Merk „RECLAME". firma H.W. HOLSMULLER Alkmaar Poetst Wed Mep L Wolft, tieo 16 Leghorns met Haan HOEDEN en PETTEN. en De Oldeb. Stb. hengst „LODEWIJK" HUISMOEDERS!! Fabrikanten: S. Co,, Firma J. C. de Vries, Schagen. Jenever, Brandewijn, Gestnokte Gilrnen, Advocaat, Boerenjongens, Berenburg. Ifoor H.H. Wederveikoopers speciaal lage prijzen Vraagt het merk Schager Snik. Blank als Sneeuw Bezoekt Schoort „ARCHITECT". „Telegraaf." S. BIERSTEKER,K0EÜB1S> H.H. VEEHOUDERS I Murwe Lijnkoek. SIMON DROOG, Kolhorn. DAMESHOEDEN De Oostfriesche Stb. en Premie hengst „EDELMAN" Nijpets Co., Kassiers en Cotnmissionnairs in Men. Cr edietvereeniging. Jurken in alle soor ten, maten en prijzen I. H. SCHENE. - PAMAMA's en STROOHOEQEN. Firma W. H. Roggeveen, WASCHMIDDEL voor Schapen en Lammeren, De. Oldenbnrger Stamboek en Premie-Hengst de geprimeeide Zwarte Hengst AMSTERDAM, ALKMAAR. Donderdags zitting te Schagen bi| den heer J. I6ESZ, Hotel „Vredeiust". ttsind Ifinn. „CREDIETBAKK Spaar- in VoorsMink, Ruimste Keuze. Nieuwste Muddellen, r?1 Ziet onze mooie collectie s F Gebruikt steeds gesmolten zuiver RUNDVET j - Telef. Inlerc. 191 Verkrijgbaar voor H.H. Winkeliers bij SMEEK. Gevestigd sedert 1850. Groothandel in Geïmporteerde Cognac, Roode-, Witte- Madera-, Port- en Samos Wijnen. Café „Dennenlust" P. Breed Jz. Uwe schoenen MANJEFIEK is de naam. MAGNIFIEK is de glans. Ter dekking beschikbaar: DEKGELD f 12.50. Heerengrachl 504. Breedslraal. SFE-DEPOSIT. AGENTSCHAP: H. W. PISART, Yanaf 27 Juni P. Biesboer, Dirkshorn. Heerenstraat E 38, Schagen, "vertrejt in kracht en uitwerking alle bekende soorten. staat ter dekking bij P. PEPER, Walingsweg Wieringerwaard en wordt op de bekende dagen rond geleid als voorheen „Edelman". 0- Specialileil in v t Zeer oude Genever, per literflesch f 1.65. Voor de ledige fiesch wordt 10 cent vergoed. wordt uw huid, terwijl sproe ten en bruine vlekken ver- I dwijnen, na 't gebruik van één potje SPRUTOL. Alle goede drogisten in iedere plaats verkoopen Sprutol. Te Schagen bij J. Rotgans, Drogisterij „Het witte Kruis", D. Wit, Noord 69, Centraal Drogist „Het Groene Kruis" te Kolhorn bij H. Kaper te Anna Paulowna bij P. Goverste Dirkshorn bij Jb. Smitte St. Maarten bi] P. Bronder en G. Dekker; te N. Nie- dorp bij J. Korver te Alk maar bij Nierop en Slothou- ber. En gros bij G. Haagen, Kanaalweg 147 te Helder. met Uitspanning en grooten tuin. alles onder ae boomen. In gang met trap naar de Oriënteer- tafel en „Klein Zwitserland". In- formatiën en wandelkaarten van pfl Aanbevelend T#r dekking bescnikbaar: In totaal bekroond met f 1750.— Bekoeld 1 12.30 contant. Bij A. BAKKER, Schagsrbrug Zijp#. Ook aan huis te ontbieden uitsluitend met ALOM VERKRIJGBAAR. F a b r i ka n te M E P P E L. Stamboek No. 983. het wandelpark in de duinen ver krijgbaar. Paard en rijtuig te huur. Groote voedingswaarde en hoog eiwitgehalte bevat de (PRINS). Aanbevelend. GROOTE VOORRAAD staat 'ter dekking pp de Hoeve „Woudmeer" te Harenkarspel bi] G. SCHOORL Pz. "Opgericht r Januari 1818. Opgericht 1853. Maatschappelijk kapitaal £5.000-000. Waarvan uitgegeven f 4.000.000. Reserves f 1.004.000.