2Ï SS iÏÏÏÏÏÉÜSSïw - --as TABAK van J. R. KEJJSS rss.iv'tt'M'""da i™ fSür'i, yrir f-*1 .rrsfS I Tweede Kamer. Binnenlandsch Nieuws. alkmaarsche Flobert knipte even met de oogen door de snelle overgang van donken- tot licht Toen nam bij zijn tegenstander scherp op. In uiterste verbazing bleef hij stokstijf staan. De gene die voor hem stond was een vrouw. „Wat is dat?' riep hij uit. „Om. 's hemels wil, maak mie niet ongelukkig"; antwoordde een zwakke stem. Hobort koek do kamer rond. Niets was van zijn plaats. Ja toch. Het pakje dat hij dien avond .gekocht had was half geopend. „Bon je alleen daarvoor gekomen?" vroeg hij, er op wijzend. De vrouw bedekte haar gelaat niet langer. Robert zag thans dat ze heel, jong was; eet» meisje Alleen voor het poroeleinen herderinnetje,zeide ze. Haar gelaat was met een blos overtogen, doch dit deed haar des te mooier schijnen. Hare trekken waren schoon en regelmatig gevormd. Haar figuur was, hoe wel niet groot, slank en lenig. Ze was eenvoudig gekleed doch haar voorkomen en manieren waren be vallig en voornaam. Robert had zich een dievegge anders voorgesteld. „Hoe bent u "hierin gekomen?" vroeg Robert Hij durfde haar niet langer te tutoyeeren en de bespotte lijke gedachte kwam bij hem op, dat hij zich behoorde voor te stellen, zoozeer maakte zij op hem den in druk van een dame te zijn. „Ik 'heb den gehoelen weg achter u aan geloopen van dat p uit den winkel kwam. ik trachtte u het pakje achter den arm weg te stooten, doch dat ge lukte mij niet. Ten einde raad sloop ik. terwijl q nier in den trap een brief opraapte naar binnen. Het geluk was mjj guntig u draaide geen licht op voor u naar bed ging Zoo gelukte het mij ongemerkt hier binnen te sluipen. „U is geen geroutineerde dievegge" merkte Robert op. „U hebt me direct wakker gemaakt." Het meisje lachte pijnlijk. „Helaas ja," zeide ze. Robert kon intusschen niet begrijpen wat ze toch van dat porceleinen herderinnetje wilde. Hij nam hel op en zette het op tafel. Met één sprong was het meisje er bij en greep het. Robert pakte haar bij den arm. „Ik laat u hier niet vandaan gaan, voor ik de rede weet waarom u dat poppetje hebben wilt", riep hij uit. „U hebt gelijk," zeide het meisje zacht. „U hebt het recht alles te weten. Ik mag u geen voorwaarden stellen. Alleen bid ik u laat alles wat ik u ga ver tellen eeuwig een geheim blijven." Het meisje nam het herderinnetje op en bekeek het Zé zuchtte. Toen verbrijzelde ze het tegen den ta felrand. „Juffrouw, wat doef u daar?" riep Robert. Het poppetje had hem meer dan twaalf gulden gekost. Het meisje antwoordde niet. Ze zocht even tus- schen de scherven en hield Robert een buitengewoon groote parel voor, die zij eruit gehaald had. Van verbazing kon Robert geen woord uiten. Dat herderinr netje had een schat verborgen. Hoe wist dit meisje dat echter? „Luister," antwoordde ze op zijn onuitgesproken vraag. „Ik ben werkzaam in den winkel waar u dit poppetje gekocht hebt. Ik had van avond dit pop petje in handen, toen mijn patroon het mij haastig afnam, er mee naar voren ging en het aan u ver kocht/' „Mijn broer is werkzaam bij een juwelier. Hij is een flinke knappe jongen maar af en toe lijdt hij aan zwakzinnigheid. Wij hebben het thuis op het oogenblik heel arm en dat heeft hem zoo aanges grepen, dat hij dezen morgen in een onbewaakt oogen blik dezen parel wegnam. Hij kwam mij den parel brengen, doch ik maakte hem duidelijk, dat dit diefstal was, waarmede hij vol strekt geen