Door smarf gelouterd.
TWEEDE BLAD.
ATTENTIE!
Woensdag a.s.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Schetsen uit de Rechtzaal.
Zalerdag 18 Mei 1918.
61ste Jaargang No. 6209.
u KASPLANTEN.
Binnenlandsch Nieuws.
nieuwe bouworde.
beperking VAN NACHTDIENST.
.iioyci CcüronS
Door hel kleine rualsueu ujs ons locueweien,
kan de ..SCIIAGIH COURANT' van a.s Dinsdau
„1,1 verschijnen
Dei eerslvolgende nummer koinl dus
DE lllTü.
Den Ilaag, 16 Mei.
Twee ministerieels nederlaagjes heden.
Minister De Jonge heeft 't u-^-nover 'den heer K
Hf Loon ^gelegd. Met 36 tegen 17 stemmen heaft
de Kanier aangenomen het amendement, waarbij zij
al- liaar oordeel uitspreekt, dat dc herhalings-oefc.
mogen der I-andweer in 1918 niet behooren iilaats
tc nebben. Do minisier van Oorlog zal deze motie be
zwaarlijk „naast zich kunnen neerleggen" zoodat de
u.tslag een blijde tijding voor velen k Minister De
Jong. had uiteengezet, boe 't zijn plan was om alleen
de lichtingen, d« in 1917 niet zijn 0|>geroepen, voor
de li< r!mling,-oefeningen in aanmerking te doen komen.
Het heirof nier de Lichting 1910 en 450 man per
bataljon. De rijz. Democraat Oud had de molie-
Ter 1-aan nog gesteund met het argument, dat de tijd
der herhalings oefeningen veel te 'kort is om eunig
verbind te leggen.
Voor mr. Do Jonge was 't vlak vóó het scheiden
der markt .en inin-aangenariic deceptie, dit votum
der Kamer. Maar in tal van 'gezinnen zal bet mei
vreugde worden vernomen.
Het tweede échec werd geloden door minister Treub.
En wel bü het ontwerp tot verlenging (met vijftieh
jaren) van net octrooi der Nederlandsehe Bank en tot
wijz ging daan-an. Mr. Limburg verduidelijkle even dat
de principiwle kwestie van Staatsbank -of niet later
uan de orde zal kunnen komen. Met dit ontwerp
wensclite mui zich van vrijz-democratiscJie zijde te
Verrenigen.
Minister Treub verzette zich vrij ernstig tegen oen
amendement der Commissie van Rapporteurs, dat de
strekking liad om te doen vervallen de bepaling in
art. 7 dor Bank wet. luidende: „Wij behouden ons voor
to bepalen, dat de Bank zich niet zal mogen belasten
met het logelde maken van coupons en dividendjbewijj.
zen van In bewaring genomen effecten". Voor het par
ticuliere Bankwezen was deze kwestie natuurlijk san
belang. Mr. 'Halijn steunde het amendement, dat met
do verpletterende meerderheid van -J-J :egvn 7 stem-
nicn werd aangenomen. Tegen mr. Tieub's nadrukkelijk
advies.
Verworpen weid met ,50 tegen 6 stemmen in
overeenstemming met 's mini-nens gevoelen oen
'amendement van den liberaal Boissevain oin in te las
tchen dc b alingj dat de som der in bet b..i enlaad
betaalbaar papier belegde gelden nooit langer ucli'.cr
d>n dan gedurende een tifd|»erk van veertien dagen het
bedrag san het beschikten* metaal-saldo der Bank
mag k-boven-gaan". liet ontwerp lokte geen stemming
uit.
„Sans tambour ni trompette" gingen onder 's voor
zitüers hamer door o.a. de aanwijzing van de ambte
naren, d.e voor de toe|>assing van de Pensioenwet voo!
<le gemeente-ambtenaren 1913 als gcm<-on!enmbtenaror
belioonen te worden aangemerkt, regeling omtrent dc
geldigheid voor pensioen van dieqsten, vroeger zonder
deugdelijke aanstelling tijdelijk bewezen in betrekkin
gen, waaraan, indien zij krachtens vaste aanstelling wor
den s-ervuld, ingevolge de wet. uitzicht op pensioen
is verbonden; bepalingen betreffende den accijns op
het rujve zout, dat hier te lande wordt gewonnen door
ontg ,iuilig van slecnzoullagn; verhoog'ng der Indische
Begro-iting 1918, wegens aankoop van het particuliere
land Tanah Abang.
