TABAK van J. R. KEUSS
Tweede Kamer.
Binnenlandsch Nieuws.
Gemengd Nieuws.
steeds nekkramp.
aardbeienuitvoer.
niet de eerste.
groenten.
Oorloo In de eenwioe sneeuw.
de paus en db vrede.
Vrouwen moed.
plichtinjren, die hun in het vaderland te wachten
«tonden.
Het liep tegen twintig minuten over acht, den tijd
van ons vertrek. De trein vertrok, zooals Engelsche
treinen steeds doen, zonder voorafgaande waarschu
wing of aankondiging. Eenige oogenblikken daarna
gingen we over ae Theems, dopr Clapham, Balham,
Sydenham, langs Penge. Alles even bekend. Twee
dagen geleden waren we nog in Penge geweest,
om afscheid te nemen van kennissen. _Thans was
het een afscheid van Londen zelf, en binnen enke
le uren een afscheid van Engeland. Maar mijn brief
zou te lang worden, als ik doorging. De volgende
maal meer over onze reis.
Den Haag, 6 Juli.
Als het niet reeds 8 Juli ware geweest en de Ka
mer moe-gepraat!Ja, dan zouden wij heden wel-
lich een vinnig politiek dab at je hebben gekregen.
Plotseling stak zoo-waar bij de behandeling van
de artikelen van het ontwerp tot wijziging der Suc
cessiewet, de Eedskwestie.... weer het hoofd
op. Men dacht dat zij, na het compromis, de ver
broedering, die bij mr. Ort's tweede, eindelijk ge
slaagde Eedswet plaats had, de stokebrand voor ge-
ruimen tijd slapende, onschadelijk was. Daar ont
waakte zij eensklaps.
De heer Van Nispen tot Sevenaer wilde tien fis
calen eed uit het ontwerp verwijderen. Hij raakte
zelfs in zeer geprikkelde stemming bij het bespreken
van de mogelijke ontduiking en bedriegerij, welke ge
volg zal zijn van de mogelijkheid om bij regeling
van nalatenschappen, voor zoover het 't aandeel van
den fiscus betreft, krachtens de thans geldende Eeds
wet „gemoedsbezwaren" te doen gelden. De heer Van
Nispen wilde den fiscalen' eed dus uit het ontwerp
verwijderd zien. Met welke zienswijze de anti-revolu-
tionnaire heer De Montó Verloren het alleszins eens
was. Maar minister Van Gijn wilde er niet van hoo-
ren. Hij acht den eed hier onmisbaar. Maar uit de
rechtsche gelederen kwam een ander „geluid". De
oud-minister Kolkman, thans afgevaardigde voor Nij
megen, en bij uitstek bevoegd tot oordeelen in deze,
was het niet eens met jhr, Van Nispen, dat de fis
cale eed moest verdwijnen en evenmin met minister
Van Gijn, die verklaard had zooveel vertrouwen te
stellen in de waarheidsliefde der groote meerder
heid van hen, die in Nederland geërfd hebben, te
genover den fiscus. De eed is z.i. als waarborg
voor juiste aangifte onmisbaar, 't Komt voor, her
haaldelijk, dat menschen bij den notaris komen, met
een lijstje van wat de erfenis, waarvoor successie
recht moet betaald, bedroeg. Van 't oogenblik af,
dat meneer de notaris verduidelijkt, hoe de eed zal
moeten afgelegd worden, duiken er in tal van ge
vallen „vondsten" op, uit hoeken eh gaatjes! Blijkt
de erfenis veel meer te bedragen dan men „gedacht
had"! De „verklaring" heeft in veler oogen lang niet
de kracht van den eed. En helaas! de minder
eerlijken gelooft mr. Kolkman vormen nog
steeds de meerderheid. Had de Kamer den heer
Lohman zijn zin gegeven, wij zouden morgen
het „eedsdebatje" nog eens dunnetjes hebben over
gedaan .Hij wilde n.1. de behandeling van het betrok
ken artikel schorsen en diende eene motie van or
de, dat bepalend, in. Die echter met 36 tegen 24
stemmen werd verworpen. Gelukkig!....
