DE BOETE.
FEUILLETON.
Raad van Callantsoog.
Zaterdaq 8 Septemöer 1917.
60ste Jaargong No. 6068.
TWEEDE BLAD,
Ingezonden Stukken.
Qe verkoop vau Zaaizaad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
ft'
Schetsen uit de Rechtzaal.
Schap Courant.
Uit een k°rt geleden verschenen beschikking van
u w:„;«ier van Landhom» .1 V
Te velde
Na het dor
goed
schen goed
gekeurd.
gekeurd.
f 27.50
f 24.75
f 25,25
f 2275
i 27.50
f 24.75
f 25.25
f 22.75
f 26 75
f 24/—
f 25.25
f 2275
f 32.25
f 28.25
f 46.-
f 39.50
f 46.-
f 39.50
f 42.75
f 37.—
et-" - i j. «"««r-u oescniKKing van
Minis'«r van Landbouw. Nijverheid en llu.uk]
blijkt, dat de verbouwers van granen en peulvruchten
,n de gelegenheid worden gesteld hunne producten te
verkoopen als zaaizaad, indien zü van wege de Hol-
Iandsche Maatschappij van Landbouw te velde zijn
aekeurd en goedgekeurd, of wanneer zij na het dor-
schen en schoonmaken alsnog ter keuring worden aan
geboden en geschikt worden verklaard. Aan dengene
die later het zaad als zaaizaad wenscht te gebruiken
zal door dcngene, die hem dit zaad verkoopt niet
meer in rekening mogen worden gebracht dan de
onderstaande maximumprijzen per 100 K.G.
Ver
goe
ding.
f 0 54 Tarwe (winter- en zomer)
f 0.50 Spelt
f 0 54 Rogge (winter- en zomer)
f 0.52 Wintergerst en vierrijige
zomergerst
f 0 52 Chevaliergerst
f 0.50 Haver
f 0.63 Veldboonen (paarde-,
duive-, enz
f 0.90 Erwten (alle soorten)
f 0.90 Boonen (bruine, gele.
witte)
f 0,84 Kanariezaad
De zak moet door den verkooper kosteloos worden
bijgeleverd, doch de vracht is voor rekening van den
kooper, terwijl door den verbouwer aan de Maat
schappij als vergoeding voor hare tusschenkomat een
bedrag moet worden betaald, als vóór ieder artikel
is aangegeven.
Verkoopt de verbouwer het zaad zonder tusschen-
komst van een handelaar aan dengene. die het zaad
zal uitzaaien, dan zal de verbouwer dus den koopei
de genoemde maximumprijs in rekening mogen bren
gen. verkoopt hij daarentegen aan een handelaar dun
zal hij minder dan den maximumprijs kunnen be
dingen. omdat de handelaar aan dengene. die het
zaad zal uitzaaien, niet meer dan den maximumprijs
in rekening mag brengen.
leder, d e granen of peulvruchten heeft geoogst, die
jijzoiider gesmukt zijn te achten om ais zaaizaad te
worden gebruikt, zal verstandig handelen, goedkeuring
van jdat zaad te vragen aan den secreta ris-penning
meester der Hollandscne Maatschappij van Landbouw,
den Heer P. Oly. te 's-Gravenhage. koninginnegracht 27.
De door de Maatschappij goedgekeurde herfstzaai-
zaden behoeven met aan het Rijk te worden afge
leverd voor 1 Januari 1918 en de goedgekeurde voor
jaarszaaizaden niet voor 1 Juni 1918.
Om verkocht zaaizaad te mogen vervoeren moet de
vervoerder in het bezit zijn van een vervoerbewiis.
gestempeld door of van wege den burgemeester dei
gemeente, waar de verkooper woont.
Om zaaizaad te mogen afleveren moet de verkoo
per In hert bezit zijn van een behoorlijk geteekende
en ingevulde zaaizaadbon. afgegeven door eten burge
meester van de plaats waar nat zaaizaad zal worden
opgeslagen of gezaaid.
De burgemeester, die het vervoerbewijs afgeeft, zal
dit niet (teen dan nadat hem is gebleken, dat het te
vervoeren zaad behoort tot een door de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw goedgekeurde partij en
hem inzage is gegeven van den door den burgemeester
der plaat* van bestemming afgegeven zaaizaadbon.