13e beide Ënqucte-voorstelien komen nog in beham
deling Die van de h.h. Marchant c.s. en vnn de h h.
Van Baalte c.s. Het soc.-democratisch voorstel tot in.
stelling van eene commissie voor Buitenlandsche Za
ken is heek-maal onder op de agenda geplaatst. Na dc
tolalisator-molie.
Een oog>'ublik svas er sprake van om hel heden
avond te behandelen. Maar dc heer Troelstra begreep,
dat zeker bij de heerschende midzomer-tempera tuur
de zaak. dan slechts voor stoelen en banken zou zijn
behandeld. Het voorstel zal vermoedelijk blijven „pa
radeeren".
Mr. ANTONIO.
Vervolg van Gïiff Lorna* en zijn An*d.
HALLIWELL SUTCLIFFE
Voor NVlurland bewerkt d. W. J. A. ROL13ANUS Jr
ln boekvorm verschenen bij W. DE HAAN
Uitgever te Utrecht.
Gecaru f 1.10, gab. f 1.35.
13.
HOOFDSTUK VIII.
Een begrafenis.
Griff was don volgenden morgen bijtijds op, want de
begrafenis vnn Ephraim's Shackletoii's vrouw zou lioel
vroeg plaats vilnden. liet was een flinke wandeling hoen
en terug naar liet kerkhof van Trawdon; de mannen
konden bovendien liiet op het land werken, zoolung
do sneeuw erop lag en het wus beter, dat alles achter
don rug was, voordat de vroege schemering inviel.
De zieke vrouw was wakker, toen Griff, na eerst
do koeien gemolken te hebben, terug kwam van de
ijskoude bron, welke het land vail IxMtwithens vnn
water voorzag en waarin hij zich had gewassclicn.
„Gij gaal uit?" vroeg zij. terwijl zij zich verbaasde
over zijn frisch en krachtig voorkomen.
„Ja. ik heb oen ouden buurman beloofd., zijn vrouw
rhelf«n begraven."
Zij rilde, torn zij dacht aan de verschrikkingen van
het mei sneeuw bedekte land.
„hm gaat gij ver weg'/" vroeg zij.
Eerst vijf mijlen naar Ling Crag en dan weer vijf
mijlen naar Traw<k>n, waar de begrafenis is."
„O wees voorzichtigI Deze heidevelden zijn verra-
derlijk en
„Do sneeuw is niet verraderlijk nu." onderbrak hij
"aar, met een opgeruimden lach. „Zie, de zon komt
door hol venstor en de sneeuw is hard als sleen. Wilt
Bjj nu met my ontbijten en zal ik dan den ouden
Trash achtor latch, om over u tc waken?"
„Trash weet. dut hij mij gered heeft," zei.de vrouw
met een van haar teedero glimlachjes, welke zoo zel
den om haar lippen speelden. „Gij moest eons zien
wat een j.rooto, ^eistamlige blik er in zyn Oogen komt
us hu ia$ naoeïï bewaken."
Als moeder met het „fijne strijkgoed" bij de oude
een-wonende dame aan de deur kwam, dan nam
ze Jansje altijd mee. En het meisje wist al vooral,
-ook toen ze nog heel klein was - dat moeder
Paur -"d<r lreule" moest. Dan trok jans de
Zondagsche jurk aan. kamde d'r haar netjes, strik
te er een mooi lintje om, maakte dat d'r handen
er proper uitzagen. Die tocht naar de Oude Gracht
was een leest. Ze waclnte dan in de keuken. Maar
zij wist t de huishoudster kwam na een poosje
en wenkte baar: zoo met een glimlachje en een
gebuich van den wijsvinger... Boven, bij de freule
kom,en, Dan begon Jans d'r hart onstuimig te klop
pen. an blijdschap, hn zij liep zachtjes voorzich
tig, op ue teenen, over de dikke, zware loopers. En
moeder, die altijd zelve bij de oude dame moest
komen ter aflevering van het „fijne goed", kwam
haar al tegen.
