WOENSDAG 22 NOVEMBER 1116. 39ste Jaargang. No. 5906. Het Geheime Huwelijk FEUILLETON. - EERSTE BLAD. Brieven uit Engeland. Binnenlandsch Nieuws. SCHAKER Alpien Nieuws- COURANT. Atvenemie- LaMbeivblad. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,. TT., a a wt o Donderdag en Zaterdag. Bjj inzending tot 's morgens 9 ure wor- I Ultgever8 I 1 KAx MAN Co. (jfln ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst. SCHAGEN. LAAN D 5. Int. Teleph. No. 20. Prijs per 8 maanden f 0.95 per post f 1.10. Losse nummers 5 ot. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.85, iedere regel meer 6 ct. (Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. borek Dit nummer besta»* uit twee bladen. Baarn, 19 November 1916. Verscheidene maanden geleden schreef ik, zooels men ach misschien nog herinneren zal, over de Zuidpool- axpeditie van Sir Ernest Shackleton, en het toen on bekend lot van degenen, die haast zonder levensmid delen waren achtergelaten op het Olifantseiland An dere gedachten hebben ons bezig gehouden in de we ten en maanden, die volgden, maar voor de nabe staanden dier mannen is diezelfde tijd er een ge weest van angstige spanning. Een spanning, die nu voorbij is, want, zooals men weet, zijn zij gered, da mannen, en reeds weer terug in het vaderland. Over wat zij beleefd hebben in die lange winterdagen1 en nachten, afgescheiden van de bewoonde wereld en onwetend van al wat daar voorviel, lezen wij deze week hel volgende in de Observer. Van 27 October tcjt 9 April, vertelt Mr. Fraule Wild, waren wij op het ijs, wachtend, steeds maar wach tend. Wij probeerden met de sleden uit te gaan, maar het ijs was er ongeschikt voor, te ruw, te ongelijk. Met de boot uit te gaan was evenmin mogelijk, want er was niet genoeg open water. We konden mets doen dan ons gelaten overgeven aan ons lot etn meedrijven mert het ijs, langzaam aan, zes honderd mijlen ver, naar het Noorden. Den Öden April kwamen we aan het Olifantseiland, waar we den 15den landden op een smal strookje kust. van een 150 M. lengte Het. was de eenige plaats op ne teiland, waar we konden landen, want ae rot sen rezen sleii omhoog tot een hoogte van 1000 M. en meer. Het scheen een onmogelijkheid op dat strookje land te leven, want de wind was te sterk om een be hoorlijke hut te bouwen, en dit lage kustgedeelta was te voren door de zee overstroomd geweest. Wij begonnen dus het ijshol te graven, waarin, zoo als men weet, Sir Ernest Shackleton ons achterliet Het werk hield ons drie weken flink bezig, waarin we een gat groeven van een Meter of vijf, zes. Bijna hadden we het groot genoeg gekregen om bet als woning te kunnen gebruiken, toen we merk ten, dat er water in liep, een onder-het-ijs rivier, en bij eiken hak, dien we gaven, werd het gat meteen gevuld met sneeuw. We zouden iederen dag een hal ven dag noodig gehad hebben, om de sneeuw te ruimen Ten Slotte vonden we het niet mogelijk een woon plaats uit te graven, en we moesten het er maar op wagen, of we niet van de smalle kuststrook afge spoeld zouden worden We maakten een hut door twee steenen muren te bouwen, en de booten er voor en achter op te leggen, terwijl we het gescheur de zeildoek van de tenten gebruikten voor het dak en de zijkanten In ongeveer een week tijd hadden we de hut bestand gemaakt tegen weer en wind. Maar het dak was niet meer dan ruim een meter hoog, en zoodoende hadden we allen te lijden van sTijve ruggen Ook was de ruimte ver van overgroot De vloer was slechts zes bij zeven meter voor ons twee en twintigen. Vijf sliepen er op de hanken van de eene boot, zes op die van de andere, en de rest op den vloer, een vloer van steenen Ofschoon we allen veel geleden hadden door bloot stelling aan kou en wind voor we op het eiland aan 9. door L. 6. MOBERLY. HOOFDSTUK IX. Bertha's plannen 1 Bertha Tarnley zat aan het schrijftafeltje in haar weelderig ingerichte slaapkamer op The Manor, hoe wel