Schager Courant. Het Geheime Huwelijk HOLLANDS NOORDERKWARTIER. TWEEDE BLAD. Tweede Kamer. FEUILLETON. Staatsloterij. Binnenlandsch Nieuws. Zaterdag 25 November 1916. 59ste Jaargang No. 5908. Den Haag, 23 Nov. Men zal zich herinneren, hoe de president indertijd, Mj de regeling van werkzaamheden in verband met je "behandeling van de Grondwetsherziening, beloof de „mild te zullen zijn" wanneer na de groote dremeene Beschouwingen over de artt. 80 en 192 'fl onderling verband de artikelen afzonderlijk aan jt. orde zouden komen. De heer Boirgesius is man rtn zijn woord; hij blijft inderdaad „mild". Maar toen de heer uérhard heden na van kwart voor twaalf tot pauzetijd geredevoerd te hebben, boeiend, rardig, geestig gelijk deze begaafde onder wijs-specia liteit aat kan toen vatte de president toch even het woord. Om de heeren te verzoeken, toch niet al te ver in de algemeene beraadslagingen terug te treden. Herinnerend aam het woord, aat Schaepman eens in. de Kamer sprakmen herhale toch niet datgene, wal reeds herhaald ist Deze geestig-uitgedrukte vermaning moge de heeren, bij hunne bespiegelingen over art. 192 en de amende menten tot zelfbeperking laden 1 De heer Gerhard heeft er gelijk in zijn be kende, men mag veilig zeggen beroemde rede o.a. op "gewezen dat wanneer de tijden aldus veranderden, dat geen onderwijzer zich meer behoeft te latou wei- gevallen het voorschrijven vau een gedragslijn, buiten de school te volgen, dit te danken is aam de veran derde positie in de arbeidersbeweging. Voorts ver duidelijkte de heer Gerhard, dat hij geen oogenblik gezegd heeft, eene soc,-democratische school te wil len gesticht zien. Niets zei hij Zou ik zoozeer aikeuren, 't ware een aanslag op het recht van het kind. Een soc.-democraat zendt zijaie kinderen het liesft naar de zuiver-neutrale school. En ook kwam de heer Gerhard op tegen „negotie-element" bij de schoolkwestie; het zéggen van; „Ik geef u geld, dus vorder ik nu ook goed onderwijs." Dat acht hij „het minst respectabele motief." Van vrijzinnigen kant wordt jaregdonze wensch was en is, deugdelijke scholen ie hebben. Best, zegt de heer Gerliard, maar dan had de wetgever van J857 ook tot de bijzondere school moeten zeggen: ge krijgt geen cent, moogt blij zijn dat ik u de vrijheid laat van uwe scholen, vorderend dat die in elk opizicht deugdelijk zullen wezen. Maar men deed anders, gaf in 1889 wat meer geld tegen iets beter onderwijs, en nu „de 100 pet" (zooals de heer De Murolt 't noemt) tot den prijs van „heele- maal goed onderwijs". Dat is huichelachtig zegi de heer Gerhard tevens zijn wrevel uitend, dat men wél alle zorgen besteedde voor het onderwijs der kinderen van weiges telden. De heer Van Idsinga na de pauze aan het woord komend blijft warme vriend van het com promis; bereid, over velerlei bezwaren heen te stap pen, terwijl sommigen zijner Chr.-historisciie vrienden onbevredigd zijn door net niet-doorvoeren van het beginselde bijzondere ^chool regelt de openbare aan vulling. De heer Van Inskiga vat de zaak anders op. De finantieele gelijkstelling is voor hem tevens de er kenning der gelijkwaardigheid vajn de beide soorten onderwijs. De amendemenlea-Eerdmans en, -Otto zijn hem zonder eenige waarde voor het wegnemen van welke bezwaren ook. De heer Van Idsinga wil het staatsonderwijs naast de bij"»ndere school. En deze laatste stelt hij zeker niet lager dan de openbare; in tegendeel, met prof. Krabbe is hij t eens, dat het ideaal" bij de bijzondere meer tot zijn récht itomt. Deze afgevaardigde wil „elck wat wils" als leuze kiezen voor art. 192, dat hij dus gaarne zal steunen; mits geen voor hem