AlfGicsi Nieuws-
Aiierttitie- LaMbuwblad,
HULP
noodig.
Birkenwasser,
J. STUURMAN,
De ramp op Marken.
De Watersnood.
Een begrafenis.
MAANDAG 18 JANUARI 1916.
59ste Jaargang, No 5729.
het bette voor Haaruitval, Roos, Enz.
EERSTE BLAD.
UitgeversTRAPMAN Co.
SCHAGEN, LAAN D 5. - Int. Teleph. No. 20.
Allen in onze omgeving ken
nen de ontzettende ramp in
Anna Paulowna, weten hoevele
kleine menschen daardoor zijn
getroffen. Hulp, veel hulp en
dadelijke hulp is noodig.
De Uitgevers der Schager
Courant stellen zich gaarne
beschikbaar voor het in ont
nemen van giften.
Geeft spoedig en geeft veel,
een ieder naar zijn krachten.
HAARWERKER,
LAMZIJDE B 50. - SCHAOEN.
5
OURANT.
Dit blad verschjjnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 nre wor-
en A.DVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
Prijs per 3 maanden f085; per
ADVERTENTIEN
post f 1.-. Losse nummers 5 cent
van 1 tot 5 regels met inbegip van bewjjsno.
f 0.35, iedere regel meer|6 ot. Groote lett. worden naar plaatsr. berek
DH nummer besta*# uit twee bladen.
Er lieerschte een ongewone stilte in het tamp der
gouddelvers. Het danshuis en de spzeeiaal waren
gesloten, men hoorde geen lachen, schreeuwen noch
vloeken en in de vrije oogenblikken stonden, de del
vers, bij elkander met droefheid en cverlegenheid te
praten.
Wat was er dan gebeurd?
Er was een sterfgeval. Was dit dan zulk een zeld
zaamheid in een kamp van bij de honderd zielen?
O neen, maar dit was iets ongewoons!I! Anders wer
den de dooden vierentwintig uur na hun overlijden
in een eraf gestopt, want zoo mag men het wel noe-
men, waar een ruwe planken kist door vier mannen
gedragen, onder gezang en kwinkslagen naar den
worpen. Was de doode een drinkebroer geweest, dian
werd een flesch jenever oVer de kist uitgegoten, alls
laatst vaarwe'; was hij een speler, dan werden dob-
belsteenen en een klompje goud er op 'gelegd, aarde
er over heen gegooid en lachende, zingende en, vloe
kende verlieten zijn makkers de laatste rustplaats.
Maar nu was het een ander 'geval: een kindje
was gestorven, een kleine engel van vier jaar, die
'de vreugde en de trots van het kamp was ge -
weest. Hare moeder was eene eerlijke, brave vrouw,
die hemelsbreed verschilde van de anderen, daar in
h©t danshuis en nooit mocht een gouddelver de klei
ne kussen en met haar spelen, of hij moest zich eens
gewasschen hebben en toen Tom, de liefste speel
makker van de kleine Anna eens een borrel bfad go-
pon i en en haarwilde kussen, riep het kind bij het
ruiken van die vreemde lucht: „hahü" en weerde
hem af. Na dien tijd wist iedereen, wanneer hij de
hut van Wheeler moest vermijden, als hij niet bij de
„i rinses' in ongenade wilüe vaüen.
En nu was zij gestorven I Slechts twee dagen was
zij ziek geweest; maar wat teedere zorg en aandoen
lijke oplettendheden hadtien die ruwe mannen haar
betoond! BMen kwam de hut onhoorbaar binnen, r|n
liet de zware* schoenen of klompen, buiten ;alleriiaï
lekkers en 'speelgoed werd zachtkens neergezet op
da bank mbij het vuur en tevreden met een blik op
de kleine zieke ging men ongemerkt 'heen. Toen
Tom gemerkt had dat Anna bij het opengaan der
deur zich bewoog, had bij het gordijntje van het
venster verwijderd en nu moest men zich vergenoe
gen met een blik door het het kleine venstertje,
want naar binnen liet hij geen enkele meer.
Nu was het gedaan en de vraag rees: hoe zullen
wij haar begraven? Tom nam op zich een net kistje
temaken,eenander wildé tiet keurig schilderen, de
meisjes zouden bloemen maken van papier, want
echt» bloemen waren er niet te krijgen en allen,
geen uitgezonderd, wilden mee ter begrafenis gaan.
