Het vervloekte geslacht.
-
UitgeversTKAPMAN Co.
Ingezonden Stukken.
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
Iiaad Anna Paulowna.
I
WOENSDAG 28 JUNI W6.
SCHAKER
Alpmen Nieuws-
59ste Jaargang. No. 5822
DURAIÏT.
Aüntutit- LuttniHii
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
SCHAGEN, LAAN D 5. - Int. Teleph. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 0.90 per post f 1.05. Losse nummers 5 ct
ADVERTENTIES van 1 tot 5 regels f 0.35, iedere regel meer
6 ot. (Bewijsno. inbegrepen). G-roote lett. worden naar plaatsr. berek.
In de Schager Courant van 20 Juni zag ik ingezon
den stukken, onderteekend door Ds. Schermerhorn
en door Ds. Haars, zijnde twee van de drie bestuur-
deren uit Nieuwe Niedorp, van den Kring der Ge
zinsverpleging. Beide stukken blijken gesteld, naar
aanleiding der,uitingen van den heer Kuilman in
den Niedorpschen gemeenteraad d.d. 16 Juni j.L
Mijns inziens komen in die uitingen en ook in
die ingezonden stukken zinsneden voor, welke zoo
ze al niet in strijd met de waarheid zijn, toch lie
ver niet gezegd hadden moeten worden. Zonder
noodzaak ga ik daarop niet verder in. Ik wensch
de aandacht van de hoofdzaak niet door strijd over
bijzaken af te leiden, want mijn doel ls de zaak
waar het'om gaat met korte woorden toe te
lichten.
Voor eenige jaren, toen het hoofdbestuur van de
Noordh. Vereeniging Het Witte Kruis de gezinsver
pleging c.a. buiten haar program achtte, heeft de
Classis Alkmaar het initiatief daartoe genomen en
ondanks veel bezwaren, allengs in hare kringen
pleegzusters aangesteld. Daarmede verdiende zij
onze hulde en den dank der lijdenden. Al spoedig
echter werd gevoeld en door enkelen meermalen
uitgesproken, dat het toch beter zou zijn, wan
neer de verpleging ook uitging van de Witte Kruis
afdeeling, welke omvat Nieuwe Niedorp en Oude Nie
dorp, waaronder Zijdewind en Het Veld ca Buiten
deze hoofdzaak gelegen bijzaken, gaven aanleiding
tot het bijeenroepen van de Witte Kruisleden. Op
die vergadering werd uitdrukkelijk vooropgesteld
dat niet gesproken zou worden over bijzaken. Het
eenige agendapunt was, het benoemen van drie hee-
ren welke moesten trachten de verpleging over te
brengen naar de Afdeeling van het Witte Kruis.
Die commissie toog met ijver aan het werk en zal
m.i. slagen.
De som waarover zij zal kunnen beschikken, bei
paalt de mate van haar invloed welke zij kan aan
wenden bij het overleg met bestuurderen.
De kern van de zaak is dus eenvoudig. Warm loo-
pen schijnt overbodig. Immers slaagt de commissie
niet, dan zal ze haar mandaat neerleggen. Slaagt ze
wel, dan kunnen bestuurderen met genoegen terug
zien op hun werk, wetende dat 'tin goede handen
blijft en zich ontheven achten van de zorg en moei
te.
Met dank voor de plaatsing,
W. C. VISSER.
Nieuwe Niedorp, 26 Juni 1916.
Mijnheer de Redacteur!
Mag ik even terugkomen op mijn stukje van ver
leden week? Ik schreef toen beslist, dat geen arti
kel voorschrijft, dat de zuster lid van een pro-
testantsch kerkgenootschap moet zijn. Ik heb nu
ontdekt, dat dit wel het geval is. Art. 15 bevat de
bepaling, Maar ik was mij van dat bestaan zoo wei
nig bewust, dat ik niet eens de statuten er op nage
zien heb. Had ik maar het flauwste vermoeden ge
had, ik zou dat gedaan hebben en niet geschreven
hebben als ik deed.