Er was intusschen geboren een amendement-De
Monté Verloren c.s., strekkend om in de plaats van
den eed, binnen eene maand na de aangifte voor den
Kantonrechter af te leggen, eene „plechtige verkla
ring" te eischen. Wat zulk eene verklaring echter
beduidt, bleek mr. Limburg niet duidelijk, Hij gaf
„in gemoede" den raad, het amendement in te trek
ken, dat de eindelijk tot stand gekomen Eedswet
met medewerking van vele Rechtscben immer:,
goedgekeurd! weer „oen d<>uk zou geven". Mi
nister Ort sloot zich met een enkel woord bij dat
wijze advies van den begaafden vrijz.-democrati-
schen jurist aan. En de Kamer verwierp het amende
ment-De Monté Verloren c.s. met 17 tegen 43 stem
men. Van Hechts stemden de heeren De Geer en
Kolkman tegen.
De stokebrand, genaamd Eedskwestie, kon weer
gaan rusten. Moge zij-in afzienbaren tijd niet weer
ontwaken!.
Bij art.41 kregen wij het hart van dit ontwjerp:
het Tarief. Zooals men .weet, had men hier het amen
dement Ter Laan, dat c.c. 7millioen zou bijbren
gen en dat van den heer De Monté Verloren. De strek
king dier van het ontwerp afwijkende tarief-bere
keningen gaf ik in een mijner jongste ovèrzichten.
Minister Van Gijn verklaarde het door hem „exhorbi-
tant" genoemde amend-Ter Laan thans vrijwel on
de schoppen die hij er op liet neerregenen.
Het tuintje bood toch een betrekkelijk veilige
schuilplaats. Daar was het oudste deel van hot ge
bouw, massale muren tot onder het dak toe, nnireii
die het vuur niets gaven dan den kouden tegen
weerstand berekenden steen.
Allpen de dakleien sprongen door den gloed en vie
len kletterend naar beneden; op het blootgekemcn
hout verschenen nu kleine, hongerige vlammetjes,
die begeerig naar nieuw voedsel zochten.
Maar trotsch, grauw, onaantastbaar stond do to
ren voor het dreigend element, een kleine deur
voerde naar binnen. Johan rukte ze open en snelde
naar binnen. Het was hoog tijd, want toen ze dicht
ging, sloeg zij den eersten man van de vervolgers
zoo hard tegen het hoofd, dat hij hardop kermde.
Er werd binnen een grendel voorgeschoven.
Een vriendelijk toevluchtsoord, bij mijn zalig
heid, bromde Balthasar. Voor het oogenblik kan het
er nog koel genoeg wezen in het waschhuis, maar
naar de plaats kan hij toch niet ontvluchten en
levend gesmoord te worden achter gloeiende stecnen
is een lot, dat ik niet verkiezen zou boven de be
schikkingen van aardsche gerechtigheid.
Maar Johan had iets anders op het oog. De toren
raakte aan den muur, die de tuin van het veld scheid
de, een sprong naar beneden bracht hém in vrij
heid. Hij stond al op de tin, gereed om te springen
hij deinsde terug.
Kom naar beneden, riep Arnold's stem aan den
anderen kant van den muur kom naar hier, we
zijn bereid je te ontvangen! s
Is de vos er in geloopen? hoonlachte Balthasar.
Kom naar hier. wij zijn bereid, 't Kon je daar hoven
wel 's te warm worden. Wat afkoeling bij ons zou
je goed doen. Kijk 's, hoe we vol liefde onze armen
naar je uitstrekken.
De duivel zal je halen! schreeuwde de overrom
pelde. An jelui geef ik me niet over, liever aan de
vlammen.
Wees niet dwaas! riep Arnold naar boven.
je ziet hoe het vuur om zich heengrijpt, het heele
dak brandt, kom naar beneden. Het kost je je kop
niet, alleen een paar jaar tuchthuisstraf.
Een ontzettend lachen was het antwoord.
