Scliapr Courant TABAK van J. R. KEUSS Het vervloekte geslacht. Zaterdag 10 Juni 1916. 59ste Jaargang No. 5811. TWEEDE BLAD. Schetsen uit de Rechtzaal. I? W Ta^U® wat.'Van W rcm ▼erbalen... pÜ"d mtS TS,0?"?daa »hm XkinifSLhai-de i0ngen tocfc 6011 W**» FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. ONOVERTREFBAAR. „PROTECTOR". DE ROBERT MACAIRE'S. Dien middag aan het gewone domino-rondje was de oude Van Dijk niet in z'n „gewone doen i Hij had zich een paar maai leelijk vergist bij het aanzetten, wat men niet van hem gewend was. Hij had een dubbelhlank laten passoeren, zoodat z'n heele par tij er door bedorven werd. Kees, wat scheelt jou toch vandaag? had meneer Graden» al gezegd, heb-je mot met je vrouw gehad? Van Dijk deed z'n uiterste best om flauwtjes te glimlachen Maar 't lukte hem niet. Eindelijk zaten ze 't was al Iaat geworden met hun drieën. Van Dijk, Graders en de nieuwe ling in clubje, tegen "Wien zij niet -zonder respect op zagen. Wiehij nu eigenlijk precies was wat hij voor den kost deed: men giste er naar. Hij had zich voorgesteld als Timmers, rentenier, oud-ambte naar. Verder niet. Maar hjj kon zeer deftig doen. Was begonnen, met zich een heele poos geretireerd te houden zeer hoffé- lyk, uiterst voorkomend, maar toch: koeltjes En dat trok juist aan. Een paar taaien was er voor hem getelefoneerd; Mfet zeiier schuw-verbaasd Zijn was de kellner naar hem toe gekomen en had genoemd iemand van groote finantieele reputatie in de stadOf LT misschien even gelegenheid hebt aan de telefoon te komen, 't is de directeur zelf. De nieuwe meneer .had 't zaakje uiterst kalm op genomen. Nog even in z'n krant het kolommetje uit gelezen; waarmee hij bezig was. Toen hoorden zij hem roepen Allo! Niermansben jij daar? Heb Je mij ge roepen? Ah zoo, juist. Flap dicht ging de deur van celletje. En de stam gasten keken elkaar onwillekeurig aan met oogen van: nu, die is waarachtig niet voor de poes, hoorlj is me zoo familiaar met niemand minder dan Nier- mans 1..... Zij dachten na over 't gevat. Toen was 't gebeurd, dat de nieuwe meneer op een 'ochtend het cafe op dat uur gansch leeg was binnengekomen en weer getelefoneerd had. Maar nu met een nog voornamer sinjeur. Met meneer Eg- gere van Tienen. En hij speelde weer jij en jou. De gérant van café zat er in gespannen aandacht naar te luisteren.».. Hij hoorde woord voor woord. Meneer Timmers had een tamelijk krachtig sonoor stemge luid. Gérant luisterde. Dat ging over bedragen. Gé rant trok de wenkbrauwen hoog op en de Iiphoeken •"ma^ugp s) en ofjjpq ufpi xn i®z "8ee[uio ^ejjs 8bbj joqz Een paaT dagen later toen meneer Timmers weer in het ochtenduur zijn krantje zat te lezen en z'n klein tje koffie te genieten, stond gérant ineens naast hem ietwat verlegen buigend, nederig glimlachend. Of hij meneer misschien iets zou mogen vragen;..' Altijd, wanneer hij meneer volstrekt niet stoorde?..» Zeker, zeker, stelde meneer gerust, en hij depo neerde z'n gouden lorgnet naast zich op leestafel; blies denkbeeldig stofjes van zwartlakenscnen mouw en keek gérant aan met zeer genadig lachje. De ander vroeg zijn advies -over den aankoop van „papiertjes". Hij meende dat meneer zich immers bewoog in de branche van het effectenvak?.... Nou-ja, zei de meneer, met minzaam vergoelij kend lachje-bewegen.,.. Bewegen.Ik heb nog al wat relaties in de bankierswereld. Als ik van nut kan zyn?.... Maar Iaat ik U recommandeeren bij m'n vriend Niermans die kunt U volkomen, onbe perkt vertrouwen. Wil ik U een kaartje met intro ductie geven?... En ae meneer tastte al in binnenzak naar porte feuille. Tja, riep gérant uit, dat weet ik ook wel. 