MAGAZIJN VAN LANDBOUWWERKTUIGEN.
ie koop gevraagd,
van 4 tot 10 jaar. Direct aan te geven,
ooit per brief. Adres: IGESZ, Hotel
„Vredelust", Schagen.
is, Lanqeslraat 24
H. Jansen.
8 ten Schiidersknech!
J. SCHOORL Pz„ Kassier te Schagen.
De Holl. Sociëteit v. Levensverzekeringen
een vest Werkman,
40 of DO gezonde kippen
18®.
tons viltje.
Purmerender Loten
Pontsardappelen.
aan fli
aan
Openbare Uitvoering
Mottige Janus.
Een Molenaar,
B HEERENSTRAAT, SCHAGEN.
J. WIG LAMA.
ANGA
en Achterstraat 49
Hout. Hout.
Dienstbode.
hoest,
J. ZWART te Alkmaar
MAITRANK.
stroo.
Timmerlieden
A. van Twuijver
IS.
2 Timmerlieden
een partij Brandhout,
en Theeserviezen met decor of met gouddruk f 1.95
Koliiekannen
flinksoort
boekstellen met decor
Hop en schotels met decor
kantdeelen, achterdeelen,
schalen, hekschrooden, hek-
P™a, brug- schoelïnghout
,00r enz. enz.,
Credieten - Deposito's - Effecten - Coupons.
fl d v e r I e n ti n.
P. Bakker
T. Bakker-Krap
Pieter Hillegonds,
Julianadorp.
ts:
Let op adres
Zonder concurrentie.
Inlichtingen bij H. F. Morra, Heiloo.
een nette Dienstbode.
Staat ter dekking bij
DEKGELD f 15.- a contant.
door zeewater beschadigd
k 50 cent per stuk.
SCHAGEN.
12 zak late Blauwe
oirt The Jmirnale of the House of Commons"
5fp oer jaar 150 p. st. aan drukkosten vorderde. ,.Ts
7r eenig menschelijk wezen, zoo werd hem gevraagd.
SL die uitgave wenscht in te zien?" „Ik heb nooit
«nn "zoo iemand gehoord," was het antwoord. „Is u
noit om een exemplaar gevraagd?" „Ik zelf heb eens
een aangevraagd om te zien wat het eigenlijk was,
maar ik heb nooit gehoord dat een ander dat deed."
Zoo worden ook reusachtige blauwboeken gedrukt
die haast niemand in ziet. Zoo was er een blauwboek
de behandeling van rioolstoffen. De commissie
,,i jaren en bracht rapporten uit, die gezamenlijk
^293 bladzijden druks besloegen.
Het drukken van het rapport kostte 50.000 p. st
ne regeering zou dus zelf vrijwat bezuiniging in
het papierverbruik kunnen brengen, meent de Daily
MnnrrELVTTm BIJ AVOCOÜRT.
r»iiin Ross geeft in de Vossische Zeitung 'n boelen-
do beschrijving van een dag onder roffelvuur.
Ontman twee uur. Wc lagen met z'n tienen in het
vale ontzaglijk hooge vertrek van het kasteel. Tot
•Tor. de zoldering riekten de boogvensters, waarvan
degebroken ruiten gebrekkig met planken waren
toegestopt. De wind streek over den steenen vloer en
rukte aan de bouwvallige deur.
Tot aflossing naar het front.
De kameraden stonden zich reeds tusschen de stroo
legers aan te kleeden. Beneden stonden de paaren af
ge\Vjj 'rijden door den nacht. Als een witte band licht
de straat achter de bergen, grommen de stalen leeu
wen aan den horizont weerlicht het in snelle, zenuw
achtige trekkingen, Nu groeit het rollen en dreunen
aan tot het een wild, heesch keffen is van twee bees
ten die elkaar aanblazen. Dan wordt het weer zwak
ker en sterft weg tot weinige korte slagen, die zwaar
en bang sidderen in den nacht.
In de bivakken is reeds leven. Een veldkeuken
sproeit reeds roode vonken, daar staan al mannen
met de menageketels te wachten. Door de dorpsstraat
ratelt een kolonne, dan komen wij weer in het don
ker en de stilte. Men hoort slechts den hoefslag van
de paarden. Aan hst front stijgt een lichtkogel om
hoog, snel en zeker, staat dan een oogenblik sidde
rend en besluiteloos aan de lucht en daalt neer met
verbleekenden schijn.
