DONDER M6 13 APRIL mi 59ste Jaargang. 3770 Uitgevers: TRAPMAN Co. Arrondissement» Rechtbank te Alkmaar. Ingezonden Stukken* Binnenlandsch Nieuws. Polder Heerhugowaard. HAGER ilisieti Niens- Jit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag. Woensdag Donderdag on Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wer en ADVERTENTIES in het eerst uitkomend nummer geplaatst. OURANT. Atattitit- LiiflinUïl SCHAGEN, LAAN D 5. - Int. Teleph. No. 20. Prijs per 8 maanden f O 90 per post f 1.05. Losse nummers 5 ot. ADVERTENTIES van 1 tot 6 regels 10.86, iedere regel meer 6 ot. (Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berek Zitting van Dinsdag 11 April 1916. In verzet We kregen heden eerst ter behandeling de zaak van den heer Oflicux, contra Willéiu Mooi, een ruwe, for- sche Amsterdamsche koopman, die verzet had aange- teekend tegen een vonnis tot 7 dagen gevangenisstraf, dat dij voor deze rechtbank onlangs had opgeloopan. Hij had dat weekje brommen anders dubbel en dwars verdiend... moest je het reuzeverhaal maar eens hooren, dat hij ten basta gat over da zonden, door Mooi in zijn ('s ver ha Iers) herberg te Hoorn, begaan. Mooi kwam daar bij Van Braker den vertellenden kaste lein zeuren om biljartballen te verkoopen en wou op herhaalde vordering niet weg. En daardoor straf' op- geloopen. Mooi praatte nu ais Brugman maar 't gaf niet, de O. v. S. eischte bekrachtiging. Weer een fiets. Teunis Hendrik de Bondt, een 26-jarige glasblazer, laatst knecht in den stoomdraaimolen van Xavier, had M December een fiets gehuurd, uit handen van J. J. Harthoorn, "rijwielhersteller te Krommenie. Die fiets behoorde intusschen niet aan dezen, doch aar den mi litair W. Klein. Kees Klopper, bakkersknecht te lleiloo, 'had de fiets gekocht van de Bondt voor t 4.50, doch wil nu (voor dit bedrag het rijwiel weer aan Klein afstaan. Kees is evenals De Bondt, gedetineerd, doch voor een ander feit. De eisch tegen De Bondt was 5 maanden gevangenisstraf. Beklaagde zei door armoede er toe te zijn gedreven. Mr. Van Dillen, verdediger, pleit clementie. Mishandeling. Joh. Friet, T. W. A. Ruig en Th.'v. d. Pol, alle drie oud-verpleegden van'het Rijksopvoedingsgesticht te Leiden, hadden Eersten Kerstavond de rijksveldwachters Konijn en Koelewijn mishandeld te Castricum. Ze,wa ren te Alkmaar het .gesticht ontvlucht en bevonden zich later in hpt kustwachtlokaal, brutaal en onhebbelijk optredende. Ze sloegen met stoelen om zich heen en militairen gingen op de vlucht. Rijksveldwachter Ko nijn is door hen gekrabd en geslagen. Van der Pol ontkent geslagen te hebben. De O. v. J. eischt, voor allen, het bewijs geleverd achtende, tegen ieder der beklaagden drie maanden gevangenisstraf. In hoogei beroep. Joh. Bakker, een Hoornsch sjouwer, was in de stad dronken geweest, gesnapt en tot 14 dagen hechtenis veroordeeld door den Kantonrechter. Joppie In hooger bevestigen. Maar de politie had Een gehoord resultaat. De O. v. J. vraagt bekrachtiging van het gerwezen vonnis. Een fietslantaarn. Hendrik Schekkerman, een 23-jarige hakkersknecht uit Hoorn, had aldaar op 7 November tijdens de koemarkt een Lucaslantaarn van een fiets ontvreemd, ten na- deele van den eigenaar Jan behagen, tuinman te Iwïsk. Hendrik had reeds eerder gezeten wegens diefstal. Scha- ger zegt dronken te zijn geweest.... Moet je nuchter ontgelden, maatl De O. v. J. eischte thans 5 maan den gevangenisstraf. Dat mag niet. Coraelis Groot, schipper te Harenkarspel, had op 25 Februari jj. met zijn motorschuit