Scheermessen GRATIS Scheerapparaten, James Clark's vlucht. Kassier, DINSDAG 13 MAART 1917, 90ste Jaargang. No, 5990. Uitgevers: TRAPMAN Co. EERSTE BLAD. Wie zich than* op dit blad abonneert, ontvangt de num mers verschijnende tot 1 April a.s. met 1, 2 en 3 jaar garantie. I Qtmirmsn Kapper-Haarwerker, J. ulUUlllldll, LaagzijdeB50,Schagen. sra.tars ""zrjriïw? SS- E« bfcr SCHAGEN. Deposito'8, Rekeningcourant, Credieten, Hypotheken, Effec ten voor geldbelegging, Coupons, Incasseeringen, Assurantiën, Inschrijving op elke nieuwe leening, franco provisie. Binnenlandsch Nieuws. SCHAG13 I ilidttl Willis- COURA Airaiiitii- LnMlil Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, rvrdT-dag et? Zaterdag. Bij ^zending tot 's morgens 9 ure wor- rler AT VKFTENTIËN 'n het eersMitkomend nummer geplaatst Prijs per 3 maanden fO.95; pet pon ft.lQ. Dcrts r.ntntners ."l *©nt ADVERTHNTTfiN Vli 1 tot 5 regels f0.35, iedere regel meer 6 «ent SCHAQCN, LAAN D 5. Int. Teleph. No. 20 (Bfrrii'arnptr iobryrp®??). Grw'e 'rtt, Tcrdts ïiwr Dit nummer bestaat uit twee bladen. waaronder de bekende merken Cillet, Bulldog, enz. door HERBERT DANA MORRIS. Ofschoon reeds twaalf jaar verloopen zijn sinds de geheimzinnige vlucht van den beruchten inbre ker James Clark, zal waarschijnlijk de belangstel ling, die men ien zijnen opzichte had, wciar ge wekt worden indien voor het eerst de bijzonderhe den van dien vlucht bij het publiek bekend worden. Er moet aan herinnerd worden, dat in den tijd waarvan ik schrijf, verschillende arrestaties gedaan werden in verband met eenige beruchte geweldple gingen. De politie echter was op het spoor geko men dat James Clark hoofdzakelijk hiervan do lei der was en er werd slechts gewacht op een bevel tot in hechtenis neming. Dit bevel werd uitgesteld totdat voldoende bewijzen van zijn schuld gevon den waren en daar Clark zijn intriges en relaties met zijn medeplichtigen zoo listig verborgen had weten te houden, verliep er eenigen tijd. Geduren de die periode werd hij nauwkeurig nagegaan in al zijn bewegingen en toch gelukte het Clark op den vooravond van den dag waarop het bevel tot zijn inhechtenisname 'werd afgevaardigd te ont vluchten, Niet alleen was hij in staat aan de waak zaamheid der detectives te ontkomen, doch zelfs zag hij kans het land geheel en al te verlaten, want men hoorde later dat hij ongeveer na tien dagen in Amerika gezien was. Om kort te gaan de eenige tot nu toe bekende feiten. Clark had eenige dagen te voren kamers gehuurd te Fenhurst, een dorp ongeveer 40 mijl van Londen en de detectives die hem daar nagingen, hadden tij ding gekregen dat het bevel tot zijn inhechtenis name den volgenden dag zou afkomen. Zij zagen hem het huis, waarin hij verblijf hield nadat hij een korte wandeling had gemaakt, 's avonds om half twaalf binnen gaan en hielden tot den volgenden morgen de wacht. Toen zij hem echter dien och tend wilden arresteeren was de vogel gevlogen. Zijn hospita had hem thuis hooren komen en zijn bed was beslapen geweest, zoodat hij waarschijnlijk dien ochtend ontvlucht moest zijn. Ver in den omtrek werd alles afgezocht, naar de naaste stations en zeehavens getelegrafeerd, doch alles tevergeefsch. Een persoon, die in hetzelfde huis kamers had werd als verdacht gearresteerd, doch het werd bewezen dat hij reeds vanaf tien uur den vorigen avond in zijn kamer was geweest en een van de vele schilders was die in den omtrek van Fenhurst schetsen komen maken. Sedert dien tijd is Clark's ontvluchting een geheime zaak gebleven en het is nu aan mij het gordijn op te