De herbergen moesten dien dag gesloten zijn, want
niemand wilde een druppél drinken, als men de klei
ne engel mee wilde 1 egraven, die er zulk een afkeer
van, had. Tot zoover was alles klaar, maar nu wierp
de moeder vande kleine doode een nieuwen, schier
onoverkomelijken hinderpaal op
Wie zal bidden bij het graf? 'had zij gévraagd
en daarop washetantwoord nie,t gemakkelijk te.vin
den. De eenige, geordende geestelijke woonde drie
dagreazen van het kamp, die was dus niet te krij-
gen. Men wildede moeder nu overhalen van baar
eisch af te zien en vertelde haar, hoe plechtig
en mooi do begrafenis buitendien zou zijn, maar zij
baix waanzinnig van smart, nam het lijkje in baar
armen en liep bet kamp er mee rond, ieder dien
,yra.g:endc: -Wilt gij niet voor mijn
nd bidden? s Avonds waren hare krachten uit-
vfP W door haar man in de hut tenig-
nog in haar slaap riep 'zij: „Wie
wil bidden bij het graf?'
nemarnenkwamen bijeen en de eerste vraag was.
„kan lom and bidden?" Algemeen stilzwijgen; maar
hLP^aa.kk', vra!,*: weet niemand van Jelui
een gebod? stond er een op en zei: „ik ben voor-
'"ger geweest in een methodistische gemeen,te,
maar a' 1 en ik diep geival'en. en 'een slecht
mensrh, zoo gen een ien ik toch niet, om den Almac
m dopr dp woorden van het
"ip T r op de "PP™ te nemen".
Eindelijk viel bet Tm. in. dat eui half uur vai da i
een oud vrouwtje woonde, die hij dikwijls had. zien
leizen in den Hijbei, die kou misschien wel kunnsn
bidden!
Men besloot» dat Tom tegen den morgen er heen
zou gaan en hetha-ar vragen; de weduwe was even
wel ©en Gom- enanter en daar mogen de vrouwen
niet hardop bidden. Toon vrouw heeler den vol
genden morgen evenwel weer haar droeven tocht be-
g n, vertelde u.en haar, wat men gedaan had* en nu
wilde zij zelfnogeen poging doen.
Men /ette haar op een paard, altijd nog met het
lijkje in d< n arm, waarvan zij .niet te scheiden was,
en l ij dehut gekomen, knielde zij'er mee voor de ve
duwe neer en smeekte haar, toe te geven en bij 't
graf te bidden, ln naam van de kinderen, die zij
zelf gehad en mogelijk verloren had.
Nu rezin \oor de rode \iuuw drie blonde kopjes
op, die op verren afstand al jaren in de koele aarde
rustten, die pleitten n ede met de beroofde moeder...
en hel j ledt .was gtwoniun:
De weduwe stoi.ü op en ging met den Bijtel on
der arm met de bedroefde ouders mee.
Nu wer' het lijkje in een keurig wit gazen kleed-
Je, door een der 'anseressen onder tranen ge
maakt, en met een kransje van witte nloemen
op het hoofd in het netto kistje gelegd en Tom
stond zijn recht niet af, het naar den heuvel te dra
gen Daartoe bad hij. van deze en gene kleederen ge
loond en zag er werkelijk deftig uit.
Hij ging voorop, daarna de weduwe met de ouders,-
door al die delvers, twee aan twee ordelijk gevolgd
Geen man noch vrouw miste.
Aan het graf gekomen, was er een oogemblik van
verlegenheid; de kist in het graf gooien, zooals tnen
gewoon was, ging niet. maar hoe dan? Men had
touwen meegenomen, waarmee het kistje zachtjes
neergelaten werd in de groeve. Nu barstte de moe
der voor Két eerst in tranen uit en de vrees
voorwaanzin was geweken.. Allen hadden nu het
oog op de oude vrouw geslagen, die het aandoen
lijk verhaal, in Markus 5 opgenomen, voorlas, hoe
de Heer bij Jairus gekomen, (tot de ouders zeide:
„Uw dochtertje is niet dood, maar slaapt!" hoe
Hij i'aaxna Zijn „Tabitha Kumil" sprak en het kind
weer 'evend welrd.
