Schager Courant.
Verzekering-M". „West-Friesland",
ATTENTIE!
Anna Pauiowna en Breezand
Zijn systeem.
Zaterdag 22 januari 1916.
DERDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
Gemengd Nieuws.
0. KUILMAN, L F. Th. KOELMAN.
Binnenlandsch Nieuws.
59sle Jaargang No. 5732.
ut
VERZEKERT
AKNA PAUL0WNA.
-- noordscharwoude.
.- noordscharwoude.
Beleefd verzoeken wij aan
onze abonné's te
ons niededeeling te doen van
kun tijdelijk nieuwe adres.
Wij zullen dan gaarne de
Courant daarheen zenden.
DE U1TG.
„WEDUWNAAR".
Het gebeurde heel zelden, det de eerste Ipost 's
morgen» ietsvoorh em bracht. Maar dien ochtend
van zoo lang geleden stond Dnk nog glashelder
voor den gee-L 'loen er aan de trap, {die naar twee
hoogloidde, waar hij met Mien woonde, werd geroe
pen.
Meneer Slamans. Slamans. Een brief voor je.
Na al diejaren klonk de schelle, harde stem van
beneden-buurvrouw hem nog in de ooren.
Met iets ontdaan beverigs ging hij de trap af.
't Was van zijn zwager Hendriks den zaakwaar
nemer. Een paar regels. Dat-ie hem even spreken
moest, 't Was dringend. Dirk haalde de schouders
op... Frommelde Ihet briefje in zijn zak.
Boven in de woonkamer lag zijn arme Mien te hij
gen. Telkens hoestend. Zij zwoegde naar adem. En
Dirk hield zich taai. Zou haar nooit hebben laten
merken, hoe bang hem maakte ,<de gedachte, dat zij
haar zouden wegdragen. Schoon hij best ,wist, dat
het ongeluk al nader en nader kwam....
Wat was 't? vroeg de teringlijdater.
Hij begon zijn pijp op te steken, waarmee gewoon
lijk een beele tijd gemoeid was. En nu 'duurde helt
extra lang.
He? zei hij eindelijk, wat had JeT?
Was daar niet de post? vroeg de magere, bleekt
vrouw met de heesche stem.
Maar de tabakspijp weigerde weer. Dirk moest 'n
nieuwe stoppen.
Eindelijk iwas-ie klaar.
Watizei-je? vroeg hij.
Ze wist al haast niet meer. Sloot ln doodelijk-af-
gemat zijn de oogeu.
Hij schudde het bedddkussen op, dat achter haar
hoofd lag, in den armstoel.
Een circulaire, zei hij, van ,een of ander ma
gazijn. Ze lijken wel gek.... Verbeelden zich zeker,
dat 't erbijons aan zit... 1
Zetrachtte te glimlachen. Dacht niet meer aan
höt geval, j,
Een paar uren laterz at hij bij zwager Dirks op 't
kantoor. 1 f
Zie-je, Jongen, zei zwager 't is in Je eigen
belang dat ik je geschreven heb. We weten wel, dat
Mien hard ziek is. Er kunnen wonderen gebeuren
Je kunt njet wéten....
'Och, kerel, stoof de ander op, ze wordt met
den dag zieker. Wat lig je nou te zaniken. Mot-je
me daarom uit [mijn werk halen?
Wijzijn allen sterfelijk, zei zwager-praktizijn,
op den zalvenden toon, die hij kon aannemen
ziek of gezond, dat is hetzelfde. Maar een mens oh
dient zijn I voorzorgen te nemen. Dat is mijn principe
Nou (en verder?
