DONDER M6 13 APRIL mi
59ste Jaargang. 3770
Uitgevers: TRAPMAN Co.
Arrondissement» Rechtbank
te Alkmaar.
Ingezonden Stukken*
Binnenlandsch Nieuws.
Polder Heerhugowaard.
HAGER
ilisieti Niens-
Jit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag. Woensdag
Donderdag on Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wer
en ADVERTENTIES in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
OURANT.
Atattitit- LiiflinUïl
SCHAGEN, LAAN D 5. - Int. Teleph. No. 20.
Prijs per 8 maanden f O 90 per post f 1.05. Losse nummers 5 ot.
ADVERTENTIES van 1 tot 6 regels 10.86, iedere regel meer
6 ot. (Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berek
Zitting van Dinsdag 11 April 1916.
In verzet
We kregen heden eerst ter behandeling de zaak van
den heer Oflicux, contra Willéiu Mooi, een ruwe, for-
sche Amsterdamsche koopman, die verzet had aange-
teekend tegen een vonnis tot 7 dagen gevangenisstraf,
dat dij voor deze rechtbank onlangs had opgeloopan.
Hij had dat weekje brommen anders dubbel en dwars
verdiend... moest je het reuzeverhaal maar eens hooren,
dat hij ten basta gat over da zonden, door Mooi
in zijn ('s ver ha Iers) herberg te Hoorn, begaan. Mooi
kwam daar bij Van Braker den vertellenden kaste
lein zeuren om biljartballen te verkoopen en wou
op herhaalde vordering niet weg. En daardoor straf' op-
geloopen. Mooi praatte nu ais Brugman maar 't gaf niet,
de O. v. S. eischte bekrachtiging.
Weer een fiets.
Teunis Hendrik de Bondt, een 26-jarige glasblazer,
laatst knecht in den stoomdraaimolen van Xavier, had
M December een fiets gehuurd, uit handen van J. J.
Harthoorn, "rijwielhersteller te Krommenie. Die fiets
behoorde intusschen niet aan dezen, doch aar den mi
litair W. Klein. Kees Klopper, bakkersknecht te lleiloo,
'had de fiets gekocht van de Bondt voor t 4.50, doch
wil nu (voor dit bedrag het rijwiel weer aan Klein afstaan.
Kees is evenals De Bondt, gedetineerd, doch voor een
ander feit. De eisch tegen De Bondt was 5 maanden
gevangenisstraf. Beklaagde zei door armoede er toe
te zijn gedreven. Mr. Van Dillen, verdediger, pleit
clementie.
Mishandeling.
Joh. Friet, T. W. A. Ruig en Th.'v. d. Pol, alle
drie oud-verpleegden van'het Rijksopvoedingsgesticht te
Leiden, hadden Eersten Kerstavond de rijksveldwachters
Konijn en Koelewijn mishandeld te Castricum. Ze,wa
ren te Alkmaar het .gesticht ontvlucht en bevonden zich
later in hpt kustwachtlokaal, brutaal en onhebbelijk
optredende. Ze sloegen met stoelen om zich heen en
militairen gingen op de vlucht. Rijksveldwachter Ko
nijn is door hen gekrabd en geslagen. Van der Pol
ontkent geslagen te hebben. De O. v. J. eischt, voor
allen, het bewijs geleverd achtende, tegen ieder der
beklaagden drie maanden gevangenisstraf.
In hoogei beroep.
Joh. Bakker, een Hoornsch sjouwer, was in de stad
dronken geweest, gesnapt en tot 14 dagen hechtenis
veroordeeld door den Kantonrechter. Joppie In hooger
bevestigen. Maar de politie had Een gehoord
resultaat. De O. v. J. vraagt bekrachtiging van het
gerwezen vonnis.
Een fietslantaarn.
Hendrik Schekkerman, een 23-jarige hakkersknecht uit
Hoorn, had aldaar op 7 November tijdens de koemarkt
een Lucaslantaarn van een fiets ontvreemd, ten na-
deele van den eigenaar Jan behagen, tuinman te Iwïsk.
Hendrik had reeds eerder gezeten wegens diefstal. Scha-
ger zegt dronken te zijn geweest.... Moet je nuchter
ontgelden, maatl De O. v. J. eischte thans 5 maan
den gevangenisstraf.
