Door smarf gelouterd. TWEEDE BLAD. ATTENTIE! Woensdag a.s. Tweede Kamer. FEUILLETON. Schetsen uit de Rechtzaal. Zalerdag 18 Mei 1918. 61ste Jaargang No. 6209. u KASPLANTEN. Binnenlandsch Nieuws. nieuwe bouworde. beperking VAN NACHTDIENST. .iioyci CcüronS Door hel kleine rualsueu ujs ons locueweien, kan de ..SCIIAGIH COURANT' van a.s Dinsdau „1,1 verschijnen Dei eerslvolgende nummer koinl dus DE lllTü. Den Ilaag, 16 Mei. Twee ministerieels nederlaagjes heden. Minister De Jonge heeft 't u-^-nover 'den heer K Hf Loon ^gelegd. Met 36 tegen 17 stemmen heaft de Kanier aangenomen het amendement, waarbij zij al- liaar oordeel uitspreekt, dat dc herhalings-oefc. mogen der I-andweer in 1918 niet behooren iilaats tc nebben. Do minisier van Oorlog zal deze motie be zwaarlijk „naast zich kunnen neerleggen" zoodat de u.tslag een blijde tijding voor velen k Minister De Jong. had uiteengezet, boe 't zijn plan was om alleen de lichtingen, d« in 1917 niet zijn 0|>geroepen, voor de li< r!mling,-oefeningen in aanmerking te doen komen. Het heirof nier de Lichting 1910 en 450 man per bataljon. De rijz. Democraat Oud had de molie- Ter 1-aan nog gesteund met het argument, dat de tijd der herhalings oefeningen veel te 'kort is om eunig verbind te leggen. Voor mr. Do Jonge was 't vlak vóó het scheiden der markt .en inin-aangenariic deceptie, dit votum der Kamer. Maar in tal van 'gezinnen zal bet mei vreugde worden vernomen. Het tweede échec werd geloden door minister Treub. En wel bü het ontwerp tot verlenging (met vijftieh jaren) van net octrooi der Nederlandsehe Bank en tot wijz ging daan-an. Mr. Limburg verduidelijkle even dat de principiwle kwestie van Staatsbank -of niet later uan de orde zal kunnen komen. Met dit ontwerp wensclite mui zich van vrijz-democratiscJie zijde te Verrenigen. Minister Treub verzette zich vrij ernstig tegen oen amendement der Commissie van Rapporteurs, dat de strekking liad om te doen vervallen de bepaling in art. 7 dor Bank wet. luidende: „Wij behouden ons voor to bepalen, dat de Bank zich niet zal mogen belasten met het logelde maken van coupons en dividendjbewijj. zen van In bewaring genomen effecten". Voor het par ticuliere Bankwezen was deze kwestie natuurlijk san belang. Mr. 'Halijn steunde het amendement, dat met do verpletterende meerderheid van -J-J :egvn 7 stem- nicn werd aangenomen. Tegen mr. Tieub's nadrukkelijk advies. Verworpen weid met ,50 tegen 6 stemmen in overeenstemming met 's mini-nens gevoelen oen 'amendement van den liberaal Boissevain oin in te las tchen dc b alingj dat de som der in bet b..i enlaad betaalbaar papier belegde gelden nooit langer ucli'.cr d>n dan gedurende een tifd|»erk van veertien dagen het bedrag san het beschikten* metaal-saldo der Bank mag k-boven-gaan". liet ontwerp lokte geen stemming uit. „Sans tambour ni trompette" gingen onder 's voor zitüers hamer door o.a. de aanwijzing van de ambte naren, d.e voor de toe|>assing van de Pensioenwet voo! <le gemeente-ambtenaren 1913 als gcm<-on!enmbtenaror belioonen te worden aangemerkt, regeling omtrent dc geldigheid voor pensioen van dieqsten, vroeger zonder deugdelijke aanstelling tijdelijk bewezen in betrekkin gen, waaraan, indien zij krachtens vaste aanstelling wor den s-ervuld, ingevolge de wet. uitzicht op pensioen is verbonden; bepalingen betreffende den accijns op het rujve zout, dat hier te lande wordt gewonnen door ontg ,iuilig van slecnzoullagn; verhoog'ng der Indische Begro-iting 1918, wegens aankoop van het particuliere land Tanah Abang. 