2Ï SS iÏÏÏÏÏÉÜSSïw -
--as
TABAK van J. R. KEJJSS
rss.iv'tt'M'""da
i™ fSür'i, yrir f-*1 .rrsfS I
Tweede Kamer.
Binnenlandsch Nieuws.
alkmaarsche
Flobert knipte even met de oogen door de snelle
overgang van donken- tot licht Toen nam bij zijn
tegenstander scherp op.
In uiterste verbazing bleef hij stokstijf staan. De
gene die voor hem stond was een vrouw.
„Wat is dat?' riep hij uit.
„Om. 's hemels wil, maak mie niet ongelukkig";
antwoordde een zwakke stem.
Hobort koek do kamer rond. Niets was van zijn
plaats. Ja toch. Het pakje dat hij dien avond .gekocht
had was half geopend.
„Bon je alleen daarvoor gekomen?" vroeg hij, er
op wijzend.
De vrouw bedekte haar gelaat niet langer. Robert
zag thans dat ze heel, jong was; eet» meisje
Alleen voor het poroeleinen herderinnetje,zeide ze.
Haar gelaat was met een blos overtogen, doch dit
deed haar des te mooier schijnen. Hare trekken waren
schoon en regelmatig gevormd. Haar figuur was, hoe
wel niet groot, slank en lenig. Ze was eenvoudig
gekleed doch haar voorkomen en manieren waren be
vallig en voornaam. Robert had zich een dievegge
anders voorgesteld.
„Hoe bent u "hierin gekomen?" vroeg Robert Hij
durfde haar niet langer te tutoyeeren en de bespotte
lijke gedachte kwam bij hem op, dat hij zich behoorde
voor te stellen, zoozeer maakte zij op hem den in
druk van een dame te zijn.
„Ik 'heb den gehoelen weg achter u aan geloopen
van dat p uit den winkel kwam. ik trachtte u het
pakje achter den arm weg te stooten, doch dat ge
lukte mij niet. Ten einde raad sloop ik. terwijl q
nier in den trap een brief opraapte naar binnen. Het
geluk was mjj guntig u draaide geen licht op voor
u naar bed ging Zoo gelukte het mij ongemerkt
hier binnen te sluipen.
„U is geen geroutineerde dievegge" merkte Robert
op. „U hebt me direct wakker gemaakt."
Het meisje lachte pijnlijk. „Helaas ja," zeide ze.
Robert kon intusschen niet begrijpen wat ze toch
van dat porceleinen herderinnetje wilde. Hij nam hel
op en zette het op tafel.
Met één sprong was het meisje er bij en greep het.
Robert pakte haar bij den arm.
„Ik laat u hier niet vandaan gaan, voor ik de
rede weet waarom u dat poppetje hebben wilt", riep
hij uit.
„U hebt gelijk," zeide het meisje zacht. „U hebt
het recht alles te weten. Ik mag u geen voorwaarden
stellen. Alleen bid ik u laat alles wat ik u ga ver
tellen eeuwig een geheim blijven."
Het meisje nam het herderinnetje op en bekeek het
Zé zuchtte. Toen verbrijzelde ze het tegen den ta
felrand.
„Juffrouw, wat doef u daar?" riep Robert. Het
poppetje had hem meer dan twaalf gulden gekost.
Het meisje antwoordde niet. Ze zocht even tus-
schen de scherven en hield Robert een buitengewoon
groote parel voor, die zij eruit gehaald had. Van
verbazing kon Robert geen woord uiten. Dat herderinr
netje had een schat verborgen. Hoe wist dit meisje
dat echter?
„Luister," antwoordde ze op zijn onuitgesproken
vraag. „Ik ben werkzaam in den winkel waar u dit
poppetje gekocht hebt. Ik had van avond dit pop
petje in handen, toen mijn patroon het mij haastig
afnam, er mee naar voren ging en het aan u ver
kocht/'
„Mijn broer is werkzaam bij een juwelier. Hij is
een flinke knappe jongen maar af en toe lijdt hij
aan zwakzinnigheid. Wij hebben het thuis op het
oogenblik heel arm en dat heeft hem zoo aanges
grepen, dat hij dezen morgen in een onbewaakt oogen
blik dezen parel wegnam.
