Gemengd Nieuws. Plaatselijk Nieuws. Binnenlandsch Nieuws. treurig. m mm- ta", b Wort, „r^l Een korte uitlegging te hier noodig Et was bang geweest, dat de kisten met boeken, dte fk bij me nad, ten slotte op de kade te Gfavesend zouden moe ten blijven staan, en was daarom, na bezoeken aan allerlei ministeries, ten slotte een briefwisseling be gonnen met den voornaams ben beambte in Grevesend. den Chief Aliens Offloer. Aan genoemde heer had fk het doel van mijn reis precies uitgelegd, hem ver teld, dat ik vier Jaar gestudoerd had aan ar Londcn- scho Universiteit, en een paar aanbevelingsbrieven van Engelsche professoren er bij ingesloten- Hij had toen ge antwoord, dat mij natuurlijk niets beloofd kon wor den, maar dat ik mo niet noodelóos ongerust moest maken. Als ik hom den dag van mijn reis wou mee- deelen, zou hij zijn ondergeschikte beambten inlich ten. en zou ik geen onnoodige last ondervtniden. Na deze uitlegging zal toon wel begrijpen, wat onze ondervrager te fluisteren had met don officier naast hem, en welken brief hjj ln handen had. De hoeren zijn gereed mot hun gesprek. De bur ger zegt overluid tegen den officier i ,,Wenscht u mijn gang. Op deze uiterst beleefde, voorkomende, vriende lijke wijze zijn wij behandeld. Maar deök daarom niet dat ieder er zoo afkomt. Wie gewantrouwd wordt, ondergaat in die kamer een scherp verhoor. Maar natuurlijk was van wantrouwen in ons geval niet de minste sprake. Spionnen reizen niet met vrouw en kleine kinderen en 26 stuks bagage. Klaar zijn wij evenwel nog niet. Er wordt ons gewezen, dat wij een gang door moeten loopen, maar plotseling worden mijn vrouw en kinderen tegen gehouden, en een kamer binnengebracht. Ik riioet een ander vertrek ingaan. Daar zijn twee herren, die mijn paspoort moeten zien. Ze lezen den naam, fluisteren en lachen even. „U is die me neer. die met twee huizen vol boeken reist, niet waar? Ik antwoordde bevestigend en daarop begint een heel joviaal gesprek over allerlei dingen, die niets met de reis te maken hebben. Dit wordt na eenige minuten afgebroken, doordat mijn vrouw binnenkomt met de kinderen. Ze ziet er eenigszms ontdaan uit, en fluistert me toe, dat ze geheel is doorzocht, en dat zelf' bij de- kinderen onder de hemdjes is gevoeld, oi er niets verborgen was. Maar nu zijn we.ook door alles,heen. We kunnen naar de boot gaan wordt ons gezegd. Onze bagage behoeft in het geheel niet geopend te worden, dat is allemaal in orde. We zullen de 26 stuks gereed -vinden om aan boord gebracht te worden. Ze staan al op het perron. En zoo is het. Niet alleen dat de bagage daar staat, maar er bij staan een stuk of vier stevige Hollandsche matrozen, van de Vlissinger boot. die, zoodra we komen, beginnen met de boel naar boord te brengen. Echt, onvervalscht Hollandsch krijgen we te hooren.' „Pak an, Willem. Hier, Henderik, neem jij dat kissie van meneer, maar wees voor zichtig, want de bodem valt er uit Wou u die viool kist in de hut hebben, meneer, om vannacht een deuntje voor ons te spelen Daar gaat de rommel voor ons uit. In het donker, het is nu 11 uur, zien we de boot op eenigen af stand van ons liggen. Wij volgen de matrozen, met de kinderen, die moe zijn, in het duwwagentje. Maar duwwagen en kinderen kunnen niet tegelijk langs de loopplank. Dus laat ik het wagentje zoo lang staan, en met zijn vieren betreden we voor het eerst na twee jaar Hollandsch grondgebied, de „Koningin Wilhelmina" van de Vlissinger maat- Wef mag ik zeggen i Hollandsch grondgebied. Want dit is Holland en daar, èen meter van ons af, ligt Engeland „Nog even het duwwagentje halen", zeg ik tegen den man aan de loopplank, die onze kaarten in'ontvangst h?'