Sciiager liouMl
De dingen om ons heen.
Door smarf gelouterd.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Schetsen uit de Rechtzaal,
Zaterdag 14 September 1918.
Siste Jaargang No. 6276.
Waarom geen vrede?
Terwijl allo regeerders van allo landen sodeirf het
ui.breken van den oorlog om strijd hebben verklaard
den krijg geenszins lo willen en hein slechts to hubbon
uanvuini, omdat or geen andere uitweg was duurt do.
strijd toch onverzwakt voort.
lloe feiten en woorden hier met elkander in over,
«oactemming zijn te brengen, is een raadsel voor ieder,
een die gelooft in do waarheid van een regenten woord.
Als men ernstig wilde móest er üjimors een middel
z\jn pm tot den vrede te komen, uet eenige bezwaar
voor een -nmzelten van woorden in daden zien wij
dan ook hierin, dat mem «ie .tqgenpurtij niet vertrouwt
to hare uitlatingen, lu bare vreacaliefdo.
Men meent reden te hebbeu om aan te nemen, slat
<-T zich ken valstrik bevindt achter .die mooie woor-
ilen en dat men eiko uiting, waaruit de geneigdheid
tot onderhandeling spreekt, in het vijandelijk 'kamp
zal opvalten als toeken van zwakheid en uitputting.
Vandaar de halve woorden, de vage voorwaarden, de
slag om den arm, het achterdeurtje, waardoor elk
Staatsman ontvlucht, rood ra metn hem'aan zijn woord
zou willen houden, zoodra iemand zou zeggen; zie
daar, ik bon bereid 1 Waar zullen wij andertondelen V
Hoe laat morgen treilen wij elkaar?
Zoodra men de eerste syllabe van zulk een ant-
woord meent te hooreu stamelen, zet men oen hoo-i
go borst en worden er spoedig een paar vage voorwaar
den verduidelijkt" in zulk een vorm. dat het voor de
tegenpartij onaannemelijke eischen worden.
Natuurlijk zit hier een element in van valscheschaam
te Beide groepen hebben bij.de oorlogsverklaring ge
zegd niet te zuilen rusten, niet de wapenen neer te
zullen leggen, alvorens he: manster is geveld, dat „ons
gebied", de „vrijheid", de „democratie", de
„rust" ge „welvaart'. zoek maar 'uit! bedreigt.
Die ai;es en nog wat bedreigende monsters bestaan
nog, precies zooals zij in Juli 1914 heetten te be-
va&n.
„Heetten" want aan hun werkelijke existentie mag ten
zeerste worden getwijfeld.
Vooral, omdat or zoo weinig zekerheid bestaat, aan
gaande het feitelijke wezen \Tun het bedreigde.
Alles wat bedreigd heeft, zijn ijdele woorden, zwe
vende begrippen, waaraan ieder de beteekenis 'hecht,
die hem past. Vrijheid in den mond van een Brit,
Fratnschman of Amerikaan zijn geheel andere begrippen.
Rust, welvaart en democratie «fesjelijks. En het eenige
concrete begrip, dat bedreigd heette n.I. „ons gebied
d.w.z. de Duitsche bodem is nooit bedreigd geweest en
er is nooit ook maar een schimmetje van een be-
wijs geweest, dat de Entente of een harer leden het op
de Duitsche landen voorzien had. Tenzij men natuurlijk
Elzas Lotharingen, waar Pruisen zelfs nu nog geen
referendum aandurft, als echt-Duitsch zou willen bet
schouwen.
4 Wij zouden zoover durven gaan te beweren, dat de
regeerders, die den mond vol hebben van de bedrei-f
gingen, waaraan zij door middel van dezen opge
drongen" oorlog een einde hopen te maken, zich zelf
nauwelijks gelooven.
Maar de volken heb beft. althans in den eersten roes.
geloof geslagen aan. wht de vorsten en ministers zeiJ
den \\anreer nu blijkt, dat al die offers van bloed en
goed in al die jaren een eind gemaakt hebben aan
iels, dat nooit bostond of erger nog die faru
lasüsche ^.bedreiging" ongewijzigd laten voortbestrnui.
dan is het duidelijk, dat alleen zeerJankmoedige volu
it en de handen in de schoot zullen leggen en zullen
prijzen, wc de heeren wel hebben willen wijzen.
Vermoedelijk zou een heropvoering van een alge!
ineene ooinmune niet uitblijven. Al die offers voor
niets, al die ohtberingen voor niets, thans vier. straks
vjjf jaar lpngj mot het vooruitzicht, dat zeker één
en waarschijnlijk twee of drie menschengeslachten noo-
dig zullen zijn tot afbetaling der schulden, tot heTsted
'ter schaden! Geen regime, geen regoering. geen vorsten
huis kan ook maar een oogenblik hopen zulk een
iatastro))ho van het volks ver trouwen te overleven.
