[molt Voor bleeke jonge meisjes. Niel door menschenhan- den gebouwd. Zaterdag 24 Februari 1917- 6051e Jaargang No. 5959. TWEEDE BLAD, Uit en Voor de Pers. FEUILLETON. Tweede Kamer. mTnÏÏe^^&e. jgeWO°nd iD E%C' Tr6ub'' tweede Schetsen uit de Rechtzaal. UUU1 vllll |i^cl eel1 dwaling te gelooven dat men van na iucck is, zooals dikwijls ionup mpi ann ki DE MINISTER IBELE CRISIS. De Nieuwe CL (v.-l.) herinnert er aan, dat in de toelichting tot de c red iet-uanv rage van het zooge naamde 80 millioen-ontwerp in zake de beschikbaar stelling van levensmidde.en was medegedeeld, dat tot indiening slechts noode de medewerking van den minister van financiën verkregen was. Daarna volg de de verklaring van den minister van Landbouw, dut op liet stelsel der Dislributiewet niet zal worden teruggekomen, hoewel hij de mogelijkheid erkende, dat de staatsfinanciën in zoodunigen noodtoestand zouden geraken, dut nader raad geschaft zou moeten worden, maar dat dit een zaak was van later zorg. Met andere woorden: do regeering zou, de beschik king over een stelpost" van 80 millioun verkregen, hebbende, wat «Ie kosten harcr levensmiddelen poli lick betreft, eenvoudig op zien komen spelen. Het leek wei nig op wat wij wisten en gezien ludden zo ovan den lie.i aard als vau het beleid van den lieer Van Gijn Hoe luid hij dadrin kunnen bewilligen? Verwonderd zijn wij dan ook door zijn ontslagvragc, al kwam de tijding gistermiddag als een bom uil de lucht Vullen, niet. Als ie.s voor ons vaststaat, dan is liet dat voor dezen man 's lands schatkist boven hel ministerambl gaat. Hij heeft het meer dan eens getoond door het aanbod eener portefeuille van de hand te wij zen en nog geen drie maanden geleden door haar te stellen ter beschikking. Van gelijken aard en niet minder eervol voor zijn karakter is dè verklaring van het thans ingediende ontslag. Wij achten hel mogelijk dat zekere wrijving tusschen zijn weinig plooibare persoonlijkheid en zijn amhtgenooten het uitbreken van het conflict ©enigszins heeft geforceerd e.i de beslissing verluast. Maar zeker zegt het communiqué naar waarheid, dat men hier te doen heeft met „een diepgaand verschil omtrent de taak en de verantwoordelijkheid van den minister van financiën," hetwelk zich niet tot de hoegrootheid van den Rijkstoeslag op de verschaffing van levensmidde len beperkt en dat geen andere oplossing dan een uit- ui konvinden. Men mag verwachten dat de regeering uit eigen be weging hieromtrent de Staten-Generaal en het publiek binnen korten tijd volledig zal inlichten. Ken interpel- latieeanvraag zal anders niet kunnen uitblijven. Een quaestie van constitutioneele beteekenis als waarom het hier schijnt te gaan, mag zelfs in deze ongewone lij den niet met den mantel der vaderlandsliefde bedekt en voor den lateren geschiedschrijver bewaar,1 worden. Zij eischt volledige openbaarheid en bespreking De heer Van Gijn beeft 't land slechts als minister een jaar en twee weken gediend. Wij betreuren zijn heengaan en gelooven dat dit gevoelen door ettelij ken, ook onder hen die de gevolgen van zijn wetten diep in hun beurs hadden ondervonden, zal worden gedeeld. Ilier was een man, voor wien het belang zoowel van het heden als van de toekomst onzer staatsfinanciën, ook onder de tot roekeloosheid of fatalisme stemmende omstandigheden dezer oorlogs jaren, inderdaad zwaar bleef wegen. En die er raad op scheen te weten, hoe benard de toestand ook werd. En die de koorden van den buidel niet uit handen gaf, hoe hard er ook aan werd getrokken. Er zijn er niet velen zoo in het land. Ilij verdient den dank