Sphanpp Tnnpant JüllUljUI ÜUU1 Ullli Zaterdaq 20 Oclober 1917. 60sle Jaargang No. 6092. TWEEDE BLAD. Schetsen uit de Rechtzaal. FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. Z,n TROOST, Hii li«P„u u, bekaf van het draven en «voege" n 0(j, '!n 1 Mar drieën, eu hij had Ernaar een half uur voordat meneer op het kant or hem wachtte. Er waren, dien Maandag nog twee [^«ntien te innen: een .bij de groote Bank op de Heerengracht, daar was-ie nu vlak bij en dat zou "„w genoeg zijn afgedaan. Hii moest zich haasten, Sant «traks waren de loketten dicht. En dan nog dat ostje van tweehonderd aan het uiteinde der stad. Me- Ljjr had hem gezegd: „Kees, als je wilt. kun-je daar wel een pasje voor nemen. Ik vermoed dat je de kwitantie aaar terug zult krijgen. Afijn, we zullen zien". Kees naar de Bank. De zak met geldswaarde drukte jwaar aan den ketting. En z'n voeten schroeiden in zijn grove schoenen. Kr stonden nog maar een stuk of dne menschen. Hij gaf het papier. Zag 't, als van ouds. in een lift omhoog gaan. Even wachten Daar was al de fluit van de spreekbuis. Nu ging weer dat spich tige blonde meneertje met z'n dertig-afgepaste manie ren, naar het toestel. Kees hoorde 't weer: „Jawel meneer, Best. meneer. Uitstekend. Ja zeker... Neen, nog niet geweest.' Stop op buis. De klerk ging geld halen. Kwam naar het loket. Zag Kees, door zijn lorgnet, eventjes aan. Telde toen uit. Ee« hoop bankpapier. En een sta peltje guldens. .Hebt u 't misschien in pa pier f' vroeg gelddrager, denkend aan den last, dien hij al te torsen had. Even wierp de blonde meneer een onverschilligen blik op zijn schrijftafel. Knikte toen. Neen, hij had niet anKees sjorde de geldzak naar voren. Liet het zilver erin rinkelen. Tikte tegen de klep van z'n pel. Nu naar de verre buitenbuurt. Zijn tong kleefde reëel san z'n verhemelte. Hij smachtte van de dorst. Zijn vaste gewoonde was en de strikte order ook, hem van begin af gegevennooit ergens aanleggen zoo lang hij gfc-d had ai te dragen. Kees tuurde om zich heen. Óf er soms een kameraad van hem in de nabij heid was De verklikkers slapen nooit.... Toen, vóórdat-ie het pasje nam, ging hij een ,.bar" binnen. Goed rondkijkend, of er ook bijgeval een be kende zat. Maar hij zag niemand. Bestelde een biertje Genoot echt, smulde van het lekkere, koude vocht. Hé, dat smaakt». Hij hield den geldzak tegen zich aan gedrukt. En eensklaps schrok hij toch geweldig. „Zoo. Waanders. leef jij nog?" Bonk 't naast hem. En daar zat vlak over Kees, aan het tafeltje, de roode Frans, dien hij stelselmatig had .ontweken, maanden achtereen, omdat-ie wist, dal mei l-rans oppassen de boodschap was. Maar de kerel zag er kapitaal uit. Een zware gouden horloge-ketting op zn vest. En een paar kanjers van ringen aan za vingers. En een piekfijn costuum aan, op den Maandagmiddag. ,JW'. zei Kees z'n biertje uitdrinkend en aan stallen makend om 'm te smeren, „gat 'i goed?" Hij had z'n biertje betaald. Maar Frans legde Je rijkboringde hand op z'n arm. „.Wat 's dat nou? Wil je nou al gaan?.... Aanneme. Twee port'" „Neen", zei Kees „ik mot weg. Geen minuut te verliezen..." „Gekheid. Op de oude vriendschap". De portjes waren er al. „Nou santjes, hoorf' zei Vim». fcn hij haaide een portefeuille voor den dag. legde een bundeltje bankpapier op 't tafeltje. Gaf lapje van zestig om te wisselen. Zij klonken. Kees was mannetje van schuchter-bedeesde natuur. Slurpte van de port. Voelde zich nederig tegenover den piekfijnen, met muntjes strooienden Frans. „'t