Ziedaar den Jactor, dien wrij „valsche schaamte" noe
men, het niet-wülen erkennen van ongelijk, het willen
opzeggen van het heeie alphabelh, hu men eenmaal A
zeide.
Daarom moet bil de schreiende noodeh van gchecle
volkeren en volksklassen de geheele wereldproductie
voor tientallen jaren worden vastgelegd voor rente en
ifiossing van oorlojfdecningan.
Alleen, omdat anders in Berlijn. Londen. Weenen
Vervolg van Grlff Iornai en zijn dzad.
HALLIWHLL0» UTfLIFFH
Voer Ned«U«d b^rkt j w J A ROLDANUS Jr
IA keekvern ventketMa bij 'W. DE HAAN
50.
HOOFDSTUK XXVI.
De HulsfeeSn bezoeken LoitwHhens.
Gedurende de week, dde Squlre Daneholme had
(loargabraéüi't in tzelfbolieersching, was de gezondheid
van geest bij Grlff weergekeerd, een gewondheid van
geeet, gepaard aan een groote -ldc'haimoMJQw} zwiatk.te,
die zich duidelijk uitsprak in het smalle gelaat en de
uitgeteerde handen. De dokter, gewend als Wj was
aan zulke af menende koortsaanvallen, waaraan
vroeg otf laat geen werkman op het ilond ontsnapt,
stond versteld over de snelheid, waarmee deao man
vermagerd was. Het scheen, of het vuur van de
laatste jaren, tot mi toe bénnen gehouden, en smeu
lende, thans met alle kracht was uitgehroiken met
het doel te laten boeten boeten voor de al te lange
onderdrukking.
Grlff lag daar, zwak alls een kind; slechts zijn
vurig kloppend hart leefde nog en da", werd ge
kweld door de gedachte aan den verspil den tijd. Da
gen achtereen lag WJ op zijn bed van heide en er
whs niets, dat op een spocdigen terugkeer van zijn
krachten wees. Slechts één teeken was er cn Redd-
hlouhg had het spoedig ontdekt.
„Kijk eens hier", ni hij op eien namiddag, tegen
Nell, toen Griff in een onrustigen slaap was geval
len, „u kent mijn stokpaardje nu. Tobben is de oor
sprong van haast alle lijden en 'hdetr Is tobben zeer
zeker de oorzaak. Hebt u wel gezien, hoe zijn oogen
zich steeds naar dat raam wenden-, als 'hij wakker
ls? Hij kan dat. onvoltooide stukje ontginning zien,
en mij dunkt, hij moet steeds de behoefte voelen er
heen te gaan. zult u wel herinneren, dat het daar
over was, dat hij steeds ijlde, toon de koorts hem -te
pakken had, en dit ia het ook, wat hem nu in den
weg stamt".
,.Is Tiet Q-vnarlijk voor hein. om daar zoo te lig-
jfen, zonder dat hij iets beter wordt?" vroeg Nell be-
'laard.
Dat Ju 't zeker Een rasruch kan slecht» één kztit
öe,«* worden of erger wordan - n dmi la
gaat bat rek» «tot bMr."
P»rij» ren aftisr hw f}'.,» 'baaluiten zou anderj
rekenen, waarin, i; .-.csre hets-t minizter benoemd
worden.
Zoo ooit, dtri t» ma .u«r oe vraag of deze aop (dit
bloed, «ie milliaruoi), Oa.- jjtol (die Staatshoofden cc
die ministers, dat regiem) rvard is Doch ongelukkig
voor de wereld h ft niet het volk, dat het Woed eu
fuud te leveren heeft, In deze te beslissen, doch de
taatskoofden eu ministers, die zelf met de verdere
leverantie staan ot vallen.
W(j 'komen terug op ons uitgangspunt, dat elke ra.
gearing zich bereid verklaart tot den vrede, doch dat
elke regevring tevens g ek tor de bereidverklaring harer
tegenpartij ecu nisuik -vermoedt.
.Weluu, <ue vt- iv.v. besta At. \Vij, neutralen, die de
pers van beide groepen kunnen naslaan en aus rekoik.
schap kunnen pjvwn van het verschil tusschcn de hoofd
artikelen, die regeeriugsgcziad zijn. In de gewone bo-
richtoiL die duidelijk sproken en als symptoom voor .de
stemming veel meer wu-.idc bobben dan het btóteldo
»f althans gecensureerde ppstel op de ectrite pagina,
wii, neutralen, zien dien valstrik.