Hij kwam mij den parel brengen, doch ik maakte
hem duidelijk, dat dit diefstal was, waarmede hij vol
strekt geen rekening gehouden had.
komt. De melk zal ik Laten bezorgen in verzegel dd
flesschen en u moet ze zelf in haar kamer openen. Doe
mij het genoegen en waak over haar zooals een kat
een muis bespiedt"
„Hij glimlachte vriendelijk bij die woorden en Ber-
tha's antwoord was een zacht, beminnelijk lachje
„Ik beloof u dat ik met de grootste nauwlettendheid
uw voorschrif zal opvolgen," zeide zij den dokter
met een kinderlijken blik aanziende, en deze dacht in
stilte: „wat een onschuldige blauwe oogen en wat •een
lieven open glimlacht ,,'J aan ervan overtuigd zijn,dat
niemana behalve ikzelf mevrouw Clevedale aan zal
raken. Dat beloof ik u."
„Met goeden zorg moet zij heel gauw weer uit de
zen zorgwekkenden toestand zijn," zeide hij opge
wekt. „Het is oen ontzaglijke opluchting voor me, te
weten dat ze In uw handen is, dat geert me bepaald
rust. Er ligt zoo iets over haar van het bekorende van
een kind, dat men 't gevoeL heeft over haar te moeten
zorgen, zooals men voor jbn kind zorgt."
„Dat zal ik dan odk doen," zeide Bertha met warm
te, terwijl woede en jaloezie baar inwendig verteerden.
„Ellendig wezen I" mompelde zij, toen zij de trap
opging naar Betty's kamer; „ik kan me maar niet
begrijpen, wat die zotte mannen toch in haar zienl
Dat lieve bekoorlijke kindl Jawel I Doodgewoon een
malloot en bekoorlijk bah, niet 't minst 1 Mannen
zijn zulke ezels; groote bruine oogen kijken hen aan
met een half smeökende uitdrukking en dat is genoeg
om hen voor alle mogelijke verdere negatieve hoe
danigheden blind te maken. Di edokter is slimmer dan
ik gedacht had. 'tls me geen oogenblik ingevallen, dat
hü zoo gauw lont zou ruiken. Ik moet "heel langzaam
aan doen trouw de wacht houden over het lieve
bekoorlijke kind. tot alle achterdocht, verdwnen is.
En dan nu, dan zullen we eens zien, dan zullen
we eens zienl"
HOOFDSTUK XXVII.
O'p Bernard's kamers.
„Wat ter wereld bedoel je met dat gezegde, dat
Macpherson's bezittingen naar do wettige eigenaars
terug zijn gegaan? 't Is of je Latijn praat. Wat wil
je er mee zeggen?"
„Ik bedoel precies wat ik zeg," Margaret's stem
was even koud en kalm als die van Bernard nijdig en
gejaagd. Zij had haar bedaardheid herwonnen, hoewel
zc hog heel bleek was en er stond in haar oogen zoo
duidelijk afkeer te lezen, dat de man die haar voortdu
rend aanstaarde, er razend door werd. „Heb je
alles weggestuurd?" vroeg Bernard langzaam, ieder
woord met nadruk uitend.
„Dacht je, dat ik gestolen goed zou hebben gehou
den, zoodra ik wist aal het gestolen was?" vroeg Mar-
garet trotsch haar hoofd opheffend. „Begrijp nu toch
hens en voor goed, dat je me vernederen kunt, me ge
vangen kunt houden, me zelfs kunt vermoorden, maar
dat je me nooit tot medeplichtige aan je misdaden zult
kunnen maken. Tot 't helen van gestolen goed breng
je me nooit"
„Ik zou nu maar zoo'n toon niet aanslaan," zeide
Bernard, een voetbankje in zijn woede wegtrappend,
zoodat het aan 't andere eind van de kamer terecht
kwam, alsof die physieke inspanning hem lucht gaf.
„Ik wou dat je niet zoo verduiveld braaf en wat meer
menschelijk was. 't Is die braafheid, die je altijd van
me af hoeft gehouden; je bent een veel te nobel mensch
en je ziet uit do hoogte op een zondaar neer, inplaats
te proboeren hem te begrijpen en missohien te veront
schuldigen."