Johan in het tuchthuis. Johan in het tucht
huis. En door de schuld van zoo'n jongen, die ik al
honderd keer had kunnen dooden, als ik gewild had;
in de mestpoel, van de schuur af, onder de wielen
van een wagen. Was 't maar gebeurd.
Hij balde woedend zijn vuisten.
Kon ik je nu nog maar te lijf gaan, ellendige
vrouwenheld, die zich verbeeldt, dat de wereld te
veroveren is met tortelduifoogjes.
Hij verdween achter de steenen spits van den to
ren, die beschuttend tusschen hem en het vuur ge
staan had.
Maar hij kwam niet terug. Met bonzend hart, vol
afschuw en angst keken de menschen naar de plaats,
waar hij het laatst gezien was, 't bleef er leeg. Maar
ook hun haar werd geschroeid door de zengende
lucht, gezicht en handen brandden met steeds hevi
ger wordende pijn.
Laat 'm, zei Balthasar, hij heeft het gewild.
aannemelijk. Z.Exc. zou, bij evantueele aanneming
waarpp intusschen niet de minste kans bestond, weet
men „ernstig overwogen, of hij niet het aanhan-
Ïlg ontwerp aan de Kroon zou voordragen ter intrek-
lng". Pang!....En van het amend-VerLoren zei
mr. Van Gijn, dat hij de aanneming er van „ernstig
zou betreuren".
Na dit alles is 't wel zeer-duidolijk, dat morgen,
7 Juli, de beide amendementen op het nieuwe ta
rief in de Successiewet zullen worden geëxecuteerd!
Mr. ANTONIO.
Te Nieuwkoop is een derde kind van den arbeider
J. aan nekkramp overleden.
Werd Maandag meegedeeld, dat de aardbeienuit-
voer ilit Beverwijk verre ten achter stond bij het
vorige jaar, thans kan worden gemeld, dat daarin
een groote verandering is gekomen. De laatste drie
dagen zijn alleen reeds 145 wagons naar Duitsch
land verzonden. De prijzen zijn gedaald tot gemid
deld 30 cent per kilo.
OPTOCHT VAN VEE.
Men schrijft uit Leiden, d.d. 6 dezer:
Alhier heeft heden een niet alledaagsche optocht
plaats gehad, die, zooals uit hetgeen hier volgt,
blijkt, veel bekijks had, temeer daar hij juist in vol
len gang was toen de scholen en fabrieken uitgin
gen.
Wat was dat wel dan wel voor een optocht? Een
koppel van 80 koeien, voorafgegaan door een met
twee paarden bespannen landauer, waarin de eige
naar der koeien, de landbouwer J. van den Berg uit
Benthuizen, een deurwaarder en twee getuigen. De
stoet werd gesloten door een handwagen, waarin een
kalf van een veertien dagen oud. Een aantal vee
drijvers zorgde er voor, dat de optocht een ordelijk
verloop had.
De oorzaak tot het organiseeren van dezen op
tocht heeft geleid, houdt verband met het opkpopen
op groote schaal van vee eenige weken geleden, toen
er duizenden runderen naar Duitschland werden uit
gevoerd. Nu had de slager en veehandelaar Bergers
aan de Mare te Leiden van den landbouwer voor
noemd 36 koeien gekocht, waarvan 19 tegen f 390 en
17 tegen f 325 per stuk. Nog geen dag, nadat de
koeien gekocht waren, werden de grenzen gesloten
en weigerde de kooper de koeien te aanvaarden. Het
gevolg hiervan was, dat hem heden te zijnen huize
bij exploit van den deurwaarder 's Gravendijk te
Leiden de koppel van 37 .stuks het kalf inbegre
pen,«dat inmiddels na het sluiten van den koop ge
boren was werd aangeboden.
Nadat deze formaliteit was geschied en de sla
ger bij zijn weigering, om de koeien te accepteeren
de prijzen der koeien toch zijn misschien met f 125
tot f 150 teruggeloopen werd de optocht door de
stad voortgezet
Een fotograaf, die. aan den overkant van de Mare
op een bovenverdieping van een huis had plaats ge
nomen, zorgde voor de vereeuwiging van deze niet
alledaagsche aanbieding bij deurwaardersexploit
OORLOG EN MUZIEK.