der natie voor zijn ondank baar werk. Over het optreden van den heer Treub schrijft het blad: Een jaar geleden in open conflict met een meerder heid van de Tweede Kamer en oogenschijnlijk niet in zoo geheele solidariteit met zijn ambtgenooten, dat zij hun aanblijven voor het zijne meenden te moeten wagen, komt Treub thans op dezelfde plaats als waarvan men hem toen zonder al te groot rouw-j betoon vertrekken liet, terug. Hierin ligt iets dat zich in de weinige uren die ter overdenking of informatie ter beschikking ston den, voor ons moeilijk verklaren laat. En ook hier van kan een publieke opheldering niet uitblijven. In welke verhouding komt de heer Treub tegenover de Tweede Kamer te staan? Maar vooral: hoe is zijn verhouding tot den ministerraad ter zake van het „diepgaand verschil omtrent de taak en de verant woordelijkheid van den minister van financiën", dat zijn opvolger-voorganger tot heengaan noopte? Afgescheiden hiervan en geheel op zichzelf be schouwd. verheugt ons de terugkeer van den beer Treub als lid der regecring, Gelijk wij zijn vertrek een jaar geleden betreurden als een verzwakking van het kabinet, zoo begroeten wij zijn wederkomst als een versterking. Hij is een kracht, waarvan het ..ambteloos-burgerschaj)" uit het oogpunt van lands belang in tijden als deze een verspilling schijnt. Het is een dwaling te gelooven dat men van nature blceK ts. zooals dikwijls jonge meisjes met een bloed- tooze tint gaarne willen doen gelooven. Er zijn min of meer matie tinten, maar de eigenlijk gezegde bletithtid ia een niwijking. Zij is een leeken van slechte gezond heid, waarvan men de oorzaak moet zoeken tn een verarming van het bloed, zooals men die dikwerf hij de jonge meisjes waarneemt. Unuer den iuvloed der vermoeienis, vooral de ver moeienis die uil de vorming voortkomt, van zorgen, van een onvoldoende voeding van gebrek aan lucht en licht, kwijnt het jonge meisje; haar gelaat neemt een bleeke kleur aan, de blik wordt vaag. Te gelijkcr lijd doen zicli verschillende storingen voor uie dc regelmaat der organische functies ernstig in gevaar brengen. Dat alles vormt verschijnselen van bleekzucht, een soort van bloedarmoede die aan het jonge meisje eigen is. De bleekzucht brengt zeer ernsuge gevolgen te weeg en men moet niet vergeten dat de bleekheid van het gelaut er de eerste aanvallen van verraadt. Jonge meisjes, waakt legen de bleekzucnt, die uw ergste vijandin is. \crjaag haar tegen iedere prijs. Gij kunt net gemakkelijk doen zonder uwe Ic.cnswijze te veranderen, zonder uw leefregel ingewikkeld tc ma ken en ook zonder grootc uitgaven. Neem de Pink Pillen voor bleeke nicnsclien, die het geneesmiddel zijn dal liet best past voor uw broze gestel; gij heul behoefte a .n rijk cn zuiver bloed, de Pink Pillen geven aan het bloed een merkwaardige zuiverheid cn rijkdom, want deze pillen zijn bij uitnemendheid <lc. wcdcrbelever van liet bloed. De kracht die z>j er aan bezorgen, liccft onacr meer tot resultaat de (uiieucs van i.ei geliccle ges,el lot vernoogde werking te bruigen cn aan dc vrouwen cn de jonge meisjes die natuur lijke Iriscitlic.d te geven d.e door geen eukci blanketsel kun vervangen worden. De Pink Pillen zijH verkrijgbaar a fl.75 per dooe, en fü.de ze» doozen bij het lloofddepot der 1 <nK l illen, Da Costakade 15, Amsterdam. ie aciiagen bij J. Rotgans, Molenstr. C 14 en ver der bij velschillende apotheker» en goede drogisten. UIT HET ENGELSCH VAN DAVID LYALL DOOR J. P. WES8ELINK VAN ROSSUM Uitgave W. DE HAAN, Utrecht Gecart. 