Maar.... die is hiel opgezet door de vijandelijke rej
gcerkigen. Verre vuu dien. Dje valstrik bestaat daarin,
dat elke regeering doet alsof zij zelf uit naam van lieei
haar volk spreekt eu «lat zij zich tevens de overtui-)
ging permitteert, dat dit bij haar tegenstandster niet
Eet geval is,
Hertimg reet, dat Lloyd Georgo het Brits cha volk
op een dwaalspoor brengt. Toegegeven, dat een. groot
deel der Britten anders denkt misschien heelemaal niet
denkt over den oorlog.
Maar... Llovd George hoeft eveneens gelijk, wanneer I
hij met nadruk verkondigt, dat het milftairismo en het
Jonkerdom het Duitsche volk niet ls.
Zoodat dus, alles wel beschouwd, de oorlog hiet
gaat tusschen Duitschland cn Engeland, maar tusschen
„Draufg&nger" en Jincoes", tusschen Tirpitz en Re-
ventlow tegen Beresfo-ra en Northcliffe. Tusschen twee
groepjes, die als men- e uitdrukt in procenten van
qualileit en quantiteit vermoedelijk in ae zóóveel de
cimalen zouden blijven.
Blijkbaar estaat er geön kans, de-regeerders cn woord-
voeraors tot een ander inzicht to brengen. Dit ls reeds
daarom onmogelijk, wijl niemand gedwongen kan wor
den tot zelfmoord en net zou politieke zelfmoord zijn,
wanneer een minister van een oorlogvoerend land thans
er toe overging zijn eigen woorden terug te nemer..
Nu dit zoo is, kan men het als een zeer verblijdend
teeken begroeten, wanneer de mannen, die. naast de
regeerders, de meest invloedrijke personen zijn. bun
best doen een andere 3temrning in net leven te roepen
De leuze: (.niet vernietigen, doch begrijpen" ls de
eerste handwijzer op den weg uit het moeras
En «ij die deze leuze hebber, aangeheven, zijn Lands-
downe en Czernin, die heiden blijven voortborduren
op het vredesscheina, dat Wilsoin aan de wereld schonk
Zij hebben, beide, positie gekozen vóór het aonhoo.
ren van den tegenstander, vóór het onderzoeken van
wat hij zegt en wenseht, er. tegen het onmiddellijk
verdacht maken van alles, wat hij aanbiedt of be
weert.
Speciaal het artikel van Czernin in de Neue Freie
Presse kan momenteel zeer veel doen voor het be
reiken yan een betere verstandhouding.
Zijn verklaring, dat het Duitsche volk als geheel,
den vrede, die komen moet, hiet zal beschouwen als
een gelegenheid tot voorbereiding voor een nieuwer,
oorlog, nemen wjj .gaarne ais juist aan. Ook in de
Enten telanden zullen er vermoedelijk weinig tres po u.,
sabele menschen zijn, die dit niet gelooven. At was het
alleen, omdat men ook déér weet ftoeveet het Duitsche
volk heeft geleden. Ook dat het Duitsche volk de nieu
we wereldórde wil, waarin recht en niet geweld do
beslissende factor te, zal gaarne als luist worden aan
vaard en dankbaar ad notaris worden genomen.
Maar het is bedroevend ook Czoruin ontkomt
niet aan hot regeerderstioodlotgroot doen voor het
eigen volk. Want zijn conclusie luidt: In die beweging
moeten de Centralen de leiding nomen. Zij zij!
moeten de wereld met die nieuwe wereldorde geluk
kig makent T
Wij weien niet, wat Londen, Parijs jon Washington
hierop «uilen antwoorden. Maar wel weten wij, wat
Berlijn en Wecnen steeds hebben gezegd, wanneer dé
Entente zeide aan het invoeren van aie nieuwe we
reldorde haar hart te hebban vereend...
Dan luidde hot antwoord; wij willen ulieden voogdij
miot.
Gelooft Czernin, dat metn in Londen en Parijs wél
bijsier .gesteld is op het leiderschap van Weenen an
Berlijn en quaosties van do wereldtoekomst?
Natuurlijk gelooft hij het niet.
Maar ook nij lijdt aan do „valsche schaamte" en-
moet zijn groep tenminste daarmede troosten, dat. als
er dan ook met alle offers geen zegepraal is bevochten
in het veld, ten minste die nieuwe wereldorde geschal
pon is door zijn groep!
Neutralen kunnen de schouders op halen over zulk
eetn kleinigheid van een hoogstaand man. Doch oor
logspsychose is nu eenmaal eon zickto, die gevaarlijker
is aan ile Spaansche griep..
