MANTiLS 8LGUSES CQSTUOMRQHKEN
1
HOEDEN en PETTEN.
De Rechte Lijn,
Watermolenasr
Roozing
i
N.V.NOORDERSRAARKAS
WARMENHUIZEN
ONTVANGS TBERICHT.
DAMESJAPONNEN en KINDERJURKEN.
Nieuwe Japon-, Blouse- en
Costuumstofien.
Alkmaar.
St. Maartensbrug.
- PHMU'i in STRDOHOEOEN -
Firma W. H. Roggeveen.
Firma J. C. de Vries, Schagen.
Jenever, Brandewijn, Gestookte Citroen,
Advocaat, Boerenjongens, Berenburg.
Hooi H.H. Wedervsikoopers speciaal lage prijzen.
Vraagt het merk Schager Snik.
Kermis Wieringerwaard,
VOORSTELLING
Tevens een Smidsknecht
Rijwielen en Onderdeelen,
Binten- en Buitenbanden
S. BREGMAN,
ZIJ
4
„Telegraaf."
OPROEPING.
Bezoekt Schoorl
Ij Ituthiii! Miitsck
Telers gevraagd oogstlBIT
Maatschappelijk Kapitaal i uö !,(100,
I
VRAAGT GRATIG PROSPECTUS
Ruimste Keuze. Nieuwste Moddellen.
Ziet onze mooie collectie
Schouwburgzaal Fam. Boon.
1 gebruikte Cormic's Maai-
machine en 1 gebruikte
Milwaukee
een prachtige keuze
Emaille Huishoudelijke
Artikelen en
Landbouwgereedschappen
en Persdraad.
Veecastreerder Schagerbrug.
alkmaar.
H H landbouwers Uw toekomst is in CANADA. B
z
vóór 15 Juni 1015.
LEVERT GIJ DE STEENEN
WIJ BOUWEN U HET HUIS
ff
Heerensfraat E 38, Schagen,
I
Gevestigd sedert 1830.
Groothandel in
Geïmporteerde Cognac, Roode-, Witte-,
Madera-, Port- en Samos Wijnen.
4, 5 en 6 Juni.
BUITENGEWONE
op Maandag 5 Juni.
DANSMUZIEK
1 gebruikte Boby-Hooi-
schudder,
G. DE LEEUW,
Kassier,
Alkmaar
J. Th. de Geus
Ter dekking beschikbaar:
de geprimeerde Zwarte Hengst
DEKDELD f 12.50.
8RIFDQTFKPD koegras.
Café „Dennenlust"
P. Breed Jz.
Een Baret
Een Dresseerkar,
Een Bakwagen,
1
lm HIIUIE pesten Inntanitowi slalen wij in 1915:
Verzekeiingstermiin riet abnormaal lang en duidelijk voor
op de polis. Vrijgevige verzekerinesveorwaarden°p de polis.
Vaste premie. Geen inschrijvingskoslen.
Canadiatl l'acific Railway Co.
WIJ BOUWEN ONDER UW
TOEZICHT
X
e
c
B-g I
AS «E
B
es
o
- a
c c
E
O ÜL.
O B
<75
O
<0
a. <g
e
o
Specialifeif in:
Zeer Oude Oenever, per literflesch f 1 65.
Voor de ledige flesch wordt 10 cent vergoed.
door de gunstig bekende Tooneel-
vereeniging
„CICERO" van Noordscharwoude,
van
Tooneelspel in 3 bedrijven van
Jan Fabricius.
Entree le rang fl—2e rang f 0.75.
Aanvang 8 uur precies.
Besproken plaatsen 10 ct. extra.
Gedurende de geheele Kermis
van de familie POLAK Casino"
TE KOOP
met elk nog 4 nieuwe messen, op
proef van goede werking.
Voorts
nog heel goed in orde.
GEVRAAGD.
AdresA. RENTENAAR, Gedipl.
Hoefsiüid, Veenhuizen bij Oude
Niedorp.
Ontvangen
tegen sterk concurreerendeprijzen,
zooals merkT riumph.N ederlan dsch
Kroon, Ideaal, Mars, Simplex, Bran-
deburg, Prince, enz. enz.
vanaf f 3.50 en hooger. Tevens alle
soorten
Aanbevelend,
Mr. Smid, Anna Paulowna.
K«.ntoor:
Nleuwesloot,
tegenover het Postkantoor.
Belast zich met het bezorgen
van gelden onder hypotheek, het
verleenen van credlet op korten ter
mijn, neemt gelden tn déposito, sluit
verzekeringen op het leven en te
gen brandschade en verder met al
les, wat tot het Ki esiersvak be
hoort
die het voor hen mij verschuldig
de nog niet ten kantore van no
taris Vrijburg hebben voldaan,
worden met het oog op mijn aan
staand bezoek, beleefd verzocht
zulks alsnog te doen
Arls.
t
Stamboek No. 983.