lichten. Ongeveer twee jaar geleden was ik in staat een kleine dienst te bewijzen oa." iemand, wiens naam, ofschoon hij dood is, niet genoemd mag worden. Hij vertelde mij zijn levensgeschiedenis, een vol van ge beurtenissen, maar het meest interessante ervan was het aandeel dat hij had gehad in de ontvluch ting van Clark. Wij spraken over spoorwegaange legenheden, toen hij uitriep: atelt belang in spoorwega vont uren. In dien U mij uw woord wilt geven, zoolang ik leef niets te openbaren van hetgeen ik u zal vertellen, zult gij een van de meest merkwaardige spoorweg- avonturen vernemen niet minder dan de bijzon derheden omtrent de ontvluchting van James Clark. Ik beloofde hem dit Eenige weken geleden hoorde ik, dat de man overleden is, zoodat er geen reden meer bestaat om hetgeen hij mij toevertrouwde geheim te houden. Ik wil het u daarom zooveel mogelijk in zijn eigen woorden herhalen: „Ik hoorde tot de geheime bende, waarvan James Clark het hoofd was. Ik ben er al sedert Jaren uit en ben er nog dankbaar voor, dat het eenige aandeel dat ik er ooit in gehad heb is geweest mtin hulp bij Clarks ontvluchting. Clark wist heel goed, dat hij nagegaan werd en hij wist ook dat vroeg of laat het bevel tot inhechtenis neming zou afkomen. Hij deed eenige poringen om hot land te verlaten, doch ziende, dat hij zoo nauw keurig werd nagegaan keerde hij in wanhoop naar honden terug. Het was toen dat hot vernuftig plan tot zijn ontvluchting gevormd werd. Er was een man onder ons, genaamd Cowley - tenminste zoo zal ik hem noemen die op het go- Wed van uitvinden en uitvoeren van plaunon zijns gelijke niet had. Deze Cowley stond indertijd in verbinding met Clark en eens pp een dag bezocht hij mij met een anderen „broeder" van de bende, dio we Marcley zullen noemen, een man, zoowat van den zelfden bouw en gestalte als Clark. Er was oen ze kere triomfantelijke uitdrukking op het gelaat van Cowley, toen hij na eenige seconden uitriep: „Zie eens hier. Ik heb een plan gevormd, waar bij wij met z'n drieën moeten trachten Clark den Oceaan te doen overstekon. Sedert eenige dagen reeds werk ik hieraan en ofschoon er natuurlijk eenig gevaar aan verbonden is, is het zijn laatste kans en ik heb üw hulp noodig. Het bevel tot zijn inhechtenisneming zal spoedig afkomen het is slechts een zaak van een paar dagen en we moeten hem weg zien te krijgen". „Nu ,laat ons hooren", zeide ik. „In de eerste plaats", antwoordde hij, „moeten W'i.l de atlas nauwkeurig beschouwen. Indien hij redst, zal hij bespied worden. Indien hij zelfs aan de aandacht zijner verspieders een of twee uur mocht ontkomen, zullen zij de telegraaf over het geheele land aan het werk zetten en zal hij door den een of anderen stations-detective gesnapt wor den. Wij kunnen er zeker van zijn, zij zullen niets ongedaan laten. Dus hoe moeten wij hen verschal ken? Er is slechts één antwoord, zoover ik weet, dat is, wij van onzen kant moeten alle middelen, die ons ten dienste staan, aanwenden". „En hoe?" „"^en eerste moeten wij hein weg zien te krijgen op een manier, zooals totnog toe nooit in practijk werd gebracht en ten tweede moeten wij de politie doen gelooven, dat hij na zijn vlucht nog in het land is en hoven alles moeten wil hem een voorsprong van acht a tien uur geven, alvorens zijn vlucht ont dekt wordt". „En hoe kunnen wij dit doen?" 1 „Laat mij u beiden in antwoord hierop vragen, of u bereid zijt mij te helpen en mij blindelings te gehoorzamen". „Zeker", antwoorden zij. „Wij zullen alles doen, wat wij kunnen". „Goéd, kent u het dorp Fenhurst"? N