13e beide Ënqucte-voorstelien komen nog in beham deling Die van de h.h. Marchant c.s. en vnn de h h. Van Baalte c.s. Het soc.-democratisch voorstel tot in. stelling van eene commissie voor Buitenlandsche Za ken is heek-maal onder op de agenda geplaatst. Na dc tolalisator-molie. Een oog>'ublik svas er sprake van om hel heden avond te behandelen. Maar dc heer Troelstra begreep, dat zeker bij de heerschende midzomer-tempera tuur de zaak. dan slechts voor stoelen en banken zou zijn behandeld. Het voorstel zal vermoedelijk blijven „pa radeeren". Mr. ANTONIO. Vervolg van Gïiff Lorna* en zijn An*d. HALLIWELL SUTCLIFFE Voor NVlurland bewerkt d. W. J. A. ROL13ANUS Jr ln boekvorm verschenen bij W. DE HAAN Uitgever te Utrecht. Gecaru f 1.10, gab. f 1.35. 13. HOOFDSTUK VIII. Een begrafenis. Griff was don volgenden morgen bijtijds op, want de begrafenis vnn Ephraim's Shackletoii's vrouw zou lioel vroeg plaats vilnden. liet was een flinke wandeling hoen en terug naar liet kerkhof van Trawdon; de mannen konden bovendien liiet op het land werken, zoolung do sneeuw erop lag en het wus beter, dat alles achter don rug was, voordat de vroege schemering inviel. De zieke vrouw was wakker, toen Griff, na eerst do koeien gemolken te hebben, terug kwam van de ijskoude bron, welke het land vail IxMtwithens vnn water voorzag en waarin hij zich had gewassclicn. „Gij gaal uit?" vroeg zij. terwijl zij zich verbaasde over zijn frisch en krachtig voorkomen. „Ja. ik heb oen ouden buurman beloofd., zijn vrouw rhelf«n begraven." Zij rilde, torn zij dacht aan de verschrikkingen van het mei sneeuw bedekte land. „hm gaat gij ver weg'/" vroeg zij. Eerst vijf mijlen naar Ling Crag en dan weer vijf mijlen naar Traw<k>n, waar de begrafenis is." „O wees voorzichtigI Deze heidevelden zijn verra- derlijk en „Do sneeuw is niet verraderlijk nu." onderbrak hij "aar, met een opgeruimden lach. „Zie, de zon komt door hol venstor en de sneeuw is hard als sleen. Wilt Bjj nu met my ontbijten en zal ik dan den ouden Trash achtor latch, om over u tc waken?" „Trash weet. dut hij mij gered heeft," zei.de vrouw met een van haar teedero glimlachjes, welke zoo zel den om haar lippen speelden. „Gij moest eons zien wat een j.rooto, ^eistamlige blik er in zyn Oogen komt us hu ia$ naoeïï bewaken." Als moeder met het „fijne strijkgoed" bij de oude een-wonende dame aan de deur kwam, dan nam ze Jansje altijd mee. En het meisje wist al vooral, -ook toen ze nog heel klein was - dat moeder Paur -"d<r lreule" moest. Dan trok jans de Zondagsche jurk aan. kamde d'r haar netjes, strik te er een mooi lintje om, maakte dat d'r handen er proper uitzagen. Die tocht naar de Oude Gracht was een leest. Ze waclnte dan in de keuken. Maar zij wist t de huishoudster kwam na een poosje en wenkte baar: zoo met een glimlachje en een gebuich van den wijsvinger... Boven, bij de freule kom,en, Dan begon Jans d'r hart onstuimig te klop pen. an blijdschap, hn zij liep zachtjes voorzich tig, op ue teenen, over de dikke, zware loopers. En moeder, die altijd zelve bij de oude dame moest komen ter aflevering van het „fijne goed", kwam haar al tegen. Daar zat dan, in den hoogen, breeden armstoel, de lieule in het welbekende hoekje bij een der ra men, die uitzagen op deri grooten, mooien, ouder- wetschen tuin met de hooge. zware hoornen. Freu- ii ,me* ael vreemde kanten muisje op de grijze lokken op zonderlinge