zij haar pen in haar hana hield en er een velletje p; pier op het vloeiboek voor haar lag, had zij nog geen woord geschreven en zat zij voor zich uit te staren met saamgetrokken wenkbrauwen en een bezorgde uitdrukking in haar oogen. Haar geest was ItLarblijkelijk ver weg van de omgeving, waarin zij óch op dat oogenblik bevond en hoewel haar oogen en toe door de kamer dwaalden, dacht zij toch "iet aan de voorwerpen, waar haar blik op bleef risten. Het ging niet alles, zooals zij het gewenscht verwacht had, en de ontdekking, dat Denis Cle- vedale een weduwe had nagelaten, was een zware a8 voor haar geweest. «een diepe genegenheid voor den doode was de (Pbnd voor haar bittere teleurstelling de weten- fchap) dat Betty bestond, had haar ij delheid een slag toegebracht, niet haar hart en de vraag, wat de toekomst nu kon bieden, hield haar oneindig meer begg dan overwegingen, die hart en gevoel raakten. Haar weloverlegd plan om zich onmisbaar te ma- jen bij Lady Clevedale en om toch nog de rol van lichter bij Denis' ouders te spelen was in duigen ge ilen door de komst van de ware schoondochter en ae was verstandig genoeg om te begrijpen, dat haar Positie op The Manor nu weldra onhoudbaar zou *°f(len. „Natuurlijk kan ik hier niet tot in 't oneindige o'tjven", zeide zij bij zichzelf. „Het zou erg genoeg- J gemakkelijk zijn geweest om de rol van doch- bij de tweee oude menschen te spelen, zoolang w leven, en ik had me er zoa heerlijk in kunnen wa o3! akelige wezen niet pdotseding opgedoken i s Ai zal nu natuurlijk alles doen, wat ik oneindig «er had kunnen doen.'' Haar gezicht kreeg een on- uitdrukking, in haar oogen lag iets wraak- toen zij dacht aan Lady Clevedales beschnj- n/« va* Betty's klein, bleek gezichtje en droeve brui ne ^en A had Betty den avond van haar komst toen was ze bescheiden op haar kamer BttrmJ?1 f?1 H«n volgendien dag was de ziekte al be- ^ulk een angst en zorg veroorzaakte, bespottelijke angst" noemde Bertha het in kwamen, waren de eenige ziektegevallen, die we had den, gevallen van bcvriesing. De vingers van een van ons waren er allerslechtst aan toe, van een ander moesten vijf teenen worden afgezet. We leefden voornamelijk van vetganzen, en zeehon den. Maar de laatste waren zeer schaarsch, doordat het ijs, dat zich overal langs de kust vormde het moei lijk voor ze maakte, er op te komen, en de vetganzen waren bezwaarlijk te vangen in de losse sneeuw, hadden Vij fmaanden lang hadden we niets te doen op het eiland. We hadden neel weinig boeken en geen spel len. Maar we hadden een banjo, een soort van guitaar, en op Zaterdag maakten we muziek en toostten op onzen vrouwen en meisjes. De sterkste drank, die we maanden lang over onze lippen kregen, was thee, en een geruimen tijd hadden we die zelfs niet, en vervingen we de thee door heet suikerwater. Ieder kreeg vier keer per week drië klontjes, en we bewaarden altijd een portie van drie voor den Zaterdag De kok stond 's morgens om 7 uur op en had dan gewoonlijk werk tot 10 uur; om het ontbijt klaar te krijgen. Dit bestond dan zoo goed als altijd uit een stuk ganzenvleesch, of een ganzenpoot, dat in walvischspek gebraden, of in water gekookt werd Met slecht weer hieven we allemaal in de slaapzakken, met uitzondering van den kok. en aten we om éép uur. Het tweede ontbijt bestona vier keer in de week uit een beschuit met drie klontjes, twee keer uit niets, en op den zevenden dag uit noten. Tusschen vijf en zes hadden we middageten, ook al in de slaapzakken, Ais we op waren gestaan, kropen we er toch om 6 uur weer in. Veel daglicht handen we ook niet, een uur of vier in Juni en Juli Op de mooie dagen hadden we de maaltijden op pngeveer dezelfde uren, en gingen we na het ont bijt op de ganzen- of zeehondenjacht, om ze, na de vangst, meteen te dooden en te villen 's MiddaÉ gingen we een wandeling maken, van een honderd meters lengte, want onze kuststrook eindigde