WOENSDAG 25 OCTOBER 1116,
51ste Jaargang. No. 5810.
Het Geheime Huwelijk
Raad van Anna Paulowna.
FEUILLETON.
Raad yan Barsingerhorn.
SCHAGER
Alieieei Nieuws-
COURANT.
Adienentie- LuilniUil
i iit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag. Woensdag
•onderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den ADVERTETTTEN in het eerst, nitkomend nummer geplaatst.
Prijs per 3 maanden fl).95; per post f 1.10. Losse nummert) a <-t.
ADVERTENTIES van 1 tot 6 regels f (1.85, iedere regel meer
SCHAGEN, LAAN 0 5. - Int. Teleph. No. 20. 6 ot I Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar planter berck
Vergadering van den Raad dezer gemeente op Dins
dag 24 Oetober, des namiddags 2 uur. Aanwezig alle
leden. 1 Vacature.
Voorzitter-secretaris de heer Wijdenes Spaans, bur
gemeester.
•Nadat de voorzitter met welkom de vergadering
heeft geopend, volgt lezing en goedkeuring der notu
len.
Voorzitter deelt mede: dat is ingekomen het ver
slag voor de Volkshuisvesting en van den toestand
der gemeente over 1915; met andere verslagen zul
len deze op de gewone wijze bij de leden circuleeren;
de gemeente-rekening over 191o is zonder op- of aan
merkingen van Ged. Staten goedgekeurd terug ont
vangen. Tot zetters voor de rijksbelasting zijn her
benoemd de heeren H. Jonker Sr. en J. C. Blaauboer.
Voorts is de goedkeuring ontvangen op de finantieele
besluiten, genomen in de vorige vergadering en van
den heer Raap is een schrijven ingekomen, waarin
erkentelijkheid wordt betuigd met de verhooging zij
ner jaarwedde en vooral voor den lof, waarmee over
zijn arbeid is gesproken. Deze mededeelingen worden
voor kennisgeving aangenomen
Voorzitter stelt aan de orde de vaststelling van de
verordening op de heffing en invordering van rech
ten op den afslag van visch. Deze verordening moet
na 1 Januari opnieuw worden vastgesteld en na me-
dedeeling van den voorzitter, dat dit meer een forma
liteit is, wordt algemeen goedgevonden de verorde
ning op dezelfde wijze weer vast te stellen. Het sa
laris voor den afslager wordt bepaald op 2 pet. van
het bedrag van de verkochte visch. Dit is voor den af
slager een voordeel, daar thans van die 2 pet de ge
meente ook een gedeelte moet hebben.
De kohieren schoolgeld derde kwartaal, worden als
volgt vastgesteld: school 1 f 82.56, school II f 70.12, en
school III f 9.40.
Goedgevonden wordt op voorstel van B. en W. aan
F. Walraven over het tweede kwartaal gedeeltelijke
ontheffing van schoolgeld te verleenen; per abuis was
bedoelde aanslag te hoog berekend.
Als personeel voor het geven van herhalingsonder-
wijs voor het tijdvak 19161917 worden op voorstel
van B. en W. benoemd: school I de heer Van Gorkom,
en mej. Duits; school II de heer De Vries en mej.
Zelvelder; school III de heer Raap en mej. Dell.
De heer Koorn vraagt, hoeveel leerlingen aan het
herhalingsonderwljs moeten deelnemen; spr. heeft dit
voorjaar gezien, dat er maar 2 leerlingen waren en
nu is hij wel voor herhalingsonderwijs, maar op deze
wijze wordt het te duur. Spr. vraagt hoe dit in den
Oostpolder is.
Voorzitter zegt dat het dit voorjaar een abnorma
len toestand was; een grens hoeveel leerlingen er
moeten zijn, bestaat niet en in den Oostpolder wordt
vrij goed van het herhalingsonderwijs gebruik ge
maakt
Aan de orde komt de benoeming van een onder
wijzeres aan school I, vacature mej Oosterhout Voor
zitter deelt mede, dat 20 sollicitanten zich hebben
aangemeld, waarvan 5 proefles hebben gegeven. Op
het drietal zijn geplaatst: 1. mej. E. M. Wilms, 2. mej.