't Is hier de quaestie niet van braafheid of slecht
heid, antwoordde zij op zachteren toon; wat me
van je verwijderd hield was het feit dat ik je niet lief
had, dat ik ie nooit lief kon hebben. Je zonden en ie
deugden hadden er niets mee te maken."
„Neen je hadt dien dwazen jongen lief, dien Tom
Mansby, en wij konden allemaal naar den duivel loo-
pen, als 't hem maar goed ging. Je behoeft me niet
te vertellen, dat je hem liefhadt; ik weet het best."
„Stil, och stil toch I" Margaret's gezicht werd rood
van pijnlijke droefheid. „Hfj is dood, laat hem nu ver
ik nam mij voor vanavond na afloop van mijn werk
ik repareer de gebroken voorwarpen met gips
bij oen juweaer aan te ioopen( om daar cjuasi naar
mijn broer te informeeren, doen in werkelijkheid om
den parel ongezien weer op zijn piaflts te leggen.
Juist toen ik mij kleedde om wqg ttt gaan en het
kleinood in de handen hield om het veilig weg te
bergen, kwam mijn patroon haastig het atelier bin-
lien. in mijn verlegenheid stopte in den parel snol
in het herderinnetje- dat ik met gips opgevuld liad,
welke nog week was. Het was mijn patroon echter
juist om zulk een poppetje te doen, hij nam het
mij haaslig af en ue rest weet u."
Het meisje keek Robert vast in de oogen, na dit
verhaal.
„Kan de parel nog terug bezorgd worden, zonder
da't de juwelier het bemerkt?" vroeg deze.
„Ja, als mijn broer hem morgen meeneemt Zij
is hom gegeven om schoon te maken en daarna in
de etalage te leggen. De juwelier zal dan alleen den-
kien, dat mijn broer gisteren geluierd heeft en niet
is klaargekomen."
Robert, die intusschen kans gezien had, om de
deken die hij in het begin had omgeslagen voor eenige
kleedingstukken te verwisselen, kwam naar voren en'
hield het meisje zijn hand voor.
„Ik beloof u dat ik over dit alles zal zwijgen en
meer dan dat Als U het me toestaat wil ik al myn
best doen om u te helpen."
Het meisje sloeg toe. „Ik dank u" sprak zy ge
roerd."
Als u mij wilt uitlaten, zal het voor iederen toe
val! igen voorbijganger den schijn hebben, alsof ik u
een bezoek bracht"
Wacht nog even," zeide Robert. „Staat u mij toe
ook het tweede gedeelte van mijn belofte te vervullen?
Zeg mij dan uw naam en adres."
Het meisje bloosde lichtelijk. Toen gaf ze beiden
op en voegde erbij dat ze gewoonlijk 's avonds na
negen uur klaar was en haar winkel verliet.
.Het is een geluk", zeide Robert, „U tot zuster te
hebben," en hij dacht erbij, dat haar tot vrouw te
hebben nog veel gelukkiger wjs.
Den Haag, 11 Janari 1917.
De tijdingen over den hopeloozen toestand, waar
in mr; Goeman Borgesius heden, den dag, waar
op hij den zeventigjarigen leeftijd bereikte, ver
keerde, brachten 't hunne ertoe bij begrijpt men
om eene sombere stemming over de middag-ver
gadering te brengen.
De amendementen op art. 1 van het ontwerp tot
het voorkomen van onredelijke opdrijving van la
gere huurwaarde-woningen werden toegelicht, en
de aandacht des Parlements was soms zeer middel
matig.
Zooals men weet, strekken de van soc.-democrati-
sche amendementen op art 1, door mr. Mendels
nader toegelicht om de wet te doen in werking
treden van 1915 af in plaats van 1916 tegen welke
terugwerkende kracht zich mr. Lohman met het
vuur, dat men van hem kent, verzette en voorts
om te schrappen de nieuw-aangebrachte bepaling
in het Regeerings-ontwerp, dat de huren eerst na
10 pet verhooging onder de eventueele controle der
buurcommlMiö Utr'™
JTSÏÏSm VUAw <ut..«g-wk,
bevoorrechtingx,Qr,H«i« r a wil schrappen de
Een ander amend-Mendela c.fc (J^eer&te
nieuwe bepaling, dat v0^. „.ortjen vastgesteld,
huurprijs geheel willekeurig kan afgevaardigde
De Regeenng toone aan t eerBte
voor Bchoterland uit - dat rijzicn Mün.