Aan allen, die mijne bemiddeling hebben gevraagd
voor het verkrijgen van zaairogge voor het verbouwen
van sniirogge voor veevoeder, zij hierbii medegedeeld,
dat ik daarvan opgave heb gedaan aan den Regeerings-
commissaris belast met Qe Rijksgraanverzameling in
Noordholland. Keizersgracht 121, Amsterdam. Indien
de rogge te lang wegblijft, om het nog te kunnen uit
zaaien. gelieve men den Regveriiigscomiiiissaris hiervan
mededeeling te doen.
Schagen, 7 September 1917.
De Rjjkslandbouwleeraar
voor Noordholland,-
C. NOBEL.
zijde van „d«
Vervolg.
van aan aendendlefstaL
de ervershover kastelein N. Boots die vei-
i^!!i ^e£sta 1 door 70-jarigen kooiker
m onbezoldigd rijksveldwachter W. Groot werd aan
spreken op een stuk land en die toen den bejaar
den Groot enstrig mishandelde, zoodat dokter ruim
80 aan het slachtoffer" te goed maakte
ouwe"66" e eisch natUurlP van de zijde"
,C!'vJ.' vorderde tegen Boots wegens het door hem
n(p Mei m min of meer beschonken toestand gepleeg
de Jeit een week gevang.
Mr. Leesberg, pleiter, concludeert tot dichtere sti f.
Uit nood
P Blokker, brievenbesteller te Bergen had i. Jh,
zooals hij zegt uit nood. wederrechtelijk hout toege
ëigend van het geboomte behoorende aan Burgemees
ter Van Reenen.
Eisch f 10 of 5 'dagen hechtenis.
egens een dezelfde delict werd tegen Johannes
V rasdonk en C. Beeldman mede brievenbestellers te
Bergen, elk 2 dagen gevang, gevorderd.
Uit winstbejag.
A. C. (L Hoogervorst. een landbouwer te Limmen,
had van zijn tijdig opgeslagen hoeveelheid petroleum
aan zekeren -A. Balder 10 liter boven maximumprijs
verkocht Dat haalde hem nu een eisch tot f 25 boete
of 10 dagen hechtenis op den hals.
Dat wordt dure haver,
J. P. Kuis. mede te Limmen, .heeft tegen de uitge
vaardigde voorschriften in, qp 12 April haver aan
oen ander verkocht en liep daarmede in verband met
de wettelijke bepalingen een eisch op tot f 25 of
10 dagen hechtenis.
Voor een gestolen Hets.
Halbe van der Veen, timmermansknecht te .(Leeuw
arden, ten vorigen jare werkzaam aan den bouw1 van
de zuivelfabriek te Lutjewinkel, was absent. Hij had
5 Juni 1916 een fiets ontvreemd op de Opmeersche
kermis. Het rijwiel was door den eigenaar, de 21-
jarigen C. Kuiper Jacobszoon bij kastelein Schuite-
makar neergezet en later toen men huis-toe" zou
gaan, was het karretje gevlogen.
In dit zaakje, dat nogal lang onderweg is geweest,
werd tegen beklaagde 2 maanden gevang, geëiscn. voor
waardelijk met j) proefjaren.
Wees voorzichtig met de Dlstrlbntiewet
Aafje Riewerts, weduwe Hlllenius, filiaalhoudster te
Helder voor den graanhandelaar O. de Geus. aldaar,
had de distributiewet overtreden door herhaaldelijk brui
ne boonen tegen 44 cents per liter (Is ongeveer 54
oents per Kg.) te verkoopen. waar de maximumprijs
slechts 21 cents was.
Geëischt werd f 50 of 10 dagen hechtenis.
Waarschuwing als voren.
Pieter Slagter, slager te Bovenkarspel, had zijn op
zijn vak zoo toepasselijken naam op de rol van be
klaagden gfbracht door op13 Maart ruim een pond
spek aan een kuiper uit Enkhuizen, W. Bakker ge
naamd. ver "boven maximumprijs tè verkoopen, wat
Slagter n uk wam te staan op een eisch tot f 25 of
10 dagen "hechtenis.