ontoelaatbare amendementen 't hem onmogelijk "maken. Hij is ervan overtuigd, dat van het compromis na enkele jaren een groot vrede stichting" op onderwijsgebied het gelukkig gevolg zal zijn Aan het als bij tooverslag door dit arti. 192 verdwij nen van den schoolstrijd denkt ook de heer Van Id singa niet Niet slechts de meesl-vooraanstaanden, maar ook de jongeren, de „du minorea" in de Kamer, nemen aan dit debat over hel groote vraagstuk deel. Na prof. Eerdmans achtte de mede-voorsteller van het amen dement, de heer De Muralt, 't noodig ook van zijn kant nog eens het desideratum „meerdere waarbor gen" toe té lichten. Deze afgevaardigde wenscht leerplan en leerroos- ter door het schooltoezicht doen goedkeuren. Na hem kwam nog de Unie-liberaal" voor Hocrn, de heer De Jong, verklaren, dat hij voor de finantieele gelijk stelling is, maar het amendement-V isser van IJzen- doorn; eventueel dat van mr. Van Raalte, zal steu nen. De eischen der deugdelijkheid van het onder wijs wil de heer De Jong aan den gewonen wetge ver ter vaststelling overlaten; in de Grondwet mag z.1. slechts het beginsel der erkenning van de vrij heid voor het bijzonder onderwijs worden vastgelegd De afgevaardigde voor Hoorn is tegen het amende- ment-Eerdmans en ook tegen 's heeren Otto s „leer stellige beginselen" en drijven om „noodelooze bij zondere scholen te weren". De kansen van het amendement-V isser van IJzen- door lijken stijgende.... Er vlogen Bertha een massa dingen door 't hoofd, voor ze rustig antwoordde, na een nauw merkbaaere "ogenblik van stilzwijgen. „Er is niets dat ik niet zou willen doen om u en Sir James te helpen; en uw huis is al zoozeer mijn tehuis geworden, dat de gedachte'het te moeten verlaten, me pijn doet Maar mag ik over uw voor stel eens nadenken? Ik geloof niet, dat ik er terstond °P mag antwoorden', ik vind, dat ik eerst tante Ca bine behoor te raadplegen. Mag ik het eens met h&ar bepraten. Ik kwam nu juist bij u om te zeg- «en, dat ik geloof, dat ik Donderdag weer naar ha^r toe ga; dat ik maar weer beginnen moeet mijn leven van vroeger te hervatten. Men moet nu aanmaal voort in het leven! Maar het is hier zoo yvadig geweest" Zij zuchtte, en de droeve blik in h&ar oogen paste volkomen bij de stille droefheid in h»a.r stem en woorden. Zelfs een meer wereldwijze vrouw als Lady Clevedale zou er door bedrogen zijn geworden. Lady Clevedale nam de hand van het J°nge meisje in de hare en keek haar met een lie- ;en. hartelijken blik aan. »We mogen je geen oogenblik langer houden, als rt je noodig heeft Dan moet je gaan, lieve, k heb freule Tarnley nooit ontmoet, maar ik kan roo begrijpen, dat zij zich eenzaam zal voelen 'onder je. Bertha moest inwendig lachen ook ^'oot ze in stilte, dat, zoolang als zij_ïrat v■erhtn- kon, dat tante Caroline en Lady Clevedale el- *r nooit zouden ontmoeten. Haar oud-jonge tan- haar bronzen pruik en haar g°blanket ge- ht, eeuwig en alrod bridge-spelend, stond haar fDlWüng voor den geest en zij dacht met een bit door L. G. MOBERLT. Van hot zestal, door den Hoogen Raad aan het Parlement toegezonden in verband met de vacature- Krabbe in den Hoogen Raad, is met 53 stemmen als nummero één van het drietal, de Kroon aan te bie den dus tot opvolger van mr. Krabbe in ons hoog ste rechtscollege, mag men immers zeggen ge kozen de Groningscho hoogleeraar mr. J. Kosters; no. 2 werd mr. dr. C. J. H, Schepel, de president van het Hoog Militair Gerechtshof, te Utrecht; no. de Haagsche rechter mr. dr. J. van Gelein Vitringa. In de huishoudelijke Commissie der Kamer weid in de vacature, door mr. Tydeman's overlijden ont staan, voorzien door de