Zit jer bij jou an," zei hij. verlegen glimlachend De ander had z'n glas al leeg. „Ja, jongen" zei hij „er is nog wel spie te verdienen. Als je den weg maar weet." Hü streek met den ruigen rug van zijn hand over den zwaren rossigen knevel. „Maar dien weg vin-je nooit"' ging Frans voort. Kees van top tot teen monsterend. Je sjouwt je liever krom voor een paar misselijke guldens. Ieder zn meug"' Een oogenblik kwam 't bij Kees op.... Maar dadelijk schoot er een prop in z'n keel. Begreep hij, dat-ie nooit den moed zou hebben... Al drie weken ging hij rond met de gedachte om meneer, op kantoor, da', voorschot van twintig gulden te vragen. Zijn Aaltje "BITbgeil Ken verhaal uit het hedendaagsch New-York door GOUVERNEUR MORRIS. Uitgave W. DE HAAN, Utrecht. 26. Een uur later telepboneerde Barbars.'» kamenier hem het gevraagde nieuws, maar het eenige waar het op aan kwam waa, dat Barbara pas den vol genden dag de atad zou verlaten. Er bleef dus een heele namiddag en nacht over, om te kunnen denken. De man zonder beenen verzonk onmiddellijk Jln «ene gedachten en binnen tien minuten had hij besloten het voornemen van Barbara te schaken, te wen varen. Er waren gevaren daaraan verbonden, oie onoverkomelijk leken, hij moest zijn ziel in iljd- 'aair.heid bezitten en in den tusschentijd zoo moge- èn i.« "ctorik, dien hij haar had aangedaan, ver- den 'hri11; Te einde schreef hij haar den volgan- u''ÏL* J*'88 uw schuld niet, dat ik mijn oogen tot vpnehtte, hopende, dat u do uwe tot mij neer ik ver*0, hl aar nu weet ik welk een dwaas ik was. dat m eeI u> dat u mij uitlachte, hoewel u mij op ik m keiljk aan een dollen hond maakt en JiefhftV Aderen wensch had dan de vrouw. die tk len, Tk 1 fh te doen. Ik zal u nooit meer lastig val- ie wilion^4®! miJ werkelijk te diep om u ooit weer i Zilfm AA* -lin» KM tlr n» Ka af mii achteraf vt,rea' m ie d'irf Wsa SlL m Overmorgen Irwarn dk vaat ven hst duiten. WWr* art dik in de Misschien v"ScES^"„niód Mner (rin f8 mtrt scl>rik naar de klok. Zelfc met de tram zou-ie amper dat verre adres bijtijds kunnen Had M En Kee® gehoorzaamde. Frinc h?ï 'ï1 VÓÓrdat"IC CT zeU hegrip van had Of Frans bijgeval met iemand w'st, maar hij wou 't voor geen sterveling weten, hoor - die hem voor een maand of zes aan twinüg pop wou helpen. aarachtig wel zei de roode. na even aan z'n snor getrokken te hebben en op z'n nagel turend "tA'-u e Plekaer, hoori Aanneme I" Mi; bestelde papier en inkt. 't Was Kees of hij droomde. Maar-Frans schreef snel een regel of wat op Si- u,t .v£ mesjeui". zei hij „ais je maar tTviniii P°otie wit^plten.... Ik maak er maar vijf en ig van, hé?... En dan mag je mij een portje op \r reeP 0'freeren. Dat is toch niet indiscreet, her^ Tk.oil?611 maa.r' h"rans" zei de gelddrager, zich scha mend over zijn wantrouwen en bevend van emotie, 'k wil waarachtig niet, dat je „Klets niet, oud wijf!" zei de roode toeken. Over zes maanden krijg ik 't van je terug. Ik weet locb wel wie Kees Waanders is... Vooruit, strijk op." De ander zette met trillende vingers zijn handtoe- k'ening. Zóó iets had-ie nooit ondervonden. Dat was n,'i aiochte, geniepige Frans tegen wien ze hem allemaal gewaarschuwd hadden. De port had hem duizelig gemaakt. En de gerkchte, dat 't nu heslist te laat was om nog naar jiie buitenbuurt te gaan, benauwde hem wel. Maar hij zette den angst van zich ai Vertelde het geval aan Frans. „Ben-je gek", zei de roode. - „trek je je daar iets van aan? Zeg, dat ze je niet open hebben gémaakt. dat ie wel een