een baal watten 5dekens van Koog a. d. Zaan naar Sint Maarten. Te Akersloot werd hij aangehouden. Hij kon een verloopen consent toonen. waarvan hij opgaf, niet te weten dat het verloopen was. Eisch was f5 boete of 1 dag hechtenis. Een paar brutale bezoekers. Jan Bakker, Dirk Rijs en Rudolf Veltman, werklui uit Uilgeest, gaven den restauranteur Van Koe veel overlast met hun opschepperijen. Vooral Bakker deed bar. Rijs ontzag zich niet, Van Ree met vuistslagen te mishandelen. Er Veltmfin schonk zelf maar bier in. Bak ker sprong zelfs hei buffet binnen en mishandelde daar den hospes, lang geen beetje. Voorts is mej. Krom, de buffetjuffrouw, mishandeld geworden, omdat ze de bierkraan vasthield. En Van Ree werden wel twee tanden losgestompt door Rijs. Ook hebben de vandalen een rolluik 6tuk getrokken. De O. v. J. vond Jan Bakker dan al een zeer gevaarlijk man, die meermalen is veroordeeld. Nu eischte Z.E.G. tegen hem vier maanden gevangenisstraf, tegen Rijs en Veltman werd respectievelijk een maand gevangenisstraf en 14 dagen gevangenisstraf gevorderd. Kinderwetten. Willem Kooiman en Johan Dorst, uit Den Helder, stonden evenals Gerben Coursen, met toepassing der Kinderwetten, met gesloten deuren terecht. bine. Uitspraken aj. Dinsdag. Mijnheer de Redacteur, Beleefd verzoek ik plaatsing voor 't volgende in ant woord op het ingezonden stuk van den heer P. C. Boekei, in uw nummer van Dinsdag 11 ApriL Bij voorbaat mijn vriendelijken dank. Beginnen we met de uitdrukking: Dezelfde Schoorl, welke op de centr. keuring met veel druk te de hengstenhouders bij elkaar heeft getrommeld. Mijnheer Boekei, ik kan slechts zeggen, dat dit ge zegde een vuile leugen is, waarvan ik voor u hoop, dat u hem zelf niet gelooft. Als een kleine uiteen zetting het volgende: Met de tram in Hoofddorp aangekomen, ben ik slechts 20 minuten In het loge ment van Treur geweest en ben vandaar direct naar Zuid-Holland vertrokken om „Edelman" aan te koopen. Als dus mijnheer Boekei mij toch op de keuring heeft gezien, is mijn conclusie dat hij aan hallucinaties lijdt en meer ziet dan een gewoon mensch. Heeft de heer P. C. Boekei zelf misschien op die centr. keuring de henstenhouders bij elkaar getrommeld? Het idee, om dit jaar (de hooge voederprijzen in aanmerking nemende) het dekgeld met 2,50 te verhoogen, ik wil gaarne bekennen dat dit van mij is uitgegaan. Dit idee vond bij u, mijnheer Boekei, zoo vreeselijk veel bijval, dat u mij zelf hebt ge vraagd de hengstenhouders boven Alkmaar aan te schrijven, om zoo spoedig mogelijk een vergade ring te houden in het Noord-Hollandsch Koffiehuis te Schagen. Daar ik u antwoordde, dat ik niet de adressen van alle hengstenhouderskende, zeide u: „Dat is niks, die zal ik je wel per brief opgeven"; welke ik dan ook den volgenden dag heb ontvan gen en welke brief nog in mijn bezit is. U, mijnheer Boekei, blijkt mij de man te zijn, die in principe een ander het werk wil laten doen om zelf de cen ten, of een goed deel daarvan, op te strijken. Wat betreft de advertentie van den Bond van Hengstenhouders, een paar vragen: Hebt u, mijn heer Boekei, mij ooit gevraagd mijn naam voor der gelijke advertenties te mogen gebruiken? Hebt u mij ooit verteld dat u voornemens was dergelijke advertenties te plaatsen? Neen, mijnheer Boekei, ronduit zeggen zal ik het niet, maar ik voor mij ge loof dat u geheel op uw eigen houtje die adverten tie hebt geplaatst En nu die „Bond van Hengstenhouders" zelf! Op de eerste vergadering waren ook aanwezig de hee- ren