De wereld zal op vrede moeten wachten tot er er
gens een staatsman opstaat die b«t geschil terugbrengt
tot een wiskundig vraagstuk.
Bijvoorbeeld roo.
Gegeven, zooveel menschen (ij.
zooveel millioenen gouct (b).
oi®uvre wereldorde, qm net evan oé zij
door Jan, Piet of Klaas wordt gesticht (c).
Gevraagd te berekenen hoe.eel grooter a b is dan
ulkjr8t lnomeïlli dat a -j- b kleiner of geliju c was.
schijnt ons reeds zeer Innig voorbij. De vraag is alleen,
w&ar <fe invtoedrijkic staatsman te vinden ls, die oen
volk achter zich .toeft, dat ra-.-er hecht nnn wlsl'ur 'o
«tan aan lawaairedevoeringen en -aj.ikel«m, die niet
z'»oy,x)r hot belang d«x menschheid, noch dat van het
«igen volk, als jjnl .de interesse van het aan het roera
-'•Und groepje op hel oog hdbJbon,
UITKIJK.
NcH Nrthercliff was een oogenblik stil Zij wist,
wat Roddhiough niet weten kon, waarom deze zieke
man geen rust kon vinden, zoolang die onontgonn®.
woeste hoek van zijn afgravingen hem aangrijnsde lede-
ren keer, als zijn oog uit het vensterraam blikte. Dit
was de boete, die hu züch .had opgelegd, en de ge
dachte drukte hem, dat hij 'den weg naar den vrede
niet bereikt had.
okier". zei ro ten laatste, hoewel onwillig Grif ft
eiraeu met een ander te aeeddn «tl toch begrij
pend .dat zo Reddhiough al de hulp moest verieeueu
waartoe ze in staat wat, ..doktei. veronderstelt u een?
dal hij een bedoeling hoefi mei dien apvottooidan hoek
van ne antgiiinlngenl"
Roddhiough trede zijn zware wenkbrauwen samen
do manier, waarop hij fronste, warateer hij licht begon
te zien bij do behandeling van een moeilijk geval.
„Dat zou heel veel verklaren, indien die gedachte
diep geworteld te," zei hij.
,.Zc is diep geworteld. Hij heeft er voor geleefd
het .moge dan waan of werkelijkheid zijn, óf hoe u
't ook noemen wilt al deze vijf Jaren lang. Hij
denkt, dat hij geen vrede zal kuimm vinden, voordat
hot laatste stukje werk daarbuiten klaar is."
„Hm! Hii is altijd een weerspannige ezel geweest
wanneer hij oen idoo in zijn hoofd had. H(J zal het
nu ook hiet opgeven, hoe zwak Jtij ook te heem
zelfs niet, al todden u en ik on' alle monschen uit
I.ing C.mg hem bewezen, dat hij het mis had,"
Roddhiough keek in grooto v< rslagmhcid naar den
sla penden, man, ofschoon hij wist. dat 'ergens in een
verborgen hoekje ren zijn geest een goed plan aan
hel rijpen V-as, „We moeten een middel bedenken, om
hem van dien waan te genezen," zei hij. „rijn «-enig
behoud zit im het omspitten van dien hoek. De man
is gezond genoog, zooals alle I-omaxcn zijn; wat herat
het meeste doet lijdon, «lat is juist wat u me
gezegd hebt, die gedachte, die hem belet w-yor op
krachten to komen,"
Het toeval wilde, dat Griff op dit oogenblik wakker
word. en recht pvercind in lxd ging zitten, .de oogen
gerient op do ontginningen, die zijn droomen hadden
gevuld.
'Er ls nog maar zoo weinig to doen," mompelde
hij. „Nauwelijks twee maanden werk. Het is om te
vloeken, dat ik hier als een blok lig en dat stuk
grond me uitlacht. Het .beteekent, dat het ten slotte
toch neg den strijd heeft gewonnen. 0, je kunt naar
den duivel loopcnl, Reddliiough" mak nij af, toen hij
zijn hoofd pmwendde en don dokter dicht naast zich
zag staan, je zegt. dat Ik niet in staat ben om op
ie staan. Man, je weet niet wat er afhangt van het voL'
loden ren dien hoek
„Ja. dat .weet ik wd," wé
m«v geef ram eens een atevigon handdruk; je b«bt me
„MANUS MINISTRA."
