Sciiager Caurant. Door smart gelouterd. Zaterdag 21 September 1918. 61ste Jaargang No. 6280. DERDE BLAD. Schetsen uit de Rechtzaal. u.... E**~ Gemengd Nieuws. FEUILLETON. „'t BEWIJSJE". Hij zat er nu over te denken, wuUe moest Iteuhi- «en. Du uitgaanskas, die de directeur van hel Huis vbji Bewaring hou oen paar uur geledon luid afgedaan was genoeg om ar een klein poosje heef 'krap en iiuiligjes "»eo le djjen. Een ambacht kende hij niet tn aan het krijgen van een baantje in n eigenlijk m seluiersbedrijrs - was geen seconde te denken iiij had t vooruit kunnen weten, dat "het spel zijn ongeluk zou zijn. Ais Janus* weer in den loop van kk> n nacht, in hert cla ndes tien-floreerende tobbel huis doorgebracht^ ecu hoop duiten verspeeLd had. dan nam hij zich vast en heilig voor dat rt nu uit moest zijn. Maar dan liep hij na sluitingstijd weer kameraden tegèa hol lijf En zij slenterden op naar het nauwe straatje van de groote oude sta<L voordat zij er zelf benul van hadden. Hij mam zich dan tel- 'His «.voor, naar zn kamertje te gaan: er verder do brui aan te geven. Maar dan was er licht oen, die zei. Janussie. ze zit je al met smachtend verlangen te wach- •en jongen..... Zij wisten, dat Janus dan wel de vage annen zou opgeven. Blonde Nel met haar zwierige lembrandtshoea ,op. de wuivende voeren, prachtige ringen aan rtle blanke vingers, kostbare pelsmantel om de slanke, elastische figuur, zij behoorde tot de habi» luees van speeihuisje. En daar vond Janus nu van on weerstaanbare bekoring Blonde Nel kwam dikwijls in liet elegante restaurant waar hij als kellmer had te bedienen. Met haar dertigen vriend en beschermer voornamen jongen meneer met strak-trotsch gezicht en hautaine manieren. Die Janus bejegende vanuit on genaakbare hoogte. Altijd ruime fooien gal, maar op een .wijze, alsof hij aalmoes schonk minachtend zwijgend, nauwelijks gedoogend. dat de bediende hem bedankte. Zoolang de deftige vriend-beschermer en blom. de Nel tegenover elkaar zaten, apn 't dinertafeltje, sloop Janus geruischloos eerbiedig om hen heen. Serveerde tiij meneer en mevrouw als volleerde kelleer, met be- oon van groot respect van veel voorkomende onder.» danigheid. En Nel was even koel. ongenaakbaar als ie vriend. Maar wanneer de voomaime oven weg was. lachte zij fideeLjoviaai tegen Janus den .kellner. Wis», selden zij snel, haast onmerkbaar roof de andere gasten in het restaurant, een woord of wat. Een minuut later was Janus weer de zwijgende orders afwachtende be» diendo. Maar hij wist wel... En ondanks het strak-f deferente of respectieuse glimlachende van x'n gelaat, had hij groote pret, echte jool over de wijze, waarop «lie trotsche meneer gefopt werd. En wanneer hij dan s nachts aan de speeltafel, blonde Ne! ontmoette, vermaakten zij zich over de vertooning in het restaurant, bemerkte hij earst recht dat Nel 't met hem. kellner goed meende, terwijl haar liefdoen tegen den voorname slechts veinzerij was, bet burger kind eigenlijk haatte den man „van de centen", men z\j duldde om z'n geld 't heerlijk vindend hém te bedriegen, zoodra mogelijk wegvluchtend naar de nacht kroeg. waar zij zich j^ven kon. zooals ze was zwerfster, vagebonde, die straks als de deftige me neer genoeg van haar had en de kas zou sluiten, tering zou vallen in bet leven van misere., zonder iemand lie deernis zou hebben met haar verval. Janus wist Jat alles heel goed. Maar het xorgelooze. vagebond 'loerend*, grillig-avontuurlijke zat hem in het bloed. Zijn vader,eerzame, solide aannemer, die een niet-, onaardig stuivertje, had overgelegd wilde hem laten studeeren Janus was zelfs een jaar op de H.B.S. ge weest. Maar 't ging niet