10.95, prachtband 11.15 7. Ju. voor Edith was de komst van de zuster van haar toekomstigen echtgenoot ofschoon bdanewokkend toch van veel minder gewicht dan vele andere aange legenheden en zij was met geneigd het al te zwaar oi> te nemen, wat deze van haar dacht „Dit is mijn zuster, Edith", zei Pat levendi* na dat hij haar zelf de hand had gedrukt Zij was da delijk bereid mee te gaan, zooals ik ook aedaeht w" dat zij doen zou." Hij ging terzijde staan en Edith antwoordde slechts met een vragend „ja?" en stak haar hand toe Zii was er zich zeer wel van bewust, dat de mooie srriize oogen van Alison Fleming onderzoekend op haar rustten, hoewel zij er volstrekt niet door in de war werd gebracht. „Hot is heel vriendelijk van u te komen Wilt u niet piaats nemen, dadelijk zullen wij thee krii gen." J" Alison prevelde iets, zij wist zelf niet wat en fling gedwee in een stoel zitten. Het was niet de vrouw, die zij had verwacht. In een opzicht aange naam getroffen, was zij in een ander toch teleur gesteld, want Edith Brooke had een natuurlijke kalmte over zich en een rustige waardigheid, die eenigszins verwarrend werkten. De smekende nederigheid, die bij de gelegenheid zou hebben gepast, schitterde door afwezigheid. On getwijfeld was haar volkomen zelfbeheerscliing de besto eigenschap, die Edith Brooke gedurende dit moeilijk onderhoud ten toon spreidde. Die was zoo groot, dat Alison er zich links en onhandig bij voel de, nis een vrouw van het land, die voor het eerst in een ongewone omgeving komt. Deze gewaarwording, hoe verrassend ook, was toch wat prikkelend. Ze opende de deur voor zooveel mogelijkheden. Den Haag, 22 Febr. De zoo wonderbaarlijk-snel opgeloste crisis aan Financiën; bet wed er-op treden van mr. Treub in het kabinet-Cort v. d. Linden; de vragen, door mr. Troelstra gesteld in verband met de wijze, waarop deze crisis tot oplossing werd gebracht; het „no vum", dat een minister, krachtens een uitspraak der Kamer gevallen, na betrekkelijk korten tijd weer in het ministerie, waarvan hij deel uitmaakte, wordt teruggeroepen; dit alles hetwelk de allernaaste politieke toekomst des lands zal blijven beheersclien voorloopig. hield de Kamer heden meer bezig dan betgeen aan de orde was. De Begrooting van Oorlog voor 1917 was spoedig afgedaan. Na goedkeuring met 29 tegen 25 stem men van den post ad f 166.190 voor remonteering, welke uitgave mr. Marchant tot „na den vrede had willen uitstellen werd Hoofdstuk VIII aangeno men met 40 tegen 13 stemmen. '1 egen stemden de heeren i er Laan, ltotteidam, Schaper, Albarda, Bon- gaerts, Van Tw ist, Arts, Van ijnbergen, Beckers, Janssen, Maastricht, Juten, Ruys, Helsdingen en Lomans. 't Zal minister Bosboom dus nog allicht meege vallen zijn. Na een poosje wachten waarin Exc. Posthuma \an de Princessegracht naar het Binnenhof moest worden geroepen kwam de begrooting van Land bouw, Nijverheid en Handel aan de orde. En tot dusver ging het vlot. Bij Me afd. Landbouw sprak de heer Teenstra die do vrees uitte, dat on» land na den oorlog uit oeconomiscli oogpunt beschouwd, in benarde positie zal komen te verkeeren den wensch uit, dat de Regcering meer voor het land- en tuinbouwonder- wijs zal doen, terwijl hij ook aandrong op spoed bij de beliandeling van het ontwerp betreffende bet ver strekken van grond aan de arbeidende bevolking, en een „goed woord" sprak ten gunste van het kleinbe drijf, dat o.a. cn vooral lijdt door de hooge prijzen der kunstmeststoffen. De heer Juten wees op de noodzakelijkheid, dat de boeren en niet aller eerst de heeren jagers schadelijk gedierte zullen kunnen schieten. l)e heer Schaper zette 'in bet kort