plotseling in een heuvel van een dertig meter hoogte. Het grootste ge deelte van het eiland was totaal onbereikbaar. Onze lampolie was gemaakt van walvischVet, dat we in oude sardineblikjes goten. Verbandlinnen, dat ge bruikt was geweest voor bevroren handen en voeten, diende als pit De lampen gaven een rood licht, en een vreeselijken walm, zoodat we niet de minste lust hadden om op te "blijven zitten. In al die maanden van wachten wanhoopten we nooit aan onze verlossing. Het vertrouwen van ons allen in Sir Ernest Shackleton was onbegrensd en eens op een morgen in de laatste helft van Augustus, toeu wij slechts voor drie dagen vleesch en neel weinig andere levensmiddelen in voorraad hadden, zagen we een schip, en wisten we, dat ons vertrouwen gerecht vaardigd was geweest Hiermee eindigt het verhaal van dezen ontdekkings reiziger, van wien de Observer van 12 November te vens een portret afdrukt Een echt Engelsch gericht, zooals we dat kennen zonder baard of snor, heeft Frank Wild in 't geheel niet, want hij draagt niet al leen een flinke knevel, maar zelfs een puntbaard Hoe eenvoudig klinkt zijn verhaal, en hoe groot tyaren toch de ontberingen, door deze mannen blijkbaar zon- der een enkele klacht doorstaan. Maanden Lang door te brengen op een snelle kuststrook, met als eenige ontspanning een namiddagwandeling van ten hoogste li/a minuut Weinig of geen boeken, geen andere mid delen om den tijd door te brengen Op de dagen d a t er een tweede ontbijt was, een beschuit met drie klontjes. Op andere dagen niets tusschen het ganzen vleesch van 's morgens, gebraden in walvischvet, en dat van 's middags, tot afwisseling in water gekookt Vier uur daglicht; daarna een duisternis, die alleen weggenomen kon worden door bij slecht lichtgevende, afschuwelijk walmende lampen te gaan ritten Dagen lang zelfs niet uit de slaapzakken te komen Niet te weten, of redding ooit zat komen opdagen, en dan zonder mi voor, voelt niet mee in "hun blijdschap en in die hunner betrekkingen, nu zij weer terug zijn gekeerd? Maan den achtereen hebben zij niets geweten., van vut er in de wereld omging Was er oorlog of vrede? Waren de Engelschen in Berlijn, o fde Duitschers in Londen? Toen zes en veertig jaar geleden, het jaar van den Fransch—Duitschen oorlog een Engelsch, schip na een lange reis in het vaderland terugkwam, en de matrozen verlangend vroegen naar nieuws, was het antwoord, dat zij kregen, over oorlog noen vrede, overwinning noch nederlaag „Charles Diekens is gestorven" was de voor alien treurige tijding, hert belangrijkste nieuws, dat gegeven kon worden. En thans? Zou zelfs de dood van een Dickens, zou de dood van een Shakespeare een ander antwoord hebben kunnen doen geven dan het treurige: „De groote .slachting duurt nog voort, met evenveel woede, en ze is even ver als vele maan den geleden." Hoe vreemd moet het den teruggekeerden geschenen hebben te vernemen dat al die lange Pool nachten en dagen, al die eindelooze, traag voortkirui- pende? uren, door hen doorgebracht op 'die smalle, onherbergzame kuststrook, in dienst der wetenschap, het volk dat hen had uitgezonden en bijna alle an dere volken van Europa, de zoogenaamde beschaafde natiën, waren bezig geweest elkander te vernietigen. Hoe lang nog? SIMPLEX-KALENDER. Een juweeltje van boekdrukkunst is de nieuwe kalender voor 1917, die wij van de rljwielfabrlek Simplex te Amsterda montvingen. Elk maandblad is voorzien van een prachtige toe passelijke foto uit ons land, groot formaat De jeug dige Markers in nationale kleederdracht op het ijs in Januari; een wintergezicht bij Bloemendaal in Februari; een triestige Zondagmorgen op den Sin gel te Amsterdam in Maart; gezicht op den Wester- toren in April; groene specht met zijn jongen in Mei enz., 't zijn alle met zorg gekozen photo's, die het oog aangenaam aandoen. Daarom heen groepeerde de bekende teekenaar Daan Hoeksema op geestige wijze de voortbreng selen uit de Simplexfabriek en daaronder i3 met duidelijke letter een maandkalender aangebracht In huiskamer of op kantoor is de kalender een waar sieraad. Hij wordt, zoolang de voorraad strekt, op aanvraag gratis toegezonden. SCHAGERBRÜG. Wegens gebrek aan gasoline is da fabriek JDe Unie" alhier voorloopig stopgezet OUDKARSPEL. De heer K. Jager, hoofd der school alhier, komt voor als no. lop de voordracht voor gelijke betrek king te Beemster. 