Schager Courant. De dingen om ons heen. KRACH Zaterdag 23 September 1916. 59ste jaargang No. 5872. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. h. von zobeltitz. beemster. Binnenlandsch Nieuws. nekkramp. een recordcijfer. doodgeschoten. gestruikeld. grondwetsherziening. verzameling mesdag. helder. hoedenstroo. vrije zaterdagmiddag. de heldersche en pettemer zeewering. Gemengd Nieuws. de oorlog en de kinderrechtbanken. gramophoonplatenzeep. een luchtgevecht. Bewapening der inlandsche Bevolking? Vermoedelijk zal het uiterst onaangenaam gebéuren in het nog niet zoo lang gepacificeerde Djambi niet nalaten als een soort schok te werken op het publiek. Al is natuurlijk het dagelijksch communiqué der oor- logsvoereriden met zijn duizendtallen dooden, gewonden en gevangenen een uitstekend excuus om over hetgccin daar op Sumatra geschiedde met innige lichtvaardig heid heen te loopen, nu men toch eenmaal aan zulke veel grootere cijfers gewend is en het leven van een mensch vrijwel alle beteekenis schijnt verloren te hebben. Misschien echter heeft deze opstand tenslotte toch nog één goede zijde, omdat hij ons misschien zal terughouden van een der verderfelijkste maatregelen, waarop ooit iemand in een uur van onbedachtzaam heid gekomen is, ën met de propagindt, waarvoor deze ongeregeldheden praktisch samenvallen. We "bedoeïen de actie in Indië om dit land weer baar te maken, door de inlander te gaan oefenen in den wapenhandel, zoodat zij eventueel het Neder- landsch gezag zoüïien kunnen bijstaan bij de ver dediging vari den Archipel tegen een buitenlandschem vijand. Dit plan nu lijkt ons onbekookt, om niet te zeggen.: staatsgevaarlijk. Zoo wij ons in. Indië in de centra, kustplaatsen, je zelfs in sommige streken op vrij uitgebreide wijze als meester kunnen handhaven, geschiedt dit, om dat onze technische hulpmiddelen ons in staat stellen in verhouding van een op duizend of daaromtrent den baas te blijven. Op het oogenblik, dat wij het over- fieerschte vlok die technische hulpmiddelen zeif in de hand drukken en de inlander Tijp en groen. met het gebruik daarvan vertrouwd maken, is het met ons overwicht, voorzoover dit op macht berust, gedaan. Wanneer in Djamhi tegenover onze paar secties sol daten eenige honderdtallen (en waarom zouden het geen duizendtallen zijn?) van Europeesch-bewapende en gedrilde soldaten waren komen te staan, zouden onze troepen weinig andere keus gehad hebben dan: loopen ot dood vechten. En in geen van beide ge vallen zou dit ons gezag testade gekomen zijn... Nu kan men natuurlijk aanvoeren, dat het zoo'n vaart niet zou hebben geloopen, want dat het over wicht van den Nederlandschen officier toch zou zijn blijven bestaan, doch dit gaat slechts ten deele op. Immers het aanstaand leger geheel onder Europeesche officieren stellen, zal wel een vrome wensch blijven, als men de tegenwoordige tekorten in dit korps even in aanmerking wil nemen. Er zal dus in de toekomst een groot aantal inlandsche officieren noodig zijin, die vermoedelijk wel om allerlei voor de hand liggende redenen uit den landaard hunner soldalen eai ze,f zullen voorkomen. Wil men met die officieren en die manschappen iets bereiken tegenover een buiten- landschen vijand, dan is het noodzakelijk, dat zij niet maar „een reetje" geoefend, en niet nxaar een beetje" bewapend zijn, doch dat zij, zooveel mogelijk, in waarde gelijk staan met den vijand, wiens aanval men vreest of met de mogelijheid van wiens aanval men rekening meent te moeten houden. Zoolang dje inlandsche soldaten of miliciens trouw zijn. gaat alles uitstekend, maar onze geheele koloniale geschiedenis is daar om te bewijzen, dat opstanden soms om de meest futiele oorzaken nimmer uitge sloten zijn en d.at eenige raddraaiers priesters of vorsten het steeds inde hand hebben de trouw van menscphen, waarop men meende te kunnen bou wen, plotseling in verraad te veranderen. Nu lijkt het misschien cynisch