uiteen, dat de prijzen der levensmiddelen moeten zijn allereerst in.juiste verhouding tot de behoeften der bevolking. L'it het antwoord van minister Posthuma stip ik aan, dat Z.Exc. aankondigde, hoe eene Arbeids wet voor den landbouw in „vergevorderd stadium" van voorbereiding verkeert, terwijl eene herziening van do Jachtwet den Raad van State reed» heeft genasseerd. Over hetgeen na den oorlog ons te wach ten staat, wilde Z.Exc. liefst niet al te lang bespie gelen. De minister van L„ N. en H. bepaalde er zich toe to zeggen, dat de landbouw zich in volkomen vrijheid zal moeten kunnen ontwikkelen. Den heeren Jannink en Albarda beloofde do mi nister op de Begrooting voor 1918 verbetering der salarieering van onderwijskrachten aan de Hoogere Landbouwschool te Wageningen. Bij art. 47 is ook behandeld en aangenomen bijna zonder debat de verbooging van Hoofdstuk houdende vergoeding voor onteigening i t ngevolge van mond- en klauwzeer. Hier bi' ia dë zooveel^ motie geboren. Eene. die h« d^rgnr Wdf rt. Duym&er van Twist. De motie, wit ae Kamer al» haar oordeel doen uitspreken dat rin»**"® K^hëid behoort te bestaan o mde a'fwij- ,i« «o verzoeken tof vergoeding van bedrijfschap ken W! W*"wwr n*^»' onderzo?, uat« u liet Parlement* m tp. ,e klftin 4e zwemmende motie» to bevatten!fc hoever 't waar h. dat de handel/1" va? n}et.st Juttemi» nillen worden bo nanaeld, de toekomst moet ook dat leeren. up voor de methode-Fock betrekkelijk vroeg uur ken in afn en vijf ,ure bleven wij ste- 6 at<J. Mijnwezen. We kom endaarop mor- n..n ,frug' a's minister Posthuma zijn licht zal heb- u doen schijnen. Blijkbaar was er heden minis- «oVTT' de eer8te- door mr- Van Gijn"s voragan- Kr. ANTONIO. Zij namen plaats en de stilte nam toe. De tong van Patrick Fleming kleefde aan zijn verhemelte en hij kwam niet op dc gelukkige gedachte om de kamer te verlaten en de vrouwen alleen to laten, zoodat zij zich eens konden uitspreken. Alison zat op den rand van tiaar stoel; haar opmerkzame blik ken dwaalden door de kamer, die cr buitengewoon uitzag; bet ontging haar niet, dat er stof lag op de lijsten der schilderijen, en roest op de haardijzers. Zij beproefde zich dit lange, slanke meisje in dc rouwjapon, die een buitengewone witheid aan haar huid gaf, voor te slcllcn als de meesteres van Rochal- lan, die met Janet Aiken samen de huiselijke aan gelegenheden bezorgde, en de veelvuldige plichten in het huis van een predikant waarnam. In die func tie kon zij zich haar niet voorstellen; het was een nis, die voor Edith Brooke volstrekt niet paste. „Het was heel vriendelijk van u zoo spoedig tc komen", zei Edith, terwijl zij heen en weer schom melde in den vervallen schommelstoel, waarbij de punten van haar zeer spitse schoenen van onder den rand van baar japon uitkwamen. „Het was mijn plicht te komen", zei Alison kortaf. „En bovendien voegde zij er nog snel aan toe, toen zij uit de manier, waarop juffrouw Brooke haar wenkbrauwen optrok, bemerkte, dat dit met ecnigc verbazing werd aangehoord, „verlangde ik er na tuurlijk naar kennis met u te maken en ik hoop dnt u van Zaterdag tot Maandagmorgen te Rochellan wilt komen'V Zij herhaalde deze woorden als een goed van bui ten geleerde les. Edith luisterde cn vroeg zich af, of zij ooit onder de koude, harde korst van de na tuur van juffrouw Fleming zou komen en waarop zij zou gelijken, als zij cr ooit in slagen zou de kern an de waarlijk hoogstaande vrouw te bereiken. „Ik zal graag komen, als ik u niet in den weg ben". „Natuurlijk zult u komen; zal het morgen zijn! Als, als Daar hield zij op; vrij