Aan het Vadert wordt gemeld:
Een zangvereeniging in Den Haag heeft verschillen
de donateurs, die het koor met een jaarlijksche dona
tie steunen en bij een uitvoering of concert in den
regel nog een extra bijdrage geven. Terwijl thans
weer een uitvoering werd voorbereid en donateurs
en leden aangeschreven waren,welke werken gezon
gen zouden worden, deelde een der donateurs mede,
dat hij liever niet zag, dat op die uitvoering Duitsche
werken gezongen werden. Door het bestuur werd
toen geantwoord, dat deze werken reeds aangekocht
en in studie genomen waren, zoodat ze moeilijk van
hetprogrnmina konden worden geschrapt Verder
antwoordde het bestuur, dat don directeur als ar
tistiek verantwoordelijk leider, algeheele vrijheid om
trent de keuzo der koornummers gelaten moest wor
den..
De bedoelde donateur bood da erop een Fransch
zangnummer aan, met verzoek, in geen geval Duit
sche werken op de uitvoering te zingen.
Om de bovengemelde redenen wenschte het bestuur
niet aan dat verzoek te voldoen. De uitwerking
was verrassend^ Van verschillende donateurs werd
n.1. bericht ontvangen, dat zij zouden bedanken en
nog meer donateurs met hen, wanneer er Duitsch
werd gezongen.
Het bestuur overwoog de zaak opnieuw. Maar zijn
onafhankelijkheid van handelen voor altijd bedreigd
ziende, als het toegaf, en inziend, dat toegeven bo
vendien toch niets gaf, omdat, als Fransche wer
ken gezongen werden, het gevaar bestond, dat
En zwijgend gingen ze in 't donker naar buiten.
HOOFDSTUK XIV.
Het was een zachte dag, 's morgens vroeg had ',t
zelfs wat geregend.
Aan rusten had niemand gedacht, de morgen brak
aan zonder dat de meesten hét merkten, daar ze
druk bezig waren om alles zooveel mogelijk onder
dak te brengen. Voor het vee was nog niet vol
doende gezorgd, er was gebrek aan voer en stroo,
maar ook voor de menschen ontbrak nog veel.
En er was nog voor iets anders te zorgen, een zorg
van stille aard, stil heengaand over een koudgewor-
den hoofd, het haar glad leggend, de vermoeide oog
leden dichtdrukkend. En bovenal was de "rustige, or
ders gevende stem van den eigenaar noodig. Arnold
liep heen en weer. Toen hij op weg naar het dorp
was, kwam hij een mannelijke gestalte tegen .Het
was Grandet, maar hij zag er vreemd uit; zijn haar,
dat anders zoo keurig zat, hing nu slordig op zijn
voorhoofd, de oogen lagen diep en lichtten onheil
spellend. Zooals hij daar stond, zou men zeggen,
dat Grandet den vreeselijken nacht had doorgemaakt
en niet Arnold.
Hoe maakt u het, ik ben blij u te zien. Wat 'n
droevig ongeluk, stamelde hij met moeite.
Het is bijzonder vriendelijk van h, naar mij te
komen zien, antwoordde Arnold getroffen.
Na het gebeurde van den vorigen dag had hij
niet verwacht, datNzijn vijand hem een dergelijk
blijk van belangstelling zou geven. Of had Rose
hem gestuurd?
Kan ik u misschien ergens mee van dienst zijn?
vroeg Grandet, misschien, en het was of hij iets
wegslikte misschien bij het opsporen van den
brandstichter?
De Tumar moest even lachen. Hij was dus niet ge
komen om geld en goed te geven. Zoover ging de
hulpvaardigheid van een Grandet niet
Wat dat betreft, is er niets meer te doen
gaf Arnold ten antwoord de booswicht vond 'een
vreeselijk einde, hij stierf in de vlammen, die hij zelf
aangestoken had.
Is het dus waar, wat me gezegd werd, fluisterde
Grandet, met een diepen zucht; was het de verlich
ting, dat de zoo gevreesde man voor goed onschade
lijk was de ontzetting over een dergelijk nood-
Arnold keek verbaasd naar hem.
