Scheermessen
GRATIS
Scheerapparaten,
James Clark's vlucht.
Kassier,
DINSDAG 13 MAART 1917,
90ste Jaargang. No, 5990.
Uitgevers: TRAPMAN Co.
EERSTE BLAD.
Wie zich than* op dit blad
abonneert, ontvangt de num
mers verschijnende tot 1 April a.s.
met 1, 2 en 3 jaar garantie.
I Qtmirmsn Kapper-Haarwerker,
J. ulUUlllldll, LaagzijdeB50,Schagen.
sra.tars ""zrjriïw? SS-
E« bfcr
SCHAGEN.
Deposito'8, Rekeningcourant, Credieten, Hypotheken, Effec
ten voor geldbelegging, Coupons, Incasseeringen, Assurantiën,
Inschrijving op elke nieuwe leening, franco provisie.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHAG13
I
ilidttl Willis-
COURA
Airaiiitii- LnMlil
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
rvrdT-dag et? Zaterdag. Bij ^zending tot 's morgens 9 ure wor-
rler AT VKFTENTIËN 'n het eersMitkomend nummer geplaatst
Prijs per 3 maanden fO.95; pet pon ft.lQ. Dcrts r.ntntners ."l *©nt
ADVERTHNTTfiN Vli 1 tot 5 regels f0.35, iedere regel meer 6 «ent
SCHAQCN, LAAN D 5. Int. Teleph. No. 20 (Bfrrii'arnptr iobryrp®??). Grw'e 'rtt, Tcrdts ïiwr
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
waaronder de bekende merken Cillet, Bulldog, enz.
door HERBERT DANA MORRIS.
Ofschoon reeds twaalf jaar verloopen zijn sinds
de geheimzinnige vlucht van den beruchten inbre
ker James Clark, zal waarschijnlijk de belangstel
ling, die men ien zijnen opzichte had, wciar ge
wekt worden indien voor het eerst de bijzonderhe
den van dien vlucht bij het publiek bekend worden.
Er moet aan herinnerd worden, dat in den tijd
waarvan ik schrijf, verschillende arrestaties gedaan
werden in verband met eenige beruchte geweldple
gingen. De politie echter was op het spoor geko
men dat James Clark hoofdzakelijk hiervan do lei
der was en er werd slechts gewacht op een bevel
tot in hechtenis neming. Dit bevel werd uitgesteld
totdat voldoende bewijzen van zijn schuld gevon
den waren en daar Clark zijn intriges en relaties
met zijn medeplichtigen zoo listig verborgen had
weten te houden, verliep er eenigen tijd. Geduren
de die periode werd hij nauwkeurig nagegaan in
al zijn bewegingen en toch gelukte het Clark op
den vooravond van den dag waarop het bevel tot
zijn inhechtenisname 'werd afgevaardigd te ont
vluchten, Niet alleen was hij in staat aan de waak
zaamheid der detectives te ontkomen, doch zelfs zag
hij kans het land geheel en al te verlaten, want
men hoorde later dat hij ongeveer na tien dagen in
Amerika gezien was. Om kort te gaan de eenige tot
nu toe bekende feiten.
Clark had eenige dagen te voren kamers gehuurd
te Fenhurst, een dorp ongeveer 40 mijl van Londen
en de detectives die hem daar nagingen, hadden tij
ding gekregen dat het bevel tot zijn inhechtenis
name den volgenden dag zou afkomen. Zij zagen
hem het huis, waarin hij verblijf hield nadat hij
een korte wandeling had gemaakt, 's avonds om half
twaalf binnen gaan en hielden tot den volgenden
morgen de wacht. Toen zij hem echter dien och
tend wilden arresteeren was de vogel gevlogen. Zijn
hospita had hem thuis hooren komen en zijn bed
was beslapen geweest, zoodat hij waarschijnlijk
dien ochtend ontvlucht moest zijn.
Ver in den omtrek werd alles afgezocht, naar de
naaste stations en zeehavens getelegrafeerd, doch
alles tevergeefsch. Een persoon, die in hetzelfde huis
kamers had werd als verdacht gearresteerd, doch
het werd bewezen dat hij reeds vanaf tien uur den
vorigen avond in zijn kamer was geweest en een
van de vele schilders was die in den omtrek van
Fenhurst schetsen komen maken. Sedert dien tijd is
Clark's ontvluchting een geheime zaak gebleven en
het is nu aan mij het gordijn op te lichten.