plotseling herinnerde zij zich de droeve omstandigheden en met een rilling van medelijden vroeg zij zich af, of de doode mis schien niet in de kamer lag. „Wij zullen mijn vader morgen om half drie oo graven, mijnheer Fleming", zei Edith, waarbij zi| a- trick recht in het gelaat zag. „Iloe laat zult u morgen komen?" „Ik zul natuurlijk 's ochtends komen antwoordde hij, enblj u blijven, tot het tijd is naar Rochat- „DE ZINKPUT1. Dp ecu avond herinner ik mij nu zoo good, zoo scherp schoot 't mij te binnen, dat ik UnirtOi suids zijn huwelijk, feitelijk verwaarloosd had. Hij be hoorde in zijn celibatairs-tijd niet tot mijn intieme kennissen. Wij zagen e.kaar zoo nu en dan, in een aifé of toevallig ais genoodigden in denzelfden fami liekring, mnar liij had mij eene kennisgeving g.v.on- 'lou vuil zijn huwelijk en ik was op do receptie go weesL Li ter had ik eens 'n bezoek gebracht, maar <lo jonggehuwden niet thuis gevonden. Dut was al meer dan een jaar geleden. Ik wist dien avond niel „stuk to krijgen." Thuis was grooie schoonmaak en ik Itad verlof gekregen om liefst niet alle vroeg terug te konten. Er was "niets bijzonders te dicit. Eensklaps kwam de gedachte in mij op: laat ik Charles cn zijn jonge gade eens gaan bezoeken. Het bruidje liad oen zeer pretligen, sympnthieken indruk op mij gemaakt 't was een eenvoudig, on gekunsteld menschje, niel mcoi, geen „Beauty' j maar een gracieus, lief figuurtje. Hem liad ik altijd een gesclukten kerel gevonden. Ik construeerde mij ui het Dwjd vuil een aantrekkelijk jong huishoudentje. Mis schien was er een baby; zat jong mevrouwtje te fatsoeneeren van die leuk-poppige dingetjes, van klein, kiuder-gedoe. En terwijl ik op weg was naar Charles z n huis herinnerde ik mij ook eensklajxs, dat mij op den dag voor de hruiasreoeptie gefrappeerd had. waar ik verder niet aan gedacht had. Hoe nerveus de bruigom was hoe vreemd de uitdrukking van zijn blik, gejaagd, zijn doen hoe abstract zijn heele hou ding. Ik voelde weer het kilklamme van de hand. die ik drukte. En ook hoe 't was, alsof do woorden van gelukwensch. die ik tol hem zei, niet tot hom schenen door te dringen. Ik liad hem iets gevraagd en 't duurde weet ik nog zeer wel '11 lieele poos voordat Charles hel antwoord wist te vinden, ilij streek zich over z n voorhoofd en 't zich trachten te herinneren, scheen hem pijn te doen, tnspuiiiiig ie k„s,c.i. Ik vroeg me af, oi dal nu veranderd zou wezen. Ze waren thuis. Ik moest tamelijk lang in oeu kamertje waclilc.i wat mij al ecuigsznrs be vreemdde. Toen kwam het dienstmeisje viagen. of ik asiouaeu binnen wou koine.L Ik vond de gastvrouw aileen. Zij was zeer mager geworden; stond daar te genover mij niet strakke gelaatstrekken cn het gui- tigc jolige, prettig levenslustig in haar geestige oogen was uoeieinual weg. Ervoor in de plaats was gekomen iets droefgeestigs, haast iels angstigs. Mijn man komt dadelijk zei zij. hij had wat hoofdpijn en is zich even wut gaan verfrisschen. Natuurlijk wilde ik excuses maken, mijn bezoek on- midde lijk afbreken. Alaar zij drong er sterk op aan dat ik blijven zou. Ik bemerkte, dat zij mij telkens scherp aankeek. Eu ook, hoo 't was, alsof zij moeite had om niet te zeggen de woorden, dien. liaar blijkbaar op de lipjxai lagen. De stille was drukkend, schier jHjuiijk. Jk voelde zeer scherp, dat er in dit huis iels ongewoons, iets dreigends was. Alaar wat?..,. Toen kwam Charles binnen. In ruim een jaar lijds was Ilij zeer opmerkelijk veiandcrd. Vergrijsd. Nog schuwer, «erveuser dan indertijd op de receptie. Aiaar nu met oen natuurlijke opgewondenheid