WOENSDAG 22 NOVEMBER 1116.
39ste Jaargang. No. 5906.
Het Geheime Huwelijk
FEUILLETON.
-
EERSTE BLAD.
Brieven uit Engeland.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHAKER
Alpien Nieuws-
COURANT.
Atvenemie- LaMbeivblad.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,. TT., a a wt o
Donderdag en Zaterdag. Bjj inzending tot 's morgens 9 ure wor- I Ultgever8 I 1 KAx MAN Co.
(jfln ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
SCHAGEN. LAAN D 5.
Int. Teleph. No. 20.
Prijs per 8 maanden f 0.95 per post f 1.10. Losse nummers 5 ot.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.85, iedere regel meer
6 ct. (Bewijsno. inbegrepen). Groote lett. worden naar plaatsr. borek
Dit nummer besta»* uit twee bladen.
Baarn, 19 November 1916.
Verscheidene maanden geleden schreef ik, zooels men
ach misschien nog herinneren zal, over de Zuidpool-
axpeditie van Sir Ernest Shackleton, en het toen on
bekend lot van degenen, die haast zonder levensmid
delen waren achtergelaten op het Olifantseiland An
dere gedachten hebben ons bezig gehouden in de we
ten en maanden, die volgden, maar voor de nabe
staanden dier mannen is diezelfde tijd er een ge
weest van angstige spanning. Een spanning, die nu
voorbij is, want, zooals men weet, zijn zij gered,
da mannen, en reeds weer terug in het vaderland.
Over wat zij beleefd hebben in die lange winterdagen1
en nachten, afgescheiden van de bewoonde wereld en
onwetend van al wat daar voorviel, lezen wij deze
week hel volgende in de Observer.
Van 27 October tcjt 9 April, vertelt Mr. Fraule Wild,
waren wij op het ijs, wachtend, steeds maar wach
tend. Wij probeerden met de sleden uit te gaan, maar
het ijs was er ongeschikt voor, te ruw, te ongelijk.
Met de boot uit te gaan was evenmin mogelijk, want
er was niet genoeg open water. We konden mets doen
dan ons gelaten overgeven aan ons lot etn meedrijven
mert het ijs, langzaam aan, zes honderd mijlen ver,
naar het Noorden.
Den Öden April kwamen we aan het Olifantseiland,
waar we den 15den landden op een smal strookje
kust. van een 150 M. lengte Het. was de eenige plaats
op ne teiland, waar we konden landen, want ae rot
sen rezen sleii omhoog tot een hoogte van 1000 M.
en meer.
Het scheen een onmogelijkheid op dat strookje land
te leven, want de wind was te sterk om een be
hoorlijke hut te bouwen, en dit lage kustgedeelta was
te voren door de zee overstroomd geweest.
Wij begonnen dus het ijshol te graven, waarin, zoo
als men weet, Sir Ernest Shackleton ons achterliet
Het werk hield ons drie weken flink bezig, waarin
we een gat groeven van een Meter of vijf,
zes. Bijna hadden we het groot genoeg gekregen om
bet als woning te kunnen gebruiken, toen we merk
ten, dat er water in liep, een onder-het-ijs rivier, en
bij eiken hak, dien we gaven, werd het gat meteen
gevuld met sneeuw. We zouden iederen dag een hal
ven dag noodig gehad hebben, om de sneeuw te ruimen
Ten Slotte vonden we het niet mogelijk een woon
plaats uit te graven, en we moesten het er maar op
wagen, of we niet van de smalle kuststrook afge
spoeld zouden worden We maakten een hut door
twee steenen muren te bouwen, en de booten er
voor en achter op te leggen, terwijl we het gescheur
de zeildoek van de tenten gebruikten voor het dak
en de zijkanten In ongeveer een week tijd hadden we
de hut bestand gemaakt tegen weer en wind. Maar het
dak was niet meer dan ruim een meter hoog, en
zoodoende hadden we allen te lijden van sTijve ruggen
Ook was de ruimte ver van overgroot De vloer was
slechts zes bij zeven meter voor ons twee en twintigen.