benoeming van prof. mr. Van IJzeridoorn, dén nieuwen leider der vrij-liberale Ka- merclub. Op mr. De Beaufort waren 10 stemmen uit gebracht. En een drietal zoowaar opden heer Nierstrasz, die kort na deze stemming in de verga dering verscheen. Van drie kanten had men dus de heeren even in jolige stemming willen brengen. Mr.ANTONIO. Vervolg. De Rijkszuivelconsulent Dr. Schei] deelde daarna een en ander mede uit zijn jaarverslag. Vooreerst eenige gevallen, waarin hulp Verleend werd bij be drijfsstoringen. De gistingproef wordt nog al eens onoordeelkundig toegepast. Hot slechte bedrijfswa- ter op een boerderij was oorzaak dat een kaasfabriek losse kaas maakte. Het karnen op de boerderij gaat vaak slecht omdat de room niet doelmatig wordt gezuiverd. Een geval van blauw in de kaas werd door de verf van de tobbe veroorzaakt een het is de eigen schuld van den kaasbereider, die blauwe kaas maakt. Het leng in de melk op een boerderij was het gevolg van het slechte boenwater. Bij de bespreking der laboratorium-bezigheden werd melding gemaakt van een onderzoek naar het geheimmiddel Denid-Perfect, middel ter vervanging van salpeter bij de kaasbereiding. Volgens het rapport van het Rijkslandbouwproef station te Hoorn bestaat het middel uit een ongeveer 14 pet. oplossing van kalisalpeter. De salpeter wordt veel te duur betaald en volgens de gebruiksaanwij zing zou men een onbeduidende hoeveelheid sal peter toevoegen. Vervolgens worden eenige verschijnselen op het gebied der zuivelbereiding besproken. De boerenkaasmakerij verdwijnt meer en meer. De Noordhollandsche kaasbereiding wordt voor verre weg het grootste deel een fabriekmatige. Boerde rijen met groote gezinnen zijn nog in staat het kaas maken vol te houden. De ongewone tijdsomstan dighedeii werken de verplaatsing naar de fabriek in de hand. Ook de fabriekmatige kaasbereiding is in een toestand van verwording. De eenvoudige kaasmakerijen voldoeq niet meer geheel aan den eisch. Deze hebben een onmisbare schakel gevormd bij den overgang vam het bedrijf op de boerderij" en de moderne groote zuivelfabrieken^ die de melk van de boerderij laten ha len. Men wil de behandeling van de avondmeJk en de boterbereiding van de boerderij" wel kwijt, en dus een „zoetfabriek". Voor de boterbereiding is dat een middel om tot kwaliteitsverbetering te komen. De melk in de fabriek Ie koelen met stroomend nortonwater gaat in vele fabrieken niet meer. Men moet koelers aanschaffen. Oprichting van flinke zuivelfabrieken is wenscheüijk, men kan ze beter inrichten met dezelfde kosten per koe en deskundige leiding beter betalen, en deze is noodig De moeilijkheden van thans om de fabrieken te bou wen en in te richten zullen, remmend werken. De De zuivelorganisatie wordt sterker door de oprich ting van groote fabrieken. De bond wordt steeds krach tiger en bet is goed, dat de bond er thans is. Ten slotte wordt melding gemaakt van "den grooten steun, die ondervonden is van den assistent Erfks. De heer K. Zijp, Wiertngerwaard, brengt rapport uit over den aankoop van fokstieren en de resulta ten met verschillende dieren verkregen. Slechts van een tweetal stieren, n.1. Pieter en Jonge Frans XII, waren de resultaten met de afstammelingen beslist gunstig. De heer G. Nobel, Lutjewinkel, brengt rapport uit over het Bemiddelingsbureau in Noordholland. Spr. stelt .voorop, dat Nederland wat de voedingsmidde len betreft, steeds meer en meer op zichzelf wordt aangewezen, dus dat het een nationaal belang is dat land- en tuinbouw zoo productief mogelijk worden. Daarom ia voor land- en tuinbouwers nu extra-ver lof noodzakelijk. Door het Bemiddelingsbureau zijn over 1916 5200 adviezen gegeven, terwijl voor 1917 een volledige regeling in voorbereiding is. Spr. verklaart zich een voorstander van een uniforme verlofrege ling voor de land- en tuinbouwers en acht het ge wenscht, dat alleen aan hen verlof wordt gegeven over wie een gunstig rapport wordt gegeven. Geen militaire verloven buiten het Bemiddelingsbureau om. Voorzitter deelt nog mee, hoe door Noorderkwar tier, de Holl. Maatsch. van Landbouw en de R.