WOENSDAG 8 NOYEMBER m 39ste Jaargang. No. 3898. Het Geheime Huwelijk EERSTE BLAD. Ingezonden Stukken. FEUILLETON. Brieven uit Engeland. Binnenlandsch Nieuws. OW AG ER Aliemeeo Nieiws- Dit blad verschijnt viermaai per weekDinsdag, Woensdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzendine tot 's morgens 9 nre wor den ADVERTENTIEN in het eerst nitkomend hnmmer geplaatst. COURANT. Atatfintis- LnttiifUii Prijs per 3 maanden fO.95 per post f 1.10. Losse nummers 5 ct. ADVERTENTIES van 1 tot regels f 0.86, iedere regel meer SCHAGEN. LAAN D 5. Inl. Teleph. No. 20. 6 ct. (Bewijano. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berek Dit nummer bestaM uit twee bladen. O. W.er. Café Kurhaus Schevenlngen anno 1930. Die ring, nou ja, ga niet zoo wild van huis De steen mag aardig zijn 'k heb nog wel andre thuis, Dit ding, ja t schittert wel, maar och; 't is boa marché Een roodrug, zou ik denken daar doe je al wat mee. Maar 'k draag hem toch altijd, kijk", 't goud is afgesie.en 't Is een herinnering uit '14 moet je weten, M'n eerste goede zaak. Zeg kellner kom eens hier En breng ons eens wat goeds. Wat zegje Pilsner bier?i Keen Veuve Cliquot in ijs, en denk er om tip top En 'n paar Henri Clay's, en schiet 'n beetje op i t Is anders wel 'n toer om goede wijn te vinden Én k schenk nu eenmaal graag goed spul thuis aan m'n vrinden, 'k Kocht nog onlangs een anker Heddsieck Monopol Van twaalf pop de flesch, ze leken thuis wel dol M'n vrouw die dronk 't<al zoo 's morgens bij 't ontbijt, 'k Verraste haar bij een toast aan Trui dat s onze meid En Trui dronk lustig mee, nou 't kan goddank wel lijen M'n hooien hebben 't goed, 'k wou niet dat ze anders zeien. Maar 'k sprak u van dien ring van m'n eerste affaire 'k Was toen ruim twintig-jaar, en 't was zoowat misère Daar in Noord-Brabant maar ik dreef op eigen wieken Be kocht grondstoffen voor papier en lijmfabneken. Toen brak de oorlog uit dat was m'n opkomst vrienden* i Er waren èr toen veel die aardig wat verdienden,' Maar ik was toch de baas, 'k had kijk op al .die dingen* Mijn heeren 'k droomde 's nachts van rijke vluchtelingen. Enfin 't begon al goed, de eerste van m'n kianteit Een juwelier uit Luik, had fijne diamanten Een aardig duitje waard, maar geen baar geld op zak. En honger als een paard..,, dan zijn de lui zoo mak Zoo kwam-i in m'n zaak, want ik dee in etenswaren, Hij zag er schamel uit, z'n voeten vol met blaren, Z'n kleeren onder "t stof, z'n haar en baard vol vuil, Toen kreeg ik het verhaal, natuurlijk met gehuil, Z'n lieve vrouw reeds ziek, was in den schrik gebleven, Mama was meegevluebt, maar had 't opgegeven. Over vermoeid, zoo'n rpis, en 't mensen was alzoo oud Z'n kind was zoekgeraakt nou 't liet me LaamTijk koud Mijn zaak was geen asyl voor oorlogsvluchtelingen En 'k jiad m'n hoofd 'te vol met al z'n mooie ringen* Enfin de zaak liep rond ik kocht het heele stel Voor honderd vjjftig sjoor, de rest begrijp je wel, Dit ding hield ik er uit, en 't andne bracht wat op, Precies weet ik het niet, maar 'k meen zus duizend pop i En dat was. maar 't begin ach god wat dee ik zalen i Je trof onder die lui toch zulke stomme snaken i Zoo kocht ik van 'n boer nog 10 stuks best vee, Mijnheer vierhonderd pop, betaalde ik ze meel klaar och een schoone tijd lijkt wel nooit lang te duren, En dan zoon comitee, dat legt je in de luren. Later in Rotterdam, da^r dee ik groote zaken, Voor tien ton rubber man, had 'k even twaalf aken, Die gingen naar de Ruhr, alsof 't om kolen was...' M n slimheid is bekend, en 't kwam me toen te past Een markenregen was 't met rubber, koper, spek En lijnolie en Duk, de moffen waren gek. 