Dat mag niet.
Coraelis Groot, schipper te Harenkarspel, had op
25 Februari jj. met zijn motorschuit een baal watten
5dekens van Koog a. d. Zaan naar Sint Maarten. Te
Akersloot werd hij aangehouden. Hij kon een verloopen
consent toonen. waarvan hij opgaf, niet te weten
dat het verloopen was. Eisch was f5 boete of 1 dag
hechtenis.
Een paar brutale bezoekers.
Jan Bakker, Dirk Rijs en Rudolf Veltman, werklui
uit Uilgeest, gaven den restauranteur Van Koe veel
overlast met hun opschepperijen. Vooral Bakker deed
bar. Rijs ontzag zich niet, Van Ree met vuistslagen te
mishandelen. Er Veltmfin schonk zelf maar bier in. Bak
ker sprong zelfs hei buffet binnen en mishandelde daar
den hospes, lang geen beetje. Voorts is mej. Krom,
de buffetjuffrouw, mishandeld geworden, omdat ze de
bierkraan vasthield. En Van Ree werden wel twee tanden
losgestompt door Rijs. Ook hebben de vandalen een
rolluik 6tuk getrokken.
De O. v. J. vond Jan Bakker dan al een zeer
gevaarlijk man, die meermalen is veroordeeld. Nu
eischte Z.E.G. tegen hem vier maanden gevangenisstraf,
tegen Rijs en Veltman werd respectievelijk een maand
gevangenisstraf en 14 dagen gevangenisstraf gevorderd.
Kinderwetten.
Willem Kooiman en Johan Dorst, uit Den Helder,
stonden evenals Gerben Coursen, met toepassing der
Kinderwetten, met gesloten deuren terecht. bine.
Uitspraken aj. Dinsdag.
Mijnheer de Redacteur,
Beleefd verzoek ik plaatsing voor 't volgende in ant
woord op het ingezonden stuk van den heer P. C.
Boekei, in uw nummer van Dinsdag 11 ApriL Bij
voorbaat mijn vriendelijken dank.
Beginnen we met de uitdrukking: Dezelfde
Schoorl, welke op de centr. keuring met veel druk
te de hengstenhouders bij elkaar heeft getrommeld.
Mijnheer Boekei, ik kan slechts zeggen, dat dit ge
zegde een vuile leugen is, waarvan ik voor u hoop,
dat u hem zelf niet gelooft. Als een kleine uiteen
zetting het volgende: Met de tram in Hoofddorp
aangekomen, ben ik slechts 20 minuten In het loge
ment van Treur geweest en ben vandaar direct
naar Zuid-Holland vertrokken om „Edelman" aan
te koopen. Als dus mijnheer Boekei mij toch op de
keuring heeft gezien, is mijn conclusie dat hij aan
hallucinaties lijdt en meer ziet dan een gewoon
mensch. Heeft de heer P. C. Boekei zelf misschien
op die centr. keuring de henstenhouders bij elkaar
getrommeld?
Het idee, om dit jaar (de hooge voederprijzen in
aanmerking nemende) het dekgeld met 2,50 te
verhoogen, ik wil gaarne bekennen dat dit van mij
is uitgegaan. Dit idee vond bij u, mijnheer Boekei,
zoo vreeselijk veel bijval, dat u mij zelf hebt ge
vraagd de hengstenhouders boven Alkmaar aan te
schrijven, om zoo spoedig mogelijk een vergade
ring te houden in het Noord-Hollandsch Koffiehuis
te Schagen. Daar ik u antwoordde, dat ik niet de
adressen van alle hengstenhouderskende, zeide u:
„Dat is niks, die zal ik je wel per brief opgeven";
welke ik dan ook den volgenden dag heb ontvan
gen en welke brief nog in mijn bezit is. U, mijnheer
Boekei, blijkt mij de man te zijn, die in principe
een ander het werk wil laten doen om zelf de cen
ten, of een goed deel daarvan, op te strijken.