Verder? Mien heeft bij 'jullie huwelijk een
duiije meegebracht, 't Was niet veel, maar toch
iets. Jelui zijn met huwelijksche voorwaarden ge
trouwd, zooals vader zaliger wenschte, weet-je. Als
Mien koqat te vallenerf Je geen steekj geen zier, geen
cent. Weet dat wel. Mits dat er 'n testament is. Een
deugdelijk testament. Dat doet toch iedereen. Dat is
plicht. Dirk. Wat ik bedoel, dat is dat jelui allebei
oen testament moeten maken-in den vorm optiima
forma. Ik ben bereid voor alles te zorgen. Notaris
van Delden is 'n oude vriend. Voor mijn moeite be
reken ik, dat snap Je, he? een sohijntje. Een minu-
mum.Eenkleinigheid 'daarvan niet Laat dat nou
aan mij over, Dirk, 'en later zul je me er dankbaar
voor zijn. Geef ma nou maar even precies op de da
tums van geboorte en zoo meer. Dan is 'het in een
half uur afgeloopen. Je geeft mij, ziedaar.... den
lapje van veertig. En ik zorg voor allee. Notaris,
akte, getuigen inbegrepen. Mooer kan t toch niet,
zou "k zoo zeggen.
Dirk'dacht even (na.
Draaide z'n dikke duimpunt om-en-om.
Keek eens naar deftig zwagertje, dat zoo behaag
lijk leunde in z'n stoel
Ik zal er over denken, zei Dirk. En tegelijk
stond hij op. I
Denken? vroeg praktizijn-zwager zeer verbaadd
i ben-Je mij dan niet erkentelijk voor mijn voorste
Wat heb ik anders dan (jouw belang op het oog?
Maar Dirk had de deurknop ai in de hand.
Ik wil je groeten, ,riep hij den ander toe.
Envoordat praktizijn een woord kon zeggen, was
hij de trap af, de straat op.
Dien avond zat hij bij het bed van naar adem-
snakkende, hijgende Mien.
Terwijl de smarttranen hem langs de wangen
dropen.
Hij dacht na. Wat Mien d? ziekte hem gekost
had. Eerst het sanatorium. Hij had gewild, dat zfe
goed, echt-goed teou hebben. Tweede klasse... Een
hand vol geld. De weken, dat ze tweg was, hadden
hem een eeuwigheid geduimd. 'Toen haid Dirk elen
brief gekregen van den geneesheer-directeur van
het saaa'Tium. Dat het beter was, 'zijn vrouw maar
thuis te la en komn. De kuur scheen voor haar wei
nig goedstei,eloven.
Hij bereep bet wel. En 't besef klemde hem de
keel toe. Maar toch ging hij naar den dokter, dia
Mien behandeld had.
En gaf hem 't schritven "an sanatorium-directeur
Bespeurde den weemoed, het medelijden op het
gelaat van dokter.
Zegt u het maar direct, riep Dirk uit, er
is niks aan te doen. En de .'zware, boakerige kerel
zat te snikken als een kind.t
Dokter wist niet wat te zeggen.
Je moet niet dadelijk het ergste denken, Snute
ze| medicus er zijn gevallen waarin op wonderlij
ke wijze verbetering tijdelijk, Isoms zelfs voor
geru imen tijd is ingetreden. De wetenschap doet tel
kens nieuwe ontdekkingen. Moed (houden, man.
En in mooie opwelling van menschelijk mee-ge-
voelen stak dokter hem de hand 'toe.
Die hij greep. En waar dikke., warme tranen op
drupten. 1
1 Want Dirk hield echt hield zielsveel van zijn
vrouw.
Aan dit allee dacht Dirk, zittend (dien avond bij
het bed van de teringlijdster.
Al het geldja, dat zij had meeeebracht, was gaan-
dev eg verdwenen. Hij had met kwistige, gultel hand
uitgegeven. Wanneer een vleugje van beterschap
kwam, dan was hij voor Mion tot over de grenzen
van het verkwistende been.
Nu was alles op.
Hij glimlachte door zijn tranen heen over
zwagers voorstel van testament te maken.
Legde eene hand op het klamme Ivoorhoofd van
de phtysioa.
En voelde de zware smart in zijn hart groeien.
Aan het eind van de tafel, in een hoekje, hetgrauw
envermageitle hoofd op een hund leunend, zat een
week of wat later de weduwnaar van Mien in den
faniilierai d. Ilij hoorde niet naai wat er gepraat
word. 't Kon hem niet schelen. Hij dacht slechts a»n
devrouw met de kinderoogec, het gelaat van de
.j&chto, goedige trekken, die neui ontiukt «as.
