Zustersvereenigingen halve entréeprijB.
Plaatsbespreking 10 cenf exlra.
Na afloop BAL.
Wegens vergevorderd seizoen Uitverkoop der nog
voorradige
legen veel verminderde prijzen.
Des Zondags NIET gesloten.
EEN MEID,
25 d 30 zak
F.n kom nu mee nnnr mijn slaapkamer, iel Paul,
ilnn kun Jo hel vrcumilste Sini-Nikolaas-gesehcnk zien,
dut me ooit la te beurt gevallen I
Wat is het?
Een portret van den stamvader van onze heele
familie, Jacob Rudolf van Haeren, geboren in 1754,
de grootvader van mijn grootvader.
Is de ontbrekende schakel van Je verzameling dan
eindelijk gevonden? vroeg ik verbaasd.
Ja, antwoordde Paul, eindelijk I En 't Is zoo heer
lijk, het geeft zoo'n rust. dat nu alles weer bijeen is.
Je Weet, ik heb dat vroeger heel pijnlijk gevoeld, die
eene leege plek aan den wand, die ik open hield, 21
jaren lang, omdat ik den moed niet wou opgeven...
Ik keek naar zijn fijne, bleeke gezicht. In zijn don
kere, door lange wimpers overschaduwde oogen spie
gelden de vlammetjes der luchterseven had hjj den
mond vastberaden saamgetrokken. Zoo was hij weer
voor mij de vreemde zoeker naar ongeweten dingen,
die in de historie van zijn voorvaderen tast om zijn
eigen ziei daarin te vinden. Paul van Haeren^ m|jn
studievriend, de buiten alle luidruchtigheid levende stu
dent was het weer, die daar voor me stond. Dadelijk
"elflke
|JJ UUVSIU l/iii ÖjUCdld Ciituui^v, VUli
irtelling van „het zwarte schaap",
had gedaan: net drama van zijn
herinnerde ik me zjjn gelaat vol ondoorgrondelij
spanning, als hij op ajn ruime, intieme kamer met de
loupe een klein familie-miniatuur onderzocht, urenlang
zoon ding kon bekijken en dan wat geel-geworden
-papieren uit een lade nam van zijn schrijftafel en met
glinsterende oogen ze doorlas. Want het was zijn eenige
liefhebberij geweest, naast het taaie studie-werk: zijn
geslacht weer voor zich op te bouwen uit portretten
en archiefstukken, maar zóó, dat ieder familielid weer
voor hem ging leven in al zijn eigenaardige karakter
trekken. Het leek vaak hardvochtig en cynisch, wat
hij dan soms zei, maar ik wist hoe warm hij voelde
en dus luisterde ik steeds met eerbiedige aandacht,
als hij me de geschiedenis van zijn geslacht vertelde.
Opwekkend was dat niet altijd. Ik herinnerde me,
hoe ellendig ik op een middag van hem vandaan kwam.
Het was op een najaarsdag, zoo tegen den winter.
Alles was grijs buiten en vochtig. Aan de naakte,
zwertig-natte boomen trilden nog enkele gele blaren
droef in den wind; de huizen leunden druilend en
donker tegen elkaar en ik liep somber te rillen met
een weeë p|jn in mijn hoofd om allerlei ellendige din
gen. Het was de vertelling van
aie Van Haeren me
geslacht.
Hij had me dien middag uit zijn heele verzameling do
cumenten en portretten aangetoond, dat in iedere ge
neratie van zijn familie een zoon was geweest, aie
niet deugde en die. onder het hevig verdriet der ou
ders, was weggetrokken, den vreemde in. Ik herinner
me zoo goed nog, welke conclusie h|j voor zichzelf
trok: „nu heb ik je in alle generaties na 1750 het
zwarte schaap gewezen. De laatste heb ik nog ge
kend. Het was ae jongste broer van m|jn vader, oom
Carel. Hij studeerde in Groningen in de rechten, werd
op een avond betrapt op valsch spelen, verdween
des nachts uit de staa en is na een avontuurlijk leven
in een Portugeesche gevangenis gestorven. De twee
andere broers van mijn vader z|jn nooit getrouwd. Ik
ben het «enigste kind en ik voel, soms meer, soms
minder duidelijk, de sinds eeuwen gedragen last van
ons geslacht: de drang, de duistere, naast waanzinnige
drang naar de misdaad diep in me branden. Wanneer
ik 'n sombere bui heb, en scans ook midden in 'n
feest, als er wat veel is gedronken, is het of ik een
koua-lachende stem hoor, die me zegt: speel valsch.