rekening gehouden had. komt. De melk zal ik Laten bezorgen in verzegel dd flesschen en u moet ze zelf in haar kamer openen. Doe mij het genoegen en waak over haar zooals een kat een muis bespiedt" „Hij glimlachte vriendelijk bij die woorden en Ber- tha's antwoord was een zacht, beminnelijk lachje „Ik beloof u dat ik met de grootste nauwlettendheid uw voorschrif zal opvolgen," zeide zij den dokter met een kinderlijken blik aanziende, en deze dacht in stilte: „wat een onschuldige blauwe oogen en wat •een lieven open glimlacht ,,'J aan ervan overtuigd zijn,dat niemana behalve ikzelf mevrouw Clevedale aan zal raken. Dat beloof ik u." „Met goeden zorg moet zij heel gauw weer uit de zen zorgwekkenden toestand zijn," zeide hij opge wekt. „Het is oen ontzaglijke opluchting voor me, te weten dat ze In uw handen is, dat geert me bepaald rust. Er ligt zoo iets over haar van het bekorende van een kind, dat men 't gevoeL heeft over haar te moeten zorgen, zooals men voor jbn kind zorgt." „Dat zal ik dan odk doen," zeide Bertha met warm te, terwijl woede en jaloezie baar inwendig verteerden. „Ellendig wezen I" mompelde zij, toen zij de trap opging naar Betty's kamer; „ik kan me maar niet begrijpen, wat die zotte mannen toch in haar zienl Dat lieve bekoorlijke kindl Jawel I Doodgewoon een malloot en bekoorlijk bah, niet 't minst 1 Mannen zijn zulke ezels; groote bruine oogen kijken hen aan met een half smeökende uitdrukking en dat is genoeg om hen voor alle mogelijke verdere negatieve hoe danigheden blind te maken. Di edokter is slimmer dan ik gedacht had. 'tls me geen oogenblik ingevallen, dat hü zoo gauw lont zou ruiken. Ik moet "heel langzaam aan doen trouw de wacht houden over het lieve bekoorlijke kind. tot alle achterdocht, verdwnen is. En dan nu, dan zullen we eens zien, dan zullen we eens zienl" HOOFDSTUK XXVII. O'p Bernard's kamers. „Wat ter wereld bedoel je met dat gezegde, dat Macpherson's bezittingen naar do wettige eigenaars terug zijn gegaan? 't Is of je Latijn praat. Wat wil je er mee zeggen?" „Ik bedoel precies wat ik zeg," Margaret's stem was even koud en kalm als die van Bernard nijdig en gejaagd. Zij had haar bedaardheid herwonnen, hoewel zc hog heel bleek was en er stond in haar oogen zoo duidelijk afkeer te lezen, dat de man die haar voortdu rend aanstaarde, er razend door werd. „Heb je alles weggestuurd?" vroeg Bernard langzaam, ieder woord met nadruk uitend. „Dacht je, dat ik gestolen goed zou hebben gehou den, zoodra ik wist aal het gestolen was?" vroeg Mar- garet trotsch haar hoofd opheffend. „Begrijp nu toch hens en voor goed, dat je me vernederen kunt, me ge vangen kunt houden, me zelfs kunt vermoorden, maar dat je me nooit tot medeplichtige aan je misdaden zult kunnen maken. Tot 't helen van gestolen goed breng je me nooit" „Ik zou nu maar zoo'n toon niet aanslaan," zeide Bernard, een voetbankje in zijn woede wegtrappend, zoodat het aan 't andere eind van de kamer terecht kwam, alsof die physieke inspanning hem lucht gaf. „Ik wou dat je niet zoo verduiveld braaf en wat meer menschelijk was. 't Is die braafheid, die je altijd van me af hoeft gehouden; je bent een veel te nobel mensch en je ziet uit do hoogte op een zondaar neer, inplaats te proboeren hem te begrijpen en missohien te veront schuldigen." 