Ongeveer twee jaar geleden was ik in staat een
kleine dienst te bewijzen oa." iemand, wiens naam,
ofschoon hij dood is, niet genoemd mag worden. Hij
vertelde mij zijn levensgeschiedenis, een vol van ge
beurtenissen, maar het meest interessante ervan
was het aandeel dat hij had gehad in de ontvluch
ting van Clark. Wij spraken over spoorwegaange
legenheden, toen hij uitriep:
atelt belang in spoorwega vont uren. In
dien U mij uw woord wilt geven, zoolang ik leef
niets te openbaren van hetgeen ik u zal vertellen,
zult gij een van de meest merkwaardige spoorweg-
avonturen vernemen niet minder dan de bijzon
derheden omtrent de ontvluchting van James Clark.
Ik beloofde hem dit
Eenige weken geleden hoorde ik, dat de man
overleden is, zoodat er geen reden meer bestaat om
hetgeen hij mij toevertrouwde geheim te houden.
Ik wil het u daarom zooveel mogelijk in zijn eigen
woorden herhalen:
„Ik hoorde tot de geheime bende, waarvan James
Clark het hoofd was. Ik ben er al sedert Jaren uit
en ben er nog dankbaar voor, dat het eenige aandeel
dat ik er ooit in gehad heb is geweest mtin hulp bij
Clarks ontvluchting.
Clark wist heel goed, dat hij nagegaan werd en hij
wist ook dat vroeg of laat het bevel tot inhechtenis
neming zou afkomen. Hij deed eenige poringen om
hot land te verlaten, doch ziende, dat hij zoo nauw
keurig werd nagegaan keerde hij in wanhoop naar
honden terug. Het was toen dat hot vernuftig plan
tot zijn ontvluchting gevormd werd.
Er was een man onder ons, genaamd Cowley -
tenminste zoo zal ik hem noemen die op het go-
Wed van uitvinden en uitvoeren van plaunon zijns
gelijke niet had. Deze Cowley stond indertijd in
verbinding met Clark en eens pp een dag bezocht hij
mij met een anderen „broeder" van de bende, dio we
Marcley zullen noemen, een man, zoowat van den
zelfden bouw en gestalte als Clark. Er was oen ze
kere triomfantelijke uitdrukking op het gelaat van
Cowley, toen hij na eenige seconden uitriep:
„Zie eens hier. Ik heb een plan gevormd, waar
bij wij met z'n drieën moeten trachten Clark den
Oceaan te doen overstekon. Sedert eenige dagen
reeds werk ik hieraan en ofschoon er natuurlijk
eenig gevaar aan verbonden is, is het zijn laatste
kans en ik heb üw hulp noodig. Het bevel tot zijn
inhechtenisneming zal spoedig afkomen het is
slechts een zaak van een paar dagen en we
moeten hem weg zien te krijgen".
„Nu ,laat ons hooren", zeide ik.
„In de eerste plaats", antwoordde hij, „moeten
W'i.l de atlas nauwkeurig beschouwen. Indien hij
redst, zal hij bespied worden. Indien hij zelfs aan
de aandacht zijner verspieders een of twee uur
mocht ontkomen, zullen zij de telegraaf over het
geheele land aan het werk zetten en zal hij door
den een of anderen stations-detective gesnapt wor
den. Wij kunnen er zeker van zijn, zij zullen niets
ongedaan laten. Dus hoe moeten wij hen verschal
ken?
Er is slechts één antwoord, zoover ik weet, dat
is, wij van onzen kant moeten alle middelen, die
ons ten dienste staan, aanwenden".
„En hoe?"
„"^en eerste moeten wij hein weg zien te krijgen
op een manier, zooals totnog toe nooit in practijk
werd gebracht en ten tweede moeten wij de politie
doen gelooven, dat hij na zijn vlucht nog in het land
is en hoven alles moeten wil hem een voorsprong
van acht a tien uur geven, alvorens zijn vlucht ont
dekt wordt".
„En hoe kunnen wij dit doen?" 1
„Laat mij u beiden in antwoord hierop vragen, of
u bereid zijt mij te helpen en mij blindelings te
gehoorzamen".
„Zeker", antwoorden zij. „Wij zullen alles doen,
wat wij kunnen".
