59ste Jaargang. No. 5842.
De dingen om ons heen.
feuilleton.
KRACH
UitgeversTRAPMAN Co;
Binnenlandsch Nieuws.
AlpitBi Nieuws-
"git olad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
(ierdag en Zaterdag. Bg inzending tot 's morgens 9 ure wor-
i VDVKRTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.'
AiratsMii- LuHikfllii
SCHAGEN. LAAN D 5. - Inf. Teleph. No. 20.
Prijs por 3 maanden f 0.90 per post f 1.05. Losse nummers 5 ftt
ADYERTENTIEN van 1 tot 5 regels f0.35, iedere regel meer
6 ot. (Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berek
«?«ld eebeurd is, waar hetgeen daar dagelijks
i «tg grijpt slechts zulk een klein en betrekkelijk
«niir gewichtig onderdeel is van het algemeen
snltaat zouden we de quaestie willen noemen
h de wereld er uit zal zien wanneer de vijanden
«n heden hun onderteekening van het vredes-
Inntract daar aan den Scheveningschen weg zul-
hebben drooggevloeid.
Want het lijkt ons zeker, dat hoeveel ellende de
oorlogvoerende landen reeda hebben medegemaakt
- en de neutralen van den weeromstuit de narig
iïflid voor de wereld eerst daarna zal komen. De
[vager die zoolang naast de rails gestaan heeft,
o diep in het zand is gezakt, zal mogelijk, ja
zelfs waarschijnlijk in elkaar zakken, wanneer
men poogt hem weer in het oude spoor te bren-
gepractisch zal alles veranderd zijn.
Men denke aan de rollen, die de vrouwen heb
ben gespeeld aan wat zij er goed wisten af te bren
gen al was de werkkring, dien zij thans vervulden
tot 'heden een „mannelijk" beroep. Men denke aan
de staag klimmende winsten want loon is het
niet mevr te noemen door de Engelsche arbeiders
in mijnen en fabrieken, in haven en schip en werf
gevraagd en noode toegestaan, maar toegestaan
dan toch. Men denke aan den rol, die de Staat ge
speeld heeft bij de levensmiddelenvoorziening, bij
het vaststellen van prijzen, van gewichten, aan de
belemmeringen door binnen- en buitenlandsche re
geering, direct door den N.Ö.T., onzen handel opge
legd.
Men denke aan de waardestijging van ons geld in
vergelijking met het pond, den mark, de kroon en
de "franc. Men denke aan de winsten uit smokke
larij en toevallig monopolie.
Aan dat allesen dan vrage men zich af,,
hoe uit dien chaos ooit weder een maatschappij
geboren kan worden, zooals wij dien voor Augus
tus 1914 gekend hebben.
In de vraag of die maatschappij het ideaal was,
zelfs of zij goed of bruikbaar w as, wenschen wij ons
thans niet te verdiepen, We kunnen volstaan, met
er op te wijzen, dat die maatschappij bestond en
dus in overeenstemming was met de behoeften der
meerderheid, die het in de hand haar te veran
deren, zoo dit niet het geval was.
Welnu, wij gelooven niet, dat wij die maatschap
pij ooit weer zullen terug zien. Dan wel met zoo
veel veranderingen, dat iemand, die een Poolreis
begon in het voorjaar van 1914 ze nauwelijks her
kennen zou bij zijn terugkeer.
Ieder der punten, die wij noemden, de positie
van den arbeider in het algemeen, de vrouwenar
beid, de tot rust en rijkdom geraakte smokkelaar,
de gedemobiliseerde soldaat, ieder dier problemen
zal zulk een invloed hebben op de samenleving, dat
zij in elk harer phasen er den indruk van zal dra
gen.
NA DE DEMOBILISATIE.
Als de gemobiliseerde terugkomt in elk land!
ze! hij in vele omstandigheden de plaats, die een
kwartaal, een half, een heel jaar misschien voor
flem opengehouden werd bezet vinden. Zij eigen
zaak, ziJn agenturen, zijn reizigersklanten zijn'weg.
