WOENSDAG 8 NOYEMBER m
39ste Jaargang. No. 3898.
Het Geheime Huwelijk
EERSTE BLAD.
Ingezonden Stukken.
FEUILLETON.
Brieven uit Engeland.
Binnenlandsch Nieuws.
OW
AG ER
Aliemeeo Nieiws-
Dit blad verschijnt viermaai per weekDinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzendine tot 's morgens 9 nre wor
den ADVERTENTIEN in het eerst nitkomend hnmmer geplaatst.
COURANT.
Atatfintis- LnttiifUii
Prijs per 3 maanden fO.95 per post f 1.10. Losse nummers 5 ct.
ADVERTENTIES van 1 tot regels f 0.86, iedere regel meer
SCHAGEN. LAAN D 5. Inl. Teleph. No. 20. 6 ct. (Bewijano. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. berek
Dit nummer bestaM uit twee bladen.
O. W.er.
Café Kurhaus Schevenlngen anno 1930.
Die ring, nou ja, ga niet zoo wild van huis
De steen mag aardig zijn 'k heb nog wel andre thuis,
Dit ding, ja t schittert wel, maar och; 't is boa marché
Een roodrug, zou ik denken daar doe je al wat mee.
Maar 'k draag hem toch altijd, kijk", 't goud is afgesie.en
't Is een herinnering uit '14 moet je weten,
M'n eerste goede zaak. Zeg kellner kom eens hier
En breng ons eens wat goeds. Wat zegje Pilsner bier?i
Keen Veuve Cliquot in ijs, en denk er om tip top
En 'n paar Henri Clay's, en schiet 'n beetje op i
t Is anders wel 'n toer om goede wijn te vinden
Én k schenk nu eenmaal graag goed spul thuis
aan m'n vrinden,
'k Kocht nog onlangs een anker Heddsieck Monopol
Van twaalf pop de flesch, ze leken thuis wel dol
M'n vrouw die dronk 't<al zoo 's morgens bij 't ontbijt,
'k Verraste haar bij een toast aan Trui dat s onze meid
En Trui dronk lustig mee, nou 't kan goddank wel lijen
M'n hooien hebben 't goed, 'k wou niet dat ze
anders zeien.
Maar 'k sprak u van dien ring van m'n eerste affaire
'k Was toen ruim twintig-jaar, en 't was zoowat misère
Daar in Noord-Brabant maar ik dreef op eigen wieken
Be kocht grondstoffen voor papier en lijmfabneken.
Toen brak de oorlog uit dat was m'n opkomst vrienden* i
Er waren èr toen veel die aardig wat verdienden,'
Maar ik was toch de baas, 'k had kijk op al .die dingen*
Mijn heeren 'k droomde 's nachts van rijke vluchtelingen.
Enfin 't begon al goed, de eerste van m'n kianteit
Een juwelier uit Luik, had fijne diamanten
Een aardig duitje waard, maar geen baar geld op zak.
En honger als een paard..,, dan zijn de lui zoo mak
Zoo kwam-i in m'n zaak, want ik dee in etenswaren,
Hij zag er schamel uit, z'n voeten vol met blaren,
Z'n kleeren onder "t stof, z'n haar en baard vol vuil,
Toen kreeg ik het verhaal, natuurlijk met gehuil,
Z'n lieve vrouw reeds ziek, was in den schrik gebleven,
Mama was meegevluebt, maar had 't opgegeven.
Over vermoeid, zoo'n rpis, en 't mensen was alzoo oud
Z'n kind was zoekgeraakt nou 't liet me LaamTijk koud
Mijn zaak was geen asyl voor oorlogsvluchtelingen
En 'k jiad m'n hoofd 'te vol met al z'n mooie ringen*
Enfin de zaak liep rond ik kocht het heele stel
Voor honderd vjjftig sjoor, de rest begrijp je wel,
Dit ding hield ik er uit, en 't andne bracht wat op,
Precies weet ik het niet, maar 'k meen zus duizend pop i
En dat was. maar 't begin ach god wat dee ik zalen i
Je trof onder die lui toch zulke stomme snaken i
Zoo kocht ik van 'n boer nog 10 stuks best vee,
Mijnheer vierhonderd pop, betaalde ik ze meel
klaar och een schoone tijd lijkt wel nooit lang te duren,
En dan zoon comitee, dat legt je in de luren.