Daar zat dan, in den hoogen, breeden armstoel,
de lieule in het welbekende hoekje bij een der ra
men, die uitzagen op deri grooten, mooien, ouder-
wetschen tuin met de hooge. zware hoornen. Freu-
ii ,me* ael vreemde kanten muisje op de grijze
lokken op zonderlinge manier langs de ooren ge
wonden, zooals men dat wel ziet op portretten uit
de vorige eeuw. Met een dunne, gouden ketting
aan, die neerhing tot op haar schoot. En met drie,
vier vreemde ouderwetsche ringen aan de ,stok-
ktg-rimpelige vingers.
„Zoo", zei het oude dametje, met een zonderling-
beverige keelstem, „zoo, ben-je daar, liefje?... Wel,
wel, vrouw- Govers. wat ziet het kindje er goed
ven)" Jansje, kom-je mij niet een handje ge-
Met langzaam schuchtere pasjes kwam het meisje
dan naderbij. Stak een weifelend handje uit.
„Heb ie je tong verloren?" vroeg moeder, norsch-
bestraffena, „onbeleefde meid!... Kun-je niet bef
hoor lijk zeggen: dag, freule, hoe maakt u 't?...u
»Dag, treule". Herhaalde Jansje, bedremmeld
zacht.
„Weineen, moeder", zei de oude dame dan, „wel
neen, Jansje is een heel zoet kindje. Kom jij daar
maar eens bij me zitten, hoor!"
En de juffrouw van gezelschap moest een stoel
vlak bij de freule neerzetten. En lansje kreeg een
glaasje lekkere limonade en heerlijke koekjes.
Zij was de gunstelinge van oude freule. Ze was
anders dan de twee broers en de drie zusjes thuis.
Een fijn, teer poppetje. Niet geschikt voor ruw
werk. Als Jans, zoo klein als ze was, door moeder
vlak in de buurt werd gezonden om wat te halen,
bij den- kruidenier of den spekslager, dan kwam
ze hijgend, vermoeid met de „boodschappen" terug
„Die mot je maar onder een stolp bewaren", had
vader gezegd, „dat is 't beste. Die deugt toch voor
niks!"
De broers en de jongens uit de buurt lachten
Jansje uit. En ze begon dan dadelijk te grienen.
De andere meiden, kinderen van haar leeftijd, uit
het straatje schopten en beten terug, scholden
krijschend; gilden van „moederl" als ze in het
nauw werden gebracht. Maar Jans holde weg en
liet zich liever brokken of kaakjes atnemen dan er
om te vechten.
Bij de lreule in het prachtige huis. was het heer
lijk. Zoo veilig en rustig. Het oude dametje had
pleizier in het kindje, dat zich zoo graag liet ver
troetelen. 't Was een gril van freule. Een zonder
linge caprice van het i<-twat-suffige menschje. Het
was gebeurd, dat een zeer statige nicht bij de lreule
een visite was komen brengen terwijl Jansje er
was. De nicht keek het onbekende kind met vie
zig trekje om de Jippen aan, speciaal haar lorgnet
even opzettend om dat wezentje eens op haar ge
mak te bekijken. En toen zc afscheid van tante
Constance had genomen, liet de juffrouw van ge
zelscliap haar uit. De nicht was in den regel zeer
„uit de hoogte", maar 't kon gebeuren, dat zij het
wel noodig vond ora eens van haar stelregel af te
wijken.
Enkele jaren waren voorbijgegaan sinds Jansje
't eerst bij dé freule was binnen geroepen. Jans
was nu al over de dertien. En de freule had haar
herdoopt in leanne.
En ze had een klein kamertje gekregen in het
groote huis. En kreeg op kosten van de freule
les. Als de oude daine uitging, dad moest Jean
ne haar vergezellen De freule zat dan *in haar rij
tuig al maar te praten en Jeanne luisterde gedul
dig naar al de verhalen, ol zij ze begreep ot niet.
