Scliapr Courant
TABAK van J. R. KEUSS
Het vervloekte geslacht.
Zaterdag 10 Juni 1916.
59ste Jaargang No. 5811.
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
I? W Ta^U® wat.'Van W rcm ▼erbalen...
pÜ"d mtS TS,0?"?daa »hm
XkinifSLhai-de i0ngen tocfc 6011 W**»
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
ONOVERTREFBAAR.
„PROTECTOR". DE ROBERT MACAIRE'S.
Dien middag aan het gewone domino-rondje
was de oude Van Dijk niet in z'n „gewone doen i
Hij had zich een paar maai leelijk vergist bij het
aanzetten, wat men niet van hem gewend was. Hij had
een dubbelhlank laten passoeren, zoodat z'n heele par
tij er door bedorven werd.
Kees, wat scheelt jou toch vandaag? had meneer
Graden» al gezegd, heb-je mot met je vrouw gehad?
Van Dijk deed z'n uiterste best om flauwtjes te
glimlachen Maar 't lukte hem niet.
Eindelijk zaten ze 't was al Iaat geworden
met hun drieën. Van Dijk, Graders en de nieuwe
ling in clubje, tegen "Wien zij niet -zonder respect op
zagen. Wiehij nu eigenlijk precies was wat hij
voor den kost deed: men giste er naar. Hij had
zich voorgesteld als Timmers, rentenier, oud-ambte
naar. Verder niet.
Maar hjj kon zeer deftig doen. Was begonnen, met zich
een heele poos geretireerd te houden zeer hoffé-
lyk, uiterst voorkomend, maar toch: koeltjes
En dat trok juist aan.
Een paar taaien was er voor hem getelefoneerd;
Mfet zeiier schuw-verbaasd Zijn was de kellner naar
hem toe gekomen en had genoemd iemand van groote
finantieele reputatie in de stadOf LT misschien
even gelegenheid hebt aan de telefoon te komen, 't
is de directeur zelf.
De nieuwe meneer .had 't zaakje uiterst kalm op
genomen. Nog even in z'n krant het kolommetje uit
gelezen; waarmee hij bezig was.
Toen hoorden zij hem roepen
Allo! Niermansben jij daar? Heb Je mij ge
roepen? Ah zoo, juist.
Flap dicht ging de deur van celletje. En de stam
gasten keken elkaar onwillekeurig aan met oogen van:
nu, die is waarachtig niet voor de poes, hoorlj
is me zoo familiaar met niemand minder dan Nier-
mans 1.....
Zij dachten na over 't gevat.
Toen was 't gebeurd, dat de nieuwe meneer op
een 'ochtend het cafe op dat uur gansch leeg
was binnengekomen en weer getelefoneerd had. Maar
nu met een nog voornamer sinjeur. Met meneer Eg-
gere van Tienen. En hij speelde weer jij en jou.
De gérant van café zat er in gespannen aandacht naar
te luisteren.».. Hij hoorde woord voor woord. Meneer
Timmers had een tamelijk krachtig sonoor stemge
luid. Gérant luisterde. Dat ging over bedragen. Gé
rant trok de wenkbrauwen hoog op en de Iiphoeken
•"ma^ugp s) en ofjjpq ufpi xn i®z "8ee[uio ^ejjs 8bbj joqz
Een paaT dagen later toen meneer Timmers weer in
het ochtenduur zijn krantje zat te lezen en z'n klein
tje koffie te genieten, stond gérant ineens naast hem
ietwat verlegen buigend, nederig glimlachend.
Of hij meneer misschien iets zou mogen vragen;..'
Altijd, wanneer hij meneer volstrekt niet stoorde?..»
Zeker, zeker, stelde meneer gerust, en hij depo
neerde z'n gouden lorgnet naast zich op leestafel;
blies denkbeeldig stofjes van zwartlakenscnen mouw
en keek gérant aan met zeer genadig lachje.
De ander vroeg zijn advies -over den aankoop van
„papiertjes". Hij meende dat meneer zich immers
bewoog in de branche van het effectenvak?....
Nou-ja, zei de meneer, met minzaam vergoelij
kend lachje-bewegen.,.. Bewegen.Ik heb nog al
wat relaties in de bankierswereld. Als ik van nut
kan zyn?.... Maar Iaat ik U recommandeeren bij m'n
vriend Niermans die kunt U volkomen, onbe
perkt vertrouwen. Wil ik U een kaartje met intro
ductie geven?...