Bij een wilde krater langs den weg worden de
paarden schichtig. Een paar paardenlijken liggen
aan den kant. Men heeft ze niet weg kunnen krijgen.
De weg ligt hier voortdurend onder hevig vuur, de
opgezwollen lijken zien er vormeloos uit in de mor
genschemering. Ongemerkt is het duister geweken,
vaal en vijandig komt de morgen.
Achter ons front staat bosch, stammen zonder tak
ken, versplinterd wit hout, eiken geknakt als struik
gewas; beneden in het dal is drassig grasland, zwart
van den omgewoelden moerasgrond.
De batterijen in de buurt zijn aan het werk om
de beschadigingen van gisteren te herstellen en nieu
we, steviger dekkingen te bouwen.
Het is betrekkelijk kalm. De Franschen schieten
slechts een paar brandgranaten. Honderd meter voor
de batterij ontploffen zij. Een leelijke vlam slaat uit,
roet, roodwalmend als van petroleum. Het kreupel
hout is nat van de dauw, het smeult een weinig
aan de voeten van de boomen, dan dooft de vlam uit.
De kanonniers werken rustig verder.
Tegen den middag wordt het vuur heviger. In snel-
1b volgorde komen de zware slagen tot ze een dreu
nend knallen versmelten. Om drie uur komt van een
batterij dicht achter de infanterlelinie, het telefo
nisch bericht, dat een dekking bedolven is. Ik ga er
met een paar man héén, maar zij hebben zich zelf
reeds geholpen als wij aankomen.
In de batterij zelf is niets gebeurd, Blechts van een
vooruitgeschoven stuk krijgt men geen bericht, de
telefoon is stukgeschoten.
De loopgraaf daarheen is gedeeltelijk reeds platge-
roffeld. Het vuur wordt weer heviger. Met gerekt ge
huil strijken_de granaten door de kale stammen van
het gehavende bosch. De lucht is vol huilen en suisen
Daar, vlakbij, die komt in de loopgraaf. Rechts ligt
een kleine gang; een instinctieven sprong. Het ge
dreun komt me eerst tot bewustzijn als de aardzo-
den op mij neervallen. Mijn hart is rustig. In het
eerste oogenblik heb ik een gevoel van berusting, dan
vlamt de levenswil weer op. Ik moet er uit voor de
aardlast te drukkend wordt Het gaat gemakkelijker
dan het schoon. In de verte kletteren nog aardklui
ten en splinters neer als de hoefslag van in de verte
galapeerende paarden. Drie meter verder ligt de
krater midden in de loopgraaf. Diep omgewoeld en
verbrand de aarde. De gassen slaan neer boven het
gat.
Daarnaast een gekreun. Daar ligt de reserve van
het voorste bataljon. Een man is half bedolven, twee
kameraden probeeren hem aan de armen er uit te
trekken. Spaden hier! Zwijgend en haastig graven
wij. De leem is zoo taai als klei, weer een gesuis, God
zij dank, die ging voorbij. „Zoo, nu snel in dek
king met hem".De man hangt als een klomp in
de armen van een ander,
Nu naar het stuk.
Ik loop door den gang. Men komt haast niet voor
uit. Een brei van leem, takken en stammen.
Het kanon is weg. Een verwarde hoop op de plek
waar het gestaan heeft De ijzeren dragers, waardoor
het gedekt werd, zijn gekraakt als riet. Alles ver
woesting. De ingang tot de dekking is echter open.
Ik sla de deur open, alles nog in leven.
Een aardbeving. De deur slaat toe. De kaars gaat
uit. Voor edn ingang ligt een zware klomp. Niemand
zegt iets, Dan „geen licht aansteken, sigaren uit
doen". De lucht is slecht en verbruikt, zij moet voor
tien menschen genoeg zijn.
Nog een paar zware slagen, dan probeeren wij de
deur weer te openen. Door vereende druk wijkt de
aardmassa. Frissche lucht stroomt naar binnen.
Ik houd het echter daar beneden niet uit. Liever
buiten in het grootere gevaar, dan daar beneden in
de verstikkende duisternis waar de angst beklem
mend van de een naar den ander kruipt.
Naar voren. Bij de waarnemers in de sappen. Het
is nu hetzelfde. Voor en achter gaat de dood over de
aarde.