Vijf sliepen er op de hanken van de eene boot, zes
op die van de andere, en de rest op den vloer, een
vloer van steenen
Ofschoon we allen veel geleden hadden door bloot
stelling aan kou en wind voor we op het eiland aan
9.
door
L. 6. MOBERLY.
HOOFDSTUK IX.
Bertha's plannen
1
Bertha Tarnley zat aan het schrijftafeltje in haar
weelderig ingerichte slaapkamer op The Manor, hoe
wel zij haar pen in haar hana hield en er een
velletje p; pier op het vloeiboek voor haar lag, had
zij nog geen woord geschreven en zat zij voor zich
uit te staren met saamgetrokken wenkbrauwen en een
bezorgde uitdrukking in haar oogen. Haar geest was
ItLarblijkelijk ver weg van de omgeving, waarin zij
óch op dat oogenblik bevond en hoewel haar oogen
en toe door de kamer dwaalden, dacht zij toch
"iet aan de voorwerpen, waar haar blik op bleef
risten. Het ging niet alles, zooals zij het gewenscht
verwacht had, en de ontdekking, dat Denis Cle-
vedale een weduwe had nagelaten, was een zware
a8 voor haar geweest.
«een diepe genegenheid voor den doode was de
(Pbnd voor haar bittere teleurstelling de weten-
fchap) dat Betty bestond, had haar ij delheid een slag
toegebracht, niet haar hart en de vraag, wat de
toekomst nu kon bieden, hield haar oneindig meer
begg dan overwegingen, die hart en gevoel raakten.
Haar weloverlegd plan om zich onmisbaar te ma-
jen bij Lady Clevedale en om toch nog de rol van
lichter bij Denis' ouders te spelen was in duigen ge
ilen door de komst van de ware schoondochter en
ae was verstandig genoeg om te begrijpen, dat haar
Positie op The Manor nu weldra onhoudbaar zou
*°f(len.
„Natuurlijk kan ik hier niet tot in 't oneindige
o'tjven", zeide zij bij zichzelf. „Het zou erg genoeg-
J gemakkelijk zijn geweest om de rol van doch-
bij de tweee oude menschen te spelen, zoolang
w leven, en ik had me er zoa heerlijk in kunnen
wa o3! akelige wezen niet pdotseding opgedoken
i s Ai zal nu natuurlijk alles doen, wat ik oneindig
«er had kunnen doen.'' Haar gezicht kreeg een on-
uitdrukking, in haar oogen lag iets wraak-
toen zij dacht aan Lady Clevedales beschnj-
n/« va* Betty's klein, bleek gezichtje en droeve brui
ne ^en A had Betty den avond van haar komst
toen was ze bescheiden op haar kamer
BttrmJ?1 f?1 H«n volgendien dag was de ziekte al be-
^ulk een angst en zorg veroorzaakte,
bespottelijke angst" noemde Bertha het in
kwamen, waren de eenige ziektegevallen, die we had
den, gevallen van bcvriesing. De vingers van een van
ons waren er allerslechtst aan toe, van een ander
moesten vijf teenen worden afgezet.
We leefden voornamelijk van vetganzen, en zeehon
den. Maar de laatste waren zeer schaarsch, doordat het
ijs, dat zich overal langs de kust vormde het moei
lijk voor ze maakte, er op te komen, en de vetganzen
waren bezwaarlijk te vangen in de losse sneeuw,
hadden
Vij fmaanden lang hadden we niets te doen op het
eiland. We hadden neel weinig boeken en geen spel
len. Maar we hadden een banjo, een soort van guitaar,
en op Zaterdag maakten we muziek en toostten op
onzen vrouwen en meisjes.