ontwerp vergist heeft Ook prot „Boter
dels tegen mr. gK nat noemt de
eene dure dan geen woning .„noenschakelen
heer Mendels eene t*Want duur wo-
man - door laastgenoemde toegelicht -dat jjieuw
bouw" o monsterachtig woord! zoo
lijk wil bevorderen. Voor den heer Roode MTg zo
het gansche artikel 1 onaannemelijk j
in de wet gelaacht Zooals reeds gezegd, wil mr. ton
man in gegen geval berusten in het geven van te
rugwerkende kracht aan deze wet, terw^ h!L
ook op staat, dat de huur-commissie-wet een tijde
liik karakter zal dragen.
Minister Ort heeft alle amendementen a gewezen.
Z.Exc. bleef de 10 pet. huurverhooging bepleiten,
wijzend op het toenemen van alle kosten geduren
de9 heer Schaper rekte de vergadering tot 5 ure.
Toen vroeg de heer Lohman het woord. En de neer
Schaper had de zitting nog langer willen doen voort
duren, maar de heer Lohman protesteerde daar te
gen. Toen werd de vergadering verdaagd, t Gaat
mef vlug Dl dit ontwerp. aNTONIO.
WILRINGERWAARD.
De projwganciaclub van den Bond voor Slaatspen
sionneering alhier heeft n uweder een "üitnoodiiingl
ontvangen van de afdeeling Schagerbrug om ook daar
een uitvoering te komen geven en wel op Donderdag
L8 Januari a.s.
ST. MAARTENSBRUG..
Naar ons werd medegedeeld is het huis met erf
en tuin eigendom van den heer H. Borst, alhier, uit
de hand verkocht aan mej. de wed. IJ. Buik.
ST .MAARTENSVLOTBRUG.
Naar wij vernemen, werd bij den heer S. B. een
gedeelte van de wasch die op het veld lag, ontvreemd.
ANNA PAULOWNA.
Bij den burgemeester dezer gemeente is van de
Vereeniging „Groenten-Centrale", te 's Gnavenhage be
richt ingekomen, dat, nu de regeling van den uitvoer
van kopl. geteeld benoorden het Noordzee-kanaal, de
zelfde als die voor kool, elders geteeld, de eisch niet
meer wordt gehandhaafd, dat telers, door den waters
nood getroffen en aanspraak makende op vrijdom van
beschikbaarstelling voor de door hen uit te voeren
kool. deze op eene veiling te Amsterdam moeten vei
len. Zulks kan thans geschieden op naastbijgelegen
i veiling.
- BREEZAND.
Donderdagavond gaf de Nuisverrenigim, Vri*
kruig een gezellige bijeenkomst met 1
lokaal van den heer Borst. De vooÏÏÏÏ
dc vergadering en «prak de wensch uit
bliek zou meewerken om den avond goed te ij
slagen. 'benige; leden van de zangvereénjgbw
oen tooneelstukje, getiteld „Eon knap stel gav«*
daar reusachtig v«i «uco^ mee Verd^d/0^
<L Ma en Mej. v. Eeten een voordracl
v d. on me), v. Eeten een voordat".!!?!*
veel applaus inoogstte. Verder trad op de heer k'Ü®
man, van Haringbuizen en de heer v <t Mw
mooie voordrachten welke ook veel sucoes oogstten m
Verder een paar voordrachten van de he^„ sWflH
en de hoer Penncka. welke ook veel applaus verwu^
Daarna sloot de voorzitter de ve^JderiM
dankte allen die meegewerkt hadden aan deren
oesvollen avond.
TENTOONSTELLINO VOOR SLECHTHOOREN
DEN.
Te Haarlem wordt een tentoonstelling voor >Wl,i
hoorenden, de eerste, gehouden, welke voornameliik
zal beslaan uit een tcnToonstdiing van hulpmiddelen
die aan het mindor goede gehoor der lijders tegemdk
komen. Die hulpmiddelen zijn van drieerlei aard
lo. middelen, die het geluid opvangen en conr®
treeren, of langs alectrischen weg het geiuid versuSï
en verscherpt liet gehoor toevoeren;
2o middelen, die niet de ons omringende lucht maar
den bodem als geluidlci<ier gebruiken, en dus de' waar
neming van het gevoel in de plaats stellen van die
van het gehoor;
3o. middelen, die het gebruik van het gezicht in
plaats van het gehoor stellen.