Later in Rotterdam, da^r dee ik groote zaken,
Voor tien ton rubber man, had 'k even twaalf aken,
Die gingen naar de Ruhr, alsof 't om kolen was...'
M n slimheid is bekend, en 't kwam me toen te past
Een markenregen was 't met rubber, koper, spek
En lijnolie en Duk, de moffen waren gek.
'k Had gauw een vaste dienst met oude motorschiutan
Die gingen over zee, ik liet de grenswacht Duiten.
In 't Zuiden bij Breda,' daar haa ik een agent
Voor honderd pop pêr week, hij was 't waard die vent
Die had een heele ploeg van dragers aangeworven.
En van die sjouwerlui is menig man gestorven,
Aan wat commiezen!ood, maar meestal ging 't best,
Ik zond maar voorraad heen, zij zorgden voor de rest.
Efa. werd zoo nu en dan zoo'n drager uitgtfweze^
En "t goed verbeurd verklaard, de wond was gauw
genezen
Een volgende partij vergoedde zuiver al de scha
En ik zat achter 't scherm en streek ze in de IS i
En de consenten dan, ook die niet te vergeten,
"t Verkrijgen ging niet licht je moest er weg op weten
Maar Tc heb er wat gehad, al kostten ze me duiten
En handelslui van naam, die konden er naar Duiten.
En snapten niet waarom I Ze misten.... handigheid
En -dat een eerste eisch in zulk een groote tijd,!
Maar Heeren ik stap op, m'n wagen staat te wachten,
Een nieuwe raoe-car ja, van honderd paardekrachten,
Expres voor mij gebouwd^ ja hij is ongemeen,
De Prins van Orléans die heeft er ook zoo een*
Od\ 't was eem jdurp gril, maar 'k kan 't me pennitteeren.
Jan geef m'n hoed en péls. Zoot Au revoir mijn heeren!
A. BRAMSZ.
L. G.
door
MOBERLY.
.„Moet ik gaan? Moet ik dadelijk gaan? 't Is alles
zoo plotseling, Moet ik werkelijk gaan?" vroeg Betty
Clevodale.
„Ik geloof niet dat er een enkele reden is om 't
uit te stellen. Denis' ouders hebben u gevraagd bij
hen te komenhun huis is immers de plaats waar-
li moet zijn tenminste voor 't oogenblik, en rij
verlangen er natuurlijk erg naar, hun kleinzoon te
zien."
Betty Clevedale, die weer in haar laag stoeltje bij
't vuur zat met haar kind op haar schoot, keek Holds
worth aan met oen angstig, veringen glimlachje, dal
baar nog jonger en kinderlijker maakte dan zij in
*«kelijkneid was.
i,Ik zie er zoo vreeselijk tegen op" zeide zij. Want
*éèt' U, ik ben heelemaal geen groote dame. Ik was
bonnfrgouvernante, .toen Denis me leerde kennen en
Stond heel alleen op de wereld. Ik ben niet go-
»end aan zulk een deftige omgeving en adellijke men-
schon, en ik heb nooit een flauw vermoeden ervan
gehad. dat Denis in die kringen thuis hoorde." Holds
worth bemerkte, dat haar armen terwijl ze sprak
zich nog inniger om haar kindje sloten en hoe teeder
aJ haar gezicht tegen zijn hoofdje drukte, en hij
vond in stilte dat zij er zelf kinderlijker dan ooit uitzag.
„U zal Denis' vader en moeder bijzonder lief en
hartelijk vinden;* ze zullen zoo goed voor U zijn.
u bohoeft er niets tegen op te zien", zade hij. ,Zij
••obaden Denis letterlijk; nij was hun alles."
„En mijn alles ook" Duisterde Betty. ..Toen ik hem
leerde kennen, was het alsof alles ineens vol stralende
zonneschijn was, wat eerst somber en grauw was ge-
Wee&t. Denis heeft mijn leven tot een hemel op aarde
gemaakt.''
nHad U geen familie?"