Ik hoor geen gedreun meer. Mijn zintuigen nemen
niets meer op. Maar zie, een twee, drie granaten mid
den in de loopgraaf. Verder gaat het niet meer. Uit
de trechters stijgt het gas omhoog, kruipt verstik
kend en verlammend in de keel. Een zee van dood
en als verloren daarin een leven.
Neen, de angst mag mij niet overmeesteren. De
dood kan mij hier niet verrassen. Hier zijn wij ieder
oogenblik bereid.
Maar nog is het geen tijd. Een wedren met den
dood. In sprongen van gat naar gat. De eenige dek
king in de volgeworpen loopgraaf.
Daar is em mijngang, als een eiland in de wreate
zee.
De gang is veel meters diep, twee uitgangen heeft
ze. De infanteristen zitten dicht naast elkaar ge
hurkt, maar de lucht is goed. Er is trek in de gang.
„Nou, zullen we eens kijken of ie 't uithoudt", zegt
er een. Ze bekijen het van den vroolijken kant Dat
is de beste steun. Ze hebben water in de veldketels
en ik kan mijn keel spoelen, waarin nog steeds bij
tend de roak van de granaat zit
Als het vuur zwakker wordt, spring ik het laatste
stukje naar voren. Do loopgraaf is gedeeltelijk be
dolven, maar de posten staan op hun plaats, "Een ma
chinegeweer wordt in orde gebracht, de compagnie-
commnadanten snellen deor de gangen, het blijft ech
ter stil, de Franschman komt niet Misschien heeft
hij een aanval van onzen kant gevreesd, en wilde hij
•ons voorkomen. Vernietigingsvuur, heet het dan in
het bericht. Men leest zoo gemakkelijk daaroevr heen.
Het moet reeds laat geworden zijn. Het gloeit tus
schen de stammen, de zon gaat onder. Eenige grana
ten trekken nog als achternakomende trekvogels
langs den avondhemel. De plotselinge stilte ligt als
een balsem op het hart. Men hoort weer zijn eigen
stap, het kabbelen van het water. Waarachtig, daar
zingt reeds een vogel tusschen de stukgeschoten boo
men. Wit en puntig steken de splinters uit van de
doodelijk getroffen stammen. De aarde is omgewoeld,
maar daar, daar komt een beetje groen te voorschijn,
jong, zacht groen, het wordt lente. Lente?
OORLOGSVARIA.
In het Hbld. lezen we:
Er zijn misschien geen merkwaardiger oorlogs
honden, dan de vier dieren, die in het garnizoen't9
Perleberg leven. Het zijn tamelijk raszuivere hon
den: de een is een jachthond, de andere een dober-
man peincher, de derde een boxer en de vierde een
wolfshond.
Hoewel ze elk voor zich een zekere waarde ver
tegenwoordigen, schijnen ze niemand toe te behoo-
ren. Ze schijnen er sedert het uitbreken van den
oorlog te zijn geweest, dus langer dan de Duitsche
soldten, die in Perleberg in garnizoen hebben gele
gen, na hun terugkeer van front of hospitaal.
Misschien behoorden ze vroeger wel aan officie
ren, die ze, na hun vertrek aan de zorg van an
deren toevertrouwden. Maar ook die officieren zijn
reeds lang te velde en wellicht reeds dood.
Alleen de jachthond, de doberman pincher, de
boxer en de wolfshond zijn er nog.
Men zou niet kunnen zeggen, dat ze het er slecht
hebben. Tegen etenstijd zijn ze altijd bij de soldaten-
keuken te vinden en volgen met hun verstandigen
blik elk dampend etensbakje met begeerige oogen.
Duurt het naar hun zin te lang voor ze wat krijgen,
dan stooten ze met hun natten neus de soldaten
vriendelijk vermanend aan om hen aan hun be
staan te herinneren. Gewoonlijk krijgen ze genoeg
stukken vleesch, beenen en aardappelen om hun
maag te vullen. Heeft een van de dieren niet ge
noeg naar zijn zin, dan weet hij, dat er buiten de
keuken een ton met etensresten staat.
Nooit worden de beesten geslagen of slecht be
handeld; zelfs de ruwste boerenknecht, die zich niet
ontziet om zijn paard yan tijd tot tijd een trap te
geven, strijkt nog wel eens met een soort van lief-
koozend gebaar een hondenrug.