-K. Dioc. Land- en Tuinbouwbond, voor de secretarissen van het Bemiddelingsbureau f 2000 beschikbaar zal worden gesteld voor hun werkzaamheden over 1915- 1916 tot Februari 1917. Hollands Noorderkwartier geeft f 250, Holl. Maatsch. van Landbouw f 1000, ter wijl de R.-K. Dioc. Land- en Tuinbouwbond f 750 is gevraagd. Allen voor. Onder luid applaus der vergadering, brengt voor zitter den heer G. Nobel dank voor zijn vele en bemoeiingen in deze. De heer K. A. Kaan, Anna Paulowna, rapporteert over de beproeving van aardappelpootmachines. Het bestuur vraagt f 200 voor een beproeving, zoowel op groot als klein bedrijf. Allen voor. De heer P. Stapel Cz., Bovenkaxspel, rapporteerde terheid, dat het haar tante zeker geen leed zou doen als zij haar nooit terug zag. Zij waren absoluut niet onontbeerlijk voor elkaar, juist het tegendeel, hoe wel het op het oogenblik met haar plannen strook te om de rol van liefhebbend, plichtgetrouw nichtje te spelen. En daar ze besloten was, dat Bernard het beloofde onderhoud zou hebben, moest tante Caroline dienst doen om Lady Clevedale een rad voor de oogen te draaien. „Ja", zeide zij, „ik geloof, dat ik ip elk geval tante Caroline een paar dagen wat op moest gaan vroo- lijken. En als ik zie,.dat zij misschien wat bij vrien den gaat logeeren, of als zij zich niet zoo heel erg eenzaam voelt, mag ik dan weer bij u terug komen? Wil u me heusch nog wat hebben, mag ik werke lijk terugkomen?" „Mogen!" Lady Clevedale's eenvoud was de dupe van Bèrtha's diplomatie. „Je zult ons altijd wel kom zijn, Bertha, hartelijk welkom en ik hoop, dat later onze arme kleine Betty en jij vriendinnen zult worden ondanks alles. Zij is niet te laken voor 't geen er gebeurd is, 't arme kind!" ,,'t Arme kind heeft mij, hoewel dan onbewust, toch een leelijke poets gebakken", dacht Bertha met een sóórt galgenhumor; „maar wie weet, mis schien kan ze me nog wel eens van nut zijn; en, tenzij Bernhard iets zeer bijzonders heeft, waar we samen profijt van kunnen trekken, zal ik zeer ze ker 't zoover zien te bréngen, dat Betty me scha deloos stelt voor 't ipnemen van mijn plaats. Dat is wel het minst wat ze doen kan". En overluid herhaalde zij tegen Lady Clevedale nog een paar woord en van dankbaarheid op een wijze, die schitterend een met moeite onderdrukte ontroering met veel .zelfbeheersching onderdrukt en deze zoo waardige zelfbeheersching, die zoo strook te met het karakter der oude vrouw, maakte den gewenschten goeden indruk, zoodat Lady Clevedale later aan hdar man zeide, dat zij Bertha hoe lan ger hoe meer leerde waardeeren. „Ik heb nu in elk geval twee pijlen op mijn boog", dacht Bertha, toen zij na nog eenigen tijd een voor haar weinig belangrijk gesprek te hebben voortge- over beproeving brandspuiten. Het plan is a.8. voor jaar een demonstratie te houden van brandblusch- middelen. Van brandwaarborgmaatschappijen is fi nantieele hulp gevraagd. De verzekeringsmaatschap pij der Holl. Maatsch. van Landbouw geeft reeds f 250. Het bestuur vraagt een crediet van f 300. Allen voor. De heer Joji Stapel, Hoogkarspel, wijst- op de na doelen die de zuivelbereiders hebben door het moe ten beschikbaar stellen