Schap Courant
In Heidehoeve.
A.P. en N.A.P.
Zalen? eg 13 Nel 1916.
59ste Jaargang No. 5/96.
TWEEDE BLAD.
Brieven uit Engeland.
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
Gemengd Nieuws.
Londen, April 1918.
Vandaag, den 24en April, ls het driehonderdder-
tlgjarig herdenkingsfeest begonnen ter eere van wil
liam Shakespeare, Engeland's grootsten schrijver.
Misschien schrijf ik een volgenden keer over een
en ander- in verband daarmee. Thans zou ik niets
anders nog kunnen geven dan een droge opsomming
een soort van programma, heel nuttig voor wie in
Londen woont, en er gebruik van kan maken, maar
tamelijk onbelangwekkend voor ieder, die thans van
Engeland gescheiden is door een gevaarlijk water
als de Noordzee. Men zal het mij, hoop ik, niet kwa
lijk nemen, wanneer ik in plaats daarvan iets vertel
van Shakespeare zelf.
Shakespeare de naam kan ook op een andere
wijze gespeld worden, bijv. Shakspere werd ge
boren den 23pten April 1564, te Stratford-on-toon in
Warwichshire. Hij stierf op denzelfden datum 52
jaar later. Aangezien Engeland toen nog de Juliaan-
sche tijdrekening had het duurde tot 1752 eer het
de Gregoriaansche aannam, waarin Schotland het
reeds in 1600 was voorgegaan komt deze datum,
23 April, niet overeen met onzen 23sten April, maar
met den 3en Mei. Woensdag 3 Mei aa. zal het dus
de echte Shakespearedag zijn. de dag, waarop het 300
jaar geleden is, dat William Shakespeare stierf, en
352 jaar, dat hij werd geboren. Het laatste ieit even
wel ls niet met volkomen zekerheid vast te stel
len, Wij weten dat hij werd gedoopt op den 26sten
April en leiden daaruit zijn geboorte op den 23en
af. Den 22sten echter is even waarschijnlijk.
Veel is van het leven van Shakespeare niet be
kend, hoewel meer dan van de meesten zijner tijd-
genooten. Zijn vader, John Shakespeare, vestigde
zich in Stratford.in 1551. Hij handelde in landbouw
producten, huiden, wol, mout, enz., en werd, zooals
we lezen, in 1552 beboet, wegens het hebben van een
onaangenaam riekende mesthoop voor de voordeur
van zijn huis.
De zaak van John Shakespeare ging langzaam
maar zeker vooruit, en de toekomstige vader van
Engelands grootsten schrijver trouwde in "1557 Ma-
ry Arden, de dochter van een heerenboer uit de
buurt. De twee eerste kinderen, meisjes, stierven
jong, William bleef leven, ondanks het feit, dat
Stratford in het jaar zijner geboorte door de pest
geteisterd werd. Daarna volgden nog twee dochters
en drie zoons.
Waar William Shakespeare ter school ging, is ons
ten eenenmale onbekend, maar zeer waarschijnlijk
bezocht hij de Latijnsche school in Stratford .Het
voornaamste leervak op die school was Latijn, hoe
wel Shakespeare er niet bijster veel aan gedaan
schijnt te hebben. Ben Jenson, zijn geleerde, en we
mogen gerust zeggen zeer geleerde tijdgenoot, be
schreef Shakespeare's kennis als bestaande uit wei
nig Latijn en minder Grieksch". Misschien eischte
Jonson wat veel, maar dit staat in elk geval vast,
dat de aanhalingen uit het Latijn, voorkomende in
Shakespeare's werken, nóóit direct uit het oorspron
kelijke zijn, maar uit een Latijnsch schoolboek
je uit dien tijd, geschreven door William Lily.
Een ander studievak op de school in Stratford was
rekenkunde, maar de Engelsche taal werd er niet
onderwezen. Zijn kennis van de moedertaal schijnt
Shakespeare dus buiten de schooluren opgedaan te
hebben. En laat ik zeggen, voor we verder gaan, dat
die kennis een van de verwonderlijkste dingen in
hem is. Hij gebruikte in zijnwerken 21000 verschil
lende woorden, d.i. drie maal zooveel als Milton,
de schrijver van het Verloren Paradijs. Ontwikkelde
menschen gebruiken in hun conversatie tusschen
3000 en 5000 woorden. In een van Shakespeare's too-
neelstukken, Troilus en Cressida, komt voor een
toespraak van Ulysses, bestaande uit 455 woorden.