't Is hier de quaestie niet van braafheid of slecht heid, antwoordde zij op zachteren toon; wat me van je verwijderd hield was het feit dat ik je niet lief had, dat ik ie nooit lief kon hebben. Je zonden en ie deugden hadden er niets mee te maken." „Neen je hadt dien dwazen jongen lief, dien Tom Mansby, en wij konden allemaal naar den duivel loo- pen, als 't hem maar goed ging. Je behoeft me niet te vertellen, dat je hem liefhadt; ik weet het best." „Stil, och stil toch I" Margaret's gezicht werd rood van pijnlijke droefheid. „Hfj is dood, laat hem nu ver ik nam mij voor vanavond na afloop van mijn werk ik repareer de gebroken voorwarpen met gips bij oen juweaer aan te ioopen( om daar cjuasi naar mijn broer te informeeren, doen in werkelijkheid om den parel ongezien weer op zijn piaflts te leggen. Juist toen ik mij kleedde om wqg ttt gaan en het kleinood in de handen hield om het veilig weg te bergen, kwam mijn patroon haastig het atelier bin- lien. in mijn verlegenheid stopte in den parel snol in het herderinnetje- dat ik met gips opgevuld liad, welke nog week was. Het was mijn patroon echter juist om zulk een poppetje te doen, hij nam het mij haaslig af en ue rest weet u." Het meisje keek Robert vast in de oogen, na dit verhaal. „Kan de parel nog terug bezorgd worden, zonder da't de juwelier het bemerkt?" vroeg deze. „Ja, als mijn broer hem morgen meeneemt Zij is hom gegeven om schoon te maken en daarna in de etalage te leggen. De juwelier zal dan alleen den- kien, dat mijn broer gisteren geluierd heeft en niet is klaargekomen." Robert, die intusschen kans gezien had, om de deken die hij in het begin had omgeslagen voor eenige kleedingstukken te verwisselen, kwam naar voren en' hield het meisje zijn hand voor. „Ik beloof u dat ik over dit alles zal zwijgen en meer dan dat Als U het me toestaat wil ik al myn best doen om u te helpen." Het meisje sloeg toe. „Ik dank u" sprak zy ge roerd." Als u mij wilt uitlaten, zal het voor iederen toe val! igen voorbijganger den schijn hebben, alsof ik u een bezoek bracht" Wacht nog even," zeide Robert. „Staat u mij toe ook het tweede gedeelte van mijn belofte te vervullen? Zeg mij dan uw naam en adres." Het meisje bloosde lichtelijk. Toen gaf ze beiden op en voegde erbij dat ze gewoonlijk 's avonds na negen uur klaar was en haar winkel verliet. .Het is een geluk", zeide Robert, „U tot zuster te hebben," en hij dacht erbij, dat haar tot vrouw te hebben nog veel gelukkiger wjs. Den Haag, 11 Janari 1917. De tijdingen over den hopeloozen toestand, waar in mr; Goeman Borgesius heden, den dag, waar op hij den zeventigjarigen leeftijd bereikte, ver keerde, brachten 't hunne ertoe bij begrijpt men om eene sombere stemming over de middag-ver gadering te brengen. De amendementen op art. 1 van het ontwerp tot het voorkomen van onredelijke opdrijving van la gere huurwaarde-woningen werden toegelicht, en de aandacht des Parlements was soms zeer middel matig. Zooals men weet, strekken de van soc.-democrati- sche amendementen op art 1, door mr. Mendels nader toegelicht om de wet te doen in werking treden van 1915 af in plaats van 1916 tegen welke terugwerkende kracht zich mr. Lohman met het vuur, dat men van hem kent, verzette en voorts om te schrappen de nieuw-aangebrachte bepaling in het Regeerings-ontwerp, dat de huren eerst na 10 pet verhooging onder de eventueele controle der buurcommlMiö Utr'™ JTSÏÏSm VUAw <ut..«g-wk, bevoorrechtingx,Qr,H«i« r a wil schrappen de Een ander amend-Mendela c.fc (J^eer&te nieuwe bepaling, dat v0^. „.ortjen vastgesteld, huurprijs geheel willekeurig kan afgevaardigde De Regeenng toone aan t eerBte voor Bchoterland uit - dat rijzicn Mün. ontwerp vergist heeft Ook prot „Boter dels tegen mr. gK nat noemt de eene dure dan geen woning .