half uur geluid hebt. Ben je een kerel..." „Mai r nu wat andersT" En Frans begon te fluisteren. Gelddrager begreep maar half. Voelae zich zoo soezerig, zoo slaperig zoo dof, Frans zag 't duidelijk. Liet hem wat eien Zóó mocht hij niet op 't kantoor verschijnen, 't Kikkerde hem op. En hjj begreep nu beter, wat de roode hem vertelde. Langzaam drong 't tot zijn traag werkende hersens door. „Wij praten wel over het zaakje. Jij kunt net zoo goed als ik een kerel in bonis worden, jongen... La- len we eens even afspreken." En zij bepaalden dag en uur, waarop ze elkaar weer zouden ontmoeten. Kees noteerde, 't. Ging snel naar kanloor terug. Loog dat de dubieuse crediteur in bui tenbuurt niet thuis was gevonden. Legde kwitantie neer. Merkte best dat meneer hem scnerper ah in keek dan anders. Zelfs herhaaldelijk. „Je hebt {och niks' gedronken, Waanders?" vroeg procuratiehouder. „Geen druppel, meneer!" bezwoer Kees, bleek wor dend' „alleen myn druppeltje van den dokter. An ders niks, hoor!" „Dan is 't goed," zei meneer. Het geld kwam uit. Kees kon gaan. En Aal was in de wolken met de twintig gulden. De vijf gulden meer verzweeg hij, volgens Frans z'n instriictie. „O, man," zei Aal. dicht bij z'n mond komend, „je hebt een borrel gepakt!" „Eéai biertje" loog Kees weer „er was een van de heeren op kantoor jarig. En toen hebben wij allemaal een fleschje bier gehaald. En een paar si garen." Maar hij ging in z'n groeten stoel zitten. En lag weidra hard. benauwd te snurken. Aal nog mager en biedt -/an haar jongste ziekte zat bij het andere raam. Zjj luisterde naar 't gesnurk. En een vreemde angst snoerde haar om 't nart. 't Was of ze een voorgevoel had van heel nare dingen, die pp komst waren. Zóó had ze Kees nooit gezien. Dat kon niet van ten enkel biertje komen. Dat voeMe het zwakke vrouwtje. Maar juist dat onbegrijpelijke kwelde h88r zoo erg.,.. De twee directeuren zalen in hun kantoor. De oudste ijsbeerde onophoudelijk heen en weer. „Ik zeg je", zei de jongere „je vermoeden kan niet juist zijn. Die Waanders is al bij de acht jaar hier in Letrekking. Nooit een cent gemist, 't Is een kalf van een kerel. Nonsens.... Ik zou 't niet op mijn verantwoording durven nemen om het vermoeden uit te spreken... Een braaf, dood-eerlijk mannetje. „Jawel," zei de oudste „prachtige theorieën. Maar vanmorgen heeft de Wjjs me nog gezegd, dat-ie meer dan eens geconstateerd heeft, dat de vent naar drank stonk." „H ie licht kan, in de drukte, zoo'n biljet van dui zend niet yerteld worden," zei de jongere. de zachtmoedige,. Maar de oudste directeur schelde, Gtiastte, dat pro curatiehouder zou konten „Meneer de Wijs", zei hij. „u weet, dat de politie die zaak van het biljet van duizend gulden, dat Kees Waanders beweert te-min ontvangen te hebben, of hoe dan ook mist onderzoekt. U blyft er dus bil dat de man herhaaldelijk den indruk maakte, alcoholica te hebben gebruikt?" „Ja, meneer." ,.En waarom", viel de jongere in „hebt u ons niet bijtijds gewaarschuwde' Procuratiehouder scheen wat bedremmeld. Maar er werd getikt. „Heeren", zei ae knecht en de man was heele- manl onthutst, „heeren, daar is Kees "Waanders. Om u dringend te spreken." „Laat binnen komen." En Kees kwam binnen. Met verwarde haren. Bloed- beloopen oogen, schreiend, handenwringend. llij viel op ae knieën voor de directeuren. „Ik heb t gedaan, heeren!" kermde ongelukkige gelddrager, „ik kan 't niet langer uithouden!.... ik heb 't niet verloren Ik ben een dief. Genade heeren'.. Genade I..,.." En "Kees