Hij kon zijn aandacht niet concentreeren op wal hij uit de boeken moest zien ie weten te komen. Hij bleef de eerste maal zitten. Na eer, paar maanden nam vader hem van de H.B.S. af. Deed Janus op een kantoor. Met een paar jongens l»ad hij xde vriendschap aangehouden. De vroegrijpe J »Uppwtï«i te da groot* «»d. d* blaak* jongen, mat wallen onder hl ^2Ci TT d00*? dag verrookend; het onbenulliga wtrt, ut hem pp kantoor werd toe vertrouwd, doeuoe zonder lust, zonder ijver vermoeid slaperig van 't Iaat naar bed gaan. Denkend aan wat ze dien avond weer zouden utk ▼oeren. Toen Janus rijf of zes kantoren achter den rug had, stierf zijn vader. De erfenis viel tegen. Zij moesten me* hun vieren doelen. Hij, juist meerderj jarig geworden, luex-g een kkain kapitaaltjo in handen In zes of acht nm inden, zag raen hem, nergens. Hij was in het buitenland. Eensklaps dook Janus weer op. Piekfijn gekleed, maar bleeker vermoeider dan ooit. 'a Morgens woog zat hij nj hier of daar met een portje of sht*ty voor zich. Do kellners, die door de rijke ervarin scherper kijk op zulke dingen heb» ben .snapten er ados vanJanus was bozig het restantje van zijn erfenis op te maken. Weer was hij een poos weg. Er liepen ai geruchten dut4e zich een kogel door 't hoofd had gejaagd Maar dut was laster. Op zekeren dag was Janus kellnur geworden in een zrei elegunt restaurant. Soms voelde hij nog iets van het vernederende om fooien te moeten aanpakken, eerbie dig zich te gedragen tegenover menschen met wie hh vroeger als gelijke had omgegaan. Maar dat sleet wel af. 't Ging nem n ugoed in zijn nieuwe sfeer. Oude kennissen, die als ze in 't restaurant kwamen, deden of zjj Janus niet kenden, werden soms ineens familiaar; vroegen hem geld teken. Hij was iets voorzichtiger geworden. Nam „bewijsjes" voor wat hij uitleende. Hij was welecns bankroet", maar het meeste kwam best terecht. Met rijko rente, 't Was in die dagen ce- weest, dat de gerant van hot burgerbierhuis, aten nij n hij nog uil z'n jongensdagen kende hem eens getelefoneerd haa. Of hij dien avond, wanneer in het restaurant alles klaar was. even bjj hem kwam. De gerant was nog in Janus' familie een verre neef van hem. Maar de ouders van gerant haddon Janus altijd met zekere min achting behandeld als een onwaardig lid van de solide, brave familie. Nu werd hjj geroepen. Gerant-i neef zat er momenteel erg krap bij Had gehoord, dat 't Janus zoo goed ging in de wereld. Vroeg hem tweehonderd pop teleen. De nicht kwam hem begroej ten 'met uitbundige hartelijkheid, kwasi niets wetend van het geldzaakja. Janus beloofde neef te zullen hei pen, Haalde het bedrag uit z'n portefeuille. Reikte t over met onverschillig, royaal gebaar. Neef .was in wolken. Haalde een fijne flcsch voor den dag Toastte op Janus,, Bezwoer hem. dat bjj altijd gezegd had: Janus? Dat is een van de besten, de knapsten. van de heele familie. Neef was bereid om er een .plechtigen eed op te zweren, dat hij Janus altijd „de Jeroen boven 't hoofd had gehouden". HIJ verzekerde, het met tranen in de oogen. En Jets later kwam nicht Made ook verklaren, dat zij voor behuwd neef steeds de warmste sympathie nad gïvoeld. De ontmoeting was allerharte lijkst. Janus bleef tot zeer laat bij neef-gerant plakken kil toen hij vertrok, had men er niet eens aan gedacht, een bewijsjc" te geven van de tweehonderd gulden, die Janus nem had geleend. Maar onder familie en echte vrienden waren zulke dingen niet noodig Dat kwam immmers terecht Niet zoo heel lang daarna kreeg Janus de groote strop" mert het baronnetje, dat zeer dik bij hem in t krijt stond en plotseling naar de Jongos treek ver huisde. Nu had telLner-ge'd«chieter