Tot de eerste soort zijn alle gehoorinstrumenten en
electrische apparaten te rekenen, zonder welke
OVERAL VERKRIJGBAAR.
der tiuiten alles. Wat hij gedaan moge hebben, wat
hij geweest is, hij is nu dood en het is ignobel om
kwaad van de dooden te spreken."
„Och kom, Is het ignobel 1" herhaalde Bernard 'sar
castisch. „En vond je het dan nobel van jezelf om je
van eigendommen te ontdoen, die aan je noede waren
toevertrouwd en die je zeer beslist niet toebehoor
den?"
„Maar evenmin behoorden ze aan jou," antwoordde
Margaret op vasten toon; ze behoorden aan niemand
anders als aan mijnheer Macpherson en zijn dochter
en ik heb ze aan haar teruggestuurd?"
„Aan haar teruggestuurd ?'^Bernard staarde haar met
open mond aan.
Wou je zeggen, dat je de parels en de rest aan
juffrouw Macpherson teruggestuurd hebt?"
„Ja zeker", antwoorddeMargaret kalm. „Dat was
het eenigó mogelijke, het oenige wat me tc doen stond,
toen 'jij—en Tom— en de anderen. Zij voltooide
den zin niet en haar gezicht werd heel bleek, toen Ze
voor een stoel bij de schrijftafel ging en er van hoold
tot voeten bevend op neerzonk, niet in staat zich
langer staande te houden.
„Wees toch niet zoo belachelijk overgevoelig," zeide
Bernard geërgerd. „Die oude gek had immers nu nog
kunnen leven, als hij niet zoo stom was geweest om
zich tegen ons te verzetten. Je denkt toch niet. dat we
een van allen dien ouden ezel om zeep hadden willen
brengen? Ik ben er heelemaal niet op gebrand, men
schen naar de andere wereld te helpen, dat verzeker
ik je."
„Stil, och stil toch 1" smeekte Margaret, en haar
gezicht zag aschgrauw, terwijl ze smeekend haar han
den uitstak. „Het was zulk een afschuwelijke nacht
merrie; ik kan er niet meer over denken, nog minder
er over praten. En toen Tom me de ju weel eu bracht,
was er maar een ding mogelijk. Ik moest ze terug
sturen aan juffrouw Macpherson."
„Je behoeft dat niet zoo dikwijls te zeggen, dat het
't eenige mogelijke was", viel Bernard haar heftig in
de rede: „je hebt mij nu den kans ontnomen om rijk
te worden, je zult zeker wel niet verwachten, dat
ik daar bijster verrukt over ben. Je hebt me al'diep
tijd ontloopem ik heb 't heele land door te vergeefs
naar ie gezocht fen nu ik je eindelijk en ten laatste
gevonden he"b, vertel je me. dat je je heb durven
mengen in iets wat je niet aanging. Hoer in den he
mel i Wie had kunnen denken dat er één vrouw op
aarde zou zijn, die zoo'n onmogelijke zottin zou wezen.
Je hebt alles bedorven door je ellendige, ongeioofe-
lijke dwaasheid om die kostbaarheden terug te sturea'
Zyn toon werd hoe langer hoe wanhopiger, zijn ge
woonlijk zachte., gedempte stem was haast schril en
schreeuwerig geworden en er lag een bijna koortsige
woede in zijn oogen
„Ik ben nu meer dan ooit besloten, dat je boeten
zult voor al het kwaad, dat je gesticht hebt" zeide hij
bynia woest „Misschien denk je, <Jat je maar steeds
door kunt gaan met een man krankzinnig te maken,
maar dan vergis je je toch I Je bent nu in mijn macht
en ik zal die macht gebruiken Misschien zal 't je nog
wel eens bitter berouwen dat je je Bernard Duncan
tot vijand hebt gemaakt Ik waarschuw je, dat ik een
gevaarlijke vijand benl"
Er lag iets in zijn blik en in zijn toon, dat Margarel
een rilling door de leden joeg, eu er kwam een oogen
blik een smeekende uitdrukking in haar oogen. Daar
door kreeg haar gezicht iets jeugdig en pathetisch
en Bernard's woede verdween onder den hartstocht,
die hem weer overmeesterde. Hij trok haar ruw uit
den armstoel, waarin zij neergevallen was, sloeg zijn
armen om haar heen en bedekte haar gezicht niet kus-'
sen, terwijl zij te vergeefs worstelde om vrij te komen
„Daar I riep hij eindelijk uit, terwijl hij haar los
liet en haar ademloos en uitgeput weer in den leun
stoel duwde; misschien zal dat ie leeren beseffen
dat je van my bent, eil dat je in mijn macht en dat ik
precies met je doen zal, wat ik wil. Ik ben van plan
je voorloopig hier op mijn kamers te houden. Nu ik je
eenmaal hier heb, zal je me niet meer ontsnappen En
als je het wilt probeeren zal je zien. dat het niet gaat;
daarom waarschuw ik je, wees wijs en schik je en
maak het je hier zoo aangenaam mogelijk met me."