„noenschakelen heer Mendels eene t*Want duur wo- man - door laastgenoemde toegelicht -dat jjieuw bouw" o monsterachtig woord! zoo lijk wil bevorderen. Voor den heer Roode MTg zo het gansche artikel 1 onaannemelijk j in de wet gelaacht Zooals reeds gezegd, wil mr. ton man in gegen geval berusten in het geven van te rugwerkende kracht aan deze wet, terw^ h!L ook op staat, dat de huur-commissie-wet een tijde liik karakter zal dragen. Minister Ort heeft alle amendementen a gewezen. Z.Exc. bleef de 10 pet. huurverhooging bepleiten, wijzend op het toenemen van alle kosten geduren de9 heer Schaper rekte de vergadering tot 5 ure. Toen vroeg de heer Lohman het woord. En de neer Schaper had de zitting nog langer willen doen voort duren, maar de heer Lohman protesteerde daar te gen. Toen werd de vergadering verdaagd, t Gaat mef vlug Dl dit ontwerp. aNTONIO. WILRINGERWAARD. De projwganciaclub van den Bond voor Slaatspen sionneering alhier heeft n uweder een "üitnoodiiingl ontvangen van de afdeeling Schagerbrug om ook daar een uitvoering te komen geven en wel op Donderdag L8 Januari a.s. ST. MAARTENSBRUG.. Naar ons werd medegedeeld is het huis met erf en tuin eigendom van den heer H. Borst, alhier, uit de hand verkocht aan mej. de wed. IJ. Buik. ST .MAARTENSVLOTBRUG. Naar wij vernemen, werd bij den heer S. B. een gedeelte van de wasch die op het veld lag, ontvreemd. ANNA PAULOWNA. Bij den burgemeester dezer gemeente is van de Vereeniging „Groenten-Centrale", te 's Gnavenhage be richt ingekomen, dat, nu de regeling van den uitvoer van kopl. geteeld benoorden het Noordzee-kanaal, de zelfde als die voor kool, elders geteeld, de eisch niet meer wordt gehandhaafd, dat telers, door den waters nood getroffen en aanspraak makende op vrijdom van beschikbaarstelling voor de door hen uit te voeren kool. deze op eene veiling te Amsterdam moeten vei len. Zulks kan thans geschieden op naastbijgelegen i veiling. - BREEZAND. Donderdagavond gaf de Nuisverrenigim, Vri* kruig een gezellige bijeenkomst met 1 lokaal van den heer Borst. De vooÏÏÏÏ dc vergadering en «prak de wensch uit bliek zou meewerken om den avond goed te ij slagen. 'benige; leden van de zangvereénjgbw oen tooneelstukje, getiteld „Eon knap stel gav«* daar reusachtig v«i «uco^ mee Verd^d/0^ <L Ma en Mej. v. Eeten een voordracl v d. on me), v. Eeten een voordat".!!?!* veel applaus inoogstte. Verder trad op de heer k'Ü® man, van Haringbuizen en de heer v <t Mw mooie voordrachten welke ook veel sucoes oogstten m Verder een paar voordrachten van de he^„ sWflH en de hoer Penncka. welke ook veel applaus verwu^ Daarna sloot de voorzitter de ve^JderiM dankte allen die meegewerkt hadden aan deren oesvollen avond. TENTOONSTELLINO VOOR SLECHTHOOREN DEN. Te Haarlem wordt een tentoonstelling voor >Wl,i hoorenden, de eerste, gehouden, welke voornameliik zal beslaan uit een tcnToonstdiing van hulpmiddelen die aan het mindor goede gehoor der lijders tegemdk komen. Die hulpmiddelen zijn van drieerlei aard lo. middelen, die het geluid opvangen en conr® treeren, of langs alectrischen weg het geiuid versuSï en verscherpt liet gehoor toevoeren; 2o middelen, die niet de ons omringende lucht maar den bodem als geluidlci<ier gebruiken, en dus de' waar neming van het gevoel in de plaats stellen van die van het gehoor; 3o. middelen, die het gebruik van het