te wenschen, dat de heerscher bij het onderdrukken van een mogelijken opstand, liever een onbewapend troepje, zonder oefe ning. organisatie erf bekwame aanvoerders tegenover zich krijgt. Maar zonder een tamelijke dosis cynisme kan nu eenmaal een klein land niet hopen een groot koloniaal rijk te besturen en te exploiteeren. Om dat te doen, is de eerste tweede en derde eisch. die van macht. Geen enkele koloniale mogendheid heeft ooit anders gehandeld of kunnen handelen. Bewapening van den inlander rijp en groen beteek ent het aan- kweeken van een legermacht, die het uiterste van wat wij ooit kunnen presteeren numeriek vele tien tallen malen overtreft. En nu weten we wel uit ge schiedenisboekjes, door den Hollandschen meneer „Chauvin" geschreven, dat elk Hollander tegen elke tien vijanden van wat voor inlanders ook, fysiek e«i geestelijk minstens opgewassen is, maar zelfs het woord van meneer „Chauvin" mag in twijfel getrokken wor den, zonder dat dit een doodzonde of zelfs maar een gewoon strafbaar feit oplevert. Ook zou het kunnen zijn, dat s mans uitspraak ietwat verouderd was..., Wij weten volmaakt, dat er In onzen Oost een groot» groep van inlanders is, die onvoorwaardelijk op onze zijde staan en die van Arabieren, Chinee- zen en Japaneezen niets moéten'hebben.... maar er zijn meer groepen in den Archipel, dan de ont wikkelde Javaan en zijn vorsten. En omtrent het inzicht in eigen werkelijk belang en de trouw aan Vlag en Koningin van zeer vele onzer medeonderda nen zijn wij nog lang niet zeker. De kans, dat wa pens en oefening, door Nederland verstrekt, te kwader ure tegen ons gezag zouden worden ge richt, lijkt verre van denkbeeldig. Nu is het zeer braaf om goedwillige moties aan te nemen en enthusiast te zijn voor het medehelpen van het beveiligen van ons gezag. Maar,we heb ben niet alleen met goedwilligen te doen. Er zijn altoos anderen, die bereid zijn om sprekend in de taal onzer „vaderen", „het gehate juk van den overweldiger af te schudden". Ons land, dat zelf weet, wat vrijheidsoorlogen zijn, kan noch mag het een ontevredene kwalijk duiden, precies te denken, als wij bij onze bevrijdingsoorlogen. Maar Holland moet, nu het eenmaal een koloniaal bezit heeft als het zich daarin zou willen hand haven, niet zelf de wapens en de oefening fournee- ren, waarmede die ontevredenen in staat zouden wor den gesteld met kans op succes zich tegert ons te wenden. Vooral, omdat de taak uit te zoeken, wie wel en wie niet, welke stam en welk individu, ja dan neen, de eer waardig gekeurd zou worden voor het algemeen Rijksgezag de wapens te dragen, uiterst moeilijk zoo niet onuitvoerbaar is. Daarom lijkt het ons verstandiger het zekere voor het onzekere te nemen: liever niet den inlander bewapenen en zelf leger en vloot'zoo noodig tegen een buitenlander uit breiden, dan met een zeer problematieke be sparing een dubieus element tot mogelijk succes vol vijandig-optreden in staat stellen. Zoolang geheime genootschappen blijven woelen en nu hier dan daar ongeregeldheden veroorzaken, zoolang het volk vatbaar blijft voor Sarekat-Islam- propaganda, ware het strafbare zelfmoord te luiste ren naar dergelijke proposities, hoe goed de voor stellers zelf ze dan ook ongetwijfeld bedoeld heb ben. door dellljk toezicht van een commissie van bijstand, als bedoeld bij art. 54 dor Gemeentewet. Zijn beloo ning bedraagt f 100 per maand; de door hem te stel len persoonlijke zekerheid bedraagt ten minste f 1000. leider besloot de raad, ook na 1 Januari 1917 een bf-laatiiig op het gedistilleerd te heffen tot een be drag van f 15 per H.L. ad 50 pet. sterkte. Aan de re-, K'-* i ing is reeds verzocht een wet uit te lokken, die' bedoelde heffing, behouden» goedkeuring van de Koningin, mogelijk maakt. van den dijk. Te Rijswijk Land van Altena liep een auto met volgwagen bij het uitwijken voor een ander voertuig, van den hoogen Maasdijk. Van de vijf mi litairen, die er op