-tt genomen. „Geen sprake van, meneer", zegt hij. „Daar is Engeland. U wou er uit; nu is u er uit- en u komt er niet meer in". „Maar bet "lageneer" „Dat komt wel aan boord, maakt u daarover maar niet bezorgd." We gaan naar den salon. Kr is nog bijna geen mensch aan boord, want wij zijn onder de aller- eersten, die uit den trein zijn gekomen. Voor de kinderen is het meer dan tijd natuurlijk. Ze vallen bijna om van de slaap, dus we vragen meteen naar onze hut. Maar dat valt nieit mee, want het blijkt, dat onze plaatsbewijzen ons niet het recht geven op een hut. Dat wordt zes gulden extra voor een hut voor twee, en twaalf gulden voor een hut voor vier. Maar zoo ooit, dan zijn we nu in het schuitje, en moeten meevaren. En weldra betrekken we onze kleine, ongeriefelijke woning, met de bedden, waar je in moet klimmen, tot groote verwondering van de kinderen, die zich van hun vroegere zeereizen natuurlijk niets meer kunnen herinneren. Maar ze zijn gauw alle verwondering vergeten, •want eenmaal in bed slapen ze binnen een paar minuten. Voor vader en moeder wil de slaap zoo gauw niet komen. Wij zijn blij, dat we aan boord zijn, blij, dat de reis tot zoover goed is gegaan, dat we geen moeilijkheden hebben gehad in Gravesend, dat alle bagage aan board is. Maar we zien op tegen den dag van morgen. COOP. VEREEINGING TOT AANKOOP VAN VEE VOEDER ENZ. TE SCHAGEN. Vergadering op Donderdag 20 Juli 1910, des voor- „A1 vijf uur ik moet weg". Haar vriendin liet haar uit om haar na te staren. Bernhardine liep haastig, door Johan gevolgd, de trappen af en stormde bijna tegen een heer aan, die met gebogen hoofd de gang inkwam. Toen hij opkeek ontmoetten zijn blikken en die van het meis je i elkander. Bernhardine kromp ineen. Zijn ééne oog was door een zwarten doek bedekt, maar met het andere zag hij haar naar zij meende vij andig aan. Hij zag daarbij huiveringwekkend vaal bleek. Toen zij verder doorliep, mompelde zij in zich zelve: hoe gelukkig dat ik Johan mee heb geno men. Die man ziet er als een misdadiger uit Zij haastte zich zoo dat zij niet eens meer hoorde hoe Lora van Kollander dien misdadiger van boven af vroolijk begroette met hem toe te roepen: „Welk een onverwacht bezoek! Komt u toch bin nen, dokter. Wat zal oom blij zijn". Zij stak hem de hand toe, en. hij hield die even in de zijne. „Een onverwachte bezoeker, juffrouw Lora", ant woordde hij. „ik durf niet zoo dikwijls komen, an ders zaagt u mij zeker meer". „Maar u weet toch immers wel hoe blij oom altijd is als u komt", antwoordde het Jonge meisje. „En u juffrouw Lora?" „Het doet mij ook veel genoegen u te zien, dat is immers natuurlijk", antwoordde zij op hartelijken toon: „maar kom nu toch binnen". De graaf zat alweder aan zijn schrijftafel in zijn kamer, die als altijd grijs zag van de róók van zijn sigaren. De loep in de wasgele hand, het hoofd diep over een kopergravure gebogen, rechts en links naast zich groote mappen. Hij was al weken ach tereen bezig met het in orde brengen van een cata logus voor do verzameling van een vriend, maar een bezoek hinderde hem nooit, want „hij liet zich door zijn werk nooit tiranniSeeren", zei hij. Hij kon trouwens dag en nacht doorwerken als hij in de stemming daartoe was en zoo niet, dan kon geen macht er wereld hem daartoe bewegen. Dat was zijn geluk en zijn ongeluk tegelijker tijd, beweerde Hij keek nu maar vluchtig op, toen Eugène Prall binnenkwam, .JSfecui het mij niet kwalijk, dokter", voegde hij hem toe. „ik moet eerst zeker weten of deze gravure mffiddags 10 uur, in Céres. De voorzitter de heer ft. 