De sterkste drank, die we maanden lang over onze
lippen kregen, was thee, en een geruimen tijd hadden
we die zelfs niet, en vervingen we de thee door
heet suikerwater. Ieder kreeg vier keer per week drië
klontjes, en we bewaarden altijd een portie van drie
voor den Zaterdag
De kok stond 's morgens om 7 uur op en had dan
gewoonlijk werk tot 10 uur; om het ontbijt klaar
te krijgen. Dit bestond dan zoo goed als altijd uit
een stuk ganzenvleesch, of een ganzenpoot, dat in
walvischspek gebraden, of in water gekookt werd
Met slecht weer hieven we allemaal in de slaapzakken,
met uitzondering van den kok. en aten we om éép
uur. Het tweede ontbijt bestona vier keer in de week
uit een beschuit met drie klontjes, twee keer uit niets,
en op den zevenden dag uit noten. Tusschen vijf en
zes hadden we middageten, ook al in de slaapzakken,
Ais we op waren gestaan, kropen we er toch om
6 uur weer in. Veel daglicht handen we ook niet, een
uur of vier in Juni en Juli
Op de mooie dagen hadden we de maaltijden op
pngeveer dezelfde uren, en gingen we na het ont
bijt op de ganzen- of zeehondenjacht, om ze, na de
vangst, meteen te dooden en te villen 's MiddaÉ gingen
we een wandeling maken, van een honderd meters
lengte, want onze kuststrook eindigde plotseling in een
heuvel van een dertig meter hoogte. Het grootste ge
deelte van het eiland was totaal onbereikbaar.
Onze lampolie was gemaakt van walvischVet, dat we
in oude sardineblikjes goten. Verbandlinnen, dat ge
bruikt was geweest voor bevroren handen en voeten,
diende als pit De lampen gaven een rood licht, en
een vreeselijken walm, zoodat we niet de minste lust
hadden om op te "blijven zitten.
In al die maanden van wachten wanhoopten we nooit
aan onze verlossing. Het vertrouwen van ons allen
in Sir Ernest Shackleton was onbegrensd en eens op
een morgen in de laatste helft van Augustus, toeu
wij slechts voor drie dagen vleesch en neel weinig
andere levensmiddelen in voorraad hadden, zagen we
een schip, en wisten we, dat ons vertrouwen gerecht
vaardigd was geweest
Hiermee eindigt het verhaal van dezen ontdekkings
reiziger, van wien de Observer van 12 November te
vens een portret afdrukt Een echt Engelsch gericht,
zooals we dat kennen zonder baard of snor, heeft
Frank Wild in 't geheel niet, want hij draagt niet al
leen een flinke knevel, maar zelfs een puntbaard Hoe
eenvoudig klinkt zijn verhaal, en hoe groot tyaren
toch de ontberingen, door deze mannen blijkbaar zon-
der een enkele klacht doorstaan. Maanden Lang door
te brengen op een snelle kuststrook, met als eenige
ontspanning een namiddagwandeling van ten hoogste
li/a minuut Weinig of geen boeken, geen andere mid
delen om den tijd door te brengen Op de dagen d a t
er een tweede ontbijt was, een beschuit met drie
klontjes. Op andere dagen niets tusschen het ganzen
vleesch van 's morgens, gebraden in walvischvet, en
dat van 's middags, tot afwisseling in water gekookt
Vier uur daglicht; daarna een duisternis, die alleen
weggenomen kon worden door bij slecht lichtgevende,
afschuwelijk walmende lampen te gaan ritten Dagen
lang zelfs niet uit de slaapzakken te komen Niet te
weten, of redding ooit zat komen opdagen, en dan
zonder mi
voor,
voelt niet mee in "hun blijdschap en in die hunner
betrekkingen, nu zij weer terug zijn gekeerd? Maan
den achtereen hebben zij niets geweten., van vut er
in de wereld omging Was er oorlog of vrede? Waren
de Engelschen in Berlijn, o fde Duitschers in Londen?