wei „bewijsjes". Maar de vader van baronnetje weigerde hem te woord te staan. Een advocaat, tot wien hij zich wendde, haalde glimlachend de schouders op. Janus was toch zeker heel onvoorzichtig geweest. Baronnetje bleek dc bewijsjes als minderjarige te hebben afgegeven. Advo caat gaf hem den raad af te wachten Zulke dingen ko. men soms na jaren terecht Voor het moment was er niets aan te doen Maar het bedrag was te groot, dan dat Janus 't kon „uitzingen". Hij was zelf In schulden geraakt. Begon te dobbelen, nog verwoeder dan vroe ger, om hel verlorene terug te krijgen. De achterstand werd algrooter. Hij had at eens bezoèk gehad van een i bij Wien Janus diep in 't krijt nu stond, terwijl hij in functie was. Ir het elegante restaurant. De chef had hem gewaarschuwd; als zooiets weer gebeurde dan zou 't uit wezen. Zulke dingen kon men m de chique zaak niet hebben. Toen kwam de uitbarsting Miste oen be- zoeker portefeuille met geldswaarde, die hij ln zijn I overjas had laten zitten. Janus had het gestolene zeer behendig weten te verstoppen. Maar de recherche ver dacht hem dadelijk. Er werd huiszoeking gedaan tn i zijn kamertje. De portefeuille werd gevonden. En nu. I na 'negen maanden gevangenisstraf, zat Janus na te Wut4« moest DegtUosm ttep half uur later kwam, in h*t burgerfctorhuis d«n 'neef gerant die Janus indertijd zoo tinei ijk had bij het aangaan van het ieeninkje, dar tweat honderd gulden, een mager, vrjj schamele man. hoed in de hand. Die wat weifelend, met fipesche stem. vroeg r^,lieor 0o't WM- De kellner keek hem wantrouwend aan. Begon met aWm- dat ijj voor alles hun vaste mens ohm had» den. Dacht dat de man colporteurtje of agent je was. Maar Janus hield aan. Zei, dat meneer hem best «*wo. Van vroeger'nog Dut 't meneer bepaald pfe.» ner zou doen hem te zien. Kellner slooa eveu in beraad. De baas zat juist te eten. Of de man over een uurtje wou terugkomen. Dan zou kellner het intusschen wel zeggen. Janus ging in een hoekje van het nu ledige bierhuis zitten en bestelde een glaasje. Merkte best v-at kellner dadelijk op de betaling wachtte. Hij gaf een stuiver fooi en dadelijk werd kellner meer toe» sehietelijk. Beloofde zoodra meneer van tafel' opstond hem to zullen waarschuwen. Van achter een glazen met gordijntjes bedekte deur hoorde Janus stemmen komen. Hij herkende duidelijk hel brommerige geluid van neef z'n pralen. En de hoogen keelklank van nicht. En «en paar kinderstemmen waren er. IliJ hoorde het rkker van vorken en lepels, Nu werd er gelachen, keek in jiot bierhuis rond, 't Zag er ce'tes uit Opgeverfd met stadsgezichten geschilderd op de wan-' den. Blijkbaar ging t neef weer beter. En plotseling herinnerde Janus zich de tweehonderd gulden, In de ellende van .het geval met baronnotjfl in do roes, waarin hjj toen geloefd had bij Mag öi avond in het restaurant, nachts aan de uubbol-i taefl was 't hem ontgaan hoe vreemd dat ook moge lijken. Hij had de f 200 voor een jaar aait neef geleend. Dat was de afspraak geweest. HjJ had dus geen recht van opvorderen gehad. Maar toen hij kelf zoo erg in de penarie rat, was hjj hertewtertjjB Janus zich, nu ook weer eens naar neef gegaan, hem vragend vroegere restitutie. Toen had gerant ge klaagd. dat de zaken nog ellendiger gingen. Hij kon. met den besten wil niet vroeger teruggeven. Na heef wat praten had neef dan een Japje van rijf en twintig teruggegeven, 't Had 'Janus do grootste moeite gekost. En verder had hij niet meer gedacht aan de f 175 die hjj nog kreeg. Kort daarop was het gebeurd, met de portefeuille. Ging Janus van dc baan. De glazen deur werd geopend. Hij zag kelteer naar pairoon stappen. He, wat