Zij wist de wenschen van de oude freule te voor
komen verstond beter dan iemand de kunst om
de kussens in het rijtuig zóó te leggen, dat oud
dametje lekker-gemakkelijk zat. Met loeren ging 't
niet erg vlot. Jeanne kon haar gedachten niet lang
concentreeren op een bepaald onderwerp..De freu
le had 't erop gezet, dat zij 't brengen zou tot „gou
vernante of zoo iets". Maar de onderwijzer had al
heel gauw begrepen, dat 't vruchteloos werken
was. Hierin openbaarde zich haar afstamming van
mcnschen wier intellectueele ontwikkeling reeds
rudimentair was gebleven. Uiterlijk w s ze een fijn
poppetje. precies een echt heuschelijk dametje. Maar
't was slechts schijn, zonderlinge speling van
natuur, die zoo'n fragiel ponpetje had doen ont
staan temidden van ruwe, slechts physiek forsch-
ontwikkelde nienschen.
P* V00rnaiö6 nicht, die van het geval gehooid
nri HCn tan.u„Constance een visite gebracht
praatte met juffrouw van gezelschap....
me'?Je was nol? altijd niet?" zei ze, ver ge-
eg van tante d'r kamer om niet gehoord te kun
nen worden.
ïr.iVÜzei "de freule zou Jeanne geen uur
,missen- Als ze wat langer uitblijft; is de
nr,.r ongerust!" Deftige nicht van juf praatte
n(,L en heel poosje. En dienzelfden dag kwam
tent na het diner, als wanneer meneer, haar echt
er,.,, £ewoon was als er geen menschen te
m,3< lvaren - zich een uurtje in zijn „studeerka-
terug te trekken alvorens naar een of andere
Jgadering te trekken de besognes maakten 't
meneer onmogelijk theaters of concerten te bezoe-
,,)Yam nicht na het diner echtgenoot ver-
iHij lag in een clubfauteuil te soezen. Was
juist even ingedut. Mevrouw kuchte tem wakker.
Hij schrok werkelijk. Dacht dat er iets bijzonders
aan de hand was.
r«L,eb4« even l'jJ en lust om naar me te luisteren,
u^ i vroeë voorname nicht
Hij keek haar verwonderd aan. Bracht leven in
„ah teiï ,nej"' die hij had opgestoken, maar die
gedurende z'n dutje was uitgedoofd.
Praatte over tante Censtance en „dat deerntje".
,..;,'enecr Schokschouderde. Wat wilde zij eigen-
iijK/ Wat kon 't haar schelen of .tante Constance
et Denagen in vond om dat meisje te verzorgen
zie"tjeV°°r het Reefde ontioozele
Maar mevrouw ergerde zich over mer.eers kort
zichtigheid. Dat waren nu dc mannen, die het mo
nopolie opvorderden om de Staat te besturen. En
die zagen nog niet zoo ver als hun neus lang
was I..., b
Afgeleefd, onnoozel zieltje jawel, zeker. Maar
i Constance 't morgen den dag in haar
hoold kreeg om „die meid" een legaat te maken....
Misschien wel tot universeelè erfgename te benoe
men.... Zulke dingen zijn meer voorkomen 1....
Meneer schaterde 't uit. Wierp zijn voeten in de
hoogte en dook diep in de malsche clubfauteuil
van jool, bij jle gedachte aan iets, zoo grootesks
zoo mals, zoo onz nnigs....
„Best", zei mevrouw gepikeerd door zijn uitbun
dige spotternij en opstaand - „best, ik zal de zaak
wel met oom Karei bespreken. Met jou is geen se
rieus gesprek te voei en. Ga-jij maar bridge spelen
in de sociëteit meneer de staatsman!....
Dat- pakte. Hij werd ernstiger. Liep in de kamer
op en neer. Begon toch ook te vinden, dat zij, après-
coup, wel eens gelijk kon hebben....
Een week erna had een soort familieraad plaats.
Bijgewoond daor oom Karei, den vermaarden ju
rist. En door een vriend van hem, niet minder be
roemde specialiteit in al wat met zielsziekten ver
band houdt, 't Kwam erop aan te beslissen, of men
geen reden zou kunnen vinden om tante Constance
„tegen haar zelve te beschermen". Wat zou 't -
aldus werd geredeneerd heelijk zijn als ze kon
VPrfAAtron i t-i ma»./* 1
mers niet.
Haar vermogen zou beheerd worden, dat er geen
gevaar bestond voor „suprises" van welken aard
ook. Natuurlijk had men daartoe taute's medewer
king noodig. Dat burgerkind meest weg. Niet zoo
ineens, maar na een zeker poosje. En als tante
Constance er niet vrijwillig toe te krijgen was
tja. dan zou men zijn toevlucht moeten nemetj tot....