een". ','Nu laat mij het u beschrijven. Het ligt ongeveer 40 mijl van de stad en de spoorlijn van Londen naar Sillmonster gaat ongeveer op 1 mijl afstands er langs, er is echter geen station. De dichtstbijzijnde halte is minstens op vier mijl afstands, maar juist daar, waar de spoorweg het diebtstbij Fenhurst is heeft de hoofdlijn een aftakking* naar Brinston en natuurlijk wordt de wissel bij het sign&alhuisje ge controleerd. In Fenhurst bevindt zich een klein huis waar in den zomertijd kamers verhuurd worden aan schil ders, want voor dezen biedt de omgeving veel schoons en Mrs Herrish, de hospita, is bij verschil lende kunstenaars met penseel, zeer goed bekend. Ik heb Clark hedenochtend gezien en hij is vandaag naar Fenhurst gegaan, terwijl de detectives hem dicht op de hielen zitten. Ohl Zij denken dat zij hem al hebben. Hij zal kamers huren bij Mr». Her rish. Gij Marclay, kunt een weinig schilderen, niet waar?" „Ja, een beetje". „Goed. Aanstaande Vrijdag, den dag waarop wij ons plan willen uitvoeren, moet Jij met eenige schildersbenoodigdheden naar Fenhurst gaan en ka mers huren in hetzelfde huis als Clark. Doch je moet zeer voorzichtig zijn, niet met hem spreken, noch de minste notitie van hem nemen. Gij neemt een zit- en slaapkamer gelijkvloers, welke uitzien op den tuin achter het huis. Clark zal in de kamer slapen, waarvan de deur juist tegenover de trap op de eerste verdieping ligt. U begrijpt, dat juist in dezen tijd van het jaar, ver in den herfst er niet veel pensiongasten zullen zijn, zoodat wij de var- langde kamers wel kunnen krijgen". „Let nu goed op. U gaat uw kamer binnen, onge veer tien uur 's avonds, en maakt, dat Mrs. Her rish dit bemerkt. Sluit do deur af, open het raam, en stap in den tuin. Aan het eind daarvan zult ge een hek zien, dat naar een laan leidt. Hier is een kaart waarop ge dit alles kunt vinden; sla dan rechts af, totdat Je op dezen weg komt, waar ver scheiden hoornen staan' Ga achter den vijfden boom staan, zoodra u de kerkklok elf hoort slaan, wees dan on uw hoede. Clark zal langzaam komen aan wandelen, een sigaar rookende. Neem vlug de si gaar uit zijn hand en loop, al rookende, voort. Dan zal hij uw plaats achter den boom innemen. Loop op denzelfden manier als Clark, kóm dezen weg op naar uw pension. Ga de voordeur in en loop, met tamelijk veel lawaai de trap op, treedt Clark's ka mer binnen en begeef u te bed voor circa een uur. Sta dan weder zachtjes op en ga weder naar uw eigen kamer. Dit is hetgeen ge te doen hebt. Be grijpt ge?" „Volkomen". „Dan zijn wij voor zoover gereed". „Maclay ging dus heen, waarna Cowley tot mij zeide: „Laten wij naar het eind van het Sillmouster- spoorliln loopen. Ik wil u iets wijzen". In korten tijd stonden wij op het perron van net station. Er stond Juist een trein op vertrek en Cow ley nam mij mede naar het eind ervan, terwijl hij zeide- ,U weet, wat staartlichten zijn, nietwaar?' Ju de lichten achterop den laatsten wagen van c^en avondtrein. Zij dienen, om, wanneer een trein mocht stilstaan, een eventueele botsing te voor- 1101Oh*1 niet alleen daarom. Zij dienen ook als signa len en gev endo richting aan van den trein, aan de wachters in de blokhuizen, opdat deze kunnen we ten dat d«- juiste trein gepasseerd is. B.r. zie je, dat n dit geval er een rood licht is in bet midden van dén wagen en een groen licht aan beide kanten? "xt4, a.t hntookont, dat de trein naar Binzton „ftakking volgende bij Fenhurst En, let wel, Ef4, d rfhta^nwachter moet er op letten, wanneer ♦reG^wssoert dat de staartlichten correct zijn een trein 1 aoooo beschrijving van den 1,1 r"T%?