Wat betreft de advertentie van den Bond van
Hengstenhouders, een paar vragen: Hebt u, mijn
heer Boekei, mij ooit gevraagd mijn naam voor der
gelijke advertenties te mogen gebruiken? Hebt u
mij ooit verteld dat u voornemens was dergelijke
advertenties te plaatsen? Neen, mijnheer Boekei,
ronduit zeggen zal ik het niet, maar ik voor mij ge
loof dat u geheel op uw eigen houtje die adverten
tie hebt geplaatst
En nu die „Bond van Hengstenhouders" zelf! Op
de eerste vergadering waren ook aanwezig de hee-
ren D. Duin. van Schoorl, en Portegijs, van Heer
Hugowaard, mijn grootste concurrenten, die beiden
bijzonder het voorstel steunden om voor 12.50 te
laten dekken. Nog stelde een der andere aanwezi
gen voor „laten we vijftien gulden nemen", waarop
niet werd ingegaan. Toen het de volgende vergade
ring echter tot een besluit zou komen, waren de
heeren Duin en Portegijs niet aanwezig, hetgeen
voor mij intusschen nog geen bewijs was dat ge
noemde heeren niet meer aan de zaak zouden mee
doen, zoodat ik nog bleef op het standpunt van
12.50 dekgeld. Bij dit alles nu, was wel opmer
kelijk, dat het voorstel, ook door mij met warmte
gesteund, cm de zaak kracht te geven door het op
maken van een gezegeld contract, met weinig beter
dan algemeene lauwheid werd behandeld, waardoor
dus de „Bond van Hengstenhouders" tot heden niet
beter dan een heel gewoon doodgeboren kindje is
geweest. Daar zie ik later in de Schager Courant:
de heer Portegijs stelt „Archibald" voor 10.be
schikbaar, en de heer Duim adverteert een hengst
zonder dekgeld te noemen. Door de genoemde lauw
heid en het gemis aan volledige samenwerking zou
ik dus met mijn twee hengsten het kind van de re>
kening worden; wat ik niet voornemens ben. Om de
heeren Duin en Portegijs met gelijke munt te be
talen zal ik „Lodewijk" (een buitengewoon best type
zware hengst, al zou de heer Boekei het gaarne an
ders zien) op de conditiën laten dekken als in de
Schager Courant gepubliceerd staat, enen zal mijn
heer Boekei mij in geen geval kunnen verplichten
dit na te laten.
Op de eerste vergadering hebben meerdere heng
stenhouders mij willen bewegen geen hengst te la
ten rondleiden, doch ik heb direct geantwoord dit
niet te willen beloven. Voor het geval nl. dat het
me niet zou gelukken een hengst te verhuren, kon
ik toen nog niet zeggen wat me te doen stond en
beide hengsten thuis houden gaat niet, aangezien ik
voorloopig nog geen hengsten voor mijn pleizier
houd. Hoe kon ik overigens ooit gelukkiger keuze
doen voor plaatsing van een hengst als te Wierin-
gerwaard? Vorig jaar stonden er twee hengsten in
de Anna Paulowna, die beide boven de 100 merriën
hebben gedekt; nu is er een daarvan afgevallen,
terwijl het aantal te dekken merriën steeds toe
neemt, wel duidelijk dus dat een tweede hengst in
die omgeving niet overbodig is.
Wat nog betreft uw gezegde: In 't geheim accoord
Jes maken, dit doet mij denken aan het spreekwoord
„zooals de waard is vertrouwt hij zijn gasten".
Zaterdag 1 April was ik nog bezig „Lodewijk
aan een hengstenhouder uit Steenwijk (O.) te verhu
ren, wat me intusschen niet gelukt is, en na dien
datum heb ik direct voor „Edelman" plaatsing ge
zocht in de Wieringerwaard, terwijl ik al Woens
dag 5 April begonnen ben met „Lodewijk" te adver-
teeren. Wanneer u, mijnheer Boekei, nu in principe
tegen laag dekgeld is, had u direct Donderdag 6
April in de courant moeten schrijven, maar daar
jeukt het hem niet! Zaterdag 8 April kwamen in de
„Schager Courant" voor het eerst de beid6 adverten
ties voor, ook die van „Edelman" dus, en blijkt uit
uw stilzwijgen op 6 April en uw aanval van woede
op 11 April dat niet „Lodewijk" doch „Edelman" u
dwars zat! Het is hier dus een heel andere kwestie:
Immers, wanneer A-odewijk" werkelijk zulk een on
waardig paard was, behoefde u zich niet tot afbre
ken af te sloven. Het is geheel een kwestie van
broodnijd, een ander kan niet geduld worden in of
nabij den kring van getrouwen van mijnheer P. C.