~i
READJUSTEEINO.
NA DE DEMOBILISATIE.
belangrijker dan de vraag wat er op het
Hij moet beginnen alles weer nieuw op te bouwen.
Dat kan lukken, o zeker. Misschien heeft hij in
zijn soldatentijd gelegenheid en lust gehad bij te
blijven en keert zijn oude klandizie weer tot hem
terug. Misschien is het anders, is bij door gebrek
Aan tijd of lust om het werk bij te houden er van
vervreemd, misschien ook zijn er nieuwe artikelen,
nieuwe methodes, nieuwe verbindingen bij geko
men, waai' hij vreemd tegenover staat.
Dit stelt hen persoonlijk voor een nieuw probleem
en als het hem alleen trof, zou er voor belangstel
ling in deze treurige tijdsomstandigheden buiten
'«mans 'eigen onmiddellijk kringétje geen aanlei
ding zijn.
Doch zoo man dit geval— behoudens de noodige
veranderingen natuurlijk vermenigvuldigt met
tien, honderd, tien, twintig, vijftigduizend, niet al
leen in eigen landje maar ook daar buiten, dan
wordt het een verschijnsel van den allereersten
rang, dat veel gewichtiger is, dan kiesrechten, eer
ste kamerzetels, heffingen-in-eens óf in-drieën en
wat dies meer zij.
Ofschoon een richtige oplossing van die vraag
stukken, die wij nu een oogenblik naar den ach
tergrond zouden willen verwijzen, bij de oplossing
van de hoofdvraag: de readjusteering na den oor
log van grooten invloed zullen blijken te zijn.
De moeilijkheden zijn buitengewoon groot.
Aan den eenen kant hebben door het uitvallen
van produqtieven arbeid van zoo velen een aantal
anderen zich een plaats veroverd in de maatschap
pij en hun bruikbaarheid bewezen, terwijl zij an
ders omdat de plaats bezet was niet in aan
merking zouden zijn gekomen.
Die lieden weg stooten gaat niet
Evenmin gaat het aan, dat zij, die niet uit eigen
verkiezing doch door de landswetten en de regee
ring genoodzaakt werden zich aan hun dage lij ksch
werk te onttrekken bij een demobilisatie hun plaats
bezet, hun werkkring gesloten vinden.
Den een kan men .njet wegsturenv den ander niel
terugnemen.
Ziedaar het cirkeltje, waarin men blijft ronddraaien.
Zoo tenminste geen algemeens opleving volgtdie nieuw
personeel" 'nooaig, nieuwe bedrijven mogelijk maakt.
Zeer zeker fou het kunnen zijn. 'dat vhetdaartoe
kwam. Zooveel is verwoest. zóoveerN vergaan, dit aan-
vnlliniy An oaViiaH nrtrwTTolrAHilr ic
Het aanvullen daarvan is iéts, wat de rest van het
menschdom snel en gaarne genoeg doen Z5I zij hot
dan ook tegen zéér verhoogde phjzpn. Juist'het feit*
aat ons land slechts van betrekkelijk weinig artikelen
een surplus voortbrengt en dat het voor een reeks 'van
andere zaken van het buitenland afhankelijk is, maakt
de kans om den achterstand in te halen voor velen
tot een hersenschim. Bij hooge prijzen van allerlei
materiaal en grondstof. ligt het voor de hand dat
nieuwe bedrijven kostbaar zullen moeten werken en
dat dufc de concurrentie groot zal zijn en uitermate
moeilijk.
Zoodat men slechts in zeer exceptioneele gevallen
zal kunnen slagen.