boog, totdat z'n hoofd het tapijt raakte. En zijn kermend schreiend, zijn woest en onbedaarlijk haast-brullend weeklagen hield aan. De beide directeuren waren opgestaan. „Wat heb ik je gezegd?" zei de oudste eindelijk tot zijn collega. Maar deze bleef zwijgen. „Hoe ben-je tot zoo-iets gekomen, Waanders?" vroeg de jongere eindelijk. Maar gelddrager, die beweerd had dat hij niet wist hoe die duizend gulden aan zijn af te dragen geld ontbrak, bleef hardnekkig zwijgen. Was onvermurwbaar, Men had genade willen ge bruiken. ,Mits hij bekende wie hem tot den diefstal had gebracht. Maar hij weigerde halstarrig. De zaak had haar ge wone verloop. „Bedenk, verdachte" zei de reehter-commissaris, „dat gij uw toestand in zéér hooge mate verergert door niet openhartig te vertellen, waf de oorzaken zijn geweest van het misdrijf, dat gij,gepleegd hebt, volgens uw eigen bekentenis. Dat is het eenige middel om den rechter tot eenig mededoogen te bewegen." Maar het hall-suf geworden mannetje weigerde. En werd veroordeeld tot vrij harde straf. Hij was geworden een menschelijk wrak. Verdiende nu en dan een paar dubbeljes voor een boodschap of zoo. Doolde na den dood van z'n arme Aai rond in de vunzigste kroegen. Waar zij hem z'n geval lieten vertellen. Eindeloos voel malen. En ,.de oorzaak" ook dédr zweeg hij over. En wanneer ze Kees wat foezel hebben laten drin ken .en hij zit te knikkeboUe op z'n stoeltje, dan kan 't wezen, dat er een soort van zelfvoldaan glim lachje op het grauwe gelaat komt. En dan denkt 't in de haastuitgewerkte hersens, die nooit van de sterkste waren„Ja, ik hen een ploert. Een gemeene dief ben ik. Maar dien rooien Frans, die me toch maar vijf en twintig gulden beeft geleend, toen ik hem niet had willen kennen, den rooie heb ik toch niet verraden. Zóó gemeen ben ik niet f... En dat is dan de troost in de wroeging, die van huis uit eerlijke, simpel arm kereltje beknnagt.,.. MA1TRE CORBEAU. 16 T"" rnlJ wemeiijjs ie mep om u wil wwi niet! inrti üen- Slechts één ding bid ik u: baat mij eens aan 1Ö )etö gced» in mij had, denk daar nog fen mn. ""Hg. U zult nog wel eens over mij hoo- maar ik Van m'J no°H meer. Werk wachtte mij, Als ^J11 tij<i aan droomen. teli to a vader terug ia, wilt u hem dan vragen hij ieic 0en Weten of hij mij zien wil? U dacht, d&t hoon o- V00r mij zou kunnen doen, of mij eenige Weer n^Vea~ zou mijn leven willen wagen om actief 7ircaaa' te worden, zelfs al kan lk nooit zeer Weet hm' wetenschap is vol wonderen en lk ln rVin u%v vader mij graag zou helpen, als het ®'jn macht was. dreteriutni®t' weet, dat ik gestraft word door u be- Weet li dabben en er haast gek van word, dan Wereiri r,,ets omtrent het rampzaligste schepsel der de eerii' het 1b wreed voor een verminkte als lk h„ ,R6 mensch, waartegen hij opziet, 'hem uitlacht. doorK„ een. harde huid, maar die lach brandde er Dp hJ? 8 zoutzuur", het Barbara dezen brief bracht, nam ook «Ik »i°°r<1 me* terug, rist n ,tn'.in vader uw boodschap geven. U ver- hjtd ,orne"Jlt wat het lachen betreft. Ik heb m °- q gelachen. Ik lachte uit zenuwach tigheid en angst. Maar dat maakt niet veel verschil. Het ,-ptjt mij, dat u tweemaal door mijn familie bent gekrenkt geworden. Maar de tweede wond was bul ten onze schuld. En lk weet niet wat er aan te doen valt. Wat de eerste betreft, zou mijn vader zijn da gen in vrede eindigen, ais hij u genezen kon. Ik hoop, dat ik in de toekomst niets dan goeds van u zal h oo ren." Dt schaamte en het berouw, die Bhzzard voorwend de