Toen zes en veertig jaar geleden, het jaar van den
Fransch—Duitschen oorlog een Engelsch, schip na een
lange reis in het vaderland terugkwam, en de matrozen
verlangend vroegen naar nieuws, was het antwoord,
dat zij kregen, over oorlog noen vrede, overwinning
noch nederlaag „Charles Diekens is gestorven" was
de voor alien treurige tijding, hert belangrijkste nieuws,
dat gegeven kon worden. En thans? Zou zelfs de dood
van een Dickens, zou de dood van een Shakespeare
een ander antwoord hebben kunnen doen geven dan
het treurige: „De groote .slachting duurt nog voort,
met evenveel woede, en ze is even ver als vele maan
den geleden." Hoe vreemd moet het den teruggekeerden
geschenen hebben te vernemen dat al die lange Pool
nachten en dagen, al die eindelooze, traag voortkirui-
pende? uren, door hen doorgebracht op 'die smalle,
onherbergzame kuststrook, in dienst der wetenschap,
het volk dat hen had uitgezonden en bijna alle an
dere volken van Europa, de zoogenaamde beschaafde
natiën, waren bezig geweest elkander te vernietigen.
Hoe lang nog?
SIMPLEX-KALENDER.
Een juweeltje van boekdrukkunst is de nieuwe
kalender voor 1917, die wij van de rljwielfabrlek
Simplex te Amsterda montvingen.
Elk maandblad is voorzien van een prachtige toe
passelijke foto uit ons land, groot formaat De jeug
dige Markers in nationale kleederdracht op het ijs
in Januari; een wintergezicht bij Bloemendaal in
Februari; een triestige Zondagmorgen op den Sin
gel te Amsterdam in Maart; gezicht op den Wester-
toren in April; groene specht met zijn jongen in
Mei enz., 't zijn alle met zorg gekozen photo's, die
het oog aangenaam aandoen.
Daarom heen groepeerde de bekende teekenaar
Daan Hoeksema op geestige wijze de voortbreng
selen uit de Simplexfabriek en daaronder i3 met
duidelijke letter een maandkalender aangebracht
In huiskamer of op kantoor is de kalender een
waar sieraad. Hij wordt, zoolang de voorraad strekt,
op aanvraag gratis toegezonden.
SCHAGERBRÜG.
Wegens gebrek aan gasoline is da fabriek JDe
Unie" alhier voorloopig stopgezet
OUDKARSPEL.
De heer K. Jager, hoofd der school alhier, komt
voor als no. lop de voordracht voor gelijke betrek
king te Beemster.
6ALLANTS00G.
Bij de gisteren gehouden verkiezing van een heem
raad voor den polder 't Hoekje te Callantsoog, va
cature de heer C. Bellis, is gekozen de heer Jb. Vis
ser te Callantsoog.
HOOGWOUD.
Bij den heer J. Sc hagen, is onder diens schapen
rotkreupel geconstateerd.
stilte.
„Waarom Denis verliefd is geworden op zoo'n kind,
kan ik me niet begrijpen", zoo dacht ze verder .„Vol
gens de beschrijving van Lady Clevedale is ze niet
meer dan een kind een ongevormd kind. Ik ver
moed, dat hij zot genoeg is geweest om zich te la
ten inpalmen door een lief gezichtje en dat hij er
geen oogenblik aan gedacht heeft, of er wei iets zat
achter dat lieve gezichtje.
Mannen zijn zulke akelige domooren I In elk geval
is ex geen enkele reden, waarom ik haar en dat
kind waar iedereen zoo'n drukte over maakt, vrietn-
<±eliik gezind zou zijn". Zij had al lang geleerd zich
in kleinigheden te beheerschen en dus legde, zij rus
tig haar pen neer, hoewel zij die heel graag op de
schrijftafel zou hebben gesmeten of de kamer door
gegooid; maar, zooals ze eens tegen een intieme vrien
din had beweerd, ,,'t brengt je niets verder, als je
je zeifbeheersching verliest", en zoo had ze al sedert
jaren geleerd alle aangeboren drift en heftigheid te
onderdrukken.