Een drietal hondenbelastingzaakjes uit Hoorn tot slot.
•icviii. n«u gevorderd,
f 5 of 1 dag. en tegen P. Sjpel voor 2 honden 2 m.
f 5 of 1 dag. hecht.
A.s. Dinsdag uitspraken en nieuwe zaken.
Ebü verhaal alt het hedendaagich New-York
door
GOUVERNEUR MORRIS.
16 Uitgave W. DE HAAN, Utreehi
j«f8 de man zonder beenen kortaf, maar zonder
yer zijn nekte uit te wijden. ,.U bent zeker geko-
en om. tnij te zeggen, dat ik niet weg moet gaan al-
fu1! 00 busUs voltooid is. Heb ik gelijk?"
voelde zich iets meer op haar gemak. „Ja,"
ein<n°° f -.11' beu zelfzuchtig. Het bcteekeut on
eindig veel voor mü."
en'hal'iY niet hoeven te komen," zei Blizzard
oeVnmJr 'd' 118881 alsof hij boos op haar was dat zij
daarin^11 Was' »«lk hen van plan veranderd. Ik ben
j™egenoodzaakt.Ik blijf.
aaogen w. v(as zoer verheugd. „Ik wou. dat ik u
((Het kom. blli ik er over W," zied zij.
Weer mar i! nou maar op aan,' zei Blizzard. ,„U
dj1 gedeelte 18 te krijgen. If hadt heekmaal niet in
niet in Y811 de stad moeten komen en vcwral
nlet gegund 7^^'ik toilet: maar u hebt u den tijd
u bent itèknrrï 118 te denken. U hadt een idee em
toen u het°bui!.' iemand waar u naar toe ging,
za «huddë1bjv**'
>.Er zou u ij* koofd.
komen," zei hii«nerscllrikkelijks hebben kunnen over-
om zijn mond 6611 vreemde glimlach speelde even.
weten. St®l u een«ett bemand had er iets van ge-
den had om voor „V?°r' dat u mij hier niet gevon-
u een p*s loscektcn zorgen? Stel u eens yoor dat
kad^evuudenr dronken boef of nog iets ergers
om is altes hfLtU"•ovoaden," zei Barbam, „en daar-
ij TTT;
d«n heinel "a'les is in orde en daar mag u
laten wachtend a Wa8rom bebt u de taxi
mond M,, de vreemde glimlach Blizzards
Rarba' 1 18 w*®-"
voor d^hh^de Blizzard's blik en zag,, dat de straat
zwaaide van Hil greep -naar ziJn krukken
«venIlS^h^ is hlJ naarJake's café gegaan. Wacht
Re bel 1 zien
Toen tn j buitendeur weerklonk hard rinke-
zich ,jrrde. 0611 doordringend schel gefluit,
later hw ee(TlaaI herhaalde en een paar minuten
8«luid van een motor.
„LE BEAU HENRI".
Ik heb hem gekend in zijn nadagen en het schouw
spel was wel neel bedroevend, soms heel schokkend
zelfsIk heb hem ook aanschouwd in z"n .'gouden
tijd".
Erkend moet worden, dat hij een Pechvogel was
van de echte soort Z'n vader zie ik .daar nog zitten
aan het raam van de voorkamer in het heel-ouder-
wetsche' sth've huis. Ik zie nog zoo duidelijk en scherp
voor mij aat smalle, bleeke „•■laat met de scherpe trek
ken-; met de .schrandere, m later dagen peinzendie
oogen Hij zat in het hoekje van het raam en hield
een lange, blanke, Goudsche pijp tusschen de lippen.
Hjj zat daar grijzige wolkjes in de lucht te blazen.
En ik wist hem in die dagen Ziende zitten
waar hij aan dacht, de tengere, magere grijsaard.
Toen was Le beau Jlenri" een der typen in de
stad. Een der bekende figuren Soms ontdekte men hem
plotseling als middenpunt van een straatkabaaltje. Dan
was hij ae boel %an het opscheppen" in een café. Hij
reed met jjn „karretje" door de stad en de menschen
wezer hem na. „Kgk 's gauw," werd gezegd,
„daal. gaat Hein je jveet wpl. jle zoon van den
gewei ïn slager uit de Nieuwstraat... Kijk's. hij heeft
m weer om."