Boekei. 't Is dus de kwestie dat „Edelman" in de
Wieringerwaard staat en rondgeleid wordt, dat
heeft uw bloed aan het gisten gebracht en u ge
noopt op uwe lieftallige manier een ander voor on
eerlijk uit te maken.
Daar „Edelman" nu deel uitmaakt van de 4 heng
sten in het noorden, en ik mij wel heb willen stel
len tegen Duin en Portegijs, doch niet tegen de hee
ren die wel genegen waren het dekgeld op f 12.50
vast te stellen, heb ik natuurlijk „Edelman" met dat
dekgeld geadverteerd. Ik geloof nu niet, dat nog
iemand zal durven beweren, dat ik in deze een ver
keerde houding heb aangenomen.
Wat betreft uwen raad, mijnheer Boekei, om van
mijn handelwijze terug te komen, het volgende: Wan
neer het noodig was mijn leven te beteren, zou ik
het laatst mijnheer P. C. Boekei raadplegen, want ik
ga liever niet om met menschen, die een ander met
vieze leugens in een verkeerd daglicht trachten te
plaatsen.
Voor het „in de put raken van Lodewijk" ben ik
geenszins bang, dat laat ik met de Septemberkeu-
ring aan de Keuringscommissie over. Uw bedoeling
is echter, dat „Lodewijk" bij de merriehouders niet
hoog staat aangeschreven, doch de praktijk van de
laatste dagen blijkt mij meer in het gelijk te stel
len dan den hooggeleerden heer P. C. Boekei, en zal
de rekening van A-odewijk" stellig met een batig
saldo sluiten. Intusschen zal dit wel komen doordat
alleen de heer P. C. Boekei verstand van hengsten
heeft!
Als mijnheer Boekei zijn eigen hengst wil ophe
melen, heeft hij groot gelijk, doch die van een ander
af te kammen staat kwajongensachtig. Ik raad hem
aan, dit voortaan na te laten, daar dit hem in de
oogen van bet publiek stellig niet verhoogen zal.
En wat betreft het vele dat u, mijnheer Boekei,
nog meer op uw gemoed hebt, ik geef u gaarne de
gelegenheid; echter hoop ik voor u zelf dat u dan
met waarheid komt; dan wil ik mij verder met u
inlaten, doch als u op dezelfde manier voortgaat,
zal ik verder met stilzwijgen kunnen volstaan, daar
u dan uzelf met uwe twijfelachtigheden veroordeelt
Ten slotte nog dit: Deze keer zal ik er in berusten,
doch wanneer u me weer voor oneerlijk uitmaakt
wacht u dan voor de gevolgen!
G. SCHOORL Pz.
Hoeve „Woudmeer", 12 April 1916.
NIET VEEL WIJZER.
Onze lezers weten dat Dr. Kuyper ook voor de
Eerste Kamer een comité-generaal heeft aangevraagd
en dat met zfln medeaanvragers heeft verkregen en
dat nu ook üe Eerste Kamer door de regeering is
ingelicht aangaande den cntleken toestand.
Teekenend'fa wel, wat de Hoefijzercorrespondent van
bet Hdhld. hierover zegt:
Nadat er dus gedurende een half uurtje wat schuim
was geklopt fdi» wijst op de verwijten die Dr. Kuy
per lot de regeering richtte over het niet bijeenroepen
der Eerste Kamer), gingen de deuren dicht. Na een
half uurtje gingen ze weer open. Een R^oeringsverkla
ring, die hier toch zeker niet anders haa kunnen lui
den pan in de Tweede Kamer, kwam er niet.
En de Eerste Kamer zal wel niet wijzer zijn gewor
den ijan de Tweede, die, naar wij hebben liooren
"en. door de R<
is gemaakt dan
verluiden, door de Regeering niet hééf veel wijzer
iedereen. i
Verklaring van de Fransche regeering.