DlLllO I LllLIl, Julianadorp
Voor den POLDER I, ZIJPE
worden SOLLICITANTEN opge
roepen naar de betrekking van
Salaris f100. Indienstreding 1 Juli
a.s. Zich voor 6 Juni aan te mel
den bij S. Groot te Schagerbrug.
met Uitspanning en grooten
tuin, alles onder de boomen. In
gang met trap naar de Oriënteer-
tafel en „Klein Zwitserland". In-
formatiën en wandelkaarten van
het wandelpark in de duinen ver
krijgbaar. Paard en rijtuig te huur.
Aanbevelend
Te koop
voor 4 personen in netten staat
met veerende stokken, best zitten
voor paard of hit. Ook genegen te
ruilen. W. KREIJGER, Smid, Oude-
sluis.
Tevens verzekering van hengsten
legen het risico van casfreeren.
voor Voeder- en Roodbietenzaad,
Boeren-, Witte-, Spruit- en Sa-
voyekoolzaad. Voordeelige voor
waarden en hooge prijzen op con
tract, door D. Otzen Jr. te Lutje
winkel. Agent, N. V. Zwaan en
de Wiljes, Enkhuizen.
DireclicJ. ELFBIN0 en I. /«NTEUN.
(Lijst van aandeelhouders (105) is openbaar).
r kor non
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
letober
Novembei*
December
f 535 020
929 141.—
448.505.-
591.473.—
387.944 -
628.729.
421 128.
368 970.
630.594.—
443 115.
524.453.—
667 054.-
PortefeuillevermeenieriiiK 1915 f 6.579.1-6.
Koopt eene géheel ingerichte Boerderij van de
Indien gewenscht wordt de betaling over Twintig jaren verdeeld
met 6 interest over onafgelost kapitaal.
Prima vruchtbaar land. Geen bemesting. Centrale
markten. Heerlflk gezond klimaat. Geringe belasting
PrÜ7pn variecren van Fl. 75.lot Fl. 300. per Hectare. ij ne
geleiden U op Uw reis en installeeren U geheel te plaatse. raagt
orochures en inlichtingen gratis.
Hoofdkantoor: 20 Wagenstraat 20. DEN HAACJ
ofbi| de Lokale Agenten Henry Eyl, Sarphatlstr. 20,
Amsterdam: Schel! Van der Wateren, Haarlem.
gezicht van den geheimzinnigen jongen.
Vervloekt! schreeuwde de getroffene, dat zal fk
je betaald zetten.
Maar toen Arnold uit de slede sprong om zijn
paard bij den teugel te pakken, ging hij toch lang
zaam achteruit en verdween in een zijweg.
Arnold sprak het dier vriendelijk toe en voer
de het weer naar den weg.
De jonge man dacht na, want in het gezicht van
den vagebond had hem een gelijkenis getroffen,
een herinnering aan vroeger tijden, die wel is na
te voelen, maar niet nader te omschrijven. Vergeefs
probeerde hij de onaangename ontmoeting te be
grijpen, vergeefs zocht hij in zijn herinneringen
op wien deze man toch leek. Hij vond het niet. De
onaangename indruk verdween, toen hij het vroo-
lijk bellen hoorde van een naderende slede. Het was
een mooi span, dat op den hoofdweg, waarop de
veldweg uitkwam, in vollen draf reed; wapperende
pluimen versierden de paarden, een tijgervel lag
over de slede uitgespreid, zijde en fluweel en kost
bare pelsen kwamen er boven uit, ook door de koude
rood geworden meisjeswangen en blauwe oogen, die
nog vol pleizier het leven Inzagen.
De Neuvilles, dacht Arnold en zijn oogen gle
den onderzoekend over de half verborgen gezich
ten terwijl hij groette. Eene jonge dame die achte-
uit keek, deed haar sluier omhoog en keek met
groote belangstelling naar de achterblijvende slee.
Arnold bemerkte het. Hij hoorde ook een half on
derdrukt lachen, dat door de grooter wordende af
stand niet meer hoorbaar was.
Hoe is het, oude vriend, praatte Arnold te
gen het paard, zullen- wij het niet eens een beetje
vlugger pröbeeren, ter eere van Suusje? Ze is toch
een heel lief meisje. Gaat 't niet? Ben je moe gewor
den van het avontuur? Doe het dan maar op je ge
mak oudje, ik zal je niet plagen. Laten ze dan
maar om ons lachen, we trekken er ons niets van
aan.