En meestal hadden ze gelijk. Zoolang sJe moeder
nog ieefde. was er orde geweest in het gezin van
den ouden Velders. Zij wist ontzag in te boezemen.
Toen ze dat groote fortuintje hadden genoten van
dat Oostenrijksche jot. wist zjj het beheer in handeq
te houden. En daarna. die reuzebof met de groa-
den. die Velders gekocht had, moeder Aagt kénde
Hendrik en hield hem ,jn de gaten". Vader was goed-
geefsch van aard en zwak van natuur.- Maar het
vrouwtje waakte zóólang pj maar kracht wist te hou
den. En Hendrik voelde een soort van sffhuw ontzag
voor de moeder, van. wie hij wist dat ze hem doorzag
Toen was moeder gestorven.
En bleef Hendrik over met vader. En op zekeren
«lag had hij mee thuisgebracht hij .ging nog op het
gymnasium een vriend met Jonkheer-titel. De oude
Velders, al-maar zittend in zijn hoekje aan 'het
raam met de lange pyp tusschen de lippen en ge
nietend van yjjfl rust. was vervreemd .van zijn
vroegere kennissen. Moeder Aagt had gezorgjd dat het
geld solied belegd was, bij den ouden kassier, die
vroeger een van z'n klanten was geweest en met
wien moeder menig ,uurfje gepraat had... Zij wist,
dat zoolang die over de fondsen jóng' er .geen ge
vaar dreigde.
En toen Aagt voelde, dat het oogenblik naderde*
waarop zij de leidsels uit handen moest geven, had ze
Velders laten 'beloven. laten zweren, dat hij nooit
of te ^immer een ander over het geld beheer zou
laten voeren. En moeder Aagt had hem Jjeel dicht
bij zich laten zitten, want ze kon toen al niet mêar
anders dan fluisteren. En met hem gepraat over Hen
drik. Had hij beloofd, gezworen...
Maar moeder Aagt was gestorven met een .gevoel
van "heel beklemmenden angst voor wat komen zou.
Want ze Wist menschen van menschen te onderschei
den. en zij kende vader even goed als haar Heintje,../
Toen kwam een maand ol wat na moeders dood
de zoon thuis met zijn vriend den jonkheer.
En vader was heel vereerd.
In de stilte Van zijn hoekje zittend op zijn fauteuil
en in zün met smaak met zekere weelde ingerichte
kamer had de oude Velders wel eens eerzuchtige
droomen doorleefd...zich. al-puffend aan zijn gouwe
naar ^{gevraagd, waarom hij eigenlijk niet met ,.de
grootheid" kon omgaan Centen "had-ie er zat voor.
vn h,ij dacht aan' zijn gewezen collega Van Dam. die
„kook en ei" was met een echte baron, schoon die
dan ook diep bij hem in 't krijt stond, naar men al
gemeen zeL. En aan Daantje. die waarachtig schoor
steenveger was geweest en op een goeien dag van éen
oom jut Amerika een half millioen had geërfd. En
hoe Jjij ^dienzelfden Dean toch gezien had met ben
ridderorde in 't knoopsgat en zittend in een. van je
fijnste café's in conversatie met een bloedeigen
broer van den burgemeester,,,. En aan verschillende!
dergelijke gevallen meer,
HIJ Velders was gebleven wie hij was. De oude ken
nissen had hij ontweken, en nieuwe waren er niet
gekomen. Moeder Aagt doodsbang dat zij op hun
duiten loerden, had 't steeds weten te verhoeden.
Hem voorgehouden het voorbeeld van Janus Tulp,
van Maunk's rijk geworden barbier.
Toen kwam net jonkheertje. Dat met Hendrik, zijn
«■enigen Zoon, repeteerde. En lange gesprekken had
met meneer Velders. Hem schetste zijn voorname,
hoog-deftige relatiën. En op zekeren dag 'voorstelde,
donateur te worden van hun club.... 't kostte maar een
simpele vijf en "twintig pop. Een futiliteit he?.... Z'n
oom Rengers en z'n neef Tuyll waren ook donateura
Dien middag had vader Velders een -flesch port
laten halen. Zijn wangen gloeiden. Een gevoel van
ongebreidelde vrijheid overmande hem. Hij haalde 't
gele lapje voor den dag.