Do qloctrisclie schel komst van klanten uiinkon-
digand, trilde door hot magazijn. En Autllré dio ach
ter «ai vuu do uitslalbwik -n luid zitten lezen, schrok
up. Een dame «weefde hot magazijn binnen Zij ver
spreidde geur van iét wat «woelen parfum. Uclitc zij.
do robo ruischto ea een groote voeren bou omhutf'de
liaar lange gestuite. Achtoi' de dame kwam de hguu;
van oen reserve-officier jonkman met nog haast kiii-
•k-rlijke, maar nzig-strakko. trotscho hokken. Ilij traehtie
puntjes to krullou aan schier denkbeeldig kneveltje.
Dp liaar hooge hakjes kwum de dumc naderbij, ganscli
geruisclilooö voortgaand over den looper van malsohc
stof.
Andró boog eerbiedig. Schoof stoelen bij. De lui
tenant had oven een lx-weging gemaakt naar de klcj)
van rijn pet. Fluisterde met Boadame, iiiet lettend
op den bediende in 't magazijn. Hij wilde braceletten
aai, de reservo-,óffic.ier had met een paar bibberig
stroeve woorden z'n orders gegeven. Andrc opende een
der glazen kasten, haalde étuis voor den dag. 'Liet
etectnsch lichtje stralen, zoodat dc weeld# in hqt ma
gazijn plots begon to flonkeren in pracht van kleuren
«De dame keek rond. Met eensklaps opgeleefde IxJ
langstelling, 't Was of er gloed kwam, nu in «le kwij-
meiïde oogen, dco>r sterk g tceketndc. zwaar geschminkte
wimjxras omrand. Een kleur op de wangen van vaal-
vermocide tints, rij zat daar met het gelaat;van heel-
ieugdigo lijnen, als een vermoeid kind. Maar nu lonkten
naar oogen naar luitenant. En zij hielden hem vast.
Lm wie goed observeerde, zag een wal ruwe trek van
begeerte kwam om haar lippen, terwijl het electrisch
tampje bestraalde de weelde van stralend goud, van
flonkerende diamanten. André Egde mits noemde prij.
aan .HU sprak met zacht-eerbiedige stem. Bleef op
respectueusen afstand, «ei slechts iets 'wanneer luitenant
of boadame hem wat vroeg Nu sloeg zij het sluiertje
van haar gelaat. Het electrisch licht scheen vlak op
haar. En even duizelde 't Andró vroeg Ue luitenant
tevergeefs iets aau den bediende, die doodsbleek was
geworden en wien bijna een étui was ontglipt
Na twee jaar zat zij daar vlak bij hem. Toetn woon
de boadamc in een klein bpvemhuisje van de nieuwe
stad, niet haar mooder. En André herinnerde zich
nu de fijnste bijzonderheden van wat er gebeurd was...
Zij had nog altijd dat kindergezichtje iuet die groote,
zonderlinge, violeitesi oogen, Ilij was toen wilkx aan
Berta geketend geweest Eerst, ging rijn spaareot eraan,
waarvan ze thuis niets wisten. Toen hacl hij 't doorJ
gedreven dal hij ergens op een kamer ging wonen. En
3e jongen, die tot nh toe het grootste gedeelte van
wat hij verdiende, thuis had afgedragen niet moet
dan een guldentje voor zich hield, kwam nu te kort.
Zijn zuster was bij hem gekomen; hau verteld d&t
thuis rulke zware «orgen hadden. Moedor was ten
achter met de huur, met allerlei huisschulden. Vader
had een 'duizeling" gehad kort geleden an de angst
voor André's doen in de jongste maanden had daar
veel toe bijgedragen, zei de dokter. Kleine Mien had
zich laatst zoo erg bezeerd en moest nu een instrument
hebben voor haar -kreupel geworden betftije maar en
was geen mogelijkhedd( om 'T te bekostigen, André bleef
cr koud, anèandoenlfjk voor. Hij werd nijdig over
het zeuren van zus .Zei dat-F' er niks aan doen kon
Er vielen harde woorden Hij was niet meer thuis
geweest sinds dat oogenblik en de schaamte over rijn
gevoelloos gedrag droeg ertoe bij om hem te laten
voorthollen op den eenmaal ingeslagen weg. Hij stak
in schulden. Telkens nam hij zich voor, zich los te
scheuren van Berlha. Maar 't ging niet. Als zijn dnqu
taak was afgeloopen, werd hij dooi' een manische kracht
naar haar gedreven.... D"r ma zat dan achter keurige
theetafel Lorgnet op den rood ge tinten neus. Zij, Ber-
tha, begon zotxlra André kwam. hom te praten over
-kleine pre'enties" die moesten afgedaan. O. 't kasttr
naar slechts een woordje, een went om van alle zorgen
vrij te wozen. De oude baron Van Waveren had haar
laten vragen, of ro een mooie villa een karretje, een
vaste plaats in de opera wou heLben. Maar Bertha
offerde «lat alles op voor André. De angst vat IWr
te zullen verliezen, deed hem al 't andere wigritetrr
Hij had ai oen paar kleine acoeptjes afgegeven, t>ij
Diinissen gebeerd. Bij »|n hospita was hij in schuld...