Maar dat beduidde nog niets. De formaliteit van
zoo'n curateele wegens zwakzinnigheid ging buiten
ieder om. Daar hoorde geen sterveling iets van.
Zij zelve nauwelijks.... Dat zou oom Karei, de ju
rist, wel prachtig regelen. Dat kwam in orde. 't
Was voor tante Constance haar eigen bestwil.
Een klein jaar later nadat'tante Constance zich
heftiger verweerd had dan men wel vermoedde dat
gebeuren zou en er nog meer gedoe met de „for
maliteit" was geweest dan iemand in de familie
had gedacht, vertoefde oude ireule in een prachtig
geleden, peperduur Rusthuis in het Geldersche.
Was Jeanne voor goed van haar gescheiden.
Nu had zij. den „aangeteekeuden brief", dien och
tend ontvangen, opengescheurd. Het bankbiljet was
eruit gevallen. En het briefje dat Gijs erbij gevoegd
had, was niet onhartelijk, maar kort. Een regel of
wat. Hij meldde Jeanne, dat „geheel onvoorziene
omstandigheden" hem noodzaakten om buitenslands
te gaan. Hij kon niet anders, zijn toekomst hing er
van af en zijn vader wilde't pertinent. Maar hij had
i zelf ingezien, dat 't zoo beter was. „Misschien zien
i wij elkaar nog wel eens. In elk geval wensch ik je
van harte 't beste". Dat was alles.
Jeanne had 't zien aankomen. Gijs was een goe
dige jongen, maar zwak en oppervlakkig. Zóóveel
had jeanne de gewezen gunstelinge van oude
freule nog wel van de menschen gezien om dat
te .begrijpen. Zijn relatie met haar was een spel
letje, "een tijdverdrijf, een mop geweest. Zij had
sich ingeprent, opgedrongen, aaf'l ernst kon we
zen zij eenmaal mevrouw Van Deelen zou wor
den schoondochter van den gewezen resident;
van den meneer in Den Haag. die daar allerlei
hooge betrekkingen bekleedde en den titel van
jonkheer mocht voeren, /ij had gedroomd van eene
toekomst, als ze kaartjes zou laten drukken mei
I!.
„Er zijn maar weinig zielen, die beter zijn dan die
van Trash; eens zai hij leeren spreken en geheel oen
mtnschejijk wezen zijn," lachte Griff, terwijl hij het
ontbijt klaar maakte.
Een hall uur later, na zijn gast vaarwel te hebben
gezegd on na oen tweede waarschuwing van haar, dat
hij op zijn hoede moest zijn voor de verraderlijkheid
van de heide, stapte hij vlug over het bevroren land,
dat tussclien Loslwithens en Ling Gnig lag. In zijn
hart had hij een bijzonder gevoel van ochagelijkheid,
alsof de God uit zijn vroegere dagen werder op Zijn
plaats troonde; en weer vertelde liij zichzelf, zooals
hij Urn vorigen avond ook haxl gedaan, dat hij blijde
was, het zijne ertoe te kunnen bijdragen oin de vrouw
van Ephraim een goede Jiegrafenis tc gevoiij daar zij
de oorzaak was geweest, dat nij een vrouw bij dc ruïne
van Wynyntes had gevonden.
Te Ling Crag, wtiar dc hut*van Ephraim Sliackleton
vlak bij den ingesnoeuwden wee lag, was alles leven
an beweging, zooals er in dc dorpen alleen is, wan
neer er een begrafenis of oen trouwpartij zal plaats
hebben. Ephraim's vrouw, die op do laatste eerbewij
zen lag te wuehton voor haar reis naar liet graf, dat
reeds to Trawdon. voor haar was gegraven, was gedu
rende die laatste twaalf maanden lijdende geweest; zij
had geweten, dat haar einde nabij was en evenals zij
Jiaar Tykwade van het fijnste linnen had gemaakt, voor
dat zij voor goed aan het bed werd gekluisterd, zoo
had sjj zich ook bezig gehouden met Tiet maken van
den ouden I>essenwijn, waarmede haar begrafenis moest
worden gevierd. Hel was goede wijn, wel versterkt met
krachtigem brandewijn en zelfs in de laatste dagen van
haar ziekte was het haar oen troost geweest, te kun
nen denkon, dat Ephraim zich als gastheer niet zou be
hoeven te schamen, als de rouwklagers kwamen eten
eai drinken.