Daarvan zijn 156 de gewone woorden, die in eiken zin
voorkomen als de, het, en, van, enz. Van de 299
woorden, die overblijven, zijn 288 verschillende
Slechts 11 komen meer dan eenmaal voor.
Maar, zooals ik reeds zei, zijn kennis van de En
gelsche taal had Shakespeare niet op school ver
kregen. Hoe hij ov er school dacht, kunnen we op
maken uit zinnen, als deze, voorkomende in zijn
werken:
Liefde gaat tot liefde, als schooljongen van hun
boeken.
De huilende schoolknaap met zijn tasch.
En glimmend morgengezicht, kruipende als een
slak.
Onwillig naar school.
Een tijd lang gingen de zaken van John shakes
peare uitstekend. Daarna keerde de fortuin hem den
rug toe. Schulden werden gemaakt, en William
wer dvoor alle waarschijnlijkheid van school geno
men, om mee te helpen in de verdiensten. Wat hij
deed, weten wij alweer niet. Volgens de overlevering
hielp hij zijn vader, hij werd schoolmeester, hij werd
slager, Zelfs wordt beweerd, ik durf niet zeggen
in ernst dat hij nooit een koe slachtte zonder
het arme dier eenige dichterlijke troostwoorden toe
te spreken.
16.
En dan dacht Marie weder aan dien verschrikke-
lijken gendarm> die haar steeds in het oog scheen
te houden. Zou die man nu bepaald iets in zijn shild
voeren? i
De heele feestelijkheid liep voor haar in het niet.
Zij kon met al haar innerlijke angst niet ongewoon
vroolijk zijn zooals al de anderen.
De beide wandelaars verspilden slechts weinige
verstrooide woorden met elkaar, zij waren geheel
met hun gedachten bezig. Eindelijk begon Fedor:
..Zie je die regenwolkjes, de zon staat al diep en
grootvader wil om zeven uur naar huis. Wij moeten
omkeeren, maar ik denk dat deze wandeling in de
vrije natuur ons toch wel veel goed heeft gedaan
„Heel veel beste neef".
Toen zij aan de herberg aankwamen, stonden de
twee rijtuigen reeds ingespannen. Grootvader klopte
zijn ongeduldige bruin op den hals. Lude Beermann
had zijn paard bij den teugel. ,En op dat oogenblik
traden de anderen rood en verhit naar buiten
Heinrich en Liesbeths oogen vlogen het terugkee-
rende paar tegemoet en op beider gelaat was een
nijdige, ontevreden trek.
Liesbeth babbelde even met haar zuster. En toen
Marie haar plaats had ingenomen, klauterde Lotte
bij haar in den wagen. ..Lise heeft geen lust om met
je te rijden." zeide zij snibbig. „Jij denkt zeker de
vrouw van Fedor te worden, hé? Maar dat zal je
niet lukken, want je hebt geen geld, zooals ze
vertellen."
Grootvader reed weg. Van de beide meisjes bab
belde Lotte alleen. Marie zat in gedachten verzon
ken. zij antwoordde slechts het allernoodigste. Hoé
boos had Heinrich haar zooeven aangekeken. Die
zeide haar bepaald nooit een goed woord meer.
HOOFDSTUK 16.
De zomer Bchreed voort. Zulk een groeien en bloei
Maar dit zijn niets als veronderstellingen. Van
ui m Van W.illiam Shakespeare tusschen zijü
L® e" .ir® J"* 18 ons hoegenaamd niets bekend.
1 NJ ^eer op' doord&t we van hem lezen,
«i hl huwelijk trad met Anne Hathaway,
HI? Vr«0»nHm- ücht' jaar ouder dan hl-f zelf was.
t,,hh£ g i kinderen» Susannah, en een tweeling
Judith en Hammet niet Hamlet.