-. gevestigd te Alkmaar, Koningsweg 4. Maatschappelijk kapitaal 250.000 gulden. Directeur: S. BAKKE» Dz. De bank verleent credlet voor handel, landbouw en nijverheid op billijke voorwaarden. Gelden worden In depot genomen rente 4 percent. Zitdagen des Donderdag! te Schagen -In de I.andbouwsoclëteit ..Cérès". LEERAARBOEKHOUDEN M.O. Toussainlstraat 16, ALKMAAR, leidt op voor praktijk en examens, beveelt zich aan voor 't inrichten en contróleeren van administraties en het opmaken van balaiisen. Ondergeteekende bericht hier mede aan zijn begunstigers, dat hij weer zal varen naar de markt te voor het veilen van aardappelen. Minzaam aanbevelend Te koop: 2e leg, bij G. Konijn, Anna Pau- Julianadorplownapolder. •i ii II II V XI tw fc 2 P 2- 5 E S=£ </5> |r T3 -a e s o3e i Oet is verkrijgbaar in bussen voor 5 en 10 schapen 40 en 80 ct, bij de AGENTENA Schagen W. Purmer, Alkmaar J. Ph. Mtlllet Jr., Anna Paulowna, Kleine Sluis, H. v. d. Werken, Barsingerhorn aan de Kreii A. Buik, Beemster A. de Vries, Berkhout C. Jonke Driehuizen ooi J. Slikker. weg is, Zorg jij er voor, dat de oude zonderling niet al te eenzaam wordt. DE LUZY. De andere brief was van mevrouw Lamond af komstig. Merkwaardig, ze wilde hem geld voorschie ten. In tegenstelling met den anderen brief waren hier zooveel woorden gebruikt, dat de zaak zelf hem onwaarschijnlijk leek. Was de familie zoo rijk? Ar- nold had er nooit van gehoord. Het landgoed had wel geen hypotheek, maar mevrouw Lamond kon toch onmogelijk te beschikken hebben over zooveel geld als hem aangeboden vm-d; de Tumar was niet zoo onervaren, dat hij dit wel begrijpen moest. Er moest een en ander achter steken de Luzy, ja, dat was duidelijk. Hij bood hem een vergoeding voor verwoest levensgeluk. Er werd medelijden gevoeld, met de vertrapte wurm, maar zijn bestaan mocht nog wel wat duren, daar hij toch ongevaarlijk was. Arnold beet zich op de Tippen. Hij vergist zich, dacht hij .Hij kent den zoon van mijn vader slecht. Liever ga ik ten gronde, dan dat ik geld neem, dat afkomstig is uit de handen van mijn vijanden. Driftig nep hij de kamer op en neer. verlangt u te zien, riep Francisca om den hoek van de deur. Dadelijk ging Arnold naar zijn moeder toe. De zieke had een goeden dag, ze zat voor het raam, met een handwerkje bezig en zag er met wit kanten nhutsje tevreden en lief uit. Hoe gaat het moeder? t.T pajongen. Zie je niet, hoe ijverig ik ben? r "^e zon met haar warmte. Ja, de zon scheen, Arnold had het nog niet gezien. En kijk s naar deze hyacint, ze zal gauw in bloei staan Ziet het er hier niet prettig uit? Waar vindt je zoon vertrouwelijke kamer als deze? Je bent een lieve jongen, Arnold, want je probeert je moeder zooveel mogelijk vreugde te geven. Ontroerd iioog hij zich over haar heen en kuste haar voorhoofd. Van nacht droomde ik, Arnold, dat Ik in den anderen vleugel moest gaan wonen, in de gele, onge- zellige kamer, waar de portretten van overgrrootmoe- der hangen en waar de menschen om middernacht liclit zagen in de ramen. Je vroeg er mij om het moest zoo zijn ik wist niet waarom. Ze keek angstig om zich heien. Is het waar, Arnold, dat ik mijn lieve kamer moet verlaten. Ja? Het was toch een droom? Jawel, zei ze schuw, het was een droom, maar. het wa* allemaal zoo duidelijk ,Toen lk wakker werd, waren mijn oogen nat van tranen. Ik zei te- ^er\, j' m'in hart er onder zbu breken, maar je had geen medelijden. Zoo hard zal je toch nopit "°'en je oude moeder, Is 't wel jongen? *5" ik het kunnen. At kreet van pijn. Je zal me hier laten sterven, waar ik zoo graag ben, op dit plekje, waar ik het bosch kan zien. Ik heb er altijd zoo van gehouden. De pijnboom, zie je, die heb ik vooral lief, die alleen staande met de neerhangende takken. Als de wind er door riiischt en hem op en neer beweegt, t\an is het of er vrede komt in mijn ziel. Ik hoor het h eel goed en toch, ben ik er niet bij, maar lk hoorde het eens, Ar nold, lang geleden, toen een paar oogen me vol liefde aanzagen eens en toen nooit nooit weer. Arnold keek strak naar den boom. Hij haalde diep adem. Ik ken niet veel vreugde in het leven kind, ik