AlpiEüi Niens-
ARïertüntiï- Liilbiifllil
NIEUWE ABONNé's
GRATIS.
Raad Zifpe.
Het vervloekte geslacht.
WOENSDAG 21 JUNI ln,6.
59ste Jaargang. No. 5818
UitgeversTRAPMAN Co.
Binnenlandsch Nieuws.
voor dit blad ontvangen tot 1 Juli de
nog verschijnende nummers
FEUILLETON.
OiIRA
Dit blad verschijnt yierraaal per weekDinsdag, Woensdag
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den ADVERTENTIEN in het eerst nitkomend nummer geplaatst.
SCBAGEN, LAAN D 5. - Int. Teleph. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 0.90 per post f 1.05. Losse nummers 5 ct
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.35, iedere regel meer
6 ct. (Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berek.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 20 Juni
1016, des morgens half elf uur.
Voorzitter de heer Jb. de Moor, burgemeester,
secretaris de heer K. Slot
Aanwezig alle leden.
Na opening der vergadering volgt goedkeuring der
notulen.
Aan den heer E. Holterman wordt afschrijving H.
O. verleend .eveneens aan den hr. H. Oosterman en
den heer Jb. Zander van 4 maanden.
Ged. Staten hebben de raadsbesluiten betreffende
af- en overschrijvingen en betalingen uit den post
voor onvoorziene uitgaven, goedgekeurd.
De heer W. J. Pontvuijst belichtte, dat hij zijn
benoeming tot waarnemend telefoonhouder aannam
en hij bedankte voor de hem toegestane belooning.
Het kohier hondenbelasting was door Ged. Staten
goedgekeurd.
Een aan Ged. Staten ingezonden suppletoire be
grooting, kon niet worden goedgekeurd, omdat ge
wone uitgaven uit buitengewone middelen was be
streden. De Raad vereenigrt zich met deze zienswijze
en wordt de begrooting dienovereenkomstig met al-
gemeene stemmen gewijzigd.
Van de commissie der begraafplaats was een brief
ingekomen met de mededeeling dat de onkosten
voor verandering hadden bedragen f728.50, dus hooger
dan door den Raad was toegestaan. Het vernieuwde
gedeelte was naar-de Zuidwestzijde grooter gewor-
deii en de hoogte was met 5 c.M. vèrminderd. De
commissie vraagt den Raad het werk zoo goed te
keuren en de commissie van verdere verplichtingen
te ontslaan. B. en W. verklaren, dat de bebraafplaats
er thans keurig uitziet De begrooting is met onge
veer f 28 overschreden, maar dit mag op zulk een
werk van weinig beteekenis genoemd worden. B. en
W. hebben één aanmerking, n.1. dat de hoogte niet 5
c.M. maar 15 20 c.M. verlaagd is. B. en W. stel
len voor het werk zoo goed te keuren.
De heer Kreijger zegt dat zooals toegestaan was
van het laagste gedeelte 5 c.M. is afgehaald van hoo-
gere gedeelten wat meer. Dit was noodig om de be
graafplaats ton-rond te krijgen.
Onder dank aan de commissie wordt met algemee-
ne stemmen het werk goedgekeurd.
Aan de orde is bouw school te St Maartensbrug.
Voorzitter deelt mee, dat zoowel teekening als be
grooting door den schoolopziener zijn goedgekeurd.
De vraag is nu, zal er tot aanbesteding worden over
gegaan ja of neen. B. en W .stellen voor het wel aan
te besteden. Het is steeds nog uitgesteld met het
oog op de duurte der materialen, arbeidsloonen, enz.,
maar de vraag rijst: wanneer zal dat anders en
wanneer zal dat beter worden?
De heer Raat verheugt er zich over, dat B. en W.
met dit voorstel komen, In een der vorige verga
deringen was het plan wel gereed maar de begroo-
ting niet en B. en W. hebben dus met dezen ar
beid spoed gemaakt door nu reeds met het bestek
te kunnen komen. Dat verheugt spr. zeer en hij wil
graag zoo spoedig mogelijk tot bouwen overgaan.
De heer Kreijger vraagt of het lage terrein vol
doende in de hoogte zal worden gebracht.
De heer Mann doet daarvoor de besliste toezeg-
7.
Kom, zeide de oude de Luzy geheimzinnig en
trok Arnold voort.
Ze waren dicht bij" het dorp.