«zon? volSeude vier of vijf jaar gaat de overlevering
n™*™? h* werk' omdat we alweer niets weten
Omstreeks 1587 evenwel, verlaat Shakespeare zijn
geboorteplaats, om te trachten zijn fortuin te ma-
^onden- De overlevering zegt, dat hij moest
vluchten wegens wildstrooperij, en dat zijn eerste
werk in Londen direct in verband stond met schouw
burgen. Namelijk, dat hij buiten den schouwburg
stond, om de paarden vast te houden van degenen
die er in waren. B
Maar in werkelijkheid verdwijnt Shakespeare weer
voor een jaar of vijf voor ons onder den horizon
En dan in 1592, hooren we plotseling van hem als
een bekend schrijver, in een allesbehalve liefelijk
pamflet geschreven door Robert Greene op zijn
sterfbed.
Doch niet alleen een s c h r ij v e r van tooneelstuk-
ken werd Shakespeare, hij trad ook op als acteur in
zijn eigen stukken en die van anderen. Zijn roem als
tooneels.p el er schijnt echter niet groot geweest te
zijn. V(olgens de overlevering speelde hij de Geest in
Hamlet, en Adam Spevcer in As You Libe St, twee
zeer minderwaardige rollen.
Brieven^ geschreven in Shakespeare's hand, bezit
ten we niet, wel twee of drie handteekeningen, en
één brief, geschreven aan hem, door Rlchard Qui-
ney, den ander van Shakespeare's latere schoonzoon.
Deze brief, geschreven in epn herberg in Londen, Carter
Lane, E.C„ bevat een verzoek om geld, een lee
ning van 360 gulden. We willen hopen, dat Mr. Qui-
ney ze gekregen heeft. Dit staat vast, dat Shakespea
re ze best kon missen. Zoo langzamerhand was hij zeer
welgesteld geworden. Zijn inkomen per jaar zal on
geveer 7200 gulden bedragen hebben, wat gelijkstaat
met een kleine zestigduizend gulden thans.
Shakespeare's zoon Hamnet stierf in 1596, zijn va
der in 1601, zijn moeder in 1608, zijn broer Edmu-
na In 1607. In dit jaar trouwde zijn dochter Suzan
nak' met Dr. John. Hall, en in h^t begin van 1616 zijn
andere dochter Judith met Thomas Quiney, een wijn
handelaar in Stratford.
Omstreeks 1611—12 verliet Shakespaere Londen om
terug te keeren naar Stratford. Wij kunnen aanne
men, dat hij zijn levensdoel had bereikt. Arm en on
bekend had hij zijn geboorteplaats verlaten, als een
bekend schrijver, en een rijke man keerde hi| er terug.
Hij kocht het grootste huis in de stad, New "Place, om
daar zijn overige levensjaren door te brengen. Ze wa
ren slechts weinige. Den 25e Maart "1616 voelde hij
blijkbaar zijn einde naderen, want op dien datum lezen
we, dat zijn testament werd opgemaakt. Nog geen
maand daarna was een van de grootste mannen, die
de wereld ooit gekend heeft, heengegaan.
Dit zijn twee zaken, waarover nog al eens ver
schil van meening bestaat.
Dat A. P. wil zeggen: Amsterdamsch Peil, is wel
zoo algemeen bekend geworden in den laatsten tijd,
dat men het daarover niet oneens zal zijn. En als
men beweert, dat die maat in de wereld gekomen
is in den tijd, toen het IJ voor Amsterdam nog in
open verbinding stond met de Zuiderzee, dus
vóór de laatste helft der vorige eeuw, dan zal
men dat ook wel willen aannemen.
Maar over de beteekenis van het aloude Amster-
damsche Peil als maat bestaat verschil van gevoe
len.
De een zegt: A.P. is het punt dat den gemiddelden
waterstand van het IJ te Amsterdam aanwees, en
dat dus Ugt midden tusschen getvoon eb en vloed.
Een ander zegt, dat onder A.P. moet worden ver
staan den gemiddelden vloedstand aldaar, dus
zooals de schippers het zouden noemen: het gewoon
hoog water.
Hoe is het nu?
