TABAK van J. R. KEUSS Tweede Kamer. Binnenlandsch Nieuws. Gemengd Nieuws. steeds nekkramp. aardbeienuitvoer. niet de eerste. groenten. Oorloo In de eenwioe sneeuw. de paus en db vrede. Vrouwen moed. plichtinjren, die hun in het vaderland te wachten «tonden. Het liep tegen twintig minuten over acht, den tijd van ons vertrek. De trein vertrok, zooals Engelsche treinen steeds doen, zonder voorafgaande waarschu wing of aankondiging. Eenige oogenblikken daarna gingen we over ae Theems, dopr Clapham, Balham, Sydenham, langs Penge. Alles even bekend. Twee dagen geleden waren we nog in Penge geweest, om afscheid te nemen van kennissen. _Thans was het een afscheid van Londen zelf, en binnen enke le uren een afscheid van Engeland. Maar mijn brief zou te lang worden, als ik doorging. De volgende maal meer over onze reis. Den Haag, 6 Juli. Als het niet reeds 8 Juli ware geweest en de Ka mer moe-gepraat!Ja, dan zouden wij heden wel- lich een vinnig politiek dab at je hebben gekregen. Plotseling stak zoo-waar bij de behandeling van de artikelen van het ontwerp tot wijziging der Suc cessiewet, de Eedskwestie.... weer het hoofd op. Men dacht dat zij, na het compromis, de ver broedering, die bij mr. Ort's tweede, eindelijk ge slaagde Eedswet plaats had, de stokebrand voor ge- ruimen tijd slapende, onschadelijk was. Daar ont waakte zij eensklaps. De heer Van Nispen tot Sevenaer wilde tien fis calen eed uit het ontwerp verwijderen. Hij raakte zelfs in zeer geprikkelde stemming bij het bespreken van de mogelijke ontduiking en bedriegerij, welke ge volg zal zijn van de mogelijkheid om bij regeling van nalatenschappen, voor zoover het 't aandeel van den fiscus betreft, krachtens de thans geldende Eeds wet „gemoedsbezwaren" te doen gelden. De heer Van Nispen wilde den fiscalen' eed dus uit het ontwerp verwijderd zien. Met welke zienswijze de anti-revolu- tionnaire heer De Montó Verloren het alleszins eens was. Maar minister Van Gijn wilde er niet van hoo- ren. Hij acht den eed hier onmisbaar. Maar uit de rechtsche gelederen kwam een ander „geluid". De oud-minister Kolkman, thans afgevaardigde voor Nij megen, en bij uitstek bevoegd tot oordeelen in deze, was het niet eens met jhr, Van Nispen, dat de fis cale eed moest verdwijnen en evenmin met minister Van Gijn, die verklaard had zooveel vertrouwen te stellen in de waarheidsliefde der groote meerder heid van hen, die in Nederland geërfd hebben, te genover den fiscus. De eed is z.i. als waarborg voor juiste aangifte onmisbaar, 't Komt voor, her haaldelijk, dat menschen bij den notaris komen, met een lijstje van wat de erfenis, waarvoor successie recht moet betaald, bedroeg. Van 't oogenblik af, dat meneer de notaris verduidelijkt, hoe de eed zal moeten afgelegd worden, duiken er in tal van ge vallen „vondsten" op, uit hoeken eh gaatjes! Blijkt de erfenis veel meer te bedragen dan men „gedacht had"! De „verklaring" heeft in veler oogen lang niet de kracht van den eed. En helaas! de minder eerlijken gelooft mr. Kolkman vormen nog steeds de meerderheid. Had de Kamer den heer Lohman zijn zin gegeven, wij zouden morgen het „eedsdebatje" nog eens dunnetjes hebben over gedaan .Hij wilde n.1. de behandeling van het betrok ken artikel schorsen en diende eene motie van or de, dat bepalend, in. Die echter met 36 tegen 24 stemmen werd verworpen. Gelukkig!.... Er