En niet alleen ik heb aan dat artikel niet gedacht,
ook de anderen niet, die aan de benoeming hebben
deelgenomen. En niet alleen ditmaal niet ook
vroeger is met dit artikel geen rekening gehouden.
Maar toch geldt niet de uitdrukking: „zij hebben
durven afwijken", want het is gansch en al onbe
wust gebeurd. Zoo kan een bepaling geheel verge
ten worden.
Tegelijk wil ik den heer A. Visser een wenk ge-
9.
HOOFDSTUK X.
Laat inspannen, ik ben niet erg lekker, zei de
Luzy zacht tegen Arnold Hij ~ag or slecht uit.
Verschrikt keek Arnold naar Rose, ze stond ver
derop en keek niet naar hem. Hij wilde naar haar
toegaan, maar hij voelde een Ijzeren greep om zijn
arm en de doordringende oogen van de Luzy keken
hem zoo dreigend aan, dat hij stil naar den koet
sier ging.
Toen hij terugkwam vond hij de aanwezigen al
met hun hoeden en de pelzen aan op de trap; men
nam afscheid, alles riep door elkander en het was
niet mogelijk nog even met Rose alleen te spreken.
Haar vader stond naast haar, en keek onder de
borstelige wenkbrauwen uit, schijnbaar onverschil
lig naar wat er om hem heen gebeurde.
Arnold begeleidde hem naar de slede, hielp hem
instappen en dekte hem toe met de diervellen.
Het brandde den jongen man op den tong, de
seiiefde een waarschuwing te geven, maar ze bood
em er geen gelegenheid voor; ze gaf Grandet een
nand, nam vriendelijk afscheid van Edith de ou-
Qe vriend scheen niet voor haar te bestaan.
*rh °0rt FnS het. het doode, kale landschap in avond
scneinering door. Er zat een stil paar in de slede.
l laatste licht viel op de hoornen, ze leken vaal
en spookachtig.
Als 't sterven, dacht Rose. Was 't maar alles
voorbij! O, als ik maar niet meer aan hem hoefde
w denken!
yandaag had zij hem pas verloren, nu ze zag,
at hij dragen kon, wat haar ondragelijk scheen,
ant vóór haar lag een leven, zonder glans van
et eenig vertrouwde oogenpaar, nooit meer zou
W stem, Rose, lieve Rose, vleien. Ze zou alleen
aan in de afschuwelijke leegheid van het leven,
Qder raad en troost gevonden dan bij hem?
Het licht werd bleeker, blauwachtig dis de lippen
an dooden, een vlucht raven vloog door de lucht,
kon1" Bet nest terug. Ze keek hen na, zoolang zij
leek' hoofd op zijde buigend. Toen op eens
zoo l aar va^ers hand, haar zoo vreemd, ze bewoog
Voorraar heen en weer en toen Rose ?ich verschrikt
tand F 'J00g om in zh.n 8ezicht te zien, sloegen zijn
aan an °P elkaar en zijn oogen keken haar verstard
tader, vader, wat scheelt u?
n.?jwoordde niet.
"d ving door! riep ze den koetsier toe; hij
ven. Hij acht zich geroepen de Gezinsverpleging af
te breken. Hij meent daarbij een geducht wapen te
hebben in art 1 der statuten. Het spijt mij, maar ik
moet hem die illusie ontnemen en de menschen te
N. en Oude Niedorp daar op wijzen. Art. 1, zooals
hij dit gebruikt, was eens art. 1, maar is het niet
meer. Sinds lang niet. Sinds 1911 niet De algemee-
ne vergadering van dat jaar heeft dat art. 1 en
andere gewijzigd en de wijziging is goedgekeurd bij
Koninklijk besluit van 8 Aug. 1911.
Trouwens de heer A. Visser weet, dat niet alleen
protestantsche zieken verpleegd worden, maar alle
zieken van welke gezindte ook, en allen precies op
dezelfde voorwaarden.
Met dank voor de plaatsing,
Hoogachtend,
Ds. HAARS.