steel, moordt, gooi je weg... Maar ik heb, goddank,
ook de wilskracht van mijn moeder en ik weet, dat
op mij de plicht rust om niet te mislukken... Na
zoo'n bezoeking ben ik moe en suf en walg van
al die koppen, die daar hangen aan de wanden, hoof
den van deftige, brave menschen, woeste koppen ook
van de niet-geslaagden, de verongelukten door de eeu
wen heen...
Kom, ga nu mee, zei Paul, dan kan Je de nieu
we aanwinst zien en zal ik je meteen vertellen hoe
ik die kreeg; 'n wonderlijke geschiedenis. Het is net
iets voor jou, die te hooren.
We stegen de trap op, zwijgend en langzaam, of
we iets heel plechtigs gingen ondernemen. Onwillekeu
rig kwam ik weer, evenals vroeger, onder den indruk
van dien voorvaderen-cu)tus, dien ik zoo vaak be-
b|j
de kilte of Van een dwaze angst tegenover iets ge
heimzinnigs, onbekends, een angst, die ik wel eens
voel voor oude portretten, die me aankijken en schij
nen te leven...
W|j waren boven gekomen; Paul draaide een deur
open en we stonden in z|jn donkere slaapkamer, ik
hoorde hem zijn lucifers zoeken en een aanstrijken.
Het vlammetje zocht de pit van een groote, staande
i petroleumlamp en spoedig glansde het zachte, oranje-
lichi door de kamer, Uiigs de wanden.
L^k, .-ei Paul. daar is het! En hij wees naar een
Soot familieportret in zwarte lijst. Het was een def-
I man met grijze pruik; dadelijk werd ik getroffen
door het fijne. peinzende gelaat, waarin twee diep
liggende oogen een beetje afwezig staarden. Het leek
me of die oogen verder keken aan de kamer, of ie
door ons heen zagen nanr de wereld, die achter de
dingen staal. De mond, saamgotrokken onder den rech
ten neus scheen to zwijgen over veel geleden smart.
Uit de donkerbruine, mot kant afgezette mouwen kwa
men twee slanke, bleeke handen, waarvan de eene
rustte op de leuning van een armstoel en de andere
oen klein boek omvatte.
Hoe langer Ik het portret aankoek, dea te meer be
gon hot voor mc to leven. Die oogen wisselden van licht;
net was of de mond zacht ademde, de handen warm
waren. Bijna hoorde ik niet, dat Paul zacht vroeg:
Hoe vindt Ie het
Prachtig, schrok lk op. Het leeft, het ls iemand,
die leeft. De oogen,... Waarom heb je het hier op
je slaapkamer gehangen? Het zou mij benauwen.
Het is me zoo vertrouwd geworden, zei Paul, en
deze voorvader is mij bijzonder lief. Maar ga mee naar
beneden, dan zal ik je de geschiedenis vertellen.
We daalden de trap af en zaten weldra in lage
clubstoelen om het houtvuur. Paul stak een sigaret
op en begon:
,.Je weet, hoe ik sinds mijn studentenjaren al mijn
vrijen t|jd heb Ibesteed aan de geschiedenis der Van
Haerens, hoe ik daarvoor het land heb afgereisd, stad
huisstukken, notarieel»- en kerkelijke archieven heb
nageplozen en nu hitna klaar ben met die ingewikkelde
studie. Ik had .daarbij het groote voordeel, dat alle
familieportretten^ Krachtens testamentaire beschikkingen
van vader op oudsten zoon overgingen. Zoo kon ik
al dadelijk beschikken over de conterfedtsels van mijn
voorvaders en voormoeders van 1680 af. Op mijn groote
oudcrwetsche kamer in Utrecht hingen er "negen en
veertig. Weet je nog, hoe gemeenzaam mijn brave
„ploerterij" met al aie portretten was? Hoe ze over
,!de burgemeester" praatte en „de kapitein" en „Brech-
tje met de muts", als die weer hun beurt van afstof
fen hadden gehad? Het mensch zorgde er goed voor
en toen ik alles na mijn promotie in kisten pakte,
liep ze zwaar te zuchten en zei wel honderd maal,
dat het net was of ik al d'r kennissen ging begraven!