't is zeer vriendelijk, maar wanneer U mij met een enkel woord misschien zoudt willen raden... Met genoegen zei de meneer, Snel zijn hand uit binnenzak trekkend. Gaat U even hier zitten. Buigend dankte gérant voor de minzaamheid. En zij praatten. En de meneer gaf allerlei advie zen. Wist net vertrouwen van gérant te winnen. Maak te allerlei aanteekeningen. De in goud gevatte lorgnet danste nu op neuspunt. 't Was of „meneer" werkelijk gaandeweg plezier in 't zaakje kreeg!,... Voelt ge U minder lekker? vroeg meneer Tim mers, toen ze dan met hun drieën waren overgebleven. De beide anderen hadden van gérant al gehoord, wel ke machtige relatiën de nieuwe meneer had. Ze waren errast door zijn toeschietelijkheid. Wel was de abtand tusschen hem en 't clubje gaandeweg kleiner gewoi^ den en de verhouding vertrouwelijker, vrienscnappe- lijker. Maar zoo'n spontaan bewijs van belangstelling had den zij nog niet van hem ondervonden. Och, kwam de oude Van Dijk eindelijk voor den dag, 't is feitelijk een lam geval. En Ik wil meneer niet vervelen met mijn verdrietelijkheden! I Zeker biet. Integendeel, riep meneer Timmers uit, ik ga uit van 't standpunt dat wij op de wereld zijn om elkaar te helpen, te steunen; van dienst te zijn waar 't kan. Waar zou 't heen moeten imdiani het koude egoïsme den boventoon hadt,... Neen, wan neer U denkt, dit ik geen interesse "gevoel voor wat mijn medemensch drukt en deert, dan,.. Enfin! viel meneer Trnmeüs zichzelf in de rede, daar is mijn eigen leven het bewijs voor dat ik.... Hij kuchte even, als om aandoeningen hem bestor mend te onderdrukken En die stortte zijn hart uit. ve °d was hart bra- Ü511'„?ar boe gaat 't hè?.... Zwak, toeso- rjii l wilskracht. Kameraden die niet deugen. ken Fin^lu;? kopzorgen voor gesto- was ruft 6611 prima Het saIaris vader Van Dijk bTz™ n bMe „courage Jü> K.. VanOChtend> hii was ternauwernood opje- zflS'tten'tf? werd wat onzeker, oogen den' ^oeg een hand vóór de wat Qi^tk met 6611 binnen een paar'uren. Anders zou WOrden bi»ig*Paït> lubt££ had 111 «»Pa^« aandacht g* den" man' aï. niet? Wj eindelijk op o verkropt MJériS1 T Als de andere helft er niet a.s. Zaterdag SS gedaan gekregen met de moeite De „nieuwe méneer" zat eenige minuten na teden- ken. Öe beide anderen keken hem strak aan te "helpen.!. Ml', ml ik U trachten di^e^rC "ah0°r- 7NJ* wat U noo&ë hebt, bedoel ik Dat is hier niet het voornaamste. Maar ik dien de e» umif'lcn kennen. Dat zuit U mij ten goede En teneer Timmers zag Van Dijk Senior aan met kenner SP V8n P^0*10100^ menschen- Zij spibken af. Den volgenden ochtend elf uur. zouden ze elkaar hier ontmoeten. Als 't U met dérangeertl... zei Van Dijk, geen woorden kunnende vinden om zijn dankbaarheid t« yertoücen. Neen I protesteerde protector, en ai ware dit wei f.°o waar iemand, die buiten z'n toedoen in moei lijkheden geraakt is, moet geholpen worden, mag dit met te zwaar wegen!.... Waarna hij met minzaam hoofdknikje hei café verliet. Terwijl kellner de deur zeer wijd open hield voor nobeden bezoeker. Ik heb een klein Jaar na ai dit gebeuren zien terecht staan een man, die de kunst had verstaan om verschillende menschen onder valsche voorwend sels geld uit den zak te kloppen. Hij was van nuis-uit woekeraar maar de loop aer tijden en de felle con currentie hadden hem er gaandeweg toe gebracht om ook op andere manleren „zaken te dom". Hij ham de „pose" aan van beschermer; man van groote, pri ma soliode relatiën. Hij telefoneerde kwamsuis met je eerste financiers. Hjf wist vaders, die voor hun lichtelijk, dartele zoons een betrekking zochten, „voor schotten' te doen betalen, die zij hem vaak onder vloed van erkentelijkheidsbetuigingen overhandigden. 