Wie bekend is met onze polderbemaling zal al
licht de laatste opvatting de beste vinden. Het
woord „peil" doet hem denken aan eene begrenzing,
aan een uiterste. Als de seinmolenaar overdag een
vlaggetje en bij nacht een lantaarn aan den kop
van de opstaande molenwiek plaatst, wil dat zeg
gen, dat het boezemwater „aan peil" is of zijn hoog-
sten waterstand heeft .bereikt, zoodat de betrokken
molens ep stoomgemalen moeten stoppen, daar ver
dere opmaling schadelijk en gevaarlijk zou zijn voor
de waterkeeringen om den bopzem.
Zoo ook, heeft men wel gezegd, diende A.P. tot
merkteeken) dat er geen IJ water in de stadsgrach
ten van Amsterdam mocht worden binnengelaten,
omdat daarbij sommige deelen der stad zouden on-
derloopen.
Dr. A. A. Beekman, de welbekende onderzoeker
van waterstanden en kenner van ons polderland,
beschrijft A.P. als het vlak van vergelijking, liggen
de ongeveer op de hoogte van dpn gemiddelden
stand van den vloed te Amsterdam, toen het IJ nog
niet van de Zuiderzee was afgesloten, dus ook als
vloedstand.
Dat A.P. was het nulpunt van de peilschaal aan
het Stadswaterkantoor te Amsterdam, en aangege
ven door kruissneden op hakkelbout en aan het
achterfront van de Beurs op het Rokin, aan de
Nieuwemarkt, bij het Waterkantoor en op de peil
schaal aan den Scheierstoren. Later is het binnen
Amsterdam nog aangegeven door het inmetselen
van peilsteenen op verschillende plaatsen aan in 't
en had Marie nog nooit gezien, het hart ging haar
daarbij open van blijdschap en dankbaarheid. Wat
was zij hier toch wonderwel geborgen. Het was
rondom een wereld vol verrukking, een bloemen
weelde zonder wederga. Ach, waar ter wereld kon
het mooier zijn dan hier dat riep zij dikwijls uit.
De vreugde in de natuur en haar lust in wer
ken moest haar veel vergoeden. Haar omgang met
de bloedverwanten, was na de markt te Soltau zeer
oppervlakkig geweest. Marie had Lise over haar
gedrag met den lichtzinnigen volontair onderhdu-
den en haar gezegd, hoeveel verdriet dit Fedor had
gedaan.
Toen was Liesbeth uitgevaren en riep: „Laat hij
zich met zijn eigen zaken bemoeien. En jij bent voor
al wel de rechte om mij het goede voor te prediken"
Tot Heinrich waagde Marie geen enkel woord van
verontschuldiging te zeggen. Met een afwijzend,
stuursch gezicht liep hij haar voorbij. Hij kwam
heel zelden en kwam alleen voor grootvader én
tante Hoe onaangenaam of. Marie dit alles ook
vond, zij begreep en voelde toch duidelijk, dat zij
aan 'deze verhouding niemendal veranderen kon.
En misschien wilde zij het ook nauwelijks. Het
was wel goed dat de muren tusschen hem en haar
stonden, het mocht immers niet anders zijn.
Oom Hans schreef haar zoo nu en dan en met groot
verlangen zag zij naar zijn brieven uit.
In Berlijn scheen het weinig te veranderen. Toen
Hans op den lsten Juli de huur naar beneden had
gebracht, hij deed voor Liebreich alle zaken
had Goldammer hem koel en uit de hoogte behan
deld. In onbestemde woerden had hij er op ge
zinspeeld, dat hij de beslissende stap zou doen om
zijn vrouw terug te krijgen. Men leefde toch in een
wereld, waar toch nog wet en regel bestond. Zijn
advocaat was ook van dat idée. zoodat hij zich deze
behandeling van de zijde zijner jonge vrouw zich
niet behoefde te laten welgevallen
Ik begrijp niet wat hij van plan is te doen. Ik
waag het niet het te vragen en waarschennlijk zou
hij het ook niet zeggen. Ik hoop, dat ge echter in
volkomen veiligheid bent. Mij zal men onder geen
enkel voorwendsel een woord ontlokken, over jouw
water staande muren.