Al sprak zij die vreemde woorden niet naar be-
hooren uit» zij had zooveel nadruk er op gelegd, <iat
velen een traan moeeten verbergen. Daarna gaf zij
den Bijbel aén Tom, vouwde de handen en sprak:
„O lieer 1 God ven ons en onze 'voorvaderen. Gij
hebt dit teedere kind, dat schuldeloos lam-van ons
genomen...." hier haperde zij en zweeg, verschrikt
misschien over hare stoutmoedigheid en vervolgde
toen met de woorden van het: „Onze Vaderl" Toen
het Amen had weerklonken, zag men bijna al de
Vrouwen maar ook vele van de ruwe mannen, die
neergeknield waren bij die woorden, diep getroffen
door de. heilige klanken uit 'hun kindsheid.
Toen de weduwe dit zag en bespeurde, dat de
grond bereid was omhet goede zaad te ontvangen,
keerde zij zich tot de menigte en sprak:
„Vrienden, a's gij met uwe kudde aan een nauw
bergpad .komt, waar nog bovendien een steen den
weg verspert d wil geen der schapen verder, maar
alfi gij een d lam neemt en ihet over d<m steen
heenzet» zal eerst het moederschaap en dan zullen
al de anderfen er overheen springen en zoo den
stal bereiken. Zoo heeft de Heer hier 'gedaan: Hij
heeft het schu'delooze lam genomen, het over den
steen heengeaet en het doen komen in Zijn Vader
huis..
Gij ziet het niet meer, maar Hij wil dat de moe
der, de vader en al de anderen het volgen zullen,"
en nu hief zij de oogen en, handen ten hemel enbad:
OHeer, onze God!! lead deze verdoolde scha
pen naar den &ta^ Leid ze Heer, en breng ze
tot U!" 1
Uitgeput m vermoeienis en aandoening viel de
spreekster 'in Wheeler's (armen en moest paar
zijn huis gedragen worden.
Op het graf verrees een kruis mek de woorden:
„Ter herinnering aan AnnaWheeler.
„Jezus stelde een kind in (hun midden."
En hare nagedachtenis bleek 'velen van die aon-
daren ten zegen zijn geweest.
De berichtgever yan het Handelsblad vertelt het
een en ander van de ramp die Marken heeft gtrof-
fh:
Als onze sleepboot meer en meer het 'eiland na
dert, dat aan het oostelijk eind zijn vuurtorentje
draagt, zien wij de scheepsmasten dronken tegen en
door elkander staan; en als we makkelijk het ha -
ventje zijn binnengevaren, liggen daar schots en
scheef de bruine rompen der botters tegen elkan
der. Uit sommige schepen zijn heele stukken weg
geslagen. Enkele schuiten zitten boven op de rem -
mingen en een eeryan was deels aangedrukt tegen
een huisje aan den haven, dat bijkans was bezwe
ken onder dien Hruk. Heit huisraad is in de wonink
jes kapot gedrukt, allee is nat gespoeld. Van het
huis van de weduwe Roos, een flink steenen ge
bouw, is niets meer over. De schade op het eiland
wordt geschat op f 50Ü.000. Maar wie zal het juiste
bedrag kunnen taxeer en? Dat gaat immers nu nog
niet ii an. En wie zal al die verdronken, die wegga-
spoelde antiquiteiten op de Juiste waarde kunnen
schatten, al die mooie, eeuwenoude dingen, 1 'die
overgingen van de eene generatie op de andere; die
de glorie uitmaakten van menige "huismoeder op
Marken.
Drie bakkerijen zijn op het eiland uit eikaar ge
slagen. Gist was niet meer aanwezig. Amsterdam
had duizend brooden gezonden.
De Ke-kbuurt is haast niets dan een puinhoop
geworden, een puinhoop van stroo en beddegoid en
planken en huisraad, allerlei huisraad. Naast el -
kander zijn drie huisjes in'elkaar gev'aller
„'8 Nacht om drie uur," vertelt een oude vis-
scher die in de mine woelt naar kleeren, „om 3
uur is het .geleurd; teen zijn ze rr alle diie aam-
gegaan enomvier uur ook bet huis van Jan Sc bou
te, dat even verder stond. De vrouw van Klaais
Kaas was niet thuis, omdat haar man op zee voer.