Vlak voor hen verrezen de donkere muren van het
kerkhof. Ze gingen door het hek.
De zachte morgenwind blies de sneeuw van de cy-
pressen, ze ruiscnten zacht als tot een welkom. On
der de witte sneeuwvacht, die hier en daar onder
broken werd door verdorde struiken, schenen alle
graven hetzelfde, geen onderscheid meer tusschen de
dooden!
De Luzy vond vlak naast den muur wat hij zocht;
een ijzeren hekwerk scheidde het familiegraf van
de Luzy van de overige af, het lag onder een esch.
die haar kaje, bladerlooze takken tegen den hemel
hief.
De Luzy stond sprakeloos en vouwde eerbiedig de
handen. Arnold volgde zijn voorbeeld, het was hem
alsof hij hier iets ten grave moest dragen. Een plech
tige stilte heerschte. Was het een gebed, een gelof
te, die de stomme lippen van den ouden eenzamen
man spraken? Waarom legde hij, als ter bekrachti
ging als bij den eed, de hand op het verwelkte loof
en de sneeuw, die over den doode lagen?
Hongerige wintervogels hupten, zacht geluid ge
vend, heen en Weer.
Kom, zei de Luzy toen en béiden gingen zonder
spreken weg uit den kring van vrede, die door nie
mand meer verstoord kan worden.
Dat is nu de reden, zei de bezitter van Luctévil
le, na een pauze weer vervallend in zijn gewone
manier van spreken, waarom ik niet veel sympa
thie voel voor de heeren militairen. Noch éen van
hen, noch iemand, wiens stand of familie met die
yervloekte geschiedenis samenhangt, zal de hand uit
steken naar mjjn kind!»
Het zou ze slecht bekomen!
Ik geloof niet dat er veel reden is om u bezorgd
te maken, meneer de Luzy, zei Arnold met zijn ge
wone, rustige vriendelijkheid. De heeren officieren
gaan dezer dagen weer weg. Het zal u zeker nog
krn^end z'in' ^at ik er ook over denk te vertrek
De Luzy keerde zich snel om.
iv )e verkoopen, vroeg hij verrast.
ik moet wel. De spaarkas in D. maakt het nood-
ging, voldoende grond als er z.i. komt uit de uitgra
vingen van put, regenbak en slooten.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel om
aan te besteden goedgekeurd.
Volgt het voorstel over een duurtetoeslag aan Hoof
den der scholen en onderwijzers. Over dit voorstef
van den heer Raat hebben in de vorige vergadering
de stemmen gestaakt. Voorzitter wil het alsnu nog
maals in stemming brengen, omdat het vorig maal
voldoende is besproken en deze stemming kan wor
den beschouwd als een vervolg van de vorige stem
ming.
De heer HooiJ wenscht de zaak liever nog eens te
bespreken.
Voorzitter meent dit niet te mogen toestaan, waar
na tot stemming wordt overgegaan.
De heeren Kreijger, Raat, Odendaal, Brak, Hooi]
en Groot verklaren zich voor duurtetoeslag, de an
dere 5- tegen, zoodat aan hoofden van scholen f 100
en onderwijzers f 50 zal worden toegekend.
Volgt benoeming ambtenaar voor den Burgerlij
ken Stand; voordracht: 1. J. A. de Boer, 2. H. G.
Th. Mann.
Voorzitter zegt, dat hij in de vorige vergadering
heeft laten stemmen over het voorstel om een 4en
ambtenaar voor den Burgerlijken Stand te benoe
men, en daarover hebben de stemmen gestaakt. Dit
had niet behoeven te gebeuren omdat de verordening
in artikel 22 aangeeft, dat er 4 ambtenaren moeten
zijn, n.1. de Burgemeester, de secretaris, de wethou
der en de klerk der secretarie.
De heer Kreijger acht stemming niet noodig, als er
aangegeven is, dat de klerk ter secretarie ambtenaar
moet zijn. Spreker vraagt of het is onderzocht of de
heer Mann genegen is om de betrekking aan te ne
men zoo de Raad hem kiest. Of is de voordracht maar
een wassen neus. Waar zitten we hier dan voor als
de heer Mann maar als tweede man fungeert.
Voorzitter zegt, dat het zal moeten blijken, of de
heer Mann zijn benoeming aanneemt, als hij be
noemd is.
De heer Kreijger denkt'toch wel dat er voeling
is gehouden. Dit alles is overbodige drukte.