En ae meneer tastte al in binnenzak naar porte
feuille.
Tja, riep gérant uit, dat weet ik ook wel. 't
is zeer vriendelijk, maar wanneer U mij met een
enkel woord misschien zoudt willen raden...
Met genoegen zei de meneer, Snel zijn hand
uit binnenzak trekkend. Gaat U even hier zitten.
Buigend dankte gérant voor de minzaamheid.
En zij praatten. En de meneer gaf allerlei advie
zen. Wist net vertrouwen van gérant te winnen. Maak
te allerlei aanteekeningen. De in goud gevatte lorgnet
danste nu op neuspunt.
't Was of „meneer" werkelijk gaandeweg plezier
in 't zaakje kreeg!,...
Voelt ge U minder lekker? vroeg meneer Tim
mers, toen ze dan met hun drieën waren overgebleven.
De beide anderen hadden van gérant al gehoord, wel
ke machtige relatiën de nieuwe meneer had. Ze waren
errast door zijn toeschietelijkheid. Wel was de abtand
tusschen hem en 't clubje gaandeweg kleiner gewoi^
den en de verhouding vertrouwelijker, vrienscnappe-
lijker.
Maar zoo'n spontaan bewijs van belangstelling had
den zij nog niet van hem ondervonden.
Och, kwam de oude Van Dijk eindelijk voor
den dag, 't is feitelijk een lam geval. En Ik wil
meneer niet vervelen met mijn verdrietelijkheden! I
Zeker biet. Integendeel, riep meneer Timmers
uit, ik ga uit van 't standpunt dat wij op de wereld
zijn om elkaar te helpen, te steunen; van dienst te
zijn waar 't kan. Waar zou 't heen moeten imdiani
het koude egoïsme den boventoon hadt,... Neen, wan
neer U denkt, dit ik geen interesse "gevoel voor wat
mijn medemensch drukt en deert, dan,.. Enfin! viel
meneer Trnmeüs zichzelf in de rede, daar is mijn
eigen leven het bewijs voor dat ik....
Hij kuchte even, als om aandoeningen hem bestor
mend te onderdrukken
En die stortte zijn hart uit.
ve °d was hart bra-
Ü511'„?ar boe gaat 't hè?.... Zwak, toeso-
rjii l wilskracht. Kameraden die niet deugen.
ken Fin^lu;? kopzorgen voor gesto-
was ruft 6611 prima Het saIaris
vader Van Dijk bTz™ n bMe
„courage Jü>
K.. VanOChtend> hii was ternauwernood opje-
zflS'tten'tf? werd wat onzeker,
oogen den' ^oeg een hand vóór de
wat Qi^tk met 6611
binnen een paar'uren. Anders zou WOrden bi»ig*Paït>
lubt££ had 111 «»Pa^« aandacht g*
den" man' aï. niet? Wj eindelijk op
o verkropt MJériS1 T
Als de andere helft er niet a.s. Zaterdag SS
gedaan gekregen met de moeite
De „nieuwe méneer" zat eenige minuten na teden-
ken. Öe beide anderen keken hem strak aan
te "helpen.!. Ml', ml ik U trachten
di^e^rC "ah0°r-
7NJ* wat U noo&ë hebt, bedoel ik
Dat is hier niet het voornaamste. Maar ik dien de e»
umif'lcn kennen. Dat zuit U mij ten goede
En teneer Timmers zag Van Dijk Senior aan met
kenner SP V8n P^0*10100^ menschen-
Zij spibken af. Den volgenden ochtend elf uur. zouden
ze elkaar hier ontmoeten.
Als 't U met dérangeertl... zei Van Dijk, geen
woorden kunnende vinden om zijn dankbaarheid t«
yertoücen.
Neen I protesteerde protector, en ai ware dit wei
f.°o waar iemand, die buiten z'n toedoen in moei
lijkheden geraakt is, moet geholpen worden, mag dit
met te zwaar wegen!....
Waarna hij met minzaam hoofdknikje hei
café verliet. Terwijl kellner de deur zeer wijd open
hield voor nobeden bezoeker.
