Schager Courant.
i n
ibi
VIERDE BLAD.
Zaterdaq 30 September 1916.
59ste Jaargang No. 5876.
Raad Heer Hugowaard.
Vergadering van den Raad der gemeente Heerhu-
gowaard, gehóuden op Vrijdagnamiddag 28 Septem
ber. Voorzitter, Burgemeester Van Slooten. Afwezig
de heer Appel en aanvankelijk ook de heer Met, die
even later ter vergadering komt.
De voorzitter las als secretaris na opening de no
tulen. Goedgekeurd.
Volgt mededeeling, dat aan de wed. A. Sellemans
als vroedvrouw en pensioen is toegekend, groot f 205.
Uit de mededeeling omtrent de aanbesteding van
de werken'aan scholen I en III blijkt, dat laagste in
schrijvers waren de heeren Bot en Beers, resp. voor
f 215 en f 214. Aan laagste inschrijvers gegund.
Van verschillende gemeenteambtenaren was inge
komen dankbetuiging voor toegekenden duurtetoe-
slag. Voorts was ingekomen adres van onderwijzer
en onderwijzeres aan school die d&arin hunne te
leurstelling te kennen geven, dat hun salaris niet
evenals dat van de hoofden is verhoogd geworden.
Zij hebben resp. 36 en 26 dienstjaren. Daarom dach
ten zij, ook verhooging te hebben verdiend. Zij we
zen er op, aan een dichtbevolkte school te zijn ver
bonden, waardoor er van heh meer gevergd v/erd
dan van ander en met minder leerlingen. Ook de
bezoldiging voor het handwerkonderwijs werd in ver
band daarmede niet schitterend geacht en werd ver
zocht een zoodanige regeling te treffen, die ook hen
bevredigde.
Wordt op voorzitters voorstel voor kennisgeving
aangenomen.
De vereischte machtiging is verleend, blijkens in
gekomen bericht, om uit onvoorziene uitgaven den
duurtetoeslag te bekostigen. Ook hebben Ged. Staten
goedgekeurd regeling jaarwedden, onderwijzers. Voor
kennisgeving aangenomen.
Ingekomen een schrijven van het Prov. Bestuur
van Noordholland, over den dit jaar toegepasten zo
mertijd, of er termen zijn, dien volgend jaar weer
in te stellen of wellicht als blijvenden maatregel aan
te merken. Aanbevolen wordt het instellen van een
onderzoek naar de voor- en nadeelen van instelling
zomertijd.
Voorzitter vraagt wat de heeren er van denken om,
nu eerstdaags de zomertijd afgeloopen zal zijn te be
sluiten, dien ook -voor volgend jaar of jaren toe te
passen.
De heer Met merkt op dat het doel, dat er mede
beoogd werd, was: het uitsparen van licht, 'tLijkt
spreker wel een goede maatregel. En ieder kan op
staan als hij wil en in het algemeen genomen levert
het toepassen van dezen maatregel een heel verschil
en besparing op. Vooral in de steden.
De heer Blom vindt, dat we ons echter te dien op
zichte volstrekt niet hebben te regelen naar de uit
komsten, die er in de stad mede worden verkregen.
En al laat het den heer Poolland koud en vindt
de heer Wijnker het goed, de meesten der anderen
zijn niet voor opnieuw invoeren van den zomertijd.
In den boerenstand geeft die maatregel geen ge
mak of voordeel.
De heer Overtoom zal er zich niet geheel tegen ver
klaren, maar is het in het geheel niet eens met wat
de heer Met daar zei, als zou iedereen maar kun
nen opstaan als hij wilde. Dat is niet zoo, vindt
spreker, die het zelve althans volstrekt niet om het
zeggen heeft met dat opstaan, doch er door den inge-
stelden zomertijd echter een uur eerder uit moet stap
pen. En zoo zijn er meer. In het algemeen is het
boerenbedrijf niet zoo gebaat met dien zomertijd.
Voorzitter zegt er wel eens gemopper over te heb
ben gehoord, maar ook den maatregel wel een^ te
hebben hooren toejuichen. Spreker vindt het zelf
ook wel goed.
De heer Van der Oord: Voor de langslapers is het
wel goed, ja.