manier langs de ooren ge wonden, zooals men dat wel ziet op portretten uit de vorige eeuw. Met een dunne, gouden ketting aan, die neerhing tot op haar schoot. En met drie, vier vreemde ouderwetsche ringen aan de ,stok- ktg-rimpelige vingers. „Zoo", zei het oude dametje, met een zonderling- beverige keelstem, „zoo, ben-je daar, liefje?... Wel, wel, vrouw- Govers. wat ziet het kindje er goed ven)" Jansje, kom-je mij niet een handje ge- Met langzaam schuchtere pasjes kwam het meisje dan naderbij. Stak een weifelend handje uit. „Heb ie je tong verloren?" vroeg moeder, norsch- bestraffena, „onbeleefde meid!... Kun-je niet bef hoor lijk zeggen: dag, freule, hoe maakt u 't?...u »Dag, treule". Herhaalde Jansje, bedremmeld zacht. „Weineen, moeder", zei de oude dame dan, „wel neen, Jansje is een heel zoet kindje. Kom jij daar maar eens bij me zitten, hoor!" En de juffrouw van gezelschap moest een stoel vlak bij de freule neerzetten. En lansje kreeg een glaasje lekkere limonade en heerlijke koekjes. Zij was de gunstelinge van oude freule. Ze was anders dan de twee broers en de drie zusjes thuis. Een fijn, teer poppetje. Niet geschikt voor ruw werk. Als Jans, zoo klein als ze was, door moeder vlak in de buurt werd gezonden om wat te halen, bij den- kruidenier of den spekslager, dan kwam ze hijgend, vermoeid met de „boodschappen" terug „Die mot je maar onder een stolp bewaren", had vader gezegd, „dat is 't beste. Die deugt toch voor niks!" De broers en de jongens uit de buurt lachten Jansje uit. En ze begon dan dadelijk te grienen. De andere meiden, kinderen van haar leeftijd, uit het straatje schopten en beten terug, scholden krijschend; gilden van „moederl" als ze in het nauw werden gebracht. Maar Jans holde weg en liet zich liever brokken of kaakjes atnemen dan er om te vechten. Bij de lreule in het prachtige huis. was het heer lijk. Zoo veilig en rustig. Het oude dametje had pleizier in het kindje, dat zich zoo graag liet ver troetelen. 't Was een gril van freule. Een zonder linge caprice van het i<-twat-suffige menschje. Het was gebeurd, dat een zeer statige nicht bij de lreule een visite was komen brengen terwijl Jansje er was. De nicht keek het onbekende kind met vie zig trekje om de Jippen aan, speciaal haar lorgnet even opzettend om dat wezentje eens op haar ge mak te bekijken. En toen zc afscheid van tante Constance had genomen, liet de juffrouw van ge zelscliap haar uit. De nicht was in den regel zeer „uit de hoogte", maar 't kon gebeuren, dat zij het wel noodig vond ora eens van haar stelregel af te wijken. Enkele jaren waren voorbijgegaan sinds Jansje 't eerst bij dé freule was binnen geroepen. Jans was nu al over de dertien. En de freule had haar herdoopt in leanne. En ze had een klein kamertje gekregen in het groote huis. En kreeg op kosten van de freule les. Als de oude daine uitging, dad moest Jean ne haar vergezellen De freule zat dan *in haar rij tuig al maar te praten en Jeanne luisterde gedul dig naar al de verhalen, ol zij ze begreep ot niet. Zij wist de wenschen van de oude freule te voor komen verstond beter dan iemand de kunst om de kussens in het rijtuig zóó te leggen, dat oud dametje lekker-gemakkelijk zat. Met loeren ging 't niet erg vlot. Jeanne kon haar gedachten niet lang concentreeren op een bepaald onderwerp..De freu le had 't erop gezet, dat zij 't brengen zou tot „gou vernante of zoo iets". Maar de onderwijzer had al heel gauw begrepen, dat 't vruchteloos