Ik heb een klein Jaar na ai dit gebeuren zien
terecht staan een man, die de kunst had verstaan
om verschillende menschen onder valsche voorwend
sels geld uit den zak te kloppen. Hij was van nuis-uit
woekeraar maar de loop aer tijden en de felle con
currentie hadden hem er gaandeweg toe gebracht om
ook op andere manleren „zaken te dom". Hij ham
de „pose" aan van beschermer; man van groote, pri
ma soliode relatiën. Hij telefoneerde kwamsuis met
je eerste financiers. Hjf wist vaders, die voor hun
lichtelijk, dartele zoons een betrekking zochten, „voor
schotten' te doen betalen, die zij hem vaak onder
vloed van erkentelijkheidsbetuigingen overhandigden.
't Was deze Robert Macaire-up to date, die ik zag
terechtstaan. En toen de in zwart laken gekleede beklaag
de even omkeek, herkende ik zoowaar in hem den
edelen „protector', wiens gevoelig hart zich wilde er
barmen over bet verdriet van vader Van Dijk, die
ba bij het dominosj>eI zich vergaloppeerd te heb
ben, door smart-distractie, eindelijk weet men im
mers "z'n gemoed uitstortte.
En onder de getuigen charge zag ik ook Van Dijk
Senior. 'Hij zat te turen naar den oplichter, die een
veldwachter tot bewaking had. 't Was den veelgeplukr
te blijkbaar nog steeds een „psychologisch raadsel";..
Gelijk 't zal blij ven t op aarde, zoolang de Roberi
Macaire's van alle tijden en landen hunne fijnge-
sponnen „trucs" blijven spelen!...
MAITRE CORBEAU.
Staatsloterij.
Vijfde Klasse.
Trekking van 8 Juni 1918,
No. 7897 f 1.000 met premi van f 30.000.
No». 2131 13849 17380 ieder, f 1.000.
Nos. 9965 10578 19729 ieder f 400.
No». 2147 3830 7402 12110 ieder f 200.
Nos. 1283 1418 3064 3354 3663 6321 8555 10609
14027 13758 16972 17086 ieder f 100.
Prüzen van t 70.
53 124 12» 194 203 28 2 348 445 639 752
883 1078 1146 1220 1287 1460 1555 1587
1709 -67 1874 2031 -87 2136 2382 -91
2624 -48f -61 -62 2751 -71. 2837 -91
2916 -35 -80 -81 3056 3143 -76 -79
3269 3307 3412 -88 3619 -42 -77 -82
3825 -76 4010 4195 4235 4400 -49 4664
4770 4810 —37 —45 4913 5Ó08 —37 5226
ALKMAARSCHB
3.
De jeugd had intusschen verder verteld: Arnold
de Tumar, de jonge dokter, de drie studeerende zo
nen van mevrouw Odillac.
Verder niemand?
Meneer Grandet, twee zoons van den advocaat
Mirantjolle, de zoon van den rechter en de jonge
ingenieur, die de rij sluit.
Verder niemand? er uit met je geheimen, riep
Suze.
De jonge Treptow stond op en ging naar een zij
deur.
Heeren, riep hij, 'V oogenblik lijkt me gunstig
om met de dames kennis te maken.
Emil, verschijn. Mag ik zoo vrij wezen de dames
voor te stellen mijn vriend luitenant Tremors en
mijn neef luitenant de Bertézy. Beiden zullen, wan
neer u er ten minste niets op tegen hebt, deelne
men aan het Kerstbal.
Wat maakt zoo'n luitenant effectl fluisterde
Arnold Suze Treptow toe.
'l och niet bij iedereen, antwoordde zij met een
kokdt lach.j0.
Aileen 'bij zekere dames die ijlboden rondstu
ren, óm een zoo gelukkige gebeurtenis als de aan
komst van een kletterenden sabel aan de wereld
bekend te maken.
O, die Rose, Om dat meteen te vertellen! Ik
deed het omdat ik wist, dat zij zich er voor inte
resseerde. Ik ben er heusch niet zoo blij mee, wij
hebben maar last van zoo'n bezoek, twee gasten ge
durende al den feesttijd en het geeft zooveel werk.
Voor u? vroeg Arnold met een lachje.
Zeker. Denkt u dat wij niets te doen hebben?
Mama is erg streng.
Moeder is precies, verbeterde iemand achter
hen; de oude de Luzy had ongemerkt dicht bij ben
gestaan.