„Ik kan hier dunkt me nog wel wat blijven", dacht
ze "verder, terwijl haar vingers werktuigelijk de bladen
van het vloeiboek omdraaiden. „Die allerliefste wedu
we is ziek; Lady Clevedale heeft tegenwoordig wat
hulp noodig met brieven beantwoorden en dergelijke
kleinigheden en als de zieke niet beter wordt
diestijve nieuwe zuster schijnt den toestand lang
niet gunstig te vinden." De onsamenhangendheid van
haar gedachten scheen haar niet te verhinderen. Zij kon
de' gapingen volkomen goed invullen, al belette een
zeker begrip van fatsoen "haar die gedachten ronduit
onder woorden te brengen. ,;In eik geval kan ik
hoe de zaak ook "loopt, me hier nuttig maken. Ik ga
hier niet vandaan eer ik mijn weg wat duidelijker
afgebakend zie". De rimpel in haar voorhoofd werd
dieper er kwam een uitdrukking van zorg in haar
oogen'en uit haar vloeiboek haalde zij een couvert,
waarvan het adres door een mannenhand geschreven
WaSBernard verwacht zooveel meer van mij, dan hij
me' ooit geeft of geven zalzeide zij op bitteren
toon, terwijl haar oogen den brief weer doorliepen
„Als hij maar oprechter tegen me was. Opnieuw
iceek zij den brief in en las een gedeelte vol aandacht,
alsof zij door nauwlettende studie meer «rud zou
kunnen halen dan in de woorden lag. „Hij wil me
zien, om over een nieuw plan te spreken; hij is schoon
op én vraagt of ik iets bedenken kan om hem uit
de moeilijkheid te helpen. Of ik iets bedenken kan!
Zij lachte minachtend, terwijl ze plotseling den brief
tusschen haar vingers verfrommelde. „Ik zou niet we
ten wat, en juweel en om te verkoopen heb ik niet
meer", fen opnieuw kwam de harde trek op haar
gericht, die haar wel tien jaar ouder maakte. Plot
seling greep zij den verfrommelden brief en het vloei
boek en duwde beide in de lade van de schrijftafel,
sloot ze. 6tak den sleutel in haar zak, schoof haar
stoel achteruit en liep naar het raam. Zij had haar
lippen op elkaar geklemd. Nu kwam er een sarcastische
glimlach op haar gezicht, terwijl zij onverschillig naar
de prachrt van den heerlijken Meimorgen keek en
haar alleenspraak van zooeven vervolgde.
„Wat is alles toch anders geloopen als ik berekend
had. Een paar weken geleden dacht ik, dat het aan
mij lag om te beslissen of ik meesteres over dit
alles wilde rijn" zij keek 'naar het landschap en
beschreef met haar hand een halven cirkel, „maar
't lag absoluut niet aan mijEr was geen quaestie
van, dat ik Denis' vrouw zou kunnen worden. Hij
had maar met me gespeeld Die ellendige vrouw van
hem bestond al dien tijd al Ik schijn voor alle twee
een tijdspasseering te zijn geweest voor Denis en
voor Bernhard En 't ergste is, dat, terwijl Denis niets
voor me was alleen een tehuis en geld voor
me vertegenwoordigde Bernard..." Ze zweeg plot
seling, terwijl ze vuurrood werd. „Wat rijn vrouwen
toch dwaas 1" zeide ze en er kwam een lichte tril
ling in haar stem. „We geven onze liefde, en dan
is die liefde alles voor ons en als 't ons in deze
wereld goed zal gaan, moeten we geen hart hebben
een steen in plaats van een hart zou beter rijn."
Weer lachte ze even kort en scherp; ze keerde te
rug naar de schrijftafel, opende de lade en haalde er
den verfrommelden hnef weer uit Ze streek hem
glad en "las hem nog eens over; toen vouwde ze
hem zorgvuldig toe en deed hem weer in 't couvert
„Hij geeft niets om me", mompelde ze. maar hij,
probeert van me te krijgen, wat hij kan. En ik zie
van hem te krijgen, wat ik kan. En daarom moet
ik vergerten, dat ik ooit een hart heb gehad. Men
schen zonder hart hebben het 't best in deze wereld.