'Kaan, opent de vergadering, waarna de heer D Smit Gz., administrateur-secretaris, de notulen leest dio onveranderd worden goedgekeurd. Voorzitter deelt mee, dat voor de leden in deb Anna Paulownapoldor een wagen Amerikaansche koeken was aangekomen, die met de overstrooming juist te Ewjjcksluis stond. Deze koeken zijn aan een hande laar verkocht en de Veroeniging verloof daar f 45 op. Algemeen goedgevonden. De concept-statuten van het Centraal Bureau van verkoop van kunstmeststoffen was ingekomen, en waai de vereeniging thans boeds zaken met dat Centraal Hubeau deed en in de toekomst beslist nog meerdere zaken zou doen, werd het algemeen goed gevonden dat op <le vergadering, waarop deze concept-statuien zouden worden behandeld, de Veroeniging zich zou doen vertegenwoordigen. De hodr J. Verburg adviseerde namens de flnan- tiCelo commissie om de rekening van den admini strateur goed te keuren. Aldus geschiedde. Po ontvang sten waren f 47241,07i/i, uilgaven f 40813,09>/i, dus het batig saldo f 427.08, De administrateur bracht daarna het Jaarverslag hit. Het aantal leden was teruggeloopen van 225 tot 218. Ondanks de abnormale tijdsomstan digheden kan de toestand der Veroeniging gunstig wor den genoemd. Geleverd was aan de leden 49.381 K.G. lijnkoek, en 230.541 murwe lijnkoek en 11500 K.G, pulp. De kunstmest was ln hoofdzaak betrokken door bemidde ling der Regeering. Er was nu nog te betalen f 89 46 voor onderwicht. Het uitstekende Jaarverslag eindigd met een .woord van hulde aan het overleden bestuurs lid, 'den heer H. Waiboea; van Winkel, die steeds zijn beste krachten aan de Vereeniging had gegeven. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren Jc. Spaans, Winkel (va ra ture- Wa tb oerA. Hoogschagen, Kot^ras (vacature H. Kaan) en C. van der Oord,' JBarsingcrhorn (aftredend). Tot leden der tinantiöele commissie werden geko zen Üe hoeren J. Verbum te Anna Paulowna, A. Blauboer te Wieringerwaard, A. Klare te Kolhorn ai plaatsvervanger de heer K. Boekei te Winkel. Voorzitter deelde mede, dat bij acte van 18 Aug. 1887 de "Vereeniging was opgericht voor den ttjd van 29 jaar. Do vu cuiging had volgens de meening van het bestuur alle reent van bestaan, en juist in deze moeilijke dagen had de vereeniging bewezen van groot nut te zijn. Met algemeene stemmen werd het bei- stuur gemachtigd de noodige stappen te doen, om den gduur der vereeniging met 29 iaar te verlengen. Vervolgens wérd de vraag behandeld, of weer ge legenheid zou worden gegeven tot het besteilen van Amerikaansche lijnkoek. Algemeen was men van oor deel, evenals vorig iaar gelegenheid open te ■stellen om Am. lijnkoek te bestenen. Afnemers zouden er op worden gewezen, dat de prijs zeer gestegen was, en dat de levering alleen was voor direct gebruik. Ook had het bestuur de gelegenheid ojjengesteld tot het bestdien van maïs. Daarvan was 70.000 K.G. be steld. Het laatste punt Wasbespreking toetreding Coöp. Superfabriek in Zeeland. Men was het met voorzitter eens, dat het alles zins op den weg lag van de leden der vereenigtng, om aandeel in deze fabriek te nemen, levensvatbaarheid als men oordeelde dat doae zaak wei had, Particu lieren worden aandeelhouders en kregen dan de ver plichting om voor elke aandeel van f 15, 1000 K.G. super te betrekken. Dat gaf hen, die dit gebruiken konden, goedkoope kunstmest. Maar als vereeniging meent men, moest men zich daarbuiten houderf. Er waren te veel loden, die geen kunstmest betrokken, terwijl ook de vereeniging niet optrad als handelaar ster in kunstmest Deze zaak werd dus voor ken nisgeving aangenomen. Hierna sluiting. EP AM. Naar wjj vwrosraett, bestaat bij Edam's Sportcomité te iklam hei om