ben ziek; je zult het niet gelooven maar het is toch zoo- en ik heb dikwijls hpvige hoofdpijn, alleen dat eene geluk wil ik niet graag missen de pijnboo- men van' hier uit te zien. Ze stond eensklaps op en klemde zich aan hem vast. Help me, riep ze, want jij was het niet, er kwam een vreemde met een bleek gezicht en kleine, sluwe oogen, die me er uit wou hebben. Maar jij wilt het niet, jij zal me helpen. Ze keek hem met wilde, ang stige oogen aan. Beloof het me toch, smeekte zij. Moeder, vroeg hij, onder den indruk van het «ogenblik, als ons ooit hulp in den nood werd ge boden door Luctéville moet ik ze dan aannemen. Zij keek hem openhartig en verstandig aan, een fijn rood steeg langzaam naar haar bleek, mager ge zicht Van hem? Van Henri? Is hij aardig tegen 'je? Ja, antwoordde hij, ik denk dat hij uit vriend schap handelt Dikwijls voel ik zijn oog op mij rus ten en het is of me dan iets zegt: ik houd van je. Ja, hoe was het ook weer? steunde ze zacht als In een droom, ik heb alles vergeten, alleen niet, dat ik hem lief had. Wie moeder, zeg het mij een enkelen keer. Hem ,die onder den pijnboom stond. O, waarom sprak hij niet tegen mij, niet een enkel woord? Hij had me Hef, ik weet het Alles zou anders geworden zijnl Ze beefde over haar geheele lichaam en dreigde ineen te zakken. Arnold maakte zich de hevigste ver wijten. Jarenlang had hij vermeden over deze din gen te spreken, nu liet hij zich toch daarover'uit. ,Ik ben niet alleen een slechten zoon, zei hij bij zich zelf, maar ook een karakterloos mensch. Wat heb ik met het verleden te maken, als ik nu mijn plicht maar doe. Aldoor zweven mijn gedachten om Rose en wat me van haar gescheiden houdt Hoe moet het gaan als die hartstocht sterker wordt dan mijn wil. Hij balde de vuistent zoodat Iedere spier duidelijk zichtbaar werd. Toen kuste hij zijn moeder en hield haar tegen zich aan, terwijl haar opwinding overging in zacht snikken, als bij een kind. Niemand zag dat er ook in zijn bogen enkele tranen welden, die op heur graüwe haar vielen. In den namiddag reed Arnold naar mevrouw La mond. Het weer was weer triest geworden, een he-' vige wind ^oei uit het Zuidwesten, de sneeuw werd vuil en steenhard, zonder te smelten. De boomen langs den weg hadden de sneeuwlast afgeworpen, ze zagen er grauw en eentoonlg uit; de hemel was loodgrijs en gestreept, hij scheen lager dan gewoonlijk, als wilde hij de menschen verbie den het hoofd hoog te houden. Mevrouw Lamond scheen hem verwacht te hebben, ze aanvaardde zijn dank met veel waardigheid, Ze scheen niet gedacht te hebben aan de mogelijkheid, dat hij haar aanbod zou afslaan. Arnold lachte bit ter; ze zou hem voor waanzinnig gehouden hebben, wanneer hij van het vermoeden dal de Luzy in de zaak betrokken was de eenige redding van de band had gewezen! Een tweede en een derde slede naderden, er werd stemgeluid vernomen, een bang vermoeden verlam den Arnold's denken en voelen en dit bedroog hem niet: de Luzy kwam met het bruidspaar bij de oude vriendin op bezoek. Ze stond tegenover Arnold, zijn Rose, zijn zustertje, de liefde van zijn leven, het smalle gezióhtje wat ge kleurd door de frissche buitenlucht, het gekrulde haar verward door den wind, als in vroeger geluk kige dagen, de lange wimpers over de neergesla gen oogleden, zooals vroeger, toen er zich oolijke overmoedigheid onder verborg, 't Bracht een smart gevoel, waardoor hij zich bijpa niet goed kon hou den, hij beet zich op de lippen, als om de weeklacht terug te dringen, die dreigde te ontsnappen aan zijn borst. Neen, niemand mocht vermoeden wat In hem om ging, ook zij niet; zij, die den dag na het