'k Had gauw een vaste dienst met oude motorschiutan Die gingen over zee, ik liet de grenswacht Duiten. In 't Zuiden bij Breda,' daar haa ik een agent Voor honderd pop pêr week, hij was 't waard die vent Die had een heele ploeg van dragers aangeworven. En van die sjouwerlui is menig man gestorven, Aan wat commiezen!ood, maar meestal ging 't best, Ik zond maar voorraad heen, zij zorgden voor de rest. Efa. werd zoo nu en dan zoo'n drager uitgtfweze^ En "t goed verbeurd verklaard, de wond was gauw genezen Een volgende partij vergoedde zuiver al de scha En ik zat achter 't scherm en streek ze in de IS i En de consenten dan, ook die niet te vergeten, "t Verkrijgen ging niet licht je moest er weg op weten Maar Tc heb er wat gehad, al kostten ze me duiten En handelslui van naam, die konden er naar Duiten. En snapten niet waarom I Ze misten.... handigheid En -dat een eerste eisch in zulk een groote tijd,! Maar Heeren ik stap op, m'n wagen staat te wachten, Een nieuwe raoe-car ja, van honderd paardekrachten, Expres voor mij gebouwd^ ja hij is ongemeen, De Prins van Orléans die heeft er ook zoo een* Od\ 't was eem jdurp gril, maar 'k kan 't me pennitteeren. Jan geef m'n hoed en péls. Zoot Au revoir mijn heeren! A. BRAMSZ. L. G. door MOBERLY. .„Moet ik gaan? Moet ik dadelijk gaan? 't Is alles zoo plotseling, Moet ik werkelijk gaan?" vroeg Betty Clevodale. „Ik geloof niet dat er een enkele reden is om 't uit te stellen. Denis' ouders hebben u gevraagd bij hen te komenhun huis is immers de plaats waar- li moet zijn tenminste voor 't oogenblik, en rij verlangen er natuurlijk erg naar, hun kleinzoon te zien." Betty Clevedale, die weer in haar laag stoeltje bij 't vuur zat met haar kind op haar schoot, keek Holds worth aan met oen angstig, veringen glimlachje, dal baar nog jonger en kinderlijker maakte dan zij in *«kelijkneid was. i,Ik zie er zoo vreeselijk tegen op" zeide zij. Want *éèt' U, ik ben heelemaal geen groote dame. Ik was bonnfrgouvernante, .toen Denis me leerde kennen en Stond heel alleen op de wereld. Ik ben niet go- »end aan zulk een deftige omgeving en adellijke men- schon, en ik heb nooit een flauw vermoeden ervan gehad. dat Denis in die kringen thuis hoorde." Holds worth bemerkte, dat haar armen terwijl ze sprak zich nog inniger om haar kindje sloten en hoe teeder aJ haar gezicht tegen zijn hoofdje drukte, en hij vond in stilte dat zij er zelf kinderlijker dan ooit uitzag. „U zal Denis' vader en moeder bijzonder lief en hartelijk vinden;* ze zullen zoo goed voor U zijn. u bohoeft er niets tegen op te zien", zade hij. ,Zij ••obaden Denis letterlijk; nij was hun alles." „En mijn alles ook" Duisterde Betty. ..Toen ik hem leerde kennen, was het alsof alles ineens vol stralende zonneschijn was, wat eerst somber en grauw was ge- Wee&t. Denis heeft mijn leven tot een hemel op aarde gemaakt.'' nHad U geen familie?" „Neen absoluut niet. Mijn vader en moeder kan j* me haast niet herinneren, ik werd opgevoed op «en S^okoppe kostschool, waar mijn vader me had ge- n niet lang voordat hij stierf, en hij liet bij zijn dood zoo go^i niets M müer dan om kleeren) m« te koopen toen ik nog klein was. Maar toen rJpooter werd hielp ik juffrouw Harper, de school- vrv»0iUW' 01 K8' kleine kinderen