(Officieel). Het departement van buitenlandsche za
ken deelt mede, dat de Fransche gezant met machtiging
van zijn regeering aan den minister van buiteniandsche
zaken de verzekering heeft gegeven, dat noch Frankrijk,
noch een van zijnebondgenooten er ooit een oogenblik
aan heeft gedacht, rechtstreeks of zijdelings de onzij
digheid yan Nederland of de onschendbaarheid van
zijn grondgebied aan te tasten, onder bijvoeging, dat-
de laatstelijk te Parijs gehouden conferentie der Ge
allieerden zich in het geheel niet met Nederland heeft
bezig gehouden
Vergadering van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd
ingelanden van den polder Heer Hugowaard, gehou
den in het Polderhuis te Oudorp, op Dinsdag 11
April 1916.
Aanwezig de Dijkgraaf, de heer Jb. Buren, en vijf
Heemraden, benevens elf Hoofdingelanden. Afwezig
een Heemraad, de heer v. d, Busse (die bedankt
heeft), eneen Hoofdingeland, de heer W. van Sloo-
ten Sr.
Tevens afwezig de penningmeester, de heer Kamp,
terwijl ook de secretaris, de heer P. Schilder Jz„
(deze wegens ongesteldheid).
De Dijkgraaf, de heer Jb. Buren, opent.de vergade-
vng. Hij herdenkt de heeren v. d. Busse en Van
Lange, voor het vele dat zij in het polderbestuur
presteerden en prijst hunne trouwe plichtebetrach
ting.
Als loco-secretaris zal de heer J. Schilder fungeeren
De notulen worden goedgekeurd.
Volgt onderzoek geloofsbrieven van de herbenoem
de Hoofdingelanden, de heeren K. v. Stralen en K.
v. Lange, en van den heer C. Poland, nieuwbenoemd
Hoofdingeland. Alles wordt in orde bevonden.
Aan de orde wordt gesteld de rekening over 1915
en begrooting voor 1916.
Na eenige vragen van den heer C. Poland, betref
fende de rekening, over erfpacht, waarvoor de
heer Poland wordt verwezen naar eene volgende ver
gadering, waar de penningmeester hem dan de ge
vraagde inlichtingen zal kunnen geven, vraagt de
voorzitter rapport van de commissie, met het na
zien belast.
De heer K- Konijn rapporteert, dat alles in orde
is bevonden en worden rekening en begrooting goed
gekeurd en de penningmeester gedéchargeerd voor
zijn geldelijk beheer over 1915.
De rekening over 1915, de 287ste van den polder,
geeft aan: Ontvangsten f 54260,80, uitgaven
f 50038,135, voordeelig saldo f 4222,665.
De begrooting 1916 sluit in ontvangst en uitgaaf op
een eindcijfer van f 59093,795, met f 731,795 voor on
voorzien.
Volgt bestuursverkiezing. In de vacature Heem
raad v. d. Busse wordt, na een paar vrije stemmin
gen, benoemd de heer K. van Stralen, met 10 stem
men, in herstemming met den heer J. v. d. Oord, die
daarbij 6 stemmen krijgt. In de vacature P. v. Lange,
wegens bedanken, heeft diens zoon K. v. Lange,
blijkens ingekomen schrijven, zich als sollicitant aan
geboden. Na 2 vrije stemmingen, herstemming tus-
schen de heeren N. Pool, K. v. Lange en W. Appel
man.
De loco-secretaris zegt: En die de meeste stemmen
krijgt wint 't denk aan de stemming over den se
cretaris, toen was het ook zoo'n geval en toen is er
herrie genoeg geweest.
De heer K. v. Lange wordt benoemd met 10 stem
men, terwijl de heeren Pool en Appelman resp. 4
en 2 stemmen krijgen en een blanco. De benoemden
nemen het aan.