bal, na dio oogenblikken, die voor hem onvergetelijk wa ren, zich had kunnen verloven met den man, die stijf en houterig naast haar stond en met een kennersblik de inrichting van de kamer opnam, schattend, wat de stukken van waarde gekost zouden hebben. Ik hoop van harte, dat al het geluk dat het leven bieden kan, je deel zal worden, Rose, zei Arnold hartelijk, terwijl mevrouw Lamond de Luzy gelukwenschte. Het was geen gelukkig uitziende bruid, die de gelukwensch in ontvangst nam, Ze legde haar hand in dè zijne, een oogenölik maar, toen trok zij haar bevend terug. Er kwam geen woord over haar lippen. Grgndet's kleine, fonkelende oogen keken ongeduldig van den een naar den ander op. Pas opl schenen ze te zeggen. Hoe staat het er mee, Arnold? vroeg de Luzy, toen men aan tafel plaats had genomen met de hem eigen, ruwe vriendelijkheid, die zooveel weldadiger aandeed, naarmate zij minder vaak verscheen op het donker-uitziende gelaat. Goed en slecht, de dingen hebben meest twee kanten. Ik ben vandaag niet ontevreden. Aller óogen waren op den jongen man gericht. Mevrouw Lamond keek tevreden voor ?ich uit, Rose leunde achterover, bleek en vermoeid, met een uit drukking van teleurstelling en de Luzy keek be droefd, als leed hij zelf van het bleeke gezicht van den spreker, waarop donkere schaduwlijnen beter dan woorden toonden, wat er omging in zijn binnen ste. De oude stond vlug op, zonder reden, ging de ka mer op en neer loopen, terwijl hij vover koude voe ten klaagde. Het gesprek aan tafel werd met moeite aan den gang gehouden, Tenslotte was Arnold toch degeen, die zichzelf zoover wist te beheerschen, dat het gesprek op vriendschappelijken toon voortgezet werd. Het valt me op, dat je vader .er slecht uitziet, zei hij teg^n Rose, toen een toeval hem in de na- bijhéid van haar bracht, ook ken ik die rusteloos heid niet .van hem. Zij keek verbaasd op. Wat was ze voor dezen man, die in zoo'n oogenblik nog aan andere menschen dacht? Dat was niet de liefde, die zij bij Arnold had verondersteld. Teleurgesteld draaide zij zich om. Ze voelde, dat ieder der aanwezigen, haar vader niet uitgezonderd, hier kon zien sterven, zonder dat het haar zou ontroeren, alleen het leed van dien ééne zou ze meevoelen, dieper, gloeiender dan hij zelf. Maar als hij niet zoo sterk voelde als zij, dan mocht hij ook niet vermoeden, wat ze hem geofferd had. De zwijgzame, wat onhandige bruidegom werd ge roepen, een handelaar moest hem spreken. Ongedul dig ging hij naar beneden. Wat wilde men nu weer v%n hem, terwijl boVen zijn bruid misschien gelegen heid vond, blikken van verstandhouding te wisselen met den medeminnaar?. De man kwam hem vreemd, maar toch ook wel be kend voor. Zijn er nog zaken te doen? vroeg hij aan Gran- det Ik verlaat de streek binnenkort, Herkent u me niet? Heb ik mijn masker zoo goed gekozen? Ik wou u aan een riddergoed helpen maar toen be rouwde de handel u en nu heeft u mijn hulp niet meer noodig. Niet meer noodig? zei Grandet in gedachten hem na. 't Leek me vanmorgen zoo, daarom zond lk je een brief je plan is mislukt, hij kreeg onver wacht hulp en de betkling van de spaarkas heeft geen bezwaren meer, Laat dat zoo zijn! Laten we dan een ander plan bedenken, dat vlugger en zekerder naar het doel voert. Hoe zullen wij het aanleggen, den zachten jon gen, dien u en* mij in den weg staat, onschadelijk te maken? Grandet schuwde van zoo'n raad. Mij staat niemand meer in den weg, antwoordde hij koel. Ik wenschte een goed te koopen, maar ben .van plan veranderd. Dat is alles. Hij keerde naar het gezelschap terug. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 6