Wat kende ik dezen man slecht, dacht hij,
wie zich zooveel aantrekt van het lot van vreem
den, die kan geen slecht mensch wezen.
En 't werd hem gemakkelijker te zeggen, wat hem
voor eerst zoo lastig scheen. De tijd drong tot han
delen. Zooals de toestand nu was, kon het niet blij
ven, allerlei dingen waren dringend noodig, maar
dat kostte geld. En waar was de hulp te vinden?
Nergens meer. Ja. als hij het kapitaal, dat de
Luzy hem vermaakt had, als erfdeel wilde beschou
wen, dan bleef de tweede hypotheek nog redding,
tot dat de verzekeringen betaalden, hoewel hij daar
ook niet veel van verwachtte.
Geld! Geld! Waarheen hij ook keek, overal hetzelf
Duitschgezinde donateurs hetzelfde zouden doen,
week het niet voor het dreigement
Het gevolg wu, dat een veertigtal donateurs be
dankte, terwijl zij teven» verklaarden geen sub
sidie meer voor uitvoeringen enz. te zullen schenken.
Mon schrijft uit Wijk bij Duursteden:
In de Tel. komt een bericht voor, dat te Leeuwar
den de eerste brlëvenbestelster werkzaam is gesteld.
De eerste is zij niet
Te Neerlangebroek bestelt sinds Maart 1910 een
vrouw de post.
Bij Koninklijk Besluit van 4 Juli ls verboden de
uitvoer van tuinboonen en kropsla, van den dag der
afkondiging van dit besluit
In de „Daily News" schrijft Sidney Low:
„Evenals hun Romeinsche voorouders hebben de
Italianen het bedrijf van soldaat met dat van wegen
aanlegger vereenigd. Dit was noodig om de Itali-
aansche artillerie zoo hoog mogelijk te kunnen
plaatsen. Men heeft mii gezegd, op welke wijze dit
werk is uitgevoerd. Men zou die taak voor onuit
voerbaar hébben gehouden als men het resultaat
niet in den vorm van op ontoegankelijke plaatsen
opgestelde kanonnen voor oogen had.
Sommigen staan op plaatsen, onna 3500 meter hoog,
waar anaers de toerist met benulp van gidsen en
touwen en dan nog met groote moeite kan komen,
terwijl hij toch op niets anders behoeft te letten
dan op zijn eigen persoon. Maar de Alpini en de
grensguides hebben daar zware stukken moeten
heenbrengen, ze over de eeuwige sneeuwvelden
moeten trekken of tegen hellingen moeten ophy-
schen over gapende afgronden en messcherpe rots
punten moeten hijschen aan touwen, die over tus
schen de rotsen geklemde balken liepen.
Ik neb foto's van een groep dezer pioniers aan
het werk gezien. Zij geleken op die van deelnemers
aan een poolexpeditie, die voortploeteren in een ijs-
wildernis. Sommige dier mannen hebben daar den
geheelen winter als poolvorschersgeleefd. In sneeuw-
hutteri en uitgegraven holen hebben zij een schuil
plaats gevonden, niet alleen voor de vèrreikende
Oostenrijksche artillerie, maar ook voor den ijzigen
wind en de meedoogenlooze stormen.
Zij hebben er goede petroleumkachels om zich te
warmen en zij worden van voedsel en andere be-
noodigdheden voorzien door middel van kabelspoor-
wegjes, die over de afgronden loopen. Soms worden
daar ook gewonden mede vervoerd, die zich dan
zoo goed mogelijk aan den rand der zwaaiende bak
ken moeten vasthouden..
De meest gevreesde vijand is hier de lawine, die
door de voortdurende bombardementen meer voor
komt dan ooit De eigenaardige luchttrilling, die den
geoefenden waarnemer in gewone tijden voor het
naderend gevaar waarschuwt, is thans, nu de lucht
steeds in trilling is, niet meer te hooren, zoodat de
lawines thans ae strijders verraderlijk overvallen
en dooden.