Volgt bespreking over electrische drijfkracht voor
de bemaling, met als doel proefnemen met de oude
pomp, dan kunnen we zien wat het kost De oude
pomp niet de machines, die worden afgedankt en
voor oud ijzer verkocht zal dan in dienst worden
gesteld, terwijl ze nu geen dienst doet. Opgevraagde
en ingekomen rapporten van den heer Walvisch, zelf
leverancier, en van den heer Koolhaas, adviseur voor
polderbemalingen te Utrecht, worden ter tafel ge
bracht De heer Walvisch rapporteert, dat de kosten
van stroom, gerekend 1500 uren per Jaar, f 5000 zul
len beloopen; onderhoud hoogstens 2 pet., de gebeele
kosten voor de proef zullen op f 9000 komen. De heer
Koolhaas wijst op de in 1907 gebouwde, thans hier
gebezigd wordende machines, waarmede zijns inziens
in hoofdzaak moet worden doorgegaan. Maar toch
is de proef met electriciteit, waarover het Dag. Be
stuur adviseert, wel aan te bevelen. Later zullen de
nu nog nieuwe machines eventueel door electrische
drijfkracht kunnen worden vervangen. Kosten van
de proef rond f 7500 en f 5500 per jaar voor stroom,
met gerekend 800 uur per jaar en dan 11 millioen
kub. M. water te verwerken is gelijk tweederden yan
het waterbezwaar. Voor geheel electrische bemaling
zou globaal f 15000 kosten moeten worden begroot,
volgens den adviseur, die de jaarlijksche kosten daar
van op f 7800 stelt. Bedrijfszekerheid en levensduur
der inrichting: zeer groot
De heer v. d. Oord vindt f 5000 ruim apart aan
stroom nog al wat
Voorzitter: 't Zal heel wat steenkool uitwinnen.
De heer van der Oord: Dat moet dan ook wel.
De voorzitter wijst op den buitengewoon natten
winter, hooge waterstanden en kosten van steenko
len. De kolenprijzen waren in 1914 f 125 per spoor
wagen, in 1915 f 160 per spoorwagen en in 1916 f 200
per spoorwagen. Spr. heeft 150 spoorwagens besteld,
doch kan er 25 krijgen. Voorzitter zegt er voor te
zijn om de oude pomp met electrische drijfkracht als
proef te bezigen. Met stoom kan men bezwaarlijk
1 of 2 uurtjes malen. Met electriciteit als drijfkracht
gaat dat weL Ook bevordert het regelmatiger water
stand.
De heer Pool vindt het gevaarlijk om zoo in zee
te gaan met 'n adviseur die zelf leverancier is, als
Walvisch. We moeten niet de eerste de beste nemen,
die er zich voor bij ons aanbiedt
Voorzitter: Daarom hebben we Koolhaas ook advies
gevraagd. We doen het niet of op contract, waarin
omschrijving van voorwaarden, moet afgesloten
worden.
De heer Poland wil gaarne eerst grondig onderzoek
door het Dagelijksch Bestuur.
Secretaris: Als deze vergadering zich nu eens in
beginsel uitsprak vóór electrische drijfkracht en het
Dagelijksch Bestuur wordt tot een zekere som ge-
machtigd voor de proef? Mep kan ook wel tot den
herfstwachten, maar dan is het weer maaltijd. Maar
dan zijn we toch voorzichtig geweest En desnoods
zou dan nog weer een vergadering met Hoofdinge
landen kunnen worden opgeroepen om er over te
beraadslagen.
De heer Oudhuis is vóór de proef en om het Dage
lijksch Bestuur te machtigen er voor, als het moge
lijk en uitvoerbaar is. Blijkt het bij onderzoek boven
het cijfer, waarvoor machtiging gegeven wordt, te
gaan, dan een buitengewone vergadering beleggen,
't Nageslacht zal er toch ook van profiteeren. Voor
de bevaarbaarmaking van onzen polder is 't ook
heel dienstig. De heer Oudhuls doet het voorstel, nu
door te gaan.
De heer Poland stelde voor: eerst onderzoek van
het Dagelijksch Bestuur én tot den herfst wachten,
doch trok, gehoord de besprekingen, dat voorstel in
en met algemeene stemmen wordt het voorstel Oud
huls aangenomen.
Voorzitter: Dus het bestuur krijgt machtiging tot
probeeren. Maar welke som uittrekken?
Secretaris: Begroot is 7500.
Voorzitter: Als we het voor minder kunnen krijgen
dan zullen we het wel doen.
Voor alle zekerheid wordt besloten, goedkeuring
aan te vragen op 8000.
Ingekomen is een verzoek van den bode C. de
Vries, om 50 verhooging en daardoor 200 salaris
te genieten.
Voorzitter zegt: Het salaris is 150 en 25 toe
lage, die vervallen zou bij eventueele verhooging.
Het Dagelijksch Bestuur is niet voor verhooging. Met
algemeene stemmen afgewezen.
Deheer Poland zou wel aan de molenaar verhoo
ging van salaris willen geven.