les en kreeg daar- r van haar. En toen ik bijna zeventien was, heeft Baarn, 4 November 1916. Eigenaardig was het, de beide laatste jaren die wij in Engeland doorbrachten, de veranderlijke gemoeds stemming na te gaan van de Engelschen wat betreft ons, hun Hollandsche overburen. Soms waren wij drie heele dagen achter elkaar de beste menschen op de wereld natuurlijk voorzoover u iets goeds kan zijn in neutralen dan hadden wij het weer voor een heele week verkorven. En de rede? Ja, die was soms ver 1e zoeken. (De Telegraaf nad eens flink te keer gegaan tegen de re- geenng bijvoorbeeld, en de Daily Mail vertaalde het artikel van a tot z, ar goed den nadruk op leggende; dat volgens onverwachte getuigenis van een groot Hol- landsch blad zeil, wij dag en nacht bezig wa^en do Duitschers van voedsel te voorzien. 1 Dan had je de poppen aan het dansen. Mijn Tietsen- man was in geen half uur uitgepraat, mijn vriend, de Oostenrijksche Pool beweerde zeer vergenoegd, dat wij bezocht me) 's avonds in .eigen persoon of in flie zijner dochter om me van de slechtheid van mijn ras te overtuigen. En wat te antwoorden? De Telegraaf zei het immers zelf. Maar soms zweeg zelfs de Telegraaf, of vond de Mail geen bijzondere aanleiding tot vertaling over te gaan. Ais dan de Londensche correspondent van de Telegraaf niet regelrecht zijn hart uitstortte bij de Daily Maü. waren we benige dagen volkomen neutraal Maar het minste ruchtje kon ons naar dezen of genen kant doen omslaan. Daar kwam de zeeslag in het Skagerrak, een geval, waaraan wij, zou men zeggen, 'absoluut onschuldig waren. De ontsteltenis na de eerste berichten was meer dan groot. Op het land waren de Engelschen niet bepaald verwend geworden in een tijd van twee jaren oorlog. Maar nu op zeel Dat er een aantak schepen naar den kelder waren gegaan, was zoo erg niet, maar ons prestige in het buitenland." Een paar (lagen verliepen. Toen kwamen 'andere* betere tijdingen. Een Hollandsche schipper was in of nabij den strijd geweest, en beweerde dat de,Engelschen meer slaag hadden gegeven dan gekregen. Ik oen nu vergeten, hoe de man heet. Wat me spijt, want ik ben hem groot en dank verschuldigd. Dagen lang ben ik door mijn fietsenman en buurman' met groote vriendelijkheid behandeld. De Pool glimlachte op een raadselachtige manier, maar hij was, voor hij door den oorlog uit zijn betrekking werd gestooten, een handelsman, en bracht alles terug tot centenkwesties. ,,'k Wou dat ik in julli land zat" placht hij te zeggen, daar is tegenwoordig wat te verdienen."! betrekking voor me gezocht als bonne-gouver- De school ging achteruit en zij zeide, dat zij ze een nante. De me niet langer houden kon; ze zou de lessen alleen geven in 't vervolg. Ik kwam bij een familie in Bays- water en ik zag Denis het eerst in Kensington Gar- dens. Ik ging daar gewoonlijk met de kinderen heen, en op een keer wandelde hij er ook en kwamen we met elkaar in aanraking, doordat een van de kinde ren een bal in de struisen had gegooid en hij er dien uithaalde. En toen," op haar gezicht kwam een zachte blos en haar oogen glinsterden, toen kwam hij eiken dag en praatte inet mij en speelde met de kinderen en op een middag vroeg hij me zijn vrouw te wor den". Een blijde en toch teedere«glimlach verhelderde haar trekken en de vreugde van toen scheen zich in haar bruine oogen te weerspiegelen. „O wat was ik gelukkig i Het was of de poorten van liét "Paradijs voor mij geopend