op 20 Augustus a.s. nverrds verleden jaar wedstrijden in de lichte athletAk te dóen houden, lu tegenstelling echter met die van 't vorig jaar worden thans alle wedstrijden gehouden onder de be palingen van de N.A.U. DIRKSHORN, Donderdagavond had het Fanfarecorps alhier de goe de gedachte eens een renititie op het Oost te houden. Aangelokt door do heldere tonen van het koper, ver zamelden zichweldra velen in de omgeving van het corps. Buiten komt deze muziek toch maar het best tot haar recht Zoo'n muziekcorps op een dorp is wol aardig Het geeft nog eens een aangename afwisseling We souden hot zeen- toejuichen, als de zaak af en toe herhaald werd en geven de burgerij van Dirkshorn cn omgeving gaarne ln overweging, het ijverige corps te steunen door als lid of donateur toe le treden. AARTS WOUD. Alhier doet zich een geval van typhua voor bij de knecht van den heer S, WISHINGEK. Dinsdag vierden de jonaste leerlingen der te Westeiiand hun jaarlijksch schoolfeest. Tc hall twee waren allen in de versierde school aanwevfc. Kort daarop had de rijtoer over een gedeelte van het eiland plaats. Op de Haukes werden ie kinderen door eenige kindervrienden op een glas melk onthaald. Terug in de school deden ze zich te goed aan choco lade en krentebroodies. Inmiddels was op het speelter rein het orgel gearriveerd, dat zich den geheelen mid dag deed, hooren. hetgeen niet wetnlg meewerkte, het t60p h^'speehen^'hadden de verschillende wedstrij den plaats» waarvan sommige aanleiding gaven tot groote hilariteit. Na afloop der spellet) Js weer tractatle to de school, en daarna tombola zonder nieten, Recht voldaan keerden allen huiswaarts. Ê«n woord van dank aan hen, die op eenlgeriei wijze aan het welslagen hebben meegewerkt, Uit Losser, 20 Juli. De 17-jartge fabrieksarbeidster N. "B K. trachtte hedenmiddag de schuilplaatsen van kommies-soldaten te ontdekken, ten olndc te pogen smokkelwaren naar Duitschland over te brengen. Ver schillende kceren liep zU daartoe het terrein aan do grenzen af. Moenende, dat allea veilig was, riep zij haar 13-jarig zusje om hanr slag te slaan. Evenwel, do kommies-soldaat was op rijn post en riep hun belden aan. Zij stoorden zich echter niet aan dit bevel, waarop de soldaat 5 schoten ln de lucht loste. Nog bleven ze doorloopon. Het zesde schot trof de oudste zuster, die doodelijk In de hartstreek getroffen neerviel en onmiddellijk een lijk waa. Tel, ONTMOETING TER ZEE. Schipper J. Vink van den haringlogger Vijf Ge broeders KW 97, heeft bil aankomst te IJmulden verslag gedaan van een belangwekkende ontmoe ting ter zee. WIJ waren, zoo deelde hil ongeveer mode. den 11 Juli dos avonds tegen half acht vte- schende op 57.8 Noorderbreedte en 1,40 Oosterlengte, toen wij drie Engelsche trellers ln onze nabijheid kregen, die visschende waren ln Oostelijke richting. Toen deze trellers zich te 8 uur op ongevaer 9 mij len Zuidoost van ons bevonden, hoorden wij eens klaps schieten uit het Zuidoosten en zagen we drie duikboóten op de treilers die inmiddels van koers veranderden, Jacht maken en onophoudelijk op de trellers schieten. Te onzer beveiliging aapten we, evenals drie andere visschende loggers onzen reep, om uit het gevaarlijke terrein te komen. Het zal omstreeks na achten geweest zijn, dat we een der treilers in brand zagen schieten. ,De duikboot, die dit werk verricht had, veranderde daarop van koers om de twee andere treilers te achtervolgen. Op eeni gen afstand zagen we een Schevenlnger logger langs zijde van den in brand geschoten treiler zeilen, om te trachten de bemanning te redden. Te ruim half negen waren we getuigen van het in, den grond schieten der beide andere treiters Inmiddels was de duisternis ingevallen en konden we niets meer gewaar worden. Den volgendèn morgen was ons eer ste werk natuurlijk de gekapte vleet weder op te visschen. Terwijl we daarmede bezig waren, wei den we gepraaid door een Schevenlnger logger, wiens naam en merken ons ontgaan zijn, die ons bet vol gende mededeelde: De Scheveninger logger, die den brandenden treiler waa genaderd, had inderdaad elf opvarenden gered, waarvan er een een heen en een een oog had verloren, terwijl een der opvarenden gedood was en over boord geraakt. De logger had zich met de elf geredden naar Aberdeen begeven en nog gemeld, dat zij een scheepaboot vol water hadden zien drijven, doch zonder bemanning er in. Wij yischten eenigen tijd later een scheepsboot zon der naam of merken op. In deze boot bevond zich een groot gat, dat er naar onze meening opzettelijk ln was gehakt, om de boot vol water te laten loopen. In de zijde van de bóót waren verschillende gaten, daarin geschoten en wij vonden er nog een patroon in, óiun wij' overboord gegooid hebben. Een stukje metaal en een ledige huls, mode in de boot aange troffen, hebben wij medegenomen en aan de mili taire autoriteit afgedragen. Later op den dag zagen wij nog een vol water staande scheepsboot drijven, eveneens onbemand, zoodat wij vermoeden, dat deze twee booten herkomstig waren van de twee in den grond geboorde treilers. Van de bemanningen heb ben wij echter geen spoor meer gezien. Wij tobben nog getracht de scheepsboot waarin wij de voorwer pen hadden gevonden, te bergen, doch hebben haar op 55.10 Noorderbreedte en 2.40 Oosterlengte ver speeld. Dien dag passeerden ons nog des avonds om streek n negen uur een eskader oorlogsschepen, waar van wij de nationaliteit niet konden vaststellen. Wij waren allen zeer onder den indruk van het gebeur de. 1 van FranQols de Pailly zelf ia of slechts een copie daarvan", en hij verdiepte zich verder in zijn werk, terwijl hij in afgebroken volzinnen voortging, „mooi weer vandaag, niet waar? Praat u nu eerst wat met Lora, tot ik klaar ben.... heb je niet een kop koffie voor den dokter, kind? Die oude Franschen waren toch kerels.... Die Pailly en die Nayteuil en dan Antoine Maisson nog dat was me pas een kerel De scheikundige had zijn hoed op het tafeltje met boeken neergelegd en nam qu met de allures van een huisvriend op de sofa plaats. „Dank u voor koffie, juffrouw Lora", zei hij, „maar als u oom in zijn likeurkeldertje nog wat crème de menthe heeft, dan wil ik daar dolgraag een beetje van hebben. Mijn keel en mijn neus ziten nog vol met het edele zwavelwaterstof afschu welijk! Duizend malen dank, en zegt u mij eens, wie was dat kleine, sierlijke nufje, met dien knecht achter zich, die ik...." „Dokter, als u goede vrienden met mij wilt blijven, moet u niet zóó over mijn beste schoolvriendin spreken", vermaande Lora hem; rij had nu op een koffer naast de sofa plaats genomen en zat daar met de handen in den schoot, het hoofd een weinig op zijde, zich geenszins bewust, dat haar bovenlijf en haar gezicht, waarvan het fijne profiel zich scherp tegen het donkerbruine behangsel afteekende, een schilderachtigen indruk maakte. „Heb ik dan iets verkeerds gezegd, ik constateer toch alleen maar...." begon hij. „Dan constateert u verkeerd, dokter." „Dan neem ik mijn woorden terug, maar zegt u mij dan, wie is dat meisje". „Mijn vriondin, Bernhardine Moller-Sieghard...." De dokter lachte en hoe zacht zijn orgaan ook was, klonk zijn lach niettemin bitter, bijna spottend, toen hij zei: ,,0, een dochtertje van don geheimraad/Een mil- liöenenengel bij gevolg, die op gummi-banden