„Neen absoluut niet. Mijn vader en moeder kan
j* me haast niet herinneren, ik werd opgevoed op «en
S^okoppe kostschool, waar mijn vader me had ge-
n niet lang voordat hij stierf, en hij liet bij zijn dood
zoo go^i niets M müer dan om kleeren)
m« te koopen toen ik nog klein was. Maar toen
rJpooter werd hielp ik juffrouw Harper, de school-
vrv»0iUW' 01 K8' kleine kinderen les en kreeg daar-
r van haar. En toen ik bijna zeventien was, heeft
Baarn, 4 November 1916.
Eigenaardig was het, de beide laatste jaren die wij
in Engeland doorbrachten, de veranderlijke gemoeds
stemming na te gaan van de Engelschen wat betreft ons,
hun Hollandsche overburen. Soms waren wij drie heele
dagen achter elkaar de beste menschen op de wereld
natuurlijk voorzoover u iets goeds kan zijn in
neutralen dan hadden wij het weer voor een heele
week verkorven.
En de rede? Ja, die was soms ver 1e zoeken. (De
Telegraaf nad eens flink te keer gegaan tegen de re-
geenng bijvoorbeeld, en de Daily Mail vertaalde het
artikel van a tot z, ar goed den nadruk op leggende;
dat volgens onverwachte getuigenis van een groot Hol-
landsch blad zeil, wij dag en nacht bezig wa^en do
Duitschers van voedsel te voorzien. 1
Dan had je de poppen aan het dansen. Mijn Tietsen-
man was in geen half uur uitgepraat, mijn vriend, de
Oostenrijksche Pool beweerde zeer vergenoegd, dat wij
bezocht me) 's avonds in .eigen persoon of in flie zijner
dochter om me van de slechtheid van mijn ras te
overtuigen. En wat te antwoorden? De Telegraaf zei
het immers zelf.
Maar soms zweeg zelfs de Telegraaf, of vond de
Mail geen bijzondere aanleiding tot vertaling over te
gaan. Ais dan de Londensche correspondent van de
Telegraaf niet regelrecht zijn hart uitstortte bij de Daily
Maü. waren we benige dagen volkomen neutraal
Maar het minste ruchtje kon ons naar dezen of genen
kant doen omslaan.
Daar kwam de zeeslag in het Skagerrak, een geval,
waaraan wij, zou men zeggen, 'absoluut onschuldig
waren. De ontsteltenis na de eerste berichten was
meer dan groot. Op het land waren de Engelschen
niet bepaald verwend geworden in een tijd van twee
jaren oorlog. Maar nu op zeel Dat er een aantak
schepen naar den kelder waren gegaan, was zoo erg
niet, maar ons prestige in het buitenland."
Een paar (lagen verliepen. Toen kwamen 'andere*
betere tijdingen. Een Hollandsche schipper was in of
nabij den strijd geweest, en beweerde dat de,Engelschen
meer slaag hadden gegeven dan gekregen. Ik oen nu
vergeten, hoe de man heet. Wat me spijt, want ik
ben hem groot en dank verschuldigd.
Dagen lang ben ik door mijn fietsenman en buurman'
met groote vriendelijkheid behandeld. De Pool glimlachte
op een raadselachtige manier, maar hij was, voor hij
door den oorlog uit zijn betrekking werd gestooten,
een handelsman, en bracht alles terug tot centenkwesties.
,,'k Wou dat ik in julli land zat" placht hij te
zeggen, daar is tegenwoordig wat te verdienen."!
betrekking voor me gezocht als bonne-gouver-
De school ging achteruit en zij zeide, dat zij
ze een
nante. De
me niet langer houden kon; ze zou de lessen alleen
geven in 't vervolg. Ik kwam bij een familie in Bays-
water en ik zag Denis het eerst in Kensington Gar-
dens. Ik ging daar gewoonlijk met de kinderen heen,
en op een keer wandelde hij er ook en kwamen we
met elkaar in aanraking, doordat een van de kinde
ren een bal in de struisen had gegooid en hij er dien
uithaalde. En toen," op haar gezicht kwam een zachte
blos en haar oogen glinsterden, toen kwam hij eiken
dag en praatte inet mij en speelde met de kinderen
en op een middag vroeg hij me zijn vrouw te wor
den". Een blijde en toch teedere«glimlach verhelderde
haar trekken en de vreugde van toen scheen zich in
haar bruine oogen te weerspiegelen. „O wat was ik
gelukkig i Het was of de poorten van liét "Paradijs voor
mij geopend werden."