En nu was die dag gekomen. De handen, die den
wijn hadden klaar gemaakt, lagen rustig gevouwen on
der de lijkwade, maar de wyn stond, flesch aan flesch
naast de gekruide brooden cn krakelingen, die op het
tafelblad opgehoopt lagpn.
Vrienden en familieleden zwermden rond de tafel
terwijl iedere nieuw aangekomene de wenteltrap
opging om eerst even naar het lijkhuis te kijken en
op <ldn weg buiten stond een slede een groote, ruw
in elkaar getimmerde^ vierkante slede.-zooals het hei
dekolk gebruikt oin bij vroolijk Juli-weder hooi te ver
voeren naar de schuur. Twee krachtig gespierde karre-
paarden waren voor de slede gespannen on do vnnu
scheen, waaneer hij langs hen heen blies, hun schoi-
J - -- - W
ten met wreeden vinger aan te raken.
„Alleen mijnheer Lomax ontbreekt nog," zei Ephra
im, „en hij had mij nog wel beloofd, dat hij bier bijtijds
zou zijn, om met ons mede tc loopen."
„Hel lijkt of hij bang is voor goed heide-
volk," wierp buurman nier tusschen in, „Wat
den man si heelt, kan ik niet zeggen; maar hij lijkt
veel op mi dollen hond, die zich koert tegen dengono,
van wien hii eens gehouden hoeft en naar Item bijt.
Bij het Heilig* Hart, liij was de mooiste knaap, dien
ik ooit jgeziui hel) net gelijk of hij stroopte, of
vocht of een vijfvoudige hindernis nam voonlat hij
in moeilijkheden kwam."
„Wel. hij 'kan een spade hanteeren ab' de beste,"
zei Ephraiin, „en hij weet in de puntjes, hoe metn
ectn afvoersloot moet graven en goeden grond kan
maken van dorre heide. En waarachtig," onderbrak
hij zichzelf, terwijl hij: door het venster keek, Jiij
slaat daarginds bij de siede te wachten en praat tegen
do paarden, alsof het zijn bloedeigen broeders waren.
Het kan best zijn, dut hij tegenwoordig niet al te
veel houdt valn huismusschen en hij heeft het lijk
reeds gezien. Dus zullen wij maar opbreken, vrienden,
of wij kullen moer duisternis dan daglicht krygem.
Grill kon werkelijk den moed niet vinden,, om naar
bikuten te gaan. Het gevoel van kameraadschap van een
oogonblik gateden hnd hem verlaten en hy deinsde
er .voor terug als iemaind, die bang Ls woor zijn
eigen verwildering om met zijn medometnsehen ja
aanraking to komen. Kameraadschap was goed en gis
teren had hij liaar welkom gcheelen; maar geen menscb
kan gedurende jaren alleen on van do wereld afgezon
derd leven en toch ontsnappen aan die diep Ingewor
telde schuwheid, welke zidh juist dan vnn hem moa-tor
maakt, als hij «r het minst op verdacht is. Om- deze
mlan en Ephraim Shacklcton had een ongewone
fijngevoeligheid aan den dag gelegd, toen hij dit raar -
do was Griif buiten gv-blcvdn, waar hij fp8®n
paarden in hun eigen taal sprak en probeerde nioi oen
scherpen gecsel van den wind met meer opgerumn. -
heid to doen verdragen.
Eindelijk werd <ta doodkist naar benoden Slacht en
op de slede geplaatst, liet gehoole dorp Ling -..g
was daar dien (lag aanwezig en ook volk van j.ireh-
ootos en Craiishaw; en twee aan twee namen zij hun
plaatsen in achter het ruwe voertuig, dat de vi ouw
van Ephraim naar het kerkhof ging brengen. Men
moest in een eiirbiedig-Iangzamen pas, een bevroren
pad vain vijf mij'en afleggen en do wind, die den spot
mot ben dreef, blies koud Over de bevroren suoeuw.