Maar er was eeu, die tegen zn arm duwde,
inrk, zei schoonzuster, luister nu toch even.
De familieraad werd gepresideerd door zwager
jiractirijn, idm scherp-sireugen Wik van zijn koud-
grijze pogen op weduwnaar .richtend.
Tja, zei praotizijn onder de.papierec door
Jou overlegd Is niets... Absoluut niets, waaruit valt
op te maken, dat het persoonlijk fortuin van wijlen
onze dierbare zuster Hermina is besteed louter en al
leen voor verpleging van de zieke. Dat zal onze zwag
ger Dirk öiiiits dus hebben waar te maken.
Een pijnlijke drukkende stilte volgde
Er waren een paar hoofden, die knikten met hoog
en zeer veroniw aaidigd opgetrokken wenkb.auw. n.
Kunt u dat? zwager? vroeg praktizijn.
Maar Dirk zat op zijn arm te leunen. Ver vanal
wat daar gesproken wetd.
Kunt u dat? Herbaalde praktizijn, nu sprekend
met een stemgeluid, dat de kamer vuide.
Dirk schrok op.' i
Wat? Wat wil Je van mij? vroeg hij.
Verantwoording der gelden 'behoorend tot het
persoonlijk eigendom van wijlen, onze dierbare zuster
Hermina, zei praktizijn.
't Is gemakkelijk, vervolgde hij, 'zich sterk ge
voelend door de sympathie van de omringende fan.ilie
blijkbaar, naar zijn peroratie uitgaand,! 't Is ge
makkelijk genoeg om hier den bedroefden weduw
naar uit te Langen. Maar iets anders is, om eer-
'ijk te voraatwooiden. Eerlijk, hoort U dat, meneer
Dirk.Sniite?
De> 6 ti enge oog en, van practizijn fonkelden ach ter
de briliêgluzen.
Maar hij kwam niet verder. Want een karaf, te
gen mogelijke zenuwberoering gezet op de met
groen laken bekleede 'tafel, zweefde door de lucht
van kamer waar „familieraad" werd gehouden.
Scherven kletterd en.
Er werd gegild, i
De twee mannen de praktizijn en de weduw
naar worstelden. Een diep verontwaardigde! oom,
die het niet langer kon aanzien, ging assistentie
halen. w
Men, heeft ook ender de leden der zjg. staande ma
gistratuur mannen van streng-stroeve opvatting.
En de Edelachtbaren, die over het geval van een
armen, bedroefden weduwnaar, Dirk Smits, 'had te
oordeelen ter berechting; behoorde tot die categorie.
Maar tot zijn goede en groote eer mag ik boestaven,
dat .Ed.Achtbare dit geval heeft gedeponeerd.
MAITRE CORBEAü. 1
(Overgenomen uit De Telegraaf.)
„O got, hij begint weer."
Met 'n schrik richtte tante Truus zich half op uit
'r wreed beeinden slaap én knipperoogeud zag ze
toe naar het vreesdijke, dat gebeuren ging.
Naast 'r, in 't echtelijke ledikant, verrees snuivend,
met spartelingen geproest als 'n zeehond, die boveft
komt, manlief, z'n gezicht verwrongen, of er 'n snel
trein over 'm heen "was gegaan. HJi stiet drie ver
vaarlijke ademtochten uit, bracht dan 'bliksemsnel
zijn rechterhand' onder z'n linkerknie, krabde daartiie
't naastbij-gelegen oor, onderwijl met z'n linkerhand
(bovempij) 'zoo hoog mogelijk over z'n rug wrijvend,
waar overigens niets zat. Dit geschied zijnde,
haakte, wrong, wroette-ie zich uit die hachelijke po
sitie lo8,ten einde eal het dek met zich trekkend,
staande, 'n verwoeden uitval naar z'n rechterkuit te
doen daarbij met, de vrijgebleven hand energiek acht
ter in z'n hals knijpend. Vervolgens met 'n vervaarlij
ken sprong,welke tante storm-schepig deed voeren,
ledikant en nam daar 'n stand aan, welke alle be
schrijving tebovenging.