werd in werkelijkheid door Barbara gevoeld. Ie ders vriendschap, die zij mot een man gefloten bod, werd door het een of ander onheil gevolgd. Maar haar ongelukkigste experiment ln vriendschap was dat met B'izzard. Men had haar openlijk gezegd, dat bij geen passend gezelschap voor haar was. Zi n ei gen gezicht had haar gewaarschuwd. Maar zij had net doorgezet, hem zonder eenige voorzo^smaaL- regelen te ontmoeten, hem als een gelijke te behan delen, door haar natuurlijken en geweitigden weer zin te onderdrukken en hem\baar vriend te noemen. Het was vernederend voor haar te moeten bekennen, dat zii zich mal had aangesteld. En erger was het, zich de uitdrukking, van zijn gezicht te herinneren, gedurende die laatste, vreeselijke oogenblikken in het atelier. Al mocht het beeld, dat zij van hem ge maakt had. een groot kunstwerk zijn, dan had zij nog een te hoogm prijs betaald voor het voorrecht het te mogen maken. HOOFDSTUK XXXIV. Dokter Ferris was verheugd te hooren dat Barbara de stad uit was. Haar ontmoetingen met Blizzard hadden zijn geest en geweten steeds bezig gehouden. Hij had de een of andere onbestemde ramp gevreesd, de een of an,dere besmetting van.de ziel van zijn Een "paar dagen ln de buitenlucht hadden reeds wonderen verricht. Haar huid waa eenlgszins ge bruind en haar wangen waren rose. Maar nog meer dan door de blijken van deze {gezondheid, was zijn vaderhart getroffen door het feit, dat zij bijzonder blij scheen hem te zien. Het scheen hem toe, dat zU veel van haar onafhankelijkheid en zelfvertrouwen verloren had en dat zij wel geneigd wes zijn oordeel zonder tegenstribbelen aan te nemen. Zij eek vrouwe 1 Ijker en dochterlijker, normaler en mooier. Voor een man, die altijd een bezwaard geweten had, voelde de uitmuntende chirurg zich wonderlijk tevreden met de wereld van haar instellingen. Er bestond geen twijfel dat de hand, die hij goent had, goed was aangegroeid en lijn nieuwen eigenaar tot eenig nut zou zijn. Zijn correspondentie bevatte vele blijken van instemming en hulde. En het leek hem alsof het nieuw ontdekte pad eindeloos WBf. „Over honderd jaar, Barbara zei hij, „tal het mo gelijk zijn ieder ziek lichaamsdeel te vervangen, iet hart of de hersenen welücht niet, maar al het andere. - NIEUWE NIEDORP. De ontwikkelingsclub, die hier vorig jaar bestond, is opgeheven en fs nu gevormd oen comité voor win- terlezingen, dat op 25 Oct. zal laten optreden Dr. Ruigers uit 's Hage, die dan spreekt over De bekloe»- ding der Aarde (zie advertentie in dit No.) Reeds zijn nog een paar lezingen in voorbereiding, waarbij ook Ds Scherme.rhorn met een voordracht zijne mede werking zal verleenen, tenvijl nog meerdere gunstig bekende sprekers hunne medewerking zullen geven., HOOGWOUD. Een der eigendommen van den heer K. Kos is on derhands verkocht aan den heer Joh. van der Gracht, alhier voor een bedrag van f 800. INBRAAK EN MOORD. Woensdagnacht is ingebroken in de remise van de Rotterdamsche Electrische TramwegmaatschappiT aan den Noordzeedijk te Rotterdam. De wachter J. van der Voorde, een man van veertig jaar. is .vennoord. De in het kantoor van de remise opgeborgen 50 a 60 trommels van conducteurs, die elk ongeveer 25 a 30 gid. inhouden na een drukken dag als Woensdag zijn geledigd. Er is dus ongeveer f 1500 gestolen. De poetsers J. Walkenhaus en J. van Essen vonden 's mor gens te half vier aan de remise komend, het lijk op aen grond liggen en nlles op het kantoor overhoop gehaald. De onmiddellijk geroepen dr. Winkler Prins kon slechts den dood van Van der Voorde consta- teeren Te ongeveer 1 uur had de depot-chef Kruger, die «sa da overzijde tvE N-xtrd-seedijk woont, als naar gewoonte de .