Nu kan men wel met zeer Ingewikkelde betoogen
„bewijzen", dat de totale rijkdom aller inwoners zéér
Yoorrnt gegaan is („met milliarden," naar het heet)
doch daarmede zijn zij, die niet. in het hoekje zaten,
„waar het goud regende", niet geholpen,
i Zoomin ais de velen, die inteerden buiten hun
schuld. Noch minder zij, die hun onderneming of bedrijf
zagen verloopen. v
De taak van den socioloog behoort thans reeds, hoe
wel demobilisatie en het einde van den oorlog om
van de vraag: welk einde? maar niet te spreken nog
totaal niet in het zicht is. deze te zünplannen te be
ramen om. met gebruikmaking van de lessen der laatste
twee jaar. handellandbouw en nijverheid in zulke
banen tè leiden dat geleden leed en schade vergoed
wordt- en de deur geopend wordt tot inhalen wan
het verlorene.
Doet men dit niet en doet men het niet reeds nu, dan
zijn er geen bijzondere voorspellingsgaven noodig om te
profiteeren. '.Ook het einde van den internationalen
oorlog slechts het begin zal Inleiden van een nog veel
gevaarlijkertijdvan binnenlandsche onlusten en on
veiligheden, die, omdat zij 'niet gaan om zwevende
begrippen van nationale eer en waardigheid, maar
om feiten als honger, gebrek en ellende, van ietwat meer
b"teekenis zijn.
"Goedkoop brood, spek. rijst, soda, groenezeep zijn,
belangrijke dingen, maar belangrijker is het te zorgen,
dat de verbruikers het geld kunnen verdienen om zo te
koopen.
Al zouden Tij dan ook een paar procent duurder zijn.
Weer in orde brengen.
UITKIJK.
:-
door
H. VON ZOBELTITZ.
HOOFDSTUK IV.
ten'l}?eUer,^>r^P slenterde ouder gewoonte door de stra-
de Hij hield van aeze wandelingen door
ïr i» iTte d^kke stad. Hij las daar meer in Han
en hr u0mmen. van de dagbladen, dan uit de boeken
Hii u ures< <44® zich op zijn schrijftafel ophoopten,
do™-"tE van, het Noorden naar het Oosten de stad
sch^aar 4angs de \Spree zich de eene fabrieks-
fiet n, naast dé andere verhief. Hij hoorde ook
sjor- meren «n 'het kloppen van het werkvolk, het
tairit-,!,,611 zuken der motoren, hij zag hoe iedere
goud kÜ ie®ere maatschappij den grond, die met
om er moest worden zich wist toe te eigenen
idaar uTi001 nieuwe zaken op te beginnen. Hoe
er t ii? verdiepiög op. de andere zetten lieten
fc„^._ .ens waggons met nieuwe machines werden
fistri^r.' ,,4°tdat de geheele stad de grootste in-
■IMRlMiÉ
agei
-ue zwart» M en uoe Op uc uoi(j|jiaaui.ii
Sur tot „.^naanten zich ophoopten om morgen we-
®1 de ,ov®rblijkelen over te gaan.-, Hij zag
keer* 11U£kenbure teekenen van een bloeiend ver»
Bitter te p,ci[n ^veri8e ■werkzaamheid, en hij begon
deisJ nfar (40 stations als de treinen met arbei-
Vor<lf\n stroomden, die de nieuwe krachten aan
vries u;j r "4e onvergankelijke behoeften der ma-
flilden sriv;;0^ ze komen de mannen, die" door den
*ag Jn van wereldstad hierheen werden gelokt,
en kind'huisraad van degenen die met yrouw
den en j5\ bet buitenleven Tnet Berlijn verwissel»
11101 \Tooiiii-X e Bundeltjes van 'den enkeling, allen
Jtog de van hoop stralende gezichten waarop
"óds vriip gezonde tint van den arbeid en van
zioh °'>eriiucht lag, zag hoe de agenten en do
,'j geleer.,,'1 i2.m hen verdrongen en hoe in de dichtst
ree*4-s *4° eerste markstukken van
"ij-e Rij bitter wer(^€n uitgegeven. En wederom
':"v de groote banken in wier gangen'
«fl Tin'R 6n flf (TQOTir?An -7lO li
i tweern V a auizena marK aaar aoor aenun-
"■bjen aR°4 het .pakpapier was. Hij klom de
h jVli Var» u woo. \j
na,,- beursgehouw op en staarde
JU et tl ae bruisende, woelige menigte er
naar
tnet cl' ae bruisende woelige menigte en Iuis-
w*Pannen aandacht naar het schelle geroep
geld te steken in ondernemingen van algemeen* nut,
terwijl degene, die legitieme winsten hebben gemaakt
(als we dit woord even mogen gebruiken) vermoede
lijk uit anderen hoofde zooveel hebben verloren, dal
hun toestand vrijwel -«dezqlfde blijft.