Voorzitter: Neen, dat bedoel ik niet.
De heer Schilder zegt: Als men, zooals de heer
Wijnker en ik bijv., niet met vreemd volk werkt,,
dat is een heel verschil bij het werken met vreem
den, dan brengt de zomertijd meer bezwaren mee.
De meerderheid der raadsleden blijkt tegen den
zomertijd.
Ingekomen van de Vereeniging voor Gezinsverple
ging om de bijdrage aan haar te verhoogen. Jaarwed
de wijkverpleegster, vroeger f700, is nu op f800 ge
steld, terwijl de kans op het hier verkrijgen van een
wijkverpleegster vergroot wordt.
Voorzitter zegt, dat B. en W. het hebben overwo
gen en voorstellen, de bijdrage eenigszins te verhoo
gen en wel in dier voege, dat ze van het tegenwoor
dige bedrag gebracht wordt op f 40.
De heer Met is wel voor f 40 bijdrage, maar dan
onder de bepaling dat hier een zuster komt. Anders
het op f 25 laten, daar het anders geen zin heeft
tot verhooging over te gaan.
De heer Den Hartigh vraagt als er met hier een
zuster komt, of dan de geheele vroegere subsidie ook
vervalt, of de f 15 verhooging daarvan alleen.
Voorzitter wijst er op, dat B. en W. voorstellen,
met de bijdrage van f 25 op f 40 te gaan. Maar w il
len de heeren liever straks bij de begrooting er op
terug komen, dat kan ook.
De heer Met blijft wijkverpleging als een zeer nut
tige zaak beschouwen en wil met B. en W.'s voorstel
gaan. Dan wordt tevens de kans vergroot om hier
een zuster te krijgen. Al is het, dat hier niet direct
een zuster komt, toch is spr. er voor de Gezinsver
pleging te steunen.
Voorzitter wijst er op, dat de bijdragen der ingeze
tenen verhoogd zijn en nog dagelijks bijdragen inko
men. Wel is er kans, hier een zuster te krijgen, ze
kerheid echter nog niet.
Algemeen wordt goedgevonden f 40 bijdrage te ge
ven.
Van de Vereeniging van Rijnsteenfabrikanten te
Woerden is een schrijven ingekomen in verband met
de Bouw- en Woningverordening, er op wijzende, dat
de Rijnsteen-drieling niet is toegestaan als bouw
steen, hoewel de deugdelijkheid ervan genoegzaam
bekend is. Beleefdelijk wordt verzocht de verordening
zoodanig te wijzigen dat het gebruik van bedoelden
steen wordt toegestaan.
Voorzitter zegt, dat hier wel bedoeld wordt de zoo
genaamde „Drie-Klezoor", een klein model steen.
Maaral zou spreker een halfsteensmuur van zoodani-
gen steen wel wat dun lijken, is het toch geen mensch
verboden om dien steen te gebruiken, als men de
muren evengoed volgens Bouw- en Woningverorde
ning maar dik genoeg maakt. Niets belet om dien
steen te gebruiken. Ze zijn echter nogal klein en wat
duur in bewerking. Intusschen vinden B. en W. geen
termen om wijziging van de Bouw- en Woningver
ordening voor te stellen.
De heer Poolland vindt den steen wel te gebruiken,
doch dan als heel-steen of anders half-steen met een
klamp.
Algemeen goedgevonden afwijzend er op te beschik
ken.
Van den heer A. C. Overtoom, onderwijzer aan de
R.-K. school alhier is een schrijven ingekomen om
eene toelage te mogèn genieten, nu hij acte tuin
bouw heeft behaald, waar tuinbouw toch iets van
algemeen nut is, terwijl ook verscheidene andere ge
meenten zoodanige toelage geven.
Voorzitter zegt, wij hebben het in B. en W. be
sproken en kunnen ons er niet mee vereenigen. Als
hij cursus in tuinbouw gaf, zouden wij wel bijdrage
willen geven in de kosten van dien cursus. Maar
B. en W. vinden dat het niet op den weg van het
gemeentebestuur ligt om enkel voor het bezit dier
acte aan Overtoom toelage toe te kennen.
De heer Krom licht toe, dat Overtoom niet anders
dan in dezen vorm zijn aanvraag kon inkleeden.