„Goéd, kent u het dorp Fenhurst"?
N een".
','Nu laat mij het u beschrijven. Het ligt ongeveer
40 mijl van de stad en de spoorlijn van Londen naar
Sillmonster gaat ongeveer op 1 mijl afstands er
langs, er is echter geen station. De dichtstbijzijnde
halte is minstens op vier mijl afstands, maar juist
daar, waar de spoorweg het diebtstbij Fenhurst is
heeft de hoofdlijn een aftakking* naar Brinston en
natuurlijk wordt de wissel bij het sign&alhuisje ge
controleerd.
In Fenhurst bevindt zich een klein huis waar in
den zomertijd kamers verhuurd worden aan schil
ders, want voor dezen biedt de omgeving veel
schoons en Mrs Herrish, de hospita, is bij verschil
lende kunstenaars met penseel, zeer goed bekend. Ik
heb Clark hedenochtend gezien en hij is vandaag
naar Fenhurst gegaan, terwijl de detectives hem
dicht op de hielen zitten. Ohl Zij denken dat zij
hem al hebben. Hij zal kamers huren bij Mr». Her
rish. Gij Marclay, kunt een weinig schilderen, niet
waar?"
„Ja, een beetje".
„Goed. Aanstaande Vrijdag, den dag waarop wij
ons plan willen uitvoeren, moet Jij met eenige
schildersbenoodigdheden naar Fenhurst gaan en ka
mers huren in hetzelfde huis als Clark. Doch je moet
zeer voorzichtig zijn, niet met hem spreken, noch
de minste notitie van hem nemen. Gij neemt een
zit- en slaapkamer gelijkvloers, welke uitzien op
den tuin achter het huis. Clark zal in de kamer
slapen, waarvan de deur juist tegenover de trap
op de eerste verdieping ligt. U begrijpt, dat juist
in dezen tijd van het jaar, ver in den herfst er niet
veel pensiongasten zullen zijn, zoodat wij de var-
langde kamers wel kunnen krijgen".
„Let nu goed op. U gaat uw kamer binnen, onge
veer tien uur 's avonds, en maakt, dat Mrs. Her
rish dit bemerkt. Sluit do deur af, open het raam,
en stap in den tuin. Aan het eind daarvan zult ge
een hek zien, dat naar een laan leidt. Hier is een
kaart waarop ge dit alles kunt vinden; sla dan
rechts af, totdat Je op dezen weg komt, waar ver
scheiden hoornen staan' Ga achter den vijfden boom
staan, zoodra u de kerkklok elf hoort slaan, wees
dan on uw hoede. Clark zal langzaam komen aan
wandelen, een sigaar rookende. Neem vlug de si
gaar uit zijn hand en loop, al rookende, voort. Dan
zal hij uw plaats achter den boom innemen. Loop
op denzelfden manier als Clark, kóm dezen weg op
naar uw pension. Ga de voordeur in en loop, met
tamelijk veel lawaai de trap op, treedt Clark's ka
mer binnen en begeef u te bed voor circa een uur.
Sta dan weder zachtjes op en ga weder naar uw
eigen kamer. Dit is hetgeen ge te doen hebt. Be
grijpt ge?"
„Volkomen".
„Dan zijn wij voor zoover gereed".
„Maclay ging dus heen, waarna Cowley tot mij
zeide: „Laten wij naar het eind van het Sillmouster-
spoorliln loopen. Ik wil u iets wijzen".
In korten tijd stonden wij op het perron van net
station. Er stond Juist een trein op vertrek en Cow
ley nam mij mede naar het eind ervan, terwijl hij
zeide- ,U weet, wat staartlichten zijn, nietwaar?'
Ju de lichten achterop den laatsten wagen van
c^en avondtrein. Zij dienen, om, wanneer een trein
mocht stilstaan, een eventueele botsing te voor-
1101Oh*1 niet alleen daarom. Zij dienen ook als signa
len en gev endo richting aan van den trein, aan de
wachters in de blokhuizen, opdat deze kunnen we
ten dat d«- juiste trein gepasseerd is. B.r. zie je, dat
n dit geval er een rood licht is in bet midden van
dén wagen en een groen licht aan beide kanten?