van 50 pet kaas voor het binnenlandsch gebruik eh hei lage van den prijs, 33 cent per pond. Spr. vestigt verder de aandacht op hot ongewenschte dat het leger ongemerkte kaas ge bruikt, dus minderwaardige kaas, alleen onder het gezochte motief dat de kaas belegen moet zijn. De heer G. Nobel zegt, dat de sub-commissie in Noord-Holland der Kaasvereeniging herhaaldelijk bij den minister en de Rijks-commissie van Toezicht hfeaft aangedrongen .op verhooging der prijs van kjlas voor binnenlandsch gebruik. Dat ris echter sfeeds gebleven zonder resultaat, Hét verhoogen van het percentage voor binnenlandsch gebruik houdt verband met de mindere productie, vooral tekort aan Goudakaaa En die mindere productie houdt weer verband met de duurdere prijzen van het vee voer. Wat de ongemerkte .kaas voor het leger be treft, heeft de minister aan de sub-commissie voor Noord-Holland gemeld, dat de Intendant gemerkte kaas uit de centrale pakhuizen mag betrekken. De heer R. Visser, Berkhout, wijst er op, dat kaas geen volksvoedsel is, de lui van de Keizersgracht eten de goedkeope kaas der boeren. De zuivelberei ders moeten zich niet steeds neerleggen bij het: ik wil niet van de regeering, maar desnoods hun pro duct niet aan de markt brengen. Spr. wil ook dat het bestuur eens een studie maakt van de oorlogs winstbelasting en eens nagaan of de boer in den vorm van goedkoope kaas enz. daar niet reeds vol doende aan betaald. Verder wordt vanuit de vergadering nog gewezen op de verkeerde adviseurs der regeering en het ge brek aan veevoeder, wat voorzitter aanleiding geeft tot de mejledeeling, dat de boeren hun jonge var kens maar verzuipen omdat het opfokken hen veel te veel kost Dikke varkens worden gevoerd met gras, omdat er gebrek aan veevoeder is. De toestand is allertreurigst. Het bestuur belooft een wakend oog te zullen houden op al deze zaken. De eeer E. Koeter, Bobeldijk, vraagt, of het nu niet mogelijk is dat een rapport verschijnt over het aan hangig vraagstuk: Wat rendabeler is kleine of groo te fabrieken, en óf niet eens onderzócht kan wor den wat er gedaan-kan worden aan het kwaad wor den van stieren, wat met de stieren door Noorder kwartier verkocht, zoo dikwijls heit geval blijkt te zijn. Voorzitter belooft te onderzoeken en het rapport over de kaasfabrieken zal spoedig verschijnen. De heer Jonker, Andijk, vraagt het bestuur alle aandacht te wijden aan het afzetten van landbouw producten na den oorlog. Zal geschieden. De heer G. Nobel zegt een voorstander te zijn van groote zuivelfabrieken. Deze zullen steeds meer ver schijnen, wat verband houdt mede met de tijdsom standigheden en tekort aan personeel. Over de regeeringsmaatregelen heeft spr. nogal wat tritiek gehoord, maar spr. wil toch wijzen op de ui terst moeilijke positie onzer regeering. De groote kwestie is, dat zoowel de Entente als de Centrale mogendheden zooveel mogelijk van onze overproduc tie willen hebben. Dat is uiterst lastig en spr. zal er maar niet veel van zeggen, maar acht het nog maar 't best, dat ons land niet zooveel heeft te mis sen. Dat geeft de minste last. Vervolgens wordt na de gewone plichtplegingen de vergadering gesloten. De vergadering was door on geveer 40 leden bezocht. Er werden 6 nieuwe leden aangenomen. Trekking van Donderdag 23 November. Ie Klasse. 4e Lijst, No. 18227 f 1000. Nos. 2807 13571 16580 elk f 100. Prijzen van f 20. 