zaten, kwamen er drie onder den auto terecht Dezen liepen ernstige kneuzingen op. Een brak zijn been op twee plaatsen. ontsnapt. In het Duitsche grensplaatsje Oedlng,* dicht bij Winterswijk, waren drie Russische krijgsgevangenen, die uit hun kamp ontvlucht waren, door de politie ar agehouden. Het drietal werd in het cachot opge sloten en den volgenden dag zouden ze naar het kamp teruggevoerd worden. Den heelen nacht zong het drietal'zijn hoogste lied, om daardoor onhoorbaar te tnaken het geluid van de vijl, waarmede zij de tralies van hun cel zochten te verwijderen. Om drie uur 's morgens was het wdrk afgeloopen, het drie tal klom uit de opening, terwijl twee schildwachten het gebouw bewaakten, en den volgenden dag zaten ze goed en wel te Winterswijk. In de raadsvergadering van Woensdag werd beslo ten, deze gemeente te doen aansluiten aan de Mid- den-Noordhollandsche waterleiding, waarvoor te zij ner tijd een geldleening zal moeten worden geslo ten van f 168.000. voor de hand: gemis van ouderlijk toezicht. De kin deren zijn te veel aan zich zelf overgelaten, sedert zoovele vaders in den oorlog zijn en de moeder vaak nog in munitiefabrieken en 's avonds laat thuis ko mende, te vermoeid is om zich het lot van de kinde ren dien dag veel aan te trekken. Het kwaad zal met verschillende middelen bestre» den moeten worden, wil bot geen ernstigce bedrei ging van den volksaard worden. Kr zal krachtig dienen te worden ingegrepen om te voorkomen dat deze jeugdige dikwijls van het kwaad nog onbewus te kleine deugnieten de gelederen van de beroeps misdadigers gaan versterken. Een van de eerste mid delen ter voorkoming dat de zin voor het kwade bij het kind de overhand krijgt, ziet de schrijver iü het, wederinvoeren van godsdienstonderwijs op de scholen. Men zie toch niet voorbij dat de meeste eer ste overtredingen samenvallen met de schooljaren en de kinderen niet zoo licht van het rechte pad zouden afdwalen en het verschil tusschen goed en kwaad uit het oog zouden verliezen, wanneer zij op school niet ten eenenmale verstoken waren van gods dienstig en zedelijk onderwijs. Vervolgens moeten, wanneer kinderen zich aan een eerste vergrijp schuldig maken hetzij doordat hun nooit een goed voorbeeld is voorgehouden, het zij door slapheid van de ouders of door andere oor zaken, maatregelen genomen worden om het kwaad in de kiem te onderdrukken. De schrijver wijst dan op de instelling van de „Children's courts", waartoe hij in 1905 het initiatief nam, ten doel hebbende kinderen die zich aan een eerste vergrijp schuldig hadden gemaakt, zoo mogelijk buiten de gevange nis te houden en te voorkomen dat zij met het brandmerk van in het gevang te hebben gezeten rond zouden loopen naar aanleiding van een licht vergrijp of dat hu ouders de boete niet konden beta- S Verder werd besloten tot het bouwen van eenlen. Aan deze „Kinderhoven" zijn beambten pro- In Den Haag heeft zich eergistermiddag een ge val van nekkramp voorgedaan. De toestand van den patiënt is nogal zorgelijk. De vischomzet te IJmuiden bedroeg eergisteren f 431.000, welk cijfer sedert de opening van de hallen nog nimmer op één dag werd bereikt Te Tegelen is Woensdag een Duitscher bij een poging tot frauduleuzen uitvoer van een zak rijst door dienstdoende ambtenaren in de knie geschoten en aan verbloeding overleden. De man was gehuwd, 37 jaar en vader van zeven kinderen. Op denzelfden dag werd aan de overzijde van de grens door de Duitsche grenswacht een Duitsche vrouw doodgeschoten. Eergistermiddag wilde de assistent-chef van het station Naarden-Bussum de rails overloopen. Hij struikelde, met het gevolg dat de sneltrein, komende de van de richting Hilversum, hem een der hielen afreed. In de Tweede Kamer heeft eergistermiddag de voorzitter medegedeeld, dat het in zijn bedoeling ligt binnenkort voor te stellen om na afloop van het sectie-onderzoek van de Staatsbegrooting, een aan vang te maken met de behandeling