„Merci I" zei jonkheertje. het papiertje met ze
ker onverschillig dédain' in zijn portefeuille st^jfend.
En hij schonk zich. zonder meneer Velders uitnoo-
diging af te wachten nog eens van de kostelijke
port in. Keek den ouden man aan met half-dichte
oogen. waarin de spotternij tintelde.
Dat was n' heerlijk „proefkonijn" dacht het jonk
heertje.
Maar 't liep anders. Toen Hendrik een maand oT
wat over de twintig was, geworden, kreeg hjj. op
oen middag zittend, als eindelijk student geworden
„broekje" in zijn pafé-club. een telegram.
Van huis.
Om dadelijk bij vader te komen, 't was heel ernstig
En een paar uur later was de .oude Velders over
leden. Zonder. na de beroerte die hem had ge
troffen zijn zoon herkend te hebben.
Toen was „le beau Henri" nog minderjarig
Moest er in de voogdij worden gezien.
Maar men rekte de beslommeringen en formalileiten.
Een oom van moederszijde fungeérde als voogd zonder
te weten, wat hij eigenlijk te doen had....
En Reintje werd meester over het fortuin, dat
eerst het Oostenrijksche lot en daarna een reuzenbof
met de grondspeculatie hadden aangebracht.
Ik herinner mij hem uit die dagen.... Van zijn voor
ouders had hij Jiqg overgehouden den zin tot het
nette 't er propertjes en keurigjes uitziende. Zijn
manchetten glommen als spiegels en zijn haar was steeds
onberispelijk gecoiffeerd. Ook had hij toen *nog een
tamelijk fikschen. frisschen oogopslag En bij tusschen-
poozen zag ik hem hier en daar terug
't Is een vreemd verschijnsel, waarom men op som
mige menschen let; hoe 't komt dat zij voortdurend
„Alles in orde, juffrouw Ferris. ik heb hem ge
vonden."
Zy trok haar mantel dichter pm zich heen en be
ga' ach naar den man zonder boenen, die pp het
trottoir stond."
„Ik dank (Uzeesfl" sprak zU, goeden avond, tot
morgen."
Het gezicht van den chauffeur had hoegenaamd geen
uitdrukking HU, die zoo goed kon besturen, kon niet
begrijpen waar zijn meester op aan stuurde.
^Blizzard hield het portier van de taxi open en
Barbara stapte er in. Maar hij sloot het portier niet
onmiddellijk. HU draaide het hoofd om en keek de
straat op. Toen riep hU scherp: „Maak «jan toch
voort Zie je niet dat een dame wacht
Er kwam'een lange, goed gebouwde jongeling aange-
Loopen, die een uitdrukking
van koelen moed en hu-
U1°Juffrouw Ferris," zei Blizzard. „deze jonge man
zai' mot <U meelden als u het goed vindt Zoodra
u buiten de East Side komt en uw eigen deel van
de «tad bereikt kunt u hem afzetten. Hij zal er voor
zorgen dad u ongedeerd blijft. Indien u hem vragen
stelt zal hij die beantwoorden, verder zal hij niet
spreken zonder uw Verlof.
De iomjeling grinnikte verlegen en Barbdra „maakte
naast ziclT op de bank plaats voor hem
Hij staat in voor uw veiligheid vervolgde de man
zonder beenen, „met zijnooren. Waar wilt u heen?
Zij gaf het nummer op van het huis waar zij 5i-
neeren moest en de man zonder beenen herhaalde dit
tegen den chauffeur.