was intusschen geboren een amendement-De Monté Verloren c.s., strekkend om in de plaats van den eed, binnen eene maand na de aangifte voor den Kantonrechter af te leggen, eene „plechtige verkla ring" te eischen. Wat zulk eene verklaring echter beduidt, bleek mr. Limburg niet duidelijk, Hij gaf „in gemoede" den raad, het amendement in te trek ken, dat de eindelijk tot stand gekomen Eedswet met medewerking van vele Rechtscben immer:, goedgekeurd! weer „oen d<>uk zou geven". Mi nister Ort sloot zich met een enkel woord bij dat wijze advies van den begaafden vrijz.-democrati- schen jurist aan. En de Kamer verwierp het amende ment-De Monté Verloren c.s. met 17 tegen 43 stem men. Van Hechts stemden de heeren De Geer en Kolkman tegen. De stokebrand, genaamd Eedskwestie, kon weer gaan rusten. Moge zij-in afzienbaren tijd niet weer ontwaken!. Bij art.41 kregen wij het hart van dit ontwjerp: het Tarief. Zooals men .weet, had men hier het amen dement Ter Laan, dat c.c. 7millioen zou bijbren gen en dat van den heer De Monté Verloren. De strek king dier van het ontwerp afwijkende tarief-bere keningen gaf ik in een mijner jongste ovèrzichten. Minister Van Gijn verklaarde het door hem „exhorbi- tant" genoemde amend-Ter Laan thans vrijwel on de schoppen die hij er op liet neerregenen. Het tuintje bood toch een betrekkelijk veilige schuilplaats. Daar was het oudste deel van hot ge bouw, massale muren tot onder het dak toe, nnireii die het vuur niets gaven dan den kouden tegen weerstand berekenden steen. Allpen de dakleien sprongen door den gloed en vie len kletterend naar beneden; op het blootgekemcn hout verschenen nu kleine, hongerige vlammetjes, die begeerig naar nieuw voedsel zochten. Maar trotsch, grauw, onaantastbaar stond do to ren voor het dreigend element, een kleine deur voerde naar binnen. Johan rukte ze open en snelde naar binnen. Het was hoog tijd, want toen ze dicht ging, sloeg zij den eersten man van de vervolgers zoo hard tegen het hoofd, dat hij hardop kermde. Er werd binnen een grendel voorgeschoven. Een vriendelijk toevluchtsoord, bij mijn zalig heid, bromde Balthasar. Voor het oogenblik kan het er nog koel genoeg wezen in het waschhuis, maar naar de plaats kan hij toch niet ontvluchten en levend gesmoord te worden achter gloeiende stecnen is een lot, dat ik niet verkiezen zou boven de be schikkingen van aardsche gerechtigheid. Maar Johan had iets anders op het oog. De toren raakte aan den muur, die de tuin van het veld scheid de, een sprong naar beneden bracht hém in vrij heid. Hij stond al op de tin, gereed om te springen hij deinsde terug. Kom naar beneden, riep Arnold's stem aan den anderen kant van den muur kom naar hier, we zijn bereid je te ontvangen! s Is de vos er in geloopen? hoonlachte Balthasar. Kom naar hier. wij zijn bereid, 't Kon je daar hoven wel 's te warm worden. Wat afkoeling bij ons zou je goed doen. Kijk 's, hoe we vol liefde onze armen naar je uitstrekken. De duivel zal je halen! schreeuwde de overrom pelde. An jelui geef ik me niet over, liever aan de vlammen. Wees niet dwaas! riep Arnold naar boven. je ziet hoe het vuur om zich heengrijpt, het heele dak brandt, kom naar beneden. Het kost je je kop niet, alleen een paar jaar tuchthuisstraf. Een ontzettend lachen was het antwoord. Johan in het tuchthuis. Johan in het tucht huis. En door de schuld van