ï%«52.W.«Kü- hi) doen- taB"n niét in orde belangrijkste punt; dan zou hij „Dat is juist net beilang b,okhlliB geinen: onmiddellijk naa* trein" en de baanwachter daar "'iToèn'^vdj 'terug hrt ofndTeSan. in tot midden". tot Cowley. „vnress naar Sillmonster, „Juist, dat te de 10.W. expro» g() hjer a„_ die slechts te W elfund, u vragen, of u iets daan stont Doch nu den ]aatsten, bemerkt bijzonders aan dezen P nehalve, dat dit een j?e" '„Neen. yeQ goed„ wone wagon is, terwip J. Schoorl Pz., MARKTPLAATS A 38 renwagen aan het eind ziet". „Heel goed, dat is ook zoo gewoonlijk. Doch ik heb bemerkt, dat deze extra-wagon iedere Dinsdag en Vrijdag wordt aangehaakt, tengevolge van een ge ringe toeneming van het vervoer en deze wordt steeds achter den bagagewagen aangekoppeld". „Nu, wat zou dat?" „Wacht tot Vrijdag èn u zult zien. Wacht mij dan hier bij het plaatsbureau, niet later dan 10 uur. Tot zoolang dan. Het is beter, elkaar tot dien tijd niet te zien." „Ik ontmoette Cowley op den afgesproken tijd. Hij droeg een taach, en een persoon met een langen baard vergezelde hem. Wij namen drie kaartjes naar Sillmonster en wandelde het perron op. We hielden bij den laatsten waggon stil on stapten in do aller laatste coupé. Toen riep Cowley den conducteur en vroeg hem: „Laat niemand meer in dene coupé toe en waarschuw ons in Silhnonater". „In orde, mijnheer", zeide de conducteur, terwijl Cowley er voor zorgde, dat hij ons allen zag. Om 10.48 ging bet Bein en de trein zette zioh in beweging. Juist op dit oogenblik opende onzen met gezel de deur aan de zeide, het verst van het per ron en sprong uit de coupé. Hij liet echter iets ach ter in don vorm van een valschen baard en bakke baarden en zijn kaartje. Dus bleven er twee van ons over. echter met drie kaartjes. Nu opende Cowley zijn tasch en haalde den inhoud te voor schijn. Deze bestond uit twee treinlantaarns van gewone vorm, met groene en roode glazen van bin nen, welke verlichting gedraaid kon worden. „Nu zult ge direct zien, waarom ik dit werk niet alleen kon doen", zeide hij, terwijl hij de lantaarns in orde bracht en aanstak, toen draaide hij de groe ne glazen voor en zeide: „Juist drie mijlen voor wij aan het signaalhuisje bij den wissel van Binston komen, staat een blokhuis. Gij neemt het rechtscho raampje, ik neem dat aan de linkerzijde, Zoodra ik het signaal geef, houdt gij de lamp uit het venster, er voor zorgende, dat het licht niet den kant v&n de locomotief opschijnt, terwijl ge de lantaarn zoo ver mogelijk naar achteren houdt „Ah, juist ik „De baanwachter zal dus De baanlichten op een trein voor Sillmonster zien. en onmiddellijk het signaal seinen: „Stop en onderzoek trein". Doch let opklaar?" „Wij hielden beide de groene lichten uit de ooupé en stoomden juist voorbij het signaalhuisje. Toen de trein daarna een bocht maakte, zagen wij de lichten van het huisje verflauwen. „Snel binnen er mee',' schreeuwde mijn metgezeL Hij doofde de lam pen. „Hier dicht bij gaan wij over? «en rivier. Ah, hier Is zij Juist Weg er mee en hij gooide de lampen de een na de andere over de brugleuning in de rivier onder ons. „Het blokhuis is aan den linkerkant, wanneer wij dus stilstaan zal ieder naar dien kant kijken. Woee gereed de andere deur te openen. Clark zal wachten. Mooi zoo, de rem wordt aangezet Ja, zeide hij, zijn hoofd naar buiten stekend. „Een rood licht het sein staat op onveilig. De trein vermindert zijn vaart en wij hebben ons doel bereikt" Bij het blokhuis stopte de trein geheel en ik zag nu