M. M. van Dijk. 3. mej. P. Leegwater. Voorzitter
vraagt, of misschien nog meer inlichtingen worden
verlangd, waarop de heer Koorn toestemmend ant
woordt De vergadering wordt geschorst en na her
opening wordt met 9 stemmen mej. E. M. Wilms be
noemd, terwijl 1 stem op mej. P. Leegwater is uit
gebracht
Voorzitter deelt mede, dat B. en W. voorstellen een
tweede kasgeldleening te sluiten van hoogstens
f 10.000 tegen een maximum-rente van 5 pet. 's jaars;
deze kasgeldleening is noodig voor bestrijding van
kosten der distributiebeweging enz.
door
L. 6. MOBERLT.
3. II»
Maar evenals dokter Bond werd ook zij getroffen
door het kalme gezicht van 't jonge meisje en ae koele
bijna harde uitdrukking, van haar oogen, en de zuster
liet haar handen zinken terwijl zij met effen stem
reide:
„Mijnheer Clevedale is nog bewusteloos maar we
hopen elke minuut, dat er verandering zal komen."
„Is hij is het vreeselijk om te zien?" begon
Bertha, die plotseling haar angst niet meer bedwingen
kon en onwillekeurig een schrede achteruit ging, alsof
het 'denkbeeld om achter het kamerschut te gaan een
gruwel voor haar was wat werkelijk ook het geval
was. v i
„U zal niets zien dat u kan schokken", antwoordde
zuster Margaret en haar stem klonk koeler was
voor haar eigen warm, liefhebbend hart iets zeer te-
rugstootends in, den angst te bemerken van het meisje,
om den man, dien zij liefhad, te zien. Mijnheer Cle
vedale ziet heel bleek, maar anders is het juist alsof
hij slaapt. Er is niets, waar u bang voor behoeft te
zijn." Misschien drong de zweem van minachting, die
otoder deze "kalme woorden verborgen lag, door tol
Bertha's ziel, want met hooghartig opgeheven hoofd
en zonder verder iets te zeggen, trad zij op het bed
toe. waarnaast Lady Cleveaale nog altijd zat met
haar oogen onafgewend op haar stervend kind gericht.
Bertha bleef zwijgend staan naast Lady Clevedale.
die het hoofd ophief en haar man een hand toestak.
„O James" zeide zij heel zacht en die twee woor
den en de blik van radeloozon angst en smart, die
ze vergezelde, sheden zuster Margaret door 't hart.
De tragedie, trof haar bijna zoo sterk, alsof de smtirl
haar eigen smart was. De oude man nam de hand van
zijn vrouw in zijn beide handen en zag in het naar
hem opgeheven gezicht met een wereld van teederhuid
in zijn nlik.
„Wij zijn in God's hand lieve."
Zuster Margaret voelde haar oogen vochtig worden.
Maar zij bleefuiteriijk kalm, en boog zich naar Lady
Clevedale toe en vroeg haar zacht, oï zij nu niet au
Paar minuten wilde uitrusten in haar zitkamertje, waar
thee klaar gezet was. Miaar de oude vrouw schuckle
haar hoofd.
,.'t Is heel vriendelijk Van u" zeide zij „maar ik
ton niet van mijn jongen af. Hjj is altijd zulk een
goade aoon toot ons geweest; het zou me niet moge-
De heer Blaauboer vraagt of de rente van deze lee
ning verloren is. Voorzitter antwoordt van wel.
Na eenige discussie met algemeene stemmen
goedgevonden.
Voorzitter deelt mede, dat in de Gemeantewet een
bepaling is opgenomen, dat de verordeningen tegen
wier overtreding straf is bedreigd om de 5 jaar moe
ten worden herzien. Dit is slechts een formaliteit,
die we hebben te vervullen. Besloten wordt overeen
komstig het voorstel van B. en W. de verordeningen
op dezelfde wijze weer vast te stellen.
Ingekomen is van den secretaris der gemeente, den
heer C. Wijdenes Spaans Jr. een verzoek om ontslag
als secretaris. Voorzitter verzoekt den heer Rezel-
man het voorzitterschap even te willen waarnemen
en de heer Rezelman deelt mede, dat de wethouders
voorstellen het ontslag op de meest eervolle wijze te
verleenen. Met applaus wordt daartoe besloten.