Haar huisje was onbewoond; ze was in huis bij
Jan Kes en z"n vrouw en toen ze niet meer vluchten
kon doorket hocgewater, hebben ze haar een 'touw
toegesmeten en zoo is ze is het huis getrokken en
door de woedende branding (gehaald in een buur
huis, waar ze over de onderdeur 'werël binnenge
sleept en n?et het huisgetün in doorweeekte kleeren
den heelen nacht op zolder heeft gezeteen, wach -
tand maar of het Jvater ook verder zou komen, be
vend hij elke nieuwe windvlaag. Vrouw Kaas was
zöö ellendig geweest haar man op zee, haar huis
je weg, allee weg. Maar och", voegde de man er
bij, vol berusting, „als Je 'i lijf er nog maar af -
brengt, niets dan 't nakende leven, dan moet Je,maar
niet morren."
In den Breihoek stonden naast een klamp hooi,
die elders was opgeheven idoor den vliegenden
storm en hier neergepoot, twee mannen, twee stoere
kerels met verharde trékken. Mannen van in de
veertig. Za zagen ons komen. Jan en Jaap Teerhuis,
en een van hen wees naar een ineengestort huis.
""-„Daar i« moeder verdronken," 'zei 'hij met harde
stem, en do ander voegde er aan toe: „Ze lag on
der depuinhoopen. We hebben haar er onder van
daan gehaald. Was ze maar op' zolder gegaan, dan
had ze misschien het leven tnog wel gehouden
misschien."
Dan gaan we weg uit den Breihoek, waar negen
huisjes vielen; waar de kostelijke 'en zoo kostbare
netten verscheurd en vernield zoo maar langs den
weg liggen En we gaan op weg naar de Moenes -
werf, het meest oostelijk (gelegen gehucht van
Marken. Uit de verte zien we, hoe een huis van zijn
voetstuk is gerukt en weggeschoven of weggedre
ven is, wel honderd meter ver het land in. Het staat
er nu, on een der zijkanten neergesmakt, eenzaam
midden in het klaterende nat als een korte vierkan
te toren. Klaas de Waard heeft er eens ingewoond
enmetzijn gedn, z'n vrouw en twee kleine kinderen,
is hij in het water omgekomen.
Hethuis daarnaast hangt scheef, zoo scheef dat
het is, alsof het elk oogemblik zal instorten.
,,'k Zie dat voor het eerst," zegt Piet Hes, de
visscher die de verslaggever vaart, maar hij weet
toch te vertellen, wat a"e dorpelingen weten, dat
de bewoner, met twee kinderen bij zich, en hoe
weet niemand, uit het raampje (zich had laten zak
ken en toen langs een kroonlijst van niet meer dan
nen decimeter breedte, Zijn kinderen in veiligheid
had gebracht. De man was toen dene levnagvaar -
lijkn wg teruggeklomnieh om zijn vrouw te halen,
maar die was, misschien bij een poging om zich
zelf te redden, in het ziedende water gestoft. En
haar lijk werdd en volgenden dag aan den voet
van, haar huisje opgehaald.
„En daar," wijst Piet Visser, en hij doelt op de
Groote Werf, „daar zijn drie kinderen van Stower
om het leven gekomen, ldrie meisjes, die er samen
woonden met een broer, die voor de weesjes zorgde
Het water is in hun huisje gestegen en heeft ze
inbedbereikt. Toen men de kinderen bereikte, lagen
ze in elkanders armen. In hun doodsangst hebben ze
troost lij elkaar gezocht
God,.het is alles zoo verschrikkelijk, wat we hoo
ren; hét is zoo afgrijselijk, wat we (zien: puinhoop
aan puinhoop; huisjes met kapotgeslagen muren,
afgerukte daken, ingevreten schuttingen; men
schen, die op een hoopje samen stonden, verbijsterd
nog van de materieele ellende, 'geknakt door 'het
verdriet, nu ze alles verloren, wat hun lief'was,
liever dan hun, zeiven.
Ja, zeven menschen hadden op dit punt het leven
moeten laten. Cornelis Zeelman met vrouw en drie
kindereen; da oude Jufrouw Visser en de weduwe De
Graaf.