D. Duin. van Schoorl, en Portegijs, van Heer Hugowaard, mijn grootste concurrenten, die beiden bijzonder het voorstel steunden om voor 12.50 te laten dekken. Nog stelde een der andere aanwezi gen voor „laten we vijftien gulden nemen", waarop niet werd ingegaan. Toen het de volgende vergade ring echter tot een besluit zou komen, waren de heeren Duin en Portegijs niet aanwezig, hetgeen voor mij intusschen nog geen bewijs was dat ge noemde heeren niet meer aan de zaak zouden mee doen, zoodat ik nog bleef op het standpunt van 12.50 dekgeld. Bij dit alles nu, was wel opmer kelijk, dat het voorstel, ook door mij met warmte gesteund, cm de zaak kracht te geven door het op maken van een gezegeld contract, met weinig beter dan algemeene lauwheid werd behandeld, waardoor dus de „Bond van Hengstenhouders" tot heden niet beter dan een heel gewoon doodgeboren kindje is geweest. Daar zie ik later in de Schager Courant: de heer Portegijs stelt „Archibald" voor 10.be schikbaar, en de heer Duim adverteert een hengst zonder dekgeld te noemen. Door de genoemde lauw heid en het gemis aan volledige samenwerking zou ik dus met mijn twee hengsten het kind van de re> kening worden; wat ik niet voornemens ben. Om de heeren Duin en Portegijs met gelijke munt te be talen zal ik „Lodewijk" (een buitengewoon best type zware hengst, al zou de heer Boekei het gaarne an ders zien) op de conditiën laten dekken als in de Schager Courant gepubliceerd staat, enen zal mijn heer Boekei mij in geen geval kunnen verplichten dit na te laten. Op de eerste vergadering hebben meerdere heng stenhouders mij willen bewegen geen hengst te la ten rondleiden, doch ik heb direct geantwoord dit niet te willen beloven. Voor het geval nl. dat het me niet zou gelukken een hengst te verhuren, kon ik toen nog niet zeggen wat me te doen stond en beide hengsten thuis houden gaat niet, aangezien ik voorloopig nog geen hengsten voor mijn pleizier houd. Hoe kon ik overigens ooit gelukkiger keuze doen voor plaatsing van een hengst als te Wierin- gerwaard? Vorig jaar stonden er twee hengsten in de Anna Paulowna, die beide boven de 100 merriën hebben gedekt; nu is er een daarvan afgevallen, terwijl het aantal te dekken merriën steeds toe neemt, wel duidelijk dus dat een tweede hengst in die omgeving niet overbodig is. Wat nog betreft uw gezegde: In 't geheim accoord Jes maken, dit doet mij denken aan het spreekwoord „zooals de waard is vertrouwt hij zijn gasten". Zaterdag 1 April was ik nog bezig „Lodewijk aan een hengstenhouder uit Steenwijk (O.) te verhu ren, wat me intusschen niet gelukt is, en na dien datum heb ik direct voor „Edelman" plaatsing ge zocht in de Wieringerwaard, terwijl ik al Woens dag 5 April begonnen ben met „Lodewijk" te adver- teeren. Wanneer u, mijnheer Boekei, nu in principe tegen laag dekgeld is, had u direct Donderdag 6 April in de courant moeten schrijven, maar daar jeukt het hem niet! Zaterdag 8 April kwamen in de „Schager Courant" voor het eerst de beid6 adverten ties voor, ook die van „Edelman" dus, en blijkt uit uw stilzwijgen op 6 April en uw aanval van woede op 11 April dat niet „Lodewijk" doch „Edelman" u dwars zat! Het is hier dus een heel andere kwestie: Immers, wanneer A-odewijk" werkelijk zulk een on waardig paard was, behoefde u zich niet tot afbre ken af te sloven. Het is geheel een kwestie van broodnijd, een ander kan niet geduld worden in of nabij den kring van getrouwen van mijnheer P. C. Boekei. 