Want voor 't uitschrijven van 'n cursus moet toe
stemming van hoogerliand zijn^Hij kan dus geen ze
kerheid geven voor het houden van een cursus. Spr.
vindt dat het wel op onzen weg ligt om Overtoom te
gemoet te komen voor die acte.
Het behoeft toch ook niet juist iemand te zijn, van
de openbare school. Als hif als land- of tuinbouwleeraar
optreedt, dan zal ook Overtoom zijn in dienst der get-
meente en dan komt hij' ook voor toelage in aanmerking.
Voorz.Om in de kosten van 'n cursus bij te
dragen, daartoe zijn B. en W. niet ongenegen. Maar
om aan den onderwijzer van de R. K. school, die als
zoodanig niet is in dienst der gemeente, toelage te
geven voor tuinbouwacte, daarvoor zijn geen termen.
Op het verzoek, zooals het hier ligt, kunnen wij niet
ingaan.
De heer Overtoom, Wethouder, meent we zouden
kunnen overleggen of het houden van een Tuinbouw-
cursus wenschelijk is. Zoo ja, dan zouden er termen
voor bijdrage zijn.
Voorz. wijst op de povere 'resultaten van vorig jaar.
Toen is geprobeerd tot een landbouwcuirsus te komen.
Met als resultaat.... 3 aangiften. Dat is te weinig.
Het moeten er minstens een 10 of 12 tal zijn.
Anders is 't onzin.
Spr. is overigens wel sterk voor het 'bevorderen van
land- en tuinbouwonderwijS.
De heer Blom, merkt op, dat een vorig hoofd der
school III, de heer v. Asperen, bij1'de menschen rond
ging voor cursushouden om leerlingen te werven.
Zijn opvolger Visser deed dat niet. Maar 't zou
toch wel weer opnieuw kunnen.
Voorz. vindt 't meer op den weg van land- of tuin-
bouwvereenigingen liggen om dat te doen dan op dien
van "t gemeentebestuur. Als zulke vereenigingen er
werk van maken gelooft spr. wel, dat hier een 'cursus
kan zijn. Evengoed als in andere gemeenten.
De heer Overtoom zegt, als een onderwijzer in de
O. L. School acte land- of tuinbouw heeft of behaalt,
dan ontleent hij daaraan f 100 vergoeding. Moet hij
dan cursus daarvoor geven of niet'?
De heer Wijnker dacht dat hij daarvoor wel cursus
zal moeten geven. Honderd gulden en er dan niets
voor doen, zoo zal 't niet zijn.
Voorzitter zegt, echter dat hij voor 't bezit der
acte f 100 krijgt; maar zoo'n onderwijzer is in dienst
der gemeente.
De heer Overtoom. Ik ben wel voor toelage maar
dan moet aanvrager ook cursus er voor geven.
De heer Den Hartigh. Hier is het alleen voor tiet
bezit der acte, dat toelage gevraagd wordt.
Voorz. zegt, dat als het gewenschte van een tuinL
bouwcursus was gebleken en er leerlingen genoeg zich
aangaven er dan niets tegen zou zijn om aan te vragen
eenige bijdrage in de kosten. Maar enkel voor het
bezit der acte aan aanvrager geld te geven, dat gaat
niet. Spr. vindt, we moesten afwijzend beschikken.
De heer Poolland vraagt of Ged. St. er afwijzend
op zouden beschikken als wij voor het bezit der acte
toelage toezegden.
Voorz. veronderstelt van wel. Als echter het Bestuur
der R. K. School aan aanvrager voor de acte tuin
bouw vergoeding gaf, zou hij vermoedelijk van het
rijk ook vergoeding krijgen. Spr. vertrouwt dat althans
wel weet het niet zeker.
De heer Poolland. Cursus geven zou aangevraagd1
moeten worden. Dat Zou onderwijzer Overtoom zoo
maar niet zelf kunnen doen.
Voorz. Door de afd. Heer Hugowaard der Holl.
Mij. v. Landb. is vorig jaar cursus aangevraagd |en
heeft het gemeentebestuur toen gratis een school
lokaal. verlicht en verwarmd, ter beschikking daarvoor
gesteld. En als 't noodig was zou de gemeente sub
sidie gegeven hebben.