Voorzitterzegt, dat ze oen gratificatie gehad heb
ben en dat het niet noodig is.
Ged. Staten berichten de verordening des polders
op het berijden der wegen, niet te hebben goedge
keurd.
De secretaris, thans afwezig, de heer P. Schilder,
verzoekt f 100 verhooging van zijn salaris, dat f 200
lager is dan dat van den penningmeester. De werk-
zaamheden nemen toe.
Voorzitter: 't Komt mij te hoog voor, f 100, Om
wat te geven, dacht ik: f 50.. De penningmeester heeft
wel f 150 gehad, doch heeft meer werk.
De heer Pool is dit eens; ook de verantwoording
van den penningmeester is veel grooter Op de correct
heid van den secretaris is ook wel wat af te din
gen, in verband met de notulen van 9 Nov. jL Van
Ged. Staten is daarover een stuk ingekomen, dat dit
nader kan toelichten. Een arbeider is zijn loon waard,
zeker, maar dan moetde arbeid ook correct zijn,
De heer J. Schilder, thans fungeerend secretaris,
zegt dat er drie aanmerkingen op de notulen zijn,
waarvan ee nongegrond geacht wordt door Ged.
Staten en de twee andere gegrond. Dé secretaris kan
nu de officieele stukken van Ged. Staten niet vin
den, hij meent ze toch meegenomen te hebben. Zoe
ken in overjas levert geen resultaat op.
De heer Pool: Waarom de officieele stukken niet
hier; die "kunnen zoo niet verdonkeremaand worden.
Da'e moedwil.
Secretaris: 't Is geen moedwiL Als ik ze vergeten
heb, kan ik ze laten halen
Voorzitter: Dan gaan we aan t vaarwater.
Bode De Vries gaat naar Schilder's huis de stuk
ken halen. Ze zijn er niet De vrouw meent toch dat
Schilder ze hier heeft.
Na sluiten der vergadering vindt de heer Schilder
de stukken van Ged. Staten over de drie aanmerkin
gen op de notulen, waar het bespreking over de
sluis van C. de Boer geldt Het blijkt nu, na voorle
zing van de stukken, dat de eerste aanmerking op
de notulen door Ged. Staten onjuist en de beide an
dere juist geacht zijn. De noodige kantteekening voor
aanvulling der notulen is aangebracht
De heer Pool erkent dat het dan' nu in het reine
is. Maar men mag, waar er belang in gesteld wordt,
het toch ook weten, was sprekers meening. Met op
1 na algemeene stemmen, de heer Pool tegen, wordt
overeenkomstig het voorstel van het Dagelijksch Be
stuur, tot 50 verhooging van het salaris van den
secretaris besloten.
Komen ter sprake de ingekomen stukken over ver
betering vaarwater des polders. Een adres van Nieuw
Leven en uitgebreide toelichting worden gelezen. Ge
wezen wordt op beteren toesiand van producten aan
de markt en gemakkelijker en goedkooper vervoer, min
der onderhoud aan wegen, alles ie verkrijgen door ver
betering van vaarwater, terwijl 'de waarde van lande
rijen er door zal stijgen.
Voorzitter zegt, dat het Dagelijksch Bestuur gecon
fereerd heeft met commissieleden, aangewezen om be
langhebbenden te vertegenwoordigen in deze.
De heer Oudhuis is er voor en zou dit nog meer
zijn als 't hiermee gelijke monniken, gelijke kappen
was. Verschillende landbezitters hebben wei de lusten,
niet de lasten. Zij moesten ook ponds-pondsgewijze
bijdragen.
Voorzitter zegt: Wij zijn rond geweest en het Dag.
Bestuur heeft ook een blan gemaakt Totale kosten
t 40.000.
Dan is er nog Ingekomen een verzoek om 't scheppen
van vaargelegenheid om overscheping bij den Hon-
denweg met meer noodig te doen zijn. Met een over
brugde sluis in dien weg zouden veel ingelanden mee
gebaat zijn.
Voorzitter: Dit zijn de voornaamste plannen. Laten
we een overhaal maken, die rendabel Ls. Als rente en
onderhoudskosten er door worden opgebracht, is mij
We moeten nog even terug komen op de lijst der
bekroningen van gister. Nog vermeid moet worden: