Schager Courant
KRACH
XWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Tweede Kamer.
Zaterdag 29 Juli 1916.
59ste Jaargang No. 5840.
Schetsen uit de Rechtzaal.
cc« COJVTBLE"!
Sflyirè hij. dien Maandagochtend hel kantoor binnen-
i merk''' Karei, dat er iets ongewoons gebeurde,
nrocuratio-houder Was niet joviaal-prettig als an-
maar stil en stroef. Keek drnsog voor zich
<*ers" Toen Karei hem de gewone mededeelingen had
k^iti en orders ontvangen, zei Meneer Weber niet,
Mwoonlijk: Nu, annce dan maar weer met-fris
moed aan oen slagl" Of zoo iets. Maar hij leunde
sa,tjjn stoel terug, keek Karei -scherp aan, als wei-
om te vragen wat in hem opkwam.
Everts. hij Sndeüjk. Vertelt mij eens,
1 - 7ntAl.iloif trAn l/orilywr rwnrrn n
1Z laat ben-je Zaterdag van kantoor gegaan?
k'arei keek verwonderd. Dacht na. Dacht na 'tWas
meneer Weber elke beweging bespiedde.
Zaterdag?., 's Kijken.,.. Ja. zooals altijd in de
Tig maanden'. Tegen kwart voor eenen. Ik heb
Z> s l' weet. eerst nog dien brief voor Harms Co.
Smaakt U weet wel.... Over die kwestie van...
aTTjawtTl JawelI onderbrak ineneer Weber hem.
."".jjnoduldigs in de stem. en toen jij van kantoor
'rT -va; jr - behalve oude Jan niemand dan
WtDct-issn, hé?
Karei dacht even na. Er kwam een vémoeden in
op Gisteravond toen. hij bij Lise was, had ie
tuiend "fljn a.s. zwager, niet gezien En Lise had hem
ttteid dat haar broer den vorigen nacht niet thuis
«Ta geweest. Iets. wat meer gebeurde. Maar vandaag,
dien Zondag, was hij eerst tegen drie uur „boven
water" gekomen.
Jo kunt je voorstellen, zei Lise, hoe woedend
was Barend is maar weer gauw do straat opge-
m3n anders zouën we een scène gekregen hebbent
I ^Kij herinnerde zich nu zoo duidelijk, dat 't hem
«ehindeni had, hoe lise schertsend, spottend over 't
geval' sprak. Zij had dezelfde lichtzinnig-lacherige oogen
San haar broer.
't Is prachtig I" zei Karei, bed ernstig.
P Nou Ja. jullie joggies deugen geen van allenI
plaagde lise, wie 't blijkbaar hinderde dat hii 't ge
val van Barend zoo hoog opnam.. En toen hij den
vorigen avond in z'n boa lag, bad Karei den slaap
niet kunnen vatten, zóó hinderde hein dat gedoe van
Uv" nog altijd. Moeder had eens tegen hem ge
zegd: jongen, le moei in die dingen je eigen zin
vc^cn.'Maar onuioud mijn waarde, die Lise Willemse
L geen meisje voor jou. Daar kan je nooit gelukkig
mee worden.
Barend was daar nijdig om geworden. En eens. toen
Hij z'n zuster wilde overhalen om Lise te gaan invi
teeren voor ecu avondje, had Truus hem gevraagd
walde wel-van haar dacht... Zij bedankte er stichte
lijk voor, met juffers als Lise Willemse om te gaan.
Dat jij zoo gek bent, om ie met dat volk op te
Houden, moet je zelf -velen. Je zult later nog wel
eens aan ons denken, ais je dar. met haar mocht ge
trouwd zijn. Maar ik moet van jouw Licsje niets
hebben hoor!"
Toen was Karei zóó nijdig geworden, dat moe tus-
scheubride moest komen, 't Had een harr gescheeld,
'ot hij had z'n zuster een klap gegeven. Kerel kon
geen 'kwaad van Lise hooren. Maar nu lag hij te
piekeren over dien vorigen avond En hij drukte zijn
hoofd in het kussen, bang dat zijn broer, die in de
•kamer tegenover hem sliep, er iets van merken zou
dat hii lag te schreien...
Dus. herhaalde meneer Weber, toen Jij Zaterdag
van kantoor ging. was er nog alleen WUIemse?'
Ik geloof van wel, meneer antwoordde Karei.
Gelooven?,.. gelooven Weet je 't zeker ot nJetj?
Jawel, meneer.
Neg bleef de procuratiehouder voor zich uit staren.
JT 'e *W». P*"# hij eindelijk voort, 't be-
eras1^ geval. Een zeer ernstig geval. Uit dc
schrijftafel vdn meneer De Haan' is een niet onbe
auidtud bedrag - erdwenen. Taekenen van inbraak zijn
niet te vinden. Er m'oeï dus een valsche sleutel rijn
gebruikt. Je begrijpt, dat moet opgehelderd worden!.
Ik heb den directeur getelegrafeerd. Zooals je weet,
ts meneer altijd tot Dinsdagochtend in Bussum. Meeval
komt hij Maandagmiddag tegen beurstijd even over,
maar dan gebeurt *t in den regel, dat hij me tele-
foneert uit de stad. Hij Tcan elk oogeablik hier zijn.
b-n binnen zit iemand van de recherche.
Weer keek meneer Weber hetn scherp aan, maar op
Kare s gelaat was wel verbaring te lezen, maar vèn
sertrik of onrust geen spoor. Trouwens, meneer We
ber was van zijn onschuld volkomen 'overtuigd en
boyendient was niet mogelijk, dat Evdrs «en ogen
blik gelegemietd zou hebben gevonden om den diefstal
te plegen.
Dat Ls vreeselijk, meneer! zei hij
Tja erkende procuratie-houder, als ik niet vol
komen zeker was, dat jij niks met de zaak hebt uit-
te-staan, dan zou 'k..
meneer?!, riep Karei uit en hij voelde' dat het
broed hem naar de wangen steeg.
jongen! haastte meneer Weber zich hem
hartelijk de hand toestekend, déérvan ben ik ten 'volle
overtuigd!
Poen kon hij gaan.
Boekhouder was weg, uit de kamer waar hij zat
m-et maneer De ,Haan etn een jongere collega sinds
feen week door riekte afwezig. De schrijftafel -van me
neer De Haan was gesloten. Uit het belendend ver
trek drong geluid van praten tot hem door.. Zeker
de politie, die aan 't speuren was.
Karei trachtte zijn gedachten op rijn werk te con-
centreeren. maar t lukte niet.
Plotseling werd de deur opengeduwd. Op z'n tees-
nen kwam Barend WUIemse binnen. Hij was lijkbleek
en z n handen sidderden. Hij schoof een Iaadje open
van Karei s schrijftafeltje en stopte er een pakketje in.
In God's naam, berg 't weg! fluisterde Barend,
jou zullen ze niet verdenken. Anders ben Ik onge
lukkig. Doe 't voor Lisel...
Weg was hij. Karei had niet den tijd gevonden
om iets te zeggen, te vragen, te protesteeren. Natuur
lijk begreep mij alles. En hoorde stappen naderen.
Greep t pakketje, stopte 't in de bovenzak van z'n
overjas, die aan eèn kapstok hing. Nam met trillende
vingers de pen op...
Daar was patroon', uit Bussum overgekomen. En
met hem de boekhouder meneer De Haan, en ton
vreemde figuur; de rechercheur van politie.
Eerbiedig stond Karei op. Politieman keek hein scherp
étan. Merkte 1 bleek-ontdane van den jongen Obser
veerde de kamer zonder iets te zeggen.
Wijs mij nu eens precies waar *t geld lag. Dé Haan,
zei patroon.
Boekhouder maakte schrijftafel 'open. Schoof Iaadje op,
haalde geidbak te voorschijn. Rechercheur stond naasu
hem.
Hij fluisterde patroon iets in 't oor.
Zeker. Zooals afgesproken I zei meneer. Geen
mensch mag eruit. De portier weet t!
Tweede rechercheur kwam kantoor binnen. Ging er
gens. in een hoek van de kamer, ritten,
i De anderen verlieten het vertrek.
Karei hoorde, hoe iemand dé trap opkwam.
Niks verdachts gevonden I hoorde hij zeggen, wij
hebben bij Willem»- alles nagegaan. Natuurlijk ook
in de kamer van dat jongmensch. Zijn Zuster ver
klaarde dat "hij van Zaterdag af, voorzoover haar be
kend. thuis was geweest. Niets I
En Karei hoorde hen komen, waar Barend werkte,
binnengaan. De rechercheur bleef, in rijn hoekje, rit
ten, hem voortdurend in 't oog houdend,
Na een poos kwamen rij terug.' Directeur bood stoelen
aan.
Tk stel er prijs op te verklaren, zei meneer dat
ik volkomen overtuigd Den van de onschuld van dezen
jonkman. Mijn procuratie-houder heeft me nog zoo
even gewezen op 't hoogst onaangename voor Everts...
Wij hebben alle reden om in elk opricht ovèr lieim
tevreden te zijn. Zie-je. Everts. ging directeur voort,
er moeten nu eenmaal formaliteiten plaats hebben
Daan hoef jij je niets van aan te trekken, jongen!
Dank L wel. meneert zal Karei, maar hij klapper-
tandde en Sidderde van 't hoofd tot de voeten.j
Dacht aan het pakketje, door Barend gebracht 'en
dat hjj in rin overja&zak had gestopt. De recher
cheur. al maar aan z'n knevód'draaiend wendde
geen Oog van hem af.
Begon zijn schrijftafel te doorzoeken, al de lader,
eruit lichtend en op tafel zettend. Geen strookje papier
werd versmaad. Daarna verzocht hij de heeren zich
even te willen verwijderen. Karei moest aan den lijve
gevisiteerd worden.
door
i H. VON ZOBBLTITZ.
schemeren. De graaf zat op de
in ver<Ijept. Hij hield er van om een
Wu.uH keeren" zooels hij dat noemde,
'v" aansteken oom?' vroeg Lora.
og niet, kind, maar kom dicht bij me ritten,
zien vSSi genoeg om je lief gezicht te kunnen
maar Ijh nu ie*s v®11 je v.eugde en je zorgen,
,omber« schoollokaal."
„Naar obml
Hij schudde het hoofd.
ffl'ën^nLïï? ï/®ver 0611 01 andere dwaze streek die
ZoS hebben uitgehaald."
.,Wat k!?i kare nemend:
teemtu de dokter nu weer? Het is alsof een
JThaH Iev«i heeft ingegrepen."
bedrocen ijl l°ch immers al verteld dat men ham
^at, uitvinding betreft. Die slimme
föcheent hebben hem met een boterham af-
•W hvt'ri «Üfr' millioenen verdienen. Men mag
gesierr kwalijk nemen als hij een weinig bitter
Xfcsdd/rii vóór staren. Daarop
jJ)at tTJ hoofd.
<»«kter parMi zijn,' antwoordde rij,
V» »n wdQi« om 8dd <^1 zal hem'
.-Antoï ^antwoordde niets.
Hh»-: (m H htj wel mot die menschen gevochten
recht..."
"^chl. zy] 't, kindje? Het recht, het jurlstische
.jjHaar f^rer, °Pde hand van do anderen zijn."-
Öth-ziin ,h0° kan dan zulk oen verstandig man
SS aten ontnomen?"
Tk u>ra. men kan wel verstandig zijn wat
,r' de" ueus 11 hotrelt on toch in enkele gevallen
'ijnsi,- gnomen worden.. Ik ga voor eun van
3,^ heb lT,;;n<in> dor pré-RufaêlLLslischo periode door
in i 'och zoöils je weet een onochto Botli-
.ons laten duwen en daarbij de helft
daarbij
als er dan bo-
'Jklieti -nj' v«mogen verloren, en als
"di.njT vrouw In het sj>el ls...
schemering, zag of voelde de graaf iets
v'janoca Tl^°ra s hiik en zij zei nu ook
kin<! daar "uets van weten."
0._ k, Vl antwoordde hij,- ,nu het oenmaaf zoo-
nij" crger diruL, ter dat je alles weet opdat je
hif •ichJi'iS0? denkt dan tioodig Li en oiizen vriend
Jd,','(| t^do«ikt, die nlot bestaat. Je weet hot.
vader was
alleen
RtJ^'jzftr i» b1®? arme menschen. zyn vadi
Dö,?hlpti a Burkenliagen. Wat hij is, is hij atieen
Mj ;'0|iUn iï611 118'uurlijken aanleg, dien God hem
*éin< 611 door ziin groo.en, ijver, maar
-Vlt^'ödeQ 8 menschenkcmlis. En hij leerde, tweo
ktani.
ton toeval, een mooie jonge mevrouw
ue weduwe <-ai; een vriend van hem."
De graaf lachte ©enigszins spottend bij deze woor
den en ging toen weder voort:
„Ik heb haar ook gezien in mijn smaak vit'
zij niet, maar zij was inderdaad bijzonder mooi, daar
bij verstandig en ook eenigsrius gefortuneerd, en wat
net ergst van alles was, de eerste vrouw die hem !>e
slist wdde betooveren. Hij werd wanhopig verliefd op
naar en rij scheen rijn genegenheid te beantwoorden
Onze arme vriend was toen de gelukkigste man op
aarde; hij droomde van succes ln rijn zaken en van een
w.lig huwelijksleven. Hij wilde in de eerste plaats
met rijn gloeilicht de arme menschen een dienst be
wijzen, zijn toestellen zou hii hun voor een spotprijs
leveren. Mevrouw Paula beloofde hem het ncuvlige
kapitaal om een fabriek op te richten en hij maakte
er niet het minste bezwaar van dat er tusschen hen
beiden een contract werd opgemaakt, waarbij rij alle
rechten in handen kreeg. In rijn oogen was immer-,
ai wat hij bezat- of ooit bezitten zou, haar eigendom.
Hij heeft mij zelfs later bekend, dat hij het ail-en
aan 'dit notarieel contract te danken had, dat de be
lachelijke kleine som voor het afkoopen van het pa
tent hem gewaarborgd werd. De rest kan je |e wei
voorstellen zoodra de mooie ito uw -het contract
m den zak had, keerde rij* het blaadje om en brak
de afschuwelijke morgen aan, waarop de knecht van
het laboratorium mij kwam halen. De heele binnen
plaats stond vol menschen nieuwsgierig volk, dc
brandweer rukte al aan. De een of ander had dadelijk
de brandschel in werking gebracht, maar niemand dacht
er aan om een dokter te halen, en dien had men
toch het meest noodig, Want Prall lag zwaar gekwetst en
bewusteloos op den grond in het laboratorium, dat voJ
was met electrische lampen..;
En naast "hem, Lora. vond ik een brief van die
damé Waarin zij hem in korte bewoordingen de
vriendschap opzegde. Eenige minuten vóór de ont
ploffing, had hij dat schrijven ontvangen, en ln zijn
ontroering daarover, had hij -niet gedacht aan de prooi
waarmee hij bezig was; zoodoende heeft zij hem niel
alleen den prijs van riin uitvinding ontstolen, maar
ook van zijn oog beroofd want een splinter heeft
het licht daarvan voor altjjd uitgedoofd...
Begrijp je nu dat hjj zoo bitter geworden is?'
De graaf zweeg. Zij zaten geruimen tijd doodstil
npast elkander. 'Hel was nu geheel donker in' de»
kamer....
Eindelijk vroeg Lora:
.En 'die vrouw?..,.."
oude hoer ging naar zijn schrijftafel toe en
stak rijn studeerlamp aan.
De mooie weduwe, bedoel je? vroeg hij, ,,^el
die' trouwde eenige maanden later met- oen zakenman,
die naar ik hoorde even listig en laag van karakter
ls als rij Een. mijnheer Baldin.Zij was nu een
schitterende partij, want zij bracht de patenten van
onzen vriend als bruidschat mede en de hem- Baldan
richtte toen aj spoedig do beroemde Promeiheusiicht-
Maatschappij op. Ik h3> gehoord dat de aandeelen daar-
vtiii een der geliefkoosde- speculatieve effecten van
dc beurs rijn geworden en dal de heer Baldin een mij-
fioen aan deze onderneming heeft verdiend.'
Hii greep nu de courant, die op zijn schrijftafel
iac en bladerde daarin: „Het is allang geleden dat
ik de koerslijst van de fondsen ingezien heb," ging
hii nu voort. Ik weet niet meer waar alles te vinden
is O hier hèb ik het: Promelheuslicht 396»4 pCtJ
üèt laatste jaar vjjf en dertig procent dividend. Je
ziet hoe die zaak bloeit, mijn kind, en toch herinner
ik mij nog een kwartier, waarin de .bedrogene met
een bitteren glimlach zei, dat het Prometheuslicht geen
schot van het allerslechtste kruit waard was."
HOOFDSTUK III.
Het oude huis van de firma MoIIer—Sieghard en
Zonen, 'n gebouw van één verdieping lag tusschen
het prachtige paleis van de Midden Duitsche Hyper
theekbank on het pas kort te voren opgerichte kantoor
van de Promuthouslicht-Maatschappij waaraan aan de
achterzijde de groot*» fabriek grensde. Het huis van
Mollor- -Sieghara bevutte ln de ben.-J n v/rdieping niets
dan kantoren, op de eerste étage waren do vertrekken
van 'den eigenaar, maar diens zoom had voor zich
zelf elegant gemeubileerde kamer in de Voszstrasz*
gehuurd.
De beide groot fronton staken sterk af tegen hel
ouderwetiche woonhui», dat al uit de vorige eeuw
dateerde. De hypotheekbank was vijf jaren oelédtn
gebouwd eu eerst een jaar daarna was men in ilerlljn
net er over eens geworden, dat deze zaak Iev«u»vnt
baarheid zou hebben, doch daariu nam het crediei
daarvan zoo snel toe dat het kapitaal eerst met vfft
en late mat tien mülioen mark werd uitgebreid. De
neer Baldin was een homonovus.
Drie jaren kende men hem do eigenaar van
een kleine chemische fabriek nog nauwelijks etn
nog weinig acht én op hem zelf én op rijm fabriuk.
De couranten hadden den spot gedreven njet den ver-
mctelen man, maar de zaak nam een ongehoorde
vlucht. De aigemoene opkomst der industrie, die oorzaak
was dat de banken gaarne geld verstrekten, kwam hem
te hulp. IIjj richtte overal in de provincie filialen op
en verslond do kunst om rijn patent in het buitenland
duur te verkoopen, en toen nij. na het eerste jaar,
ai dadeljjk vijftien procent uitbetaalde, steeg de koers der
aandeden direct tot boven pari. De onvermoeid werk
zame man bezat de eigenaardige gave om het publick
belang in zijn zaak te doen stollen, door het telkens
iueuwe verrassingen te bereiden, nu c-eus had hij de
fabriek van een concurrent aangekocht, dan weder
een suocersalo .van zijn zaak in Woernen, ln 'Petersbuig
en in Belgrado opgericht/ en al waren er ook enkele
pessimisten die beweerden, dat alles veel te vlug ging,
lodi had Baldin die algemeeme opinie vóór zich.
Als Moller—Sieghard 's middags uit rijn club naar
huis ging, keek hij telkens eerst naar het reusachtige
gebouw van de hypotheekbank met do breede ven
sters en de groote vergulde letters, die vermeldden
dat het aandeelenkapitaal vijf en veertig millioen etn
de reserve vtjfUeii millioen bedroeg en van daar weer
naar het in ijzer en graniet opgetrokken gebouw links
met de groote ramen en de benedenverdieping waarin
de gloeilampen bij honderd tegelijk, met haar bont
gekleurde balans,,naast elkander tegen liet grijze huis
dat wijlen zijn grootvader had laten bouwen. Hij had
dan oin de lippen donzelfden glimlach die daarom
speelde als zijn zoon hem poogde te bewegen ,,de
oude kast te laten omverhalen on er een nieuwarwelsch
gebouw neer te zetten", waarop hij dan telkens ant
woordde dat dit, zoolang als nf] leefde, beslist nooit
zou gebeuren.
Den eersten "Oeiober trok hij zich ten slotte terug
uil de zaak dien hij zeer jeugdigen leeftijd, bij <K.
dood vuu zijn vudor h$d ov rgenomen em meer dan
een kwarteeuw achtereen met buitengewoon succes had
hm t,- )j T wa<- koortsig? vroeg rech°rcheur, ziende
sidderen van Everts.
u„v t '-'"fr- Karei, als je zooiets nooit ondervonden
ftsbt. metwrar?
v CTkende rechercheu}, dat is zooi
i\taar het onderzoek leverde niets op. De heeren
Konden terug keeren.
ik *öok*a-vt"ri!^ niet' rtep de directcur u't. dat wist
r,r^rcheitr 8tond no3 denken. Hij wtldc rijn
Doekje reeds opbergen, toen z'n oog viel 0p Karei
f.jn» !88' dic®1 het gordijn, in de schaduw,
4811 rechercheurs attentie zoowaarlijk ontsnapt
Nu nog eventjes..., -
'^tonl O. God. neen! riep Karei uit. En hij
vatte ann van rechercheur..