De heer Raat meent, dat de bepaling om 4 ambte
naren voor den Burgerlijken Stand te benoemen,
niets anders is dan een raadsbesluit en geen veror
dening. Spr. heeft tenminste een dergelijke verorde
ning niet kunnen vinden. En bovendien is reeds tij
den niet de hand gehouden aan deze bepaling, om
dat er klerken zijn benoemd, die niet den leeftijd had
den bereikt, die noodig was om als ambtenaar van
den Burgerlijken stand te kunnen worden benoemd.
Dat is nu wel zoo en nu komen B. en W. maar één
twee drie aan om den klerk ter secretarie te be
noemen. Spr. herhaalt, dat hij het zeer betwijfelt of
het wel een verordening is, want anders had de te
benoemen klerk ter secretarie steeds 23 jaar moeten
zijn.
Voorzitter wijst er op, dat de verordening spreekf
van zoo mogelijk de klerk ter secretarie te benoe
men. 't Is dus niet bindend.
De heer HooiJ meent, dat de toestand thans zóó is,
dat de klerk ter secretarie benoemd moet worden
tot ambtenaar van den Burgerlijken Stand. En of
het nu een raadsbesluit is of een verordening, dat
doet hier niets ter zake, dat voorschrift moet ge
handhaafd. Maar spr. kondigt aan het voorstel, om
dat raadsbesluit dat dit voorschrijft, in te trekken.
Volgt de stemming en wordt de heer J. A. de Boer
benoemd mét 8 stemmen, 3 op den heer Mann.
Van Ged. Staten is een missive ingekomen met een
paar aanmerkingen over de verordening pp den H.
Omslag, Ged. Staten wijzen er op, dat aftrek noodza
kelijk levensonderhoud en kinderaftrek te zamen niet
hooger mag zijn dan f 650. Als gevolg hiervan stelt
de heer Raat voor f 500 aftrek voor levensonderhoud
en f 25 kind, tot maximum f 650. De heer HooiJ wil
zakelijk, omdat de hypotheek haar geen voldoende
zekerheid meer geeft.
Onzin, je tweede hypotheek is zekerheid genoeg,
een goed als Lemba, kom noul Er zal wel de oen of
ander de zaken verkeerd hebben voorgesteld.
Dat geloof ik ook, maar er is nu niets meer aan
te doen. In het ergste geval wil Grandet met me
onderhandelen.
En je moeder?
Arnold haalde de schouders op.
Als je moet, is er niets meer te veranderen.
Ook aan het leven niet?.
Wat is het leven voor mij? Ik vraag er niet
meer naar. Dat is het eenige wat ik graag verlie
zen zou en ook wat ik toch houden moet, het kale,
naakte leven zonder, geluk.
De morgen belichtte met valen schijn het bleeke
gezicht en de rustige oogen, die droomerig voor zich
uitkeken.
De sprekende trekken van de Luzy kregen een
vreemde uitdrukking, zijn blik gjeed scherp over den
jongeman, alsof hij zijn diepste voelen wilde peilen
en werd toen een bijzondere weeke uitdrukking.
Ik zal naar de spaarkas rijden en de lui mijn
meening over de zaak zeggen. Het /inzicht van een
ervaren man als ik, zal toch wel wat te beteekenen
hebben.
Dat moet u niet doen, meneer de Luzy, zei Ar
nold levendig.
Niet? Wat heb je er tegen?
De jonge man richtte zich op en ondanks zijn
Ttleine gestalte, lag er in zijn houding iets dat eer
bied afdwong, toen hij antwoordde:
Meneer de Luzy, u bent altijd vriendelijk ge
weest voor den eenzamen jongen, hij is er u dank
baar voor en zal ieder bewijs van welwillendheid
dat u hem verder gaven wilt, als iets buitengewoons
in zijn gedachten bewaren. Maar ik moet u verzoe
ken, van heden af mijn aangelegenheden met rust
te laten, u daarmede niet te bemoeien, ook niet met
de vriendelijkste bedoeling. U zult wel begrijpen,
waarom niet.
Arnold, riep de Luzy, en strekte de hand naar
hem uit, zoo was het niet gemeend jongen!
Maar hij was al in de struiken verdwenen.
HOOFDSTUK VIII.