De ontwikkeling van nieuwe, de uitbreiding van oude
takken van bedrijf zal dus vermoedelijk slechts ge
leidelijk plaats hebben en wel door de vaste kern \an
zakenmenschen. die zich ook tot dusverre daarop toe-
lej^ie.
.'oorts schijnt die noodzakelijke aanvulling van wat
verloren ging veed grooter dan zij -inderdaad is.
•Want. wat ook de dol geworden Europeesche volkfen
deden, hun bodem is blijven produoeeren. Gras en
boomen, koren en vruchten, katoen en tabak rijpten,
de schapen droegen wol, het vee leverde huiden. En in
het 4/5 van de aardoppervlakte, dat buiten de ver
woesting bleef, was de productie in hoofdzaak normaal.
Alleen in de streken waar de oorlogskoorts laaide,
en in landen als het onze. waar speculanten eenerzijds,
dwangmaatregelen van den anderen kant de productie
belemmerden en de voorraden uitputten, kan van on-
gewenschte tekorten sprake zijn.
waarmee men het verloop der koersen aankondigde,
zag hoe men naar de telegrambestellers toesnelde, die
de laatste berichten uit de industiedistricten van het
Rijnland, - uit het kolengebied van Westfalen en Silezië
brachten. En opnieuw lachte hij bitter...
Hij ging naar de vergaderzalen van het ^Parlement
en hoorde daar de schitterende welsprekende rede
voeringen aan en vernam daar hoe Duitschland bloeide,
hoe het nationaal vermogen aangroeide, zoodat blijk
baar geen enkele uitgave in het vervolg Té groot zou
wezen voor het gelukkige vaderland, en wederom lachte
hij bitter....
Hij liep de Friedrichstad door en zag hoe daar
achter de spiegelruiten der bieirpaleizen, die als pad
denstoelen uit den grond opkwamen in de laatste ja
ren, de zalen steeds stampvol waren, hoe voor de
groote hotels en restaurants het ééne rijtuig na het
andere stil hield, hoe de schouwburgen reeds tegen
twaalf uren pronkten met het bericht dat alles uit
verkocht was. hoe een stroom van raenschen de nieuw
gebouwde warenhuizen, kasteelen van granietsteen
en ijzer vulden. Hij zette zijn weg voort naar Untier
der Linden, en herinnerde zich nu den dag, waarop
zijn vader, de bescheiden dorpsschoolmeester, hein mee
genomen 'had naar Berlijn om de terugkomst van de
zegevierende troepen te aanschouwen. Hij Vist nog
zoo goed hoe zij toen met vasten tred door de dub
bele rij van veroverde kanonnen waren heengegaan en
zag daarom nu met minachting neer op de saletjonkers
en de ifiodepopjes, die de Brandenburgerpoort doorlie
pen Hij bleef een oogenblik peinzend voor het paleis
van' den ouden Keizer staan en keek omhoog naar
het historische hoekvenster waarachter hij toen het
zachte goedhartige gelaat van den grijzen souverein
had aanschouwd, en weer even later stond hij voor
het prachtige gedenkteeken, dat het nieuwe Duilsche
Riik voor oen eenvoudigste aller koningen had opge
richt. En ook nu weder speelde er een bittere lach
OI&rJdaarop"rag hij den Keizer den kleinzoon op
ziin wit paard voorbijrijden,, en hij had beide armen
wel willen uitstrekken en "hem met smeekend op-
Sev»Snd® toeroepftm Gv bieder .Halt Ge zijt sterk,
ge bezit groote wilskrachtl Nog «het tiidl mis
schien is hert nog tijd. Grijp met vaste hand de wirion die
naar den atgrond toerollen. Temper-'den overmoed
en Uw volk zal u daar later voor zegenen;
Maar tusschen hem en den heerscher stonden man
aad man. de juichende duizenden, vandaar datJnj
rui ook nog weer bitter moest lachen. Mat betee»-
kende toch dq wekroep van den enkeling, van den
APnafme Eugéne Prall had maar één oog meer.