werken was. Hierin openbaarde zich haar afstamming van mcnschen wier intellectueele ontwikkeling reeds rudimentair was gebleven. Uiterlijk w s ze een fijn poppetje. precies een echt heuschelijk dametje. Maar 't was slechts schijn, zonderlinge speling van natuur, die zoo'n fragiel ponpetje had doen ont staan temidden van ruwe, slechts physiek forsch- ontwikkelde nienschen. P* V00rnaiö6 nicht, die van het geval gehooid nri HCn tan.u„Constance een visite gebracht praatte met juffrouw van gezelschap.... me'?Je was nol? altijd niet?" zei ze, ver ge- eg van tante d'r kamer om niet gehoord te kun nen worden. ïr.iVÜzei "de freule zou Jeanne geen uur ,missen- Als ze wat langer uitblijft; is de nr,.r ongerust!" Deftige nicht van juf praatte n(,L en heel poosje. En dienzelfden dag kwam tent na het diner, als wanneer meneer, haar echt er,.,, £ewoon was als er geen menschen te m,3< lvaren - zich een uurtje in zijn „studeerka- terug te trekken alvorens naar een of andere Jgadering te trekken de besognes maakten 't meneer onmogelijk theaters of concerten te bezoe- ,,)Yam nicht na het diner echtgenoot ver- iHij lag in een clubfauteuil te soezen. Was juist even ingedut. Mevrouw kuchte tem wakker. Hij schrok werkelijk. Dacht dat er iets bijzonders aan de hand was. r«L,eb4« even l'jJ en lust om naar me te luisteren, u^ i vroeë voorname nicht Hij keek haar verwonderd aan. Bracht leven in „ah teiï ,nej"' die hij had opgestoken, maar die gedurende z'n dutje was uitgedoofd. Praatte over tante Censtance en „dat deerntje". ,..;,'enecr Schokschouderde. Wat wilde zij eigen- iijK/ Wat kon 't haar schelen of .tante Constance et Denagen in vond om dat meisje te verzorgen zie"tjeV°°r het Reefde ontioozele Maar mevrouw ergerde zich over mer.eers kort zichtigheid. Dat waren nu dc mannen, die het mo nopolie opvorderden om de Staat te besturen. En die zagen nog niet zoo ver als hun neus lang was I..., b Afgeleefd, onnoozel zieltje jawel, zeker. Maar i Constance 't morgen den dag in haar hoold kreeg om „die meid" een legaat te maken.... Misschien wel tot universeelè erfgename te benoe men.... Zulke dingen zijn meer voorkomen 1.... Meneer schaterde 't uit. Wierp zijn voeten in de hoogte en dook diep in de malsche clubfauteuil van jool, bij jle gedachte aan iets, zoo grootesks zoo mals, zoo onz nnigs.... „Best", zei mevrouw gepikeerd door zijn uitbun dige spotternij en opstaand - „best, ik zal de zaak wel met oom Karei bespreken. Met jou is geen se rieus gesprek te voei en. Ga-jij maar bridge spelen in de sociëteit meneer de staatsman!.... Dat- pakte. Hij werd ernstiger. Liep in de kamer op en neer. Begon toch ook te vinden, dat zij, après- coup, wel eens gelijk kon hebben.... Een week erna had een soort familieraad plaats. Bijgewoond daor oom Karei, den vermaarden ju rist. En door een vriend van hem, niet minder be roemde specialiteit in al wat met zielsziekten ver band houdt, 't Kwam erop aan te beslissen, of men geen reden zou kunnen vinden om tante Constance „tegen haar zelve te beschermen". Wat zou 't - aldus werd geredeneerd heelijk zijn als ze kon VPrfAAtron i t-i ma»./* 1 mers niet. Haar vermogen zou beheerd worden, dat er geen gevaar bestond voor „suprises" van welken aard ook. Natuurlijk had men daartoe taute's medewer king noodig. Dat burgerkind meest weg. Niet zoo ineens, maar na een zeker poosje. En als tante Constance er niet vrijwillig toe te krijgen was tja. dan zou men zijn toevlucht moeten nemetj tot.... Maar dat beduidde nog niets. De formaliteit van zoo'n curateele wegens zwakzinnigheid ging buiten ieder om. Daar hoorde geen sterveling iets van. Zij zelve nauwelijks.... Dat zou oom Karei, de ju rist, wel prachtig regelen. Dat kwam in orde. 