Zeeman woonde met zijn gezin in het Armenhuis,
dat in elkaar is gezakt alB een luchtig kaartenhuisje.
Zijn 'lijk, dat van zijn vrouw en van twee kinderen
werden gevonden; men zocht nog naar dat van bet
derde kind.
Vijftig huisjes liggen verbrijzeld op het wereld
vermaarde Zuiderzee-eiland....
't Is Zondag. Maar op Marken heeft vandaag de
doodkistenmaker geen rustdag. In zijn werkplaats
staat bij te schaven, te spijkeren.... zestien dooden,
zestien slachtoffers, van déze noodlottige gebeurtenis
moeten worden begraven. En nog zijn alle lijken
niet gevonden.'
OM RANSDORP
De toestand in Ransdorp is allertreurigst.
Zondagmorgen is het laatste vee uit de boerderijen
gehaald. Het vee dat nog op stal 'stond 'werd naar
de kerk gedrevende eenige droge plek in het
dorp. Met vletten en sloepen, pramen en schuiten
kwam men van Schellingwoude af oml' menschen en
dieren weg te voeren. Van alle zijden kwam de hulp.
De Stoomvaartmaatschappij „Nederland" had zes
groote sloepen, ter beschikking gesteld die bemand
werden met de jonge mannen van de Zeevaartschool.
De stoomvaartmaatschappij „Oceaan" stond oen
paar stoomsloepjes af, de heeren Lens gaven alle
vletten die rij op hun werf hadden in gébruik. En
afgeladen, dan eens met menschen, dan weer met
dieren, kwamen al die vaartuigen terug.
Vanmorgen nog moest een oude boer met geweld
van den zolder weggehaald worden. Hij zat daar
naast zijn ziekelijke vrouw, te midden Van zijn
vee. Neen, bij kon, hij wilde niet weg van het huisje
dat hij met noesten vlijt, steen voor steen, had op
gebouwd. Het vee, zijn eigen vee, dat hij had zien
opgroeien» mocht niet van hem weg... Toen hebben
de soldaten, de jonge kerels, Voor het eerst mis -
sohlen een vaag besef krijgend van menschen!eed,
dan koppig weerstrevenden boer opgeDomen en liecn
in hun praam getild. Zachtkens omvatten zij de oudé
vrouw om ook haar naar een plek te voeren, vei
liger dan Lctateunende,e krakende, door golvenvloed
gebeukt huisje. Maar beneden nog, 'in het bootje,
strekte de arme vrouw haar bevende handen uit
als wilde zij bqt wankeleIgebouwtje niet zich voeren
Angstig loeiend stonden voor de kerk 'nog een 4 a
500 koeien bijeen. In het kerkgebouw zelf, ja, 'tus-
schen de banken etondhetvee. Zie hier, een paar
koeien die zoo juist gekalfd hebben. De dieren zak-
keu door hun knieën, durven niet meer in de mod
der gaan liggen, totdat ze niet meer kunnen en er
bij neervallen. Ginds in een hoek liggen de jonge
■talveren. Per schuit werden 'de 'dieren ten slotte
weggevoerd, er is gewerkt van den vroegen mor
gen'tot den,laten avond.
Door de stijging,van het water in den nacht van
Zaterdag op Zondag was er voor de menschen, die
in hun woningen waren gebleven, een ware noodtoe
stand ingetreden, en op allerlei wijzen werden ze ge
red, Tal van. moedige en opofferende daden zijn
daarbij verricht. Er zijn uren doorgebracht om
nooit te vergeten.
OM N1JKERK v
is de toestand ook allertreurigst. Alle landen zijn
rondom overstroomd.'In de straten en huizen van de
stad stond het inkorten tijd zoo hoog'dat de bewo
ners naar zolders of bovenverdiepingen moesten i
vluchten. Alle verkeer werd zoo goed mogelijk onder
houden door bootjes of wat als zoodanig kon dienst
doen.
Met militaire hulp zijn de menschen uit de afgele
gen Iioerderijen gered.