zoo'n jongen, die ik al honderd keer had kunnen dooden, als ik gewild had; in de mestpoel, van de schuur af, onder de wielen van een wagen. Was 't maar gebeurd. Hij balde woedend zijn vuisten. Kon ik je nu nog maar te lijf gaan, ellendige vrouwenheld, die zich verbeeldt, dat de wereld te veroveren is met tortelduifoogjes. Hij verdween achter de steenen spits van den to ren, die beschuttend tusschen hem en het vuur ge staan had. Maar hij kwam niet terug. Met bonzend hart, vol afschuw en angst keken de menschen naar de plaats, waar hij het laatst gezien was, 't bleef er leeg. Maar ook hun haar werd geschroeid door de zengende lucht, gezicht en handen brandden met steeds hevi ger wordende pijn. Laat 'm, zei Balthasar, hij heeft het gewild. aannemelijk. Z.Exc. zou, bij evantueele aanneming waarpp intusschen niet de minste kans bestond, weet men „ernstig overwogen, of hij niet het aanhan- Ïlg ontwerp aan de Kroon zou voordragen ter intrek- lng". Pang!....En van het amend-VerLoren zei mr. Van Gijn, dat hij de aanneming er van „ernstig zou betreuren". Na dit alles is 't wel zeer-duidolijk, dat morgen, 7 Juli, de beide amendementen op het nieuwe ta rief in de Successiewet zullen worden geëxecuteerd! Mr. ANTONIO. Te Nieuwkoop is een derde kind van den arbeider J. aan nekkramp overleden. Werd Maandag meegedeeld, dat de aardbeienuit- voer ilit Beverwijk verre ten achter stond bij het vorige jaar, thans kan worden gemeld, dat daarin een groote verandering is gekomen. De laatste drie dagen zijn alleen reeds 145 wagons naar Duitsch land verzonden. De prijzen zijn gedaald tot gemid deld 30 cent per kilo. OPTOCHT VAN VEE. Men schrijft uit Leiden, d.d. 6 dezer: Alhier heeft heden een niet alledaagsche optocht plaats gehad, die, zooals uit hetgeen hier volgt, blijkt, veel bekijks had, temeer daar hij juist in vol len gang was toen de scholen en fabrieken uitgin gen. Wat was dat wel dan wel voor een optocht? Een koppel van 80 koeien, voorafgegaan door een met twee paarden bespannen landauer, waarin de eige naar der koeien, de landbouwer J. van den Berg uit Benthuizen, een deurwaarder en twee getuigen. De stoet werd gesloten door een handwagen, waarin een kalf van een veertien dagen oud. Een aantal vee drijvers zorgde er voor, dat de optocht een ordelijk verloop had. De oorzaak tot het organiseeren van dezen op tocht heeft geleid, houdt verband met het opkpopen op groote schaal van vee eenige weken geleden, toen er duizenden runderen naar Duitschland werden uit gevoerd. Nu had de slager en veehandelaar Bergers aan de Mare te Leiden van den landbouwer voor noemd 36 koeien gekocht, waarvan 19 tegen f 390 en 17 tegen f 325 per stuk. Nog geen dag, nadat de koeien gekocht waren, werden de grenzen gesloten en weigerde de kooper de koeien te aanvaarden. Het gevolg hiervan was, dat hem heden te zijnen huize bij exploit van den deurwaarder 's Gravendijk te Leiden de koppel van 37 .stuks het kalf inbegre pen,«dat inmiddels na het sluiten van den koop ge boren was werd aangeboden. Nadat deze formaliteit was geschied en de sla ger bij zijn weigering, om de koeien te accepteeren de prijzen der koeien toch zijn misschien met f 125 tot f 150 teruggeloopen werd de optocht door de stad voortgezet Een fotograaf, die. aan den overkant van de Mare op een bovenverdieping van een huis had plaats ge nomen, zorgde voor