gezicht in plaats van het gehoor stellen. Tot de eerste soort zijn alle gehoorinstrumenten en electrische apparaten te rekenen, zonder welke OVERAL VERKRIJGBAAR. der tiuiten alles. Wat hij gedaan moge hebben, wat hij geweest is, hij is nu dood en het is ignobel om kwaad van de dooden te spreken." „Och kom, Is het ignobel 1" herhaalde Bernard 'sar castisch. „En vond je het dan nobel van jezelf om je van eigendommen te ontdoen, die aan je noede waren toevertrouwd en die je zeer beslist niet toebehoor den?" „Maar evenmin behoorden ze aan jou," antwoordde Margaret op vasten toon; ze behoorden aan niemand anders als aan mijnheer Macpherson en zijn dochter en ik heb ze aan haar teruggestuurd?" „Aan haar teruggestuurd ?'^Bernard staarde haar met open mond aan. Wou je zeggen, dat je de parels en de rest aan juffrouw Macpherson teruggestuurd hebt?" „Ja zeker", antwoorddeMargaret kalm. „Dat was het eenigó mogelijke, het oenige wat me tc doen stond, toen 'jij—en Tom— en de anderen. Zij voltooide den zin niet en haar gezicht werd heel bleek, toen Ze voor een stoel bij de schrijftafel ging en er van hoold tot voeten bevend op neerzonk, niet in staat zich langer staande te houden. „Wees toch niet zoo belachelijk overgevoelig," zeide Bernard geërgerd. „Die oude gek had immers nu nog kunnen leven, als hij niet zoo stom was geweest om zich tegen ons te verzetten. Je denkt toch niet. dat we een van allen dien ouden ezel om zeep hadden willen brengen? Ik ben er heelemaal niet op gebrand, men schen naar de andere wereld te helpen, dat verzeker ik je." „Stil, och stil toch 1" smeekte Margaret, en haar gezicht zag aschgrauw, terwijl ze smeekend haar han den uitstak. „Het was zulk een afschuwelijke nacht merrie; ik kan er niet meer over denken, nog minder er over praten. En toen Tom me de ju weel eu bracht, was er maar een ding mogelijk. Ik moest ze terug sturen aan juffrouw Macpherson." „Je behoeft dat niet zoo dikwijls te zeggen, dat het 't eenige mogelijke was", viel Bernard haar heftig in de rede: „je hebt mij nu den kans ontnomen om rijk te worden, je zult zeker wel niet verwachten, dat ik daar bijster verrukt over ben. Je hebt me al'diep tijd ontloopem ik heb 't heele land door te vergeefs naar ie gezocht fen nu ik je eindelijk en ten laatste gevonden he"b, vertel je me. dat je je heb durven mengen in iets wat je niet aanging. Hoer in den he mel i Wie had kunnen denken dat er één vrouw op aarde zou zijn, die zoo'n onmogelijke zottin zou wezen. Je hebt alles bedorven door je ellendige, ongeioofe- lijke dwaasheid om die kostbaarheden terug te sturea' Zyn toon werd hoe langer hoe wanhopiger, zijn ge woonlijk zachte., gedempte stem was haast schril en schreeuwerig geworden en er lag een bijna koortsige woede in zijn oogen „Ik ben nu meer dan ooit besloten, dat je boeten zult voor al het kwaad, dat je gesticht hebt" zeide hij bynia woest „Misschien denk je, <Jat je maar steeds door kunt gaan met een man krankzinnig te maken, maar dan vergis je je toch I Je bent nu in mijn macht en ik zal die macht gebruiken Misschien zal 't je nog wel eens bitter berouwen dat je je Bernard Duncan tot vijand hebt gemaakt Ik waarschuw je, dat ik een gevaarlijke vijand benl" Er lag iets in zijn blik en in zijn toon, dat Margarel een rilling door de leden joeg, eu er kwam een oogen blik een smeekende uitdrukking in haar oogen. Daar door kreeg haar gezicht iets jeugdig en pathetisch en Bernard's woede verdween onder den hartstocht, die