„Och, miin werkl" riep Margaret En ze strekte on
willekeurig haar handen naar hem uit met een gebaar,
dat het hart van een minder zelfzuchtig man zeker zou
hebben getroffen. „Ik verpleegde Betty Clevedale, toen
ik by Tom wexd geroepen. Ik Lid op me genomen voor
haar én haar baby te zorgen. Ik kan ze niet zoo onver
antwoordelijk aan hun lot overlaten. En ik heb beloofd
te zorgen voor Tom's begrafenis.
Ik ik moet me daarvoor in verbinding stellen met
Twillsbury. Ik kan die arme Betty Clevedale niet aan
haar lot overlaten; zij is inderdaad van mij afhankelijk.''
„Ze wordt nu door een ander geholpen, en wat Mans-
bv betreft, maak je daar maar niet bezorgd over; het
ziekenhuis zal hem wel begraven" antwoordde Ber
nard met zijn boosaardlgen giimiacn. „En Betty Cleve
dale en haar baby zuilen wel gauw leeren van andere
menschen afhankelijk te zijn ais van jou. Je weel, dal
ik de wet op myn hand neb en dat je verplicht bent
by me te blijven. Ik wee* alles over je Betty Clevedale
eu ik weet dat ze ui uitstekende handen is". Weer
kwam die boosaardige glimlach op zijn gezicht „Er is
toevallig een goede keunis van me in liet huis van
dien ouden zot, dien Martin Holdsworth".
„Heb je daar een kennis?" Margaret staarde hem
verbaasd aan. „En daardoor heb je me dus in Twills
bury gevonden
„Daardoor heb ik je in Twillsbury pvonden", zeide
hij hare ontstelde stem nabootsend. „Iemand was han
dig genoeg om voor me te ontdekken, dat je op East
Down House verpleegster waart, en toen ben ik er
heen gegaan om je mee te nemen. Maar de vogel was
gevlogen 1 Ik hoorde toen, waar je heen was en 't heelt
me niet veei moeite gekost om je spoor te vinden in
Twillsbury en je in een auto te zetteu. En nu ben je
hier en blijf je hier." Hij lachte ruw en trok
Margaret opnieuw overeind uit den stoel.
„Het speet me, dat ik je zoo'n beetje chloroformi-
seeren moest, voor we hier aankwamen; maar ik ver
koos geen scène in de straat en ik wist, dat je in staat
zou zijn een agent en anders de voorbijgangers te hulp
te roepen,"
„Ja, daar ben ik toe in staat; ik zal den eersten den
besten aanroepen om hier vandaan te komen," riep ze
handenwringend uit. „ik heb een gevoel, alsof ik hier
in een ijzeren kooi gevangen ben, waar ik niet uit
kan komen."
„Neen, je kunt hier niet vandaan komen," luidde bel
o pkoelen toon gegeven antwoord, „en daarom raad ik
ie. al je philosoüe bij elkaar te roepen en je te schik
ken in het onvermijdelijke. Dat weet ik wel, dat hoed
wat vrouwen alles zouden willen geven om 'bemind te
worden zooals ik jou liefheb, en toch smijt je verach-
tejijk weg. wat ik je aanbied."