Maar zijn voorhoofd was weer somber geworden
en treurig keek hij voor zich uit In de sneeuw.
HOOFDSTUK II.
De lucht begon op te klaren, ook op de hoogvlakte
drongen de zonnestralen door den nevel. Wit glin
sterde het bosch, dat met een sneeuwlaag bedekt
was. Een vijver brak de rechte lijn, begrensd door
riet en «truiken en daardchter half gesluierd door
het witte licht, zag men den gotischen gevel van
een oud heerenhuis.
Luctéyille, zei Arnold hardop.
Hij glimlachte. Er waren voor hem veel vroolij-
ke herinneringen aan het goed en zijn bewoners ver
bonden. Zijn ouders gingen niet met deze familie
om, er lag iets dat scheidde, maar waarvan de jonge
man de oorzaak niet kende, tusschen de oudere ge
slachten. Hij had er dikwijls over nagedacht en te
recht of ten onrechte den toestand van zijn moeder
er mee in verband gebracht .Het graf waarvan zij
dikwijls sprak, had in Arnold's jeugdige fantasie
wat te maken met de vijandige buren. Droeg zij
schuld aan een duistere gebeurtenis? Drukte op de
benevelde ziel van de ongelukkige vrouw gewetens
wroeging? Dikwijls geloofde Arnold dat het laatste
het geval was.
Hem had een vriendelijk noodlot over den slag
boom heen geholpen en hij vond in dat vijande
lijk huis een thuis, juist toen zijn eigen thuis meer
en meer dat karakter verloor. Hij was een jongen
in den leeftijd dat vrij rondloopen in bosch en veld
het grootste genoegen was; hij slenterde in de buurt
rond en kwam aan de stukken gronds, die de grens
vormden tusschen zijn vader's bezit en dat van den
buurman, die voor het kind iets afschuwelijks en
tegelijk aantrekkelijks had.
Vijver, weiden en moeras liepen hier zonder scher
pe grenzen in elkaar, enkele boomen en groepen
stonden er tusschen, daar gegroeid door het zaad,
dat de wind van de naburige groote wouden had
meegenomen. Het was een lenteavond of ten minste
een van die oogenblikken tegen het einde van den
winter, dat men het naderen van de lente gevoelt,
al ligt de heele streek nog onder sneeuw en ijs.
De lucht was stil, geen takje bewoog, maar heel
boven in de lucht joeg de zuidenwind de wolken
uiteen. Goudrood ging de zon onder, warm ademde
ze over het bosch en kleurde het doode zwart van
halfverwelkte naalden.
Een trekvogel schreeuwde in de lucht, men hoor
de vleugelslagen, het water kwam in beweging en
vreemde gasten zwommen in de vijveers; nieuws
gierig ging de jongen naar den kant en keek er in.
Daar zag hij, aan den anderen kant van het water,
in het mos, eeen kind in liggende houding, het
sceen alleen te zijn en sliep of was dood. Arnold
probeerde vlug naar den overkant te komen, hij
kroop door de struiken, sprong over natte plekken,
soms lukte 't, een anderen keer zonk hij er diep in
?n bereikte eindelijk het punt, waar hij de raad
selachtige verschijning had gezien.
Het was een klein meisje van drie of vier jaar,
dat hier lag te slapen op den grond. Er was geen
levend wezen te vinden. Eenzaamheid, zoover het
oog reikte. Een jonge den breidde beschuttend haar
takken over het kind uit, een wilde rozenstruik,
bladerloos en doornig stond aan den vijverrand en
hoog in de boomkruinen fluisterde de wind een
wiegeliedje.
Het kind was goed gekleed, het scheen tot den be
teren stand te behooren, maar het gezichtje was
bleek en smal, de trekken week zonder een bij
zondere uitdrukking. Alleen over de oogleden met
de lange, blonde wimpers lag een schemering van
teerheid en schalkschheid, die het verlangen deed
opkomen, de sluimerende oogen wakker te kussen.
Arnold boog zich nieuwsgierig over de zonderlinge
verschijning, een steen gleed onder zijn voet weg
en plompte in den vijver; de eenden schrokken en
vlogen weg. Het kind ging rechtop zitten. Verwon
derd keken de blauwe oogen rond, nog half be
schaduwd door de droomerige wimpers. Rose
koud, zei ze zacht Rose wil naar Dity.
Wie ben je? vroeg Arnold, en hoe kom je
hier?
Ze bedacht zich even. Kleine Pie rood, riep ze,
met een levendig gebaar op de boomen wijzend.