een man op handen en voeten naar de rechter zijde van den trein kruipen. In vijf tellen was hij in onze coupé, zette zich neer met de valsche bak kebaarden in den hoek. „Wat is er aan de hand?" schreeuwde de conduc teur tot den seinwachter. „Er is geseind den trein te laten stoppen, daar do staartlichten niet in orde zijn". De conducteur sprong uit den trein en liep naar hot eind „Zij hebben gedroomd, want alles is in arde". „Dat zou ik ook meenen", zeide do wisselwach ter, terwijl ook hij de lichten aan den trein in oogen- schouw nam. „Ik zie niets verkeerds". „Alles In orde schreeuwde de conducteur tot den machinist en voort gingen we naar Sillmonster, waar de conducteur ons kwam waarschuwen en ons alle drie uit den trein zag stappen. „Genocgelijke reis heeren". „Dank je. Waarom hield je stil?" „Oh ,de een of andere domme baanwachter dacht dat de staartlichten niet in orde waren, dat ia al les". „Staartlichten? Wat zijn dat?" vroeg Cowley on schuldig. „Lichten aan het eind van den trein", lachte de conducteur. „En waren die niet in orde?" „Och ja, mijnheer. Dat gebeurt nooit, ik controleer ze altijd voor het vertrek". „Doch niet altijd daarna", fluisterde Cowley tot mij en langzaam gingen we het station uit Er is verder weinig te vertellen. Clark nam een vroege ochtendtrein naar Liverpool en stak naar Ier- lan over, vanwaar hij spoedig naar Queenstown ging om aldaar de eerstvolgende boot naar Amerika te nemen. Cowley had goed gerekend. De politie, die den volgenden morgen kwam om Clark te arrostoeren was van meening, dat hij slechts een uur of twee terug ontvlucht kon zijn en droom den in 't geheel niet, dat hij reeds ver weg kon zijn. Een der dame# was in Lttgeeet ingestapt en moest naar Den Heider en zij had el dadelijk id een haner mede reizigsters een stadgenoote herkend, hetgeen na tuurlijk zeer In den smaak viel, want een gezellig gesprek kan scwns den tijd in een vervelende, met saaie blaauwe gordijntjes gesloten coupé aanmerke lijk verkorten De andere juffrouw had Alkmaar als einddoel. Ze v-aren met hun drieën dan ook spoedig in druk gesprek over de vragen van den dag en dat aoo'n gesprek in deze benarde tijden vooral, de goede huivrouw boeit is zeer goed te beprijpem, maar dat 't aanlei ding kan geven tot 't totaal vergeten van de omgeving •is minder begrijpelijk. Alkmaar werd bereikt Er werd geroepen voor de coupé's, deuren werden open en dicht geworpen, een paar hoeren stapten uit.... men lette er niet op en ging geheel op in 't gesprek. De trein vertrok weer en vervolgde z'n weg naar §chagen. Er was slechts een der heeren in Alkmaar blijven zitten en wel een jong matroosje, die, naar 't scheep nog hiet al te lang in't militaire pak gestoken, ge heel onopgemerkt in een hoekje der coupé zat Het drietal ratelde intusschen met onverminderde ijver door, tot op eens één van hen zich scheen te herinneren, in een spoortrein te zitten en de op merking maakte waar men toch wel kon zijn. Ook de anderen keerden daardoor tot de werkelijkheid te- ,doch konden hun buurvrouw ai met veel wijzer Bij matroosje werd geïnformeerd, maar deze wist niet anders te vertellen, dan dat hij naar den Helder moest, naar de kazerne. Nu, we zuilen wei gauw in Alkmaar zijn, was de oplossing. Even later, de trein stopt in Schagen. de juf frouw voor Alkmaar stapt uit, de trein rolt weer verder en de twee overgebleven dames zijn weer spoe dig in hun onderwerp verdiept Aankomst den Helder eindpunt allen uitstap pen groote drukte op 't perron Enkele oogen- b likken slechts, want de reizigers zijn spoedig