„Noem je dat liefde I" riep ze uit en in haar oogen lag
een onuitsprekelijke verachting. „Liefdel Je weet niet
wat dat woord beteekent. Je denkt er alleen maar aan
hoe je jezelf genoegen kan verschaffen je denkt geen
oogenblik aan 't geen my genoegen of verdriet zou kun-
hen doea Als je me werkelijk liefhad, zou je me geen
verdriet willen doen."
„Je moet je best doen om met mij in rust en vrede
te leven," antwoordde Bernard op harden, ruwen toon
t»Ik heb ook mijn informaties genomen en ik weet dat
je niet zoo ijskoud zoudt zijn, als die kerel uit hei' zie
kenhuis die intenie geneesheer je zijn liefde ver
klaarde. Zie je wei, dat ik de plank niet missla 't Idee
alleen doet je al blozen. Misschien heeft hij je al van
zyn liefde gesproken en was je minder ongenaakbaar
tegen hem dan tecen mij." En toen Margaret bij die
lage woorden 't bloed naar 't hoofd vloog klonk oo-
cueuw zyn ruwe. spottende lach.
„Stille waters hebben diepe gronden I Dat is op iou
maar al te zeer toepasselijkEn nu veranderde /ij,,
spot plotseling weer in heftigheid. „De hemel mag we
ten waarom ik nog een enkele gedachte aan je ver
spil. maar je maakt me dol net als straks met je mooie
figuur en jo koudheid en je lief gezicht, en ik zeg je
dat ik het niet verkies, dat die dokter of welke an-
fee'rHiTr"1 "°hj| Jh"6 tege" j® 8Preekt- v*rsta
hi ir T rukte haar weer ruw naar zich toe
Mo kamer daar kan je voor jezelf houden" naar
onen stondVeHir!t wi£t6nd' w*arvan de deur half
open stond. „In deze kamer moet lk menschen ont
eiectnscne appei muu wei ze geen
slechthoorende het op den duur kan «tellen.
Tot de hulpmiddelen, die den bodem als geluid-
leide rhebben, rekenen wij da bellen of kloppers voor
slechthoorenden. Ze zijn niet vcor alle dooven strikt
onmisbaar, maar kunnen goede diensten bewijzenze
kunnen dienst doen als b« aan de buitendeur of als
klopper aan kamer of kantoor.
Onder de middelen, die het oor vervang®
oog. zijn de één- en tweehandige vinger-«üph«bets, die
in briefkaartenvprm aanwezig zullen rijn.
Het beste middel op dit gebied is echter het afzien
van den mond. De heer Bevnen, hoofd van de 1ste
Ned. School voor Slechthoorende Kinderen te 's-Gra-
venhage, zal Woensdag 17 dezer 's middags een open
bare les houden, in net afzien van den mond, met
een clubje van 12 leerlingen.
Maar meer nog dan de volwassen doove, lijdt en
ontbeert het doove kind, dat, van doeltreffend onder
wijs verstoken, in onwetendheid en eenzaamheid op
groeit. De heer Beijnen zal de openbare ies doen
volgen door een lezing over de noodzakelijkheid van
passend onderwijs aan slechthoorende kinderen.
Het Comité voor Haarlem fyestaat uit mevrouw J.
T. Cremer—Hogan, mei. Tine Marcus, dr P J. Bar-
nouw. mej. C. A van Wickevoort Crommelin, dre P.
gravin van Heerdt tot Eversberg—Quarles van l'fford,
jonkvrouwe C. van den Wijck en mevr. J. van Yeeren
van Veen—Bultman.
HOOGWOUD.
Loop der bevolking in 1916
Wérkelijke bevolking op 31 Dec. 1915: 1071 mann,
984 vrouw., totaal 20o5. Vermeerdering door geboorte
26 m 23 vr., totaal 49, door vestiging 66 m 68 vr.
totaal 134 tezamen: 92 m., 91 vr., totaal 183.
Vermindering <Joor sterfte 14 m13 vr. totaal 27.
door vertrek 72 m 71 vr., totaal 143, tezamen: 86
m 4 vr., totaal 170.
Totaal1077 mg., 991 vr., totaal 2068.
UITVOER VAN SCHAPENVLEESCH.