Nieuwe Niedorp, 26 Juni 1916.
Vergadering van den Raad der gemeente' op Dins
dag 27 Juni, desnamiddags 2 uur.
3 Vacatures. Afwezig de heeren Stammes en De
Mazure.
Voorzitter-Secretaris, de heer Wijdens Spaans,
burgemeester.
Nadat voorzitter met een woord van welkom de
vergadering heeft geopend, volgt lezing en onveran
derde goedkeuring der notulen.
Voorzitter deelt mede, dat een oproeping is inge
komen voor de vergadering van de N. V. Spoortram-
weg WieringenSchagen, welke vergadering inmid
dels te Schagen is gehouden. Voorzitter zegt, deze
vergadering niet te hebben bijgewoond, doch kan
daarvan mededeelen, dat een geleidelijke vooruit
gang in de exploitatie dier maatschappij is te be
speuren, en er is nog wel geen uitkeering van rente
te verwachten, doch de zatdc heeft wel levensvatbaar
heid.
Ingekomen is het jaarverslag van de commissie tot
wering van schoolverzuim, hetwelk, evenals vorige
jaren, vrij beknopt is; de commissie heeft 7 maal
vergaderd, terwijl voor 8 leerlingen 16 personen zijn
opgeroepen om voor de commissie te vèrschijnen;
de commissie- betreurt het, dat slechts weinigen aan
die oproeping hebben gevolg gegeven.
De wijzigingen, gebracht in de verordening tot
heffing van den Hoofdelijken Omslag, zijn goedge
keurd terug ontvangen.
Deze mededeelingen worden voor kennisgeving
aangenomen.
Aan de orde komt het onderzoek van de geloofs
brieven der nieuw gekozen raadsleden, de heeren P.
Kaan, S. Spigt en H. P. Pateer. Voorzitter verzoekt
de heeren Rezelman, Geerligs en De Graaf, zich met
dat onderzoek te belasten, waarna de vergadering
eenigen tijd wordt geschorst Namens de commissie
deelt de heer Rezelman mede, dat de geloofsbrieven
in orde zijn bevonden, zoodat de commissie tot toe
lating adviseert Aldus besloten.
f Voorzitter deelt mede, dat officieel nog niet be
kend is, dat een stemming zal moeten plaats heb
ben, de mogelijkheid toch oestaat, dat door ontbin
ding van Kamer of Staten of eeq vacature in den
gemeenteraad een stemming zal moeten worden ge
houden, het toch nuttig kan zijn, dat een stembu
reau wordt benoemd. Het stembureau wordt voor de
eerstkomende stemming en herstemming als volgt
draaide zich om en keek ontzet naar den zieke.
Rijd zoo hard de paarden loopen kunnen.
En ze vlogen voort. Rose had haar arm om haar
vader geslagen en ze drukte zijn koude handen
tegen haar gloeiend gezicht, Ze werden nat van
tranen.
Door de schemering werden alle dingen schadu
wen en als spooksels glipten zij langs de inzittenden.
Weer kreeg Rose de gédachte aan een leven zonder
een ander oogenpaar, niet zoo van gloed doordron
gen als het eerste paar, maar toch heel lief en
vertrouwd. Hoe zou haar leven wezen zonder den
stem, die zij altijd gehoord had, wat zou zij niet
willen geven om hem te hooren schelden 1 Ze zou
geheel alleen staan in het leven, troost kon zij niet
meer zoeken en geen raad vragen. Nu voelde zij
geen diepe weemoed, maar vertwijfeling maakte
zich nu van haar meester. In doodsangst wreef zij
de slappe handen van haar vader en ze keek naar
zijn bleek gezicht. O, zeg toch een enkel woord 1
smeekte zij.
Het scheen, alsof hij het wilde probeeren, zijn
oogen gingen open ,de mond probeerde te spreken,
maar 't was vergeefs. Zoo kwamen ze op Lucté-
ville.