uls van een koortslijder. Hij had coneestieuse vlekken op die wangen en zijn liond voelde branderig, onaangenaam fübr.el aan. Hij stalde sigaren voor mij uit; praatte druk. verward., onsamenhangend, te.kcns lachend zon der bepaalde aanleiding. Rustig, ernstig, met angsfig sinartgelaat, zat tegenover ons dc gastvrouw. Nu eerst bemerkte ik, hoe smal haar gelaat was geworden. En ook: hoe zij telkens haar man aankoek, met oogen. waarin ik zeer duidelijk opmerkte iets speu- remls iets zoekends.... Zijn thee dronk hii met sue.le, kort haastige teugjes keek zonder te denken aan presentie van bezoeker op zijn horloge. Maaj- Charles, vermaande vrouwtje.. jrirdon de macht der gewoonte. Neen. 't is niks Ik liad feitelijk...... Maar nu jij er bent, laat ik die vergadering natuurlijk schieten.. Neen. kerel, geen sprake van. Kan trouwens best ook wat later komen. Ik merkte, hoe jomg vrouwtje worstelde met de snuirt. die in haar opkwam, hoe haar onderlipje trilde. Aiaar zij zweeg. lan te gaan". Op dat oogenblik werd er zacht aan de deur getikt. Edith riep liet meisje tot binnen te komen, en dat verscheen nu met een theeblad, dat zij onhandig aan het einde der tafel plaatste, zonder de moeite te nemen, eerst een kleed te spreiden. Edith sprong op cn toen zag Alison, dat zij heel lang was en beval lig van gestalte, dat zij haar kaie japon inet bui tengewone gratie droeg en dat zij iets onbeschrij felijks over zich had, dat zij bij gebrek aan een be teren naam „een air" zou willen noemen. Zij mocht ongeschikt voor en niet op haar plaats in de pasto rie zijn, maar gewoon was zij in elk geval niet, neen, zij was iemand, die achting af zou dwingen. Het mysterieuze, dat over het geheel lag, scheen toe tc nemen en een nieuwe phase ging Alison s ver bazing in, waarbij de grooto vraag, welke gemeen schap er kon zijn tusschen haar broer en deze vrouw, die in een zoo geheel andere sfeer scheen te leven, nog verder van haar beantwoording verwijderd scheen. Edith zelf, die heel weinig sprak, deed niet®, wat een oplossing naderbij zou kunnen brengen; zij was als een, voor wio het leven te veel is, en die noch door verlangen naar, nocli door vrees voor wat de toekomst brengen zal, geplaagd wordt. „Suiker, juffrouw Fleming, en melk? Itooin is iets, dat in Glasgow niet binnen het bereik van ge ringe beurzen valt. Het spijt mij, dat ik vandaag geen gebak heb. Ik ben niet uit geweest". Alison zei dat 't er niets toe deed en begon haar handschoenen uit to trekken om dc kleine verver- sching tc gebruiken. Toen wierp I'atrick zich in de bres, en begon ijverig te spreken over de meest beu zelachtige onderwerpen. Het was duidelijk, dat hij niet minder dan Alison de spanning voelde. Edith was de eenige van het trio, die zichzelf volkomen meester was. Toen zij haar thee had gedronken en een sand wich had gebruikt, stond Alison plotseling op: „Indien u liet goed vindt, juffrouw Brooke, dan ga ik nu een bezoek brengen. Gij beiden zult natuur lijk wel wat met elkaar te bespreken hebben. Ik ga mevrouw Gourlay opzoeken, Pat. Zij woont hier heel dicht bij. En waarschijnlijk ga ik naar huis met den trein van kwart over zes. Indien je niet aan het sta tion bent, dan begrijp ik het volkomen". Pat was merkbaar opgelucht. Edith stond bij de tafel met dezelfde kalme onbevangenheid, waar mee zij tot nu toe alles had opgenomen. Zij liep En ik verklaarde geen kwartier niaer te kunnen blijven. wBnt Lk moest zetf verzon ik 1 vaas lig precies om halfnegen op -en conferentie zijn. Neen. ïieusch. ik kon geen minuut meer blijven. Zelden heb ik de vreugde