't Was voor tante Constance haar eigen bestwil. Een klein jaar later nadat'tante Constance zich heftiger verweerd had dan men wel vermoedde dat gebeuren zou en er nog meer gedoe met de „for maliteit" was geweest dan iemand in de familie had gedacht, vertoefde oude ireule in een prachtig geleden, peperduur Rusthuis in het Geldersche. Was Jeanne voor goed van haar gescheiden. Nu had zij. den „aangeteekeuden brief", dien och tend ontvangen, opengescheurd. Het bankbiljet was eruit gevallen. En het briefje dat Gijs erbij gevoegd had, was niet onhartelijk, maar kort. Een regel of wat. Hij meldde Jeanne, dat „geheel onvoorziene omstandigheden" hem noodzaakten om buitenslands te gaan. Hij kon niet anders, zijn toekomst hing er van af en zijn vader wilde't pertinent. Maar hij had i zelf ingezien, dat 't zoo beter was. „Misschien zien i wij elkaar nog wel eens. In elk geval wensch ik je van harte 't beste". Dat was alles. Jeanne had 't zien aankomen. Gijs was een goe dige jongen, maar zwak en oppervlakkig. Zóóveel had jeanne de gewezen gunstelinge van oude freule nog wel van de menschen gezien om dat te .begrijpen. Zijn relatie met haar was een spel letje, "een tijdverdrijf, een mop geweest. Zij had sich ingeprent, opgedrongen, aaf'l ernst kon we zen zij eenmaal mevrouw Van Deelen zou wor den schoondochter van den gewezen resident; van den meneer in Den Haag. die daar allerlei hooge betrekkingen bekleedde en den titel van jonkheer mocht voeren, /ij had gedroomd van eene toekomst, als ze kaartjes zou laten drukken mei I!. „Er zijn maar weinig zielen, die beter zijn dan die van Trash; eens zai hij leeren spreken en geheel oen mtnschejijk wezen zijn," lachte Griff, terwijl hij het ontbijt klaar maakte. Een hall uur later, na zijn gast vaarwel te hebben gezegd on na oen tweede waarschuwing van haar, dat hij op zijn hoede moest zijn voor de verraderlijkheid van de heide, stapte hij vlug over het bevroren land, dat tussclien Loslwithens en Ling Gnig lag. In zijn hart had hij een bijzonder gevoel van ochagelijkheid, alsof de God uit zijn vroegere dagen werder op Zijn plaats troonde; en weer vertelde liij zichzelf, zooals hij Urn vorigen avond ook haxl gedaan, dat hij blijde was, het zijne ertoe te kunnen bijdragen oin de vrouw van Ephraim een goede Jiegrafenis tc gevoiij daar zij de oorzaak was geweest, dat nij een vrouw bij dc ruïne van Wynyntes had gevonden. Te Ling Crag, wtiar dc hut*van Ephraim Sliackleton vlak bij den ingesnoeuwden wee lag, was alles leven an beweging, zooals er in dc dorpen alleen is, wan neer er een begrafenis of oen trouwpartij zal plaats hebben. Ephraim's vrouw, die op do laatste eerbewij zen lag te wuehton voor haar reis naar liet graf, dat reeds to Trawdon. voor haar was gegraven, was gedu rende die laatste twaalf maanden lijdende geweest; zij had geweten, dat haar einde nabij was en evenals zij Jiaar Tykwade van het fijnste linnen had gemaakt, voor dat zij voor goed aan het bed werd gekluisterd, zoo had sjj zich ook bezig gehouden met Tiet maken van den ouden I>essenwijn, waarmede haar begrafenis moest worden gevierd. Hel was goede wijn, wel versterkt met krachtigem brandewijn en zelfs in de laatste dagen van