Goeden avond, meneer Blizzard. en nog wel be-
,dainLden avond juffrouw Ferris. geheel tot uw dienst."
iD^man zonder beenen keek de taxi na totdat hü
onTden hoek van Marrow Lane verdween. Toen keek
hh een poosje naar boven naar de staren, waarop
langzaam en vermoeid terug .zwaaide naar ajn
kraaiennestr waar hij. na het licht uitgedaan te hebben,
^witTa" er'over dezen n^n gekomen, dat hij zijrt
iiet ontsnappen toen ze zoo meedoogen-
Ss n Sn macht was v raag het de sterren. tot weUie
ST& wendde Vraag het de duisternis, waarm hij
a leen zat en nadacht. Nog beter zou het zijil md.en
meT.de geteisterde ziel van den man zelf kon on-
d1ü2Skelijk was er, terwijl hij in het kantoor op
haar. zat te wachten, een ridder op .komen dagen
ombaar te Verdedigen, een ridder ,n zijn eigen hart,
dte zoo dapper optrad tegen <te lage voornemens van
den woei'eiing, dat hij ze wist te overwinnen.;
Blizzard was in de macht.van dat eene, dat hij zijn
leven lang meer had gevreesd dan hangen of de elee
trische stoel, ja zelfc meer dan gevangenissen. Hij was
uwe aandacht trekken
Zoo ging 't )nij. en, weet Ik, vele adderen ook,
met Je beau Henri".
Ik zag hem een heelen tijd later, weer zitten
met koortsig gloeiende wangen en schuwig dwalende
oogen Hij had naast zich een vrouw piet over-
weelderigen boezem. Tieviglijk-gepoeierde wangen en
zwaar-geverfde wenkbrauwen Zij glimlachte voortdu
rend en na en dan lachte ?ij met schal joel end, gillerig
geluid. Ook ffiet zij Henri wel even aan waarop
hij meSachte met vermoeid gebaar, grij azend zon
der levenslust Het gelaat lachte, maar de expressie
der oogen bleef dof en somber-droevig Toen begreep
ik. .zag ik zoo -duidelijk, dat het bergafwaarts ging
met 'jjenri. En ik verloor hem weer een pooslang
uit 't oog.
....„Toen heb 'ik hem eens gezien op een heerlijken,
van zon stralende zomerdag, in een buitentuin.
Hij kwam er aan in een rijtuig. En met hem zaten
in de landauer nog drie menschentwee -vrouwen en
een stuk-meneer. De dames verspreidden een aura van
zwoel parfum om zich. en de meneer, vergulden
ketting op buik. .gelige opgedraaide knevel schoon
figuur uit lagere sferen van grootestada-nachtleven.
„Le beau Henri" zat tusschen hen in. ver
grijsd al. met kaal wordenden schedel, dof voor zich
uit starend.
Alle vier Reten borrels komen. En de vriend van
den vergulden ketting en den geligen knevel praatte
aanhoudend met schor geluid, zeer hard. zoodat de
menschen in "flen buitentuin naar hem keken. De
schelle zon scheen Hendrik te hinderen. Nu en dan
was 't of hij huiverde. Sinds den dood van den ouden
Velders waren hoogstens vijf, zes jaren verioopem.. -
Maar le beau Henri" leek mij iemand vaneen
eind in ae dertig. De dames. in den "buitentuin
heten dure coblers komen. Hendrik pn de meneer
van den vergulden ketting verschalkten borrel na
borreL Hij betaalde.
Eindelijk stapten zij weer in den landauer. En ik
merkte. Roe moeizaam bij "zich bewoog. Ook viel
't mij op. dat het gesoigneerde^ van jin toilet al
meer aan "het verdwijneh was.
En, zeer kort geleden, heb ik „le beau Henri" nog
eens gezien. Maar tusschen het tafereel In den buiten
tuin en dat oogenblik was weer een heele Rjd ver-
loopen. En ook sla ik nu diverse momenten over,
waarin ik het bergafwaarts-gaan "van Pechvogel, die
van zijn ouders zoo n mooi fortuintje geërfd had,
had kunnen "bespieden.
Er stond een man terecht wegens diefstal
Hij had een hond door middel van een begeerlijk
stukje lever weten me© te lokken. in laat nachte
lijk uur. En nadat hij 't beest oen dag of wat qp
zn zwerftochten want een havelooze, dnkloozo zwer
ver "was 't die daar terechtstond. bij zich had
gehouden, den hond voor een prikje verkocht. Voor
een schijntje. Want T was ?en dier. wel driemaal
zooveel waard als hij ervoor had gekregen,
En met zeer listige Minstgrepen had de zwerver den
hond tot zich gelokt
Want het beest was... vroeger zijn eigendom geweest
in z'n goede dagen. Maar toen hij, zeer hevig-
lijk „onder tien invloed" aan het zwerven was,
net nog maar een oent of "wat op zak. had hjj aan
den hond gedacht...