En toch zijn de honden niet opgewekt niette
genstaande het goede eten en de goede behandelfirg
Ze zien er ook niet welgedaan uit, wat men toch
zou kunnen verwachten bij den goeden kost, dien
ze krijgen. Met trieste oogen dwalen ze den gehee-
len dag rusteloos heen en weer. Dan zijn ze op
straat, dan in de kazerne; ze zijn er bij als de bat
terij uitrukt of rennen over de markt en door de
kleine stad.
Een bepaalden naam hebben ze geen van allen;
als men ze roept, dan komen ze gehoorzaam, zonder
haast te maken. Het is alsof de klank van elke man
nelijke stem hen noopt naderbij te komen, Maar ze
blijven niet lang; roept een ander, dan gaan ze daar
heen, of ze draven vanzelf verder, stil, treurig zoe
kend.
Ze maken den indruk, alsof ze voortdurend zoe
ken. Er is ergens iemand, aan wien ze toebehoor
den en dien behooren ze nog toe: op hem wach
ten ze, niet begrijpend de mogelijkheid dat hun mees
ter misschien al lang ergens in België, Servië of
Polen begraven ligt Ze weten, dat ze eens iemands
vreugde uitmaakten en deze wetenschap, dit dom
me, redelooze en to h zoo roeronde gevoel van trouw
doet hen wachten op den terugkeer en doet hen rus
teloos zoeken naar hun meester. t
Het zal niet lang meer duren, of de vier honden
van Perleberg worden gerecrutcerd en onder het
werken zullen ze hun heimwee kunnen vergeten.
Er is gebrek aan honden aan het Duitsche front,
waar men ze aan de soldaten toevoegt om mede te
luisteren naar het naderen van den vijand en diens
komst te verraden.
Geen electrisch of optisch apparaat ter wereld
kan den waakhond vervangen.'De diensten, die hij
het leger kan bewijzen zijn enorm, omdat er zoo
veel van afhangt of de op wacht staande soldaat tij
dig alarm kan maken of dat hij en dus ook de troep
achter hem overrompeld wordt.
En al doet de soldaat op wacht bok nog zoo zijn
plicht, toch gebeurt het nog maar al te vaak, dat
hij door het slechte weer, of welke omstandig
heid dan ook overrompeld en gedood wordt, zon
der dat hij een kik heeft kunnen geven. Heeft hij
een hond bij zich, dan behoort zoo iet9 bijna tot de
onmogelijkheden; het waarnemingsvermogen van
een hond is daarvoor te scherp ontwikkeld. Natuur
lijk moeten de honden hiervoor worden afgericht,
want ze moeten leeren om het naderen van den vij
and alleen door een uiterst zacht gebrom te kennen
te geven. Van blaffen, opspringen of verwoed uit
vallen mag geen sprake zijn.
Herdershonden, pointers en terriërs schijnen voor
dit doel het bruikbaarst te zijn. Het africhten ge
schiedt het best door de soldaten zelf.
In het Nederlandsche leger worden honden ge
bruikt voor het vervoeren van mitrailleurs in duin
streken. Van honden als hulp bij de wacht hebben
we hier nog niet gehoord. De soldaten zelf zullen
er veel voor voelen. Want ten eerste zouden ze er
nu gezelligheid aan hebben en ten tweede hebben
ze een goede hulp in geval ons land in oorlog komt
Bovendien loopen er genoeg honden los, die blij
zouden zijn op die manier een onderdak en een
nuttig leven te krijgen. In de stad raken we het
te-veel kwijt en buiten kan men ze goed gebruiken.
Als het tenminste geoorloofd is en geen legeror
der het verbiedt.
paaaaaanaaag
Den 9den April a.s. hopen
onze geliefde Ouders
en i
hunne 25-jarige Echtvereeni-
S'ng te herdenken.
unne liefhebbende Kinderen,
PIET en COR.
N.-Niedorp, 4 April 1916.
aaaagaaaaanB
j* Heden, overleed, zacht en
kalm, onze geliefde Vader, Be
huwd- en Grootvader, de heer
in (jen ouderdom van 83 jaar.
M. HILLEGONDS.
Gt. DE LEEUW-
Hillegonds.
A. DE LEEUW.
D. DE LEEUW Az.
Pettenerkluft, 1 April 1916.
te geven door de Tooneelvereen.