-"cmi* vaisbia. Men vermoedt, da' de daders rich hebben Isten insluiten en onverhoeds Van der Voorde, die waarschijnlijk aan het lantarens- poetsen was, hebben overvallen. De remise, waarin de moord heeft plaats -gehad, is een gebouw van ongeveer 100 bij 100 M. Achter in dat gebouw, waar 's nachts een 9C-tal wagens ge borgen worat, bevindt zich een kantoortje jvaarin een drietal kasten staan. In deze kasten worden 's avonds de trommels der bipnenkomnde conducteurs gebor gen, elk afzonderlijk dichtgemaakt met een Icodje, Het door de conducteurs gebeurde geld zit ln die trommels verpakt. Elk pakje houdt een bedrag in varieerende tusschen 17 a 18 en f 40. Niet alle trom mels hebben de dieven kunnen openmaken; slechts een twintigtal zijn geledigd. Het vermiste bedrag be loopt dus niet f 1500, maar ruim f 500. Het lijk van Van der Voorde is gevonden op enkele meters afstand van dit kantoortje. De broekriem van het slachtoffer en een opengeslagen courant lagen op de bank van het kantoor, waar Van der Voorde waar schijnlijk nadat hij met zijn werk het schoonhou den der lantarens klaar was, heeft zitten lezen. Ver moedelijk Was hij even naar het vuur in de zand- drogerij aan het einde van de remise wezen kijken, en is hij, toen hij zicht naar zijn plaats terugbegaf, onverhoeds door de. onverlaten aangevallen en met een wisselijzer achter op de kruin geslagen. De wij ze waarop het lijk gevonden werd, toont aan, dat hij nog getracht heeft zich te weer te stellen. Te ongeveer 1 uur, nadat de laatste wagens binnen waren, begaf de assistent-depotchef Halter - niet de depotchef Kruger zelf zich met electricien Spui- broek en den plombeerder Vos, naar huis. Om kwart, over drie kwamen de poetsers Walkenhaus en Van Essen zich melden en vonden het Lijk. Er was toen reeds geen teeken van leven meer te bespeuren. In dien tusschentijd heeft de euveldaad dus plaats ge had. Daar Van der Voorde tien meter achter Hal ter, Spuibroek en Vos aankomende de remise geslo ten heeft, ligt het voor de hand, dat de daders zich hebben jaten insluiten. In een der wagens ln de remise werden de gor dijnen uitgeschoven gevonden, terwijl de wagen zelf bevuild was. Men houdt het voor het naaste, dat de daders met den plaatselijken toestand goed op de hoogte moeten zijn geweest, Door de kolenschaarschte brandde er natuurlijk in de remise zoo weinig mo gelijk licht een omstandigheid, jiie den moordenaars uitstekend te stade kwam. Het slachtoffer J. van der Voorde is een veertigjarig man en vader van zes kinderen. Hoe gemakkelijk het geweest is ln de drukte om zich te laten Insluiten, lijkt verder uit het feit, dat ln deze remise een perso neel van 48 man werkzaam is, terwijl een 150-tal man rijdend personeel er 's avonds in en uitloopt. Tot nu toe ontbreken alle aanwijzingen, omtrent de daders. Hbld, OPCENTEN OP DE VERDEDIGINGSBELASTING. Het Ned. Corr.bureau meldt: Van betrouwbare zijde wordt vernomen, dat in ver band met de reeds aangekondigde wetsontwerpen (sup- pletoire begrootingen van landbouw), waarbij voor ae levensmiddelenverstrekking benoodigde bedragen wor den aangevraagd, bij de regeering in overweging is een wetsvoorstel, strekkende om op ieder der beide verdedigingsbelastingen I en II 150 opcenten te heffen. STEENKOLEN UIT DUITSCHLAND. Tot nader order zuilen 6 dagen per week 4 