de vereeuwiging van deze niet alledaagsche aanbieding bij deurwaardersexploit OORLOG EN MUZIEK. Aan het Vadert wordt gemeld: Een zangvereeniging in Den Haag heeft verschillen de donateurs, die het koor met een jaarlijksche dona tie steunen en bij een uitvoering of concert in den regel nog een extra bijdrage geven. Terwijl thans weer een uitvoering werd voorbereid en donateurs en leden aangeschreven waren,welke werken gezon gen zouden worden, deelde een der donateurs mede, dat hij liever niet zag, dat op die uitvoering Duitsche werken gezongen werden. Door het bestuur werd toen geantwoord, dat deze werken reeds aangekocht en in studie genomen waren, zoodat ze moeilijk van hetprogrnmina konden worden geschrapt Verder antwoordde het bestuur, dat don directeur als ar tistiek verantwoordelijk leider, algeheele vrijheid om trent de keuzo der koornummers gelaten moest wor den.. De bedoelde donateur bood da erop een Fransch zangnummer aan, met verzoek, in geen geval Duit sche werken op de uitvoering te zingen. Om de bovengemelde redenen wenschte het bestuur niet aan dat verzoek te voldoen. De uitwerking was verrassend^ Van verschillende donateurs werd n.1. bericht ontvangen, dat zij zouden bedanken en nog meer donateurs met hen, wanneer er Duitsch werd gezongen. Het bestuur overwoog de zaak opnieuw. Maar zijn onafhankelijkheid van handelen voor altijd bedreigd ziende, als het toegaf, en inziend, dat toegeven bo vendien toch niets gaf, omdat, als Fransche wer ken gezongen werden, het gevaar bestond, dat En zwijgend gingen ze in 't donker naar buiten. HOOFDSTUK XIV. Het was een zachte dag, 's morgens vroeg had ',t zelfs wat geregend. Aan rusten had niemand gedacht, de morgen brak aan zonder dat de meesten hét merkten, daar ze druk bezig waren om alles zooveel mogelijk onder dak te brengen. Voor het vee was nog niet vol doende gezorgd, er was gebrek aan voer en stroo, maar ook voor de menschen ontbrak nog veel. En er was nog voor iets anders te zorgen, een zorg van stille aard, stil heengaand over een koudgewor- den hoofd, het haar glad leggend, de vermoeide oog leden dichtdrukkend. En bovenal was de "rustige, or ders gevende stem van den eigenaar noodig. Arnold liep heen en weer. Toen hij op weg naar het dorp was, kwam hij een mannelijke gestalte tegen .Het was Grandet, maar hij zag er vreemd uit; zijn haar, dat anders zoo keurig zat, hing nu slordig op zijn voorhoofd, de oogen lagen diep en lichtten onheil spellend. Zooals hij daar stond, zou men zeggen, dat Grandet den vreeselijken nacht had doorgemaakt en niet Arnold. Hoe maakt u het, ik ben blij u te zien. Wat 'n droevig ongeluk, stamelde hij met moeite. Het is bijzonder vriendelijk van h, naar mij te komen zien, antwoordde Arnold getroffen. Na het gebeurde van den vorigen dag had hij niet verwacht, datNzijn vijand hem een dergelijk blijk van belangstelling zou geven. Of had Rose hem gestuurd? Kan ik u misschien ergens mee van dienst zijn? vroeg Grandet, misschien, en het was of hij iets wegslikte misschien bij het opsporen van den brandstichter? De Tumar moest even lachen. Hij was dus niet ge komen om geld en goed te geven. Zoover ging de hulpvaardigheid van een Grandet niet Wat dat betreft, is er niets meer te doen gaf Arnold ten antwoord de booswicht vond 'een vreeselijk einde, hij stierf in de vlammen, die hij zelf aangestoken