542 831 9681019 1277 1289 1311" 1351 1645 1679 2290 2312 2313 2604 2984 3098 3407 3575 3631 3810 3832 3939 3952 4336 4372 4739 4932 5100 5423 5425 5711 5786 5862 5992 6805 6883 7230 7481 7517 7941 7952 8004 8132 8517 8845 8854 8867 8936 9155 9307 9915 10303 10457 11018 11579 12183 12202 12216 12272 12483 13065 13101' 13309 13597 13638 13845 14041 14591 14723 14838 15679 15695 16409 16479 16742 16778 16934 17242 17547 17552 18295 18527 18803 18806 19001 19046 19136 19264 19367 19452 19701 20530 20623 20718 20850 2O910 Op de le klasse 3e lijst is ook uitgeloot 6144 HET GEVAL VAN DE KONINGIN-REGENTES. De Haagschg Nieuwe Courant schrijft: Wij vernemen langs een omweg hot moet wel, nu de Regeering het puüliek van de geringste verklaring der feiten, of van de rol door onze marine, daarbij' gespeeld, verstoken laat omtrent de aanhouding en inbeslagneming der Koningin-Regentes het volgende: De reden der aanhouding zou vooral in de over brenging, door het schip, van berichten en documenten, officieel»; en andere, ten bate valn de Engelsche re geering gelegen zijn. Tot zulk een aanhouding en visitatie van een neutraal schip, bezit de vijandelijke strijdmacht onbetwistbaar recht. Echter schijnt de Duitsche duikboot-commandant (ge lijk dat ook een vorige maal met een mailboot van de Zeeland geschied is) den kapitein vam de Aomrigm- Regentes beve Ite hebben gegeven ter vergemakkèuj- kii$ g)van het onderzoek naar Zeebrugge te Koersen. Hiertegen moeten de aanwezige Nederlands che torpe dobooten zich verzet hebben., op grond dat de Duit- sche commandant volkenrechte' ;'-: wei bevoegd was tot het instellen, wegens de door hem opgegeven reden, van eer. visitatie aan boord ter plaatse, maar niet om het schip te Swingen zich daartoe naar Zeebrugge te begeven. Tenzij dan dat de commandant het schip prijs verklaarde en opbracht, in welk geval aan de daartoe vereischte formaliteiten met name het ter hand stellen van een protocol aan den kapitein, het brengen van een prijsbemanning aan boord en het hijschen van de Duitsche oorlogsvlag behoorde- te worden voldaan. De schout bij nacht, commandant in Zeeland, die te dezer zake draadlooze correspon dentie voerde mét de aanwezige Nederlands che torpe dobooten zou op het voldoen aan deze formaliteitani gestaan hebbed, terwijl de Duitsche commandant be zwaar maakte wegens het daaruit voortvloeiende tijd verlies en het gevaar inmiddels door een vijandelijk schip te worden verrast Dit verklaart den langen duur van de onderhande lingen 'tusschen het Duitsche en de Nederlandsche oor logsvaartuigen, yvaarvan in de berichten omtrent de aanhouding reeds dadelijk melding werd gemaakt De Duitsche commandant moet ten slotte aan den eisch yan onze marine hebben toegegeven. Men herinnert zich het "bericht, dat de Koningin-Regentes met de Duitsche oorlogsvlag (naast de Nederlandsche vlag) in top in 'de haven van Zeebrugge werd binnengebracht De vraag blijft nu over of de Duitsche commandant (zooals door den schout bij nacht blijkbaar werd aan genomen) tot de opbrenging en prijs verklaring van de mailboot gerechtigd was. Op grond van het vervoer van contrabande kon dit niet het geval zijn de Maatschappij Zeeland vervoert in het geheel geen goe deren met haar schepen. Het moest dus zijn op grond van een. der gevallen vaïl „Neutralitatswidrige Unterstut- zung", welke men in de vierde afdeeling der Duitsche Prisenordnung van 30 Sept 1909 (niet gelijkluidend aan, maar toch vastgesteld in overeenstemming met de Londensche Zeerecht-Declaratie van dat jaar) opge noemd vindt Onder de „leichtere Falie" van zoodanige met de neutraliteit strijdige hulp aan den vijand vinden wij daar, in Rit 48a, dat een neutraal schip aan op- brenglng en prijsverklaring blootstaat, wanneer het: „de betrokken reis onder afwijking van het ge wone gebruik waartoe het schip bestemd is, bijzonder tot het doel van het