En in tLrpnkemans-opwelling het dier tot zich weten
te lokken.
Dat alles vertelde de verdediger, den zwerver
toegevoegd aan den rechters. Hjj lichtte ,|ipje op
de advocaat van den sluier die hing, voor
sommigen, over Ijet verleden van ,Je beau Henri"
den beklaagde, terechtstaand wegens diefstal van den
hond.
De door drankmisbruik en teugeloos leven verniel
de zwakkeling scheen onaandoenlijk te blijvein gedurende
het .kansche pleidooi. Maar toen de advocaat zin
speelde op hel oogenblik, waarop de man. die fllles
verbrast (had en nooit eenige waarachtige liefde of
vriendschap had gekend scheidde van de hond die hem
trouw was gebleven, om een paar gulden te krijgen
voor eten en voor jenever...
Ja. toen bracht de zwerver op de bank der be
klaagden de smerige, verkleurde mouw van zijn jasje
naar j^jn kop en verborg „le beau Henri" de schrei-
in de plooien van zijn bedelaarsplunje,..
gaandeweg en onmerkbaar verliefd geworden.
„Ik ga u geen vragen stellen," zei Barbara. „om
dat ik er op het. oogenblik geen weet. Maar als u
spreken Wilt, doe het dan gerust"
Zonder inleiding begon de jongeling, die met zijn
ooren voor haar veiligheid instond, te spreken.
„Daar viel ik van om zei hij, „om een dame als
u in een auto voor Blizzard's huis te vinden. Eerst
dacht ik, „dat is een van die "hoogvliegers van wien
men mij verteld heeft, dat zij ook wel èens graag laag
vliegen. Toen zie ik u eens goed in de oogen en ik „zeg
ik geloof toch niet dat ze tot dat soort hoort en ik
word het met mezelve eens, dat u van a tot z in
den haak bent en ik maak van deze gelegenheid gebruik
om hardop bij mijzelf op te merken, dat, ofschoon uw
zaken mij ,geen bliksem aangaan, ik in uw plaats
Marrow Lane bulten mijn koers zou laten en 's avonds
thuis zou blijven en palmpje een spelletje ganzen
bord spelen."
Barbara lachte vrooiijk. „Iedereen, zei ze. dejikt dat
mijn vriend Blizzard een erg slechte man is, maar
hij doet niets oma dat te bewijzen. Hij is voor mij
buitengewoon voorkomend geweest."
„Heb ik dan iets legen Blizzard gezegd? Gaat u
hem dat vertellen? Neen hé? Ik heb het ook niet
gedaan. .Als hij er niet was, zcmi Marrow Lane een
auivelsnest zijn en omdat er kans is dat hij of ik
er niet altijd is, zeg ik, blijf er vandaan. Maar," ver
volgde de spraakzame jongeling, „voor het geval dat
u er toch kpant en er ooit onaangenaamheden "krijgt,
neem dan dit," en zonder meer overhandigde hij haar
een kleine donker metalen fluit, „en blaas er goed
op. Ik ken de klank en als mijn ooren in de buurt
zijn, dan schiet ik te hulp. vlug en zeker. En nu.
zonder vrees of blaam, ga ik u verlaten."
Hij gaf den chauffeur te kennen dat hij stoppen
moest, want <1j hadden den zuidelijken grens van
Washington Square bereikt. Barbara gaf hem de hand.
Zij was zeer ingenomen met haar geleider.
„cn wien," zei «q, „mag Ik voor ae fluit bedanken?"
„Kid Shannon."
„U wilt mij toch niet wijs maken," zei Barbara.
„dat u de man bent, die Hook Hammersley in de
derde ronde klopte."