De heer Wijdenes Spaans neemt nu het voorzitter
schap weer over en deelt mede, dat van het raads
lid, den heer D. Koorn, een motie is ingekomen van
den volgenden inhoud:
„De Raad, overtuigd, dat het in het belang van
vruchtdragend onderwijs is, tijdens deze abnorma
le tijdsomstandigheden de schoolkinderen dezer ge
meente gedurende het winterhalfjaar van school-
pantoffels te voorzien, noodigt Burgemeester en Wet
houders uit met een desbetreffend voorstel te komen"
Voorzitter zegt, dat deze motie Zaterdag is inge
komen en dat hij de motieven niet kent, hij kan
dus geen praeadvies uitbrengen. Wel heeft voorzit
ter direct deze motie aan de hoofden van scholen be
kend gemaakt en om hun advies gevraagd. Van den
heer Van Gorkom is bericht ingekomeh, dat hij het
wel wenschelijk acht, dat schoolpantoffels worden
gebruikt, met de mededeeling, dat school I 216 leer
lingen telt, van welke 124 op kousen en 92 op schoe
nen in de school zitten. Van die 124 kunnen 123 de
schoenen zelf bekostigen. Mijnheer Raap heeft over
den toestand in de school II meegedeeld: er zijn
270 leerlingen, er hebben 34 pantoffels, van de overi
gen is hoogstens 5 pet., dat voor verstrekking daar
voor in aanmerking kan komen. De onderwijzers mee-
nen, dat daar geen abnormale tijden zijn en eindelijk
dat in den Sint Nikolaastijd wel eens aan arme kin
deren pantoffels zijn gegeven, doch dat die pantoffels
niet in de school kwamen. In school III hebben van
de 22 kinderen 20 pantoffels.
De heer Koorn meent, dat voor vruchtdragend on
derwijs het allereerste belang is, dat kinderen met
warme voeten in de schoolbanken zitten. Op de con
gressen van de vereeniging voor kinderbescherming
van den Nederlandschen Bond van Onderwijzers en
van het Nederlandsch Onderwijzersgenootschap is in
het jaar 1913 al een motie in dezen geest aange
nomen. Bij een onderzoek is spreker gebleken, dat
reeds 70 a 80 gemeenten, waaronder Hoogwoud, pan
toffels verstrekken en de kosten van onderhoud zijn
daar thans gemiddeld f 6 per jaar. Nu de klompen
van 45 tot 75 80 cents zijn gestegen, is het spr.
meermalen gebleken, dat geen nieuwe klompen
kunnen worden gekocht en de kinderen op oude
klompen met vodjes er in om de gaten dicht te
maken, naar school gaan en het kan niet anders of
de kinderen zitten met natte voeten in de school en
dit moet schadelijk zijn voor het onderwijs. De Bond
van Vrijzinnig-Democraten heeft er zelfs op aan
gedrongen bij de Regeering tot verschaffing van pan
toffels. Spr. weet wel, dat het eerst nogal kost, maar
later wordt het minder en voorts gelooft spr., dat
mijnheer Raap al heel bijzonder weinig met den toe
stand der arbeiders op de hoogte is. Nu mogen de
arbeiders f 16 a 17 per week verdienen, het komt
spr. voor, dat hun toestand en ook die van midden
standers en anderen niet rooskleurig is en daarom
hoopt spr. dat de Raad iets in dezen zal doen.
lijk zijn, hem een oogenblik te verlaten, nu hij mis
schien voor altijd van ons heen zal gaan." Haar stem
begaf haar en twee dikke tranen rolden langham over
haar wangen; maar terstond herkreeg zn haar zelfbe-
heersching en zij trachtte reih tegen naar man te
glimlachen, om hem den moed te geven, dien zij
zelf in haar hart niet meer had.
„Als hij nog maar èens tegen ons spreekt voor het
einde", zeide de vader, terwijl hij dotter Bond aan
keek. alsof hij hoopte, dat deze hem dien troost zou
kunnen geven, en plotseling, als in antwoord op de
woorden van zijn vader, sloeg de jonge man zijn oogen
op en keek met een verwonderd vragenden blik om
zich heen.