in openbare vergadering van de Grondwetsherziening. Men meldt aan het Hdbld. dat de particuliere kunstverzameling van wijlen den kunstschilder H. W. Mesdag voor een zeer aanzienlijk bedrag is over gegaan in handen van een combinatie van koopers in Amerika. In dit verband vernemen wij nog dat het bedrag van den aankoop, hoewel niet in de millioenen loopende, hooger is dan het bedrag waar voor de verzameling indertijd het Rijk is aangebo den. In de LI. gehouden raadsvergadering is een ver ordening vastgesteld op het beheer van het levehg- middelenbedrijf, die met 1 October a.s. in werking treedt. De dageiijksche leiding van het levensmidde- lenbedrijf wordt opgedragen aan een directeur, te be noemen door B. en W. en staande onder het onmid- 18. Het klonk weder zoo bezwaard, zoo bedroefd bij na, en het openhartig frisch gelaat stond nu weder hoogst ernstig. Hardi scheen dit ook te bemerken. Zij rekte zich eensklaps uit en streek hem met de toppen van haar vingers over het voorhoofd, zeggende: at heb je toch rimpels in je gezicht, Conny. Weg daar mee, die mag je vandaag niet hebben". Lora poogde te schertsen. „Daar moet je aan wennen, Hardi", zei ze, ,een' toekomstig generaal heeft heel wat aan het hoofd Maar nochtans klonken deze woorden niet echt vroolijk; want zij kwamen niet uit den grond van haar hart voort. En er was bij deze vier menschen die zoo graag vroolijk wilden zijn, nu een oogen- blik van benauwde stilte, zooals voor een onweer. „Ik weet niet wat jullie hebben", zei Hardi ten slotte, met hangende onderlip en vochtige oogen. »U De deur werd haastig opengerukt.... Willy snelde naar binnen. Hij zag er doodsbleek uit, het zweet parelde hem °P het voorhoofd en zonder acht te slaan op de anderen, snelde hij naar zijn vader toe, greep hem hij den arm en trok hij hem mee naar de dichtstbij zijnde vensternis. Ik moet u spreken.... vader.... neem het mij Diat kwalijk.... u was pas van de beurs vertrokken °f er barstte een ware storm los", bracht hij met moeite uit „Eensklaps werden er groote posten °P de markt geworpen.... oogenschijnlijk ongelegi- ®iteerd.... men kon niet eens overzien hoeveel.... Salester en ik namen op wat wij konden.maar er was niets aan te doen, de koers daalde met groote sprongen". De geheimraad hoorde dit zwijgend 'aan met saam Rsperste lippen nWie waren degenen die ze op de markt wier pen?" 6 "Voornamelijk twee kleine, bijna geheel onbekende Beunhazen, Bornf^ld een Kratwin. Natuürlijk men schen die het voor een ander deden...." »En?" »En? Ik zei het u immers reeds: er was geen ®lu"en aan. Het waren ontelbare posten, zoodat ^a-lester en ik tot het bewustzijn kwamen dat het ijl^ORGlijk was den koers op te houden. Tot op z; Pet zijn ze geloof ik gedaaldtot er niemand ^eer was die ook maar één enkel stuk wilde koo- penHet is beslist een gemeene schurken streek Moller-Sieghard leunde nu tegen het kozijn met gebogen hoofd, zwijgend voor zich uitstarend.... Eensklaps echter richtte hij zich op. „Een schurkenstreek, dat kan wel, Willy", zei hij „ik ben echter alleen maar bang dat wij nog van grootere zullen hooren. En onthoud nu goed wat ik zeg: je moet heden toebereidselen maken, alle mogelijke toebereidselen om geheel met Baldin en Salester te breken op gevaar zelfs van daar veel geld bij te verliezen. Bespreek dat beneden; lk kom straks zelf op het kantoor. En ga dan zelf ook naar de bank, vraag in ieder geval den directeur te spreken en zie te weten te komen over hoeveel ik morgen beschikken kan op een accept! Ik denk, dat men dat daar nog wel honoreeren zal. Wij moeten in ieder geval toegerust zijn. Moed, mijn jongen!" Hij staarde nu hoopvol voor zich uit En Lora, die hem aanzag, meende dat er een jeugdig vuur in zijn-oogen flikkerde. Hij scheen nu doodkalm te wezen. „Kom Willy", ging hij voort, „feliciteer Hardi en Koenraad nu toch". Met haastige schreden ging de jonge man naar hen toe. Bernhardine schreide. „Koenraadons wachten moeilijke tijden", zei de oude heer nu, „maar wij zullen ons vast aaneen sluiten en dan zullen we ook overwinnen .Kinderen, het geld is niet het hoogste in de wereld, bij den Eeuwigen God niet, neen! Lora kom eens bij mij geef mij je lieve handik aanvaard den strijd en van nu aan beschouw ik mij zelf weer als de senior-chef van onze oude goede firma Moller-Sieg- hard en Zonen". HOOFDSTUK XIV. Men noemde deze zonnige Junidag aan de beurs later den „zwarten Vrijdag". 