Et toen «res 't gebeurd. Dat hij tiet in staat was
om een -kleine pretentie" yan Bertha's ma te betalen
Hij verschoof 't tot overmorgen. Maar ook toen was
altijd in elkaar kunnen «irukken, te 't niet?"
Griffs hand sloot zich om die van den dokter ön
hij Trachtte rijn spieren In werking te brengen. Eens
zou hij de huid er al gehaald heTLcn door een een-
vouduien druk, maar nu' moest heddhiough glimlachen
om «hen zwakken greep.
„Dot moet je hot Dewijs rijn, Lomax. Blijf nog een
tijdje rustig, tot je krachten riiu wofroekcer-J."
„Ja lig rustig I" herhaalde Griff kniezend. ,.t Is zoo
gemakkelijk, niet waar Red«ihiough. wanneer jo niet
stil kunt blijven liggen. Hoor je dan niet, hoe het veen
me uitlacht Jk wei en dat zal hie nog gek inakcii."
Het middel cm liern to genezen, «iai hem oerst Hauw
en- zwak omlijnd voor den geest stond, werd Reet;
dhiough plotseling duidelijk.
Lomax' jki hij. „veronderstel eens, dat de huis-
feeën over hot veen kwamen aangetrippeld aa dat beet
je werk voor je afmaakten?"
Veronderstel, dat jij om verstandig mcinsch bent.
Roddhiough I Het oene denkbeeld te het andere waard".
Maar veronderstel eens. dat ze Ijet deden. Zóu je
da'i voldoening geven?" -
Griff keel* niet oniialuurlijk groote. donkere oogen
den ander in het gelaat cn glimlachte flauwtjes spottend.
Jazei -hij. ,.«'s do hutefeeén kooien goede-
God, Re<ldhiougb. Ie schijnt niet te weten wnt dit
alles voor mo berekent Je hebt te diep in <le fleach
gekeken, man; dat is altijd ie groote foul geweewt."
Null staarde angstig den doktor aatl; zij vc."wachtte
schaamte en booaWd op zijn gelaal tc zullen zfevt,
maar Reddhiough lachte slechte, want hij ktside zijn
'igen fouten even good als «ii-e vaiu zijn buurlui
en «lot zei niet weinig
„Altijd" stemde hij vroolijk toe „Maar misschien zijn
«ie feeën wel uit de flcsch gekropen. Wat, begin
jc nu weer slaperig te worden?"
,lk ben noodt anders", mompelde Grilï. „Als Ik denk
een oogenblik rust te zullen "hebban, dan komen de
droomen weer en ik zweet weer opnieuw van al
«lie afgravingen, met dien grootea molensteen, die «Taa.
midden in «ie grepjiel ligt.
Hij was al weer haast aan het droomen en spoedig
was hij weer in slaap. Voor Reddhiough goeden nacht
had gewenscht «en, zijn paard weer had bestegen, dnt
ongocluldig aan de deur op tiem stond te waentan,
vertelde hij mevrouw Nethercliff welke plannen hij in
zijn «hoofd had
Nell knikte ernstig Zeker ab ze or vafl was, aal
het geluk voor Griff en haar nog komen zou, zeker als
zij zich voelde in dit waergvvsmden vertrouwen
het vertrouwen, dat 's winters do helde .heeft, als ze
op den romer wacht en zeker is van riju komst
re toch bedroefde het haar, dst zs niets kon deen om
Wanneer hij beter K *4 toen ze Reddhiough
Let göd er nj'et En dm dag ent» kresn hij de bood
schap. dat Bertha uit ae stao was... Ontving u» mam»
hem boven «an trap. Kieeg njj met een paar woorden
rijn congé, mocht hij niet wtegr terugkomen André
had dien avond, dien nacht reudgexworven in dolle
mateiocze wanhoop. Hij wilde zelfmoord plegen. Kwam
er niet toe. Had pp een bank to het piantsoen wat
rittan dutton. Was s morguns, to zjjn radeloosheid en
in dofte afmatting naar e ne oude tante geloop on, van
wien hjj nooit gedacht zou hebben, dat zo hem in
iels te hulp komen. Het wonderbare gebeurde. De
tante had modcljjden. Zij liet André uitslapen, tot rust
komen, overlegde |oen met hem. Leende hen» ven bé-
«Irag om de ergste schulden pi te doen. Ging naar
rijn ouders om de zaak te bespreken.