„mevrouw Jeanne v.in Deeten geb. Govers"«op
en met een kroontje boven haar naam.... Gijs had
't haai wel eens voorgeceekciid.
Zoo'n kroontje met vijf parels.... Eigenlijk hadden
de Van Deelen's recht op zeven parels. Jeanne
mocht Gijs wel lijden Maar voor echte, sterke,
mooie liefde was haar wufte, vluchtige natuur niet
geschikt. Zij schreide nu, terwijl ze net bankbiljet
voorzichtig in haar porternonnaie stopte, 't Was int
Zij was weer de jans Govers van vroeger. En
zij dacht mei griezelenden weerzin aan dien Jan
Rood, den vriend van haar broer Manus, die .fans
gevraagd had „vaste venceering te hebben"... Ruw,
plompe, grove, ongemanierde proleet, burgerknul,
zooals de kerels, die eerbiedig groetten of wel nij-
dig-jaloersch keken, wanneer zij met de oude freu
le, vroeger, in het rijtuig reed.
De meisjes in het magazijn, waar zij nu werkte,
en die natuurlijk wisten van de vrijage met jon
kertje Van Deelen. hadden haar wel uitgelachen
ei\ -t hare ervan gedacht. Maar toch werd zij
sinds Gijs haar eens op klaarlichten dag had af
gehaald, alsof zij werkelijk z'n meisje was, met ze
kere onderscheiding behandeld.
Dat was nu uit.
Ze zei niets op het magazijn. Deed haar werk
als steeds. Maar 's avonds om acht uur, stond op
den hoek van de straat, haar te wachten dat kleine,
magere vriendje van Gijs, studentje uit Delft. Dat
kereltje met z'n sluwe, koe.l-spottende oogen.
Hij nam Jeanne bij den arm. Zij liet het toe.
Ging met 'hem mee. Eerst naar een café met
strijkje, waar ze een uurtje toefden.- Vervolgens
naar een groot lokaal met veel licht en veel ge-
druisch...
't Was heel laat, dien avónd, toen ze naar huis
reed... Ergens naar 'n nuis in buitenwijk... In .een
rijtuig, waarin zij en het Delftsche studentje zaten
En nog een meisje meteen jongeling, die te veel
"biertjes" had verséhalkt om alles goed te begrij-
p6n«N
Onlangs heeft Jeanne terecht gestaan. Wegens
winkel-diefstal. Zij bieek toen te Denooren tot de
reeds-volleerde dieveggen, die des middags op win
kelroot uitgaan, voorzien van alle utersiliën, voor
het bedrijf noodig.
Zij zat daar, de gewezen gunstelinge van de
oude freule nog heel jonge deerne, Met veel
rijstpoeder op de vale wangen en met sterk ge
kleurde oogwimpers. Het O. M. was tamelijk cle
ment in zijn eisch. En voorden aandrang van .den
verdediger om' een onderzoek te doen instellen
naar het al of niet toerekenbare van debeklaagde,
scheen de Rechtbank niet veel te gevoelen.
Het was misschien een „grensgeval".
Maar een van zeer banale soort.
Zwakkeling, door den loop der omstandigheden
tot het misdrijf gevoerd.
Maar die, om haar te beveiligen tegen zicfizelve,
inderdaad „onder een stolp" had moeten bewaard
zijn, d'r leven lang, zooals vader eens gezegd had,
toen Jans nog heel klein was.
MAITRE CORBEAU.
Te Bergen N.U. wordt aan den Meerweg- een aan-
tr>nieuwe villa's gebouwd, waarvan er één het
uiterlijk vaneen stoomboot heeft.
nuiTScnr vliegeds.
Naar men vernoemt, r.ijn de 4 Duitscbè vliegers,
die 3 Mei j.L in dc V- ieünge zijn neergekomen en
met bun twee vliegtuigen toen naar Vlisstngen zijn
gebraoht, gaintomeeixl.ea zijn de twee Duitsdie vlie
gers, die lö mijlen bewesten Texel zijn aangetroffen
en IC Mei j.L te Dinuidcn werden aangebraóht, vrij
gelaten.