De gemeente mag ook zelf wel aanvrage doen voor
't houden van een cursus. Maar 't ligt meer op den
weg van land- of tuinb. vereenigingen.
Voorz. wil afwijzend op deze aanvrage beschikken
en als onder leiding van aanvrager een cursus tot stand
mocht komen, verklaren wij' ons gaarne bereid daaraan
subsidie te geven.
Allen voor £n in dien zin wordt besloten.
De heer den Hartigh betuigt mondeling zijn dank
aan den raad voor toegekenden duurtetoeslag als Ambt.
Burgerl. Stand.
Voorzitter stelt aan de orde benoeming Hoofd van
school I.
B. en W. hebben in overleg met schoolopziener voor
dracht opgemaakt.
1. Andr. Pruim, H. d. S. Nes, op Ameland; 2. C.
Hartog, onderw. Z. Schairwoude; 3. Brouwer IJcke-
ma H d. S. Daltumawoude (Fr.).
De sollicitant Doekes, die anders no. 4 der voor
dracht zou zijn geweest, heeft zijne sollicitatie inga-
trokken
De heer Overtoom spreekt er wel zijne bevreemding
over uit dat vorige maal een onderwijzer met mili
tairen dienstplicht, Bos, door den schoolopziener te
jong en niet bekwaam geacht werd om als Hoofd te
plaatsen en nu wordt de onderwijzer C. Hartog van
Z. Scharwoude, even jong en ook niet vrij van militairen
dienst als no. 2 gezet en hem dus de voorkeur ge
geven boven den heer IJckema, H. d. S. in Friesland
en iemand met langere ervaring.
Voorz. wijst er nog op, dat no. 1 der voordracht 3
dagen werk zou hebben over de reis en dus zich
niet is komen presenteeren, zooals no. 2 deed, die
zooveel dichter bij is.
Maar de heer Pruim heeft op B. en W. een zeer
gunstigen indruk gemaakt.
Volgt stemming met als uitslag dat de heer Hartog
met 7 stemmen benoemd wordt. De heer Pruim ver
kreeg 3 stemmen.
Indiensttreding zoo spoedig mogelijk.
De heer Krom herinnert er aan, dat we de kin
deren uit school I, die hier dicht genoeg bij school
ervoor wonen, immers zouden laten overgaan op school
II. Maar 't idee schijnt wel in de geboorte te. zijn;
blijven steken.
Voorz. zegt dat het volstrekt niet in de geboorte
is blijven steken. Met Januari zal het ingaan.
De heer Krom zegtEn dan verplichtend stellen?
Voorz.Neen.
De heer Krom zou deze school no. I, over opheffing
waarvan in den raad reeds eerder is gesproken gewor
den, zooveel mogelijk willen ontvolken.
't Is immers toch een onding met 'n 10 of 12
leerlingen. En dan verplichtend stellen om over te
doen gaan naar school II hen, die over kunnen gaan.
Voorz. Dus bijv. de Middenweg bij school II te
nemen. Als de raad dat nu bij' verordening bepaalt,
die weg behoort bij deze school, dan kan het overgaan
verplichtend gesteld worden.
De heer Poolland wil deze regeling invoeren, vóór
't nieuwe schoolhoofd in functie is.
De heer Overtoom zou er dan nog de helft van
een anderen weg ook bij' schoolwijk II willen voegen.
De heer Poolland niet; dat zou te ver zijn.
Maar de Middenweg erbij, dat kan. Dan hebben
de kinderen mooier schoolpad en zijn er dichter bij.
De heer Met wou dat de heer Krom dit vóór de
eerstvolgende vergadering schriftelijk indiende. Dan zijn
wij voorbereid. Nu niet. En om nu maar klakkeloos een
besluit te nemen zou niet goed zijn. Beter is 't, eerst
voorbereid te zijn.
Voorz. zou er niets tegen vinden om bekend' te
maken, dat bijv. 1 Nov. de kinderen worden overge
plaatst.
De heer den Hartigh vindt, B. en W. zouden op
de volgende vergadering een wijziging in de verordening
kunnen voorstellen.
De heer Krom kan zich daarmee vereenigen.