In 1812 werd door Krayenhoff (de bestuurder der
verdedigingswerken van Amsterdam en minister
van Oorlog onder Koning Lodewijk van Holland)
het Amsterdamsch Peil als hoogtemaat overge
bracht naar alle gewesten van ons land.
Bij latere waterpassing is echter gebleken, dat het
merk van A.P. op vele plaatsen onjuist was aan
gegeven; het lag veelal te laag, hier meer, daar min
der.
Daarom heeft men op die plaatsen op nieuw be
paald, op welke hoogte het eigenlijke AJP.-punt ligt.
Men heeft daar dus een verbeterd nulpunt op de
peilschaal aangebracht en dit punt aangeduid als
N. A. P.( dat is: Nauwkeurig Amsterdamsch Peil.
Lit het bovenstaande volgt, dat men niet in het
algemeen kan zeggen, hoeveel A.P. en N.A.P. .ver
schillen, want het verschil is niet overal gelijk.
Aan de Rijkspeilschalen te IJmuiden en te Hoorn
zijn- de beide punten zelfs gelijk: daar is dus geen
verschil tusschen A.P. en N.A.P. Te Petten is het
verschil 10 cM„ te Den Helder 7 cM„ te Muiden 5
cM., aan de Oranjesluizen 2 cM. Over geheel Hol-
land's Noorderkwartier moeten de verschillen ge
ring zijn.
Veel grooter verschillen, zelfs tot 30 cM., heeft
men gevonden langs de oostelijke kusten van de
Zuiderzee en in het noorden van ons land.
S.
POKKEN TE AMSTERDAM.
Sedert de vorige opgave zijn geen nieuwe geval
len voorgekomen en is één lijder uit het Wilhelmina-
Gasthuis ontslagen, zoodat het aantal thans is 7
mannen, 7 vrouwen en 7 kinderen.
Het aantal in observatie genomen verminderde
met 13, zoodat het thans 43 bedraagt
DESERTIE IN INDIE.
Uit Weltevreden wordt aan de Telegraaf geseind:
De bemanningen van de Zeven Provinciën, de Ko
ningin Regentes en de H. M. Tromp, hebben zich
schuldig gemaakt aan desertie op groote schaal,' om
dat zij verschillende grieven of vermeende grieven
hadden.
De ontevredenheid deed zich het sterkst voor op
de Zeven Provinciën. De eerste officier van dezen
bodem, A. ten Broeke Hoekstra, luitenant ter zee
le klasse, heeft het gedeelte der bemanning, dafct niet
gedeserteerd was, toegesproken en tot kalmte aange
maand.
De commandanten der schepen weigeren met de
deserteurs in onderhandeling te treden en eischen
onvoorwaardelijken terugkeer.
Een 300-tal deserteurs, die zich over de stad en
in de omgeving verspreid hadden, weigeren naar de
schepen terug te keeren. Ze worden thans door pa
trouillerende soldaten gezocht en naar de schepen
teruggebracht. Van de gedeserteerden is reeds een
60-tal gestraft
Alle verloven zijn ingetrokken, zoodat geen man
aan wal kan komen.
De vice-admiraal F. Pincke, kwam hier reeds aan.
VOOR DEN WATERSNOOD IN FRIESLAND.
Door 45 fabrieken, aangesloten aan den Bond van
Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland, is te za-
men voor den watersnood ruim f 31000 toegezegd.
VOSSEN
De Winterswijksche jagers hebben op een vossen
jacht niet minder dan 3 oude en 8 jonge vossen
DE BRÜINBROODREGELING.
In de gemeenten De Rijp N.-H., een gemeente met
ongeveer 1500 inwoners hierbij zijn dus ook de
kleine kinderen gerekend zijn door de geneeshee-
rren reeds meer dan honderd verklaringen afge
geven aan menschen, wier maag geen bruinbrood
kan verdragen.
Naar de Tel. verneemt, zal nu op aanwijzing van
den minister van Landbouw door de Gezondheids
commissie een onderzoek naar de daar blijkbaar
zoo algemeen voorkomende maagkwaal worden in
gesteld.