Nauwelijks hadden zij het landgoed bereikt en
de zieke in huis gedragen of Arnold's paard werd
zichtbaar, dampend van hitte. Arnold wierp een
knecht de teugels toe, hij bracht het vermoeide dier
naar stal; Arnold ging naar boven. Op de trap was
het een druk heen en weer loopen, eenige dienst
meisjes schreiden, ook juffrouw Larés snikte. Voor
de eerste maal zag hij haar zonder m»ts, haar
grauwe haar was nu te zien. „Zeg me toch, wat er
gebeurd is", smeekte zij, hem aanhoudend, „nie
mand luistert naar me, niemand geeft me ant
woord! Is hij vermoord? Heeft een paard hem ge
trapt? Hij ging gezond weg en nu brengen ze hem
zoo thuis.
De tante citeerde bijna onverstaanbaar een paar
versregels. Arnold ergerde zich er aan, dat ze hu nog
zoo iets deed; hij vertelde haar.kort hoe het gegaan
was en ging toen de slaapkamer binnen.
Hij kwam nog juist op tijd om Rose en den be
diende ie helpen bij het ontkleeden van den be-
wustelooze,
Tegen tien uur kwam de dokter; hij verklaarde
dat de aanval een beroerte was, maar hield redding
toch nog voor mogelijk. Vóór alles beval hij diepe
stilte.
In de omgeving en op de binnenplaats werd
niets gehoord dan het voorzichtig bewegen van de
verzorgers. Alleen de wind huilde om het venster
en soms knetterde het nachtlicht.
Juffrouw Larès had zich gekleed op haar bed ge
logd, een dienstmeisje moest hij haar blijven, daar
de angst haar dreigde te overweldigen. Er was een
samengesteld: stemdistrict I: nevens den burgemees
ter als ambtshalve lid en voorzitter, 2e lid de heer
J. C. Geerligs, 3e lid de heer Jb. Stammes, le plaats
vervanger, tevens 4e lid bij meervoudige stemming
de heer J. C. Blaauboer, 2e plaatsvervanger de heer
D. Koorn .3e plaatsvervanger de heer P. Kaan Dz.
Stemdistrict II: le lid en voorzitter de heer A. de
Graaf, 2e lid de heer C. J. de Mazure, 3e lid de
heer L. C. Sipman, le plaatsvervanger tevens 4e lid,
bij meervoudige stemming, de'heer S. Spigt, 2e plaats
vervanger de heer D. C. Rezelman, 3e plaatsvervan
ger de heer H. P. Pateer. De vervanging van de
voorzitters in de stembureaux in dezelfde volgorde
als de benoeming der leden.
Tot lid der commissie wering van schoolverzuim,
wordt in de vacature Jb. Bakker met algemeene
stemmen benoemd de heer R. Waiboer Rz., mede op
het dubbeltal kwam voor de heer F. Metzelaar.
In behandeling komt een voorstel der Gezondheids
commissie tot onbewoonbaafverklartng van zes hui
zen aan de Benedenbuurt, eigendom van Simon
Wilms, gemerkt wijk F, no. 171176. Voorzitter deelt
mede, dat dit voorstel zijn reden vindt in de bouw
valligheid, weinige inhoud en gebrekkige watervoor
ziening. Voorzitter licht in, dat die bouwvalligheid
door de overstrooming is ontstaan en zoo zijn er zoo
veel perceelen. Aan Wilms is gevraagd of hij het
perceel nog in orde wil laten maken en daarop is
een bevestigend antwoord gekomen. De opzichter
heeft het perceel ook onderzocht en deze rappor
teert, dat er verschillende dingen niet in orde zijn,
doch dat het huis wel in bewoonbaren toestand ls
te brengen. B. en W. stellen nu den Raad voor een
voorlopige beslissing te nemen en nog niet tot on
bewoonbaarverklaring over te gaan, doch tot over
3 maanden te zien, wat er aan het perceel ls gedaan
en dan een besluit te nemen.
De heeren J. C. Blaauboer en J. C. Geerligs kun
nen zich heel goed met dit voorstel vereenigen.