„KLEIN BEGIN",
te Julianadorp, op ZONDAG 9
APRIL 1916; en voor gehuwden
DINSDAG 11 APRIL 1016. in het
lokaal van den Heer J. BIJ VOET te
Opgevoerd zal worden
Tooneelstuk in 6 Bedrijven door
M. Spree.
Aanvang half acht.
Entrée 50 cent p. persoon.
De entrée is verschuldigd voor
dem geheelen nacht en het geheele
lokaal.
Aan de Coöp. Malerij„De Vol
harding" te Opmeer, wordt onge
veer 1 Mei gevraagd
zelfstandig kunnende werken, be
kend met zuiggas, vrij van dienst
plicht en sterken drank op een
salaris van f 16 per week, benevens
vnJe woning.
'te p' BEST' ™*»-
Rechte en geperste Melkbussen, Emmers,
Zeelten, Melkschotels, Koelvaten. Kaasvormen,
Karns, Vaten, Botermouten.
Gierpompen, Giervaten, Sproeiers, Mestvorken
Slechtvorken, Ballasters, Graven.
Bascules en Gewichten.
CULTIVATOREN, Greiff en Eckert.
Nieuw model Eckerl-Balansploeg.
Brabanfonne- ert Mélotteploegen.
Lichte en zware Eckert- en Pintand-EGGEN
KETJINGEGGEN, 1 en 2-paards uit 2 deelen.
Eckert -Stella ZAAIMACHINES, l'A en 2M.
Eckert en Lipsia WIEDMACHINES,
l'/a, l'/i en 2M.
STALEN LANDROLLEN.
I. H. C. MOTOREN met centrifugaalpompen.
ALLES uil voorraad Ie leveren.
p
p
OQ
e+
i-t
ts
<D
P
P
P
P
Ruinpaarden
4e huis van de achterstraat
biedt aan onderstaand artikelen met nog 10 pCt. korting voor contant, mits met mede
neming^ van deze courant
jj
jj jj
jj
jj
jj
jj
jj
HFrn ^HouthandelDENIJVER-
raad Hensbroek is groote voor-
_»0edkoope nriis verkrijgbaar.
Hngerwi^ C Zwaa« Kh> Wie"
Wendt 11 voor alle geldzaken tot
is de oudste der wereld.
Haar soliditeit is boven eiken twijfel verheven. Haar tarieven zijn
zeer concutreerend.
Mejuffrouw Rijks Ritsevoort A 28
Alkmaar, vraagt spoedig
Loon f140., en waschgeld en ver-
vaL Wasch buitenshuis.
FHHIUM MEfflUEai
ns zijn een weldadig 3
smidd'el tegen
heeschheid, keelpijn. In doozen
van 30' en 60 cent, verkrijg-
baar bij Apoth. en Drogisten.
Te Schagen bij J. Rotgans,
„Groene Kruis", te Kolnorn
bij H. Kaper, te Anna Paulow-
na, Kleine Sluis bij P. Gqvers
In 't groot bij G. HAAG EN,
Kanaalweg 147, Helder.
Gevraagd, met 1 Mei:
goed kunnende melken, bij AJb.
Kaan Kz. Tweewegen, Wieringer-
waard.
Te koop gevraagd
liefst Leghorns, opgaaf van prijs
aan N. Buij, Breezand (N.H.)
29 de prachtig gebouwde
stam- en premiehengst
Reeds 10 malen bekroond, zoo
wel in tuig als aan de hand. MAI
TRANK werd op de j.L gehouden
Premiekeuring wederom bekroond
met f 100. Hij is bekend om zijn af
stammelingen. waarvan vele in
het Stamboek zijn ingeschreven.
Gevraagd
Br. fr. lett. B. bureau v. d. blad.
tegen flink loon gevraagd, bij de
Wed. K. Olie te N. Niedorp.
Te koop: een nieuw
bij J. DIRKMAAT, Noord Schar-
woude.
TREKKING 25 APRIL.
Koninklijk goedgekeurd.
Ta koop aangeboden:
te bevragen bij G Wiggers. te
Breezand (tegenover school).
Te huur:
nabij Schagen. Te bevragen bij G.
Glastra, Scnagen.
gevraagd, bij A. Kossen Jz. Van
Ewijcksluis.
Wordt gevraagd
om met Mei in dienst te treden
bij T. Ott, slager te SchoorL
Te koop gevraagd:
door Joh. Bakker, N. Niedorp.