De verzoening bad plaats, ilij zat weer ;tan tafel,
in zijn oudo hookje, bij vader «n mo«xler. Ze dedw
hem «jeu verwijten. Zijn betrekking in hot magazijn
behield hij. .kakc begon de tante eerlijk m geregeld
of te botaleu. Hij nam znh aedllg ernstig vo«»r.
een nieuw levun tc beginnen. Zag duidelijk, hei-der
v«x*r zich. hoe Berlha mol hein gespeeld had. beaefWA
dat hij slochts had mootoa z&rgen voor aanvulling"
van wal luxieus juflortjo met het kindergezichtje, kwusL
naievo wjgeu tuxnlig had. Begreep, dat zij van meer
afnam, listig spsllutje m-ót keu» had get^ma met
het kmdexlijko snoetje, «le nruiloude dipjes m het
smachtende stemmetje, huigefende liefde voor den ar-
geloo/.- n winkelj«jQgaa,„. Hij zuj[ 't nu helder, scherp
m, -daar na eau pxxxsje xwani weer schrijnen in z'n
tiart, dat weemoedige verlangen tour Bertha. Hij deed
zijn plicht Was een ijverige bediende, ging bijna nooit
uit. Was bleek, gedrukt, triestig, lusteloos. Wanneer
hij -doóir de straten liep, dan keek. spiedde hjj telkens,
vaak onbewust, dun zic.h plotseling bewust wordeind
van zijn zoeken naar haar... Hjj had Berlha wel ééns
geriein. öp een middag torn ze Irippckie tn 't hartje
van do stad met «en heel zwierig getoiletteerde vriein-
dtn. 't Had André eon schok gegeven, en zijn hart
bonsde geweldig, toen hjj haar daar plotseling vlak
hij zich zag. Ze had -hem wel opgemerkt, maar tripJ
Sde wai haastiger voort, bang blijkbaar dat Andbé
»r misschien zou aanspreken. Een andermaal merkte
hij haar plotseling op in een lunchroom, waar hij zat.
Bertha was aan bot tafeltje over liet zijne. Toen zii
van onder de brcode wuivende rand van haar hoe-a
opkeek, ontmoette haar blik den zijne. Tren was 't
André te kras geweest. Voordat hjj recht begreep wat
hjj deod, was André opgestaan paar Bertna re ge;
gaan, öeven«l, met knikkende knieën, terwijl hij "bijna
niets ken zeggen van opwinding, had h(j haar iets
gevraagd... Hou zij 't maakte... ur z\j hem nog kende.
Maar mei een ruk was .Bertha opgestaan, naar het
buffet geloopeui om af te rekenen. André negoetnend.
't Was bent of alles in de Lunchroom om hem Jteem
draaide. Hjj was weggeloopen, zonder rijn kop cacao
■e betalen. Zoodat de juffrouw hem achterop liep en
den schouder tikte. Wilde, woeste, wraakplannen in
hem opgogisd, .Maar lyj was tot kalmte gekomen. Had
zich weer velen 'nan te passen tot te wennen aan het
triestige plichtleventje In het magazijn en zijn somber
kamertje....
Volgens afspraak was André precies vijf ure aan
het adres door reserve-luitenant opgegeven. Om de
étui met de bracelette te brengen, ifij werd uitgmoo.
digd. boven ie komen. W<.vd gelaten in oen aardig,
zwierig boudoirtje. Er was dezeliao wat zwakke parfum,
die Boadame had verspreid «hen ochtend, daar zij in
't magazijn was met luitenant. André zat daar met
stormachtig bonzend hart. Hjj verwachte de verschij
ning van den luitenant. Hield de enveloppe met ito
kwitantie in de hand .Hij liad patroon willen vragen,
«lat een ander de boodsdiap zou mogen doen, maar
wanneer de woorden hem op de lippen kwamen, drong
lijj 'ito terug. De gedachte, te kunnen rijn in haar
woning; in het huis, waar Bertha nu was. deed hem
komen als in een roes van paatelooze, bedwelmende
blijdschap....
Een deur ging open. Daar stand Bertha, met een
klcurigo peignoir aan. De blonde kroeshaartjes dansten
om Jhaar ooien. Daar stond zij. Maar niet zoo koel,
minachtend ais to den Lunchroom.