6ALLANTS00G. Bij de gisteren gehouden verkiezing van een heem raad voor den polder 't Hoekje te Callantsoog, va cature de heer C. Bellis, is gekozen de heer Jb. Vis ser te Callantsoog. HOOGWOUD. Bij den heer J. Sc hagen, is onder diens schapen rotkreupel geconstateerd. stilte. „Waarom Denis verliefd is geworden op zoo'n kind, kan ik me niet begrijpen", zoo dacht ze verder .„Vol gens de beschrijving van Lady Clevedale is ze niet meer dan een kind een ongevormd kind. Ik ver moed, dat hij zot genoeg is geweest om zich te la ten inpalmen door een lief gezichtje en dat hij er geen oogenblik aan gedacht heeft, of er wei iets zat achter dat lieve gezichtje. Mannen zijn zulke akelige domooren I In elk geval is ex geen enkele reden, waarom ik haar en dat kind waar iedereen zoo'n drukte over maakt, vrietn- <±eliik gezind zou zijn". Zij had al lang geleerd zich in kleinigheden te beheerschen en dus legde, zij rus tig haar pen neer, hoewel zij die heel graag op de schrijftafel zou hebben gesmeten of de kamer door gegooid; maar, zooals ze eens tegen een intieme vrien din had beweerd, ,,'t brengt je niets verder, als je je zeifbeheersching verliest", en zoo had ze al sedert jaren geleerd alle aangeboren drift en heftigheid te onderdrukken. „Ik kan hier dunkt me nog wel wat blijven", dacht ze "verder, terwijl haar vingers werktuigelijk de bladen van het vloeiboek omdraaiden. „Die allerliefste wedu we is ziek; Lady Clevedale heeft tegenwoordig wat hulp noodig met brieven beantwoorden en dergelijke kleinigheden en als de zieke niet beter wordt diestijve nieuwe zuster schijnt den toestand lang niet gunstig te vinden." De onsamenhangendheid van haar gedachten scheen haar niet te verhinderen. Zij kon de' gapingen volkomen goed invullen, al belette een zeker begrip van fatsoen "haar die gedachten ronduit onder woorden te brengen. ,;In eik geval kan ik hoe de zaak ook "loopt, me hier nuttig maken. Ik ga hier niet vandaan eer ik mijn weg wat duidelijker afgebakend zie". De rimpel in haar voorhoofd werd dieper er kwam een uitdrukking van zorg in haar oogen'en uit haar vloeiboek haalde zij een couvert, waarvan het adres door een mannenhand geschreven WaSBernard verwacht zooveel meer van mij, dan hij me' ooit geeft of geven zalzeide zij op bitteren toon, terwijl haar oogen den brief weer doorliepen „Als hij maar oprechter tegen me was. Opnieuw iceek zij den brief in en las een gedeelte vol aandacht, alsof zij door nauwlettende studie meer «rud zou kunnen halen dan in de woorden lag. „Hij wil me zien, om over een nieuw plan te spreken; hij is schoon op én vraagt of ik iets bedenken kan om hem uit de moeilijkheid te helpen. Of ik iets bedenken kan! Zij lachte minachtend, terwijl ze plotseling den brief tusschen haar vingers verfrommelde. „Ik zou niet we ten wat, en juweel en om te verkoopen heb ik niet meer", fen opnieuw kwam de harde trek op haar gericht, die haar wel tien jaar ouder maakte. Plot seling greep zij den verfrommelden brief en het vloei boek en duwde beide in de lade van de schrijftafel, sloot ze. 6tak den sleutel in haar zak, schoof haar stoel achteruit en liep naar het raam. Zij had haar lippen op elkaar geklemd. Nu kwam er een sarcastische glimlach op haar gezicht, terwijl zij onverschillig naar de prachrt van den heerlijken Meimorgen keek en haar alleenspraak van zooeven vervolgde. „Wat is alles toch anders geloopen als ik berekend had. Een paar weken geleden dacht ik, dat het aan mij