Arnold sprong op. Je komt Juist van pas, dacht
hij, Meneer de Luzy, twee vrienden van me, die voor
het eerst in deze streek te gast zijn, zouden graag
aan u worden voorgesteld. Het zijn luitenant de
Bertézy en luitenant Tremors. Ik heb hun gezegd
dat Luctéville het meest gastvrije huis uit de om
geving is.
Niet dat ik wist, besté Arnold. Niet dat ik wist.
Maar daar je de heeren als jouw vrienden be
schouwt, zullen ze mij welkom zijn. Het zijn mili
tairen is het niet?
Luitenant bij de infanterie, garnizoen Briaire3,
zei de Bertézy.
Ik heb er geen verstand van, vertel dat maar
aan den majoor die 't landweerbatailjon comman
deert. Wat mij betreft, het gaat mij met de militai
ren als David met de kinderen Ammous.
Hij boog even en verliet het vertrek door een zij
deur.
Hoe ging het met de kinderen Ammous? vroeg
luitenant de Bertézy verbaasd. Ik heb niet veel
in het oude tesament gelezen, maar ik geloof niet
dat David veel voor ze voelde. Weet niemand der
aanwezigen ons hieromtrent in te lichten?
We zouden eerst moeten weten, waar we
moesten zoeken, merkte iemand op.
Ik stel voor, de zaak te laten rusten, zei me
vrouw Malherbes. Mevrouw Lamond stemde daar
mee in en zoo praatte men er niet meer over, maar
ieder nam zich in stilte voor, thuis het. bedoelde
eens op te zoeken.
Kom kinderen, we moeten mkoopen gaan doen,
zei mevrouw Treptow, terwijl ze opstond, vergeten
jelui niets. Ga je mee Alex of blijf je hier.
De zoon besloot tot hét laatste.
Rose stond ook op. Het ziet er niet naar uit of
uw vader ons wilde animeert., onze opwachting bij
hem te maken, zei de Bertézy terneergeslagen.
3496 8512 8657 8808 —53 8908 9184 9370
9372 -86 -89 9482 -91 9500 -13 -40
9676 9775 9824 -76 9946 -88 10136 -240
10264 -307 -318 -410 -487 -627 -678
10736 -891 -901 11063 -309 -450 -500
11510 -648 -719 -727 -735 -884 -897
12137 -157 -217 -234 -340 -364 -424
12478 —$02 -583 -601 -761 -866 13095
13116 -137 —191 -272 -302 -318 -433
13484 —507 —514 —519 -528 -571 -612
13664 -697 —747 —790 -838 ^-848 —921
13955 —960 14044 —131 -154 —213 —251.
14266 —308 -313 —357 —451 —458 —529
14659 —782 —934 —963 —979 15058 —125
15257 —410 —430 —545 —548 —632 —725
15777 —881 —940 16071 —113 —216 —231
16262 —302 —391 —528 —603 —688 —699
16738 —744 -836 —887 —920 17003 -010
17066 —245 —452 —476 —485 —586 —720
17736 —904 —929 18017 —056 —469 —229
18525 —600 —66 —7796 —887 —925 19001
19075 -096 —160 -179 -213 —271 -277
19345 —372 —384 —515 —720 —777 —792
19977 20067 —592 —717 —761 -861 *—956
DE AARDAPPELSCHAARSCHTE.
De oorzaak van de dreigende aardappelen-
schaarschte die reeds tot een aanmerekelijke stij
ging der prijzen geleid heeftjs volgens De Neder
lander toe te schrijven aan het volgende bedrog dat
met medewerking van een der thans ontslagen
Rijkscontroleurs moet hebben plaats gehad.
De zaak zoo deelt het blad mede moet zich
als volgt hebben toegedragen:
De regeling van den uitvoer geschiedt door de zg.
Aardappelen-Vereeniging, onder Rijks-controle. In
die aardappelenvereeniging zitten uiteraard groote
exporteurs, die tegelijkertijd deskundigen zijn. Nu
was in overleg met de regeering bepaald dat de zoo
genaamde wit-vleezige aardappelen, die voor de con
sumptie van geen waarde zijn, mochten worden
uitgevoerd en van dezen uitvoer hebben enkele ex
porteurs gebruik gemaakt tot het smokkelen van
groote partijen consumptieaardappelen. Dit kon ech
ter niet geschieden zonder hulp en medeweten van
een der Rijkscontroleurs, die aan de grens de taak
van douane vergemakkelijkte. Toen de regeering
van den verboden uitvoer de lucht kreeg en den
burgemeesters telegrafeerde om de aardappelen aan
te houden, waren de geladen wagons of sche
pen telkens juist te voren vertrokken. Daaruit
bleek, dat de smokkelaars Ingelicht werden en van
de voornemens der regeering op de hoogte waren.