zeg je? vroeg neetgerant om mij te spreken? Janus stond op. Neef nam zjjn pet at Hij was tikje bijziende. Herkende Janus niet zoo gauw. Maar zog nu eensklaps. Werd vuurrood van verontwaardiging. Die boef. dje pas uit de gevangenis ontslagen dief waagde 't hem te bezoeken. Ln gerant herinnerde zien nog iels anders. Die verloopen bandiet de schande van de familie had recht om hem te vorderen... Hij *ou z'n kostelijk geld moeien geven aan dien slampamper Die 't ln een uur of wat in de modder zou wegsmijten... W„. Wat wenscht u? vroeg gerant, zich ter oor zijn kellner schamende. Janus fluisterde. Vroeg of hij hem niet misschien kon gebruiken voor eene of andere bangheid. Mls-t schien in de keuken of zoo.... Maar gerant scheen vast besluit te nemen. Neen, niets voor u te doen, zei hij luid. barseh. En hjj wendde Janus den rug toe. Scheen kellner iets. op te dragen. De bediende knikte met half dichtgeknepen oogen. Compris... Bleef den schamelen, bleeken jnan ra het oog houden. Mert zulk volk is oppassen de bood» i schap.... Janus vertrok. Hij had niet durven zinspelen op het geld, dat-ie nog kreeg. De pas ondergane gev&noel- nistyd maakt» hem pog te angstig, te schuw... Hij liep de straat op. Een poosje later slenterde hij lnet em verloopen kerel in de straat. Druk pratend cesticuleerend. Zij keken naar het bierhuis. De kerel Uep met onvasten tred. Janus was nu niet bleek meer. Zijn oogen schit terden. 't Schuwe was weg. Dat hadden een stuk of wal borrels gedaan. Dc verloopen kerel, wien hij de geschiedenis '.an de f 175 hau toevertrouwd, vuurde Hem aan. Hij zou zoo'n vent, die hem centert schuldig was en hem nog durfde „koejeneeren" de hersens hebben ingeslagen. Hij troonde Janus mee naar een kroeg, waar z'n kennissen altijd te vinden waren. De zaak van de f 175 werd er ampel bepraat. De rondjes kwamen en gingen, 't Kon Janus niks meer schelen. Hij putte mart volle hand uit rt Neef gerant oou lacetan opdoeken. Zij met nun drieïn nasi' bet brérnuls. Kellner weigerde op iast var. patroon, te bedienen. Toen ïtgon Jau-.s n f 175 op te nschen. En een van de kerels die hij bu zich haa sloeg met ztjn v;dst op de U 'ei. De peirooa liet de politic nplta. Janus «i zij si vrienden werden eruit gezel En de «gen. ten waarschuwden $Is ze dien avona nog den minsten overlast van ze hadden, dan zoude* i jo Jögem.c,-i<i worden Maar in de kroqg rasenden zij opnieuw. Wns Janus «an kerel liet hij *kh als een oud wyf wegjagen? Zonder jljn oenten h-ug te zien? Eten van de vrfmden stopte hem een revolver in de hand. Verzekerde, dat ais. de gerant dat dingetjd zag, hij wel uit een ander vaatje zou tappen. Janus was heel dronken. De gedachie aan «le ge slonken uitgaanskas prikkelde hem Hij Stoute het wa- ueu in zijn binnenzak. Strompelde bierhuis weer in. Neef gerant rat te kaarten met oen pan» stamklauteu. Me centen I? schreeuwde janus binnen waggelend en een paar stoelen omverwerixxid. Zoodat de kaar tende stamgasten verschrikt twigdcinsden, D'r uit. fchoft, schreeuwde neef-gerant. Toon greep Janus de revolver. Richtte die op pebwïi van bierhuis. Er werd gegild. Om hulp geroepen. Een schot weerklonk. Mzar tcgriljk stormde etui van de agenten, 'die bij het bierhuis op wacht was gestald!, binnen. Moot om assistentie. Het revolverschot had niet geraakt Maar de door den ^irank driekwart bedwelmde kerel werd. braue- letten om de pofsen, paar het bureau gebracht Is er nu inderdaad niets waar van, de bewering, vroeg iechter-commiso»arb in de strafzaak tegen janus, aan getuige a charge, neef-gérant, op wien Janus de revolver nad gericht Is er werkelijk absoluut niets waar van die fiowering. dat u den