werden." „Arm klein ding" die woorden ontvielen Holds- worth onwillekeurig. „Ik dacht dat hij ook werkte voor zijn brood evem- "Ie Betl. dat hij nu paar Tnaan- als ik", vervolgde Betty. We waren een pi den geëngageerd en toen zeide hij, dat hij nu ge noeg verenende om He kunnen trouwen. Hij vond het qnverdagelijk, dat ik kinderen les moest geven en met hen wandelen en spelen. Maar ik dacht, dat hij ook zijn brood verdiende, ik heb nooit vermoed dat het niet zoo was hij heeft er nooit een woord van uezecdPlotseling kwam er een schaduw op haar gezichtje. „Hij zeide dat we heel zuinig moesten leven en hij huurde dit huisje, omdat het leven hier goedkooper was dan in de stad. Ik had nog een poo6 willen sparen, maar hij zeide, dat er geen reden was om te wachten, en dat we heel goed konden trouwen, als we er niet tegen op zagen, om den eersten tijd arm te zijn We moesten in de buurt van Londen wonen omdat Denis niet zoo ver van zijn werk af kon zijn.' „\'an zijn werk?" Holdsworth was een en al verba zing, en "niet zonder reden, want Denis was de emiga zoon en erfgenaam van een schatrijk man eo. had m zijn geheele leven nooit iets uitgevoerd. Ja Wist U niet dat Denis op een kantoor was in de' City? Den eersten tijd nadat we getrouwd wa ren kwam hij eiken avond hier naar toe. Maar na een poos kreeg hij het daar te druk voor en hii nam een kamer in de stad en kwain alleen maar, als hij weg kon Ik vond dat vreeselük eenzaam en akelig voor hem. maar hij zeide, dat het hem allemaal niets kon schelen, omdat hij werkte voor mij." Voor Holdsworth's geestesoog verrees plotseling 't .visioen van Denis Clevedales weelderig gemeubelde appartementen in Londen, en het contrast lusschen hen Als een barometer1 ging de gemoedstoestand op en neer. Vandaag kwam het bericht, dat we op een Zeppelin geschoten hadden en hem hadden geraakt, en ik ging s avonds naar bed half overtuigd dat ik zelf de gelukkige schutter was geweest. Morgein interneerden we een Engelschen vlieger en was ik er aan het einde van den dag niet beslist zeker van», of ik wel geheel onschuldig was aan het feit, minst genomen niet mede verantwoordelijk. Uit de Observer van verleden Zondag merk ik zoo juist, dat we een goede week gehad zouden hebben, indien we in Engeland waren blijven wonen. Veel kennis van ons land bezit de doorsnee Engclsch- man niet» en kennis van onze taal nog minder. Een goeie vriend van me vroeg niet lang geleden, of som mige gedeelten van Holland niet dicht bij Duitschland liggen, waarop ik een tamelijk bevestigend antwoord kon geven, me gelukkig herinnerend, wat ik op school geleerd had van de grenzen van ons land. Maar, zooals Ik zet, als de aardrijkskundige kennis ,„dun" is die van onze taal is dunner. Bij bet gewone publiek staat zij op 'het nulpunt, bij de schrij vers van boeken over Holland juist één graad hooger. "want zij bevat de kennis van het woord mijnheerj steeds gespeld zonder punten op de ij. Mijn reeds meer malen genoemde vriend uit Oostenxijksch Polen gaat prat op zijn kennis onzer taal, maar het is een variëteit, die üoch mijn vrouw noch lk tot heden hebben kunnen verstaan. Bovendien is hij geen „Britisher". Maar om op de Observer terug te komen. Een van de lezers van genoemd blad, benoorende tot in bet alle landen voorkomende en mij geheel onbegrijpelijk ras van „ingezonden-6tukken-schriiver" heeft ontdekt dat wij in onze taal een scheldwoord hebben voor de Duitschers, gespeld met drie