had. Is het dus waar, wat me gezegd werd, fluisterde Grandet, met een diepen zucht; was het de verlich ting, dat de zoo gevreesde man voor goed onschade lijk was de ontzetting over een dergelijk nood- Arnold keek verbaasd naar hem. Wat kende ik dezen man slecht, dacht hij, wie zich zooveel aantrekt van het lot van vreem den, die kan geen slecht mensch wezen. En 't werd hem gemakkelijker te zeggen, wat hem voor eerst zoo lastig scheen. De tijd drong tot han delen. Zooals de toestand nu was, kon het niet blij ven, allerlei dingen waren dringend noodig, maar dat kostte geld. En waar was de hulp te vinden? Nergens meer. Ja. als hij het kapitaal, dat de Luzy hem vermaakt had, als erfdeel wilde beschou wen, dan bleef de tweede hypotheek nog redding, tot dat de verzekeringen betaalden, hoewel hij daar ook niet veel van verwachtte. Geld! Geld! Waarheen hij ook keek, overal hetzelf Duitschgezinde donateurs hetzelfde zouden doen, week het niet voor het dreigement Het gevolg wu, dat een veertigtal donateurs be dankte, terwijl zij teven» verklaarden geen sub sidie meer voor uitvoeringen enz. te zullen schenken. Mon schrijft uit Wijk bij Duursteden: In de Tel. komt een bericht voor, dat te Leeuwar den de eerste brlëvenbestelster werkzaam is gesteld. De eerste is zij niet Te Neerlangebroek bestelt sinds Maart 1910 een vrouw de post. Bij Koninklijk Besluit van 4 Juli ls verboden de uitvoer van tuinboonen en kropsla, van den dag der afkondiging van dit besluit In de „Daily News" schrijft Sidney Low: „Evenals hun Romeinsche voorouders hebben de Italianen het bedrijf van soldaat met dat van wegen aanlegger vereenigd. Dit was noodig om de Itali- aansche artillerie zoo hoog mogelijk te kunnen plaatsen. Men heeft mii gezegd, op welke wijze dit werk is uitgevoerd. Men zou die taak voor onuit voerbaar hébben gehouden als men het resultaat niet in den vorm van op ontoegankelijke plaatsen opgestelde kanonnen voor oogen had. Sommigen staan op plaatsen, onna 3500 meter hoog, waar anaers de toerist met benulp van gidsen en touwen en dan nog met groote moeite kan komen, terwijl hij toch op niets anders behoeft te letten dan op zijn eigen persoon. Maar de Alpini en de grensguides hebben daar zware stukken moeten heenbrengen, ze over de eeuwige sneeuwvelden moeten trekken of tegen hellingen moeten ophy- schen over gapende afgronden en messcherpe rots punten moeten hijschen aan touwen, die over tus schen de rotsen geklemde balken liepen. Ik neb foto's van een groep dezer pioniers aan het werk gezien. Zij geleken op die van deelnemers aan een poolexpeditie, die voortploeteren in een ijs- wildernis. Sommige dier mannen hebben daar den geheelen winter als poolvorschersgeleefd. In sneeuw- hutteri en uitgegraven holen hebben zij een schuil plaats gevonden, niet alleen voor de vèrreikende Oostenrijksche artillerie, maar ook voor den ijzigen wind en de meedoogenlooze stormen. Zij hebben er goede petroleumkachels om zich te warmen en zij worden van voedsel en andere be- noodigdheden voorzien door middel van kabelspoor- wegjes, die over de afgronden loopen. Soms worden daar ook gewonden mede vervoerd, die zich dan zoo goed mogelijk aan den rand der zwaaiende bak ken moeten vasthouden.. De meest gevreesde vijand is hier de lawine, die door de voortdurende bombardementen meer voor komt dan ooit De eigenaardige