T-'ii 3RITSCHE GEÏNTERNEERDEN IN NEDER
LAND.
ltcuter seinde gisteren uit Londen:
.'a Let Lagenbuis een vraag beantwoordend, beeft
Maepherson gezegd, dat de Nederlandsehe regee
ring een 'cveieciikoffist met de Britsche regeering is
aar,gegaan, waarin ze zich verplicht om de Britsche
krijgsgevangenen, die in Nederland zijn geïnter
neerd, aan voedsel te helpen.
Wagens scliaarschto vau voorraden in Nederland
werd de regeering onlang* door de stemming onder
het volk gedwongen .het brood- en vleeschrantsoen
te verminderen tot dat, hetwelk den Nederlandschen
hui-ger.; toekomt.
Hef lijkt waarschijnlijk, dat dit rantsoen laag is en
de kwestie om toe.'temming van de Nederlandsehe
regeering te verkrijgen dit rantsoen met toezendin
gen uit Groot-Britannië aan te vullen, is in overwe
ging!. Het wordt^niet aanbevelenswaardig geacht om
toe te staan dat artikelen, die voor de 1 evensmidde-
lenrantsoeneering in Engeland van gewicht zijn, naar
Nederland worden gezonden. Men hoopt binnenkort
de huidige moeilijkheden ten volle te overwinnen,
door geld van Groot-Britannië uit aan Nederland te
doen toekomen.
In verband mei de bezwaren dat het perepheel bij
lange diensttijden geen voldoende voeding krijgt,
daar de troodrantsoeneering het onmogelijk maakt
een voldoende hoeveelheid brood mede te nemen,
heeft de directie er JLIT.S.M. bepaald, dat de nacht-
Toch ohttrok niemand zich nan dezen eenvoudlgcn
plicht; zwakke meisjes en ziekelijke mannen waren
hier en als zij hoestten, deden zij den menschen ge-
looven, dat zij snikten, uit vrees, dat Iemand zou gis
sen, wat dezv koude tocht hun kostte. O, droevig was
het en ongelooflijk na srgpestig de levenden, spe
lende met den dood die eenigetn van hen bijna even
dicht naderde nis die doode vrouw op dc slede
do zonnige, helden-koude hemel dia ongevoelige,
hier en daar rose getinte sneeuw.
Langzaam passeerden zij Scart op Water en klom
men naar boven, tot zij het dnd* van "den weg
hadden bereikt, welken Eiphraim en zijn vrienden
in de sneeuw hadden gegnavn. Zij moesten do
slede bier een voet of vier hoog optilion tot boven
do bovenste sneeuwlaag; en tnon vervolgden zij
hun weg over de verblindend witte vlakte, tot dat
zij den Gevaarlijken Iloek voorbij waren en ae
grenslijn volgden tot aan Lancashire. De paa a
die tot nu toe rustig waren geweest, k^nd^
langer den scherpen wind v(jrduren, di tgler
heete bloed in do aderen prikkelde,
ten spijt - ondanks hei gladde, i'
hen met den ondcrgangbidre^e.^ten
Bialon- do slode met zijn stille vracht, gteea ooi-
öp.'v» dS,
andoren en ontsteltenis stond duidelijk op ieders
volant te lezen. De stelle weg naar d.e Herders her-
Kf bracht hen echter eindelijk tot staan en de
koetsier kon hen nu tot bedaren brengen. De
rouwklagers volgden opnieulw, al worstelende den
akelige» tocht.
Door Wyecoflar gingen zij, met zijn herinnering
aan den Rijdenden .Jonker en zijn oude hol, .be
dolven ondeT de sneeuw; tusschen de met sneeuw
bedekte muren door en langs de kille graslanden,
totdat zij ten slotte hun doel hadden bereikt. Het
graf w*-s gereed, de handvol bevroren aarde w-rd
neergeworpen op do kist en de vrouwen weenden
luid. En toen lieten zij haar achter in haar kille
rust en was het kerkhof ledig, op een doodgraver
na, die boven zijn spade stond to zweeten; en allen
voelden zich opgelucht, toen zij zich voortbewogen
naar de dorpsherberg, bevrijd ais zij waren van den
last, dien zij achter hadden gelaten.
Er is iets bij een begrafenis, dat den moed van
«n man geheel in de schoenen doet zinken en
hem daarna opheft tot oen luchthartigheid, waar
tegen hij kan vechten, zonder ze te overwinnen. Aan
den rand van het graf had dit volk de smart ovc