Het departement moet toen een valsch bericht heb*
ben uitgegeven, slechts aan zeer enkelen als zoo
danig bekend, en ook dit bericht bereikte den ex
porteur. Toen- was de schuldige spoedig gevonden;
het was een der Rijkscontroleurs, die reeds bekend
moet hebben en onmiddellijk ontslagen is. Het on
derzoek tot het instellen eener strafvervolging te
gen den exporteur, die van valsche verklaringen
en stukken gebruik moet hebben gemaakt, is reeds
in vollen gang, en mep kan er op aan dat de schul
digen hun straf niet zullen ontgaan.
De regeering koestert de hoop, dat zij nog eenige
partijen aardappelen zal kunnen achterhalen, maar
intusschen is aan de bevolking buitengewoon groo
te schade toegebracht door het verachtelijk bedrijf
van een paar schavuiten, die er niet tegen opge
zien hebben, hun zak te spekken ten koste van de
volksvoeding.
BRAND.
'BERGEN .Donderdagmorgen om 11 uur geraakte
de van hout opgetrokken timmermanswerkplaats
van den heer C. van der Plas, alhier door spelen
de kinderen in brand. De vlammen grepen snel om
zich heen en vonden een gewenscht voedsel in den
houtvoorraad. De brandweer werd te laat gewaar
schuwd. Toen ze ter plaatse verscheen was de
werkplaats reeds ingestort, Met een 350 M. lange
slang wist de brandweer het vuur te naderen. De
slang bleek lek en de druk op de waterleiding zeer
gering, waardoor zij niet in staat was .water te ge
ven.
Voor den eigenaar beteekent deze brand een groo
te schadepost. De werkplaats was juist voor twee
maanden overgeplaatst en nog niet voor de ver
zekering overgeschreven.
De schade is ruim f 2000.
ERGERLIJK.
Dinsdagavond drong een twaalftal beschonken
polderwerkers een café in de buurtschap Lindvelde
onder Eibergen, binnen en eischte zonder betaling
drank. De bewoner, die alleen thuis was, voldeed
aan hun verlangen. Nauwelijks echter waren zij ge
zeten of erger tooneelen volgden. Zij gooiden met
de glazen en sloegen alles kort en klein wat onder
hun bereik kwam. Zelfs de kozijnen werden uit het
verband gerukt Toen de gemeenteveldwachter ver
scheen, dreigden de indringers met hun messen,
Rose lachte1 ondeugend.
Zoo, bent u nu al bang voor hem? vroeg ze.
En ik....
-r En u?..
Stelt u zich eens voor wat voor een moedige
ziel er in mij moet wonen, ze liep ondertusschen
weg en zei nog zacht over haar schouder heen:
Ik ben niet bang.
Allerliefst! mompelde de officier, haar nakij
kend.
HOOFDSTUK IV.
Ga je met ons mee, vroeg Rose in het voorbij
gaan aan Arnold. Suze zoekt je, ze schijnt 't te ver
wachten.
Nu niet, antwoordde hij, ik zie daar juist het
schurkengezicht van Desmoulins, hij mag me niet
ontgaan.
De'bewuste handelaar was mager, had zwart haar
en een loerenden blik in de oogen; hij stond juist
over een tafeltje gebogen en was bezig een som in
goud en papier uit te tellen. Grandet scheen het te
ontvangen, want hij zat met het hoofd in de handen
v.oor het geld en keek oplettend hoe de hoopjes groo
ter werden. Er tusschen door maakte hij een enkele
optaerking. Dichtbij stond de jonge Malherbes met
een paar pachter^, ook de oude van Luctéville was
weer binnen gekomen.
Als deze zaak ten einde is, kom ik zeker aan
de beurt? vroeg Arnold, terwijl hij achter het groepje
ging staan.