Ik zal je nu niet gaan vermoeien met het relaas van
m|jn zwerftochten; dat is voor jou niet interessant.
Je weet, dat Jacob Rudolf van Haeren, mijn over
grootvader aan de collectie ontbrak. Dat was jammer
omdat we hem nu eenmaal als onze stamvader be
schouwen, al gaat de geschiedenis veel verder terug.
Maar hij was de vader van vier zonen, waarvan drie
weer de hoofden zijn geworden van drie takken in onze
familie. Daarbij komt, dat hij een heel gezien man
was in zijn tijd, die ontzettend veel heeft gedaan voor
z|jn stad. Hij had een veelzijdige kennis en een hoog
en nobel karakter. Hij hield niet van leeg vertoon en
dat Is misschien de reden geweest, dat uit zijn heele
leven als magistraat van de stad Groningen maar één
portret bekend is. In het jaar, dat h|j stierf, heeft een
Groninjpche almanak verzen gewijd aan zijn nage
dachtenis en in een (naschrift geeft de dichter tot
z|jn leedwezen te kennen, dat het eenige portret op
onbekende wijze was verdwenen.
Je begrijpt hoe me dat intrigeerde. Een portret ver
dwijnt maar niet zoo in eens.
Het kan verbranden, maar dan hadden we dat wel
gelezen. Verkocht is er nooit iets om de eenvoudige
reden, dat het financieel niet noodig was. Dus moest
er iets anders zijn. Ik ging speuren in oude rekenin
gen en vond een briefje van een schilder, Joost de Pot
ter, die met (veel tierelantijnen en onderdanighedefa
den edelen heer Jacob Rudolf van Haeren meldt, dat
hij de laatste hand heeft gelegd aan diens portret en
tot een bezichtiging te z|jnen huize verzoent.
Er was Idus werkelijk een portret geschilderd: nu
bleef alleen nog de vraag waar net gebleven was. Daar
om heb ik een-en-twintig jaren lang de winkels van
antiquair^ en uitdragers doorzocht, ben over stoffige
zolders gekropen, maar al m|jn moeite was tever-
geefsch. Tot het portret, dat je hierboven hebt gezien,
op Sinterklaasavond plotseling in mijn kamer stond.
Zonder dat je...
Zonder er een hand voor te hebben uitgestoken.
En dienzelfden avond werd het mysterie van de ver
dwijning opgelost. Voor ik je dat vertel, moet ik nog
wat zeggen over het leven van Jacob Rudolf. Van zijn
drie oudste zoons heeft hij alle mogelijke pledzier be
leefd dat een vader maar kan hebben; ze hadden zijn
eigen aard en hebben het ver gebracht. Maar de jongste.
Andreas, was een zwakkeling, het zwarte schaap'®
en dat kostte den ouden man veel verdriet. Die Andreas
zou koopman worden, net als zijn vader; hij kwam bij
hem op het kantoor. Maar er haperde nog al iets aan
de vreaige samenwerking. Andreas richtte zelf een zaak
op en toen h|j al gauw door zijn bovenmatige verteringen
in (geldverlegenheid zat, vervalschte hij wissels, werd
gevangen gezet, moest zijn tijd uitzitten en is daarna
verdwenen. Nooit hoeft iemand geweten, wat er van
hem werd, tot ook dat me op dien merkwaardigen Sint-
Nikolaas-avond is verteld.
Een dubbele surprise dus?
Ja, zei Paul, en een dubbel mooie.
Peinzend staarde hij in de vlammende, knetterende
houtblokken en vervolgde toen:
We hadden dien avond veel werk gemaakt van
allerlei leuke verrassingen voor de kinderen. Weken
lang hadden m|jn vrouw en ik zitten te lijmen en
te plakken en te timmeren. Maar toen we den laatsten
avond doodmoe tegenover elkaar zaten, de vingers nog
Vol hj;a, en door de liecle kamer luüwljis, palier eu
houtwol, schrokken we plotseling tot het besef, dat
de Sint niet zelf zou komen! Een kostuum daarvoor
bezat lk niet en zoo gauw was het niet te maken.