lag om te beslissen of ik meesteres over dit alles wilde rijn" zij keek 'naar het landschap en beschreef met haar hand een halven cirkel, „maar 't lag absoluut niet aan mijEr was geen quaestie van, dat ik Denis' vrouw zou kunnen worden. Hij had maar met me gespeeld Die ellendige vrouw van hem bestond al dien tijd al Ik schijn voor alle twee een tijdspasseering te zijn geweest voor Denis en voor Bernhard En 't ergste is, dat, terwijl Denis niets voor me was alleen een tehuis en geld voor me vertegenwoordigde Bernard..." Ze zweeg plot seling, terwijl ze vuurrood werd. „Wat rijn vrouwen toch dwaas 1" zeide ze en er kwam een lichte tril ling in haar stem. „We geven onze liefde, en dan is die liefde alles voor ons en als 't ons in deze wereld goed zal gaan, moeten we geen hart hebben een steen in plaats van een hart zou beter rijn." Weer lachte ze even kort en scherp; ze keerde te rug naar de schrijftafel, opende de lade en haalde er den verfrommelden hnef weer uit Ze streek hem glad en "las hem nog eens over; toen vouwde ze hem zorgvuldig toe en deed hem weer in 't couvert „Hij geeft niets om me", mompelde ze. maar hij, probeert van me te krijgen, wat hij kan. En ik zie van hem te krijgen, wat ik kan. En daarom moet ik vergerten, dat ik ooit een hart heb gehad. Men schen zonder hart hebben het 't best in deze wereld. Maar een ding wou ikdat ik wist of er een vrouw was ,waar Bernhard van houdt Ik geloof hert vast, en ik wo udat ik wist, wie ze was. Ik vind het af schuwelijk jtaiet te weten Ik vind het afschuwelijk in /oo'n akelige onzekerheid voort te leven. Ik ben eenvoudig een werktuig in zijn handen, en o, ik weert zeker, dat er een andere vrouw is ,die hij lief heeft." Met een ongeduldigen zucht trachtte zij deze laatste gedachte van zich af te zetten Ze nam haar pen weer op en schreef haastig en met vaste hand: „Be6te Bernard! Ik ben a.s. Donderdag tot je beschikking. De atmos feer in dit huis is drukkend onder de tegenwoordige» omstandigheden, en als je me iets nuttigs voor te stellen hebt, zal ik het heel graag komen hooren. zore. dan om vier uur aan mijn club te zijn. Je B. T." HOOFDSTUK X. Een geheim bezoek. Toen Bertha dat briefje aan Bernard Duncan geschre HOOGWOUD. Lichting 1017. Ingedeeld zullen worden bij het 2e Reg. Veld., IV Afd. A. Breed, J. Groot, J. Koppes, P. T. van Stralen; J. Keppel bij het 4o Reg. Veet, le Bat., Den Helder; J, Groen, C. Klaver, J. Kuiper, C. Luiken bij het 21 Reg. Inf, II Bat, 4e Comp., to Den Helder; IJ. Pool, H. E. van Ree, F. Rempt bij het 21 Reg. Inf., 3e Bat, 4e Comp. te Den Helder. HET ZAND. Aan den eervol ontslagen postbode G. Zomerdijk is een pensioen van f 360 'sjaaxs verleend. - SINT MAARTENSBRUG. Naar ons werd medegedeeld; is het schilders- werk van het nieuwe schoolgebouw met onderwij zerswoning gegund aan den heer A. Blok te Sint Maarten. - SINT MAARTENSBRUG. Tot ons genoegen kunnen wij mededeelen, dat het tooneelgezelschap „West-Frisia", onder leiding van de gebr. Wilw>n te Hoorn, binnenkort zaJ optreden in het lokaal van den heer W. Swarthof met het too- neelstuk „Onder een Dak". In verschillende plaatsen van ons land werd dit buitengewoon mooie tooneel- stuk met groot succes opgevoerd. Liefhebbers van 'tooneelspel raden wij aan deze gelegenheid niet te laten voorbijgaan. ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ALKMAAR. Zitting van Dinsdag 21 November 1916. Uitspraken: G. J. Terwei. z. v. woonpl., verzetzaak, 1 m. gev. A. F. Hares, Alkmaar, rijwieldiefstal, 10 m. gev. P. H. Evers, zwervend, rijwieldiefstal, 1 j. gev. D. Splinter, Uitgeest, inbraak, 1 jaar gev. F. Koedooder, Enkhuizen, rijwieldiefstal, 3 m. gev. E. Ruiter en W. Ruiter, Schagen,. mfsh. in vereen., met toewijz. civiele vordering, elk f 20 of 10 d. h. J. Spruit, Helder, onvolledig invullen loonlijsten, f 25 of 10 cL hecht. J. Beiers, overtreding Dlstributiewet, f 10 of 10 d. hechtenis. A. Smit, dooden