't Is dus de kwestie dat „Edelman" in de Wieringerwaard staat en rondgeleid wordt, dat heeft uw bloed aan het gisten gebracht en u ge noopt op uwe lieftallige manier een ander voor on eerlijk uit te maken. Daar „Edelman" nu deel uitmaakt van de 4 heng sten in het noorden, en ik mij wel heb willen stel len tegen Duin en Portegijs, doch niet tegen de hee ren die wel genegen waren het dekgeld op f 12.50 vast te stellen, heb ik natuurlijk „Edelman" met dat dekgeld geadverteerd. Ik geloof nu niet, dat nog iemand zal durven beweren, dat ik in deze een ver keerde houding heb aangenomen. Wat betreft uwen raad, mijnheer Boekei, om van mijn handelwijze terug te komen, het volgende: Wan neer het noodig was mijn leven te beteren, zou ik het laatst mijnheer P. C. Boekei raadplegen, want ik ga liever niet om met menschen, die een ander met vieze leugens in een verkeerd daglicht trachten te plaatsen. Voor het „in de put raken van Lodewijk" ben ik geenszins bang, dat laat ik met de Septemberkeu- ring aan de Keuringscommissie over. Uw bedoeling is echter, dat „Lodewijk" bij de merriehouders niet hoog staat aangeschreven, doch de praktijk van de laatste dagen blijkt mij meer in het gelijk te stel len dan den hooggeleerden heer P. C. Boekei, en zal de rekening van A-odewijk" stellig met een batig saldo sluiten. Intusschen zal dit wel komen doordat alleen de heer P. C. Boekei verstand van hengsten heeft! Als mijnheer Boekei zijn eigen hengst wil ophe melen, heeft hij groot gelijk, doch die van een ander af te kammen staat kwajongensachtig. Ik raad hem aan, dit voortaan na te laten, daar dit hem in de oogen van bet publiek stellig niet verhoogen zal. En wat betreft het vele dat u, mijnheer Boekei, nog meer op uw gemoed hebt, ik geef u gaarne de gelegenheid; echter hoop ik voor u zelf dat u dan met waarheid komt; dan wil ik mij verder met u inlaten, doch als u op dezelfde manier voortgaat, zal ik verder met stilzwijgen kunnen volstaan, daar u dan uzelf met uwe twijfelachtigheden veroordeelt Ten slotte nog dit: Deze keer zal ik er in berusten, doch wanneer u me weer voor oneerlijk uitmaakt wacht u dan voor de gevolgen! G. SCHOORL Pz. Hoeve „Woudmeer", 12 April 1916. NIET VEEL WIJZER. Onze lezers weten dat Dr. Kuyper ook voor de Eerste Kamer een comité-generaal heeft aangevraagd en dat met zfln medeaanvragers heeft verkregen en dat nu ook üe Eerste Kamer door de regeering is ingelicht aangaande den cntleken toestand. Teekenend'fa wel, wat de Hoefijzercorrespondent van bet Hdhld. hierover zegt: Nadat er dus gedurende een half uurtje wat schuim was geklopt fdi» wijst op de verwijten die Dr. Kuy per lot de regeering richtte over het niet bijeenroepen der Eerste Kamer), gingen de deuren dicht. Na een half uurtje gingen ze weer open. Een R^oeringsverkla ring, die hier toch zeker niet anders haa kunnen lui den pan in de Tweede Kamer, kwam er niet. En de Eerste Kamer zal wel niet wijzer zijn gewor den ijan de Tweede, die, naar wij hebben liooren "en. door de R< is gemaakt dan verluiden, door de Regeering niet hééf veel wijzer iedereen. i Verklaring van de Fransche regeering. (Officieel). Het departement van buitenlandsche za ken deelt mede, dat de Fransche gezant met machtiging van zijn regeering aan den minister van buiteniandsche zaken de verzekering heeft gegeven, dat noch Frankrijk, noch een van zijnebondgenooten er ooit een oogenblik aan heeft gedacht, rechtstreeks of zijdelings de onzij digheid yan Nederland of de onschendbaarheid van zijn grondgebied aan te tasten, onder bijvoeging, dat- de laatstelijk te Parijs