hem weer overmeesterde. Hij trok haar ruw uit den armstoel, waarin zij neergevallen was, sloeg zijn armen om haar heen en bedekte haar gezicht niet kus-' sen, terwijl zij te vergeefs worstelde om vrij te komen „Daar I riep hij eindelijk uit, terwijl hij haar los liet en haar ademloos en uitgeput weer in den leun stoel duwde; misschien zal dat ie leeren beseffen dat je van my bent, eil dat je in mijn macht en dat ik precies met je doen zal, wat ik wil. Ik ben van plan je voorloopig hier op mijn kamers te houden. Nu ik je eenmaal hier heb, zal je me niet meer ontsnappen En als je het wilt probeeren zal je zien. dat het niet gaat; daarom waarschuw ik je, wees wijs en schik je en maak het je hier zoo aangenaam mogelijk met me." „Och, miin werkl" riep Margaret En ze strekte on willekeurig haar handen naar hem uit met een gebaar, dat het hart van een minder zelfzuchtig man zeker zou hebben getroffen. „Ik verpleegde Betty Clevedale, toen ik by Tom wexd geroepen. Ik Lid op me genomen voor haar én haar baby te zorgen. Ik kan ze niet zoo onver antwoordelijk aan hun lot overlaten. En ik heb beloofd te zorgen voor Tom's begrafenis. Ik ik moet me daarvoor in verbinding stellen met Twillsbury. Ik kan die arme Betty Clevedale niet aan haar lot overlaten; zij is inderdaad van mij afhankelijk.'' „Ze wordt nu door een ander geholpen, en wat Mans- bv betreft, maak je daar maar niet bezorgd over; het ziekenhuis zal hem wel begraven" antwoordde Ber nard met zijn boosaardlgen giimiacn. „En Betty Cleve dale en haar baby zuilen wel gauw leeren van andere menschen afhankelijk te zijn ais van jou. Je weel, dal ik de wet op myn hand neb en dat je verplicht bent by me te blijven. Ik wee* alles over je Betty Clevedale eu ik weet dat ze ui uitstekende handen is". Weer kwam die boosaardige glimlach op zijn gezicht „Er is toevallig een goede keunis van me in liet huis van dien ouden zot, dien Martin Holdsworth". „Heb je daar een kennis?" Margaret staarde hem verbaasd aan. „En daardoor heb je me dus in Twills bury gevonden „Daardoor heb ik je in Twillsbury pvonden", zeide hij hare ontstelde stem nabootsend. „Iemand was han dig genoeg om voor me te ontdekken, dat je op East Down House verpleegster waart, en toen ben ik er heen gegaan om je mee te nemen. Maar de vogel was gevlogen 1 Ik hoorde toen, waar je heen was en 't heelt me niet veei moeite gekost om je spoor te vinden in Twillsbury en je in een auto te zetteu. En nu ben je hier en blijf je hier." Hij lachte ruw en trok Margaret opnieuw overeind uit den stoel. „Het speet me, dat ik je zoo'n beetje chloroformi- seeren moest, voor we hier aankwamen; maar ik ver koos geen scène in de straat en ik wist, dat je in staat zou zijn een agent en anders de voorbijgangers te hulp te roepen," „Ja, daar ben ik toe in staat; ik zal den eersten den besten aanroepen om hier vandaan te komen," riep ze handenwringend uit. „ik heb een gevoel, alsof ik hier in een ijzeren kooi gevangen ben, waar ik niet uit kan komen." „Neen, je kunt hier niet vandaan komen," luidde bel o pkoelen toon gegeven antwoord, „en daarom raad ik ie. al je philosoüe bij elkaar te roepen en je te schik ken in het onvermijdelijke. Dat weet ik wel, dat hoed wat vrouwen alles zouden willen geven om 'bemind te worden zooals ik jou liefheb, en toch smijt je verach- tejijk weg. wat ik je aanbied." „Noem je dat liefde I" riep ze uit en in haar oogen lag een onuitsprekelijke verachting. „Liefdel Je weet niet wat dat woord