Op Desmoulins' gezicht kwam een uitdrukking
van groote verwondering. Daar is ie waarachtig,
riep hij op tafel slaand, maar meneer de ,Tumar,
waarom kwam u niet op tijd? Ik kon niet veron
derstellen, dat ik u zoo laat nog zou treffen. Ja, nu
is het vóorbij, hier is uw geld e,n 't is nu het eigen
dom van meneer Grandet.
Arnold werd doodsbleek. Je weet, Desmoulins,
dat ik op schrift heb, dat het geld vandaag betaald
zoodat de veldwachter zee revolverechcten lostte,
waarvan vijf doel troffen. De politie uit Groenlo
bracht weldra hulp en zoo konden de woestelingen
in arrest worden gesteld. Twee van hen moesten
ter verpleging in het ziekenhuis worden opgeno
men.
BROOD ZONDER GIST.
Men schrijft van bevoegde zijde aan de Maasbode
„De uitvoer van gist stijgt met den dag, de 'prij
zen er van worden steeds hooger.
„Er blijft thans zoo'n kleine quantum in Neder
land, dat wij het ergste moeten vreezen en binnen
kort voor het geval komen te staan, dat de bak
kers geen gist meer kunnen krijgen om hun brood
te bakken.
„Er worden op het oogenblik door het buiten
land zulke enorme prijzen voor de gist betaald, dat
grossiers bijna alles uitvoeren om slechts een klein
gedeelte, en dan nog tegen hooge prijzen, ter be
schikking van de kleinhandelaren stellen"
DE SLAGERSBOND EN DE UITVOER VAN VEE
EN VLEESCH.
7 De Nederlandsche Slagershond heeft den m mis ter van
landbouw een adres verzonden, waarin herinnerd wordt
aan het feit, dat de minister in het begin van den
oorlog bij het tot stand kommen van het instituut der
zoogenaamde distributie-varkens het oordeel en de me
dewerking van den Slagershond heeft gevraagd en ver
kregen.
Spoedig was echter van overleg geen sprake meer
en elk ongevraagd gegeven advies, evenals ieder ver
zoek door den Bond op het-stuk van deij uitvoer van
vee en vleeschwaren werd terzijde gelegd. Het adres
noemt het opvallend, dat de minister in deze tijden
van crisis op het gebied van den vleeschinkoop en
den vleesch verkoop steeds behoefte heeft gevoeld té
raadplegen met de belanghebbenden bij een algeheelen
en te groote uitvoer (de exporteurs en de IandbouW-
vereenigingen) maar nooit met de belanghebbenden bij
een normalen, met beleid geregelde® uitvoer, die een
algemeen belang kan genoemd worden (de slagers).
In het begin van den afgeloopen winter heeft o.a.
adressant den minister er op gewezen, dat walmeer
op de toen 'gevolgde wijze van uitvoer zou worden
doorgegaan, ae vleesch prijzen in Md een ongekende
hoogte zouden moeten bereiken, hetgeen thans is ge
schied en had kunnen worden voorkomen. Thans ia
volgens het adres een toestand geschapen, die het on
volledig ingelicht publiek doet gelooven, dat de hoo
ge vleeschprijzen te wijten zijn aan de opdrijving
daarvan door de slagers, terwijl integendeel de waar
heid is, dat de slagers met het publiek dupe zijn ge
worden van de landbouwers en mesters, die hun vee
aan de markt onthouden, wetende dat straks de on
gekend groote uitvoer hun de allerhoogste kans op
oorlogswinstens biedt.
Het adres 'vraagt ten slotte:
1'e. zoolang totdat de marktprijzen op een zoodanig
niveau zullen zijn gekomen, dat ook gewone men
schen vleesch kunnen 'eten, de grenzen voor den uit
voer van vee en vleesch gesloten te houden;
2e. te willen ophouden met den Slagershond in de
zoo belangrijke kwesties van hernieuwde opening der
grenzen en van het afgeven van consenten van uit
voer volkomen te negeeren, maar integendeel daarbij
met zijn vertegenwoordigers overleg te willen plegen.
HUIS INGESTORT.
Woensdagmiddag sortte te Nleuwkuyk, terwijl
men aan de in aanbouw zijnde magazijnen der
graanhandelaren Hol en Pouwels bezig was den
zolder te ankeren, een gedeelte van het gebouw ten
gevolge van de zwaarte der ijzeren balken met een
donderend geraas ln een. Een timmerman uit Vlij
men werd ernstig gekwetst onder de pulnen van
daan gehaald. De ingekwartierde stukrijder Reu
vers uit Enschede werd zeer ernstig verwond. Zijn
toestand is levensgevaarlijk.