Ook voor Rose brak de morgen aan. Ze zat bij
het venster, met wijd-open oogen staarde ze in den
komenden dag. Overal verspreid lag haar tooi van
den vorigen avond, er brandde nog een licht, dat
met veel moeite vocht tegen het daglicht. Buiten in
f 400 aftrek voor levensonderhoud en dan f 25 per
kind ook tot maximum f 650, om zoodoende gezin
nen met veel kinderen meer te kunnen ontlasten.
Na eenige discussie bepaalt de meerderheid f 500 af
trek levensonderhoud. Daar tegen verklaarden zich
de heeren: Bos, Zeeman, Hooij en Groot
Aan den heer Kuin, telefoonhouder te Oudesluls,
wordt op zijn verzoek eervol ontslag verleend. Op
voorstel van den heer Kreijger tegen half Juli. B. en
W. stellen voor, hoewel dit eenige onkosten met zich
zal brengen, de telefoon over te brengen naar het
perceel van den brievengaarder Slikker en deze te
benoemen tot telefoonhouder, zijn vrouw tot plaats
vervangster. Allen voor.
Voorzitter zegt bij den Inspecteur der telegrafie
te h9bben aangedrongen op openstelling der andere
telefoonkantoren. De belofte van spoed werd gedaan.
Deze is evenwel al meer gegeven. De telefooncellen
zijn goedgekeurd.
De heer Kreijger vraagt of de zinker, die thans on
der de vaart is gelegd, zal blijven liggen, voor even-
tueele telefoonaansluitingen aan die zijde. Voorzitter
zegt, dat dit bepaald wel zal gebeuren.
Aan het Tehuis van militairen te Helder wordt f25
subsidie verleend. Allen voor.
Verschillende af- en overschrijvingen worden goed
gekeurd.
De afdeeling ZijpeCallantsoog van het Witte
Kruis vraagt f 50 subsidie. B. en W. willen dit toe
staan onder beding dat personen die financieel niet
in staat zijn om lid van het Witte Kruis te zijn,
de middelen gratis zullen kunnen ontvangen. Ge
makkelijk te beoordeelen naar de personen die gratis
geneeskundige hulp ontvangen.
De heer Odendaal licht deze subsidieaanvrage toe,
maar meent tegen de laatste bepaling bezwaar te
moeten maken. Spr., die voorzitter van Het Witte
Kruis is, meent, dat de scheiding wat dit punt be
treft, moeilijk zal zijn te maken.
De heer Kreijger informeert, of ook Callantsoog
om subsidie is gevraagd en wijst er verder op, hoe
te Oudesluis aan eene S. Rezelman bussen vol regen
water uit den Witte Kruisbak is afgegeven, terwijl
deze persoon te 't Zand thuis behoort, daar niet an
ders dan een paar emmers water kon krijgen.
De heer Odendaal zegt, dat ook Callantsoog om
subsidie gevraagd is en dat hij zorgen zal dat wat te
Oudesluis is gebeurd, niet meer zal voorkomen
Voor subsidie toestaan verklaren allen zich, de hee
ren Raat en Odendaal echter zonder deze beperken
de bepaling.
De vergunninghouders hadden een adres ingezon
den om het sluitingsuur één uur later te stellen.
Volgens art. 63 der Politieverordening moeten de
café's om tien uur des avonds worden gesloten. Vol
gens art. 70 der Verordening kan de Burgemeester
in voorkomende gevallen ontheffing hiervan verlee-
nen. B. en W .stellen voor, dat de Burgemeester,
zoolang de vervroegde tijd duurt, aan adressanten
toestaat om op Zaterdag- en Zondagavond hunne
lokalen tot 11 uur open te houden.
De heer Kreijger wijst er op dat deze bepaling wel
krenterig 1/9. Men had gerust kunnen toestaan eiken
dag een uur langer open, voldoende als het bekend
is dat 's avonds toch gewoonlijk piemand hier in
de herberg is .Spr. wijst er op hoe in de verorde
ning over de opening der herbergen gesproken wordt
over één uur na zonsondergang, terwijl daar 's avonds
met geen woord wordt gesproken van zonsondergang
en men 's avonds de zon dus voor een uur tracht te
ver....
De door B. en W. aangegeven regeling wordt al
gemeen goedgekeurd.
De gemeente-veldwachtrs Smit en Van de Vree-
de vragen duurtetoeslag. Allen verklaren zich daar
voor en wordt dit bepaald op f 50..