overbrengen van op zichzelf staan de lot de vijandelijke strijdmacht benoorende perso nen of tot het overbrengen van berichten in bet be lang van den vijand voltrekt" Art. 50 voegt daaraan toe dat onder Nachrichtenf beforderung elke overbrengingvan berichten is te ver staan „hetzij dat deze schriftelijk of mondeling dan wel door signalen of draadloos geschiedt" Het komt ons zeer waarschijnlijk voor dat deze „Nachrichtenbeforderung" als grond voor de prijsver- klaring moet worden aangenomen. Alle nadere be richten omtrent het onderzoek naar zich aan boord bevindende koerierszakken en paketten en ook het nog steeds vasthouden van drie leden der bemanning na dat de overige in vrijheid waren gesteld, wijzen daarop. Ten eerste blijft het in tusschen de vraag of de hier aangehaalde bewoordingen de prijsverklaring van het schip wettigen; deze vraag zal door den Duitschen prijsrechter worden beslist De op brenging toch door de duikboot is slechts een voor- loopige handeling, waardoor de prijsmaker zich de feitelijke macht over het schip verschaft, de prijs verklaring waarbij de eigendom van het schip over gaat, kan slechts door den prijsrechter geschieden. Wij teekenen ten slotte hierbij aan, dat het op brengen van een neutraal schip, onder vervulling van de voorgeschreven formaliteiten, geen vijandfr- lijko daad maar een rechtshandeling is. Men moet aannemen dat de Nederlandsche vlagofficier die op vatting heeft gehuldigd, toen hij zich, nadat de for maliteiten vervuld waren, tegen de opbrenging niet heeft verzet en dat hij deswege aan onze torpedo booten niet bevolen heeft zich als convooi van de Koningin-Regentes te stellen. Met dat al, is de Zeeland, daar de prijsprocedure van langdurigen aard pleegt te zijn, hoe deze ook moge afloopen, voor een onbepaalden tijd haar voor laatste mailboot kwijt enblijft het onbegrijpe lijk waarom onze Regeering het aan onze pers en publiek weken lang overlaat zich in allerlei gissin gen te verdiepen omtrent een voorval dat alleszins geschikt is om de openbare meening te verontrus ten en dit dan ook ruimschoots heeft gedaan. - SINT MAARTENSBRUG. Woensdagavond hield de IJsclub „Eendracht maakt Macht" een vergadering in het lokaal van dein heer W. Swarthof. Aanwezig 7 leden. Na opening volgde voorleking en goedkeuring van de potuien der vorige bijeenkomst. Vervolgens deed de penningmeester reke ning en verantwoording - over het afgeloopen iaar. De ontvangst met inbegrip van rente en batig saldo van het vorigé jaar, bedroeg f 106.64. de uitgaaf f 9.20, alzoo in kas f 97.44, Door een tweetal heeren werd de rekening nagezien en in orde bevonden. Tot be stuurslid werd bij acclamatie herkozen de heer A. Pijper terwijl tot afgevaardigde naar de Algemeene vergadering werd benoemd de heer A. Pijper en tot 'plaatsvervanger de heer Jb. Kramer. Daar de rondvraag niets opleverde sloot de voorzitter onder dankzegging de vergadering. SINT MAARTENSBRUG. Woensdagnacht is een achter de woniijg van den heer P. Doorn staande schuur door onbekende oor zaak tot den "grond toe afgebrand. zet, weer naar haar kamer ging. „Waarschijnlijk zal die van Bernhard wel 't aangenaamste blijken, en zoo niet, dan heb ik nu altijd de andere nog in petto. En met die van Betty zal ik het wel klaar spelen, als ik daardoor een goed en gemakkelijk tehuis kan krijgen. Misschien kan ik haar zelfs wel heelemaal naar mijn hand zetten als ze zoo jong en kinderach tig, is, als haar schoonmoeder zegt Dan zal ze wel kneedbaar zijn." To enBertha de breede gang boven afliep naar haar kamer, kwam zij 'zuster Margaret tegen. Zij bleef even staan om te vragen, hoe het met