zoo duidelijk zien schil leren in iemand* blik «Is 'non ik dal woord van ver lossing sprak. Om verder aandringen Ir voorkomen zei Charles '(«dalijk: Dfii is nu toch verhaüwnd jammw, waarde lieer w ij zten je zoo zelden. Maar OU niet anders kWL zooals je aeif zog*, na mag ik er ook wei voor uitkomen, dat ik feitelijk over mijn avond be schikt Iind. Wij hopen van harte, dat je '1 eens heel gauw komt (herhalen, he?..... En elke minuut langer toeven scheen hein eene foltering... Ik voltrok. De visite had mij in eene somber-ver drietige stemming gebracht Jlel contrast tusschen wat ik geineend 'liad aan te zulten treffen en de werke lijkheid was alle schril. F.n dien avond -- weet ik nog zeer goed steeg mijn weerzin tegen z.g. plichts betrachting tot hooger jjell, dan ooit tevoren L Een week of wat later werd ik op straat op den schouder getikt. Naast mij stond de vrouw vau Char- jos. Met marmerbleek gelaat en gioole angstoogeo. Toen ik haar aanzag, kwam er evan als een licnte gloed van schaamte over 't mij zoo-maar aangeklampt hebben. Alaar ik zag, dat zij zich uiterst haastig gekleed nad met nerveuse slordigheid. Zelfs sprongen er weer barstige haren van onder haar hoed tc voorschijn, /.e kon nauwlijks spreken. ergeeft Li rrtij, zei ze eindelijk maar ik wist geen raad meer. Ik durf cr met niemand over spreken.. Maar 't is zoo verschrikkelijk 'I Is zoo ontzettend.... /.ij be>.op haar zakdoek. Wenkte mij om een zijstraat in tc gaan uit do drukte van liet straatgewoel. Wij liepen naast elkaar voort langs do stille bui- tongrjchl. Hortend on stootond vertelde zij. Van het verschrikkelijke. Iloe Cliarfes nioer «n nucr aan de ntor|>hine verslaafd was. En hoe hij als het gift hem in war. levenslustige koorlsslemming had gebracht, ging spelen. Voordat ze getrouwd waren, had zij er cr al eenig vermoeden van gehad, en haar oom, te vens haar voogd en opvoeder, liad haar gewaarschuwd. Alaar zij had gehoopt, dat ze genoeg invloed op hem zou kunnen uitoefenen. Wanneer ze eenmaal getrouwd waren, er een kindje zou zijn dan zoo dacht naief meisje in geluksdroom van verliefd-zijn zou zij luiar Uiarles wel weten te binden aan hun heer lijk gezellig „home". De allereerste weken waren reeds bittere ontgoocheling voor liaar geweest. De huwe lijksreis liad liij verkort, voorgevend dat zijn aanwe zigheid op iict kantoor niet kon worden gemist. La ter liad Lotte gemerkt, dat 't een leugen was, ver zinsel, om weer aan z'n hartstocht voor de speel tafel te kunnen botvieren. Hij kon niet tegen den speelduivei op en toch dat was in dit geval het psychologisch opmerkelijke was een wroeging in hem over die zwakheid. Werd de minachting voor zichzelf te lievig, dan nam hij z'n toevlucht tot de injectie-spuit. Lotte had ontdekt dat hij al voor hun trouwen morphine inspoot Maar 't was al erger ge worden. Nu nad hij gevorderd, dat zij ,hem zou mach tigen een deel van haar kiein fortuintje te verzil veren De oom-voogd liad doorgedreven dal zij in. dwtijd mét huwedjksch voorwaarden waren getrouwd. l^otie had geweigerd. Zie eens. zei de tot krankzinnig vvordens toe opgewonden, overprikkelde vrouw en zij stroopte de mouw van haar japon op. lk zag een pa^r blauwe plekken op dë blanke, tecro vei. Charles had haar gestompt, geknepen toen zij weigerde haar iiandteekening te geven. Do ploert, ontviel inij, voor ik het kon terug houden. maar 't speet mij. Want de groote smartoogen zagen mij aan met woede over de beloediging. En toen werden zij met tra nen gevuld. N'oen, za ze, haastig de mauw neerhalend, neen meneer hij is geen ploert Hij is