Fn evenais de gezichtszenuw van het andere oog tn
één enkel ongelukkig oogenblik gedood was geworden
hadden alle rampen in hem pok de kracht gedood
Sm met objectieve .gevoelens licht en schaduw af te
scheiden. Hij zag alleen den vloek hq zag met den
zegen.
SINT MAARTEN.
^Het maken van de brug in den Stroeter dijk en
polder Westerend 'is gegund aan den heer Keesman
van Schagen als laagste inschrijver.
EEN ZONDERLING SCHOUWSPEL.
Men schrijft uit Leiden aan de N. R. Ct.
Het stationemfttaoement der Holl. Spoor bood .Maan
dagnamiddag omstreeks halfzes 'een allerzonderlingst
schouwspel. Nauwelijks was de sneltrein 42 van Rot
terdam gepasseerd, of stukken koffer,, schoenen, dames-
corsetten, brieven, portretten, bloemkool, wortelen, enz.
vlogen'door het luchtruim en -vielen noar voor de voe
ten van de talrijke reizigers, of zweefden een aindweegs
mee door de zuiging vfin den trein in de richting daar-
\«n. In een oogwenk was het geheeU- emplacement als
nezaaid' met keurige dames »>mertoUletjes en onder
goed, welke het aanwezige publiek met verwondering
"ver'dit nieuw soort „manna" vervulden.
Nadat men van de eerste verbazing was bekomen,
werden er' door den diensdoenden stationschef, die
inmiddels de oorzaak van deze ongewone gebeurte
nis Jjpd bevroèd, dadelijk afdoende maatregelen geno-
)n om de verschillende voorwerpen, waaronder ook
enkele zilveren, joor vervreemding, te behoeden.
Het bleek achftraf, dat ee« groote koffer, die met
nog tal van andere tusschen het eersten en het tweede
spoor Stonden, door den trein, doordat zij te dicht
bij de rails stonden, waren gegrepen, met het hier»
boven omschreven gevolg.
Een en ander" fc uitsluitend een gevolg van dm
onhoudbaren toestand op het station te Leiden.
ST. MAARTENSVLOTBRUG..
Naar ons werd medegedeeld, heeft de rederijkers
kamer „O.K.K." voor de aanstaande kennis in stu
die genomen de tooneelstukken „Moeders Droom"
„De Man met 7 vrouwen" en „Een amateur inbre
ker".
ZIJPB.
Men deelt ons mede, dat tot voorzitter der com
missie van uitvoering van de door de afd. „Zijpe"
van de Holl. Mij. van Landbouw te houden ten
toonstelling vacature Odendaal is benoemd
de heer H. Rezelman te Schagerbrug.
HARENKARSPEL.
De rekening van het veefonds te Harenkarspel
over het afgeloopen kwartaal, welke op 1 Augus
tus j.L gesloten is. wees ditmaal aan,- dat er over
de" maand Mei 1109, Juni 1033 en Juli 1009 stuks
verzekerd waren. De omslag per rund, door verlies
van 9 stuks, bedroeg over Mei f 0.50, Juni f 0.70
en Juli f 0.05, terwijl de geheele schade bedroeg
f 1328.05.
HARENKARSPEL.
De kermis te Kerkebuurt kenmerkte zich dit Jaar
door een buitengewone drukte er was n.1. wat
zeker nog nooit gebeurd is een zweefmolen aan
wezig, w aarvan door oud en vooral door kinderen
een druk gebruik van werd gemaakt
HARENKARSPEL.