gehouden conferentie der Ge allieerden zich in het geheel niet met Nederland heeft bezig gehouden Vergadering van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd ingelanden van den polder Heer Hugowaard, gehou den in het Polderhuis te Oudorp, op Dinsdag 11 April 1916. Aanwezig de Dijkgraaf, de heer Jb. Buren, en vijf Heemraden, benevens elf Hoofdingelanden. Afwezig een Heemraad, de heer v. d, Busse (die bedankt heeft), eneen Hoofdingeland, de heer W. van Sloo- ten Sr. Tevens afwezig de penningmeester, de heer Kamp, terwijl ook de secretaris, de heer P. Schilder Jz„ (deze wegens ongesteldheid). De Dijkgraaf, de heer Jb. Buren, opent.de vergade- vng. Hij herdenkt de heeren v. d. Busse en Van Lange, voor het vele dat zij in het polderbestuur presteerden en prijst hunne trouwe plichtebetrach ting. Als loco-secretaris zal de heer J. Schilder fungeeren De notulen worden goedgekeurd. Volgt onderzoek geloofsbrieven van de herbenoem de Hoofdingelanden, de heeren K. v. Stralen en K. v. Lange, en van den heer C. Poland, nieuwbenoemd Hoofdingeland. Alles wordt in orde bevonden. Aan de orde wordt gesteld de rekening over 1915 en begrooting voor 1916. Na eenige vragen van den heer C. Poland, betref fende de rekening, over erfpacht, waarvoor de heer Poland wordt verwezen naar eene volgende ver gadering, waar de penningmeester hem dan de ge vraagde inlichtingen zal kunnen geven, vraagt de voorzitter rapport van de commissie, met het na zien belast. De heer K- Konijn rapporteert, dat alles in orde is bevonden en worden rekening en begrooting goed gekeurd en de penningmeester gedéchargeerd voor zijn geldelijk beheer over 1915. De rekening over 1915, de 287ste van den polder, geeft aan: Ontvangsten f 54260,80, uitgaven f 50038,135, voordeelig saldo f 4222,665. De begrooting 1916 sluit in ontvangst en uitgaaf op een eindcijfer van f 59093,795, met f 731,795 voor on voorzien. Volgt bestuursverkiezing. In de vacature Heem raad v. d. Busse wordt, na een paar vrije stemmin gen, benoemd de heer K. van Stralen, met 10 stem men, in herstemming met den heer J. v. d. Oord, die daarbij 6 stemmen krijgt. In de vacature P. v. Lange, wegens bedanken, heeft diens zoon K. v. Lange, blijkens ingekomen schrijven, zich als sollicitant aan geboden. Na 2 vrije stemmingen, herstemming tus- schen de heeren N. Pool, K. v. Lange en W. Appel man. De loco-secretaris zegt: En die de meeste stemmen krijgt wint 't denk aan de stemming over den se cretaris, toen was het ook zoo'n geval en toen is er herrie genoeg geweest. De heer K. v. Lange wordt benoemd met 10 stem men, terwijl de heeren Pool en Appelman resp. 4 en 2 stemmen krijgen en een blanco. De benoemden nemen het aan. Volgt bespreking over electrische drijfkracht voor de bemaling, met als doel proefnemen met de oude pomp, dan kunnen we zien wat het kost De oude pomp niet de machines, die worden afgedankt en voor oud ijzer verkocht zal dan in dienst worden gesteld, terwijl ze nu geen dienst doet. Opgevraagde en ingekomen rapporten van den heer Walvisch, zelf leverancier, en van den heer Koolhaas, adviseur voor polderbemalingen te Utrecht, worden ter tafel ge bracht De heer Walvisch rapporteert, dat de kosten van stroom, gerekend 1500 uren per Jaar, f 5000 zul len beloopen; onderhoud hoogstens 2 pet., de gebeele kosten voor de proef zullen op f 9000 komen. De heer Koolhaas wijst op de in 1907 gebouwde, thans hier gebezigd wordende machines, waarmede zijns inziens in hoofdzaak moet worden doorgegaan. Maar toch is de