OVERSTROOMINGEN EN HAGELSLAG IN ZWIT
SERLAND.
Naar het „Berliner Tageblatt" uit Zurich verneemt,
regent het in Zwitserland reeds weken lang bijna
voortdurend, met nu en dan onweder en hagelbuien,
die zeer ernstige schade hebben toegebracht aan den
vruchten- en .wijnoogst. Het blad spreekt zelfs van
katastrofe.
In de omgewving van het meer van Zurich hebben
vele overstroomingen plaats gehad, terwijl in ver
schillende andere <üstricten te velde staande tar
we en rogge door een wolkbreuk aanzienlijke scha
de heeft geleden.
AARDAPPEL- EN BIETENLOOF ALS VEEVOE
DER.
Volgens berekening van den grondbezitter Von
Nachrich, voorzitter van de zaadkweekerijafdeeling
van de Duitsche landhuishoudkundige vereeniging,
kunnen door drogen van de-aardappel- en bieten-
stronken groote hoeveelheden veevoeder verW„
worden, die voor een belangrijk gedeelte dan
van voedingemiddelen kunnen vervangen en
dien voel eiwitstoffen bevatten. ""'«a-
Duitschland «al door het aanleggen van de nooiu»
drooginrichtingen naast fabrieken voor strookrui?.8
voeder en draf zonder twijfel zich «enigermate
dezen belangrijken tak van invoer onafhankelijk jT1
ken en een groot gedeelte van detransportkost**
Die invoer bedroeg in 1913 ongeveer 8 mti
tbllli&rd
besparen. Die invoer bedroeg in ma ongeveer 8~mu*
lioen ton, een waarde van meer dan een muiïri"
mark vertegenwoordigend.
Toen de oorlog een Jaar geduurd had, wendde d»
Paus zich tot alle Btaatshoofdenen en noodlgde hen
uit middelen te zoeken om aan den oorlog een einde
te maken.
Dit jaar meende de paus zich te moeten onthon
den van het doen van stappen ten gunste van den
vrede, ofschoon de militaire toestand niet veel is -ver.
anderd.
Zonder twijfel verlangt de paus nog steeds teer
naar het einde van den oorlog, maar men heeft 0n
het Vatikaan, evenals in den Zwitserschen Bondsrad
ingezien, dat het tijdstip voor bemiddeling nog Cje,
gekomen is, daar elke poging daartoe bij den hui.
digen staat van zaken den schijn zou wekken alsof
men wilde ageeren ten voordeele van Duitschland
De paus heeft besloten zich te onthouden van tij.'
handelwijze, die als niet geheel neutraal zou kuj.
nen beschouwd worden.
1 Wij lezen in de „Times of India" het volgend
verhaal van een op tragische wijze geëindigde tij.
gerjacht.
De heer Bell, bestuursambtenaar in de Centrale
Provinciën, bevond zich met zijne echtgenoote op
de tijgerjacht bij Kotah. Toen van een stand een
tijger werd waargenomen, schooi de heer Bell op
het dier, dat in ae richting van hun stand kwam
aansnellen. Weder schoot de heer B., waarop het
dier gewond de vlucht nam.
Tegen den raad van zijne echtgenoote en van de
hun vergezellende inlanders daalde de heer B. van
den stand af, om den gewonden tijger te achter
volgen. Mevrouw B. ging haar echtgenoot alleen
na de inlanders maakten zich uit de voeten. Een
klein eindje was zij slechts gegaan, toen plotseling
een vreeselijke aanblik zich voor haar opaeed. Aan
den rand van klein boschje lag haar man op den,
grond, met eene gapende wonde in bet middel,
waaruit de tijger het wegstroomende bloed lekte
Onmiddellijk laadde mevr. B. haar geweer en schoot
dit op den tijger af, echter zonder eenig gevolg.
Toen snelde zij op den tijger toe en haar jachtge
weer als knots gebruikende, beukte zij op net dier,
en zij schopte en trapte het, totdat het eindelijk
zijn prooi losliet en, blijkbaar bevreesd geworden,
zich uit de voeten maakte.