luchttrilling, die den geoefenden waarnemer in gewone tijden voor het naderend gevaar waarschuwt, is thans, nu de lucht steeds in trilling is, niet meer te hooren, zoodat de lawines thans ae strijders verraderlijk overvallen en dooden. OVERSTROOMINGEN EN HAGELSLAG IN ZWIT SERLAND. Naar het „Berliner Tageblatt" uit Zurich verneemt, regent het in Zwitserland reeds weken lang bijna voortdurend, met nu en dan onweder en hagelbuien, die zeer ernstige schade hebben toegebracht aan den vruchten- en .wijnoogst. Het blad spreekt zelfs van katastrofe. In de omgewving van het meer van Zurich hebben vele overstroomingen plaats gehad, terwijl in ver schillende andere <üstricten te velde staande tar we en rogge door een wolkbreuk aanzienlijke scha de heeft geleden. AARDAPPEL- EN BIETENLOOF ALS VEEVOE DER. Volgens berekening van den grondbezitter Von Nachrich, voorzitter van de zaadkweekerijafdeeling van de Duitsche landhuishoudkundige vereeniging, kunnen door drogen van de-aardappel- en bieten- stronken groote hoeveelheden veevoeder verW„ worden, die voor een belangrijk gedeelte dan van voedingemiddelen kunnen vervangen en dien voel eiwitstoffen bevatten. ""'«a- Duitschland «al door het aanleggen van de nooiu» drooginrichtingen naast fabrieken voor strookrui?.8 voeder en draf zonder twijfel zich «enigermate dezen belangrijken tak van invoer onafhankelijk jT1 ken en een groot gedeelte van detransportkost** Die invoer bedroeg in 1913 ongeveer 8 mti tbllli&rd besparen. Die invoer bedroeg in ma ongeveer 8~mu* lioen ton, een waarde van meer dan een muiïri" mark vertegenwoordigend. Toen de oorlog een Jaar geduurd had, wendde d» Paus zich tot alle Btaatshoofdenen en noodlgde hen uit middelen te zoeken om aan den oorlog een einde te maken. Dit jaar meende de paus zich te moeten onthon den van het doen van stappen ten gunste van den vrede, ofschoon de militaire toestand niet veel is -ver. anderd. Zonder twijfel verlangt de paus nog steeds teer naar het einde van den oorlog, maar men heeft 0n het Vatikaan, evenals in den Zwitserschen Bondsrad ingezien, dat het tijdstip voor bemiddeling nog Cje, gekomen is, daar elke poging daartoe bij den hui. digen staat van zaken den schijn zou wekken alsof men wilde ageeren ten voordeele van Duitschland De paus heeft besloten zich te onthouden van tij.' handelwijze, die als niet geheel neutraal zou kuj. nen beschouwd worden. 1 Wij lezen in de „Times of India" het volgend verhaal van een op tragische wijze geëindigde tij. gerjacht. De heer Bell, bestuursambtenaar in de Centrale Provinciën, bevond zich met zijne echtgenoote op de tijgerjacht bij Kotah. Toen van een stand een tijger werd waargenomen, schooi de heer Bell op het dier, dat in ae richting van hun stand kwam aansnellen. Weder schoot de heer B., waarop het dier gewond de vlucht nam. Tegen den raad van zijne echtgenoote en van de hun vergezellende inlanders daalde de heer B. van den stand af, om den gewonden tijger te achter volgen. Mevrouw B. ging haar echtgenoot alleen na de inlanders maakten zich uit de voeten. Een klein eindje was zij slechts gegaan, toen plotseling een vreeselijke aanblik zich voor haar opaeed. Aan den rand van klein boschje lag haar man op den, grond, met eene gapende wonde in bet middel, waaruit de tijger het wegstroomende bloed lekte Onmiddellijk laadde mevr. B. haar geweer en schoot dit