„Wat is er?" fluisterde hij terwijl zijn handen zich
doelloos over het laken bewogen en zijn oogen van
het eene gezicht naar het andere gingen. „M^ar ben
ik? En waarom is u allemaal hier? Ik dacht" nu
trok hij zijn wenkbrauwen pijnlijk saipen ik dacht
de auto wat is er gebeurd?" zoo eindigde hij
plotseling, terwijl zijn blik bleef rusten op dokter
Bond. alsof hij begreep, dat deze de deskundige was.
„U heeft een ongeluk gehad" zeide de dokter zacht
en rustig. „Uw auto is met een andere in botsing ge
weest en u is er uitgeworpen. U heeft een paar loet-
lij ke kwetsuren gekregen, en u is naar het ziekenhuis te
Twülbuiy gebracht"
Er vloog even een vreemde glimlach over het ge
zicht van den gekwetste.
Het loopt zeker mis met me zeide hij Langzaam.
zoudt niet hier zijn als het 'piet mis liep met me.
Ik herinner me nu, dat de auto's in elkaar reden
verder weet ik niets meer. Het was mijn schuld
niijn schuld en van niemand anders. Ik heb veel te
hard gereden Enfin het doet er niet meer toe."
Hij sprak droomerig en hield telkens even op en
na de laatste woorden vielen zijn oogen weer dicht,
alsof de poging tot spreken moer was geweest dan zijn
uitgeputte hersenen hadden kunnen verdragen. Het
duurde verscheidene minuten voor hij zijn oogen weer
opsloeg en toen hij opnieuw begon te spreken, was zijn
stem merkbaar zachter.
„Beste vader'" zeide hij terwijl hij zijn hand tastend
naar zijn vader uitstrekte, wiens hand de zoekende
vingers met vasten druk omklemde. „U is altijd zoo
goed voor me geweest, veel meer dan ik verdiende,
maar u bent nu van me af. Ik deugde voor niet
wel."
Mijn lieve kiodP' zeide zijn moeder met trillende
stem. maar hij vervolgde:
Ik wilde dat ik het allqj ongedaan kon maken. Ik
bedoel niet dat ik er spijt van heb dat we zeeveel
van elkaar "hielden mijn kleine lieveling myn
lieveling
„Bertha is hier lieve jongen" zeide zijn moeder.
De heer Geerligs vraagt hoe de toestand in de scho
len verleden jaar was, daarover hebben de hoofden
der scholen geen opgave gedaan.
Geantwoord wordt dat dit ook zeer moeielijk gaat.
Voorz. zegt, dat B. en W. ontraden de motie te
aanvaarden, omdat B. en W. oordeelen, dat de positie
der arbeiders onder de abnormale tijden sterker is
gebleven dan die der gemeente; de gemeente staat er
slechter voor dan de arbeiders. In süool I is slechts
één kind. die in de termen valt ompantoffels van
gemeentewege te verstrekken en daarom ook ontraden
B. en W. om op die motie in te gaan.
De heer Blaauboer weert uit ondervinding, dat de
kinderen liever geen pa ntoffals meenemen.
De heer Spigt zegt, dat't toch geen bezwaar kan
zijn om dan dat éêne kind de pantoffels te geven.
Voorzitter antwoordt den heer Spigt, dat dit geon
bezwaar ia, doch de andere kinderen dragon ze ook
niet en misschien bestaat de behoefte voor dat ééne
kind ook niet.
De heer Koorn betoogt nogmaals de wenschelijk-
heid daarvan in 't belang van goed onderwijs.
De heer Kaan zegt, dat toen hij de convocatie las,
hem dit punt wel mooi toeleek, doch nu spr. de
discussie heeft gehoord hij best met jï. en W. kan
meegaan; spr. meent, dat 't wel goed kan zijn, de
ouders er op te wijzen, dat droge voeten in 't belang
van goed onderwijs is.
Voorzitter vraagt nu of er leden zijn, die de motie
van den heer Koorn ondersteunen.
Het blijkt van niemand.