's Morgens na de opening, zag het er in de groote vestibule van de hypotheekbank nog juist zóó uit als altijd. Alle loketten waren open, en daarachter stonden de gewone bedienden op h,un plaats. Er was weinig drukte en alles evenals op andere dagen. Op de toonbank lagen stapels goudgeld en bank papier naast elkander. Om elf uur kwam directeur Salester van de rijks bank terug. Met fier opgericht hoofd liep hij de vestibule door naar de lift. Weinig minuten later weerklonk de electrische schel door het geheele gebouw. De afdeelingschefs snelden naar boven. En wederom tien minuten later gingen, als op commando, alle loketten achter elkaar dicht Alleen één enkel, midden in de vestibule, recht tegenover den ingang, bleef open, en daarachter zat één enkele bediende met ontsteld gelaat nieuw Raadhuis, waarvan de kosten voorloopig zijn geraamd op f40.000j Een firma te Rotterdam meldt aan de N. R. Ct., van de N. O. T. bericht te hebben ontvangen, dat zij haar medewerking niet meer kan verleenen voor den invoer van stroo uit Engeland voor de hoeden- fabricatie. Dit is vooral daarom van belang, omdat bijna alle Chineesche en Japansche hoedenstroo over Engeland aangevoerd wordt Deze maatregel schijnt het gevolg te zijn van een uitvoerverbod van dit artikel in Engeland, hetwelk eerst opgeheven zou worden, indien in Nederland een uitvoerverbod wordt uitgevaardigd. EINDHOVEN, 20 Sept In de dorpen op het platte land van Noord-Brabant, vooral in den Zuid-Oost hoek, wordt thans geleidelijk de vrije Zaterdagmid dag ingevoerd, vooral om de menschen in staat te stellen zich meer aan tuin- en akkerbouw te kdnnen wijden. Op de begrooting van Waterstaat worden aange-, vraagd f 9000 voor het verbeteren van een hoofd voor de Pettemer zeewering; f 60.000 evenals in vo rige jaren, tot voortzetting van de bestorting en bezihking van het onderzeesche beloop van de Hel- dersche zeewering, dat op het minst beschermde plaatse» voortdurend bloot staat aan den aanval van de sterke getijstroomen in het Marsdiep, die dit be loop daar steeds steiler doen worden; f12000 voor het duinwaarts verlengen en van breedere met steen bezette zijbermen voorzien van vele strandhoofden benoorden strandpaal 9.800 en om hier en daar ook de van gewapend beton gemaakte onderdeelen te gen ontgronding te voorzien; terwijl voorts gerekend wordt op den aanleg van twee strandhoofden be noorden genoemde strandpaal, welke beide laatst genoemde werken behooren tot de voorziening in de verdediging van de Noordzeekust in de provincie Noordholland tusschen de Heldersche en Hondsbos- sche zeeweringen, uitsluitend voor rekening van het Rijk. Wat betreft de werken voor bedoelde voorzie ning voor gezamenlijke rekening van Rijk en Pro vincie wordt gerekend op f 12000 voor verlenging en bescherming tegen ontgronding van eenige strand hoofden bezuiden strandpaal 9.800; en op f 105.000 voor den aanleg van twee hoofden tusschen de strandpa- len, waarna nog een hoofd zal zijn aan te leggen en alsdan zal de hoofdenrij tusschen strandpaal 9.800 en de hoofden benoorden de Pettemer zeewering vol tooid zijn, behoudens het kustgedeelte ter lengte van 600 M., waar twee hoofden zijn ontworpen, doch de gunstige toestand van het strand, den aanleg daar van voorloopig onnoodlg doet zijn. In The Christian Common-wealth wijst J. Cour- tenay Lord op het sedert het uitbreken van den oorlog toenemen van het aantal strafbare delicten door kinderen