EEN BRIEFKAART 13 JAAR ONDERWEG.
Poststukken zijn coms lang onder weg, maar dat
een briefkaart 13.5 jaar noodig heeft om van het
Arnhemsche postkantoor in de woning van een Arn
hemmer te komen zal weleen zeldzaamheid blij
ven. Een inwoner van Arnhem ontving een brief
kaart, die 13 December 1902 aan het postkantoor al
daar aankwam blijkens het poststempel..., 7 Juni
1916 werd de kaart bij den geadresseerde thuis be
zorgd, ook deze datum ls door een poststempel aan
gegeven. De kaart kwam niet eens met de eerste
bestelling van 7 Juni mee, dat had toch wel gekund
NEDERLANDERS IN FRANSCHEN DIENST.
Naar de Telegr. verneemt, hebben de gebroeders
De Rauw, ederlanders, afkomstig uit Den Haag, die
voor den duur van den oorlog als vliegers dienst
hadden genomen in het Franache leger, voor de be
toonde dapperheid, de militaire medaille gekregen,
benevens nog eenige andere medailles en eervolle
vermeldingen.
HET OOQ OP DEN RUG.
Een jonge belastingcommies, die reeds sinds het be
gin van de mobilisatie aan ae grens gestationeerd is,
klaagt over rugpijn door het vele Toopen en vraagt
overplaatsing met het oog op zijn rug.
De chef denkt na over het ernstige geval, ziet dan
opeens in, dat hij hier met een ambtenaar met bij
zondere lichamelijke gaven, met een drieoogige te
doen heeft en schrijft den requestrant terug:
Aan den commies... enz.
In antwoord op uw verzoek diene, dat een ambte
naar „met het oog op den rug" in deze tijden,, waarin
nauwlettend op smokkelaars dient gelet te worden,
aan de grenzen onschatbare diensten kan bewijzen
zoodat het zeker niet in het belang van dm dienst
kan worden geacht, aan uw verzoek om overplaat
sing te voldoen."
De geschiedenis vermeldt niet of do ambtenaar zyn
derde oog sinds dien tijd ook met schele oogen aan
ziet, en ook niet of hq hu een 'oogje dicht doet ais
hij smokkelaars ziet.
zou worden.
Om tien uur, meneer de Tumar, en ik heb ge
tuigen dat ik er op tijd was. Het is nu elf uur. Ik
heb geen verplichting meer om mijn woord te hou
den, als u er zelf niet meer moeite voor doet.
Daarin za! het gerecht uitspraak doen.
Ja. Ik wacht rustig op die uitspraak en ik zal
er niets bij verliezen.
Omdat-le niets meer te verliezen heeft, klonk
het op den achtergrond.
Meneer Grandet, zei Malherbes tot dezen. U
kunt hier gemakkelijk ingrijpen, laat u het geld aan
de Tumar en wacht u nog eenigen tijd.
Het smalle gezicht v^i Grandet werd nog bleeker
dan het gewoonlijk al was.
Pardon, ik zou niet met Desmoulins gehandeld
hebben, als hij het geld voor de rógge niet meteen
betaald had.
Wat een schurk toch, hij betaalt baar en mij
is hij de gerst van het vorig jaar nog schuldig, riep
een der pachters.
En mij nog de helft van de tarwe.
-- Mij de wol!
Het werd den handelaar bang te moede, er balden
zich vuisten.
Mijneheeren ,riep hij, u zult allen uw geld krij
gen, Iaat me nog wat tijd, ik krijg dezer dagen een
groote som uitbetaald. Werkelijk, ik zal de meesten
van u betalen. Ben ik geen eerlijk man? Kwam ik
niet op het uur, dat de vordering van meneer de
Tumar afgeloopen was? Moet ik dan niet gaan den
ken, dat hij het geld niet hebben wil, als hij niet
komt.
Ik ben een half uur hier, riep Arnold.
Daar weet ik niets van af. Om tien uur was
u er niet. Ik ben toen weggegaan en teruggeko
men om een andere zaak af te doen. Wie zal me
dat beletten. Willen de heeren, dat ik ophoud met
zaken doen?
Het zou wel het beste wezen, zei Malherbes
droog.