LANDSTORM 1911.
OfficieeL De landstormplichtigen der jaarklasse
1911, wier opkomst aanvankelijk bepaald op 17 en
20 April j.ï., werd uitgesteld, zullen in dienst moe-
tenkomen in het tijdvak van 29 tot 31 Mei, a.s. De
bedoelde landstormplichtigen zijn zij, die zijn toege
wezen aan de genie le gedeelte of aan de wielrijders
HET STEILSCHRIFT AFGESCHAFT.
De hoofden van scholen voor gewoon lager on
derwijs te Amsterdam hebben het initiatief geno
men tot wijziging van het leerplan in dien zin, dat
voortaan in alle klassen uitsluitend het loopend
schuinschrift zal worden beoefend. Met het steile
schrift zal het dus gedaan zijn, meldt de N.R.C.
Gelukkig!!
OUDKARSPEL.
De onderlinge ziekenvereeniging heeft het laatste
kwartaal niet zeer voordeelig gewerkt, 10 pet. van de
leden heeft ziekenuitkeeringen ontvangen.
De ontvangsten bedroegen f 424.81, de untgaven to
taal f 505.35, zoodat er een tekort was van f 80.54.
Van de 322 leden die de vereeniging heden telt, zijn
er 36 gemobiliseerd. Deze laatsten betalen geen con
tributie en ontvangen bij ziek zijn thuis f 2 per
week. Dit vorderde in het afgeloopen kwartaal een
uitgaaf van f 26.65.
<- NOORDSCHARWOUDE.
Donderdag werd aan de Noordermarkt alhier de
eerste partij bloemkool ongeveer 200 stuks, geveild,
die opbrachten 16 cent per stuk.
Ze waren onder glas geteeld in den proeftuin te N.
Niedorp.
OUDKARSPEL.
De schildersknecht K., alhier woonachtig, had eer
gisteren het ongeluk boven van een laddeer te val
len, met het noodlottig gevolg, dat hij een been
brak. Dr. Vogelenzang ijlings ontboden, verleende de
eerste hulp, waarna hij per rijtuig vanuit Heerhugo-
waard, waar het ongeluk gebeurde, naar zijn woning
werd vervoerd.
SPANBROEK.
Door Zuster De Lange is ontslag gevraagd als wijk
veerpleegster, terwijl tijdelijk als zoodanig is aan
gesteld Zuster Boerlage, ingaande 15 Mei a.s.
verblijfplaats. En ik ben de eenige die daar iets
van weet
Over het leven van haar vader was niet veel bij
zonders te vermelden. Veel werd er niet verdiend,
maar van zijn erfenis was toch nog steeds een aar»
dig bedrag over en dat was zeker belegd. Marie
moest zich nergens zorgen over maken. Hans was
er blij om, dat Marie zoo gaarne .bij grootvader was
en dat het haar daar zoo goed ging. Eindelijk moest
Goldammer toch vrede nemen met den toestand en
inzien dat zij niet terug zou keeren.
Dit alles luidde hoopvol en toch ook weer niet.
Marie wist niet wat zij van Goldammer nog had te
vreezen en zij had niet den moed om iemand jn ver
trouwen te nemen en te vragen wat de zoozeer ge
vreesde man haar nog voor leed kon aandoen.
Een gouden zomermorgen blauwde over heide en
dorp. Marie trad naar buiten op den hof, om de
hoenders haar eerste voeder te geven. Jette schuurde
de pannen en zong daarbij het hoogste lied.
De hoenders scharrelden om haar weldoenster
heen, ook de duiven fladderden rondom, om hun
deel van het voeder weg te nemen.
Marie stond de dieren met al haar belangstelling
gade te slaan. Daaruit werd zij opgeschrikt door
een luidklinkenden stap. Zij keek om, de gendarm
Muller stond lachend voor haar. Nu greep hij haar
onder de kin en hief haar verschrikt gezichtje wat
omhoog.
Marie stiet een kreet uit, liet de slippen van haar
boezelaar vallen, zoodat het voeder op den grond
stortte en vluchtte in huis.