beneden de 16 jaar. De oorzaak ligt Zacht fluisterend, slopen de andere beambten over de zachte tapijten in het corridor. In de telefoon cellen werden de filialen opgebeld. Er was geen enkele cliënt in de vestibule tóen de loketten gesloten werden. De laatste, een jong- mensch uit de groote wereld, had nog een chèque van tienduizend mark ingewisseld en de bruine papiertjes met een onverschillig gelaat in den zak gestoken. In de deur kwam hem een oud moedertje tegen, een gebrekkig vrouwtje. In de hand had zij een oude portemonnaie, bruin en rimpelig evenals haar gelaat. De beambte van het middelste loket kende haar al jaren lang. Zij kwam iedere maand eens, tot groot verdriet van deze heeren, die het zoo druk hadden. En terwijl haar chèque van honderd mark gehonoreerd werd, vertelde zij telkens van haar lieven zoon in Chicago, die zoo liefderijk voor haar zorgde op haar ouden dag. Zeer omstandig en breedvoerig. Men had haar menigmaal afgesnauwd als het op dat oogenblik erg druk was. Nu echter beefde de kashouder over zijn geheele lichaam, toen hij haar naar zich toe zag komen. „Ik zou graag mijn honderd mark ontvangen, beste mijnheerals 't u blieft.mijn lieve jongen. „De bank betaalt niet Dit moest kalm en bedaard klinken, maar de stem trilde. Het moedertje begreep hem niet Zij staar de den beambte aan.... „Maarmijn goede jongen", begon zij ander maal. „De bank betaalt niet, de bank neemt geen wissels meer aan." Het schrikwekkend bericht kwam er nu al kalm en bedaard uit. Het schrikverwekkend bericht! De róime vestibule stond nu weer vol menschen. Er kwamen telkens nieuwe drommen de deur in en telkens hoorde men weer hetzelfde: „De bank betaalt niet". In het begin sprak niemand ook maar een enkel woord. Allen waren als 't ware verdoofd van schrik. Men kon het niet begrijpen. Het scheen hun iets onmogelijks toe. dat deze van ouds bekende groote bank haar betalingen staakte. Eerst zwijgen, daarna fluisteren, en ten slotte barstte de storm los. „Bedriegers! Hondenl Geef ons ons geld terug!" De dikke slager van de overzijde van de straat dropg in zijn wit pak door de menschen heen en naar het middelste loket toegaande, wierp hij zijn rekening-courantboek den beambte voor de voeten, terwijl hij met gebalde vuist en een vuurrood ge zicht uitriep: „Geef mij mijn geld terug, jelui schoften en be drieger»!" I bation-officers verbonden, die huisbezoek afleg gen teneinde te trachten in het huiselijk leven ver betering te brengen. De schrijver kan op heugelijke resultaten wijzen. Een groot aantal kinderen is gered van een leven van misdaad; in vele gezinnen is een betere geest gekomen en onder de 11000 gevallen die alleen in Birmingham het operatieterrein van mr. Cour- tenay tot het einde van het vorige jaar behan deld werden, waren slechts 5 pet recidivisten. In een foto geeft de heer Courtenay afbeeldingen van typen van jongens, o.a. een personificatie van kwaden aanleg met naast hem een jongen die den kleinen schavuit bewondert; voorts een paar echte zwakkelingen en op den achtergrond van het kiek je eenige stoere jongens, die, opgegroeid, harde wer kers zullen worden. Al deze verschillende typen heb ben een speciale behandeling noodig. De Children's Courts werken nu zoodanig, dat de jongens die voorwaardelijk vrijgesproken worden, onder toezicht komen van den „probation proef tijd officer", die hen gestadig onder het oog breng-f dat zij bij een tweede vergrijp ten strengste gestraft zullen worden, maar hen tevens onderricht hoe zij zich hebben te gedragen om brave en geachte le den van de maatschappij te worden. Vooral in dezen oorlogstijd, nu de overtredingen, vooral van diefstal, zooveel talrijker zijn, doen bo venbedoelde beambten een goed werk door op de jon gens niet slechts controle te houden, maar ook naar nuttigen arbeid voor hen om te zien. De schrijver wijst ten slotte op het moeilijke, maar tevens dankbare ambt van próbation-officer: moei