Nu legde zij zoo goed en zoo kwaad het ging
haar echtgenoot met behulp van een zakdoek het
eerste verband aan en droeg hem toen naar het
naastbijzijnde spoorwegstation, van waar zij genees
kundige hulp ontbood.
Deze moent echter niet meer baten. De heer B.
overleed aan de wonden, die de tijger hem had
toegebracht zoo was o.a. het gaheele heupbeen
als^t ware verhiorzeld.
Wel een droevig loon voor zooveel trouw en moed'
GEMEENTE WIERINGEN.
Maand Juni.
GeborenTrijntje d. v. G. Dirks, en G. de Wit.
Geertje, d. v. W. Poel en A. de Haan Alida, d. v.
G. Metselaar en T. Doves. Anna, d. v. M. Tijsea
en E. Koorn.
Ondertrouwd: A. Hermelink en J. Wiegman.
Gehuwd: Jb. Lont en -N. Lont. C. Visser en N.
Dijkshoorn. A. Hermelink en J. Wiegman.
Overleden: Gerrit Pot, oud 74 jaren z. v. Jac.
Pot en HT. Smit. Geertje Keijzer,oud 67 jaren echt
genoote van W. Snooij. Maarten Glim, oud 8ö jaar,
weduwnaar van M. Tames en A. Droog. Jan Keijzer,
oud 70 jaar, weduwnaar van T. Asjes.
ALKMAARSCHE
VOOR OUD EN JONG.
de, hongerige verlangen. Middelen voor het oogen
blik. Middelen voor later. En nu geen rekening meer
te houden met zijn moeder!
Meneer Grandet, zei Arnold, die plotseling een
„luit genomen had als u vandaag niet naar
mll was gekomen, dan was ik naar u gegaan. Herin
nert. u zich nog, welk voorstel u me indertijd op het
bal deed? Nu is de tijd gekomen, dat ik Lemba in
andere handen moet geven.
Grandet schrok hevig, zou hij toch nog de gevol
gen van zijn verraad moeten dragen. Het was hem
alsof zijn handen werden vastgehouden, alsof hij
niet durfde toegrijpen.
U bezit het geld van de Luzy. U hebt de hypo
theek vrij. Het zal u niet moeilijk vallen geld op
te nemen.
De verzekeringen dekken de schade niet voor de
helft en ik heb er niets bij te leggen .Ja, u hadt
gelijk, men wordt het eindelijk moede, water in een
zeef te scheppen. Dat is het ergste: men wordt het
moe. Ik voel mijn kracht verslappen tegenover de
reusachtige o-pgave. En dan, ik heb voor niemand
meer te werken. Mijn moeder is dood. Alleen voor
mijn eigen waardelooze leven!
Wat wilt u gaan doen?
Ver weg gaan, over den oceaan. Daar zijn pi
oniers noodig, wier leven niet al te kostbaar is, om
het in de waagschaal te stellen.
Hij luisterde.
Is dat geen leewerik? En de lucht wordt blauw!
De trein fluit. Hoe vaak heeft mijn hart van verlan
gen geklopt, als ik dat geluid hoorde. En nu.... nu
't me roept hij verborg het gezicht in de handen.
Grandet had niet naar hem geluisterd, hij rekende.
Hoeveel vraagt u? zei hij.
Arnold keek verschrikt op.
Vandaag? Neen, nu kan ik dat niet zeggen,
't Is genoeg, dat ik het besluit genomen heb. Zoo
dra ik mijn moeder den laatsten dienst bewezen heb,
kom ik bij u. O, u zult me heel geschikt vinden. Ik
loochen niet, dat de gedachten 'dat Rose hier leven
zal, iets aanlokkends voor me heeft.
Ze waren onder het spreken doorgeloopen en ston
den nu voor den ingang der kerk, die vriendelijk,
midden op het dorpsplein stond. De deur stond open
en nieuwsgierige jongens gingen voorzichtig over
den drempel, maar ze liepen hard weg, toen ze Ar
nold zagen Aankomen.