haar ziekte was het haar oen troost geweest, te kun nen denkon, dat Ephraim zich als gastheer niet zou be hoeven te schamen, als de rouwklagers kwamen eten eai drinken. En nu was die dag gekomen. De handen, die den wijn hadden klaar gemaakt, lagen rustig gevouwen on der de lijkwade, maar de wyn stond, flesch aan flesch naast de gekruide brooden cn krakelingen, die op het tafelblad opgehoopt lagpn. Vrienden en familieleden zwermden rond de tafel terwijl iedere nieuw aangekomene de wenteltrap opging om eerst even naar het lijkhuis te kijken en op <ldn weg buiten stond een slede een groote, ruw in elkaar getimmerde^ vierkante slede.-zooals het hei dekolk gebruikt oin bij vroolijk Juli-weder hooi te ver voeren naar de schuur. Twee krachtig gespierde karre- paarden waren voor de slede gespannen on do vnnu scheen, waaneer hij langs hen heen blies, hun schoi- J - -- - W ten met wreeden vinger aan te raken. „Alleen mijnheer Lomax ontbreekt nog," zei Ephra im, „en hij had mij nog wel beloofd, dat hij bier bijtijds zou zijn, om met ons mede tc loopen." „Hel lijkt of hij bang is voor goed heide- volk," wierp buurman nier tusschen in, „Wat den man si heelt, kan ik niet zeggen; maar hij lijkt veel op mi dollen hond, die zich koert tegen dengono, van wien hii eens gehouden hoeft en naar Item bijt. Bij het Heilig* Hart, liij was de mooiste knaap, dien ik ooit jgeziui hel) net gelijk of hij stroopte, of vocht of een vijfvoudige hindernis nam voonlat hij in moeilijkheden kwam." „Wel. hij 'kan een spade hanteeren ab' de beste," zei Ephraiin, „en hij weet in de puntjes, hoe metn ectn afvoersloot moet graven en goeden grond kan maken van dorre heide. En waarachtig," onderbrak hij zichzelf, terwijl hij: door het venster keek, Jiij slaat daarginds bij de siede te wachten en praat tegen do paarden, alsof het zijn bloedeigen broeders waren. Het kan best zijn, dut hij tegenwoordig niet al te veel houdt valn huismusschen en hij heeft het lijk reeds gezien. Dus zullen wij maar opbreken, vrienden, of wij kullen moer duisternis dan daglicht krygem. Grill kon werkelijk den moed niet vinden,, om naar bikuten te gaan. Het gevoel van kameraadschap van een oogonblik gateden hnd hem verlaten en hy deinsde er .voor terug als iemaind, die bang Ls woor zijn eigen verwildering om met zijn medometnsehen ja aanraking to komen. Kameraadschap was goed en gis teren had hij liaar welkom gcheelen; maar geen menscb kan gedurende jaren alleen on van do wereld afgezon derd leven en toch ontsnappen aan die diep Ingewor telde schuwheid, welke zidh juist dan vnn hem moa-tor maakt, als hij «r het minst op verdacht is. Om- deze mlan en Ephraim Shacklcton had een ongewone fijngevoeligheid aan den dag gelegd, toen hij dit raar - do was Griif buiten gv-blcvdn, waar hij fp8®n paarden in hun eigen taal sprak en probeerde nioi oen scherpen gecsel van den wind met meer opgerumn. - heid to doen verdragen. Eindelijk werd <ta doodkist naar benoden Slacht en op de slede geplaatst, liet gehoole dorp Ling -..g was daar dien (lag aanwezig en ook volk van j.ireh- ootos en Craiishaw; en twee aan twee namen zij hun plaatsen in achter het ruwe voertuig, dat de vi ouw van Ephraim naar het kerkhof ging brengen. Men moest in een eiirbiedig-Iangzamen pas, een bevroren pad vain vijf mij'en afleggen en do wind, die den spot mot ben dreef, blies koud Over de bevroren suoeuw. „mevrouw Jeanne v.in Deeten geb. Govers"«op en met een kroontje boven haar