OM OOSTZAAN
staat alles blank, en deze watervlakte zette zSch
tot bij Zaandam voort. ZelfB is een gedeelte dezer
gemeente aan de Oostzijde reeds 'ontruimd, 'omdat
het water reeds in sommige huisjes en boerderijen
is doorgedrongen. 1
De heele Oostzanerpolder staat blank.) 1
UIT EDAM.
Men meldt ons uit Edam van Zondagmorgen 9 uur
Ondanks het kalme weer .is de zee hoog. Dienten
gevolge stroomt het water door de gaten weer
binnen en het is 3% meter hooger dan Zaterdag
avond. Met alle,macht wordt aan de binnendijken ge
werkt. Elk oogenblik wordt een doorbraak gevreesd.
De boeren gaan de polders ontruimen. Veel vee
wordt naar de Purmer en Beemster gebracht. In dé
Groote Kerk stonden 611 koeien. De Evung. 'Luth.
en Kath. kerken werden, ook ontruimd om vee te
bergen. De spoorbaan bij Oostzaan is doorgebroken.
De waterwegen van de stad naar Zeevang zijn door
een kistendam afgezet» De stad blijft daardoor aan
de Noord en Westzijde vrij. De toestand te Volen-
rlam ia nog treurig.Somimige kleine huisjes lellen 20
vluchtelingen. Alle regenbakken zijn door het zee
water bedorven. Daardoor'is er gebrek aan drink
water.
Bij Monnikendam zijn twaalf lijken van Markers
aangespoeld; onder ben een man met een kind in
zijn armen.
Een later bericht uit Edam:
De Nakkerpolder is ondergeloopen, de bevolking
is in de kerk te Monnikendam ondergebracht,
Uit Purmer end hebben Itwee veebooten in het
Noord-Hollandschh Kanaal 10.000 koeien, uit
den Puremr en Purmerend, en bestemd voor Amster
dam, gelaan. Het zuielijk eel van Purmeren is on-
Apy\l nnnon
GEBREK AAN ZOETWATER.
In geheel Waterland heerscht thans groot gebrek
drinkwater. Regentonnen en vergaarbakken zijn,
alje ondergeloopen. zoodat men de bewoners van el
ders moet voorzien van drinkwater. Gisteremiddag
reeds werd vanwege de Amsterdamsche Gemeente-
waterleiding een onderzoek tor plaatse ingesteld tot
het treffen van maatregelen om in den nood te voor
zoen.
UIT EEMLAND,
Hier is h 'et grootste gevaar geweken. Het gat is
hier door militairen gedicht. De dorpen Hoogland,
Bunschoten en Spakenburg hebben het meest geleder
Te Hoogland zijn een oude man en een jongen vcr-
sfironken bij het redden yanivee.' i
H. M. DE KONINGIN.
Onze Koningin heeft het Paleis op den Dam ter
beschikking gesteld van den Ameterdamschen burge
meester voor het onderbrengen der van hun woning
beroofden. De vereeniging de Arbeiderswoning
stelde 70 woningen beschikbaar.
AMSTERDAM \EESTALL1NG.
Het lijkt een druk bezochte veemarkt, 'aan den
Galgenweg, naast het Tolhuis, een beestenmarkt
waar boeren en soldaten bezoekers zijn. Voortdurend
worden nieuwe troepen aangevoerd van het noorden
en per stoomboot, afgezet naar de stad. Wanth'bin
nen de stelling Amsterdam wordt het vee geborgen,
dat gered isdoorhun eigenaren, die nu, in wie weet
boe langen tijd, geen stalling hebben voor hunne
beesten.
Enhetitrof juist zoo goed, dat de militaire verple-
gingBcommieeie precies gereed was met hare plannen
inzake de inundatie, waarbij is vasitgesteld, dat'in dit
geval 4 a 5000 stuks vee binuen de stelling moet
worden, gesteld met het oog op de melk- en vleesch-
voorziening.
Door des» commissie wera een groot aantal stal
len in Amsterdam, Bloten en andere omliggende plaat
sen aangewezen, waar de beesten moeten worden on
dergebracht.
Blijkens de inlichtingen, die wij 'tot Zondagavond
aan het Tolhuis inwonnen, heeft de militaire verple-
gingscommisaie sedert 'hét begin van den waiters -
nood ciFra 3000 stuks vee behandeld. Stelt men de
koeiin dooreen gcreknul op een waide van 300 gul-