beteekent. Je denkt er alleen maar aan hoe je jezelf genoegen kan verschaffen je denkt geen oogenblik aan 't geen my genoegen of verdriet zou kun- hen doea Als je me werkelijk liefhad, zou je me geen verdriet willen doen." „Je moet je best doen om met mij in rust en vrede te leven," antwoordde Bernard op harden, ruwen toon t»Ik heb ook mijn informaties genomen en ik weet dat je niet zoo ijskoud zoudt zijn, als die kerel uit hei' zie kenhuis die intenie geneesheer je zijn liefde ver klaarde. Zie je wei, dat ik de plank niet missla 't Idee alleen doet je al blozen. Misschien heeft hij je al van zyn liefde gesproken en was je minder ongenaakbaar tegen hem dan tecen mij." En toen Margaret bij die lage woorden 't bloed naar 't hoofd vloog klonk oo- cueuw zyn ruwe. spottende lach. „Stille waters hebben diepe gronden I Dat is op iou maar al te zeer toepasselijkEn nu veranderde /ij,, spot plotseling weer in heftigheid. „De hemel mag we ten waarom ik nog een enkele gedachte aan je ver spil. maar je maakt me dol net als straks met je mooie figuur en jo koudheid en je lief gezicht, en ik zeg je dat ik het niet verkies, dat die dokter of welke an- fee'rHiTr"1 "°hj| Jh"6 tege" j® 8Preekt- v*rsta hi ir T rukte haar weer ruw naar zich toe Mo kamer daar kan je voor jezelf houden" naar onen stondVeHir!t wi£t6nd' w*arvan de deur half open stond. „In deze kamer moet lk menschen ont eiectnscne appei muu wei ze geen slechthoorende het op den duur kan «tellen. Tot de hulpmiddelen, die den bodem als geluid- leide rhebben, rekenen wij da bellen of kloppers voor slechthoorenden. Ze zijn niet vcor alle dooven strikt onmisbaar, maar kunnen goede diensten bewijzenze kunnen dienst doen als b« aan de buitendeur of als klopper aan kamer of kantoor. Onder de middelen, die het oor vervang® oog. zijn de één- en tweehandige vinger-«üph«bets, die in briefkaartenvprm aanwezig zullen rijn. Het beste middel op dit gebied is echter het afzien van den mond. De heer Bevnen, hoofd van de 1ste Ned. School voor Slechthoorende Kinderen te 's-Gra- venhage, zal Woensdag 17 dezer 's middags een open bare les houden, in net afzien van den mond, met een clubje van 12 leerlingen. Maar meer nog dan de volwassen doove, lijdt en ontbeert het doove kind, dat, van doeltreffend onder wijs verstoken, in onwetendheid en eenzaamheid op groeit. De heer Beijnen zal de openbare ies doen volgen door een lezing over de noodzakelijkheid van passend onderwijs aan slechthoorende kinderen. Het Comité voor Haarlem fyestaat uit mevrouw J. T. Cremer—Hogan, mei. Tine Marcus, dr P J. Bar- nouw. mej. C. A van Wickevoort Crommelin, dre P. gravin van Heerdt tot Eversberg—Quarles van l'fford, jonkvrouwe C. van den Wijck en mevr. J. van Yeeren van Veen—Bultman. HOOGWOUD. Loop der bevolking in 1916 Wérkelijke bevolking op 31 Dec. 1915: 1071 mann, 984 vrouw., totaal 20o5. Vermeerdering door geboorte 26 m 23 vr., totaal 49, door vestiging 66 m 68 vr. totaal 134 tezamen: 92 m., 91 vr., totaal 183. Vermindering <Joor sterfte 14 m13 vr. totaal 27. door vertrek 72 m 71 vr., totaal 143, tezamen: 86 m 4 vr., totaal 170. Totaal1077 mg., 991 vr., totaal 2068. UITVOER VAN SCHAPENVLEESCH. Naar de Vee- en Vlee8clihandel meldt, zijn de laat ste 8 ^agen aan den Hoek van Holland in het openbaar export slachthuis aldaar geslacht 2500 schapen voor export naar Engeland. vangen en zaken doen. Van die andere kamer kan je een boudoir maken, ala je er lust in hebt". Onderl het spreken, duwde