proef met electriciteit, waarover het Dag. Be stuur adviseert, wel aan te bevelen. Later zullen de nu nog nieuwe machines eventueel door electrische drijfkracht kunnen worden vervangen. Kosten van de proef rond f 7500 en f 5500 per jaar voor stroom, met gerekend 800 uur per jaar en dan 11 millioen kub. M. water te verwerken is gelijk tweederden yan het waterbezwaar. Voor geheel electrische bemaling zou globaal f 15000 kosten moeten worden begroot, volgens den adviseur, die de jaarlijksche kosten daar van op f 7800 stelt. Bedrijfszekerheid en levensduur der inrichting: zeer groot De heer v. d. Oord vindt f 5000 ruim apart aan stroom nog al wat Voorzitter: 't Zal heel wat steenkool uitwinnen. De heer van der Oord: Dat moet dan ook wel. De voorzitter wijst op den buitengewoon natten winter, hooge waterstanden en kosten van steenko len. De kolenprijzen waren in 1914 f 125 per spoor wagen, in 1915 f 160 per spoorwagen en in 1916 f 200 per spoorwagen. Spr. heeft 150 spoorwagens besteld, doch kan er 25 krijgen. Voorzitter zegt er voor te zijn om de oude pomp met electrische drijfkracht als proef te bezigen. Met stoom kan men bezwaarlijk 1 of 2 uurtjes malen. Met electriciteit als drijfkracht gaat dat weL Ook bevordert het regelmatiger water stand. De heer Pool vindt het gevaarlijk om zoo in zee te gaan met 'n adviseur die zelf leverancier is, als Walvisch. We moeten niet de eerste de beste nemen, die er zich voor bij ons aanbiedt Voorzitter: Daarom hebben we Koolhaas ook advies gevraagd. We doen het niet of op contract, waarin omschrijving van voorwaarden, moet afgesloten worden. De heer Poland wil gaarne eerst grondig onderzoek door het Dagelijksch Bestuur. Secretaris: Als deze vergadering zich nu eens in beginsel uitsprak vóór electrische drijfkracht en het Dagelijksch Bestuur wordt tot een zekere som ge- machtigd voor de proef? Mep kan ook wel tot den herfstwachten, maar dan is het weer maaltijd. Maar dan zijn we toch voorzichtig geweest En desnoods zou dan nog weer een vergadering met Hoofdinge landen kunnen worden opgeroepen om er over te beraadslagen. De heer Oudhuis is vóór de proef en om het Dage lijksch Bestuur te machtigen er voor, als het moge lijk en uitvoerbaar is. Blijkt het bij onderzoek boven het cijfer, waarvoor machtiging gegeven wordt, te gaan, dan een buitengewone vergadering beleggen, 't Nageslacht zal er toch ook van profiteeren. Voor de bevaarbaarmaking van onzen polder is 't ook heel dienstig. De heer Oudhuls doet het voorstel, nu door te gaan. De heer Poland stelde voor: eerst onderzoek van het Dagelijksch Bestuur én tot den herfst wachten, doch trok, gehoord de besprekingen, dat voorstel in en met algemeene stemmen wordt het voorstel Oud huls aangenomen. Voorzitter: Dus het bestuur krijgt machtiging tot probeeren. Maar welke som uittrekken? Secretaris: Begroot is 7500. Voorzitter: Als we het voor minder kunnen krijgen dan zullen we het wel doen. Voor alle zekerheid wordt besloten, goedkeuring aan te vragen op 8000. Ingekomen is een verzoek van den bode C. de Vries, om 50 verhooging en daardoor 200 salaris te genieten. Voorzitter zegt: Het salaris is 150 en 25 toe lage, die vervallen zou bij eventueele verhooging. Het Dagelijksch Bestuur is niet voor verhooging. Met algemeene stemmen afgewezen. Deheer Poland zou wel aan de molenaar verhoo ging van salaris willen geven. Voorzitterzegt, dat ze oen gratificatie gehad heb ben en dat het niet noodig is. Ged. Staten berichten de verordening des polders op het berijden