Hoe gevaarlijk het is op kermis een rijwiel on
beheerd te laten staan, ondervond G. D. alhier, die
op de kermis te Waarland een oogenblik zijn rij
wiel bij een kraam neerzette en dat later bleek
verdwenen te zijn. Dezer dagen werd de fiets te
Zuidscharwoude uit de Voorsloot opgehaald.
ZUIDSCHARWOUDE.
Tot bestuurslid der banne Zuidscharwoude is ge
kozen de heer P. Berkhouwer met 62 stemmen. De
heer W. de Boer, aftr„ behaalde 21 stemmen.
FOOtt WOUD.
Vanwege de afdeeling, Hoogwoud van de ver-
leniging tot herstel van kihder en vacantiekolonies
zijn dit jaar uitgezonden 2 kinderen.
CALLANTSOOG.
Gisterenmiddag omstreeks één uur, is boven deze
gemeente tot 4 maal toe gepasseerd een Nederland-
sqhe vliegmachine. Bij den laatsten terugkeer van
Den Helder, vloog de machine op een hoogte van
ongeveer 200 Meter. De inzittenden, welke hun hand
opstaken, waren heel duidelijk zichtbaar.
OUDKARSPEL.
Het zal voor vélen wellicht vreemd klinken, wan
neer we meedeelen, dat een gedeelte onzer burgers
in het bezit is van electrisch licht. En dan nog wel
de Diepsmeer, die het tot heden nog met petro
leum moest doen. Gelukkig is het geen concurren
tie voor de gasfabriek, anders zou het misschien
nog niet zoo gemakkelijk zijn gegaan
De Diepsmeer verkeert in de gelukkige omstan
digheden, een poldergemaal te bezitten, welks be
stuur aan electrische kracht boven alles de voorkeur
gaf. Ze hebben daarvoor aansluiting weten te krij
gen aan den kabel te Koedijk en hebben daardoor
Hij zag met één oog scherper en dieper dan. de
honderdduizenden die verblind waren door het geluk
van het heden, omdat zij van dat geluk geleefd had
den, er van leefden of er later van hoopten te leven-
Hij zag alleen dat dit geluk in scherven moest val
len en hij zag niet of hij wilde niet zien dat er één-
maai aan gene zijden van puinhoop en enbouwvallen
een nieuw morgenrood zou dagen, dat in den grond,
die door onvermoeide vlijt voortdurend werd or
woeld, wel woekerende- vergiftige planten en allerlei
onkruid ontkiemden, maar dat hij" toch eenmaal rijke
rijke vruchten zou voortbrengen, als de noodzakelijk
heid de menschen zou dwingen zich te buigen voor
de almacht van Hem die over hemel en aarde regeert,
voor Wien ook alle koningen en keizers moeten buigen...
j De keizer reed voorbij, in -dq verte flikkerde nog
zijn blinkende helmv schitterenden nog de uniformen
van zijn gevolg^ maar de menigte stond nog altijd
te jubelen en hem na te staren. Zij 'jubelde en
Eugéne Prall dacht aan de juichende schare, die zich
destijds om koning Karei van Engeland verdrongen
(ïad, toen hij door zijn land trok, enkele -maanden
vóór dat het oproer tegen hem losbarstte. Hoe moeilijk
moest het voor de vorsten zijn, de ware gemoeds
stemming van hun onderdanen te begrijpen..
Toen Eugéne Prall zich omkeerde, zag hij graaf
Wellfried en Lora achter zich staan.
Hij was niet meer bij "hen geweest na den dag,
waarop hij met een wanklank In het gemoed, zonder
Van Lora afscheid te kunnen nemen, de trappen af
was gestormd.
Hij kon echter nooit haatdragend zijn, vandaar dat
hij nu dadelijk naar hen toeging.
Op Lora's aanvallig gelaat was nog de blijdschap
van vroolijke verrassing te lezen en naar oogën flik
kerden...