Daar boven hop-hop! Rose Pie vangen wil Pie
weg. Heelemaal weg. Rose gehuild. Dity ook weg.
Rose wil naar Dity!.
Wist ik maar waar je thuis hoort, zei hij
lachend. Zeg 's, heeft je vader paarden?
Ze werd levendiger. Twee paarden, groote paar-
den, twee schimmels. Schimmel Rose byten wil.
Het is zooals ik dacht, mompelde haar nieuwe
vriend, die de paarden uit den omtrek beter kende
dan de familieverhoudingen Van hun bezitters. De
Luctéyilles hadden schimmels.
Kom Rose, ik zal je naar je papa brengen, zei
hij met die zacht overredende vriendelijkheid, die
hem eigen was, tilde haar op en droeg haar door het
bosch, langs de weide naar haar huis. De weg was
lang en de avond begon te vallen. Vlak bij het
dorp kwam hij een troepje menschen tegen en
schreiende vrouwenstemmen klonken er tusschen,
ook de stem van een scheldende man.
Daar is de jonge juffrouw, zei de voorste van
den stoet, een bediende, die licht aan een langen
stok droeg.
Meneer, de angst is voorbij, hier is ze!
De aangesprokene kwam naar voren. Het was een
kleine man met hooge laarzen en een lange pels
jas.
Arnold kon het zich nu allemaal goed voorstel
len. Het oogenblik, dat hij voor' het eerst gestaan
had voor den man, die in zijn kinderoogen een zoo
groote rol gespeeld had, een die op de heele ontwik
keling van den jongen man invloed zou uitoefenen,
was Arnold onvergetelijk tot In de kleinste bijzon
derheden.
Ik vond haar slapend bij den vijver, zei Ar
nold vriendelijk en bescheiden, terwijl de Luzy het
kind uit de armen van den jongen man nam en
haar aan de kinderjuffrouw gaf.
Het is de laatste keer dat je voor haar zorgt,
als straf voor je nalatigheid vertrek je morgen. En
wie ben jij wel, kleine ridder?
Mijn naam is Arnold de Tumar.
Zoo! Er volgde een lange pauze. Onder de bor
stelige wenkbrauwen kwam een vorschende blik
te voorschijn, die met eigenaardige uitdrukking
bleef rusten op het gezicht van den jongen; er brand
de onuitgesproken haat in, maar toch voelde de
knaap zich er door aangetrokken.
De oude heer boorde de punt van zijn stok in
de door de vorst hard gevroren grond.
Zoo, herhaalde hij nog eens. En weet je ook
wie ik ben?
Meneer de Luzy, denk ik.
Wie heeft je over mij gesproken?
Weer voelde Arnold de blikken vorschend over
zich heen gaan, maar de man met de lantaarn had
zich omgedraaid en er vielen maar enkele licht
plekken op de groep.
Licht bij Jacques, gebood de Luzy den bediende,
hij greep haastig naar het licht en hield het vlak
bij het gezicht van den jongen. Toen was het alsof
het bosch diep ademde, als bevrijd van een zwaren
last, er ging een suizen door de lucht, het kwam
dichtr en dichter bij, tot groote sterkte aanzwellend
De oorjaarsstorm, de verkonder van de lente, ging
baanbrekend over de aarde. Arnold's muts woei M
en zijn blonde krullen wapperden, dat hij vroolijk
moest lachen; het was een innemend lachen. Als
meisjes kunnen doen. De oude draaide zich om en
sprak niet, terwijl Arnold naar zijn muts greep.
„Goeden nacht, mijnheer de Luzy", riep de jongen
opgewekt en maakte zich klaar om naar huis te
gaan.
Kan je den weg vinden, kind?
O, ja, best meneer!
Nee, nee, Jacques zal met je mee gaan tot aan
den anderen kant van den vijver. Zeg 's, wacht er
thuis iemand op je?
Franciska. Ik krijg eten, als ik thuis kom.
Is er verder niemand?
Moeder Is ziek.
Van wien heb je les?
Van den meester.
En wat doe je 's Zondags?
's Morgens ga ik naar de kerk, meneer de Luzy
en 's middags leveren wij slag tegen de vijanden; wij
winnen het altijd, Maar volgende week zullen ze
°°k nog andere jongens meebrengen, dan zal het
moeilijk wezen om den baas te blijven. Papa hield
er niet van, dat ik mee deed, maar hij is nu dood,
en Johan zegt, dat je geen echte jongen bent, als je
thuis blijft.
Kom a.s. Zondag na kerktijd bij mij, zei de
Luzy bevelend. Maar je kan wat mij betreft
ook wegblijven. Hij keerde zich om en verdween in
het donker.
Wordt vervolgd.