't Was deze Robert Macaire-up to date, die ik zag terechtstaan. En toen de in zwart laken gekleede beklaag de even omkeek, herkende ik zoowaar in hem den edelen „protector', wiens gevoelig hart zich wilde er barmen over bet verdriet van vader Van Dijk, die ba bij het dominosj>eI zich vergaloppeerd te heb ben, door smart-distractie, eindelijk weet men im mers "z'n gemoed uitstortte. En onder de getuigen charge zag ik ook Van Dijk Senior. 'Hij zat te turen naar den oplichter, die een veldwachter tot bewaking had. 't Was den veelgeplukr te blijkbaar nog steeds een „psychologisch raadsel";.. Gelijk 't zal blij ven t op aarde, zoolang de Roberi Macaire's van alle tijden en landen hunne fijnge- sponnen „trucs" blijven spelen!... MAITRE CORBEAU. Staatsloterij. Vijfde Klasse. Trekking van 8 Juni 1918, No. 7897 f 1.000 met premi van f 30.000. No». 2131 13849 17380 ieder, f 1.000. Nos. 9965 10578 19729 ieder f 400. No». 2147 3830 7402 12110 ieder f 200. Nos. 1283 1418 3064 3354 3663 6321 8555 10609 14027 13758 16972 17086 ieder f 100. Prüzen van t 70. 53 124 12» 194 203 28 2 348 445 639 752 883 1078 1146 1220 1287 1460 1555 1587 1709 -67 1874 2031 -87 2136 2382 -91 2624 -48f -61 -62 2751 -71. 2837 -91 2916 -35 -80 -81 3056 3143 -76 -79 3269 3307 3412 -88 3619 -42 -77 -82 3825 -76 4010 4195 4235 4400 -49 4664 4770 4810 —37 —45 4913 5Ó08 —37 5226 ALKMAARSCHB 3. De jeugd had intusschen verder verteld: Arnold de Tumar, de jonge dokter, de drie studeerende zo nen van mevrouw Odillac. Verder niemand? Meneer Grandet, twee zoons van den advocaat Mirantjolle, de zoon van den rechter en de jonge ingenieur, die de rij sluit. Verder niemand? er uit met je geheimen, riep Suze. De jonge Treptow stond op en ging naar een zij deur. Heeren, riep hij, 'V oogenblik lijkt me gunstig om met de dames kennis te maken. Emil, verschijn. Mag ik zoo vrij wezen de dames voor te stellen mijn vriend luitenant Tremors en mijn neef luitenant de Bertézy. Beiden zullen, wan neer u er ten minste niets op tegen hebt, deelne men aan het Kerstbal. Wat maakt zoo'n luitenant effectl fluisterde Arnold Suze Treptow toe. 'l och niet bij iedereen, antwoordde zij met een kokdt lach.j0. Aileen 'bij zekere dames die ijlboden rondstu ren, óm een zoo gelukkige gebeurtenis als de aan komst van een kletterenden sabel aan de wereld bekend te maken. O, die Rose, Om dat meteen te vertellen! Ik deed het omdat ik wist, dat zij zich er voor inte resseerde. Ik ben er heusch niet zoo blij mee, wij hebben maar last van zoo'n bezoek, twee gasten ge durende al den feesttijd en het geeft zooveel werk. Voor u? vroeg Arnold met een lachje. Zeker. Denkt u dat wij niets te doen hebben? Mama is erg streng. Moeder is precies, verbeterde iemand achter hen; de oude de Luzy had ongemerkt dicht bij ben gestaan. Arnold sprong op. Je komt Juist van pas, dacht hij, Meneer de Luzy, twee vrienden van me, die voor het eerst in deze streek te gast zijn, zouden graag aan u worden voorgesteld. Het zijn luitenant de Bertézy en luitenant Tremors. Ik heb hun gezegd dat Luctéville het meest gastvrije huis uit de om geving is. Niet dat ik wist, besté Arnold. Niet dat ik wist. Maar daar je de heeren als jouw vrienden be