Directeur schrok ervan. Werd werkelijk doodsbleek.
i l'? r'0P-ie uit. dus zou-.e toch?
Ik had er wel honderd gulden om durven verwed-
aen zen rechercheur, met een el-mlachie. -Zijn collega
posteerde rich dadelijk bij de deur.
tiet pakketje kwam. voor den dag. Touwtje wordt
opengeknipt. De twee uit boekhouder z'n schrijftafel
vonniste loten. En van de driehonderd gulden, die
gestolen waren, nog .ecu. bankje van zes tin en drie
van vijf en twintig.
t alt nog meel zei rechercheur, maar toch weet
je er w«j mee. hoorl Over de zeventig pop in één
ifteg!... Waar js dat geld verteerd.
Karei stond daar roerloos. Hij 'zag rijn patroon
aan maar deze had sléchts blik van grenzelooze minr
achttnn voor den dief.
,u- v®riel eens opl zei rechercheur, er is nu
toch niets meer aan te veranderen. Dat snap-ie ze
ker wel)
Even drong 't Karei naar de keel. Het geheim van
Barend z'n binnensluipen en de rest... Maar hij kón
t met zeggen. Het beeld van Lise kwam hem voor
den geest. Zij zou voor altijd voor hem verloreij
z'jn ats-ie haar verraadde... Hij zonk bij rijn schrijf
tafel neer. En barstte uit in een jammerend geschrei,
dat klonk als een noodkreet... De employé's van 't
kantoor kwamen binnen. j
Hij zag ook Barend Willemse... Hoorde hoe méneer
hem excuses maakte vanwege 't hem .verdacht hebben.
Een kwartier later zat Karei op 't'bureau. Hij vol
hardde in z'n stilzwijgen. Weigerde elke inlichting.
Werd, in voorarrest, naar het Huis van Bewaring
overgebracht.
In. den laten hvond meldde zich een bleeke, ma
re jonge man aan bij de nieuwe woning, waar de
milie Willemse haar Intrek had genomen, 't Ging
er blijkbaar lustig toe. Hij hoorde een leuk, modieus
liedeken op de piano trommelen. En een dame zong..
Wa3 't de slem van Lise?
De jonge man, die den -tongen dag uit de gevange
nis ontslagen was. na er negen maanden in vertoefd' te
.hebben, veroordeeld wegens diefstal 'van f 300 en twee
loten uit de schrijftafel van den boekhouder t>p het
kantoor, waar ie werkte, schelde nbg eens.
Karei Everts wachtte nog een poosje. Iemand had
een gordijn weggeschoven en ijlings w}ht dichtgemaakt.
Er werd in de gand gefluisterd. Eindelijk kwam
iemand naar voren.
De straatdeur werd geopend, 't Was een jongmensch
in elegant toilet. Hij zag er tamelijk verhit uit, du zijn
stem -vas eenigsrins onvaSt. De piano zweeg nu.
U wens ent? vroeg de vreemde meneer.
Hier woont toch de familie Willemse !?vroeg
Karei Everts.
Ja, en verfier?
Is. Is juffrouw Elise thuis? vroeg Karei.
Wat gaat U dat aan? vroeg de meneer, hem
van 't hoofd tot de voeten metend.
i- Ik moet Lise spreken! riep Karei uit, naar bin
nen willende dringen. Hij hoorde een schaterende,
joelend-: vrpuwenlach...
Terug, \-ngebond' schreeuwde de elegante meneer
mét de lichteHjk-onvaste stem. Juffrouw Elise ontvangt
geen uievenron tuchthuisboeven!
En hij wilde de straatdeur dicht werpen, Karei een
stomp tegen de borst gevend.
Toen is 't gebeurd, dat al de razende wanhoop van
al die maanden in hem opsteeg'. Dat hij, alles begrij
pend. klaar vóór zich ziende, den vreemden meneer
t>y de keel greep, met ijzeren vuist.
En oen halfuur later zat hij, de boeion om de
polsen, in een der celletjes van bureau. Een dag nadat
hij op vrije voeten was gesteld.
Vruchteloos trachtte zijn verdediger Het O.M. te be
duiden dat men hier met een „levens-drama" te doen
had; de Rechtbank te vermurwen tot deernis niet dezen
deliquenlt.
Wanneer Zei de officier, fa rijn dupliek, t zóó
ver komt, dat men deernis, zelfs sympathie poogt
op te wekken, voor individuen, waarvan 't zoo duide
lijk blijkt, dat ze gevaarlijk rijn voor de samenleving, ja,
dAn zal toch pok de zacntmoedgisie aller rechters
nauwlijks een jjlimiach kunnen bedw-fagm!.
Den Haag ,27 Juli.
En wij kwamen dan, naar de meesten hoopten
en vermoedelijk wel lukken zal -r- op liet allerlaat
ste van Juli-maand bijeen om in twee dag- en
een avondzitting misschien komt er nog een
stuk van den overgang van 28 op 29 Juli bijl
't slot der agenda voor dit zittingjaar af te doen.
Behoudens onvoorziene omstandigheden. 't Was
zeer drukkend in de zaal, en de echte vacantiestem
ming begint nu toch te werken.
't Ving aan met de surprise, dat de heer Knobel
zijn voorstel om nog het ontwerp tot instelling van
een Koloniale Raad te behandelen, introk. Het
voorstel, waarover ln de jongste zitting weet
men toen „de menschen" al voor méér dan de
helft huistoe waren, moest gestemd worden. Thans
scheen de heer Knobel eindelijk te hebben ingezien
dat zijn welgemeende poging geen schijn van suc
ces kon hebben.
Maar in deze zelfde vergadering heeft het Par
lement den volijverigen en zijn plicht bovenaan-
stellenden heer Knobel een overwinning verschaft,
die voor minister Pleyte een bijzonder pijnlijk
échec beteekent. De heer Bogaerdt had het ont
werp, waarbij dit voorviel, namelijk tot verhoo
ging der Indische begrooting voor 1916 wan de
agenda willen afvoeren. De Kamer verwierp dat
voorstel met 37 tegen 29 stemmen, maar niemand
zal in ernst kunnen ontkennen, dat er alle reden
was voor dat uitstel. Bij suppletoire begrooting zou
den daar allerlei belangrijke zaken in de gauwig
heid door eene lusteloos-moegeprate Kamer wor-
den afgedaan; eene methode, waartegen de beer
Marchant terecht opkwam. O.a. zou f 270.000 wor
den toegestaan voor uitbreiding van de Rijks gutta
percha-fabriek te Tjepitir. Dit is eene oude, uiterst
lastige en ingewikkelde zaak. Zij vormt minis
ter Pleyte bracht het in herinnering sinds 1912
een twistappel tusschen het departement van Oor
log en de Kamer. Er is beweerd, dat het Rijk zich
hier op ïninder „faire" wijze zou hebben meester
gemaakt van een procédé. En heden .werd door
de heeren Knobel, Marchant en Bogaerdt met
alle kracht vplgehouden, dat het Rijk een „strop"
zal hehhen aHn de uitbreiding. Er liggen zegt de
heer Bogaerdt 100.000 K.G. gutta-percha, waar het
Rijk geen afnemers voor weet
De minister van Koloniën was voor uitstel dezer
zaak tol de Begroeting voor 1917 niet te vinden.
De heer Fock gaf hem zulk advies ten slotte,, maar
het mocht niet baten. De heer Pleyte was in wat-
wrevelige stemming; zei dat de toon, waarop, de
Kamer zich hier in de stukken had uitgelaten, voor
Z.Exc. en de „zeer onaangename kwalificaties" daar
in voor hem vervat, hem bijzonder hadden gehin
derd. De minister hield vol, dat dr. Tromp d'e Haas
den Staat hier als eerlijk man en gansch zelfstan
dig een procédé heeft verschaft. De Regeering heeft
zich daaromtrent alle zekerheid verschaft Ik weet
wat mij betaamt! riep mr. Pleyte de Kamer toe.
En ook was hij niet van zijn meening af toebren
gen, dat uit commerciëel oogpunt de uitbreiding
der Staats-vervaardiglng alleszins mag worden ge
acht te zijn in 'slands belang. Er aan toevoegend,
hoe' hij er prijs op stelde, dat dezo „goedezaak"
nog heden zou worden afgedaan. Maar de Kamer
bleek niet pvertuigd. Zij nam eeD amendement-Kno
bel, strekkend om den post te schrappen, aan met
32 tegen 27 stemmen. Daarmee voor de zooveelste
maal thans terwijl de minister van Koloniën na
een vrij lange poos weer met het Parlement in
openbaar debat kwam haar gemis aan vernau
wen in mr. Pleyte's beleid wel zeer duidelijk too
nend. En 't Z.Exc. wederom moeilijker makend om
met het Lagerhyls te blijven samenwerken.
Daarna begon een kleine „race". De onteigening
ten behoeve van de huisvesting van het hoofdbe-
gedreven. Wel kwam hij nu, ouder gewoonte, nog
icdcron» voormiddng een kort oogenblü; op het privé-
ksntoor maar alleen om een paar woor iem met 'WMIy
te pralen, den procuratiehoudtir vriendelijk toe te knik
ken en dan naar boven naar rijn woning te gaan.
„Ik weet dat de ter van ons huls bij jou fn
§oede handen is", had hii gezegd toen hij rijn zoon
e zaak overgaf. „Je hebt wel is waar een andere
opvoeding genoten dan ik. die nog iemand van de
oude school ben, maar ik ben dc laatste die daar
een loflied van zingen zal. Jij hebt nirt alleen meer
geleerd dan ik maar je hebt bovendien het leven
ieeren kennen ali lid van een goed korps op de aca
demie en later als officier ln militairen dienst, dat
zal je ten goede komen. Eerzucht heb ie ook en, naar
'k hoop, liet karakter om dlon op tijd te beteugelen.
Houdt bij a' wat ie doet God voor oogen, mijn jon
gen en als je ooit je vingers mocht branden, denk dan
maar dat wij allen vrougar of later leergeld hebben
moeten betalen."
Omstreeks midden November hWd het elegante cou-
pétle van Baldin fa plaats van yóór hét kantoor van
de Prometheuzllcht-Maatochappy vóórhel huis van MoN
ler-Slagliard stil. De directeur stapte uit, knikte rijn
vróuw, die bleef ritten toe, gat den koetsier last,
naar Gerton door te rijden en ging het bureau in.
„Is manheer do a»hcc>sor te spreken?" vroeg hij.
Do longo chef ontving Baldin. eonigszlna terughoudend.
ZIJ naudon elkaar fa Parlls wel con paar malen ont
moet maar Willy was toen te zeer een zoon van rijn
vader om zoo maar vertrouwen te stellen in den ver
melden industrieel. WeJ echter vroeg hij zidi af wat
die man? van hom zou willen:
De heer Baldin liet hem niet lang in het onzekere.
Het bleek dat de grond, waarover hff te beschikken
had, voor zfln Maatschappij niet voldoende was hij'
moest meer hebben.Men had hem reeds een daar
naast gelegen terrein aangeboden maar vóór hij daar
toe besloot wilde hij oerst vragen of de heer Moller-
Sleghard wellicht genegen zou rijn hem een gedeelte
van ziin tuin af'te staan. Over dein prjjs zou men het
gemakkelijk eens worden.,..
„Het spijt mij ontzettend", antwoordde Willy „maar
die tuin is nu eemmaul hoilig goed. Mijn vader zeu eor geen
vierkdnto nieter van willen afstaan, zoozeer is hij
•aan de óude boomen gehecht."
„Jammer", antwoordde Baldin, „Ik kan het mij ech
ter wel voorstellen en zou in de plaats van hw va der-
juist zoo handelen. Ik vind iets moois in het gehecht
rijn aan geërfde bcrittingen. Wii menschen van een
iueuwcr geslacht kunnen ons zelf helaas niet zoo iets
permiteeren."
iHjj zei dit zoo eenvoudig mogelijk en rijn woorden be
vielen Willy niet slecht. De beide heeren spraken nog
over het ee.n en ander; de assessor vroeg naar de
gezondheid van mevrouw, waarop Baldin antwoordde
dat deze zeker niets te wenschen overliet, want rij was
op het oogenblik bij Gerson ofa te passen. Toen stond
hij op om afscheid te nemen maar bl§cf met 'den hoed
in de hand nog even staan om als ter loops te zeggen
„A propos, assessor, ik ben voornemens een nieuw
soort van gasfornuizen in te voeren, waarvoor ik mij
van een patent, verzekerd heb, maar u interesseert u
zeker niet voor industriecle ondernemingen."
„Tot nu toe althans hebben wij on? alken met ban-
kierszuken bezig gehouden", antwoorde Willy.
Het moest afwijzend klinken, maar niettemin maakte