„Arm klein ding" die woorden ontvielen Holds-
worth onwillekeurig.
„Ik dacht dat hij ook werkte voor zijn brood evem-
"Ie Betl.
dat hij nu
paar Tnaan-
als ik", vervolgde Betty. We waren een pi
den geëngageerd en toen zeide hij, dat hij nu ge
noeg verenende om He kunnen trouwen. Hij vond het
qnverdagelijk, dat ik kinderen les moest geven en
met hen wandelen en spelen. Maar ik dacht, dat hij
ook zijn brood verdiende, ik heb nooit vermoed dat
het niet zoo was hij heeft er nooit een woord van
uezecdPlotseling kwam er een schaduw op haar
gezichtje.
„Hij zeide dat we heel zuinig moesten leven en hij
huurde dit huisje, omdat het leven hier goedkooper
was dan in de stad. Ik had nog een poo6 willen
sparen, maar hij zeide, dat er geen reden was om te
wachten, en dat we heel goed konden trouwen, als
we er niet tegen op zagen, om den eersten tijd arm
te zijn We moesten in de buurt van Londen wonen
omdat Denis niet zoo ver van zijn werk af kon zijn.'
„\'an zijn werk?" Holdsworth was een en al verba
zing, en "niet zonder reden, want Denis was de emiga
zoon en erfgenaam van een schatrijk man eo. had m
zijn geheele leven nooit iets uitgevoerd.
Ja Wist U niet dat Denis op een kantoor was in
de' City? Den eersten tijd nadat we getrouwd wa
ren kwam hij eiken avond hier naar toe. Maar na een
poos kreeg hij het daar te druk voor en hii nam een
kamer in de stad en kwain alleen maar, als hij weg
kon Ik vond dat vreeselük eenzaam en akelig voor
hem. maar hij zeide, dat het hem allemaal niets kon
schelen, omdat hij werkte voor mij."
Voor Holdsworth's geestesoog verrees plotseling 't
.visioen van Denis Clevedales weelderig gemeubelde
appartementen in Londen, en het contrast lusschen hen
Als een barometer1 ging de gemoedstoestand op en
neer. Vandaag kwam het bericht, dat we op een
Zeppelin geschoten hadden en hem hadden geraakt, en
ik ging s avonds naar bed half overtuigd dat
ik zelf de gelukkige schutter was geweest. Morgein
interneerden we een Engelschen vlieger en was ik er
aan het einde van den dag niet beslist zeker van»,
of ik wel geheel onschuldig was aan het feit, minst
genomen niet mede verantwoordelijk.
Uit de Observer van verleden Zondag merk ik zoo
juist, dat we een goede week gehad zouden hebben,
indien we in Engeland waren blijven wonen.
Veel kennis van ons land bezit de doorsnee Engclsch-
man niet» en kennis van onze taal nog minder. Een
goeie vriend van me vroeg niet lang geleden, of som
mige gedeelten van Holland niet dicht bij Duitschland
liggen, waarop ik een tamelijk bevestigend antwoord
kon geven, me gelukkig herinnerend, wat ik op school
geleerd had van de grenzen van ons land.
Maar, zooals Ik zet, als de aardrijkskundige kennis
,„dun" is die van onze taal is dunner. Bij bet
gewone publiek staat zij op 'het nulpunt, bij de schrij
vers van boeken over Holland juist één graad hooger.
"want zij bevat de kennis van het woord mijnheerj
steeds gespeld zonder punten op de ij. Mijn reeds meer
malen genoemde vriend uit Oostenxijksch Polen gaat prat
op zijn kennis onzer taal, maar het is een variëteit, die
üoch mijn vrouw noch lk tot heden hebben kunnen
verstaan. Bovendien is hij geen „Britisher".