extra- treinen over Zevenaar en 3 over Gennep loopen voor vervoer van steenkolen, cokes en briketten uit Duitsch- land naar Nederland. DE ZAND- EN GRINT-KWESTIE. Eerstdaags kan een officieele modedeeding van de Engelsche regeering over de kwestie van den door voer van zand en grint worden tegemoet gezien. HOOGSTE BOD GEVRAAGD! In het Nederl. Weekblad voor den handel in krui deniers-. grutters en koloniale waren wordt tegen woordig een wedstrijd gehouden door menschen, die speculeeren op het hamsterend publiek. Alleen in het nummer van 13 October treffen wij 113 advertenties aan van aanbiedingen tegen de hoogste prijzen van al lerlei artikelen, zooala partijen koolzure, soda, gedroog de appelen, cacao, vermioelli, cacaoboter. Zweedsche lucifers, stijfsel maizena, Kwatta. gecondenseerde melk. borax, vaseline, terpentijn, gele was, machine-olie. chloormagnesium, zeep. thee, koffie, kaarsen, bakolie, glycerine, enz. enz. In één advertentie wil doen een losse greep worden tegen het hoogste bod groote voorraden aan geboden van zeeppoeder, maizena, kwattareepen, Engel sche bezems, schocncreme. klompriemen, zeepen en koetouwen, zooveel balen zout zooveel kilegr. roók- en pruimtabak, id. krenten, spek, stijfsel, piment, ver micelli, geel katoen, kandy, foelie. nagedboÜcn. lucifers suiker, pepermunt, cacao en levertraan. Daar bij vele voorraden de prijzen staan waarvoor men ze leveren wil, kan men daaruit opmaken, hoe zeer die prijzen zijn opgevoerd. Onder ae 113 aanbiedingen tegen den hoogs ten prijs, zijn niet minder dan 8 advertenties, waarin het hoogste Hetgeen ik gebrekkig gedaan heb, zullen anderen Uit stekend doen." „Welke kansen bestaan er voor Blizzard?" „Gelijke kansen," zei de chirurg. „Het zou gunsti ger zijn, als hij zijn beenen niet zoolang gemist had. Oo zijn ergst genomen zou het experiment niet doode lijk zijn. Hij zou slechts een nuttelooze operatie heb ben ondergaan. Op zijn best genomen zou hij kun nen loopen misschien zelfs snel en er als een gewoon mensch uitzien. Indien men iets voor hem doen kan, dan is de tfjd gekomen. Hij heeft maar te zeggen, dat ik mjjn gang kan gaan." Dat zal hij wel doen," zei Barbara. „Maar een ik niet: wie zal de beenen leveren? Q[ I minste," antwoordde haar vader, „nu dat ontdekt en bewezen is, dat men weefsels levend kan houden. In de toekomst zullen er koelkamers zijn, waar men op tijdig verzoek elk deel van bet men schelijk lichaam in uitmuntende ent-conditie kan ver krijgen. Op het oogenblik is deze gedachte natuurlijk walgelijk voor den leek, maar het geloof zal zich ver spreiden. Wacht fhaar totdat we een paar oude men schen jong hebben gemaakt want die tijd zal ook ko men door middel van de nieuwe chirurgie." „Je zult wel blij zijl" ze' Barbara. „om te hooren, dat ik alle relaties met Blizzard heb afgebroken. Op het laatst heeft hij zich gedragen zooals iedereen voor speld heeft. En zij vertelde haar vader in het kort en eenigszins beschaamd, wat in het atelier gebeurd was. „Hij dacht dat ik hem uitlachte," zei ze. „dat was natuurlijk niet waar. En toen kwam hij op mij af. Herinner je je nog toen de arme, oude Hector dol werd en ons door de tralies van zijn hok, wilde aanvallen. Zoo keek Blizzard, als die dolle hond.'