De heer Kreijger wijst er op, hoe de gemeentebor-
de sneeuw gingen de menschen naar hun werk,
zooals alle dagen ging de wereld zijn gewonen gang,
maar in de borst van het jonge meisje, daar, waar
haar warme handen zich tegen haar kloppend hart
drukten, was een nieuw leven begonnen, dat niet
meer te stuiten was, ook al zou leed alleen het ge
volg er van zijn.
Ze stond op, ze had een gevoel dat zij nog nooit
gekend had .Ze zag haar vader door den tuin ko
men, hij moest dus alvroeg uit geweest zijn. Zijn
gang was vermoeid, wat sleepend, hij had het hoofd
voorovergebogen. Wat beteekende dat? Uit zijn hu
meur, ruw kende zij hem wel en ze kon goed met
hem omgaan als hij boos was; nog nooit had zij ge
merkt, dat hij bedroefd zijn kon. Vlug waschte zij
haar roode oogen met koud water en ging naar be
neden.
Goeden morgen, papa, wat zegt u er van dat
ik al op ben?
Hij knikte met zijn hoofd.
Het is goed, zei hij zacht.
Haar bevende vingers zetten de kopjes recht, het
zacht gerinkel van het porselein klonk in de mor
genstilte. Haar vaders blik rustte scherp en doordrin
gend op haar, ze sloeg haar oogen neer, ze voelde
tranen komen en het bloed bonsde achier haar sla
pen, maar zij bedwong zich en om het gesprek op
onverschillige dingen te brengen zei ze wat angstig
met gedwongen vroolijkheid:
't Was gisteren echt prettig, vondt u ook niet
papa?
Neen, zei hij alleen en nam het kopje aan, dat
zij hem gaf, je beeft Rose! En na een oogenblik zwij
gen: Jij bent dus wel tevreden met den dag van
gisteren?
Ik heb geen enkelen dans overgeslagen, er
waren zooveel dansers, als hier maar zelden voor
komt.
Is dat de hoofdzaak voor je?
Natuurlijk, papa, ik ben nog jong!
Toch niet zoo heel jong, je bent bijna negen
tien.
Hij dronk haastig zijn kopje leeg.
Als je klaar bent, kom dan in mijn kamer, ik
moet met je praten kind.
Hij ging meteen de kamer uit.
Ze liet haar halfleege kopje staan en snelde hem
na.
Zeg mij, wat u te zeeggen hebt, papa, vroeg zij
doodsbleek maar rustig.
Hij was in een fauteuil gaan zitten, die bij de schrijf
tafel stond, zij ging naast hem staan en legde haar
hand op het houtsnijwerk van de tafel.
den met verkiezingsplakaten zijn beplakt en zoodoen
de polder- en gemeente-aankondigingen zijn overge-
plakt. Spr. noemt eene KI. de Graaf als de dader en
vraagt of hèt niet noodig is deze gemeenteborden met
gaas te beschermen.
Voorzitter belooft overweging.
De heer Raat vraagt eenige inlichtingen over de
wijze, waarop thans de Hoofdelijke Omslag is ge
regeld. De nieuwe verordening is nog niet goedge
keurd, dus is de oude heffing nog van kracht en
toch is reeds van eigen aangifte, en een commissie
van aanslag gebruik gemaakt
De heer HooiJ zegt, dat de oude verordening is ge
handhaafd. De eigen aangifte is zeer miniem geweest
ongeveer 3 k 4 pet Volgens de oude verordening
moet het inkomen worden geschat datis ook gedaan
en heeft de commissie zich geplaatst op deze maat
staf voor de landgebruikersvoor 't beste land voor
eigenaar-gebruiker f 185 per H.A.; voor verhuurders
f 110; huurders f 75. Voor tweede kwaliteit land
f 150, f 75 en f 75. Voor derde kwaliteit land f 100,
f 55 en f 45. Tusschenliggende landerijen zijn naar
evenredigheid geshat.
De heer Raat zegt deze vraag }n het openbaar te
hebben gedaan opdat de aangeslagenen eenigszlns od
de hoogte zouden zijn en dit vele reclames zou voor
komen.
De heer Brak wijst op de groote overlast die la
aangedaan door de bewoners van sommige woon
wagens, die 3 4 weken op één plaats hun verblijf
hebben gehad. Spr. vraagt of in de politieverordening
niet een bepaling kan worden opgenomen, opdat
aan dit kwaad een eind kan worden gemaakt, de
brutaliteit toch van die menschen is verregaand.