ziek. dood ziek. Charles moet genezen worden. Ik dacht dat u me in deze raad zou kunnen geven..,. Toen heb ik mij beheerscht en nog' wei een half uur inet arm vrouwtje geloopen over de stille gracht Alaar ik wist ook wei, «hit hier geen raad zou kunnen helpen. En wat er nog in de ontredderde ziel van dezen man aan eergevoel over was, werd langzaam maar zeker vernield, door het gift uit de injectie-spuit. Laat ik je vertellen, zei mijn tamelijk gefortu neerde kennis, toen we een poosje geredeneerd had den over het opzienbarend geval der arrestatie van kassier van morfinist-Charlie na dt ontdekking van zocr-beduidende fraude, door dezen gepleegd, vooral ten nadeele van zijn compagnon laat ik ie ver tellen, dat hij een maand of zes, acht geleden bij mij is gekomen met een pracht-voorstél. Jk kan je verzekeren, dat menigeen, die wat minder ervaring \an zaken beeft, er gloeiend zou ingevlogen zijn. 't Zag er inderdaad zoo op 't eerste gezicht, subliem uit En dat alles had de vent uitgewerkt..Meesterlijk onnavolgbaar. Nadat de morphine-spuit ftem de noo. dige „spirit" liad gegeven, 't Ging voor mij om een luttele tien mille, <?i ik kon er op z'n allerminst een lialve ton moer verdienen. Eerst na heel i-ung en nauwkeurig onderzoek is mij gebleken, dat men hier inderdaad te doen had met een echt „sarnen- vocgsel van leugen en bedrog".... Maar tot dergelijke spitsvondigheden brengt de spcei'-harUtocht, geprikkeld en gesteund door vaische stimulalia, amice. met Alison naar de ganjr en opende de deur en daar bleven zij een oouenblik staan in het flauwe, bijna schemerachtige licht. „Lieve", zei Alison, met een liapeoing in liaar stem, „het doet mij zeer leed voor u. Ik ben geen vrouw, die over veel woorden beschikt, maar ik hoop, ik hoop. dat wij elkaar zullen begrijpen. Ik zal mijn best doen". Editli Brooke had er geen idee van, wat deze paar zeer gewone woorden kostten. Zij aanvaard de ze als iets, waar zij recht op had. Maar toen zij op het punt stonden afscheid te nemen, scheen de sluier van haar oogen weg te trekken en een sid dering gleed over haar gelaat. „Ik haat het leven, liet is wreed en vol onnoodi ge smart,', zei zij; „ik heb zoo'n gevoel, alsof ik u pijn heb gedaan". „Neen, neen", zei Alison aangedaan, „liet zal wel goed gaan heel goed." Edith scheen uit de hoogte van haar genade neer te dalen, toen zij haar aanstaande zuster op de wang kuste, maar toen Alison op de trap stond, voelde zij, dat die wang vochtig was. HOOFDSTUK V. In den schoot der familie. De sintelheuvels van Rirtley verhoogen op een voehtigen dag de somberheid van een landschap, dat de aandacht trekt door zijn groote leelijkheid. Zij verheffen zich scherp, de kleine, kegelvormige verhoogingen, uit de vlakke aarde en door de op stapeling gedurende jaren hebben zij een aanmer kelijke hoogte bereikt. De buitenste heuvels, waar aan gedurende jaren geen nieuwen afval Is toege voegd, hebben nu een vriendelijke bedekking van groen gekregen in hoofdzaak onkruid, daar eer- lijk gras zoo'n bed innig veracht, maar op den binnenrand, vlak bij de putten en fabrieken, heerscht de afschuwelijke verlatenheid. In het maanlicht en op mistige dagen zien de sintelhoo- pen sombere vormen, die geen verwantschap hebben met de omringde vlakte er uit als Ti tanen in sjagorde gebracht voor het gevecht. Hirtley is het begin van het Zwarte Land; het ligt op de grens van de groene paden en vrije akkers, die een van de mooiste lommerrijke land schappen van Engeland vormen. Maar de kleine

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1917 | | pagina 5