letters in m-o-f. Zooals ik reeds zêi. de goedheid van deze mijnheer, om dit belangrijk feit onder de oogen zijner medelazers te breijgen. jou me een week lang den gunst van al mijn kennissen nebben doen verwerven, indien we in. Enge land waren blijven wonen. Wat kan meer' van ons ver langd worden, wanneer we halsstarrig weigeren om met de Duitschers te vechten dan dat we ze zouden! uitscheiden? En dan zoo'n veelzeggend woord als „mof Een Doctor in de Godgeleerdheid was meer dan getroffen door de mededeeling. En hij heeft zijn vrijen tijd in de afgeloopen week besteed om te we ten te komen, wat wij eigenlijk bedoelen met deze korte en kernachtige benaming, die zelfs een En- gelschman niet verkeerd uit kan spreken. De Doctor woont in Eastbourne, maar ik verdenk ham sterk een reis naar Londen en het Britsch Museum ge maakt te hebben, om zich volledig bekend te maken met de geschiedenis, de afleiding en de beteekenis van het woord Hij schrijft in de Observer van Zon dag 29 October: „Het is een woord van respectabele ouderdom. Sewel in zijn Hollandsch Woordenboek van 1706 zegt: mof is een Westfaalsche boer. Rearsby in zijn Reizen, 1657, merkt op, dat de Nederduitschers den Hoogduitsehers „muffes" noemen, wat, volgens hem gelijk staat met stommerikken". Verder merkt de doctor op, dat het woord mof nauw verwant schijnt te zijn met het Hollandsche „muf", en vestigt er de aandacht op, dat Words- worth spreekt over „de muffe kamers in het brein van den idioot". Ja, hij gaat nog verder met zijn taalkundige vèrgelijkingen, en haalt er nog hij het woord „maf", wat, volgens hem, beteekent: 1. close, dull of the weather; 2. mentally stupid. Twee, drie maal las ik dit gedeelte over, maar moest ten slotte bekennen, dat des doctor's kennis van de Hollandsche taal dieper ging dan de mijne, want dat het woord „maf" mij in beide beteeke- nissen onbekend was. Wel wist ik wat „maffen" was, en een „maffie", en zelfs, ik heb „maf", maar de beide beteekenissen, door den doctor gegeven, en het eenvoudige vertrekje, waarin Denis' weduwe haar geschiedenis vertelde, gaf hem een gewaarwor ding van bitterheid. hVVat heeft Denis U over zijn vader en moeder ver teld?" vroeg hij en hij. had moeite om de toorn en verontwaardiging te verbergen, die zijn binnenste do den koken. „Hij zeide dat ze boos op hem waren omdat hij zoo jong al getrouwd was en met een meisje zonder geld. Natuurlijk heb ik van te voren niet geweier^ dat zij boo6. zouden zijn, anders had ik vast en zeker gezegd, dat ik wilde wachten, totdat zij hun toe stemming gaven. Ik zou niet in een familie' hebben willen komen die niets van me wilde weten, omdat ik arm was", zeide zij, even haar hoofd met een kleine beweging van trots opheffend. Maar pas na ons hu welijk hoorde ik, dat Denis' ouders er zich beslist tegen hadden verklaard. Ik dacht, dat zij ons na een poos wel zouden vergeven, en ik zie niet in,, waarom zij 't zoo erg vonden, dat ik geen geld had, nu zij toch zelf zoo rijk zijn," „Dat vinden zij volstrekt niet erg" Holdsworth moedt moeite doen, om zijn verontwaardiging tegen den doode niet openlijk te toonen. Zij zullen heel goed voor U zijn. Ze zijn geen oogenblik boos op U geweest en de geldkwestie- komt niet bij hen op, geen seconde. moet bedenken, 'dat ze van niets wisten, "t Is alles een groote verrassing voor hen.'1 „Ik kan me maar niet begrijpen waarom Denis ons huwelijk géheim heeft gehouden, als er geen reden voor