Maar een ding wou ikdat ik wist of er een vrouw
was ,waar Bernhard van houdt Ik geloof hert vast,
en ik wo udat ik wist, wie ze was. Ik vind het af
schuwelijk jtaiet te weten Ik vind het afschuwelijk
in /oo'n akelige onzekerheid voort te leven. Ik ben
eenvoudig een werktuig in zijn handen, en o, ik
weert zeker, dat er een andere vrouw is ,die hij lief
heeft."
Met een ongeduldigen zucht trachtte zij deze laatste
gedachte van zich af te zetten Ze nam haar pen
weer op en schreef haastig en met vaste hand:
„Be6te Bernard!
Ik ben a.s. Donderdag tot je beschikking. De atmos
feer in dit huis is drukkend onder de tegenwoordige»
omstandigheden, en als je me iets nuttigs voor te
stellen hebt, zal ik het heel graag komen hooren.
zore. dan om vier uur aan mijn club te zijn.
Je B. T."
HOOFDSTUK X.
Een geheim bezoek.
Toen Bertha dat briefje aan Bernard Duncan geschre
HOOGWOUD.
Lichting 1017. Ingedeeld zullen worden bij het 2e
Reg. Veld., IV Afd. A. Breed, J. Groot, J. Koppes,
P. T. van Stralen; J. Keppel bij het 4o Reg. Veet,
le Bat., Den Helder; J, Groen, C. Klaver, J. Kuiper,
C. Luiken bij het 21 Reg. Inf, II Bat, 4e Comp., to
Den Helder; IJ. Pool, H. E. van Ree, F. Rempt bij
het 21 Reg. Inf., 3e Bat, 4e Comp. te Den Helder.
HET ZAND.
Aan den eervol ontslagen postbode G. Zomerdijk
is een pensioen van f 360 'sjaaxs verleend.
- SINT MAARTENSBRUG.
Naar ons werd medegedeeld; is het schilders-
werk van het nieuwe schoolgebouw met onderwij
zerswoning gegund aan den heer A. Blok te Sint
Maarten.
- SINT MAARTENSBRUG.
Tot ons genoegen kunnen wij mededeelen, dat het
tooneelgezelschap „West-Frisia", onder leiding van
de gebr. Wilw>n te Hoorn, binnenkort zaJ optreden in
het lokaal van den heer W. Swarthof met het too-
neelstuk „Onder een Dak". In verschillende plaatsen
van ons land werd dit buitengewoon mooie tooneel-
stuk met groot succes opgevoerd.
Liefhebbers van 'tooneelspel raden wij aan deze
gelegenheid niet te laten voorbijgaan.
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ALKMAAR.
Zitting van Dinsdag 21 November 1916.
Uitspraken:
G. J. Terwei. z. v. woonpl., verzetzaak, 1 m. gev.
A. F. Hares, Alkmaar, rijwieldiefstal, 10 m. gev.
P. H. Evers, zwervend, rijwieldiefstal, 1 j. gev.
D. Splinter, Uitgeest, inbraak, 1 jaar gev.
F. Koedooder, Enkhuizen, rijwieldiefstal, 3 m. gev.
E. Ruiter en W. Ruiter, Schagen,. mfsh. in vereen.,
met toewijz. civiele vordering, elk f 20 of 10 d. h.
J. Spruit, Helder, onvolledig invullen loonlijsten,
f 25 of 10 cL hecht.
J. Beiers, overtreding Dlstributiewet, f 10 of 10 d.
hechtenis.
A. Smit, dooden van andermans dieren, f 5 of 2
d. hecht
M. Spel, Hoorn, mish., vrijgesproken.
J. A. Preijer, Helder, beleenen van een gevonden
voorwerp, f 7 of 7 d. hecht.
J. Kessel, Helder, diefstal, f 15 of 14 d. hecht
- NIEUWE NIEDORP.
Namens de kerkvoogden der Ned. Herv. Gemeen
te alhier, werd Zondag 19 November verkiezing van
twee Notabelen gehouden. Aftredend als zoodanig
waren de heeren J. Kuilman en J. B. Wilken, die
beiden werden herbenoemd.
NIEUWE NIEDARP.