De heer Koorn zegt nu, de motie te willen splitsen
en pantoffels te willen geven aan da drie laagste klassen
en voorts meent ]de heer Koorn, dat de onderwijzers 't
misschien afkeuren, omdat er wat werk aan is ver
bonden.
Voorzitter zegt, dat we dit niet mogen veronder
stellen.
De heer Blaauboer vraagt of er thermometers in de
lokalen zijn.
Voorz. antwoordt, dat voor elk lokaal destijds een
thermometer is gegeven.
De heer Blaauboer oordeelt, dat als 't warm ge
noeg is in school, pantoffels niet noodig zijn.
De heer Pateer meent, dat pantoffels niets geven,
wanneer de ouders niet kunnen zorgen dat de kini-
deren met droge voeten in de school komen.
De tweede motie van den heer Koorn wordt ook
niet ondersteund en is alzoo verworpen.
Voorz. zegt, dat ais nu gelezen wordt, dat hert goed
is. dat kinderen met pantoffels aan in de school zitten,
uit de motie toch nog iets goeds is voortgekomen.
Volgt nu de rondvraag.
De heer Pateer vraagt t>f er taog wat gebruik is
gemaakt van de gemeentelijke aardappelenverstrekking.
Voorz. antwoordt van niet veel1/y» hectoliter Bra-
vo's, 17 heet. Eigenheimers en 15*/» heet. Blaauwen
De heer Koorn meent, datde bekendmaking niet
rooskleurig is geweest met alle' respect aan den burge
meester om de distributiebeweging, heeft hij hier een
klein standje verdiend, 't Is geadverteerd in drie bladen,
maar spreker had liever genad dat het per circulaire
aan de ingezetenen was bekend gemaakt, 'dit was ook
majh en dé bedoeling van den heer Blaauboer in een
vorige vergadering en dan ook een commissie, die
de aardappelen had gekocht en er voor had ingestaan,
dat de aardappelen goed waren.
Voorz. zegt, dat het in drie bladen is bekend ge
maakt en dat het voorts aan de borden is geplaatst
en ook in inrichtingen waar publiek komt. Voor
zitter zegt, vervolgens, dat 't geen kleinigheid is 1000
circulaires te maken en te verspreiden en voorts zegt
voorz.. dat het publiek veeleiscnend is en niet altijd
arbeidzaam; dit heeft voorz. nu nog weer ondervonden
met de verkrijgbaarstelling van 326 H.L. haver, ieder
die haver noodig heeft kreeg bericht ook met verzoek
toen op zijn laatste woorden weder een oogenblik van
stilte volgde:
„Bertha?" De oogen die dichtgevallen waren, gin
gen weer open en keken vlak irt 't gezicht van hert "jonge
meisje, dat haast Lady Clevedale stond. Ik heb mis
schien niet fair tegenover haar gehandeld maar zij
kon toch wel flirten van de echte liefde onderscheiden.
En zij kent de wereld mijn kleine lieveling niet. Ik
had hert niet moeten doen, maar ik zag op tegen de
moeilijkheden ik heb altijd een hekel gehad: aan
moeilijkheden zijn stem ging over in een droome
rig gefluister „ik dacht dat u en vader het niet
prettig zouden vinden en nu
„Wat niet prettig zouden vinden, lieveling?" De stem
van Lady Clevedale klonk angstig verwonderd. „Va
der en ik wilden immers altijd, dat je gelukkig waart."
„Ja dat weert ik wel zjjn hoofd bewoog zich nu
rusteloos op het kussen „maar ik was bang dat u
zou denken zou denken, dat ze niet goed genoeg
och, zorg voor haar' beloof me, dat u voor haar
zult zorgen zijn stem kreeg plotseling een bedrie-
gelijke kracht; hij keek zijn vader met groote oogen
aan „zorg voor mijn
Maar terwijl hij dat laatste woord zeide, kwam er
plotseling een groote verandering op zijn gezicht, bij
hijgde een paar malen naar adem en bijna voordat de
omstanders wisten, wat er gebeurde, trad de groote
stilte in, de stilte des doods.
HOOFDSTUK III.
De brief.
Hert was de dag nadat Denis Clevedale begraven was.