der wegen, niet te hebben goedge keurd. De secretaris, thans afwezig, de heer P. Schilder, verzoekt f 100 verhooging van zijn salaris, dat f 200 lager is dan dat van den penningmeester. De werk- zaamheden nemen toe. Voorzitter: 't Komt mij te hoog voor, f 100, Om wat te geven, dacht ik: f 50.. De penningmeester heeft wel f 150 gehad, doch heeft meer werk. De heer Pool is dit eens; ook de verantwoording van den penningmeester is veel grooter Op de correct heid van den secretaris is ook wel wat af te din gen, in verband met de notulen van 9 Nov. jL Van Ged. Staten is daarover een stuk ingekomen, dat dit nader kan toelichten. Een arbeider is zijn loon waard, zeker, maar dan moetde arbeid ook correct zijn, De heer J. Schilder, thans fungeerend secretaris, zegt dat er drie aanmerkingen op de notulen zijn, waarvan ee nongegrond geacht wordt door Ged. Staten en de twee andere gegrond. Dé secretaris kan nu de officieele stukken van Ged. Staten niet vin den, hij meent ze toch meegenomen te hebben. Zoe ken in overjas levert geen resultaat op. De heer Pool: Waarom de officieele stukken niet hier; die "kunnen zoo niet verdonkeremaand worden. Da'e moedwil. Secretaris: 't Is geen moedwiL Als ik ze vergeten heb, kan ik ze laten halen Voorzitter: Dan gaan we aan t vaarwater. Bode De Vries gaat naar Schilder's huis de stuk ken halen. Ze zijn er niet De vrouw meent toch dat Schilder ze hier heeft. Na sluiten der vergadering vindt de heer Schilder de stukken van Ged. Staten over de drie aanmerkin gen op de notulen, waar het bespreking over de sluis van C. de Boer geldt Het blijkt nu, na voorle zing van de stukken, dat de eerste aanmerking op de notulen door Ged. Staten onjuist en de beide an dere juist geacht zijn. De noodige kantteekening voor aanvulling der notulen is aangebracht De heer Pool erkent dat het dan' nu in het reine is. Maar men mag, waar er belang in gesteld wordt, het toch ook weten, was sprekers meening. Met op 1 na algemeene stemmen, de heer Pool tegen, wordt overeenkomstig het voorstel van het Dagelijksch Be stuur, tot 50 verhooging van het salaris van den secretaris besloten. Komen ter sprake de ingekomen stukken over ver betering vaarwater des polders. Een adres van Nieuw Leven en uitgebreide toelichting worden gelezen. Ge wezen wordt op beteren toesiand van producten aan de markt en gemakkelijker en goedkooper vervoer, min der onderhoud aan wegen, alles ie verkrijgen door ver betering van vaarwater, terwijl 'de waarde van lande rijen er door zal stijgen. Voorzitter zegt, dat het Dagelijksch Bestuur gecon fereerd heeft met commissieleden, aangewezen om be langhebbenden te vertegenwoordigen in deze. De heer Oudhuis is er voor en zou dit nog meer zijn als 't hiermee gelijke monniken, gelijke kappen was. Verschillende landbezitters hebben wei de lusten, niet de lasten. Zij moesten ook ponds-pondsgewijze bijdragen. Voorzitter zegt: Wij zijn rond geweest en het Dag. Bestuur heeft ook een blan gemaakt Totale kosten t 40.000. Dan is er nog Ingekomen een verzoek om 't scheppen van vaargelegenheid om overscheping bij den Hon- denweg met meer noodig te doen zijn. Met een over brugde sluis in dien weg zouden veel ingelanden mee gebaat zijn. Voorzitter: Dit zijn de voornaamste plannen. Laten we een overhaal maken, die rendabel Ls. Als rente en onderhoudskosten er door worden opgebracht, is mij We moeten nog even terug komen op de lijst der bekroningen van gister. Nog vermeid moet worden:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 1