naam.... Gijs had 't haai wel eens voorgeceekciid. Zoo'n kroontje met vijf parels.... Eigenlijk hadden de Van Deelen's recht op zeven parels. Jeanne mocht Gijs wel lijden Maar voor echte, sterke, mooie liefde was haar wufte, vluchtige natuur niet geschikt. Zij schreide nu, terwijl ze net bankbiljet voorzichtig in haar porternonnaie stopte, 't Was int Zij was weer de jans Govers van vroeger. En zij dacht mei griezelenden weerzin aan dien Jan Rood, den vriend van haar broer Manus, die .fans gevraagd had „vaste venceering te hebben"... Ruw, plompe, grove, ongemanierde proleet, burgerknul, zooals de kerels, die eerbiedig groetten of wel nij- dig-jaloersch keken, wanneer zij met de oude freu le, vroeger, in het rijtuig reed. De meisjes in het magazijn, waar zij nu werkte, en die natuurlijk wisten van de vrijage met jon kertje Van Deelen. hadden haar wel uitgelachen ei\ -t hare ervan gedacht. Maar toch werd zij sinds Gijs haar eens op klaarlichten dag had af gehaald, alsof zij werkelijk z'n meisje was, met ze kere onderscheiding behandeld. Dat was nu uit. Ze zei niets op het magazijn. Deed haar werk als steeds. Maar 's avonds om acht uur, stond op den hoek van de straat, haar te wachten dat kleine, magere vriendje van Gijs, studentje uit Delft. Dat kereltje met z'n sluwe, koe.l-spottende oogen. Hij nam Jeanne bij den arm. Zij liet het toe. Ging met 'hem mee. Eerst naar een café met strijkje, waar ze een uurtje toefden.- Vervolgens naar een groot lokaal met veel licht en veel ge- druisch... 't Was heel laat, dien avónd, toen ze naar huis reed... Ergens naar 'n nuis in buitenwijk... In .een rijtuig, waarin zij en het Delftsche studentje zaten En nog een meisje meteen jongeling, die te veel "biertjes" had verséhalkt om alles goed te begrij- p6n«N Onlangs heeft Jeanne terecht gestaan. Wegens winkel-diefstal. Zij bieek toen te Denooren tot de reeds-volleerde dieveggen, die des middags op win kelroot uitgaan, voorzien van alle utersiliën, voor het bedrijf noodig. Zij zat daar, de gewezen gunstelinge van de oude freule nog heel jonge deerne, Met veel rijstpoeder op de vale wangen en met sterk ge kleurde oogwimpers. Het O. M. was tamelijk cle ment in zijn eisch. En voorden aandrang van .den verdediger om' een onderzoek te doen instellen naar het al of niet toerekenbare van debeklaagde, scheen de Rechtbank niet veel te gevoelen. Het was misschien een „grensgeval". Maar een van zeer banale soort. Zwakkeling, door den loop der omstandigheden tot het misdrijf gevoerd. Maar die, om haar te beveiligen tegen zicfizelve, inderdaad „onder een stolp" had moeten bewaard zijn, d'r leven lang, zooals vader eens gezegd had, toen Jans nog heel klein was. MAITRE CORBEAU. Te Bergen N.U. wordt aan den Meerweg- een aan- tr>nieuwe villa's gebouwd, waarvan er één het uiterlijk vaneen stoomboot heeft. nuiTScnr vliegeds. Naar men vernoemt, r.ijn de 4 Duitscbè vliegers, die 3 Mei j.L in dc V- ieünge zijn neergekomen en met bun twee vliegtuigen toen naar Vlisstngen zijn gebraoht, gaintomeeixl.ea zijn de twee Duitsdie vlie gers, die lö mijlen bewesten Texel zijn aangetroffen en IC Mei j.L te Dinuidcn werden aangebraóht, vrij gelaten. T-'ii 3RITSCHE GEÏNTERNEERDEN IN NEDER LAND. ltcuter seinde gisteren uit Londen: .'a Let Lagenbuis een vraag beantwoordend, beeft Maepherson gezegd, dat de Nederlandsehe regee ring een 'cveieciikoffist met de Britsche regeering is aar,gegaan, waarin ze zich verplicht om de Britsche