"xt4, a.t hntookont, dat de trein naar Binzton
„ftakking volgende bij Fenhurst En, let wel,
Ef4, d rfhta^nwachter moet er op letten, wanneer
♦reG^wssoert dat de staartlichten correct zijn
een trein 1 aoooo beschrijving van den
1,1 r"T%?ï%«52.W.«Kü-
hi) doen- taB"n
niét in orde belangrijkste punt; dan zou hij
„Dat is juist net beilang b,okhlliB geinen:
onmiddellijk naa* trein" en de baanwachter daar
"'iToèn'^vdj 'terug hrt ofndTeSan.
in tot midden".
tot Cowley. „vnress naar Sillmonster,
„Juist, dat te de 10.W. expro» g() hjer a„_
die slechts te W elfund, u vragen, of u iets
daan stont Doch nu den ]aatsten, bemerkt
bijzonders aan dezen P nehalve, dat dit een j?e"
'„Neen. yeQ goed„
wone wagon is, terwip
J. Schoorl Pz.,
MARKTPLAATS A 38
renwagen aan het eind ziet".
„Heel goed, dat is ook zoo gewoonlijk. Doch ik heb
bemerkt, dat deze extra-wagon iedere Dinsdag en
Vrijdag wordt aangehaakt, tengevolge van een ge
ringe toeneming van het vervoer en deze wordt
steeds achter den bagagewagen aangekoppeld".
„Nu, wat zou dat?"
„Wacht tot Vrijdag èn u zult zien. Wacht mij dan
hier bij het plaatsbureau, niet later dan 10 uur. Tot
zoolang dan. Het is beter, elkaar tot dien tijd niet
te zien."
„Ik ontmoette Cowley op den afgesproken tijd.
Hij droeg een taach, en een persoon met een langen
baard vergezelde hem. Wij namen drie kaartjes naar
Sillmonster en wandelde het perron op. We hielden
bij den laatsten waggon stil on stapten in do aller
laatste coupé. Toen riep Cowley den conducteur en
vroeg hem: „Laat niemand meer in dene coupé toe
en waarschuw ons in Silhnonater".
„In orde, mijnheer", zeide de conducteur, terwijl
Cowley er voor zorgde, dat hij ons allen zag.
Om 10.48 ging bet Bein en de trein zette zioh in
beweging. Juist op dit oogenblik opende onzen met
gezel de deur aan de zeide, het verst van het per
ron en sprong uit de coupé. Hij liet echter iets ach
ter in don vorm van een valschen baard en bakke
baarden en zijn kaartje. Dus bleven er twee van
ons over. echter met drie kaartjes. Nu opende
Cowley zijn tasch en haalde den inhoud te voor
schijn. Deze bestond uit twee treinlantaarns van
gewone vorm, met groene en roode glazen van bin
nen, welke verlichting gedraaid kon worden.
„Nu zult ge direct zien, waarom ik dit werk niet
alleen kon doen", zeide hij, terwijl hij de lantaarns
in orde bracht en aanstak, toen draaide hij de groe
ne glazen voor en zeide: „Juist drie mijlen voor wij
aan het signaalhuisje bij den wissel van Binston
komen, staat een blokhuis. Gij neemt het rechtscho
raampje, ik neem dat aan de linkerzijde, Zoodra ik
het signaal geef, houdt gij de lamp uit het venster,
er voor zorgende, dat het licht niet den kant v&n
de locomotief opschijnt, terwijl ge de lantaarn zoo
ver mogelijk naar achteren houdt
„Ah, juist ik
„De baanwachter zal dus
De baanlichten op een trein voor Sillmonster
zien. en onmiddellijk het signaal seinen: „Stop en
onderzoek trein". Doch let opklaar?"
„Wij hielden beide de groene lichten uit de ooupé
en stoomden juist voorbij het signaalhuisje. Toen
de trein daarna een bocht maakte, zagen wij de
lichten van het huisje verflauwen. „Snel binnen er
mee',' schreeuwde mijn metgezeL Hij doofde de lam
pen.
„Hier dicht bij gaan wij over? «en rivier. Ah, hier
Is zij Juist Weg er mee en hij gooide de lampen de
een na de andere over de brugleuning in de rivier
onder ons.
„Het blokhuis is aan den linkerkant, wanneer wij
dus stilstaan zal ieder naar dien kant kijken. Woee
gereed de andere deur te openen. Clark zal wachten.