die geheimhouding was, of hij moest zich voor me geschaamd hebben, want ik was maar een bonne-gouvernante en mijn vader en moeder behoor den niet tot den stand, waar U toe behoort." Zij keek Holdsworth bezorgd aan. „Mijn vader was pianostem mer. en mijn moeder was voor haar trouwen onder wijzeres. Ik begrijp nu, /dat Denis zich voor me schaamde.' Datzelfdo dacht Holdsworht, maar hij uitte zijn ver onderstelling niet, want hij wilde het jonge vrouwtje geen harde gedachte over haar man latqp koesteren en door dat gevoel geleid, zeide hij.: „Zou hei niet beter zijn niet terug te zien en 1u probeerden motieven te vinden voor iets wat we toch niet kunnen uitmaken? Tracht het verleden zooveel mogelijk achter U He laten, tenminste dat gedeelte ervan, dat U verdrietig zou kunnen stemmen. En pro beer alleen maar te bedenken, dat U te Du nsmero met hartelijke liefde verwelkomd zal worden dat Do- nis' ouders U als een dochter zullen behandelen." „Zouden ze 't niet era vinden dat ik geen betere japon heb?" vroeg Betty Dezorgd, terwijl ze naar haar eenvoudige zwarte japon van goedkoope stof keek. waren mij ten eenenmale onbekend. Eerlijk moet ik toegeven, dat ik eerst den doctor verdacht, of in elk geval de bronnen, waaruit hij geput had. Ten on rechte! Van Dalen, bleek, bij onderzoek ook van het woord op de hoogte te wezen. Maf, zegt Van Dale is laf, mat, vadsig, loom. Maar of, en in hoever het in verband staat met het reeds genoemde scheld woord* laat Van Dale wijselijk in bet midden. Nog is de doctor niet tevreden! „Wij, Engelschen", zegt hij, „hebben het woord al vroeg van de Hol landers overgenomen in den vorm „muff", wat suk kel beteekent. De Franschen hebben het ook in de zelfde beteekenis". En hij besluit zijn geleerd arti kel met de opmerking, dat de jDuitschers veel ge daan hebben om hun recht op den naam te recht vaardigen. Het zou mij heel erg verwonderen, als de kwes tie hier mee uit was. Ingezonden-stukken-schrijvers zijn niet zoo spoedig uitgepraat. Tien tegen een dat in de Observer van eus. week iemand ontdekt dat mof in verband staat met bof, en de Duitschers daarom op Engelsche spotprenten altijd worden af gebeeld met zulke opgeblazen wangen, of dat een ander wijst op de eigenaardige, zeker niet toevalli ge overeenkomst tusschen de woorden moffen en poffen, wat hij dan in verhand zal brengen met de Duitscha oorlogsleenlngen. In elk geval, sommige deelpn van ons land mo gen dan dicht bij Duitschland liggen, wij mogen de Duitschers van eten voorzien, één ding is vast gelegd en voorgoed vastgelegd: Wij schelden de Duitschers uit! Leve de Hollanders, tot NIBUWB NIEDORP. Als voorz. opende Ds. fiaara Maandagavond 6 Nov. in Prins Maurits de vergadering ter bespreking voos belangstellenden in,de zaak der Gezinsverpleging. Het Kringbestuur achtte het na de te O. Niedorp gehouden bespreking over de zaak der Gezinsverpleging gewenscht> dat de zaai waar het op 't oogenblik om gaat, ook hier zou worden ém het op 't c besproken. A in de vrij Voorz, zal zich bepalen tot een welkom: aan de vrij talrijke aanwezigen, waar Ds. Schermerhorn op zich heeft genomen, de bespreking in te leiden. Afgesproken is door voorz. met de medebestuur- deren van dezen kring der Gezinsverpleging de debatten een regelmatig verloop te laten hebben, terwijl wij ons wd geen van allen aan interrupties zullen schuldig maken. f De heer Ds. £chermerhorn, het woord verkrijgende* geeft een uitvoerige