rijdt en hengelt om een graaf te vangen". De oude man aan de schrijftafel barstte nu in een schaterlach uit „O, jij slimme vos", riep hij, „onze kleine Hardi. Als zij hengelt dan is dat bepaald naar mij. Nu ik ben dan ook nog een goed geconserveerde zeventig jarige. Hoe denk JIJ over die combinatie, Lora?" „Ik vind den dokter vandaag onuitstaanbaar zoó- VERMOEIDE SOLDATEN. Eeu medewerker van de Ma tin is drie dagen „in da plooien van het front" geweest, „met hen van Thiau- mont." Wij ontloonan aan een zijner correspondenties het volgende, waarin hijcf en terugkeer beschrijft in een kantonnement Van een afdeeding doodelijk ver moeide soldaten, die de lange auto-ras van het front naar hun rustplaats aan een stuk hebben afgelegd. Dezen nacht nog, zoo schreef hij, vochten deze vijf honderd 'mannen bjj Froide-Terre an tot in de huurt ren Thiaumont. Opgehoopt op de vrachtauto's, die hen met groote sneineid naar het kantonnement ge- :cht hebben, waar ze rusten zullen, hebben ze, met b door het geraas van den strijd verdoofde zinnen, dr geheelen weg ywakker, met geslape knikki en. Ze worden staande plot ende knieën, gebroken door ie ii hen tegen hellingen op onder het maaien der macnirie-geweren met pijnlijke ruggen en magen, die zeer doen van de stooten, die elke ontploffing van de „groote zwarten" in de maag toebrengt. Wanneer ze uitstappen weten de soldaten niet recht waar ze zijn. als altijd als hij een blinden haat te kennen geeft tegen de menschen, die wat meer bezitten dan men noodig heeft om den honger te stillen. Hij krijgt nu geen likeur van mij, dat is toch ook iets over bodigs". ,Daar hebt u,volkomen gelijk in, Juffrouw Lora, maar overigens is uw stelling geheel verkeerd, mijn haat geldt niet de welvaart, maar alleen de plutocratie". „U is een sociaal-democraat". „Dat weet u wel beter, juffrouw Lora. Ik heb niets op met die roode heerschappen, al waa het alleen omdat ik een patriot ben, maar de ophooping van al het geld in de handen ren enkelen....''' „Trachten jelui het toch eens te worden", zei de oude man nu, zijn loep wegnemend en hen aan ziende. „Het is inderdaad een echte Pailly, Lora. En maakt u niet zoo driftig dokter. Wat zou er van de geheelo beschaving terecht komen indien niet enkele individuen en geslachten het te allen tijde verstaan hadden om schatten te verzamelen. Van hen alleen zijn ooit frissche initiatieven uitge gaan, zij hebben alleenv talenten en genieën werkelijk kunnen voorthelpen en zoodoende bet algemeen be lang gebaat". „U verwisselt nu weer beschaving met kunst, beste graaf Wellfried", zei de dokter. „Geen sprake van, maar ik kan mij geen be schaving zonder kunst voorstellen", luidde het eenlgs- zins misnoegde antwoord. „Leert u de menschen, stroo en boomschors in goed brood veranderen, of met andere woorden van hout een goed voedings artikel te maken en dit zullen de scheikundigen vroeger of later weten te bereiken dan doet u meer voor de menschheid dan alle Maecena's van de oude wereld en alle mlllioenenberittere van de laat ste eeuwen ooit te zamen hebben gedaan." „Dat ie de vraag nog, dokter. Overvloedige voeding alleen maakt de monschen immers niet gelukkig „Uw geheele kunst is trouwens alleen een kunst voor de rijken. De armen hebben daar niets aan". „U is een barbaar dokter, met wlen men eigenlijk niet kibbelen moest Er zullen zeer zeker altijd ar men zijn, die niets aan de kunst hebben, helaas! Maar hoe langer hoe meer stroomt de kunst in steeds talrijker mate, hoe aristocratisch zij ook zijn moge aan de menschheid in het algemeen toe. Gaat u maar eens naar de volksbibliotheken en riet u Ze rijn versuft, nfflar