George, kreet 'tante ontzet.
Doch George, met luisterend, in 'n soort extase,
trachtte, 't linkerbeen gestrekt, 't bovenlijf achter
waarts, z'n rechter grooten toon te pakken te krijgen
Deze pogingen,hoe 'hardnekkig ook voortgezet, faal
den jammerlijk. George zuchtte, zwoegde alsf'n karre
paard en z'n gewrichten knapten, of-ie opgevouwen
werd. „Pas op", waarschuwde tante nog, die 't zag
aankomen. Maar, te 'laat. Manlief, met 'n laatsten
greep naar 't niet te bereiken lichaamsdeel, kantelde
onweerhoudbaar om en kwam met al z'n zwaar ten ea
zwellingen op 'n loeren ligstoel neer, welk meubel
luidkrakend, protesteerde en zich ten deele begaf.
'k vHeb (het wel gezegd, triumfeerde Truus,
schuil achter 'r kussen, want ze vertrouwde George
den laatsten tijdniet te best. Dat komt er van,.
't Heeft me toch goed gedaan, blGies George te vree
tusschen de ruinen van 't gemaikkelijke meubel.
Den stoel niet, debatteerde Truus durvig. Maar,
m'n hemel, man, wat beteekent dat allemaal? Moet
dat nog langer aanzien? Dat duurt al drie dagen, 'k
Zal den dokter laten komen?.
Dat is mijn systeem, Truus, lichtte George nu in,
niet zonder trots. Ik ben nog aan het verbeteren.
Maarwacht maar. Ik zal bekend worden, kind!. Be
denk eens: dertig jaar op den kantoorstoel geaefcen.
M'n spieren vragen om ontspanning. Hoorde je ze
daarnet kraken? Dat was uit dankbaarheid.
,Hoe kom je toch aan dien onzin? vroeg Truus,
nog naar bet dek grabbelend, want zelfs 'r teenen
lagen bloot
Onzin? deed George verontwaardigd, en hij
kwam moeilijk overeind, waarbij de stoelresten klet
terend om m heen vielen, ,,'k Heb 't van Ver
meulen. Maar ik verbeter 't, zie je?
Ja, ja, 'zuchtte Truus. Dat is' het gevolg, alsje
met slechte vrienden verkeert. i
Kijk, vervolgde George, die niet luisterde. Dat
is look 'n pracht-beweging. Je wordt er zoo gezond
van. En... 't kost niets.
Meteen stak-ie, 'z'n beenen won 'erlijk verdraaid,
bei z'n armen uit Hij had 'echter niet gedacht aan
de hanglamp, 't Ding kwam in heftige schommeling,
de kap bleek gebarsten en het sousje hing nog
aan een vel. 1
't Kost niets, jammerde tank haast satanisch.
Maar gauw hield ze T 'mond. George kon zoo
vreemd doen de laatste week.
Tante Truus, die ze zoo roemden «m 'r gemoede
lijkheid, ook was ze voor juffrouw te deftig,
maar voor mevrouw weer van te eenvoudigen kom-a
af had er al 'n vriendin en nog 'n kennis in "ge
haald. Dat loopt mis met 'm, schudde ze meewarig
't hoofd, ,,'t Is t»ij 'm naar boven geslagen. Hij, mej.
z'n systeem. Kom ik verlejen onverwachts op de ka
mer en staat-ie me daar, zooals de goeie god 'm ge
schapen heeft z'n eigen te wrijven van rechts
naar links, van links naar rechts, dat-ie d'r bloedrood
van ziet En hij sa steekt z'n hoofd tusschen z'n bee
nen door en kijkt me aan, of 't zoo hoort Ik vraag
ij, is dat 'n manier voor 'n fatsoendelijk man
Net mensch aait zn eigen niet zoo. En eergist*?,
waarachies, Ipakt-ie me opeens beet en gooit me op
de kanapee. Wat zelle we nou hebben denk
„Hallo" roep "k. „Help". Maar hij knijpt me, dat
'k blauw zie en hij keert 'me nm en nogus om en
nog us om, dat 'k niet meer weet, 'waar 'k ben.