Naar de Vee- en Vlee8clihandel meldt, zijn de laat
ste 8 ^agen aan den Hoek van Holland in het
openbaar export slachthuis aldaar geslacht 2500
schapen voor export naar Engeland.
vangen en zaken doen. Van die andere kamer kan
je een boudoir maken, ala je er lust in hebt". Onderl
het spreken, duwde hij haar half met geweld naar
een kleine, karig gemeubelde zitkamer, waarvan het
raam uitzag op een nauw steegje, dat uitsluitend:
gebezigd werd als een doorloop voor voetgangers..
Maar de hoogte van de verdieping maakte de ka-'
mer een uitstekende plaats om een onwillige vrouw
in opgesloten te houden, was Bernards oordeel, en
hij keek met voldoening het vertrekje rond, de
voldoening van iemand, die zijn prooi in zijn macht
heeft en van plan is, ze er in te houden.
„Ik zou me nu maar schikken en me hier wat
thuis maken. De verzenen tegen de prikkels te slaan
is nutteloos en een onaangename bezigheid boven-i
dien. Dat ideaal van een dokter is verboden waar,
denk daarom .Deze kamer is nu nog wat kaal",
hij keek met een nonchalanten blik rond ln het ver
trekje, waar geen plaat aan den muur hing en
slechts een versleten karpet, twee stoelen, een ta
fel en een rustbank met een verschoten en gescheurd
overtrek het eenige meubilair uitmaakten; „maar
als de betere dagen voo rme komen, zullen we ze
anders inrichten. Dank zij je krankzinnige handel
wijze met die juweelen van Macpherson, zijn die be
tere dagen nog in 't verre verschiet", voegde hij er
met nauw verbeten woede bij.
Margaret deed niets als bem aanstaren; haar ge- j
voel van afkeer overweldigde haar zoo, dat het haar
niet mogelijk was een woord te uiten.
„Nu, als je niets zeggen wilt, laat het dan", ver
volgde hij schouderophalen. „Ik heb mijn werk
en ga naar de kamer hier naast; Je zoudt wijs doen
met je hier wat thuis te maken, zooals ik je al ge- i
zegd heb". En met dien wreeden glimlach, die zijn
knap gezicht zulk een verdorven uitdrukking kon
geven, keerde hij zich om, ging de andere kamer
weer binnen, en liet de tusschendeur op een kier
staan.
Margaret viel uitgeput op een stoel neer; zenu
wen en hersenen waren te vermoeid om zich tot
denken in te spannen, en zij leunde met haar ello-
boog op de tafel en haar hoofd op haar handen en
trachtte haar krachten weer te verzamelen. Haar
oogen dwaalden doelloos door de kleine kamer, zij
zagen alles wat er stond, maar nam het niet in zich
op. Eindelijk viel haar blik op de schrijftafel, waare
naast zij zat; werktuigelijk gleed hij langs een sta
peltje brieven, een veelgebruikt vloeiboek, een groo
te koperen inktkoker, en ten slotte las zij onbewust
een brief die open op het vloeiboek lag, tot eens
klaps twee woorden haar ln het oog sprongen en
weer eenig besef bij haar opwekte. „Betty Clevedale
las zij. Een oogenblik bleef zij op de letters staren,
alsof ze haar betooverden. Toen kwam ze tot de wer
kelijkheid terug, de dofheid week van haar en OP
t zelfde oogenblik kreeg ze ook weer het besef waf
ie woorden in den brief beteekenden. n.
was geen vrouw om naar een ingeving t« j
maar nu deed zij het toch. Zij sprong met een
i raam, boog zich eruit en r ej
uid klinkende stem om hulp. in He acm.
Die roep klonk Bernard in de ooren, hetzelfde
grenzende kamer zat te schrijv«n en p "eUe„
oogenblik was yj bU haw en trek haar weg van
het raam.
digen°grijM.DJ 'nie^^gJholpei hebben want
„ÈH Wii( „U1 dt w„ Kar». b"*f "f P"vbl,S
werd gemaakt f' 7 iiwees naar de schrijftafel. „H
maar nu ik dat gelezen heb denk je dat iknuR4_
hier kan blyven zitten, terwijl Betty, mijn kleine Bet
'"Haar zin hrak plotseling af. jn "'ÏÏL'S
razende woede sloeg Bernard blindelings naar
zij viel neer op de rustbank achter haar doodsbU*-"-
stil. bewusteloos. i
(Wordt vervolgd)