met de stol verdwijnt ont verbouwereerdheid. ZU herkennen nat Iandscha 11 time. Daar zijn ae nooge populieren, met <ie bewr bladeren, Waarin avonds het licht blijft sJWlke waarin net verdofte geluid ren het kanon vin*" 611 Hier rim de holle wegen met do klaterende die tot wandelen lokken. En daar zijn de BoeiT^ schen uit de streek, die lachend de terugkeerenden welkomen. „Stakkers", ^nompolt een oude vrouw Ver" zijn ze mager." Diepe kringen zUn er rond hun oogen; door hel slibachtigo bruin van hun «rrinJÏX* voorhoofden schUnt oen wasachtige vaalheid ij? Maar er is vreugde en hartelijkheid geno^ in^r- oogen. Er blUven groepjes achter langs de veld-.", stomme aanschouwing van het fune groen der iUin men, J>et groote groene tapijt dor wedden, dat vreugd hunner oogen voor ben ligt uiigcsprofti pr1 hunner bukt rich plotseling, maakt zijn beenwtuïïS los) doet rijn zware, als in droge modder laarzen uit en stapt met bloote voeten verrukt od h!2 gras. ZUn makkers volgen hem na. Hoor je dien vogol? Merels ringen ln oen lepenboechje en kinderen sw, men in het koor ln. Vogel- en kinder? ommen, hetl?' heerlijke vreugden voor deze mannen, die bulten hl leven geplaatst, aangewezen rijn °P d® gestrenge «j zondering van net gevecht. In al de dorpen waar zh? kantonnement zUn richt hun hart, dat vol 1b van 4 voldane toederhedd ta van herinnering zich het een tot de kinderen. En niets b treffender dan te riem ho» dese mannen met hun ruwe, verharde handen die kk dergerichten streelen en voorzichtig aanraken waren het kostbare en teere kleinodiën. De kindtftj hebben bloemen geplukt om er de verschoten soldat® jassen moe op te sioran. Anderen hebben aardbeien plukt, die ze op een koolblad aan de soldaten brengen En langzamerhand gaat een ieder, „zijn hol makerT richt zich dn voor den nacht. Ken groepje sybanteten brengt met veel rumoer trionfl een peluw naar de stad, die hun als nachtv». blijf is aangewezen. Deze peluw, onwezenlijk, en snoerd als oen worst hebben zij sedert twintig maand» ren de eene loopgraaf naar de andere meegesleept. Vroeger was de pauw vermiljoen, maar sedert k rondgezwalkt heeft van den Yzer naar de Majrne ejj van de Marne naar de Maas, door Champagne ia hj van de kleur der tijden geworden als de gewaden dar toeën. Al de kleuren van den regenboog stonden op ik peJuw, zUn weer uitgewischt door de gezamenlijke ft. werking van den regen des hemels, en ha sip der aarde. Maar voor de drie mannen, die er zijde aan zijde op rusten, b doze peluw in zijn ellendig uiterlp vour- loopig ha toppunt van menschel ijk geluk. De avond is gevallen; er klinkt gezang en lu» ruchtig gelach van het eene kampement naar het ap. dere. Ha is als een lichte, plotselinge dronkenschap] door den terugkeer in ha leven. Deze week van halve vrijheid lijkt allen een eeuwigheid ren zaligheid. Es gelijk oen pandende wijn bij de zwakte van een hersta lend lichaam zoo stijgt deze korte spanne van veflb heid, van vluchtige behaaglijkheid hun naar ha hooQ en benevelt hen. Tbch is deze uitbundigheid oenigszi# gekunsteld én mén moa er zich niet door laten mb ledden. Er is iets gewilds, zelfe geforceerds in; ca tijdelijke wraakneming op de vermoeienis, het lijden, ha gevaar. EEN TREURIG EINDE. De Norddeutsche vertelt van een koenen vlkingstoch! van kapiteinr-luitenant Von Moller, die bij 't uitbre ken van den oorlog ha bevel voerde over de kanon neerboot Tschingtau, welke in de haven van Kanton buiten dienst werd gesteld. Moller begaf rich daarop naar Java, waar hq door de Nederlandsche regecrtM werd geïnterneerd; Soerabaja werd hein als veril» plaats aangewezen. Ma hulp ren daar wonende Duit