„Adem halen", roept-ie. „Diep. Met 't middenrif.
Massage, 't Doet me goed. En Jou Spieren, spieren".
Heusch.hij wordt gevaarlijk, 'k Haal d'r 'n verple
ger bij of anders, in 's hemeLnaam, moet-k maar
naar 't geetieht. M'n leven is me te lief. Dat bearijp
De vriendin en de kennis, knikkend en met oogen
als stuiters, stemden volkomen met 'r in, drukten
'r mee'ljdend de hand. 'n Toostend. Getrouwd-zijn
wan 'toch maar riet alle»,1 vernield.
Iante bad «ver 'n /.«aren dag gehad. George weid Men kan desUM aL> L. f «aio in diie dealen \eiuoo-
o,ik een spier, wat 'tleven in Luis ondraaglijk maakie ham. ie. Kot gtueelte eeirgcu op ae lonavong lubsoneu
Hij ging te keer ais 'n geweldenaar, gooide van louter Puikieijoraeci tu ja hfcvtakoui .uagan, oe»end door
energie allee onderstboven. Hij liep niet meer de den ~9esïag vao 2,Aug. 1665 tusschen dd Hollanders e
Ifspv 'i op, ïaear sprong, gemzig. Hij kwam de deur e» Engbischca. Dit gedeelte is circa ïft .kilometer
niet bb.'ien, doch stiet die open, uit 't scharnier, lang ec kilometer breed en een dicht bebouwde
Hij drukte ie„ and niet de hand, maar kraakte die. streek, met tal y» krj»-kras loopende nauwe steog-
Hij plofte op 'n stoel, al z'h uigaren kneep-ie lek eh
als-ie 'n kopje aanvaite, was 't ding reddeloos ver
loren. 't Bovenhuis leek 'n kampplaats. Botsing op
botsing verontrustte den vrede der "binnenkamers.
George week voor geen hindernis meer.'dns sprong
over allee heen, voetbankjes en verdere versnerring,
D'r i kwamen ongelukken van, ongelukken.
Nu, eindelijk sliep Truus na dien vreeselijken
schrik van na den eten. Ze zat rustig aan 'r eerste
kop thee, toen Ti luide kreet van boven 'r haastig
deed opspringen en met bonzend "hart de trap op
vliegen. Opde slaapkamer vond re 'r man in 'n hope-
looae positie. Die toch, rompzwaaiend, handen in de
dij en knieën gebogen, had zich in *n knoop gedraaid,
waar-ie niet meer uit kon. „Naar welken kant moet
'k r.u? vroeg-ie angstig en de aren op z'n voorhoofd
zwollen onrustbarend. Truus, kordaat, had 'm dadelijk
aangepakt, 'r Handen werkten als schroevendraaiers
en zoo was-ie «eer min of meer in z'n fatsoen ge
raakt. Maar daarna had ze 'n soort appelflauwte ger
kregen. Steide je dan ook eens voor, dat ze derest
van 'r leven had moeten slijten, met man als a.
verwrongen vaatdoek.
Ze sliep. Ook manlief. Althans, dat soheen zoo. De
maan scheen binnen. Poézie.
Onrustig bewoog zich 'Truus. Droomde ze? Of had
z© n voorgevoel?? O, was ze maar geheel ontwaakt.
Want...
Zachtjesdook George op van ondier 't laken. Hij
luisterde. Nee, 't was veilig. Truus ademde zwaar.
Haast jongeling-achtig hipte-ie over de vreugd-zijns-
lovens en op z'n, bloote voeten, in hoogst luchtig ge
waad, stona-ie nu voor 't geopende balkonraam den
zwoel-geurigen zomernacht in te ademen. Regelmatig
met telkens tellen' van een tot drie, vulde en leegde-i
ie z'n longen, alsof daar z'n operste heil van afhing.