Den vorigen middag hadden zij hem ter ruste gelegd
in den familiegrafkelder op het kleine kerkhof van
Dunsmero, en zijn moeder had aan zijn open graf in
stilte God gedankt, omdat haar jongen altijd zulk een
goede zoon voor haar geweest was. Er mengde zich
geen bitterheid in de smart om haar verlies. Hoewel
haar hart bijna brak. kon zij toch met een zekere
trotscho dankbaarheid zeggen, dat nooit iets in Demp
geheele leven haar verdriet had gegeven En toch. on
danks die dankbaarheid, ondanks de beloften van op
standing. die de geurende viooltjes, de ontspruitende
knoppen, de bloeiende primula veris hun brachten, die
sprak pit den blijden zang der vogels op dien zouniguq
Aprildag, scheen voor den vader en de moeder, die
hem liefhadden, op dat oogenblik geen troost te bestaan,
nu zij zoo bitter verlangden de stem van hun jongen
weer to hooren, zijn handdruk weer te voelen.
Toen zij dien avond samen alleen zaten m Sir James
kamer op Clevedale Manor trachtten beiden zich voor
elkaar goed te houden en hun droefheid te bedwingen.'
door elkaar te herineren aan allerlei vriendelijke kleine
voorvallen uit zijn kinderjaren. Zij riepen zich zijn gui-
even te willen berichten als ze geen haver noodig
hadden, doch van velen hooien we niets.
De heer Koorn meent, dat de menschen in de luier
gelegd zijn en dat ze niet steeds tijd hebben ter secre
tarie te komen; de arbeiders voegt dat vooral niet
in de week.
Voorz. antwoordt, dat in een vorige vergadering
■wel over circulaires is gesproken, maar geen besluit
in dien geest is oenomen.
De heer Koorn komt ook nog eens neer op de kwa
liteit der aardappelen en zegt, dat men 'niet genegen
ia aardappelen te koopen zonder ze eerst geproefd
te hebben, als een commissie ze had geprobeerd, was
dit wellicht beter gegaan.
Voorz. zegt dat ae kwaliteit der aardappelen een kwee-
van smaak is, maar dat er onvoldoende bekendheid
aan gegeven Ie, voorzitter gelooft, dat dit niet mag
worden gezegd.
Hierna sluiting.
De raad dezer gemeente vergaderde gister, Dinsdag,
's middags 2 uur.
Afwezig de heeren De Groot en Kistemaker, beiden
met kennisgeving.
Na opening leest de secretaris, de heer Bronder,
de notulen, die worden goedgekeurd.
Bij de laatst gehouden kasopname bij den gemeente
ontvanger bleken de ontvangsten f 13992,57, de uitgaven
f 11631.88*/». zoodat in kas behoorde te zijn en aan
wezig was f 2360.68*/»
Op hert adres van de vereeniging van Rijnsteea^-
fabnkanten om wijziging van de bouwverordening ter
bevordering van het gebruik van rijnsteen drieling^
werd afwijzend beschikt.
De gemeentebegrooting werd voorloopig vastgesteld
met een ontvangst en uitgaaf groot f 31894, en een post
onvoorzien groot f 516.39*/».
De begrooting van het Algemeen Armbestuur wordt
goedgekeurd in ontvangst en uitgaaf op f 8624, met
een post onvoorzien groot f 239.
De begrooting van het Weezen-armbestuur wordt
goedgekeurd in ontvangsten en uitgaaf op f 9047, met
een post onvoorzien groot f 93.16.
Bij monde van denbeer Jimrriink deelt de commissie
mede, alle begrootingen in orde te hebben bevonden,
overeenkomstig de cijfers bovengenoemd.
In verband met het verhoogde bedrag dat aan H.O.
geheven moet worden, wordt besloten art. 1 in dien
zin te wijzigen dat als hoogste bedrag f 12000, inplaats
van f 6500 mag worden geheven. Dat voor het suppl.
kohier wordt hierdoor gebracht van t 650 op f 1200.
Medegedeeld wordt, dat de landverhuring zal plaats
hebben op 4 November in het lokaal van den heer
Scheringa.
Goedgekeurd wordt uit den post onvoorzine uit
gaven te betalen een bedrag groot f 158.99*/».