Aldus met algemeene stemmen aangenomen.
Een voorstel in verband met vroegere bespreking
over woningbouw van gemeentewege voor vervan
ging van door overstrooming vernietigde woningen,
komt nu aan de orde. Voorzitter zegt, dat de heeren
zich zullen herinneren, dat dit onderwerp tamelijk
breed is besproken en 46 eigenaaars van woningen,
die vernietigd zijn, hierover zijn aangeschreven, met
verzoek zoo spoedig mogelijk en deze laatste drie
woorden met vette letters, te berichten of men van
defce gelegenheid wenschte gebruik te maken. Twee
maanden zijn sedert verloopen en het resultaat is,
dat van de 46 aanvragen 12 antwoorden zijn inge
komen, van die 12 wenschten 10 geen gebruik te
maken van de gelegenheid en 2 wel, n.1. meneer
Jochums, een millionnair, die van de gelegenheid
toch geen gebruik behoeft te maken en de heer J.
K. Kaan Jr., die thans te Wieringerwaard woont en
deze laatste toen door voorzitter is medegedeeld ge
worden, dat hij de eenigste feitelijk is en dat dit
toch de moeite niet is, bereid is gevonden zijn aan
vrage ook in te trekken. Het Dag. Bestuur stelt nu
voor de zaak maar van de agenda af te voeren en
er niet verder op in te gaan.
De heer J. C. Geerligs vraagt of er misschien wat
achter zit en men daarom geen aanvraag doet, om
dat het land nog niets oplevert.
De heer Blaanboer vraagt of het dan misschien
gewenscht zou zijn deze zaak een Jaar te laten rus
ten.
Voorzitter antwoordt, dat er heel wat voorbereiden
de maatregelen voor noodig zijn en het niet in een
wippie voor elkaar is.
Goedgevonden wordt het in het archief op te ber-
boodschap gestuurd naar Grandet. Hij liet weten,
dat hij den volgenden morgen vroeg zou komen.
Rose zat bij het hoofdeinde van het bed, er viel
een straal van het weinige licht buiten het schermp
je op haar slapen en lager op het donkere, ruige ja
ponnetje dat ze droeg. Ze had haar arm op het
nachttafeltje gesteund en verborg het' gezicht ln
haar handen. Aan het andere einde van het bed zat
Arnold in diepe schaduw, die ook over den zieke lag,
in ed aangrenzende kamer was een'bediende wak
ker.
Bewoog de Luzy zich, dan stonden de wachters op,
angstig ziend naar het gezicht van den zieke; werd
hij rustig, dan gingen ze zitten. De lucht in de ka
mer scheen zwoel, en alsof zij het ademhalen be
lemmerde, hoewel er volgens voorschrift van den
dokter een raam open bleef en de tocht soms de
portières bewoog.
Zou hij slapen, dacht Rose, naar Arnold ziend,
zou hij kunnen slapen in zoo'n nacht, met zulke ge
dachten?
Ze zag niet hoe zijn oogen, gloeiend door koorts,
aan haar gezicht hingen, maar een zucht, zoo zwaar,
alsof hij dreigde te stikken, preste uit zijn borst en
joeg haar het bloed sneller door de aderen.
Wat was de nacht eindeloos lang!
Ze stond op en ging zacht naar het raam. De weg
smeltende sneeuw was flauw te zien. Uit de wolken
schitterden een paar sterren en waren dan weer ver
dwenen.
Arnold volgde haar met de oogen. Geen enkele van
haar bewegingen ontgingen hem. Eén oogenblik ver
gat hij geheel den vreemden toestand, waarin hij
zich bevond. Een onweerstaanbaar gevoel wilde hem
haar doen volgen ,haar tegen zich aandrukken, on
gemerkt zou hij achter haar gaan staan, dan zou ze
hem niet meer kunnen ontkomen.
Onwillekeurig was hij opgestaan, maar hij beef
de zoo sterk "over zijn geheele lichaam, dat hij ter
nauwernood rechtop kon staan.