Maar om op de Observer terug te komen. Een
van de lezers van genoemd blad, benoorende tot in bet
alle landen voorkomende en mij geheel onbegrijpelijk ras
van „ingezonden-6tukken-schriiver" heeft ontdekt dat
wij in onze taal een scheldwoord hebben voor de
Duitschers, gespeld met drie letters in m-o-f. Zooals
ik reeds zêi. de goedheid van deze mijnheer, om dit
belangrijk feit onder de oogen zijner medelazers te
breijgen. jou me een week lang den gunst van al mijn
kennissen nebben doen verwerven, indien we in. Enge
land waren blijven wonen. Wat kan meer' van ons ver
langd worden, wanneer we halsstarrig weigeren om
met de Duitschers te vechten dan dat we ze zouden!
uitscheiden? En dan zoo'n veelzeggend woord als „mof
Een Doctor in de Godgeleerdheid was meer dan
getroffen door de mededeeling. En hij heeft zijn
vrijen tijd in de afgeloopen week besteed om te we
ten te komen, wat wij eigenlijk bedoelen met deze
korte en kernachtige benaming, die zelfs een En-
gelschman niet verkeerd uit kan spreken. De Doctor
woont in Eastbourne, maar ik verdenk ham sterk
een reis naar Londen en het Britsch Museum ge
maakt te hebben, om zich volledig bekend te maken
met de geschiedenis, de afleiding en de beteekenis
van het woord Hij schrijft in de Observer van Zon
dag 29 October:
„Het is een woord van respectabele ouderdom.
Sewel in zijn Hollandsch Woordenboek van 1706
zegt: mof is een Westfaalsche boer. Rearsby in zijn
Reizen, 1657, merkt op, dat de Nederduitschers den
Hoogduitsehers „muffes" noemen, wat, volgens hem
gelijk staat met stommerikken".
Verder merkt de doctor op, dat het woord mof
nauw verwant schijnt te zijn met het Hollandsche
„muf", en vestigt er de aandacht op, dat Words-
worth spreekt over „de muffe kamers in het brein
van den idioot". Ja, hij gaat nog verder met zijn
taalkundige vèrgelijkingen, en haalt er nog hij het
woord „maf", wat, volgens hem, beteekent:
1. close, dull of the weather;
2. mentally stupid.
Twee, drie maal las ik dit gedeelte over, maar
moest ten slotte bekennen, dat des doctor's kennis
van de Hollandsche taal dieper ging dan de mijne,
want dat het woord „maf" mij in beide beteeke-
nissen onbekend was. Wel wist ik wat „maffen"
was, en een „maffie", en zelfs, ik heb „maf", maar
de beide beteekenissen, door den doctor gegeven,
en het eenvoudige vertrekje, waarin Denis' weduwe
haar geschiedenis vertelde, gaf hem een gewaarwor
ding van bitterheid.
hVVat
heeft Denis U over zijn vader en moeder ver
teld?" vroeg hij en hij. had moeite om de toorn en
verontwaardiging te verbergen, die zijn binnenste do
den koken.
„Hij zeide dat ze boos op hem waren omdat hij
zoo jong al getrouwd was en met een meisje zonder
geld. Natuurlijk heb ik van te voren niet geweier^
dat zij boo6. zouden zijn, anders had ik vast en zeker
gezegd, dat ik wilde wachten, totdat zij hun toe
stemming gaven. Ik zou niet in een familie' hebben
willen komen die niets van me wilde weten, omdat ik
arm was", zeide zij, even haar hoofd met een kleine
beweging van trots opheffend. Maar pas na ons hu
welijk hoorde ik, dat Denis' ouders er zich beslist tegen
hadden verklaard. Ik dacht, dat zij ons na een poos
wel zouden vergeven, en ik zie niet in,, waarom zij 't
zoo erg vonden, dat ik geen geld had, nu zij toch zelf
zoo rijk zijn,"
„Dat vinden zij volstrekt niet erg" Holdsworth
moedt moeite doen, om zijn verontwaardiging tegen
den doode niet openlijk te toonen. Zij zullen heel
goed voor U zijn. Ze zijn geen oogenblik boos op U
geweest en de geldkwestie- komt niet bij hen op,
geen seconde. moet bedenken, 'dat ze van niets
wisten, "t Is alles een groote verrassing voor hen.'1
„Ik kan me maar niet begrijpen waarom Denis ons
huwelijk géheim heeft gehouden, als er geen reden
voor die geheimhouding was, of hij moest zich
voor me geschaamd hebben, want ik was maar een
bonne-gouvernante en mijn vader en moeder behoor
den niet tot den stand, waar U toe behoort." Zij keek
Holdsworth bezorgd aan. „Mijn vader was pianostem
mer. en mijn moeder was voor haar trouwen onder
wijzeres. Ik begrijp nu, /dat Denis zich voor me
schaamde.'