Mooi zoo, de rem wordt aangezet Ja, zeide hij, zijn
hoofd naar buiten stekend. „Een rood licht het sein
staat op onveilig. De trein vermindert zijn vaart
en wij hebben ons doel bereikt"
Bij het blokhuis stopte de trein geheel en ik zag
nu een man op handen en voeten naar de rechter
zijde van den trein kruipen. In vijf tellen was hij
in onze coupé, zette zich neer met de valsche bak
kebaarden in den hoek.
„Wat is er aan de hand?" schreeuwde de conduc
teur tot den seinwachter.
„Er is geseind den trein te laten stoppen, daar
do staartlichten niet in orde zijn".
De conducteur sprong uit den trein en liep naar
hot eind
„Zij hebben gedroomd, want alles is in arde".
„Dat zou ik ook meenen", zeide do wisselwach
ter, terwijl ook hij de lichten aan den trein in oogen-
schouw nam. „Ik zie niets verkeerds".
„Alles In orde schreeuwde de conducteur tot den
machinist en voort gingen we naar Sillmonster,
waar de conducteur ons kwam waarschuwen en ons
alle drie uit den trein zag stappen.
„Genocgelijke reis heeren".
„Dank je. Waarom hield je stil?"
„Oh ,de een of andere domme baanwachter dacht
dat de staartlichten niet in orde waren, dat ia al
les".
„Staartlichten? Wat zijn dat?" vroeg Cowley on
schuldig.
„Lichten aan het eind van den trein", lachte de
conducteur.
„En waren die niet in orde?"
„Och ja, mijnheer. Dat gebeurt nooit, ik controleer
ze altijd voor het vertrek".
„Doch niet altijd daarna", fluisterde Cowley tot
mij en langzaam gingen we het station uit
Er is verder weinig te vertellen. Clark nam een
vroege ochtendtrein naar Liverpool en stak naar Ier-
lan over, vanwaar hij spoedig naar Queenstown ging
om aldaar de eerstvolgende boot naar Amerika te
nemen.
Cowley had goed gerekend.
De politie, die den volgenden morgen kwam om
Clark te arrostoeren was van meening, dat hij slechts
een uur of twee terug ontvlucht kon zijn en droom
den in 't geheel niet, dat hij reeds ver weg kon
zijn.
Een der dame# was in Lttgeeet ingestapt en moest
naar Den Heider en zij had el dadelijk id een haner
mede reizigsters een stadgenoote herkend, hetgeen na
tuurlijk zeer In den smaak viel, want een gezellig
gesprek kan scwns den tijd in een vervelende, met
saaie blaauwe gordijntjes gesloten coupé aanmerke
lijk verkorten
De andere juffrouw had Alkmaar als einddoel.
Ze v-aren met hun drieën dan ook spoedig in druk
gesprek over de vragen van den dag en dat aoo'n
gesprek in deze benarde tijden vooral, de goede huivrouw
boeit is zeer goed te beprijpem, maar dat 't aanlei
ding kan geven tot 't totaal vergeten van de omgeving
•is minder begrijpelijk.
Alkmaar werd bereikt
Er werd geroepen voor de coupé's, deuren werden
open en dicht geworpen, een paar hoeren stapten
uit.... men lette er niet op en ging geheel op in
't gesprek.
De trein vertrok weer en vervolgde z'n weg naar
§chagen.
Er was slechts een der heeren in Alkmaar blijven
zitten en wel een jong matroosje, die, naar 't scheep
nog hiet al te lang in't militaire pak gestoken, ge
heel onopgemerkt in een hoekje der coupé zat
Het drietal ratelde intusschen met onverminderde
ijver door, tot op eens één van hen zich scheen te
herinneren, in een spoortrein te zitten en de op
merking maakte waar men toch wel kon zijn. Ook
de anderen keerden daardoor tot de werkelijkheid te-
,doch konden hun buurvrouw ai met veel wijzer
Bij matroosje werd geïnformeerd, maar deze wist
niet anders te vertellen, dan dat hij naar den Helder
moest, naar de kazerne.
Nu, we zuilen wei gauw in Alkmaar zijn, was de
oplossing.