Wat een dwaas ben ik toch, dacht hij en viel
in zijn stoel terug.
Als zij dat vermoeden kon, wat zou zij dan van
me denken?
Wat was de nacht lang!
De zieke keek voor zich uit. Langzamerhand kwa
men zijn gedachten terug. Aan den tegenovergestel-
den muur hing een schilderij, een gevallen held voor
stellend, die door soldaten gedragen wordt. De Luzy
had er nog nooit op gelet, maar zooals het licht er
nu opviel, zag men dat de rechterarm van den doode
slap nederhing; zoo moest het wezen, wanneer men
een levenloos lichaam optilde.
Met angstige belangstelling keek de zieke man
naar de schilderij .Langzamerhand werd hem dui-
rioliik, wat hem voor den geest zweefde: zoo was
Charles weggedragen, zoo had zijn hand langs zijn
gen als bewijs van goeden wiL
De vaststelling der kohieren schoolgeld over het
eerste kwartaal 1916, komt nu in behandeling. Voor
zitter licht in, dat in afwijking van anders, de in
diening wat laat is; de oorzaak hiervan is de over
strooming en de daardoor ontstane sluiting der scho
len. Voor school I wordt het berekend over 1 maand
op f 23.86, voor school II op f 62.60 en in school III
is slechts 10 dagen les gegeven, mede in verband met
den gedupeerden toestand, stellen B. en W. voor
daar het schoolgeld op nihil te bepalen.
De heer L. C. Sipman vraagt, of het schoolgeld
persoonlijk wordt berekend, waarop voorzitter toe
stemmend antwoordt en nog mededeelt, dat als som
mige aanslagen niet juist mochten zijn, gelegenheid
is om te reclameeren. Zooals B. en W. voorstellen,
woeden de kohieren vastgesteld en zullen naar Ged.
Staten ter goedkeuring worden gezonden.
Enkele financieele regelingen in verband met de
gemeentebegrooting, dienstjaar 1915, en eenige af-
en overschrijvingen, enz., worden .zonder discussie
goedgekeurd, zooals ze door B. en W. worden voor-,
gesteld. -
Van de Middenstandsvereeniging is een adres In
gekomen om het sluitingsuur der herbergen gedu
rende den zomertijd op 11 uur te bepalen. Voorzitter
deelt mede, dat het Dag. Bestuur hieraan zijne aan
dacht heeft gewijd en bevonden heeft, dat hier alge
meen de zomertijd in acht genomen wordt en dat
daarom het bezoek in bedoelde inrichtingen wei
nig verschil maakt; voorzitter is meegedeeld gewor
den, dat het van den caféhouder Schuijt is uitgegaan
en die het met 't oog op de treinen zoo lastig vond
ten 10 ure te sluiten en om 11 uur weer open te
doen, doch de treinendienst is ook op zomertijd be
paald, zoodat het precies hetzelfde is als voorheen.
Het Dag. Bestuur stelt voor afwijzend te beschikken
op het adres.
De heer Blaauboer wil het verzoek toestaan en
zegt, dat voor hen de nieuwe tijd niet te doen is.
De heer De Graaf meent, dat het geen invloed uit
oefent en is het ook met B. en W. eens.
Voorzitter zegt, dat de heer Blaauboer zijn bedrijf
verwart met die der caféhouders.
De heer Blaauboer antwoordt, dat 's avonds om 10
uur het nog klaar licht is en er dan menschen zijn
die nog niet naar bed gaan.
De heer L. C. Sipman is er voor het verzoek in
te willigen en wijst op Van IJzendoorn, die 's avonds
met scheren nu feitelijk om 9 uur moet sluiten.
Na nog eenige discussie wordt het voorstel van B.
en W. aangenomen met 4 tegen 2 stemmen; vóór de
heeren Rezelman, Geerligs, De Graaf en Koorn, tegen
de heeren Sipman en Blaauboer.
Een toekenning van salaris aan den volontair ter
secretarie, J. Wessel, komt vervolgens in bespreking.