schers gelukte ha hem een heel ouden schoener, dit „Weddingen" werd gedoopt, uit te rustai. Vijf fluit sche reservisten, n.I. Grundeler, Von Arnlm, Ddl» Schwarting en Nam, die door den oorlog o; fa« waren verrast, verklaarden zich bereid ma Moller e® poging te wagen om aan boord van dit schip bel vaderland te bereiken. Ondanks groote moeilijkheden slaagéen zij er in ®n llen Dec 1915 de. open zee te bereiken en koers te zetten naar Ara hifi. Den 5den Januari II. werd het scheepje door de beruchte Mauritius-orkanen overvsl- ien en kreeg zware averij. Toch slaagde men er in, een tocht ren 82 dagen, den 3en Maart op do Arabisch» kust bij Lahatsj, teu zuiden ren Aden te landen. Dw' werden de mannen door de Turken vriendelijk ont vangen. Den 18en Maart werd de reis, thans overiaM op muildieren, voortgeza en na een tocht van 17 daga door ha gebergte, werd Sana, de hoofdstad van bicikt. Vandaar werd de reis te waie-r vervolgd Om de Engelsche wachtschepen te vermijden, Heslo-1 ten de mannen ten Zuiden van Konfocda, een havtel plaats aan de Roode Zee, aan land te gaan. '4 reikten van de landingsplaats na een rtt van dagen op ka meel en Konfoeda at wisten \-erdef Djedda te komen waar zij den 16en Mei aankv Hier maakte de bevelhebber der Turksche t j hen opmerkzaam op de gevaren van den verdere-1 tocht, doch Moller en de zijnen zetten door «n venB»-| ken weer. Ha eenige, wat men sedert dien vanJL heeft gehoord is het volgende telegram, op den 3» Juni aoor het Syrische legercorps verzonden; 1 ons leedwezen vernemen wij, dat kapiiein-luiwnaat^ Moller en zijn tochtgenooten negen uur van door Arabieren vermoord zijn." wat daar aan de armen wordt verstrekt en watIjejl graag aannemen, gaat u naar do museums en u hoe gewone menschen daar staren op dejs'ij afdrukken en op de schilderstukken van klas kunst U wilt alleen het verstand voeden, eve u de maag goede, voèdzame kost wilt verstrex* maar u vergeet daarbij het gemoed en bet de vreugde aan het schoone mag verdorren maag maar gevuld is. Wilt u niet een sigaar, beterlljke materialist! Lora, het kistje staat n A je.... Daarbij maakt u dat de menschen een verkeerde gedachte van u krijgen. Wie U M spreken, móet denken dat u pek en zwavel ov r verrotte toestanden wilt laten regenen en in j kelijkheid ik ken u toch lang genoeg, j zachtste man op de geheele aarde. U laat „Ik smeek u, beste heer, niet dit thema". M Prall nu op mismoedigen toon en om spa ander onderwerp te k' tijds zelfs doodkalm het vel over de ooren h?® omen zei hU nu jonge meisje: n0, „Freule Moller-Sieghard is dus uw beate vn juffrouw Lora? Dat wil zeggen zij schreef u* af en u zei haar alles voor als zij haar geleerd had. Zoo gaat het veelal bij intiem® 8 vriendinnen." sl'l „Zeker! op school doen de meisjes niets "|e0jj?l schrijven en elkaar voorzeggen", zei Lora nU« 'yogflil zins kribbig. -De dokter was heden in kfr nU tf'l een geheel ander man dan gewoonlijk. Tót ^jgsl had ze hem altijd aangezien voor iemand vl* men onvoorwaardelijk in alles vertrouwen g( die altijd het rechte begrip van ernst en vftu heid hoeft H „Er kan tenslotte toch een innerlijk verD^ftj» schen aristocratie en plutocratie bestaan 804 I De grijsaard lachte, toen hij zei: Ketr^i „Welk een diepzinnige grondstelling, o«J[ king tot twee Jonge meisjes". Maar lot&_ over deze opmerking ontstemd. Zij scheen c antwoord op de tong te hebben, maar 8H Defl. tevreden mei ha hooM in den nok te i nam nu verder ook geen deel aan het g®®J beide heeren, bleef nog eon paar mlnuw en ging toen zwijgend de kamer uit ZIJ kwam niet terug, vóór ze de de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 6