Den volgenden ochtend vroeg ik nog aan een paar
vrienden, maar niemand kon me helpen. Er was niets
aan te doen, maar enfin, de pret zou tr (och wel
zijn.
De avond kwam, en de kinderen waren stormachtig
opgewonden. We begonnen met hun to zeggen, dat de
Sint het te druk had om zelf to verschijnen, maar
de zwarte knecht zou de cadeautjes aan de deur bren
gen. Gauw klonk de eerste bel en Jansje zei heel be
leefd in do gang: „dank je wel, zwarte knecht". Je had
uie groot» zwart-glinstercnde oogen van Pietje moe
ien zien! De surprises hadden uitbundig succes en we
gingen na een poosie een kleine pauze houden om
wat te eten en te arinken.
I'oen |et was een ongewoon geluld en we schrok
ken er allen van hield een auto met veel geknars
stil voor ons huis. We hoorden een portier opengaan;
een harde bel, oen kort gepraat in ae gang en... een
prachtige Sinterklaas kwam de kamer binnen, gevolgd
door een schitterenden, zwarten knecht.
Mijn vrouw fluisterde: wie is dat? Ik wist het
niet, herkende het gezicht niet. Natuurlijk kwam ik
vriendelijk buigend naar den ouden man toe, drukte
hem de hand en keek hem scherp aan; geen gelijkenis
kon ik vinden. Maar stel je mijn verbazing voor, toen
ik zie, dat de zwarte knecht een echte neger is; geen
geverfde, een echte met dikke lippen, prachtige witte
tanden en zwart, dicht kroeshaar. Ik schrok, maar
liet het niet merken, ook wij moesten onzen rol tegen
over de kinderen «pelen. Sinterklaas was heel lief,
sprak in ten vreemden tongval over z|jn verre reis en
deelde cadeautjes uit aan Piet en Marietje. Onderwijl
strooide de neger breed grijzend met zijn chocola-
bruine handen Donbons door de kamer.
En nu, zei Sinterklaas tegen mij, heb ik wat voor
papa. Op een ^venk verdween de zwarte knecht in
de gang en kwam terug met een groot pak in eeni
groenen doek gewikkeld. Plechtig en vol gratie trok
Sinterklaas het kleed weg... Daar stond voor mijn
verbaasde oogen een prachtig, oud portret! Toen moest
ik toch even naar mijn adem zoeken. In een seconde
was lk me bewust geworden, dat dit het portret was
van een man van mijn eigen geslacht. Ik sprong na
derbij en heesch vroeg lk:
Wie is dat?
En met een (stem, die even trilde, antwoordde |de
sonore stem van den vreemden Sint Nicolaas: Dit is
Jacob Rudolf van Haeren I
Voordat ik miin zinnen bijeen had, waren de Sint
en de knecht hl verdwenen; buiten gierde de auto
weg... Was het een droom geweest? Neen, want daar
stond tegen een stoel een prachtig bortret. Het dui
zelde me: de jacht van een-en-twintig jaren had zijn
buit gevonden. Het yvas Jacob Rudolf, dit voelde ik
zuiver en sterk; ik zag het aan de donkere oogen, den
mond, den vorm van het hoofd...
Zoo werd het half elf, de kinderen gingen slapen.
Het mysterie had mij aangepakt, soms zat ik te ruien
op mijn stoel. Ans was stil geworden en keek mij
maar aan. En naar ons beiden keek het portret. Zoo
zaten we tegenover elkander; de klok tikte eenzaam
en buiten was het Sinterklaas-gejoel verklonken. Een
auto hoorden we den draai nemen om den hoek daar
buiten. We dachten beiden: is het dezelfde? Adem
loos luisterden we., ja, het geluid kwam nader; een
ruk, en de auto stona stil; stappen op het grint. Mijn
beenen waren lam. Ik kón niet opstaan om door het
raam te kijken. De bel ging over; Jansje bracht een
kaartje binnen. Daar stond op: Otto Van Haeren,
;Philadelphia, U. S. A. Het was nog maar vaag tot
mij doorgedrongen, dat het mijn eigen naam was.
toen een keurige breed-geschouderde vent me tege
moet komt en Tn het Engelsch mij zegt: „Wel, hoe
bevalt u het portret? Ik ben Otto Vanhaeren, de ach
terkleinzoon van Andreas. U ziet, dat de tak niet
is uitgestorven.