op den tijger af, echter zonder eenig gevolg. Toen snelde zij op den tijger toe en haar jachtge weer als knots gebruikende, beukte zij op net dier, en zij schopte en trapte het, totdat het eindelijk zijn prooi losliet en, blijkbaar bevreesd geworden, zich uit de voeten maakte. Nu legde zij zoo goed en zoo kwaad het ging haar echtgenoot met behulp van een zakdoek het eerste verband aan en droeg hem toen naar het naastbijzijnde spoorwegstation, van waar zij genees kundige hulp ontbood. Deze moent echter niet meer baten. De heer B. overleed aan de wonden, die de tijger hem had toegebracht zoo was o.a. het gaheele heupbeen als^t ware verhiorzeld. Wel een droevig loon voor zooveel trouw en moed' GEMEENTE WIERINGEN. Maand Juni. GeborenTrijntje d. v. G. Dirks, en G. de Wit. Geertje, d. v. W. Poel en A. de Haan Alida, d. v. G. Metselaar en T. Doves. Anna, d. v. M. Tijsea en E. Koorn. Ondertrouwd: A. Hermelink en J. Wiegman. Gehuwd: Jb. Lont en -N. Lont. C. Visser en N. Dijkshoorn. A. Hermelink en J. Wiegman. Overleden: Gerrit Pot, oud 74 jaren z. v. Jac. Pot en HT. Smit. Geertje Keijzer,oud 67 jaren echt genoote van W. Snooij. Maarten Glim, oud 8ö jaar, weduwnaar van M. Tames en A. Droog. Jan Keijzer, oud 70 jaar, weduwnaar van T. Asjes. ALKMAARSCHE VOOR OUD EN JONG. de, hongerige verlangen. Middelen voor het oogen blik. Middelen voor later. En nu geen rekening meer te houden met zijn moeder! Meneer Grandet, zei Arnold, die plotseling een „luit genomen had als u vandaag niet naar mll was gekomen, dan was ik naar u gegaan. Herin nert. u zich nog, welk voorstel u me indertijd op het bal deed? Nu is de tijd gekomen, dat ik Lemba in andere handen moet geven. Grandet schrok hevig, zou hij toch nog de gevol gen van zijn verraad moeten dragen. Het was hem alsof zijn handen werden vastgehouden, alsof hij niet durfde toegrijpen. U bezit het geld van de Luzy. U hebt de hypo theek vrij. Het zal u niet moeilijk vallen geld op te nemen. De verzekeringen dekken de schade niet voor de helft en ik heb er niets bij te leggen .Ja, u hadt gelijk, men wordt het eindelijk moede, water in een zeef te scheppen. Dat is het ergste: men wordt het moe. Ik voel mijn kracht verslappen tegenover de reusachtige o-pgave. En dan, ik heb voor niemand meer te werken. Mijn moeder is dood. Alleen voor mijn eigen waardelooze leven! Wat wilt u gaan doen? Ver weg gaan, over den oceaan. Daar zijn pi oniers noodig, wier leven niet al te kostbaar is, om het in de waagschaal te stellen. Hij luisterde. Is dat geen leewerik? En de lucht wordt blauw! De trein fluit. Hoe vaak heeft mijn hart van verlan gen geklopt, als ik dat geluid hoorde. En nu.... nu 't me roept hij verborg het gezicht in de handen. Grandet had niet naar hem geluisterd, hij rekende. Hoeveel vraagt u? zei hij. Arnold keek verschrikt op. Vandaag? Neen, nu kan ik dat niet zeggen, 't Is genoeg, dat ik het besluit genomen heb. Zoo dra ik mijn moeder den laatsten dienst bewezen heb, kom ik bij u. O, u zult me heel geschikt vinden. Ik loochen niet, dat de gedachten 'dat Rose hier leven zal, iets aanlokkends voor me heeft. Ze waren onder het spreken doorgeloopen en ston den nu voor den ingang der kerk, die vriendelijk, midden op het dorpsplein stond. De deur stond open en nieuwsgierige jongens gingen voorzichtig over den drempel, maar ze liepen hard weg, toen ze Ar nold