krijgsgevangenen, die in Nederland zijn geïnter neerd, aan voedsel te helpen. Wagens scliaarschto vau voorraden in Nederland werd de regeering onlang* door de stemming onder het volk gedwongen .het brood- en vleeschrantsoen te verminderen tot dat, hetwelk den Nederlandschen hui-ger.; toekomt. Hef lijkt waarschijnlijk, dat dit rantsoen laag is en de kwestie om toe.'temming van de Nederlandsehe regeering te verkrijgen dit rantsoen met toezendin gen uit Groot-Britannië aan te vullen, is in overwe ging!. Het wordt^niet aanbevelenswaardig geacht om toe te staan dat artikelen, die voor de 1 evensmidde- lenrantsoeneering in Engeland van gewicht zijn, naar Nederland worden gezonden. Men hoopt binnenkort de huidige moeilijkheden ten volle te overwinnen, door geld van Groot-Britannië uit aan Nederland te doen toekomen. In verband mei de bezwaren dat het perepheel bij lange diensttijden geen voldoende voeding krijgt, daar de troodrantsoeneering het onmogelijk maakt een voldoende hoeveelheid brood mede te nemen, heeft de directie er JLIT.S.M. bepaald, dat de nacht- Toch ohttrok niemand zich nan dezen eenvoudlgcn plicht; zwakke meisjes en ziekelijke mannen waren hier en als zij hoestten, deden zij den menschen ge- looven, dat zij snikten, uit vrees, dat Iemand zou gis sen, wat dezv koude tocht hun kostte. O, droevig was het en ongelooflijk na srgpestig de levenden, spe lende met den dood die eenigetn van hen bijna even dicht naderde nis die doode vrouw op dc slede do zonnige, helden-koude hemel dia ongevoelige, hier en daar rose getinte sneeuw. Langzaam passeerden zij Scart op Water en klom men naar boven, tot zij het dnd* van "den weg hadden bereikt, welken Eiphraim en zijn vrienden in de sneeuw hadden gegnavn. Zij moesten do slede bier een voet of vier hoog optilion tot boven do bovenste sneeuwlaag; en tnon vervolgden zij hun weg over de verblindend witte vlakte, tot dat zij den Gevaarlijken Iloek voorbij waren en ae grenslijn volgden tot aan Lancashire. De paa a die tot nu toe rustig waren geweest, k^nd^ langer den scherpen wind v(jrduren, di tgler heete bloed in do aderen prikkelde, ten spijt - ondanks hei gladde, i' hen met den ondcrgangbidre^e.^ten Bialon- do slode met zijn stille vracht, gteea ooi- öp.'v» dS, andoren en ontsteltenis stond duidelijk op ieders volant te lezen. De stelle weg naar d.e Herders her- Kf bracht hen echter eindelijk tot staan en de koetsier kon hen nu tot bedaren brengen. De rouwklagers volgden opnieulw, al worstelende den akelige» tocht. Door Wyecoflar gingen zij, met zijn herinnering aan den Rijdenden .Jonker en zijn oude hol, .be dolven ondeT de sneeuw; tusschen de met sneeuw bedekte muren door en langs de kille graslanden, totdat zij ten slotte hun doel hadden bereikt. Het graf w*-s gereed, de handvol bevroren aarde w-rd neergeworpen op do kist en de vrouwen weenden luid. En toen lieten zij haar achter in haar kille rust en was het kerkhof ledig, op een doodgraver na, die boven zijn spade stond to zweeten; en allen voelden zich opgelucht, toen zij zich voortbewogen naar de dorpsherberg, bevrijd ais zij waren van den last, dien zij achter hadden gelaten. Er is iets bij een begrafenis, dat den moed van «n man geheel in de schoenen doet zinken en hem daarna opheft tot oen luchthartigheid, waar tegen hij kan vechten, zonder ze te overwinnen. Aan den rand van het graf had dit volk de smart ovc

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1918 | | pagina 5