Is dat portret...
Van mij, antwoordt hij. Een klein geschenk voor
het feest. Het komt u toe voor uw verzameling.
Toen was het of er iets verschoof in mijn veelgeplaag
de, moe-gedachte hersens. Na alle zoeken was de
schakel teruggevonden en ik kon rustig, als een nieuw
mensch, luisteren naar z|jn verhaal.
Het was de jongste afstamming uit den Amerikaan-
sdben tak der Van Haeren's. Andreas vluchtte naar
Amerika, in overleg met zijn vader, die hem daarvoor
geld heeft meegegeven. Hij is nog^ een dag en een
nacht b|j zijn vaaer geweest, van wien hij toch veel
schijnt te hebben gehouden. Daarna trok hij naar
Hamburg om daar scheep te gaan. In die enkele
uren hebben vader en zoon elkaar voor het eerst
begrepen. Slecht was Andreas nooit geweest, maar
hij had een zorgelooze natuur en wist de waarde
niet van het gela. Toen het uur van scheiden was
gekomen, zegde hij z|jn vader voor altijd vaarwel;
aat was des avonds. Den volgenden morgen vona
men het eenige portret van Jacob Rudolf uit de lijst
gesneden. Andreas had het mee genomen om het beeld
van zijn vader altijd bij zich te hebben in het verre
land, dat hij tegemoet trok.
In Amerika is Andreas getrouwd; zijn zoon vestig
de een handelshuis, dat steeds meer tot bloei kwam.
Otto, die nu een groote fabriek heeft, voelde zich,
evenals ik, tot de historie aangetrokken. Hij infor
meerde door middel van Hollanosche handelsvrienden
en kwam zoo achter het relaas van m|jn collectie en
het ontbrekende portret. Dat portret was in zijn be
zit en dadelijk besloot hij het voor mif af te staan Echt
jneriluaiucu, was hij al eoa paar weken latu in
omsterdam, met hei portret en met een zwarten be
diende. Dan kwam hjj op het idee 03. ss oen Sinter
klaas-surprise van te maken en het mij zelf te over
handigen,
Zoo li Jacob Rudolf na honderd jtreo weer nn
over d°n öceaar teruggekomen en het portret werd
het dierbaarste van mijn verzameling. Zooveel ls er mee
gebeurd, zooveel verdriet heeft het gezien; daarom
hangt het in mijn slaapkamer, waar ik er dikwijls en
rustig naar kan kijken.
Een brief, dien Jacob Rudolf kort voor zhn dood
aan zijn zoon /heelt geschreven en' die nu in mijn
bezit Ls, geeft oen zin, die voor m|J de ontroerendste
is van dit heele drama: „M|jn jongen, toen ik zag,
ven
SPOORWEGRAMPEN.
Uit WEENEN, 13 Jan. Gisteravond had bij een
orkaanachtigen storm aan het station Fischau van den
Schneebergbahn een botsing plaats tusschen een per
sonentrein en een op de rails staande locomotief. 31
personen, onder wie 5 van het treinpersoneel, werden
gekwetst, één van hen zeer ernstig.
Volgens een bericht in de bladen uit Moravisch
Ostrau derailleerde gisteren in den sector Oderberg—
Freistadt een wagon van een locaaltrein, en stortte van
den spoorwegdijk. Hierbij werden 40 personen ge
wond, van wie acht ernstig.
EEN NACHTELIJKE WAPENSCHOUWING.
De Russische bladen vertellen hoe bij gelegenheid
van de aankomst van de Engelsche missie aan het
front oen wapenschouwing over een legerkorps zou
Worden gehouden. Door allerlei omstandigheden was
het echter te laat geworden, de avond begon reeds
te vallen. Toch moest de revue plaats hebben. Goede
raad was duur. Hoe de noodige verlichting aan te
brengen, welke onmisbaar was, wilde men van de
troepen iets meer zien, dan de vlak langs den staf
defileerende soldaten.
De sappeurs wisten zich te redden.
Buiten weten van de overige troepen namen zij
hun maatregelen.