zagen Aankomen. Grandet's oogen schitterden en hij kleurde een beetje. Zoo stijgt de valk op, wanneer hij door jacht- lust gedreven wordt, zoo spannen de spieren van een kat zich, als ze zich gereed maakt voor den sprong. Waarom zouden we uitstellen, wat toch nood zakelijk gebeuren moet? zei hij op hartelijk, ver trouwen inboezemenden toon. Ik wil het niet ontkennen. Ik kwam hierheen op verzoek van Rose, om u mijn aanbod te herhalen. Zij wil haar vermogen aanspreken. Als hij toch ver- koopen moet, zei ze, dan zal hij het prettig vinden, als het dierbaarste wat hij bezat, in mijn hand komt Ik bied u veel. Hij noemde een som. Ga je er op in. Bedenkt toch hoeveel eenvoudiger alles wordt, door een dergelijk, tijdelijk genomen be sluit; alle last der verantwoordelijkheid is meteen van uw schouders genomen. U kunt zich geheel aan uw verdriet overgeven, u kunt zooveel plannen maken voor de toekomst als u maar wilt Sla toe! Arnold liep onrustig heen en weer. Zijn voeten, waren ijskoud, zijn hoofd gloeide. Laat me nog tijd, zei hij. Ik kan u niet laten gaan. Ik moet met een goed bericht-bij Rose komen. Ik besprak de zaak met haar en ook met haar vader al en ze weet, dat geen an der u zal bieden, wat wij bieden. U denkt toch niet dat Rose van de gelegenheid gebruik maakt om bet wat voor minder zien te krijgen? Eer het tegendeel, maar dat hindert me, zei Ar nold. Ach, koml Neem nu een besluit U weet nog niet hoe heerlijk het is, alle bruggen achter zich te hebben afgebroken. Er breekt een nieuw leven voor u aan beste de Tumar, u bent jong en gezond, hebt eenig kapitaal ter uwer beschikkingde wereld staat voor u open. U zult u al gauw niet meer kun nen indenken dat het afscheid uit deze moeilijke aan gelegenheid u zoo zwaar gevallen is. Hij stak Arnold zijn hand toe. Top? 7 Maar Arnold weifelde nog en keek naar de kerk Hij voelde, dat niets dan dwingend geweld hem kon losrukken van zijn eigendom, als dat ééne niet ge' beurd was. Dat ééne, wat de knetterende vlam bem gisteren in het oor had gezongen: Je kende de ver zoeking niet. maar je zal er voor bezwijken. Vlucht Nog steeds hield Grandet hem zijn uitgestoken hand voor. Hij hief de zijne op om toe te slaan. Daar kwam een oude, in het zwart gekleede vrou« uit de kerkdeur. Ze zag er bizonder schuw uit, zo°" als in vroeger tijd de verbannenen ,de kinderen van een gominachten stam. Ze gaf Arold een wenk. Ik wilde iets vragen, meneer. Wie is dat? vroeg Grandet gehaast. Wat bah je in de kerk te doen. Mijn moeder is hier begraven. Uw moeder? Kwam ze niet in de vlammen om" Het is me gelukt haar doode lichaam te redden- En ze ligt hier?. H De man, die dat zei, was geheel en al veranderd- Zijn gezicht was aschvaal, zijn oogen leken ver ui de kassen te puilen. Zijn kin bewoog onwillekeurig: alsof de tanden tegen elkaar sloegen. Hoe ziet hij er nu uit? dacht Arnold en ee stem binnen in hem antwoordde: Als een moordenaar, bij het lijk van zijn slach - offer. Soms komen wonderlijke gedachten in onfl °P' maar wie let daar verder op?. Gaat u mee naar binnen, vroeg de Tumaf' Grandet schudde het hoofd Ik hou er niet van, dooden te zien. Wacht u me dan hier? me Ik ga liever naar huls. Komt u morgen bi) dat we een eind aan de zaak kunnen maken. Na deze woorden liep hij haastig weg. Wordt vervolgd. t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 6