de pa tiënt ging. Het was de eerste maal, sinds Margaret's komst, dat de beide vrouwen ellkaar ontmoetten, want Margaret gebruikte haar maaltijden op haar verzoek in een kamer naast die van Betty en Bèr tha's kamer lag in den anderen vleugel van het huis Maar Margaret was nu op weg naar het salon en Bertha bemerkte terstond dat zij er bezorgd uitzag. „Ik hoop dat mevrouw Clevedale niet erger is?" zeide zij, terwijl zij eenigszins nieuwsgierig naar de slanke gestalte in die eenvoudige blauwe katoenen japon zag, en naar het mooie gezicht met die grijs blauwe oogen en dat aschblonde haar. „Wat een koninklijke gestalte", dacht Bertha, want het was haar totaal ontgaan dat zij Margaret in het ziekenhuis gezien had op den dag van Denis' dood, en ze meende dus iemand te zien, die haar geheel vreemd was. „Ik maak me bezorgd over mevrouw Clevedale. Zij ijlt niet meer, maar toch ben ik heelemaal niet te vreden", antwoordde Margaret, die nu te zeer met haar patiënt bezig was om veel aandacht aan Ber tha te wijden. Zij besefte vaag, dat de jonge dame in 't zwart de „Bertha" moest zijn, waarover Lady Clevedale met haar gesproken had, maar verdér gin gen haar gedachten niet. En hoewel zij aan Denis' sterfbed wel gevoeld had, dat de droefheid van de verloofde, om wie in allerijl getelegrafeerd was, niet bijzonder diep was, zou zij die verloofde toch moei lijk meer hebben kunnen beschrijven, als iemand haar dat gevraagd had. Zij keek nu ternauwernood naar het jonge meisje, maar zeide slechts haastig: „ik ga naar beneden om Lady Clevedale te vragen den do)tter te laten halen', ik wilde wel, dat hij zoo gauw mogelijk kwam." Zij ging naar beneden en Bertha liep haastig de gang in. Er was haar plotseling iets ingevallen en zij wilde dat denkbeeld terstond ten uitvoer brengen Zooals reeds gezegd is, had zij Denis' weduwe nog niet gezien en ze brandde van nieuwsgierigheid om te weten of ze werkelijk zoo bekoorlijk was als Lady Clevedale vond. Nu was het een geschikt oogenblik om zichzelf er eens van te overtuigen, hoe dat wicht er uit zag, dat kind van niemendal, d$.t De nis ingepalmd had en dat nu de brutaliteit had hier te komen als zijn weduwe en de moeder van zijn zoon. Terwijl de verpleegster weg was, zou zij onge merkt de ziekenkamer ingaan en zelf zien, wie haar bij Denis verdrongen had, en zijn hart had gewon nen. „Als z ijhet tenminste gewonnen had", was de ge dachte, die nu bij Bertha opkwam, terwijl ze zacht jes de deur van Betty's kamer opende, „als zij het tenminste gewonnen had! Ze heeft hem waarschijn lijk door haar listen gedwongen tot een huwelijk, waar hij al gauw spijt van had, vandaar dat hij het geheim heeft gehouden". Intusschen was zij de kamer binnengetreden, had de deur gesloten en liep op haar teenen naar het bed, waar zij haast haar adem inhield, toen zij neer zag op het slapende jonge vrouwtje. Wat een smal, wit gezichtje lag daar op het kussen, zelfs de lip pen hadden nauwelijks eenige kleur en alleen de lange donkere oogharen, die bijna op de wangen rustten, staken sterk af tegen die doodelijke bleek heid. Zelfs in den slaap hadden de lippen een droe- vigen trek, alsof het verdriet van de zieke haar in '■aar droom en nog vervolgde, en zij zuchtte, toen zij haar hand met eenru k onder de dekens uitbracht, een klein wit handje, blauw geaderd, met een trouw ring aan den vierden vinger. De korte krullende lok jes, die op haar voorhoofd lagen, gaven haar geheel en al het voorkomen van een kind, en Bertha haa1- de ongeduldig en verachtelijk haar schouder» od. terwijl ze dacht:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1916 | | pagina 5