* Zij sidderde. De prettige stemming van den chirurg was wegge vaagd. ..Hii moest niet geholpen worden," zei Barbara, „hij moest neergeschoten worden, evenals Hector." Maar dokter Ferris schudde ernstig het hoofd. „In dien hij zoo is," zei hij, „wie heeft hem dan zoo ge maakt? Wie nam de vreugde uit zijn leven? Barbara, kind, er bestaat niets dat ik dien man niet zou kun nen vergeven." „En ik voor mij geloot dat je geweten ziekelijk is." zei Barbara. „De heb ook zoo gedacht. Maar als je zijn gezicht dien dag bad gezienDe groote fout die je .gemaakt hebt, heeft niet zijn leven bedorven, maar je eigen. Als hjj flink was geweest, zou tegen spoed hem niet geknakt hebben, maar er zou een man van hem zijn geworden. Geef hem een paar nieuwe beenen en vergeet hem, evenals ik doen zal. Den eersten keer, dat ie over hem sprak, dacht ik ook, dal wat hii ons wilde vragen, hem toekwam. Eens heb ik sedarttt, dat., indien hij het verlangde, het mijn plkbt zijn zou hem te trouwen." „Barbara." „Ja, dat heb ik heel zeker gedacht. Dat bewjjst hoe dwaas een meisje, dat dwaas aangelegd is. doen kan. Gunst, vadertje, wat doet het er toe al heeft hij ge leden door jou vergissing. Door die vergissing ben jij op de nieuwe chirurgie gekomen en hoewel je die eene miscrable man gekwetst hebt, staat daar tegen over dat je aan het heele menschdom hoop en va- wachting gegeven hebt." Zij stak haar arm door dien van haar vader. „Laten we door de tuinen loopen," m ze. „en onze. zorgen vergeten, 't Is leuk om weer bij je te zfjn. Er zün op net oogenblik niet veel bloemen. De zomerzon in Westchester is ieder jaar maar hetzelfde. Maar er zijn veel groene planten, die heerlijk ruiken en de asters en dahlia's beloven veel in de toekomst." Zij gingen het huis uit, daalden een marmeren trap af en kwamen zoo in den eersten en meeat stijlvollen van hun vele tuinen en vandaar door de andere tui nen van het eene naar het andere terras, totdat ze het meer bereikten. Het water was zoo stil, dat het eerder een vaste, dan wel een vloeibare massa geleek, in het westen vormden de onweerswolken een schaduwachtige reeks van bergtoppen. De lange midzomer-droogte kwam tot een einde, vogels en insecten zwegen als vermoeid van het vele klagen. Aan den overkant stond een vroegtijdig roodgeworden eschdoorn, die het zachte groen van de bosschen nog meer deed uitkomen. Vlak voor dezen vlammenden boom stond een witte reiger onbewegelijk op een grijze rots. Dien .dag scheen het Barbara toe alsof „Clovelly" de lieflijkste plaats op de wereld was en haar vader, die het uit ruwe bouwgronden had geschapen, was voor haar een van de bekoorlijkste kunstenaars ter wereld. „Waarom zou men met verf schilderen, als men met boomen, met bloemen, met gras en water kan teekenen?" vroeg zij zich af. „In denzelfden tnd dien ik noodig had om Bliz- zard's beeld tc maken," zei zij. „zou ik millioenen: Noemen hebben kunnen zaaien en zien bloeien." „Een buste'zei haar vader, „kun je "tenminste af maken, maar een tuin, dje af is, is geen tuin meer. Wat ga je er mee doen?" „Met die buate? Soms denk ik. (lat ik hem maar in het atelier zal laten staan en zien wat er van te recht komt. Soms heb ik lust een hamer te nemen en hem pan kleine stukken te slaan." „Is hel £jet zoo goed uitgevallen als je gehoopt had?" „Natuurlijk niet. Gebeurt dat ooit? Maar beter kan ik het niet en ik zal ook nooit iets betere maken." „Onzin". r „Ik zal het zelfs niet probeeren. Alle dingen die ik weggegooid heb wil ik weer terugvinden en ze de plaats in mijn hoofd en hart geven, die hun toekomt en dan niets doen dan leven. „Nou." zei haar vader glimlachend, „als je er zoo over denkt is het nog zoo kwaad niet. Maar ik vrees, dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1917 | | pagina 9