Zjj koek Andró aan, zonder te Tflimlachea, Zij zag
naar hem met die ronueriingA kwijnende oogen. 't
Was hem, of er iets van terzij-verlangen in was te
ontdekken. Hij maakte buiginkje Dacht, dat luitenanl
iiaar dadejijk zou volgen. Beruia kwam "bader. Stak'
Ihq mde hand toe. Hij wenkte naar de deur..,. Was
meneer er «ian niet? Zij begreep hein. Knikte van dat
de Juitunant er niet was... Liet r.oe, dat hij haar hand
greep. Legde l\aar hoofd <m rijn schouder. Eu André
knielde neer. Hij kuste haar hand onstuimig aanhoudend
Hij barstte tuit to snikken. De tranen stroomden hemi
over de wangen. Zij zag 't ea huur tondetrgeritótjé
bleef roerloos. Die «tegen van violeikleur richtten zeer
langzaam naar den iongen man, <iie daar gcknijel<}
\'x»r haar lag Zij gedoogde, dat^hij br r. Berttia jn
zijn armen vatte ea liaar op de iippm kuste. Zij ging
naast hem ritten. Eïi huisterau pdré als twee
jaar geleden - dat rij hem^ eltijd zoo inlnig had bej
miad. Dat bij de eenjtw man wbs, dien Zfj Itefliad
Eu «lat zij 't e«sist recht beseft had, toen ze van
elkaar waren gescheiden. Atniré schreide nog altijd
van overstelpend geluk.
Eï» toen hy', eea half,uur ema. het huis verliet, waar
in het zadel zag stijgen, „dan aal ik hem vertellen, vrat
u allemaal voor hem hebt gedaan uw slapdooza
nachten en het lange rijden, warmere u te moe was
om te paard te ritten"
..Stil" bromde Rwklhiough. „Vertel dat maar aan
de feeön, als ze komen. Die man is mijn vriend;, ik
heb behoefte om hem to redden; dat te al."
Neü! kook bom na toen hij de hokit' r<prrnj
den diepen, stillen hemel daar bovtu Ze luisterdq
naar den langgerekter wieksleg van dc snip. die op4
geschrikt was -lcor den hoefslag van het paard. Toen
wendde ze zich weer naar de hut.
.Dat is allee"" herhaalde zo. „Hij feit rijn leven,
veel to dicht, gakxif ik. maar ik weet. wat nij voor
Griff gedaan hoeft en ééns zalt Griff het ook weten".
Ze sloot de deur van de hut. gaf Trash een tikje
die in deze dagen niet op sijri gemak was, nu hij
rijn moester zoo aanhoudend zag slapen gedurende de
werkuren en ging toem hij de 'rood gloeiende tui ven
zitten. Haar gedachten waren als dc wind, rennend van
liicr naar ginds maar steeds keerden nij tot hetzeJae
punt terug «lat én in ziekte én to gozond.'.eld, «>rul
on zij toch éétn zouden rijn.
Het laatste van al. yoar ro haar eanvcmdgu loohe^
reidselen voor deu nacht maakte, die ze In den groo-
len stoel zou doorbrengen, ham ze een stuk van een
mal, «lio in den'hoek van «ie knmer lag. v.md eer; jraar
spijkore en een hamer, on bcvoshgde de mat zót «tal
«leze het raam bedekte, Hoe zacht «Te «.amrestawn
ook warer geweest, tich slop*n ro stec.swijre (.-rins
droom»ui i»innen «n hij begon zich onrustig te bewegen.
Wnt ia dat daarginds voor leven? Klop. klop
o "God, dat is het Jiouwool dat ginds op den molen.
Meen slaat. Ik kan don «teen er niet uit krijgen; ik
zal het nooit kunnen; en hel veen grijnst me mei rijn
zwarte, bcgeerige kaken aan, om me te zeggen, dat ik
niet op diön molensteen gerekend had. NelT zou hem
kunnen optillen, als zw gewild had; Nell ls als do
leeuweriken «n do warme zon <m het purper, dat zich
legen do schemering over Bouldswonn Hili uitspreidt,
ik zou Nell zoo lief hebben als ik slechts durfdet;
maar ik durf niet, hu ik mijn ^aak onvoltooid heb
gelaten,"
N«sll had den adem ingehouden. Hot was voor 't
eerst sin«is vele dagen, dat hij haar naam had uttgej
sproken, voor het eerst in "hun leven behalve zijn
vurige bekentenis op den tocht, toen ze Lostwithens
had veriaten - dat hij zai, dat hij haar liefhad; en
ofschoon za het wel wist, klonk T.ol' haar puniig in de'
ooren.
Nell zal me met den sioeh helpen, zoodra ze bij
mij ksn komssv; dan zal ik het kla<ir kragen en de
schande zal 'van me afgewenteld worden; en ik zal
hzér allee kunnen verudtetn; ze ral dc geschtodqria
hooien cn dan ov*tr me aoróerlqa. Aria mtosjzS Ik