Bij de Maandag 20 November gehouden stemming
voor molenmeester van den Niedorperpolder, aftre
dend en herkiesbaar de heer C. Over Kz. te Oude
Niedorp, werd benoemd de heer P. Saai te Nieuwe
Niedorp met 45 stemmen. Op den heer Over werden
25 stemmen uitgebracht
OPROEPING LANDSTORM 1909.
De Minister van Oorlog heeft bepaald, dat de vol
gende dienstplichtigen van den landstorm, jaarklas
se 1909, in het tijdvak van 1620 December a.s. moe
ten opkomen in werkelijken dienst:
1. die zijn toegewezen aan de infanterie hier
onder begrepen grenadiers, jagers, hospitaalsoldaten
en ziekendragers, doch niet de wielrijders wier
geslachtsnamen beginnen met de letters A tot en
met G;
2. die deel uitmaken van de groep van ambtena
ren in vasten dienst, werklieden en tijdelijk perso
neel bij de artillerie-inrichtingen;
8. dje deel uitmaken van één der navolgende groe
ven had en het zelf op de po6t had bezorgd, zocht
zij het salon weer op, waar Lady Clevedale zat De
oude dame naaide een klein kleedingstuk van fijne,
zachte witte stof en kant en terwijl rij het Bertha
liet zien, glimlachte ze even; maar zeifis Bertha, hoezeer
ze ook vervuld was van haar' eigen aangelegenheden,
merkte de stille, hartroerende droefheid in de zachte
oogen die naar naar opkeken.
„Ik maak allerlei mooie dingen vor mijn klein
zoon", zeide Lady Clevedale zacht „Als ik daarmee
bezig ben, voel ik mijn verdriet minder.
Bertha bukte zich om liet fijne werk te bekijken, etn
veinsde een belangstelling die zij absoluut niet voelde
Zij hield niets van kinderen., ze vond ze zelfs een
ergernis; maar ze had dat voor niets ter wereld aan
Lady Clevedale willen laten merken., en daarom streek
ze eens over de zachte stof en zeide met iets warms
Ln haar stem:
„Hoe beeldig i Ik kan me zoo begrijpen, dat u zoo
graag werkt voor zoo'n heerlijken jongen 't Is zoo'n
pracht l Ik ben straks eens naar ae kinderkamer ge
gaan om hem nog eens te zien. Ik hoop zoo"
en nu werd haar stem ernstig „dat uw kleinzoon
u een groote troost zal zijn en uw schoondochter
ook."
Lady Clevedale keek weer naar haar op en ziedde
met een stem. die duidelijk haar innerlijke ontroe
ring deed merken:
,jBertha, lieve sinds Betty hier is gekomen, heb ik
nog geen gelegenheid gehad om je te zeggen, wat
me op 't hart ligt. Ik heb een gevoel alsof als
of we niet genoeg Konden doen om je te laten begrijpen
wat dit alles voor mijn man en rfuj is en hoe vreese-
lijk het voor ons is, te weten, dat, wat ons zoo
pijnlijk getroffen heeft, ook jou heeft getroffen." De
lieve berende oude stem miste zelfs haar invloed niet
op het ongevoelige hart van Bertha en ze zeide op
wanner toon dan ze gewoon sprak
„Denkt u nu niet aan mij in di tgeval. U en Sir
James rijt meer dan goed voor me geweest We
zijn allen pijnlijk getroffen niet waar; ik wilde alleen
maar dat ik meer kon doen om u beiden te helpen
en u te toonen, hoe dankbaar ik ben voor alles wat
u voor mij gedaan heeft,"
„Konden we maar wat meer doen!" Lady Clevedale
legde haar hand op Bertha's hand „Zou het te veel
van je gevergd zijn, lieve, om nog een poosje bij
ons te blijven en me te helpen mijn schoondochtertq
de vele kleinigheden te leeren, die ze toch zal moe
ten leeren, als ze beter is. Onze levenswijze en onze
manieren rijn haar vreemd en het zou zoo heerlijk
rijn, als ze iemand had, die wat meer in leeftijd
bij haar past, iemand als jij, om haar te helpen."
fWordt vervolgd.