schouwt, zullen ze mij welkom zijn. Het zijn mili tairen is het niet? Luitenant bij de infanterie, garnizoen Briaire3, zei de Bertézy. Ik heb er geen verstand van, vertel dat maar aan den majoor die 't landweerbatailjon comman deert. Wat mij betreft, het gaat mij met de militai ren als David met de kinderen Ammous. Hij boog even en verliet het vertrek door een zij deur. Hoe ging het met de kinderen Ammous? vroeg luitenant de Bertézy verbaasd. Ik heb niet veel in het oude tesament gelezen, maar ik geloof niet dat David veel voor ze voelde. Weet niemand der aanwezigen ons hieromtrent in te lichten? We zouden eerst moeten weten, waar we moesten zoeken, merkte iemand op. Ik stel voor, de zaak te laten rusten, zei me vrouw Malherbes. Mevrouw Lamond stemde daar mee in en zoo praatte men er niet meer over, maar ieder nam zich in stilte voor, thuis het. bedoelde eens op te zoeken. Kom kinderen, we moeten mkoopen gaan doen, zei mevrouw Treptow, terwijl ze opstond, vergeten jelui niets. Ga je mee Alex of blijf je hier. De zoon besloot tot hét laatste. Rose stond ook op. Het ziet er niet naar uit of uw vader ons wilde animeert., onze opwachting bij hem te maken, zei de Bertézy terneergeslagen. 3496 8512 8657 8808 —53 8908 9184 9370 9372 -86 -89 9482 -91 9500 -13 -40 9676 9775 9824 -76 9946 -88 10136 -240 10264 -307 -318 -410 -487 -627 -678 10736 -891 -901 11063 -309 -450 -500 11510 -648 -719 -727 -735 -884 -897 12137 -157 -217 -234 -340 -364 -424 12478 —$02 -583 -601 -761 -866 13095 13116 -137 —191 -272 -302 -318 -433 13484 —507 —514 —519 -528 -571 -612 13664 -697 —747 —790 -838 ^-848 —921 13955 —960 14044 —131 -154 —213 —251. 14266 —308 -313 —357 —451 —458 —529 14659 —782 —934 —963 —979 15058 —125 15257 —410 —430 —545 —548 —632 —725 15777 —881 —940 16071 —113 —216 —231 16262 —302 —391 —528 —603 —688 —699 16738 —744 -836 —887 —920 17003 -010 17066 —245 —452 —476 —485 —586 —720 17736 —904 —929 18017 —056 —469 —229 18525 —600 —66 —7796 —887 —925 19001 19075 -096 —160 -179 -213 —271 -277 19345 —372 —384 —515 —720 —777 —792 19977 20067 —592 —717 —761 -861 *—956 DE AARDAPPELSCHAARSCHTE. De oorzaak van de dreigende aardappelen- schaarschte die reeds tot een aanmerekelijke stij ging der prijzen geleid heeftjs volgens De Neder lander toe te schrijven aan het volgende bedrog dat met medewerking van een der thans ontslagen Rijkscontroleurs moet hebben plaats gehad. De zaak zoo deelt het blad mede moet zich als volgt hebben toegedragen: De regeling van den uitvoer geschiedt door de zg. Aardappelen-Vereeniging, onder Rijks-controle. In die aardappelenvereeniging zitten uiteraard groote exporteurs, die tegelijkertijd deskundigen zijn. Nu was in overleg met de regeering bepaald dat de zoo genaamde wit-vleezige aardappelen, die voor de con sumptie van geen waarde zijn, mochten worden uitgevoerd en van dezen uitvoer hebben enkele ex porteurs gebruik gemaakt tot het smokkelen van groote partijen consumptieaardappelen. Dit kon ech ter niet geschieden zonder hulp en medeweten van een der Rijkscontroleurs, die aan de grens de taak van douane vergemakkelijkte. Toen de regeering van den verboden uitvoer de lucht kreeg en den burgemeesters telegrafeerde om de aardappelen aan te houden, waren de geladen wagons of sche pen telkens juist te voren vertrokken. Daaruit bleek, dat de smokkelaars Ingelicht werden en van de voornemens der regeering op de hoogte waren. Het departement moet toen een valsch bericht heb* ben uitgegeven, slechts aan zeer enkelen als zoo danig