Op een verzoek van het comité ter bevordering
van het inwinnen van geneeskundig advies voor het
huwelijk, om aan de huwelijkscandiaaten daarvoor be
schikbare boekjes uit te reiken, wordt afwijzend be
schikt, als zijnde practisch moeilijk uitvoerbaar.
Aan de orde komt thans een wijziging in het plan:
schoolbouw Kolhorn.
De heer De Groot had een voorstal gedaan, om een
beerput aan te brengen met afvoerkanalen, doch dit
zal in geen geval worden goedgekeurd, daar de school
opziener vasthoudt aan een beerput van 6 kub. M.
inhoud.
Op een vraag van den voorzitter wat de heeren
willen, dezen put of tonnetjes, vraagt de heer Blaau
boer hoe het zal moeten gaan, wanneer een beerput
wordt aangebracht. Deze zal op gezette tijden moeien
worden geledigd en dit zal zeer lastig zijn, omdat
men er moeilijk bij kan komen.
tenstreken uit zijn schooltijd weer voor den geest, zijn
vroolijke onbezorgdheid, die hem altijd bijgebleven was
en het was hun een stille voldoening dat hun zoon
niet was geweest zooals zooveel zoons van anderen.
Als ik bedenk hoeveel vreeselijke dingen andere
ouders te dragen hebben gehad van hun kinderen, dan
hebben wij reden tot groote dankbaarheid," zeide Lady
Clevedale.
Haar man knikte zonder te spreken. Na eenige oogen-
blikken zeide hij
„Het is zoo jammer dat onze lieve jongen Bertha
niet tot zijn vrouw heeft gemaakt. Dan hadden we mis
schien een kleinkind gehad en Bertha zou een dochter
voor ons geweest zijn."
Bertha is heel bijzonder" antwoordde Lady Cle
vedale. even aarzelend voor ze dat laatste woord zeide,
alsof ze'het met zorg gekozen had. „Ik zou nooit ge
dacht hebben, dat een jong meisje, die zulk een bittere
smart ondervindt, zoo kalm zou kunnen zijn, zulk, «en
zelfbeheersching zou kunnen toonen. Zij scheen heel blij
en dankbaar te zijn, toen ik haar vroeg een poosje bij
ons te komen logeeren. Ik denk, dat ze voelt, dat ze
met ons over Denis kan spreken, dat ze als 't ware bij
ons behoort Als ze .bij haar tante in Londen is, kan ze
natuurlijk niet zoo vrijuit over alles spreken, nu het
feitelijk nog geen engagement tusschen hen beiden
was en omdat, naar 't geen ik uit kleinigheden die zij
zeide, héb ongemerkt, naar tante geen bijzonder sym
pathiek persoon schijnt te zijn."
„Er is geen enkele reden'' antwoordde Sir John
„waarom in dat geval het arme kind niet zoo lang bij
ons zou blijven, als ie haar houden wilt. Zij zal een
dochter voor je zijn. Denis had haar lief. Door haar bij
ons te nemem zullen we in den geest van onzen
lieven jongen handelen. We voeren dan om zoo te
zeggen zijn laatsten wil uit, want hij vroeg ons om
voor haar te zorgen."
„Dat wil ik ook graag en ik zal er al mijn best voor
doen", zeide Lady Clevedale met trillende slem, 't
is alleen maar jammer, dat zij zoo onafhankelijk én
zelfstandig is. ij heeft 't niet hoodig, dat er voor
haar gezorgd wordt. Ik vermoed,, dat het Denis' groote
liefde voor haar was, die hem over haar deed spreken,
alsof ze nog heel jong en afhankelijk was. Ze geeft
me niet 't gevoel, oat zij zorg ex) bescherming noodig
heeft, maar misschien vergis ik me."
„We moeten alles doen wat we kunnen om haar ge
lukkig te maken ter wille van onzen jongen," zedde
Sir James. „We zullen haar beschouwen als de kost
bare nalatenschap, die hij ons schonk. En daar ze
zooals je zegt, blij en dankbaar is dat je haar hier
gevraagd hebt, zal ze zich ook wel tevreden bij ons
voelen."
(Wordt vervolgd.)