van andermans dieren, f 5 of 2 d. hecht M. Spel, Hoorn, mish., vrijgesproken. J. A. Preijer, Helder, beleenen van een gevonden voorwerp, f 7 of 7 d. hecht. J. Kessel, Helder, diefstal, f 15 of 14 d. hecht - NIEUWE NIEDORP. Namens de kerkvoogden der Ned. Herv. Gemeen te alhier, werd Zondag 19 November verkiezing van twee Notabelen gehouden. Aftredend als zoodanig waren de heeren J. Kuilman en J. B. Wilken, die beiden werden herbenoemd. NIEUWE NIEDARP. Bij de Maandag 20 November gehouden stemming voor molenmeester van den Niedorperpolder, aftre dend en herkiesbaar de heer C. Over Kz. te Oude Niedorp, werd benoemd de heer P. Saai te Nieuwe Niedorp met 45 stemmen. Op den heer Over werden 25 stemmen uitgebracht OPROEPING LANDSTORM 1909. De Minister van Oorlog heeft bepaald, dat de vol gende dienstplichtigen van den landstorm, jaarklas se 1909, in het tijdvak van 1620 December a.s. moe ten opkomen in werkelijken dienst: 1. die zijn toegewezen aan de infanterie hier onder begrepen grenadiers, jagers, hospitaalsoldaten en ziekendragers, doch niet de wielrijders wier geslachtsnamen beginnen met de letters A tot en met G; 2. die deel uitmaken van de groep van ambtena ren in vasten dienst, werklieden en tijdelijk perso neel bij de artillerie-inrichtingen; 8. dje deel uitmaken van één der navolgende groe ven had en het zelf op de po6t had bezorgd, zocht zij het salon weer op, waar Lady Clevedale zat De oude dame naaide een klein kleedingstuk van fijne, zachte witte stof en kant en terwijl rij het Bertha liet zien, glimlachte ze even; maar zeifis Bertha, hoezeer ze ook vervuld was van haar' eigen aangelegenheden, merkte de stille, hartroerende droefheid in de zachte oogen die naar naar opkeken. „Ik maak allerlei mooie dingen vor mijn klein zoon", zeide Lady Clevedale zacht „Als ik daarmee bezig ben, voel ik mijn verdriet minder. Bertha bukte zich om liet fijne werk te bekijken, etn veinsde een belangstelling die zij absoluut niet voelde Zij hield niets van kinderen., ze vond ze zelfs een ergernis; maar ze had dat voor niets ter wereld aan Lady Clevedale willen laten merken., en daarom streek ze eens over de zachte stof en zeide met iets warms Ln haar stem: „Hoe beeldig i Ik kan me zoo begrijpen, dat u zoo graag werkt voor zoo'n heerlijken jongen 't Is zoo'n pracht l Ik ben straks eens naar ae kinderkamer ge gaan om hem nog eens te zien. Ik hoop zoo" en nu werd haar stem ernstig „dat uw kleinzoon u een groote troost zal zijn en uw schoondochter ook." Lady Clevedale keek weer naar haar op en ziedde met een stem. die duidelijk haar innerlijke ontroe ring deed merken: ,jBertha, lieve sinds Betty hier is gekomen, heb ik nog geen gelegenheid gehad om je te zeggen, wat me op 't hart ligt. Ik heb een gevoel alsof als of we niet genoeg Konden doen om je te laten begrijpen wat dit alles voor mijn man en rfuj is en hoe vreese- lijk het voor ons is, te weten, dat, wat ons zoo pijnlijk getroffen heeft, ook jou heeft getroffen." De lieve berende oude stem miste zelfs haar invloed niet op het ongevoelige hart van Bertha en ze zeide op wanner toon dan ze gewoon sprak „Denkt u nu niet aan mij in di tgeval. U en Sir James rijt meer dan goed voor me geweest We zijn allen pijnlijk getroffen niet waar; ik wilde alleen maar dat ik meer kon doen om u beiden te helpen en u te toonen, hoe dankbaar ik ben voor alles wat u voor mij gedaan heeft," „Konden we maar wat meer doen!" Lady Clevedale legde haar hand op Bertha's hand „Zou het te veel van je gevergd zijn, lieve, om nog een poosje bij ons te blijven en me te helpen mijn schoondochtertq de vele kleinigheden te leeren, die ze toch zal moe ten leeren, als ze beter is. Onze levenswijze en onze manieren rijn haar vreemd en het zou zoo heerlijk rijn, als ze iemand had, die wat meer in leeftijd bij haar past, iemand als jij, om haar te helpen." fWordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 1