Datzelfdo dacht Holdsworht, maar hij uitte zijn ver
onderstelling niet, want hij wilde het jonge vrouwtje
geen harde gedachte over haar man latqp koesteren
en door dat gevoel geleid, zeide hij.:
„Zou hei niet beter zijn niet terug te zien en 1u
probeerden motieven te vinden voor iets wat we toch
niet kunnen uitmaken? Tracht het verleden zooveel
mogelijk achter U He laten, tenminste dat gedeelte
ervan, dat U verdrietig zou kunnen stemmen. En pro
beer alleen maar te bedenken, dat U te Du nsmero
met hartelijke liefde verwelkomd zal worden dat Do-
nis' ouders U als een dochter zullen behandelen."
„Zouden ze 't niet era vinden dat ik geen betere
japon heb?" vroeg Betty Dezorgd, terwijl ze naar haar
eenvoudige zwarte japon van goedkoope stof keek.
waren mij ten eenenmale onbekend. Eerlijk moet ik
toegeven, dat ik eerst den doctor verdacht, of in elk
geval de bronnen, waaruit hij geput had. Ten on
rechte! Van Dalen, bleek, bij onderzoek ook van het
woord op de hoogte te wezen. Maf, zegt Van Dale
is laf, mat, vadsig, loom. Maar of, en in hoever het
in verband staat met het reeds genoemde scheld
woord* laat Van Dale wijselijk in bet midden.
Nog is de doctor niet tevreden! „Wij, Engelschen",
zegt hij, „hebben het woord al vroeg van de Hol
landers overgenomen in den vorm „muff", wat suk
kel beteekent. De Franschen hebben het ook in de
zelfde beteekenis". En hij besluit zijn geleerd arti
kel met de opmerking, dat de jDuitschers veel ge
daan hebben om hun recht op den naam te recht
vaardigen.
Het zou mij heel erg verwonderen, als de kwes
tie hier mee uit was. Ingezonden-stukken-schrijvers
zijn niet zoo spoedig uitgepraat. Tien tegen een dat
in de Observer van eus. week iemand ontdekt dat
mof in verband staat met bof, en de Duitschers
daarom op Engelsche spotprenten altijd worden af
gebeeld met zulke opgeblazen wangen, of dat een
ander wijst op de eigenaardige, zeker niet toevalli
ge overeenkomst tusschen de woorden moffen en
poffen, wat hij dan in verhand zal brengen met de
Duitscha oorlogsleenlngen.
In elk geval, sommige deelpn van ons land mo
gen dan dicht bij Duitschland liggen, wij mogen
de Duitschers van eten voorzien, één ding is vast
gelegd en voorgoed vastgelegd: Wij schelden de
Duitschers uit! Leve de Hollanders, tot
NIBUWB NIEDORP.
Als voorz. opende Ds. fiaara Maandagavond 6 Nov.
in Prins Maurits de vergadering ter bespreking voos
belangstellenden in,de zaak der Gezinsverpleging. Het
Kringbestuur achtte het na de te O. Niedorp gehouden
bespreking over de zaak der Gezinsverpleging gewenscht>
dat de zaai waar het op 't oogenblik om gaat, ook
hier zou worden ém
het op 't c
besproken. A
in de vrij
Voorz, zal zich bepalen
tot een welkom: aan de vrij talrijke aanwezigen,
waar Ds. Schermerhorn op zich heeft genomen, de
bespreking in te leiden.