verdachte een 'ta melijk groote 4om golds schuldig xijt, die hij in- dertijd zou hebben beleend? En neei-geraot had de vraag verwacht Er zich op voorbereid. Hij had ontkend de schuld tegenover zijn klanten, zijn kellner, den officier van justitie. Hij kon nu niet meer terug. —Absoluut piot. edelachtbare, zei hjf. De rechter keek nem ernstig aan. Scheen toch nog niet hecdemaal zeker. -- Edelachtbare, voqgJe neef-gerant erbij die kd- rel is de schande van de familie. Altijd geweest. Janus heeft nooit willen deugela. Wij zijln appossende, fatsoenlijke menscheu. E«a: lk ertoe zou gekomen 'zijn om aan zoo'n individu, geld te leen to vragen. Edelachtbare, ik bezweer der zou ik nnjn vniger hebben opgegeten... Neef-gerant hief een van zijn vleeage roode knuisten in do hoogte. Hij had tranen van emotie in de oogea. Juist als dien avond, toen hff Janus verzekerd had, dat hij hom steeds de kroon boven 't hoofd bad ga» houden." Reehter-oomniissarifl hoorde de plechtige ontbocuu. mi tig. En de laatste twijfel aan het piet-bestaan van de schuld, waarvan geen schriftelijk 'bewijs bestond, verdween uit zijn gemoed. MAITRE COl'.BEAU. EEN TECHNISCH "MEESTERSTUK. In het „Berliner Tagehlatt" vertelt een deskundiaa hel eetn en ander over een meesterwerk op tochnischj eleclrisch gebied. Om Berlijn in deze tijden van de groote hoeveelhe den steenkool Je voorzien, die het noodig heeft voor zijn industrie, is moeilijk. In het algeloopen jaar moes ten enkele fabrieken tijdelijk het werk staken wegens gebrek aan steenkolen ten gevolge van onvoldoende transportmiddelen. Om een herhaling hiervan te voor komen heeft de Kriegsrohstoff-afdeeiing van het mik nisterie van oorlog iets nieuws in hel leven geroepen, waardoor Berlijn dagelijks 400,000 kilogram steenko. len' minder noodig zal hebben, veertig wagons of een geheden goederentrein. Wat een tiental jaren geleden nog fantastisch geklom kwi zou hel»bon ;s nu waarheid geworden. Meer dan 130 Kilometer vun Her Lijn varwijderd staat oan geweldige electrische centrale op een bruiakoolveü De bruinkool levert den stoom voor scht turbo-dyoat- mo's, acht reusachtige sizoomproducenten. Drie dunne geleidingen veriaten deze centrale en bergen in zien een energie van ongeveer 30.000 paardenkrachten. Deze Vervolg van Griif Lom»* en zijn daad. door HALLIWELL SUT6LIFFB >or N*dwiand bawerkt d. W. J A. R0LDANU8 Jr In boekvorm vwsahanan bij W DE HAAN 52 „Zie." zei ze zacht, hoe vredig het zonlicht over de ontginningen schijnt. Daar zingt een leeuwerik vic- 'oriet Kun je ie dan niet indenken, dat je einde» lijk vrjj bent? is het |dan voor niets, dat de hemel cc het veen en de .vogels zoo blijde zijn, dat je hebt overwonnen? O, zeker, zeker. je. kunt !t ztea, als ji maar één keertje met mijn oogen ziet." Er was een stilte, die slechts doortrikl werd dooi het gezang van den leeuwerik buiten. Het scheen Grif» loc, ol er iets zwaars van hem .werd afgenomen; oi liij zich na harden, zwaren arbeid ontkleed had en bezig was zich te baden in dien kristalhelderen sta-oom dien men de Wateren der Verzoening" noemt En daarna scheen het hem weer toe, of hij zich opnieuw kleedde in kleeren, die geurden naar lavendel én wei nig meer gebruik ie kruiden en of hij zijn bruid tege. moet ging. En weer sloeg hij zijn oogen tot Nel] op en ze las daarin een boodschap, die op zichzelf ai een huwelijk was. „Kind. ie hebt gelijk. Ik ben vrij," was ai wat hij' zei. En de leeuwerik ging voort met zingen en de zon ging rood in 't westen onder; en deze twee zaten hand ta baud en sloten vrede met het lot. HOOFDSTUK XXVII. t Bij de kerk van Wynyata. De heide was weer van kleed verwisseld, voor