Prall begreep zeer goed de vreugde van het jonge
meisje nu zij. eensklaps haar keizer van aangezicht tot
aangezicht had gezien. Hij begreep die wellicht beter
dan de grijsaards die al zoo menigmaal dezen on vorige
regeerende voreten hadden aanschouwd. De schilderijen
tentoonstelling van waar oom en nicht nu juist terug»
kwamen, was in zijn oogen iets veel gewiehtigers.
ïij gingen samen verder de Friedrichstraze in. Ge
zellig pratend, de oude heer van zijn kunstgenot, Lora
van de ontmoeting met den keizer, Prall van zijn
indruk over de jubelende menigte, en hoe verschillend
deze uitingen ook waren, pasten zij toch volkomen
bij elkaar, omdat ieder hunrfer toch alleen van dat
gene gewaagde wat hem of haar belang inboezemde
nn geSiszins verlangde dat de anderen daarvoor geest
drift koesterden.
Totdat er eindelijk een wanklank kwam.
Aan den hoek van de Lvipzigerstraszo moesten ze
even wachten vóórdat zf konden oversteken, en hel toeval
wilde dat mevrouw Baldin daar toen juist in een
open rijtuig passeerde.
Prall stond strak en met op elkaar geperste lippen,
den blik somber, uredgend, voor zich uu gericht, maar
hij zaj> toch dat Lora groette, uit-mevro.i.v Baldin den
groet beantwoordde, en greep toen heftig den arm
van het jonge meisje.
„Waarom groet u baar? Wrat hebt u met.... ïtiet
deze dame idt te staan?* vroeg hij haar op gejaagden
toon.
Lora kreeg eensklaps oen hoogroods nisur.
„Ik geef hed dochtertje uit naar eerste! huwelijk
les," stamelde zij, zacht, maar tevens zeer beslist.
Hij hield nog steeds haar arm vast en siste haar
nu toe:
.„Dat moogl u niet doem., dat duld ik niet,, u
moqgt dat huus nooit meer binnengaan!"
De graaf poogde hem te vergeefs te beletten voort
te gaan, door hem smeekehd aan te zien en zei nu:
..Maar.;, maar..,"
Lora had zich terwijl al los gewrongen eo hernam
nu. eenigszins heftig:
- ,,Tk zou niet weten wat mij kan beletten mijn be
trekking te vervullen, te meer daar ik met nievrow
Baldin niets heb uit te staan. Zij betaalt mij voor
de lessen en haar dochtertje is een allerliefst kind.
De inoeder zie ik zelfs bijna nooit."
Zij keken elkaar een paar malen recht fa de ooa
als twee menschen. die ieder een eigen wil hebt
en dien weten door te zetten.
Daarop schoof Prall met een gezicht dat zeer npot-
•tend moest verbeelden maar eigenlijk zeer treurig
scheen, zijn grooten randen hoed een weinig naar
achteren en ging hij eensklaps zonder meer één en
kel woord te zeggen van haar weg.
„Lora".
..Laten wij doorloopen oom."
Zij ging nu vóór aen graaf uit, haastig de* straat
dw;i is over.
Hij volgde haar hoofdschuddend en zoodra hij haar
had ingehaald, legde hij de hand op haar arm zeg
gende: „Kind. heb ik het je niet voorspeld? Hij ver
geeft het je nooit, en ik begrijp het ook wel. Ik
vind het zelf ook niel goed dal je daar in huis les
geeft," 7
Zij gaf niet dadelijk antwoord, maar even later zei
ze op kalmen toon:
,,lk zie_ beusch niet in, oom, waarom ik mij door
den dokter wetten zou laten stellen. Ik moet blij zijn,
dat ik geld kan verdienen en mag niet kieschkeurig
wezen."
„Ach. larifari! Je- kunt kalm je tijd afwachten en
trouwens je weet zeer goed hoe ik over al dat les...
„Oom-lief I"
„Nu ja ik weet immers ook weer genoeg wat je
nu wc,er zeggen wilt," ging de oude hoer voort ter
wijl hij zenuwachtig trippelend naast Lora zijn weg
vervolgde. Hij was altijd nerveus als het gesprek op
dit thema kwam.
(Wordt vervolgd.