Afgesproken is door voorz. met de medebestuur-
deren van dezen kring der Gezinsverpleging de debatten
een regelmatig verloop te laten hebben, terwijl wij
ons wd geen van allen aan interrupties zullen schuldig
maken. f
De heer Ds. £chermerhorn, het woord verkrijgende*
geeft een uitvoerige levensbeschrijving van de Gezin»-
vernlccina .waarvan we het een en ander zullen ver
tellen. Nadat spreker vooropzette, misschien wei de
eenige hier ter vergadering te zijn, die met volkomen
kennis van zaken het ontstaan en de ontwikkeling
der Gezinsverpl. kan bespreken, hebbende van deaj
beginne al de geschiedenis meegemaakt hoorden we
dat in 1902 de eerste Diaconale conferentie plaats vond.
waarin de Diaconieën zouden kunnen gaan en noemde
op den ouden platgetreden weg te zijn voortgegaan,
waarbij men niet veef meer was dan bedclings-commissie,
Dp een bijeenkomst van het Classicaal Bestuur té
Alkmaar voerde wijlen predikant Adriana van Warm en-
huizen het woord, gaf verschillende richtingen aan,
waarin de Diaconiën zouden kunnen gaan en noemde
daarbij verpleging van zieken en zieke armen. Bij de
discussiën vroeg ik het woord, daar door inleider
een ding was genoemd dat mijn aandacht trok: de
verpleging der zieke armen. Ik heb dat toen verder
besproken en meende, dat dit iets goeds was. Eenige
bedenkingen van Ds. van Kluive heb ik weerlegd. Een
voorloopig comité werd op die verg. gevormd óm te
onderzoeken en de zaak aar ziekenverpleging te hand
te nemen.
De commissie wasDa. van Kluive, Schagen, de
ge
H
vragen dat vinden ze onaangenaam en Hmjn geven ze
je geen werk meer."
„Maar heeft U dan genaaid voor geld?" vroeg Holds
worth niet wetende, wat hij hoorae.
„Ja natuurlijk. Denis kon me niet zoo heel veel ge
ven"zeide zij, en er waren veel meer uitgaven dan
hij dacht, vooral nadat baby geboren was. Ik heb altijd
goed kunnen naaien en ik had nogal wat te doen voor
een paar families hier in de buurt. Als ze me betaald
hadden, zou ik een betere rouwjapon hebben kunnen
koopen. Nu is 't net, alsof ik vond, dat het er niet op
aan kwam Dit werd met een aandoenlijken eenvoud
gezegd.
„U kan heel goed 'hiermee gaan en er is nu ook
;een tijd meer om iels anders aan te schaffen", zeide
'oldsworth. Ik zou U graag van middag meenemen
- U en het kind."
„Van middag?" Betty keek met verschrikte
het kleine, eenvoudige vertrekje rond. Maar ik
hoef toch niet voor goed uit ons huisje'weg te gaan.
We hielden er zooveel van, Denis en ik, en ik kan het
idee niet verdragen, dat ik er van zou moeten schei
den, zoodra Denis er niet meer ds. Ik zal met U mee
gaan. vandaag nog als 't moet maar voor goed af
scheid nemen van ons huisje, dat kan ik niet." Tiaar
lippen trilden en Holdsworht dacht in stilte, da.t van
haa,r lief gezicht lippen en mond vooral bijzonder
bekoorlijk waren. v
„U behoeft Uw huisje niet voor goed te verlaten"
zeide hij geruststellend. „En ik heb ook al iemand
fevonden, die er voor zorgen zal, terwijl U weg is
'oen ik hierheen kwam zoometeen .ben ik b\j de
vrouw geweest, die woont in 't huisje wat verder
de la%n in, zij heeft me gezegd) dat zij het op zijn
tijd zou luchten en "bijstofk-n, terwijl weg w, En
later, als U wat tot rust is gekomen, kan Tl beslis
sen, wat U er mee doen wu. Maar 't is werkelijk 't
best. dat U vandaag op reis gaat. De Clevedales
zouden het graag zien én als U mijn raad volgen
wil. dan geloof ik werkelijk, daf uw vertrek niet
langer uit moet stellen. Ik ga nu een uurtje wandelen*
denkt U, dat U in dien tijd klaar zou kunnen zijn
met pakken?" J
„Met pakken?" Zij glimlachte flauw
„Ik heb niet veel te pakken: Baby en ik hebben
maar weinig kleeren, we zullen klaar rijn, als U ons
over een uur komt halen."
(Wordt vervolgd.