Griff. nog zwak en blijde met dim arm van Ncll, die hem behulpzaam was bij 't beklimmen van de fit Hingen, in staat was zich buiten do grenzen van Lostwithens te begeven. De heide vertoonde nu niet langer een één voudig groetn, dal de kale zwartheid van zijn stengels slechts ten deelc bedekte; de volheid en glorie van bet jaar waren eindelijk gekomen en mijl na mijl si«3rkto zich het veen als een purper vlak in het zomi ige nachtvlinders, vliegen, die van ere vlogen, onop- bouddijk spoelde 'tusschèn~het effen diep-blauw van hemel en het wisselende purper van de heidel Vol afwisseling was de kleur inderdaad, WBnt de een» struik heide vertoonde zelden dezelfde tint als jn buurman. Purperrood, blauwpaars, peais dat bik. ^rbloekle t« zuiver wit er kwnra geen einde Jen de grillige variatie van tinten; en waar de heidcj ojHti hadden gehouden voor de blokha, daar Wikte een diep sterk rood. bijna ®*tder purper er in. naar de zon op h«d d^a»i^-*f°,KfcgmorP« in 8roote tevredfn- laud w "J80 m vrouw door hun wonder- hdde 101 d® kniette aan weerskanten "«huXf'i Soms 7 dit de heide nog te zich V .,j.arTn Jf'ed^t afgebrand was strekb den. Vf golven uit. aangenaam vooj keuve^' ^"P bH de knieën of ilichU tot ««- ra", im, purperen wou wa» overal. „Nel" zei de man plotseling, „weet je wel, wat het zeggen wil te leven, als men zoo dicht bij den dood geweest is?" „Dat dien ik wel te weten." antwoordde ze met een mengeling van ernst en vroolijkhetd. „Ben je dan zoo kort van geheugen, dat je de lange nachten ver-t geien bent, die je bij mij gewaakt hebt. nadat ik in 'dc sneeuw was ingeslapen? „Wel neen. die heb ik niet vergeten maar jij bent nu zoo sterk, kind en het kwam me haast onj gelooflijk voor, dat je je zoudt kunnen voorstel lts», wat Dc nu op dit oogenblik vod. Om weer den heidewinci te rillken. Nell om de kieviten te hooren roepen om weer die Skipion heuvels daar zoo grimmig en rustig tegen den hemel „aan te zien meisje, t is zoo zoet, wanneer men er aan getwijfeld heeft of ze ons ooü weer jn verrukking zouden brengen.' „Je hebt dus getwijjfcld?" zei ze verbaasd. „O ik beb zoo getwijfeld. Ik yras heel zwsk. Nell, en ik wist, dat ik mijn werk niét voltooid had 't scheen me toe, dat ik 't nooit zou volbrengen." „Maar je hebt mij nooit verteld, dat je bang bont geweest voor den dood." „Bang er voor? Neen. ik vreesde hein niet, maar lk haatte hem en daar lag ik ln afwachting van zijn komst; en ik vloekte hem zoo zacht mogelijk lk was niet sterk genoeg om anders dan zwak te zijn. Soms was het hard te dragen want doodgaan be loerende jou te verliezen." „Je haui het me moeten zeggen. O, zeker, hjad je 't me moeien zeggen. Ik tic zou je hebben kum non helpen, lieveling." „Wat zou het voor nui gedaan hebben? Dc moest nu eenmaal sterven, dacht ik. en hoe minder er over gesproken werd, hoe beter. Maar nu kjjk Nell 1 Daar is een houtsnip, die door den wind voortgedreven komt aanvliegen, zie zijn langen snavel en dc wijze, waarop oude jjpkonde dingen terug te zien," Zo slak zonder het te weten haar hand in de zijne <9i daar stonden zo te ramen de groote, bteodgesi liouj derde man en de kleine vrouw, die op dit oogenbllk do sterkste was en zo keken naar de door de zon bestraald» bedde en luisterden naar het danklied, dat door den wind gozongon werd, als hij over de pur peren heideklokjcs slrcek. Het jras Sabbat en zo wa ren in aanbidding ln de groene kerk, die God in do eerste dagen geschapen had; dien tempel, waar menigJ een in aanbidding neergeknield is tot heU van zijn zie.. Terwijl ze daa rstonden, kwam er een nieuw denkJ beeld in Nell op ze werd zich bewust van de Zon» dagen, welke hij op het