Toch was 'm dit nog geen „systeelm" genoeg: hij
trad naar buiten. En daar, niettegenstaande "de ro
mantiek van de maan, de glimmende daken, 't serin-
gen-gewuif en de oog-gloefiende katten, zétte-ie zich
opnieuw aan z'n gymnastische taak. Als 'n gezwollen
ooievaar stapte-ie' rond, telkens de armen strekkend,
of-ie aan 't klapwieken ging. Daarbij kwam-ie echter
in botsing met drooglijnen waaraan sokken bungeldea
en ander klein-gewasch, En toen-ie dan 't derde kou
senpaar vanz'n vrouw tegen den grond had ge-veld-
slagd, werd 't 'm op. z'n plat te benauwd en hij
steeg hoogër.Langs de wegen van 'n eenjgszins ver
welkten windstoot, "waarin Truus' rol-ronde rug 'n
onverwoestelijke deuk had gedrukt, beklom-ie 't dak
zftjns naasten buurmans en daar had z'n ruimte-lie-
vendheid vrij spel. 'n Veld van platte daken strekte
lich voor 'm uit en hij maakte 'n wandeling van
rond tien minuut. Dan, den arm stuttend op 'n
schoorsteenpijp, 't hoofd gericht met den windwij-
wijzer, rol-bewoog-ie z'n eene been, dat de kiezeltjes
naar allen kant vlogen. Tevens zwaaide-ie z'n linker
arm als ?'n molenwiek, zoodat-ie l'n zeer levendig
effect maakte. Achter verscheidene ramen tuurden
dan' ook reeds late gezichten. Ergenö richtte zich 'n
tuinspuit enook 'n buks, veiligheidshalve, werd gela
den. Carnègie-vredig echter wapperde 't hemd van
George en dit weerhield nog alle vijandelijkheid.
De maan, boven, begreep er niets van.
Met 'nschok ontwaakte Truus. Er gebeurde iets.
Dat wist, .voelde ze. Maar wat?
Ze tastte naast zich. Geen George. Ze riep, fluis
terde. Geen George. Ze tuurde. Keek. Geen Georg.
Ze zat nu recht-op. Wat had ze'daareven gehoord?
Geluiden van buiten? Nog wel vlak boven 'r hoofd.
Ze renden over het dak. Gesmoorde kreten. Gevloek.
Worsteling. „Truus"' -klonk 't. „Truus". Truus, met
'n sprong, «ras er uit. Maar ze kon zoo 't balkon niejt
op. Gauw, 'r kleeren. „Truus" klonk het weer,
maar nu verder. 'I Terrein van den strijd «erd ver
plaatst, rappe beenen kiezel-schopten elders. En toen
Truus eindelijk, 'r bloes achterste-voor aan, 'n hand
doek om 'r keel en 'r voeten in schuif sloffen, als 'n
schichtig veldhoen naar buiten stoof, zag ze niets
meer, was 't al gedaan. Maar den napraat hoorde
zö nog.
Zehebben'm. m.» f -
'n Gek.
'n Inbreker.'
'n jjchandalige vent. 'k Ken 'm wel. Hij staat
welus te"fluite. (Hij wou bij mij 't raam in 'k Zou "m.
Tante Truus, bijna in'onmacht, vergrootte de d'-uf
in den windstoel. Jaloezie/meelij, vrees, alles woeldfe
in *r tot 'n gestampte pot van tegenstrijdige gevoe
lens, |'t Oohtendkrieken vond 'r'nog op 't balkon.
Ja meneer de commissaris, dit is mijn man. En
al de buren kunnen t bevestigen. En hij is niet al
te best bij 't hoofd meer vanwege Zijn systeem.
Wat is dat? vroeg de politie-eommissaris, die
overigens iniet meertwijfelde aan de identiteit van
den zonderlingen George. I
- Dat is zoo en zoo en zoo, trachtte Truusuit te
leggen en ze "boog 'r rechterknie en ze wrong 'r
bovenlijf naar links'en ze verdraaide hals. dat ze
„au'riep.