Grootvader was naderbij getreden. „De stadsmeis
jes zijn dat niet zoo gewoon, Muller. Je moest mijn
kleindochter liever met vrede laten", zeide hij ern
stig
„Ik deed het niet om haar onaangenaam te zijn,
mijnheer Kruse. Zij is echter zoo preutscji als Suzan-
na in het bad."
„Maak geen verkeerde grappen, kom hier en laat
ons een poosje voor de deur gaan zitten. Jette, een
glas brandewijn, en wat brood en boter".
„Dankend aangenomen. Men moet de os den muil
nooit dichtbinden. Het is een moeilijken dienst te-
DE VROUW ALS MUNITIE-ARBEIDSTER.
„Sir W. Beardmore, de nieuwe voorzitter van het
„Ironand Steel Institute", zegt de „Manchester Gu-
ardin", heeft omtrent den arbeid van meisjes in
munitiefabrieken de volgende meening uitgesproken
Toen het bleek, dat tengevolge van de toenemen
de eischen der regeering, om de productie van pro
jectielen te vergrooten, meisjes in de munitiefabrie
ken aan den arbeid moesten worden gesteld daar er
te weinig geoefende arbeiders beschikbaar waren,
kon men spoedig constateeren, dat deze meisjes in
alle gevallen bijna tweemaal zooveel werk aflever
den als de bankwerkers allen leden van vakver-
eenigingen op dezelfde machines en onder de
zelfde omstandigheden konden afmaken
Bij het draaien van den projectielenmantel lever
den de meisjes met dexelfde machines en in pre
cies denzelfden tijd precies tweemaal zooveel stuks
,af als de geschoolde mannelijke arbeiders Bij 't uit
boren der mantels deden zij eveneens tweemaal zoo
veel en bij de eindbewerking 120 pet. meer dan de
mannen.
Deze cijfers gelden voor den oorlogstijd, waarin
het gevaar dat het land bedreigt, ieder tot de uiter
ste krachtsinspanning behoort aan te zetten en de
mannen, die aldus halven arbeid leverden, zijn de
voorrechten van het staatsburgerschap niet waardig
gebleken.
HET SERVISCHE LEGER,
Men schrijft uit Zurich dd. 6 Mei:
Het Zwitsersch telegraaf-agentschap weet te be
richten dat de reorganisatie van 't Servische leger
voltooid is, dat kolonel Bavlarits het bevel voert, en
dat ook 6000 Montenegrijnen in de gelederen zijn
ingelijfd. Servische officieren, die tot dusverre in
diplomatieken dienst waren, zijn teruggeroepen en
in "actieven dienst gesteld. Alle troepen, de cavalerie
niet uitgezonderd, zijn bestemd voor Saloniki, waar
zij de Fransche troepen gaan aflossen ,die intus-
schen grootendeels alweer in Maxseille zijn aangeko
men. Bavjarits verklaarde, dat onder de huidige
omstandigheden het transport wel langs den zee
weg zal plaats vinden, doch dat er goede hoop be
staat voor een schikking met Griekenland, waardoor
de zeeweg aanmerkelijk kan worden verkort.
ONTVLUCHTE GEVANGENEN.
Twee Duitsche officieren zegt het Yorkshire Post,
die uit een gevangenkamp in Engeland ontsnapt
waren, zijn te Manchester gevangen genomen door
een vrijwilligen politieagent. De gevangenen zijn
luitenant Chan, van de Beiersche zware artillerie
en een zeeofficier, luitenant Johl.
De vrijwillige politieagent deed 's nachts omstreeks
half twee zijnronde, toen hij twee mannen met
elkander Duitsch hoorde spreken Hij volgde hen
en nam hen vervolgens mede naar een politiebu
reau, waar zij als verdachte personen werden vast
gehouden.
Korten tijd daarna kwam aan het bureau het
bericht aan, dat er een krijgsgevangen officier ont
snapt was, Zijn signalement kwam overeen met dat
van een van de beide mannen die aan het bureau
gevangen gehouden werden. Er werd toen aan het
kamp navraag gedaan, en het bleek toen spoedig
dat ook de tweede man een ontsnapte krijgsgevan
gene was.