Voorzitter zegt, dat Wessel ook ambtenaarswerk ver
richt en dat we zijn arbeid erg, erg noodig hebben;
B. en W. stellen voor Wessel tot tijdelijk ambte
naar te benoemen en vanaf 16 Mei 1916 op een sa
laris van f 350 per jaar. Allen voor.
Volgt de rondvraag. De heer J. C. Geerligs vraagt
of ,de tijd bekend is, dat de school in den Oostpol
der weer wordt geopend; spr. acht het wel wensche-
lijk, dat dit zoo spoedig mogelijk gebeurt
Voorzitter zegt dat de benoeming van een hoofd
der school te Breezand lang ophoudt door de weinige
sollicitanten, die zich aanmelden; Voorzitter belooft
zijn best te doen, dat het voor den winter nog zal
gebeuren en geeft de verzekering, dat zijn volle aan
dacht steeds op deze zaak is gevestigd.
Hierna sluiting.
lichaam gehangen. Er overkwam hem een vreemd,
niet onaangenaam gevoel, alsof de zoo lang gemiste
broer in de nabijheid was. De vele leege eenzame
jaren waren eensklaps weg, de vroegere gebeurtenis
sen lagen frisch in zijn geheugen, maar nu niet smar
telijk, neen weldadig, zooals men na een lange, ver
moeiende reis terugkeert, naar de plaats waar men
van uit ls gegaan, verwachtend dat men al de oude
gezichten terug zal zien. Met groote Inspanning keek
hij om zich heen, maar geen anderen indruk kon hij
krijgen, vergeefs trachtte hij zich te bedenken, de
aanwezigen zag hij niet Alleen de gestalte van den
gestorven broer zag hij, frisch en levendig, alsof hij
hem vandaag voor Ijet eerst gezien had. Wat be
teek ende dat Wie bracht hem die verbleekte beel
den zoo duidelijk voor den geest? Was het de dood,
die nu ook bij hem kwam?
Een klok sloeg drie uur. Wat is de nacht lang!
Wanneer, wanneer breekt de morgen aan, dat al
dit worstelen voorbij was?
Een flauw lichtschijnsel viel eindelijk door de rui
ten, nauwelijks bemerkbaar toenemend. Rose, die
op haar knieën lag en de vermoeide, brandende-
oogen in de kussens gedrukt had, hief eindelijk haar
hoofd weer op.
Het wordt dag, fluisterde zij, wat nu?
Arnold ging bij het eerste schemerige morgenlicht
naar huis; spoedig kwam Grandet en na hem de
dokter. Zij hadden veel met elkaar te bespreken,
waarvan Rose niets begreep, iets heel gewichtigs,
vergeefs bedacht zij wat het zijn kon. Op haar vra
gen kreeg zij een ontwijkend antwoord.
De geestelijke helderheid van den zieke werd groo-
ter, Tegen den middag kon hij met moeite een paar
woorden spreken. Grandet liep steeds om hem heen,
maar toonde groote onrust, als iemand, die een hoo-
ge inzet op een kaart heeft gedaan.
Toen Arnoldi 's avonds' terugkwam om te waken,
vond hij Grandet op de plaats, die hij den vorigen
nacht had ingenomen. „Het is in orde", dacht hij
droevig en ging naar huis. Maar zoo vermoeid als
hij was, kon hij toch niet slapen. Hij hoorde de klok
ken slaan en al zijn gedachten vertoefden in de
ziekenkamer, waaruit hij nu verbannen was.
Den volgenden morgen bracht de dokter heeren
van hét gerecht mede; er werd gezegd, dat de zieke
zijn testament wilde maken. Grandet scheen erg ge
spannen af te wachten. Hij was veel drukker dan ge
woonlijk, gaf Rose in de eetkamer stevig een hand
en trok zich niets aan van haar vragende oogen.
Tóen de zaak afgehandeld was en de heeren weg
waren, ging hij ook heen.
Den volgenden morgen was de oude de Luzy ge
storven.
Wordt vervolgd.