Sn zoo en zoo en zoo, vervolgde George, en hij
brachtz'n teen naar zii mond en hij stak z'n hoofd'
onder z'n linkerarm en streek' met z'n neus over Z'n
rug en duwde z'n hiel tegen Z'n zij.
-r- Hm, sprak de commissaris nadenkend, Hi mag
ook wel oppassen, mevrouw. Enfin, oud u uw
man in het oog. Zoolang''t niet erger wordt. Nach'
sport op de daken echter, in zomercostuum, kan
niet toelaten.Laat 't bij delzen eenen keer bliiVen.
Wezenloos knikte Truus. En ze nam man mee,
wiers kleeren ze had meegebracht.
Ttuis keek ze-'m diep in de rogen.
Is 't nu uit, George? vToeg ze dringend.
Maar Je wordt er zoo sterk van, stribbelde Geor
ge nog tegen.
Waar dient dat voor? drong Truus aan.'Je hebt
nooit iets gemankeerd. En dood-gaan moeten we toet
allemaal.
Toen sprak George 't wijze woord, dat'ook Truus
moest overtuigen:
Lieve kind, zei-ie overhalend, maar vergeet
niet: met mijn systeem ga je gezond 't graf in.
Truus zag 'm aan, zweeg verder. Tegen zooveel
karakter-vastheid kon ze niet op. En daar ze be
greep, dat man en vrouw slechts 'gelukkig konden
zijn> oij'eensgezindheid van levensopvatting, rolde ze
'r romp naar links, terwijl ze met rechterhand na
'r kuit greep. George, een geluks-glans, stak'de linke
hand onder z'n rechterknie en krabbelde met z'n recl
ter duim aan z'n linkerteen. Dit was de inleiding tot
'n nieuwtijdperk van voorbeeldig huwelijk. Maar op
t balkon vertoonden, beiden zich zelden me r.
DE BRAND* TE BERGEN.
De berichtgever van de N. R. Ct., te Christiania
schrijft over de te Bergen plaatsgehad hebbende
brand nog de volgende bijzonderheden r'
Een ontzettende ratnph eeft gisteravond de oude
koopmansstad Bergen getroffen, een ramp, welke die
van Alesönd in 1901 m er treft. Het midden der sted
is in de asch gelegd, een -opervlakte van 500 bij 2f 0
meter,waarbij een gedeelte der oude st'd, een aental
groote hotels, een groot aantal der 'voornaa' ste
winkels, drie couranténbureaux on drie schol* n zi n
jes en snipjes, houten woonhuizen en pakhuizen, t
i'weede gedeelte is de bekende „'iyske ihiyggen",
liggend aan de nooideujke zijde van Vaagen, mei zijn
eeuwenoude houten pakhuizen, met Bergeuhusvesting
en als voorizeiung daarvan banavikem net ge gadeel
te der slad strekt zich uit van de vlschmarkt naar
en om het kleine Lungogaardswater; daar zijn gele
gen de domkerk, het siadnuis, het groote brandweer-
station, de voornaamste hotels ear restauraties, de
musea, en een groot aantal «inkieis, bij dit gedeeile
d r tad nun, oygaaid gaheeten, met het daaraan
grenzende groote stadspaik..
De brand ontstond in een 'der pahkuizen van een
ijzerhandel bij Muraimenningen, in het eerstgenoem
de gedeeite der stad; hier waren duizenden vaten
teer opgeslagen, zoodat het vuur onmiddellijk voed
sel vond en zich met ontzettende snelheid uithseiddo,
aangewakkerd door een sterken Noordoostenwind. De
vlammen sloegen van het eene pakhuis naar 't an
dere o\er, Zoodal weldra'theeie kwartier tot aan de
markt een vuurzee was, De overigens uitstekend geor-
ganiseeerde brandweer, met den f linken brandmeeste
Rolland aan net hoofd, stond machteloos tegenover
de 'iamp, wel werdeh onmiddellijk de drijvende
brandspuiten in werking gesteid, maar wat vermoch
ten zij tegen deze zee van vuur?
Inmiddels was de wind in kracht toegenomen, de
huizen brandden als 'lucifersdoosjes en de vlammen
baanden zich nu een weg in de richting van den nieu
wen schouwburg, die evenwel gespaard! is gebleven.