lijk omdat schier elk geval van misdrijf onder de jeugd een afzonderlijke behandeling vordert; dank baar omdat niets schooner is vergeleken bij de taak om jonge individuen in bescherming te nemen tegen kwad enaanleg en verleiding en hen op te voeden tot nuttige burgers van den Staat. In Engeland en Wales zijn thans over de 750 Children's Courts opgericht. De probation-officers doen hun werk meerendeels belangeloos. Bij gelegenheid van een proces tegen een fabri kant, die een zeepsurrogaat tegen te hoogen prijs in den handel bracht, is het gebleken, dat dit sur rogaat uit oude gramopboonplaten, soda, potasch enz. bestaat. Dit praeparaat wordt tegen den prijs van 8.80 mark per kilo in den handel gebracht, doch de daaruit be reide „zeep" kost slechts 40 pf. per pond, terwijl zachte zeep op het oogenbilk 2.20 mk. per pond kost Een gewonde Engelsche vlieger geeft in „Lloyd's Weekly News" de volgende beschrijving van het lucht gevecht, waarin hij zijn wond opliep: „Nadat ik bommen had geworpen op het versterkte dorp wendde ik en botste bijna op een vijandelijke ma chine. Ik vuurde een aantal patronen op hem at en toen hij onder mij heen dook, zag ik een van onze machines een geveent met hem beginnen. Terwijl ik een nieuw patronejilint op mijn geweer plaatste, werd ik van voren door een Rolandmachine aangevallen. De schoot op hem totdat ik het geheele lint ver bruikt had en daar ik toen een machinegeweer achter En zij schoven zich nu naasthem, al die anderen vloekend, razend en tierend: „Ons geld willen we hebben! Dieven dat gij zljt! De directeur móet komen! Salester! Zwendelaar! Gauwdief! Ons geld! De deposito's!" De beambte was achteruit geweken tot aan den muur toedoodsbleek Eindelijk kreeg hij bijstand. Twee politieagenten met een onverschillig dienst- gezicht gingen aan weerszijden van het loket staan en twee anderen trachtten in de vestibule de orde te herstellen. De helm van den inspecteur dook in de deur op. „De politie! De politie moet ons aan ons geld helpen. De brandkasten moeten opengebroken wor den", brulde de slager. Een paar vrouwen barst ten in jammerklachten los. In den uitersten hoek van de vestibule, wierp zich een oude man lang uit op de bank en in een zenuwachtigen lach los barstende riep hij uit. /Heden rood morgen dood!!! Verhongeren!" En nog altijd drpngen er menschen naar binnen. Als een loopend vuur scheen dit schrikverwekkend bericht zich verspreid te hebben. Op de straat ver drongen zich de menschen. Het verkeer stond stil. „Ontruimt u eerst de vestibule en sluit dan de deur!" klonk nu het bevel. Zij weken nu langzaam achteruit, al deze wan hopige menschen, tierend, vloekend, huilend; de meeste waren de bedrogenen maar er- waren ook nieuwsgierigen, die alleen kwamen toezien. Eindelijk draaien de deuren op haar hengsels en een. agent vatte nu daarvoor post. Maar als een stevige muur hoopte de menigte zich nu buiten in de straat op, vóór het gebouw. In de lentezon. En men balde de vuisten tegen de prachtige spiegelruiten en de groote vergulde let ters: „Zestig millioen kapitaal, vijftien millioen re serve". Boven op de stoep van den slagerswinkel stond Eugène Prall. Hij had den bfuinen hoed over de oogen getrokken en de zwarte doek teekende zich ijzig schel af, tegen het wasbleeke gelaat. De éénoogige lachte Maar even later zag hij hoe op de eerste ver dieping van het huis daarnaast een gordijn werd verschoven, en een kort oogenblik slechts, ontwaar de hij daar nu een doodsbleek gelaat. En toen boog hij het hoofd.... In het beursgebouw hoorde men voortdurend een gegons en een gefluister. Alle zaken stonden stil, het was of iedereen verlamd was. Met angstige ge zichten snelden de makelaars van de eene groep naar de andere. Er was geen noteering te maken. Alsof de dagen van 1873 terugkeerdende krachHonderden geruchten zweefden door de zalen.... ware en onware.... P

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 5