levensbeschrijving van de Gezin»- vernlccina .waarvan we het een en ander zullen ver tellen. Nadat spreker vooropzette, misschien wei de eenige hier ter vergadering te zijn, die met volkomen kennis van zaken het ontstaan en de ontwikkeling der Gezinsverpl. kan bespreken, hebbende van deaj beginne al de geschiedenis meegemaakt hoorden we dat in 1902 de eerste Diaconale conferentie plaats vond. waarin de Diaconieën zouden kunnen gaan en noemde op den ouden platgetreden weg te zijn voortgegaan, waarbij men niet veef meer was dan bedclings-commissie, Dp een bijeenkomst van het Classicaal Bestuur té Alkmaar voerde wijlen predikant Adriana van Warm en- huizen het woord, gaf verschillende richtingen aan, waarin de Diaconiën zouden kunnen gaan en noemde daarbij verpleging van zieken en zieke armen. Bij de discussiën vroeg ik het woord, daar door inleider een ding was genoemd dat mijn aandacht trok: de verpleging der zieke armen. Ik heb dat toen verder besproken en meende, dat dit iets goeds was. Eenige bedenkingen van Ds. van Kluive heb ik weerlegd. Een voorloopig comité werd op die verg. gevormd óm te onderzoeken en de zaak aar ziekenverpleging te hand te nemen. De commissie wasDa. van Kluive, Schagen, de ge H vragen dat vinden ze onaangenaam en Hmjn geven ze je geen werk meer." „Maar heeft U dan genaaid voor geld?" vroeg Holds worth niet wetende, wat hij hoorae. „Ja natuurlijk. Denis kon me niet zoo heel veel ge ven"zeide zij, en er waren veel meer uitgaven dan hij dacht, vooral nadat baby geboren was. Ik heb altijd goed kunnen naaien en ik had nogal wat te doen voor een paar families hier in de buurt. Als ze me betaald hadden, zou ik een betere rouwjapon hebben kunnen koopen. Nu is 't net, alsof ik vond, dat het er niet op aan kwam Dit werd met een aandoenlijken eenvoud gezegd. „U kan heel goed 'hiermee gaan en er is nu ook ;een tijd meer om iels anders aan te schaffen", zeide 'oldsworth. Ik zou U graag van middag meenemen - U en het kind." „Van middag?" Betty keek met verschrikte het kleine, eenvoudige vertrekje rond. Maar ik hoef toch niet voor goed uit ons huisje'weg te gaan. We hielden er zooveel van, Denis en ik, en ik kan het idee niet verdragen, dat ik er van zou moeten schei den, zoodra Denis er niet meer ds. Ik zal met U mee gaan. vandaag nog als 't moet maar voor goed af scheid nemen van ons huisje, dat kan ik niet." Tiaar lippen trilden en Holdsworht dacht in stilte, da.t van haa,r lief gezicht lippen en mond vooral bijzonder bekoorlijk waren. v „U behoeft Uw huisje niet voor goed te verlaten" zeide hij geruststellend. „En ik heb ook al iemand fevonden, die er voor zorgen zal, terwijl U weg is 'oen ik hierheen kwam zoometeen .ben ik b\j de vrouw geweest, die woont in 't huisje wat verder de la%n in, zij heeft me gezegd) dat zij het op zijn tijd zou luchten en "bijstofk-n, terwijl weg w, En later, als U wat tot rust is gekomen, kan Tl beslis sen, wat U er mee doen wu. Maar 't is werkelijk 't best. dat U vandaag op reis gaat. De Clevedales zouden het graag zien én als U mijn raad volgen wil. dan geloof ik werkelijk, daf uw vertrek niet langer uit moet stellen. Ik ga nu een uurtje wandelen* denkt U, dat U in dien tijd klaar zou kunnen zijn met pakken?" J „Met pakken?" Zij glimlachte flauw „Ik heb niet veel te pakken: Baby en ik hebben maar weinig kleeren, we zullen klaar rijn, als U ons over een uur komt halen." (Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 1