bekend, en ook dit bericht bereikte den ex porteur. Toen- was de schuldige spoedig gevonden; het was een der Rijkscontroleurs, die reeds bekend moet hebben en onmiddellijk ontslagen is. Het on derzoek tot het instellen eener strafvervolging te gen den exporteur, die van valsche verklaringen en stukken gebruik moet hebben gemaakt, is reeds in vollen gang, en mep kan er op aan dat de schul digen hun straf niet zullen ontgaan. De regeering koestert de hoop, dat zij nog eenige partijen aardappelen zal kunnen achterhalen, maar intusschen is aan de bevolking buitengewoon groo te schade toegebracht door het verachtelijk bedrijf van een paar schavuiten, die er niet tegen opge zien hebben, hun zak te spekken ten koste van de volksvoeding. BRAND. 'BERGEN .Donderdagmorgen om 11 uur geraakte de van hout opgetrokken timmermanswerkplaats van den heer C. van der Plas, alhier door spelen de kinderen in brand. De vlammen grepen snel om zich heen en vonden een gewenscht voedsel in den houtvoorraad. De brandweer werd te laat gewaar schuwd. Toen ze ter plaatse verscheen was de werkplaats reeds ingestort, Met een 350 M. lange slang wist de brandweer het vuur te naderen. De slang bleek lek en de druk op de waterleiding zeer gering, waardoor zij niet in staat was .water te ge ven. Voor den eigenaar beteekent deze brand een groo te schadepost. De werkplaats was juist voor twee maanden overgeplaatst en nog niet voor de ver zekering overgeschreven. De schade is ruim f 2000. ERGERLIJK. Dinsdagavond drong een twaalftal beschonken polderwerkers een café in de buurtschap Lindvelde onder Eibergen, binnen en eischte zonder betaling drank. De bewoner, die alleen thuis was, voldeed aan hun verlangen. Nauwelijks echter waren zij ge zeten of erger tooneelen volgden. Zij gooiden met de glazen en sloegen alles kort en klein wat onder hun bereik kwam. Zelfs de kozijnen werden uit het verband gerukt Toen de gemeenteveldwachter ver scheen, dreigden de indringers met hun messen, Rose lachte1 ondeugend. Zoo, bent u nu al bang voor hem? vroeg ze. En ik.... -r En u?.. Stelt u zich eens voor wat voor een moedige ziel er in mij moet wonen, ze liep ondertusschen weg en zei nog zacht over haar schouder heen: Ik ben niet bang. Allerliefst! mompelde de officier, haar nakij kend. HOOFDSTUK IV. Ga je met ons mee, vroeg Rose in het voorbij gaan aan Arnold. Suze zoekt je, ze schijnt 't te ver wachten. Nu niet, antwoordde hij, ik zie daar juist het schurkengezicht van Desmoulins, hij mag me niet ontgaan. De'bewuste handelaar was mager, had zwart haar en een loerenden blik in de oogen; hij stond juist over een tafeltje gebogen en was bezig een som in goud en papier uit te tellen. Grandet scheen het te ontvangen, want hij zat met het hoofd in de handen v.oor het geld en keek oplettend hoe de hoopjes groo ter werden. Er tusschen door maakte hij een enkele optaerking. Dichtbij stond de jonge Malherbes met een paar pachter^, ook de oude van Luctéville was weer binnen gekomen. Als deze zaak ten einde is, kom ik zeker aan de beurt? vroeg Arnold, terwijl hij achter het groepje ging staan. Op Desmoulins' gezicht kwam een uitdrukking van groote verwondering. Daar is ie waarachtig, riep hij op tafel slaand, maar meneer de ,Tumar, waarom kwam u niet op tijd? Ik kon niet veron derstellen, dat ik u zoo laat nog zou treffen. Ja, nu is het vóorbij, hier is uw geld e,n 't is nu het eigen dom van meneer Grandet. Arnold werd doodsbleek. Je weet, Desmoulins, dat ik op schrift heb, dat het geld vandaag betaald