Even later, de trein stopt in Schagen. de juf
frouw voor Alkmaar stapt uit, de trein rolt weer
verder en de twee overgebleven dames zijn weer spoe
dig in hun onderwerp verdiept
Aankomst den Helder eindpunt allen uitstap
pen groote drukte op 't perron Enkele oogen-
b likken slechts, want de reizigers zijn spoedig door
den uitgang verdwenen en ziet men niet anders dar»
eenige stationsbeambten en rangeerders, die den lan
gen trein uit elkander zullen halen en klaar zetten
voor den volgenden morgen. Na een half uur heen
en weer rijden is dit gebeurd.
De lichten in de coupés zijn echter nog opgebleven,
want de poetser moet de wagons nog even nazien.
Vlug gaat hij alles even na, tot hg, geheel aan
't andere einde van 't rangeerterrein plots bg een
der wagens stil blijft staan, daar 't geluid van stem
men zyn aandacht trekt Hij rukt een der coupé's
open en ziet tot zijn niet geringe verbazing, dat er
nog twee dames en een heer in zitten
Dames, u bent al meer dan een hall uur In Den
Helder.... Uitroepen van verbazing en spijt, matroosje
l keek beteuterd en zei: „Ik docht, de dames zullen
't wel weten als ik er uit mot"
De zware bagage, die manlief had mogen dragen j
werd bijeen gepakt De poeteer bood den behulpzamen
band en het drietal volgde bom over de rails en de
stcenen naar het station.
Twee echtgenooten waren teleurgesteld huiswaarts ge
keerd en waren nu natuurlijk niet weinig verwonderd,
I dat hunne vrouwtjes toch nog met dan trein waren
mede gekomen.
Dat re hartelijk werden uitgelachen laat zich be-
O DIE VROUWEN I
't Is een ware geschiedenis en 't gebeurde dezer
dagen op de lijn Amsterdam—Helder.
Toen de laatste sneltrein van Uitgeest was vertrok
ken, zaten in een niet-rook coupe drie dames en
enkele heeren.
nu beseften ze, dat ook de andere juffrouw
te lang was blijven zitten en berekende in zichzelf
hoe ver ze hadden kunnen zjjn, wanneer den Helder
geen eindpunt was geweest
LAN GEREIS.
Zondagavond 11 Maart j.L gaf de rederijkerskamer
L.O.L. alhier, in het lokaal Vis oene openbare uit
voering. Opgevoerd werd „Onschuldig", tooDoelspel in
drie bedrijven en Jochem Pezei, blyspel in één be
drijf. Beide stukken werden goed uitgevoerd en ver
wierven welverdiend applaus. Een gezellig bal besloot
den drukbezochten avond.
HEER HU EO WAARD.
In den nadht van Zaterdag op Zondag is er inge
broken bg den heer Jb. Zander, aan den Middenweg
alhier.
Door een raampje hebben de dieven (of dief) zich
toegang verschaft en 't is hun gelukt een stalen geld
kistje mede te nemen bevattende de belangrijke som
van f 1150, en voorts nog circa f 11 uit het kastje
van de dienstbode.
Onmiddellijk is de Justitie van Alkmaar met haar
onderzoek begonnen.
't Is te wenschem dat de daders gevonden worden
maar zoo langzamerhand kan men spreken van: on
veilig platteland.
OUDE NIBDOHP.
Voor de betrekking van gemeente-ontvanger alhier
hebben zich aangemeld 7 sollicitanten, allen uit deze
gemeente
ANNA PAULOWNA.
Iemand, in onze gemeente had voor een lieven duit
pan varkensvoer besteed. Alles is immers duur tegen
woordig? Hoewel nu varkens volgens de geleerden tot
de omnivoren of alles eters behooren, wilden zijn krul
staarten het kostbare voer echter niet eten. De man
liet het toen eens onderzoeken. En wat bleek, Dat
het voor 50 procent uit rivierzand bestond en voor de
rest uit rivierzand bestond en voor de rest uit aller
lei minderwaardige ingredntao.
ANNA PAULOWNA.
Vrijdagavond, 9 Maart, hield de af deeling „.Gelijk
heid en Eendracht is ons streven", van den bond
van melkveehouders een vergadering in het café Het
Centrum, van den heer J. van Hecke.
De voorzitter, de heer A. Bug, opent de bijeenkomst
met de modedeeling, dat de heer J. Brinkman, secre
taris van den bond, die hedenavond als spreker zou
optreden, tot rijn leedwezen bericht van verhindering