Voorzitter zegt, dat het weren van woonwagens
zeer moeilijk is. Spr. heeft de zaak in overweging en
er zal iets op gevonden moeten worden. Maar spr.
wil dit hier in het openbaar zeggen, dat er iemand
in de gemeente is die de moeilijkheden nog grooter
maakt, doordat hij dat soort menschen naar zich toe-
lokt, hen toestaat op grond van hem te staan. We
willen hopen dat die persoon zal begrijpen dat het
zijn plicht is hier de politie te helpen.
Ook de heer Hooij klaagt over het verregaand bru
tale optreden van die woonwagenbewoners.
Voorzitter belooft middelen te zullen beramen.
De heer Hooij doet thans het voorstel om het raadi
besluit aangaande benoeming 4en ambtenaar van den
Burgerlijken Stand in te trekken. Voorzitterzegt,
dat dit voor deze vergadering nog niet kan. Dan voor
de volgende, zogt de heer Hooij.
Hierna sluiting.
WIERINGEN.
Vergadering der Coop, Aankoopvereeniging op
1.1. Zondagnamiddag, ten huize van den heer M. de
Haan.
Na opening der vergadering door den voorzitter,
den heey Jb. Metselaar, worden de notulen der vo
rige vergadering gelezen en onveranderd goedge
keurd.
Hierna verkrijgt de heer R. Visser Lz. van Berk
hout het woord tot toelichting der plannen voor de
stichting van een Coop. Kunstmestfabrlek voor Zee
land en omgeving.
Spreker schetst, hoe de prijzen voor superphosphaat
regelmatig omhoog gedreven worden, wat zonder te
genmaatregelen zoo zal blijven doorgaan, zoolang de
landbouwers niet genoegzaam zijn georganiseerd. De
fabrikanten maken thans goede zaken, o.a aandeelen
der Amsterdamsche Superphosphaatfabriek staan 120
pet., terwijl te Zwijndrecht, wat een oude fabriek is,
ruime afschrijvingen zijn gedaan en flink dividend
is uitgekeerd, Het gevaar voor prijsopdrijving neemt
Wat is het? vroeg ze nog eens.
Hij keek haar ernstig aan.
Je moet trouwen, Rose, zei hij, ik heb gisteren
Grandet je hand beloofd.
Onder de cottillon?
Ja.
Er kraakte iets. Een deel van de houtfiguren was
gebroken.
Pardon, zei Rose, ik ben zoo onvoorzichtig.
Jammer, zei de Luzy en bekeek nauwkeurig de
gebroken versiering,
Ik hield deze tafel altijd in eere, omdat ze van
Charles is geweest.
Rose, je weet wat de gestorvene voor mij was
jij zal zijn nagedachtenis toch ook altijd eeren7
Rose sprak niet, ze perste haar lippen samen, haar
handen hingen slap neer.
Om Godswil vader
Wat kind?
't Kan niet waar wezen. Dat kan je niet willen.
Je hebt toch altijd van mij gehouden? Ze viel op
haar knieën en verborg haar gezicht in de handen.
Papa, het zou mijn dood weZen, ik wil graag
bij u blijven, altijd en van niemand anders hoo-
ren, die u niet lijden mag, maar die Grandet, o,
dat kan ik nooit!
Wie dan? vroeg de Luzy zacht, nauwelijks te
verstaan.
Ze zweeg.
Hij legde zijn arm om haar heen en voelde hoe
zij beefde.
Wie dan, Rose, de luitenant?
Neen, papa, u maakt zich onnoodig bezorgd,
hij is me onverschillig.
Arnold?
Niet hardop, maar vibreerend gleed het woordje
door de kamer, gevolgd door een diepe beteekenis-
volle stilte.
Hard en zwaar klonken eindelijk de woorden van
den ouden man:,
Denk niet meer aan hem, hij zal hier niet meer
komen.
Wat heeft u hem gedaan?.
Rose was opgesprongen. De angst van het begin,
het verlegen kleuren bij het toegeven van wat haar
vader vroeg, alles was plotseling verdwenen, haar
bleek gezicht leek nog smaller dan gewoonlijk, de
oogen nog grooter, vlammend van gloed, zoo stond
zij rechtop voor de Luzy, niet langer het gehoorzame
kind, maar een tegenstander uit eigen vleesch en
bloed.
Wordt vervolgd.