Generaal Murray en zijn adjudant kwamen; toen
het volslagen donker was. Zwijgend wandelde men tus
schen rijen reusachtige kozakken naar het terrein. Plot
seling, te midden van den stikdonkeren nacht weerklonk
de parademerach; over een reusachtigen afstand wer
den door sappeurs fakkels ontstoken, zoeklichten inge
steld en llchtkogels opgelaten. Bajonetten en de ovengi
metalen onderdeden der uitrusting schitterden ln het
rossige licht. Hd schouwspd was sprookjesachtig. De
Eng Ischan waren diep onder den Indruk.
„Dat is de eerste keer in mijn lange carrière, zeide
eneraal Murray, dat ik een nachtelijke wapenschouwing
ij woon, waarvan .men slechts eenig denkbedd kan
hebben uit de ballades."
Weeat opgewekt en grijpt de ooreaak van uw kwaal aa n
Leeft niet in voortdurende vrees voor ziekte. Angst
werkt op de zenuwen en maakt kleine kwalen gr 00-
ter.
Als gij rugpijn hebt, weest dan niet onmiddellijk
bevreesd voor niergruis, waterzucht of Bright's ziekte.
Als gij last van rheumatische pijnen nebt, weest
dan niet dadelijk bezorgd voor chronische rheumatiek.
Als g|j hinder hebt van waterstoornissen, vreest dan
niet onmiddellijk blaasontsteking en niersteen.
Zegt tot uzelf: Ik zal er dadelijk voor zorgen, dat
mijn nieren genezen en als ik dan verstandig leef,
bliif ik gezond.
Neemt voldoende lichaamsoefening om het bloed vrij
te laten circuleeran door de nieren. Dat houdt het
bloed zuiver. Als gij te veel eet, drinkt of werkt, u
te veel zorgen maakt en geen behoorlijke nachtrust
en met Fosteris Rugpijn Nieren Pillen te genezen.
Fos ter's Rugpijn Nieren Pillen zijn enkfl voor de
nieren en blaas, en b|j tijdig gebruik zuiveren zij de
urinewegen, wekken zij de nieren tot grooter werk
zaamheid op en bevrijden zij het lichaam van de
nadeelige stoffen, die zooveel kwaad kunnen veroorza
ken. Tobt niet te veel, opgewektheid en Fosteris Rug
pijn Nieren Pillen zijn ae twee beste geneesmiddelen.
Te Schagen verkrijgbaar bij J.
Rotgans, Drogisterij „Het wi'te
Kruis", Molenstraat C 14. Toe
zending geschiedt franco na ont
vangst van post wissel a f 1.75 voor
een, of f10. voor zea doozen.
Eischt de echte Fosteris Rugpijn
Nieren Pillen, weigert elke doos
die niet voorzien ia van nevenstaand
handelsmerk
over gevatte koude, hoesten, pijn in de borst, hoofdpijn, slechte spijsvertering, maagpjjn, verstopping,
gebrek aan eetlust en andere ongesteldheden, want door 't gebruik van de Kruiden van Jacoba Maria
Worielboer van Oude Pekela hebben duizenden baat gevonden, 't Is geen leugen of bedrog, 30 CSDl
per pakje
Verkrija
te Sohagen bij: J. Rotgans, C. Burger, D. Wit en Centraal
Het Groene Kruis",
GEVRAAGD
[rB 'i 1 Maart, bij P. BAKEN, Cal-
Inntsoog.
Gevraagd
bij C. Schipper, Doggersplaat, Koe
gras gem. Helder.
TE KOOP: een beste, gebruikte
en een
Te bevragen bij H. HUIGEN,
Noord, Schagen.
Gevraagd met Februari of Maart:
Vakkennis geen vereischte. Tegen
hoog loon.
AdresA. C. ZWAAG, Kaas
maker, De Waal, Texel.
Ër wordt gevraagd, met 1 Mrt.
die goed kan melken en ploegen,
en aan hetzelfde adres
gevraagd, die goed kan melken,
P. Grin, Wieringerwaard.
Te koopEen
met SI dubbele speelbare platen,
zeergeschikt voor een Café, bjj R.
Kos, Ruigeweg, St. Maartensbrug.
TE KOOP:
(plantere),
bij A. VAN RIJN, Callantaoog.
Gevraagd, met Maart
goed kunnende ploegen, door P.
J. VisHcher, Wieringerwaard.