hij haar half met geweld naar een kleine, karig gemeubelde zitkamer, waarvan het raam uitzag op een nauw steegje, dat uitsluitend: gebezigd werd als een doorloop voor voetgangers.. Maar de hoogte van de verdieping maakte de ka-' mer een uitstekende plaats om een onwillige vrouw in opgesloten te houden, was Bernards oordeel, en hij keek met voldoening het vertrekje rond, de voldoening van iemand, die zijn prooi in zijn macht heeft en van plan is, ze er in te houden. „Ik zou me nu maar schikken en me hier wat thuis maken. De verzenen tegen de prikkels te slaan is nutteloos en een onaangename bezigheid boven-i dien. Dat ideaal van een dokter is verboden waar, denk daarom .Deze kamer is nu nog wat kaal", hij keek met een nonchalanten blik rond ln het ver trekje, waar geen plaat aan den muur hing en slechts een versleten karpet, twee stoelen, een ta fel en een rustbank met een verschoten en gescheurd overtrek het eenige meubilair uitmaakten; „maar als de betere dagen voo rme komen, zullen we ze anders inrichten. Dank zij je krankzinnige handel wijze met die juweelen van Macpherson, zijn die be tere dagen nog in 't verre verschiet", voegde hij er met nauw verbeten woede bij. Margaret deed niets als bem aanstaren; haar ge- j voel van afkeer overweldigde haar zoo, dat het haar niet mogelijk was een woord te uiten. „Nu, als je niets zeggen wilt, laat het dan", ver volgde hij schouderophalen. „Ik heb mijn werk en ga naar de kamer hier naast; Je zoudt wijs doen met je hier wat thuis te maken, zooals ik je al ge- i zegd heb". En met dien wreeden glimlach, die zijn knap gezicht zulk een verdorven uitdrukking kon geven, keerde hij zich om, ging de andere kamer weer binnen, en liet de tusschendeur op een kier staan. Margaret viel uitgeput op een stoel neer; zenu wen en hersenen waren te vermoeid om zich tot denken in te spannen, en zij leunde met haar ello- boog op de tafel en haar hoofd op haar handen en trachtte haar krachten weer te verzamelen. Haar oogen dwaalden doelloos door de kleine kamer, zij zagen alles wat er stond, maar nam het niet in zich op. Eindelijk viel haar blik op de schrijftafel, waare naast zij zat; werktuigelijk gleed hij langs een sta peltje brieven, een veelgebruikt vloeiboek, een groo te koperen inktkoker, en ten slotte las zij onbewust een brief die open op het vloeiboek lag, tot eens klaps twee woorden haar ln het oog sprongen en weer eenig besef bij haar opwekte. „Betty Clevedale las zij. Een oogenblik bleef zij op de letters staren, alsof ze haar betooverden. Toen kwam ze tot de wer kelijkheid terug, de dofheid week van haar en OP t zelfde oogenblik kreeg ze ook weer het besef waf ie woorden in den brief beteekenden. n. was geen vrouw om naar een ingeving t« j maar nu deed zij het toch. Zij sprong met een i raam, boog zich eruit en r ej uid klinkende stem om hulp. in He acm. Die roep klonk Bernard in de ooren, hetzelfde grenzende kamer zat te schrijv«n en p "eUe„ oogenblik was yj bU haw en trek haar weg van het raam. digen°grijM.DJ 'nie^^gJholpei hebben want „ÈH Wii( „U1 dt w„ Kar». b"*f "f P"vbl,S werd gemaakt f' 7 iiwees naar de schrijftafel. „H maar nu ik dat gelezen heb denk je dat iknuR4_ hier kan blyven zitten, terwijl Betty, mijn kleine Bet '"Haar zin hrak plotseling af. jn "'ÏÏL'S razende woede sloeg Bernard blindelings naar zij viel neer op de rustbank achter haar doodsbU*-"- stil. bewusteloos. i (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1917 | | pagina 6