Beide mannen hadden Engelsch geld en een kaart
waarop de weg van Manchester naar Holyhead was
aangegeven, tevens een opgave der spoor- en boot
verbindingen Manchester-Holyhead-Dublin en boven
dien een kompas bij zich. Bij de ondervraging op
het politiebureau zeide een der mannen, die En
gelsch sprak, dat hij eeiv inspecteur der recherche
was en toonde als bewijs voor zijne bewering een
metalen penning, met het opschrift „Scotland Yard"
Detective No. 4021, London". Ook zijn kameraad had
een dergelijke penning bij zich.
GEDROOGDE MEIKEVERS.
Het centraal bureau voor veevoeder te Weenen
koopt gedroogde meikevers op om als voeder te die
nen en betaalt daarvoor 80 pf. per kilo. De school
jeugd wordt aangespoord, zich op de meikevërjacht
toe te. leggen, wat het dubbele voordeel heeft, dat
de voedervoorraad vermeerdert en de gewassen voor
schade behoed worden.
GERUCHTEN OVER VREDESVOORSTELLEN.
Uit LONDEN, 11 Mei. De Daily News verneemt
uit New-York, De Tribune bevat een telegram uit
Washington, dat. naar het heet, op het hoogste ge
zag, beweert de .Duitsche vredesvoorstellen mede
te deelen, De vermeende voorwaarden zijn: herstel
van de bezette gedeelten van Frankrijk, en België,
oprichting van bufferstaten in Polen en op den Bal
kan, die vrij van Russischen invloed zullen zijn,
magr niet noodzakelijk onder Duitsch gezag behoe
ven te staan, teruggave van de Duitsche koloniën,
bezit .van de Dardanellen in „bevriende handen".
genwoordig".
„Nog steeds achter de daders aan?."
„Infaam gespuis. Waar ik juist kom, zijn zij Juist
geweest. Van, alle kanten komen klachten. Een
schaap uit de weide, bedelarij, waarzeggerij al
les bij de wet verboden. Maar de duivel zal hen ha
len, ik kom ze wel op het spoor".
Hij nam Jette het glas brandewijn en het ontbijt
af en zptte het naast zich op de bank.
Marie nam, evenals Jette, een schoffel op den
schouder en ging met haar het land in om de aard
appelen te bewerken. Het was haar hoogst aange
naam dat de politieman zich niet meer liet zien.
Bij de Beermanns heerschte, niemand wist eigen
lijk waarom, een heel slechte stemming. Heinrich
grauwde de zijnen af, wat anders bij den vroolij-
ken, goedmoedigen jongen man nooit het geval was.
En de anderen, daarover zeer verbaasd en gekrenkt,
werden verdrietig, gaven booze woorden terug en
het anders zoo vredige familieleven, hun opgewekt
samenwerken en elkaar helpen, was geheel verdwe
nen,
Heinrich voelde met alle zekerheid dat voor hem
het levensgeluk of ongeluk van de persoon van het
meisje afhing, dat hij tot zijn vrouw maakte.
Hij werd woedend en nijdig wanneer hij er aan
dacht, steeds de houten Tine aan zijn zijde te moe
ten hebben. Dan dacht hij toch veel liever aan haar
die hem eigenlijk diep beleedigd had. Hij was haar
niet goed genoeg, hij stond haar tegen, dat had zij
immers bevestigd. Hij balde zijn vuist van toorn,
wanneer hij daaraan dacht. Zij was hem dat eigen
lijk in het geheel niet waard, dat hij steeds en steeds
weer haar alleen wilde hebben, en niemand adders.
Wanneer Heinrich zich voorstelde hoe de gendarm
Muller over Marie had gesproken, dan kookte het
in zijn binnenste. Het was hem onmogelijk aan iets
anders te denken. Steeds concentreerden zijn gedach
ten op Marie. Het was alsof er een wonderlijken
dwang in hem was. Steeds zag hij haar, dan zóó, dan
zóó en zelfs daar waar zij in het geheel niet was.
Ja zelfs niet wezen kon. En wanneer zij hem wer
kelijk in den weg kwam, zoo was het hem, alsof
ging er een steek door hem heen en als nam iemand