veen had doorgebracht ünar» ginds in de drukke wegen die de vallei doorkruisen, was hol gemakkelijk om den Sabbat to kennen door do rust der menschen en hun laienschc kleeren; maar ook hier, ontdekte Nell was het iemand die met zijn hart do ruimte beluisterde, bevolkt door deh yrtrid. de vogels, de jlieren, mogelijk de jeekeneu van den SabbatVduidelijkgenoeg te lezen. Daar was een nte* te oioschriivai vrede en heerlijkheid, die op werkdagen noodt voorkwam; de leeuwerik rong ia vromer toon, en zelfs de hazen liepen met kalmer pas Vroeger jsou Nell er om gelachen Lebben en heft voor inbeelding gehouden hebben; maar zij had iang op het veen geieefa met iemand, die de geheimen van het veen kende, en heden was de waarneming 8> van even helder ais die van het zrAnelicht, dat op de Burproa helling ran -Diad Led's T'- - -o. nw»i goo aid de vrouw tot Xfchaalf, pndemcht uW slechts hert verstand van de menschen, maar ook' het instinkt van de dieren, de vogels, de bloemen en boo-' men en de snel vlietende stroomeu, en dit gevqoi voor den Sabbat, dat Hij hen gegeven heeft is 5?n even groot wonder als het zwellen yan de knoppen in 't voorjaar en het groeien van het groen tot vol gebladerte. Het js «de SabbatI" was al, wat Nell zeide. Griff knikte rustig en er was een volkomen vriendj schap «i elkander begrijpen in den lange1» bUk, di«n ze elkaar toewierpen. Zonder iets te zeggen, gingen ftr het veer. op. tol de uitstekende, scheroo randen van de kerk van Wy- nyatas zich boven nen vertoonden. Het scheep, dat hun dwalen hen bij toeval naar die plaats ha<l gebracht; maar noen «le man, noch da vrouw noemden hat toe val, toon.za voor de gapende kloof van steenen stonden, waarin Nell NeLt en haar dood kindje lang gelede-: geschuild hadden. „Hier heb ik je gevonden, Nell". „Ja m or is geen «akete smart overgebleven t— hoalemaal geen smart" „Mijn geluk is op dien «lag begonnen." ging urtff eenvoudig voort, echter cp den toOn van iemand, die op het punt staat een wanhopigen std te d-»ca. „Mijn geiuk kwam op dien dag. Neu of ie" sridc... misschien hel is aan jou om me te yerc*»doelen, cl3 je mijn geschioaeols htibt gehoord. Haar gelui, ui«n alleen het zijne, was dien dag gekomen, dacht Nell. ea hei kwam au tot bon, vroo- fijk en vlug en heilzaam uit hert hart dcor do aanraking van den, man; ze liet iiaar liefde naar hem uitstralen uit haar heldere, eerlijke oogen. die Lij ln gedachten aiujd vergeleek met twee kiüuilhaldere wtu têrplassen, die in zonlicht en in de schaduw van va rens lagen, „Ik h(i> Je geschiedenis al gehoord tei zo. „Je be hoeft me haar oiet meer to vertellen,'' „Maar Nell. je begrijpt me niet Ik ben eau* schujj dig geweest aan een groote misdaad, en tiaar moet i i nu vau vertellen. Dc moet hel doen, terwillo van amj.i eer en fle jouwe". „Je hebt het me verteld, toen «Je koorts Je te pak ken had en niet alleen do misdaad, maar je gelit-ele vroegere leven. Luister. Ik zou jo eon beschrijving kunnen geven »van Marno 'House en den Manortuin, en ,je moeder, die rftroenkruld kweekte als herinnering aan haar echtgenoot i— lk zou je kunnen vertellen van - van Ve huwelijk en van alles, wat tot de misdaad geleid heeft. Je hooft niets meer te bekennen, mijn lieveling." De maln slaakte een zucht, als Iemand, die een grooton last van zich afwerpt „Ik heb niets geweteu vap hetgeen ik g«z»g<i maar els je -alles weet, dan kan ik je vl"a8?^E 7 ik yan plan wt.