zoodat de veldwachter zee revolverechcten lostte, waarvan vijf doel troffen. De politie uit Groenlo bracht weldra hulp en zoo konden de woestelingen in arrest worden gesteld. Twee van hen moesten ter verpleging in het ziekenhuis worden opgeno men. BROOD ZONDER GIST. Men schrijft van bevoegde zijde aan de Maasbode „De uitvoer van gist stijgt met den dag, de 'prij zen er van worden steeds hooger. „Er blijft thans zoo'n kleine quantum in Neder land, dat wij het ergste moeten vreezen en binnen kort voor het geval komen te staan, dat de bak kers geen gist meer kunnen krijgen om hun brood te bakken. „Er worden op het oogenblik door het buiten land zulke enorme prijzen voor de gist betaald, dat grossiers bijna alles uitvoeren om slechts een klein gedeelte, en dan nog tegen hooge prijzen, ter be schikking van de kleinhandelaren stellen" DE SLAGERSBOND EN DE UITVOER VAN VEE EN VLEESCH. 7 De Nederlandsche Slagershond heeft den m mis ter van landbouw een adres verzonden, waarin herinnerd wordt aan het feit, dat de minister in het begin van den oorlog bij het tot stand kommen van het instituut der zoogenaamde distributie-varkens het oordeel en de me dewerking van den Slagershond heeft gevraagd en ver kregen. Spoedig was echter van overleg geen sprake meer en elk ongevraagd gegeven advies, evenals ieder ver zoek door den Bond op het-stuk van deij uitvoer van vee en vleeschwaren werd terzijde gelegd. Het adres noemt het opvallend, dat de minister in deze tijden van crisis op het gebied van den vleeschinkoop en den vleesch verkoop steeds behoefte heeft gevoeld té raadplegen met de belanghebbenden bij een algeheelen en te groote uitvoer (de exporteurs en de IandbouW- vereenigingen) maar nooit met de belanghebbenden bij een normalen, met beleid geregelde® uitvoer, die een algemeen belang kan genoemd worden (de slagers). In het begin van den afgeloopen winter heeft o.a. adressant den minister er op gewezen, dat walmeer op de toen 'gevolgde wijze van uitvoer zou worden doorgegaan, ae vleesch prijzen in Md een ongekende hoogte zouden moeten bereiken, hetgeen thans is ge schied en had kunnen worden voorkomen. Thans ia volgens het adres een toestand geschapen, die het on volledig ingelicht publiek doet gelooven, dat de hoo ge vleeschprijzen te wijten zijn aan de opdrijving daarvan door de slagers, terwijl integendeel de waar heid is, dat de slagers met het publiek dupe zijn ge worden van de landbouwers en mesters, die hun vee aan de markt onthouden, wetende dat straks de on gekend groote uitvoer hun de allerhoogste kans op oorlogswinstens biedt. Het adres 'vraagt ten slotte: 1'e. zoolang totdat de marktprijzen op een zoodanig niveau zullen zijn gekomen, dat ook gewone men schen vleesch kunnen 'eten, de grenzen voor den uit voer van vee en vleesch gesloten te houden; 2e. te willen ophouden met den Slagershond in de zoo belangrijke kwesties van hernieuwde opening der grenzen en van het afgeven van consenten van uit voer volkomen te negeeren, maar integendeel daarbij met zijn vertegenwoordigers overleg te willen plegen. HUIS INGESTORT. Woensdagmiddag sortte te Nleuwkuyk, terwijl men aan de in aanbouw zijnde magazijnen der graanhandelaren Hol en Pouwels bezig was den zolder te ankeren, een gedeelte van het gebouw ten gevolge van de zwaarte der ijzeren balken met een donderend geraas ln een. Een timmerman uit Vlij men werd ernstig gekwetst onder de pulnen van daan gehaald. De ingekwartierde stukrijder Reu vers uit Enschede werd zeer ernstig verwond. Zijn