Tegen 9 nnr sprongen de vbupmen naar de overzijde
der breede markt over, en nu stond ook «-eldra dit
kwartier iniichtelaaie. De groote hotels Norge, Me-
tropole, Holdtg en Victoria, benevens drie scholen
en drie eoorantanbureaux, die van Bergens Tidend'e,
Bergens Aftecblad en Gule Tidende, werden weldra
een prooi der vlammen., terwijl de brand zich aan
weerszijden van hot kleine Lungogaardswater uit
breidde. In de onmiddellijke nabijheid daarvan is
ook het museum van kunst gelegen, 'dat gelukkig
is gespaard gebleven. Een oogenblik vreesde men
voor het spoorwegstation, maar vlak daarbij «erd
de brand bepeakt. l
In het gedeelte der stlad, dat platgebrand is, ston
den de meeste groote winkels en zaken; de schade be
dringt danook millioeneu. Men had daar de 'groote
zaken in koloniale waren, die die gehoede kust tot aan
Noordkaap voorzien; voorts Berstad's en Wallen-
dahl's groote winkels en magazijnen van ijzerwaren;
de boekwinkels van Beyer en Gjertsen, de groote ma
uufactuurwinkels van Zuckermann en ten slotte ook
Bergen'8 nieuwe telefooncentrale, de eerste automa
tische in 't land,'die eerstdaags in gebruik zou 'wor
den genomen. Het is wel treffend, dat Bergen door
deze ontzettende ramp wordt getroffen, juist in, een
tijd dat er in die stad zulke ontzettende sommen ver
diend zijn door reeders en kooplieden. Nog kort, gele
den wist men te vertellen dat Bergen honderd mil-
lionairs telde, terwijl de schade, die de stad nu lijdlt,
door sommigen op honderd millioen kronen wordt
geschat.
Door den brand zijn duizenden menschen dakloos
geworden, en dit wil wat zeggen in een stad als Ber
gen, waar reeds woninggebrek heerschte. De stad Sta-
vanger heeft onmiddellijk aan Bergen 'het voorstel
gedaan, om aan 4000 menschen een onderdak te be
zorgen.
ALKMAAR SPOORSTRAAf 68-
Werkgevers legen Ziekte* en Ongevallenschade van
Personeel en Eigenzakendrijvcnden voor zichzelf
DIRKCTTE
Bij J. H. 'Woudstra, Zandvaart, Breezand, is on
dergebracht een zeug, gered van een mesthoop achter
een boerderij aan den Kleiweg.
Bij M. van Eeten, Julianadorp, Koegras, zijn terug
te bekomen 13 kippen en 1 haan, gered van een drij
vende erwtenschelt in den. Oostpolaer.
MOND- EN KLAUWZEER.
Sedert de vorige opgave d.d. 12 Januari 19TB, wrerden
gevallen van mond- en klauwzeer geconstateerd
in Noord-Brabant: twee gevallen te Aarle-Rixtel en
één geval in elk der gemeenten Beek en Donk en Lies
hout;
in Limburg: óen geval in elk der gemeenten Ber
gen en Susteren.
AARDAPPELEN.
Aan de Rijkslandbouwleeraren in de verschillende
provinciën zal de opdracht worden gegeven, in over
leg met de landbouwvereenigingeu en met de Aardap
pel vereeniging, de voor verkoop beschikbare hoeveel
heid aardappelen te inventariseeren. Daarna zul wor
den overwogen, of de omstandigheden het toelaten, dat
van de -spoedig aan bederf onderhevige soorten onder
bepaalde voorwaarden eenige uitvoer zal kunnen wor
den toegestaan.
Bij publieke verpachting is d esluis alhier gepacht
door H. Tijhuis te Rijssen (O.) voor f 1100. Den vorigen
koer was pachter J. Bierman alhier voor f 700.
De heer P. Jonker, onderwijzer aan dé Openb. La
gere School alhier, komt voor op de voordracht voor
Hoofd der school te Koop op Texel.