Grandet's oogen schitterden en hij kleurde een
beetje. Zoo stijgt de valk op, wanneer hij door jacht-
lust gedreven wordt, zoo spannen de spieren van
een kat zich, als ze zich gereed maakt voor den
sprong.
Waarom zouden we uitstellen, wat toch nood
zakelijk gebeuren moet? zei hij op hartelijk, ver
trouwen inboezemenden toon.
Ik wil het niet ontkennen. Ik kwam hierheen op
verzoek van Rose, om u mijn aanbod te herhalen.
Zij wil haar vermogen aanspreken. Als hij toch ver-
koopen moet, zei ze, dan zal hij het prettig vinden,
als het dierbaarste wat hij bezat, in mijn hand komt
Ik bied u veel. Hij noemde een som.
Ga je er op in. Bedenkt toch hoeveel eenvoudiger
alles wordt, door een dergelijk, tijdelijk genomen be
sluit; alle last der verantwoordelijkheid is meteen
van uw schouders genomen. U kunt zich geheel
aan uw verdriet overgeven, u kunt zooveel plannen
maken voor de toekomst als u maar wilt Sla toe!
Arnold liep onrustig heen en weer. Zijn voeten,
waren ijskoud, zijn hoofd gloeide.
Laat me nog tijd, zei hij.
Ik kan u niet laten gaan. Ik moet met een goed
bericht-bij Rose komen. Ik besprak de zaak met haar
en ook met haar vader al en ze weet, dat geen an
der u zal bieden, wat wij bieden. U denkt toch niet
dat Rose van de gelegenheid gebruik maakt om bet
wat voor minder zien te krijgen?
Eer het tegendeel, maar dat hindert me, zei Ar
nold.
Ach, koml Neem nu een besluit U weet nog
niet hoe heerlijk het is, alle bruggen achter zich te
hebben afgebroken. Er breekt een nieuw leven voor
u aan beste de Tumar, u bent jong en gezond, hebt
eenig kapitaal ter uwer beschikkingde wereld
staat voor u open. U zult u al gauw niet meer kun
nen indenken dat het afscheid uit deze moeilijke aan
gelegenheid u zoo zwaar gevallen is.
Hij stak Arnold zijn hand toe.
Top? 7
Maar Arnold weifelde nog en keek naar de kerk
Hij voelde, dat niets dan dwingend geweld hem kon
losrukken van zijn eigendom, als dat ééne niet ge'
beurd was. Dat ééne, wat de knetterende vlam bem
gisteren in het oor had gezongen: Je kende de ver
zoeking niet. maar je zal er voor bezwijken. Vlucht
Nog steeds hield Grandet hem zijn uitgestoken
hand voor. Hij hief de zijne op om toe te slaan.
Daar kwam een oude, in het zwart gekleede vrou«
uit de kerkdeur. Ze zag er bizonder schuw uit, zo°"
als in vroeger tijd de verbannenen ,de kinderen van
een gominachten stam. Ze gaf Arold een wenk.
Ik wilde iets vragen, meneer.
Wie is dat? vroeg Grandet gehaast. Wat bah
je in de kerk te doen.
Mijn moeder is hier begraven.
Uw moeder? Kwam ze niet in de vlammen om"
Het is me gelukt haar doode lichaam te redden-
En ze ligt hier?. H
De man, die dat zei, was geheel en al veranderd-
Zijn gezicht was aschvaal, zijn oogen leken ver ui
de kassen te puilen. Zijn kin bewoog onwillekeurig:
alsof de tanden tegen elkaar sloegen.
Hoe ziet hij er nu uit? dacht Arnold en ee
stem binnen in hem antwoordde:
Als een moordenaar, bij het lijk van zijn slach -
offer.
Soms komen wonderlijke gedachten in onfl °P'
maar wie let daar verder op?.
Gaat u mee naar binnen, vroeg de Tumaf'
Grandet schudde het hoofd
Ik hou er niet van, dooden te zien.
Wacht u me dan hier? me
Ik ga liever naar huls. Komt u morgen bi)
dat we een eind aan de zaak kunnen maken.
Na deze woorden liep hij haastig weg.
Wordt vervolgd. t