toestand is levensgevaarlijk. EEN BRIEFKAART 13 JAAR ONDERWEG. Poststukken zijn coms lang onder weg, maar dat een briefkaart 13.5 jaar noodig heeft om van het Arnhemsche postkantoor in de woning van een Arn hemmer te komen zal weleen zeldzaamheid blij ven. Een inwoner van Arnhem ontving een brief kaart, die 13 December 1902 aan het postkantoor al daar aankwam blijkens het poststempel..., 7 Juni 1916 werd de kaart bij den geadresseerde thuis be zorgd, ook deze datum ls door een poststempel aan gegeven. De kaart kwam niet eens met de eerste bestelling van 7 Juni mee, dat had toch wel gekund NEDERLANDERS IN FRANSCHEN DIENST. Naar de Telegr. verneemt, hebben de gebroeders De Rauw, ederlanders, afkomstig uit Den Haag, die voor den duur van den oorlog als vliegers dienst hadden genomen in het Franache leger, voor de be toonde dapperheid, de militaire medaille gekregen, benevens nog eenige andere medailles en eervolle vermeldingen. HET OOQ OP DEN RUG. Een jonge belastingcommies, die reeds sinds het be gin van de mobilisatie aan ae grens gestationeerd is, klaagt over rugpijn door het vele Toopen en vraagt overplaatsing met het oog op zijn rug. De chef denkt na over het ernstige geval, ziet dan opeens in, dat hij hier met een ambtenaar met bij zondere lichamelijke gaven, met een drieoogige te doen heeft en schrijft den requestrant terug: Aan den commies... enz. In antwoord op uw verzoek diene, dat een ambte naar „met het oog op den rug" in deze tijden,, waarin nauwlettend op smokkelaars dient gelet te worden, aan de grenzen onschatbare diensten kan bewijzen zoodat het zeker niet in het belang van dm dienst kan worden geacht, aan uw verzoek om overplaat sing te voldoen." De geschiedenis vermeldt niet of do ambtenaar zyn derde oog sinds dien tijd ook met schele oogen aan ziet, en ook niet of hq hu een 'oogje dicht doet ais hij smokkelaars ziet. zou worden. Om tien uur, meneer de Tumar, en ik heb ge tuigen dat ik er op tijd was. Het is nu elf uur. Ik heb geen verplichting meer om mijn woord te hou den, als u er zelf niet meer moeite voor doet. Daarin za! het gerecht uitspraak doen. Ja. Ik wacht rustig op die uitspraak en ik zal er niets bij verliezen. Omdat-le niets meer te verliezen heeft, klonk het op den achtergrond. Meneer Grandet, zei Malherbes tot dezen. U kunt hier gemakkelijk ingrijpen, laat u het geld aan de Tumar en wacht u nog eenigen tijd. Het smalle gezicht v^i Grandet werd nog bleeker dan het gewoonlijk al was. Pardon, ik zou niet met Desmoulins gehandeld hebben, als hij het geld voor de rógge niet meteen betaald had. Wat een schurk toch, hij betaalt baar en mij is hij de gerst van het vorig jaar nog schuldig, riep een der pachters. En mij nog de helft van de tarwe. -- Mij de wol! Het werd den handelaar bang te moede, er balden zich vuisten. Mijneheeren ,riep hij, u zult allen uw geld krij gen, Iaat me nog wat tijd, ik krijg dezer dagen een groote som uitbetaald. Werkelijk, ik zal de meesten van u betalen. Ben ik geen eerlijk man? Kwam ik niet op het uur, dat de vordering van meneer de Tumar afgeloopen was? Moet ik dan niet gaan den ken, dat hij het geld niet hebben wil, als hij niet komt. Ik ben een half uur hier, riep Arnold. Daar weet ik niets van af. Om tien uur was u er niet. Ik ben toen weggegaan en teruggeko men om een andere zaak af te doen. Wie zal me dat beletten. Willen de heeren, dat ik ophoud met zaken doen? Het zou wel het beste wezen, zei Malherbes droog.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 5