-s Je te vragen, zoodra mtjn verteld zou zijn. Zou zuBc een mim aan kunnen vragen om haar leren met hem te ('*n A]s Weer blonk de waarheid vast uit Ncll s zc hem liefhad^ Ja. En als hij haar all« zo gewn, - het béU en hel ofochtste van wat in ^Nog1 steocf' hield Griff zich ki, evm wild stroomde ais de leeuwen* boven hun hooi „Spwi^niet met uitylüii^u"^ «l ^^h^lf^vSd g. I r bsrt 6 tod* gml wa moord r*rest „Ja. een moord van een bepaald soort,' antwoordde ds ander plechtig „een moord, gepleegd door oan man, waanzinnig van jmart ea ontSering en uie ^let wist, dat hij zijn vriend slechts hielp ten koste van al te groote opoffering van eigen gemoedsrust" „Ik wist wat ik deed" zei Griff. „Ln één opzicht, ja. Dat komt er niet op aar. Je hebt mi) ben vraag gedaan m je heb* »nU xwd. Als de vrouw hem lieflieeft la." „Nu de schande die ver» Ir etc ta luvcualat je de voor de vrouw en hem zelf te moeten vie' G.iff wanht^end ia. „Kijk achter je," zei ze. „kijk terug op het leren dat daprna Jcwam, Welk is beter? Voor dien tijd «es je zorgeloos; niets kwam ei erg op aan, zoolang je maar te eten en te drinken had en een paard om op te ryden en gezellige kameraden om meo te stroopen «an te vechtpn en pret te inaken. En daanua? Je hebt van de heiide vruchtbaar land gemaakt; je hebt boer» derijen gebouwd; je hebt te gala uitgegeven voor boer Shackletan, daarginds in Deep Qougn "voor boer Em- mott op Broomy Heiths en zoodoende flaake mannen voor den ondergang behoed; je hebt geleerd um God te >Zieti Ja den hemel, do helde en nel turfland je h"b< -ten slotte je zwakheid loeren kezmeu, en je hebt geleerd, mijn liefst» om «fcu mats ie worden naar t har» van een vrouw." Griff had haar in stonune rerbaztng aangeboord. Zijn lasten schonen tegen rijn wil, do een voor. de ander na, van 'hem af te giijdun. iitt waren niet naar woorden, vurig eu recht op het dool afgaande, die het slecnte verleden afsneden; net was iets diepers, tets geestelijken, dat van haar tot hem ging. u Je dflwcen, dat eetc. vrouw kon vergeten?" r»-o«g by. „Ja. en ook onthouden, hoe die man' ten aan de bitterste v inhoop die hij zichzelf perok>e*iU liad. Niet, at dit er Iets toe doét xoc«l« ik raeffl gezegd heb. Als .rx man niets gnoran had otn h« woer goed te maken, als hjj daar w,s. huiverend te mi<'.lcn van zü" iAS^- hulpelooa- rij lende, dan kor )Jj nog do vrouw opeuohea - ais f b«n liefhad. jjessta ze het verleden Dat was ;f. Instinctmatig lie usten: zij haddci hun pficJiteo voor «ie toekomst dio krachttrt jonge toAomst. die niet bevreesd is voor het te-V Zond» «r by te denken, bogcv^Griff het eenvoudige maal U. - pak- >n, d-. nwado^ooj men hadden. Het w«M >un ecfc oplcchtiug tot de 11- chamelUke hch te rg kec. cn ea dese té béJ JS. wai.t 4« to.zomst had bi tegenstelling met liert rerleden, b 'hoctc aan lichamelijke blijdschap. Eta toen hun maai godaan was. gingen zo in de heide liggen spraken niet en dronken met groote teugen uit dm tót «ten raad «vulden beker des hemels. De ze kerheid van God, de zekere, "langzanw eerlijkhoid van do natuur, het voorrecht van den mensch >m te ar beiden en de vruchten vah zijn werk te zien, het ga. hedmzïnnige. «jat hert leven omringt en dat aan de ruwe onderdooien hun breedte en 'die ciijkc ix- toekenis geeft al deze dingch werden Griff duidelijk op deren Sabbatdag, die hem weer op krachten rag komen. Zijn eigen Teven was jn overeenstemming mert de natuur en met em heilige measchelijkhdd, die noch zijn grenzen, noch zijn krachten Tcrioocheut. En ten slotte was hij een mensch ia deze wereld rez. mmudicn - menschen, die zwaar moesten a-er aknen ongetwij feld veel lijdenmaar die toch re ar tevreden warSk. Nell NetTierciiff, dfe evenals Griff op de heide -aa «an liggen, dacht «um niets «Jvlan dan ten de liefde dia over mq vrouw komt, m hur «Mat greondea

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1918 | | pagina 7