Algemeen goedgevonden.
Voor het geven van onderwijs in handwerken aan
school I moet een onderwijzeres worden benoemd.
Tijdelijk is het waargenomen door mej. Kooiman, no. 1
der voordracht. Met haar staan daarop mej. Kraaijen-
hagen en mej. Leegwater.
Met algemeene stemmen wordt mej. Kooiman be-
Inoemd.
Volgt behandeling gemeentebegrooting dienst 1917.
Eesrt worden de uitgaven post voor post behandeld.
Salaris Wethouders, f 100 wordt met allen voor op
f 200 gebracht.
Jaarwedde Burgemeester van f 1300 op f 1400, zoo
als Ged. Staten ook willen.
Bij den post f 120 eereblijken en belooningen school-
leerlingen wil den Hartigh dien laten vervallen. Die
ouders moeten dat betalen,, niet de gemeente.
De heer Overtoom voorziet dat het een zeer ongunsti-
gen indruk op de bevolking zou maken als deze post
verviel en de gemeente dus geen subsidie voor de school
feesten, enz. gaf.
Voorz. denkt dit ook.
De heer Van der Oord steunt het idéé Den Hartigh.
Als spr. lid van een schoolbestuur was, zou hij de
hand niet willen ophouden om een gave van het ge
meentebestuur. De ouders moesten dat zelf betalen.
Spr. is er ook voor dien post te schrappen.
Bij stemming is ook de heer Poolland daarvoor.
Met de andere 7 tegen wordt het voorstel-Den
Hartigh verworpen.
De totale uitgaven blijken te zijn f 37348.70, met
f 569.97 „onvoorzien". Ontvangsten: vermoedelijk ba
tig saldo f 500. f 150 voor belasting op tooneelvoor-
stellingen, enz. zou de heer Met wenschelijk vinden
te verhoogen en bijv. f 3 per avond stellen. Spr.
maakt echter nog geen voorstel daarvan, f 340 voor
het Lager onderwijs vindt de heer Krom zeer laag.
Aan de R.-K. school is het f 1100. Hoe het met de
Christel, school is weet spr. niet.
Voorzitter vindt f 340 zelf ook zeer laag.
De heer Van der Oord zegt er vroeger meer over
gesproken te hebben, doch vond nooit aanhang. Spr.
juicht de opmerking over het lage bedrag toe.
Voorzitter zegt: Als we hooger willen heffen, moet
de verordening gewijzigd worden.
Op voorstel van den heer Den Hartigh wordt goed
gevonden dat B. en W. in de volgende vergadering
wijziging in de verordening zullen voorstellen.
In ontvangst en uitgaaf sluit de begrooting op een
som van f 37348.70, met een waarschijnlijk batig sal
do van nihil.
Algemeen goedgevonden zoo vast te stellen en ter
goedkeuring naar Gedeputeerden te zenden.
Voorzitter bespreekt nu distributie levensmiddelen.
Is al aan den gang, wat bijv. varkens betreft en
ook wat betreft de suiker. Als commissie van bij
stand is er eene commissie van 3 leden, de heeren
Poolland, Krom en Den Hartigh. B. en W. vinden dat
Den Hartigh als administrateur moet worden aange
wezen tot het doen van ontvangsten en uitgaven,
het bijhouden van het boekhouden, enz. Hij komt
eiken dag ter secretarie. En als het te druk voor hem
wordt, zouden B. en W. machtiging willen hebben
om iemand tegen betaling eenig schrijfwerk daar
van te laten verrichten.
Algemeen goedgevonden en wordt de heer Den
Hartigh voor de administratiie aangewezen.
Voorzitter bespreekt voorstel B. en W. inzake extra
Hoofdei. Omslag. Het is moeilijk te zeggen wat de
distributie zal kosten. Maar het geld moet ergens
vandaan komen. Ged. Staten zullen erg veel bezwaar
tegen leening daarvoor hebben.
Goedgevonden dat B. en W. de verordening Hoof
dei. Omslag zullen wijzigen en volgende vergadering
ter tafel zullen brengen om dan het bedrag nader
vast te stellen. Hierna sluiting.
r
•-J- i vcilUBU. v i whiiic] i' 11 ritr ui