door den uitgang verdwenen en ziet men niet anders dar» eenige stationsbeambten en rangeerders, die den lan gen trein uit elkander zullen halen en klaar zetten voor den volgenden morgen. Na een half uur heen en weer rijden is dit gebeurd. De lichten in de coupés zijn echter nog opgebleven, want de poetser moet de wagons nog even nazien. Vlug gaat hij alles even na, tot hg, geheel aan 't andere einde van 't rangeerterrein plots bg een der wagens stil blijft staan, daar 't geluid van stem men zyn aandacht trekt Hij rukt een der coupé's open en ziet tot zijn niet geringe verbazing, dat er nog twee dames en een heer in zitten Dames, u bent al meer dan een hall uur In Den Helder.... Uitroepen van verbazing en spijt, matroosje l keek beteuterd en zei: „Ik docht, de dames zullen 't wel weten als ik er uit mot" De zware bagage, die manlief had mogen dragen j werd bijeen gepakt De poeteer bood den behulpzamen band en het drietal volgde bom over de rails en de stcenen naar het station. Twee echtgenooten waren teleurgesteld huiswaarts ge keerd en waren nu natuurlijk niet weinig verwonderd, I dat hunne vrouwtjes toch nog met dan trein waren mede gekomen. Dat re hartelijk werden uitgelachen laat zich be- O DIE VROUWEN I 't Is een ware geschiedenis en 't gebeurde dezer dagen op de lijn Amsterdam—Helder. Toen de laatste sneltrein van Uitgeest was vertrok ken, zaten in een niet-rook coupe drie dames en enkele heeren. nu beseften ze, dat ook de andere juffrouw te lang was blijven zitten en berekende in zichzelf hoe ver ze hadden kunnen zjjn, wanneer den Helder geen eindpunt was geweest LAN GEREIS. Zondagavond 11 Maart j.L gaf de rederijkerskamer L.O.L. alhier, in het lokaal Vis oene openbare uit voering. Opgevoerd werd „Onschuldig", tooDoelspel in drie bedrijven en Jochem Pezei, blyspel in één be drijf. Beide stukken werden goed uitgevoerd en ver wierven welverdiend applaus. Een gezellig bal besloot den drukbezochten avond. HEER HU EO WAARD. In den nadht van Zaterdag op Zondag is er inge broken bg den heer Jb. Zander, aan den Middenweg alhier. Door een raampje hebben de dieven (of dief) zich toegang verschaft en 't is hun gelukt een stalen geld kistje mede te nemen bevattende de belangrijke som van f 1150, en voorts nog circa f 11 uit het kastje van de dienstbode. Onmiddellijk is de Justitie van Alkmaar met haar onderzoek begonnen. 't Is te wenschem dat de daders gevonden worden maar zoo langzamerhand kan men spreken van: on veilig platteland. OUDE NIBDOHP. Voor de betrekking van gemeente-ontvanger alhier hebben zich aangemeld 7 sollicitanten, allen uit deze gemeente ANNA PAULOWNA. Iemand, in onze gemeente had voor een lieven duit pan varkensvoer besteed. Alles is immers duur tegen woordig? Hoewel nu varkens volgens de geleerden tot de omnivoren of alles eters behooren, wilden zijn krul staarten het kostbare voer echter niet eten. De man liet het toen eens onderzoeken. En wat bleek, Dat het voor 50 procent uit rivierzand bestond en voor de rest uit rivierzand bestond en voor de rest uit aller lei minderwaardige ingredntao. ANNA PAULOWNA. Vrijdagavond, 9 Maart, hield de af deeling „.Gelijk heid en Eendracht is ons streven", van den bond van melkveehouders een vergadering in het café Het Centrum, van den heer J. van Hecke. De voorzitter, de heer A. Bug, opent de bijeenkomst met de modedeeling, dat de heer J. Brinkman, secre taris van den bond, die hedenavond als spreker zou optreden, tot rijn leedwezen bericht van verhindering

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1917 | | pagina 1