„Ja. een rechtsche stoot naar de maag om hem
in m'n macht te krijgen en een linksche stoot naar
rijn kaak .waren voldoende. Zelfs zijn vrienden geven
toe, Qat hij zijn handschoenen al uit deed toen hij
nog in de lucht zweefde. Maar. als het u hetzelfde is.
houd ik nu een kroeg, na lichtgewicht kampioen ge
weest le zijn en op drie tournees de toespraak te
hebben gehouden. Dames en heeren, die zich netjes
gedragen, zijn altijd welkom; contante betaling, maar
voor u en uw vrienden zijn de verteringen op mijn
rekening.
dende oogen
MAITRE CORBEAU,
Vergadering op 4 Sept. Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter de heer Jb. den Das. oudste raadslid. Secre
taris de heer A. L. Zuldscherwoude.
Na opening leggen de nieuwgekozen raadsleden, de
heeren Go vers, Kruis veld en Hollander in handen van
den voorzitter de vereischte eeden af. Voorzitter feli
citeert hen en spreekt de wensch uit. dat hen kracht
moge gegeven worden om als nuttige leden werkzaam
te zijn voor de gemeente Callantsoog
Volgt verkiezing wethouders. Herkozen worden ach
tereenvolgens de heeren Govers en Kruis veld. Beiden
nemen 'bqn benoeming aan.
De notulen der vorige vergadering worden vervol
gens onveranderd goedgekeurd, waarna wordt mede
gedeeld dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd
Hij stond met een voet op het trottoir en een op
de auto.
„Dame." zei Hiij, „.wat ik in scherts gezegd heb,
moet u opnemen voor ware munt Alles wat er blinkt
is geen goud, maar,mocht iemand u vragen, bijvoor
beeld een man, die even naamloos zal blijven als hij
beenloos is, wat ik gedurende onze spraakzame rit
gezegd heb, dan antwoordt u„op alles wat ik ge
vraagd heb heeft Kid Shannon ha en hum of iets van
dien aard geantwoord.
Wederom gaf Barbara hem een hand
„Kom op een morgen eens naar 17 Mc Burney
Place." zeide ze. „Vraag maar naar juffrouw Ferris.
dan kunt u mij eens vertellen hoe u de buste vindt,
die ik Van Blizzard maak." Zij glimlachte ondeugend
„Het verbeeldt dat hü den duivel dadelijk na 'zijn
val voorstelt"
Shannon knikte, alsof hij er alles van begreep. „Dan
wed ik, dat hij er uitziet alsof hü een goede, match
voor Hook Hammeisley zou zijn.
„Dank u voor uwe begeleiding," zei Barbara „en
ook voor de Ruit Wilt u aan aen chauffeur zeggenl
om zich wat te haasten? Dank u hog wel, tot ziens'"
Zij kwam heel laat op haar diner, maar was te
veel 'vermaakt over haar avooturen om daarom 'iets
te geven. En niemand had haar de overtuiging kunnen
geven dat het gaan naar Blizzard's huis gepaard,,was
geweest met groot gevaar. Zij stelde Qe fluit die Kid
Shannon haar gegeven had, oj> prijs 'en besloot dat
zjj zich nog eens <zou wagen in zijn gedeelte van de
stad en eens te zien of het haar gelukken zou hem
aan haar zijde te roepen.
„Het spijt mij, dat ik zoo laat ben,." zei Barbara,
„maar ik kan bet niet helpen," Zij gaf geen andere
uitlegging en omdat zij zoo jong en mooi was yer-
gaven .allen, die zij had laten wachten, haar.
Wilmot Allen geleidde haar aan tafel en keek haar
zeer verliefd aan ën praatte veel nonsens. Hij was
inderdaad zoo vrooiijk en mal, dat zij veronderstelde
dat hjj weer in moeilijkheden was geraakt
HOOFDSTUK XVII.
Blizzard was een scherp opmerker van het men-
schelijk karakter. Een zekere zachtheid in Barba-
ra's houding jegens hem was voor hem het bewijs,
dal zij zijn geschiedenis van haar vader had verao-
men en dat zij hem niet langer beschouwde als een
vreemde van de straat, maar als een menschelijk
wezen, dat voor goed in verband stond met baar
eigen leven.
I och was het niet door zijn toedoen dat hun hou
ding veranderd was, want hij wist te goed, dan, wem
neer medelijden en sympathie op verzoek gegeven
worden, zij de kracht missen van het spontane.
Daarom hield hij zich stil, opdat het van Barbara