!ÏT.n1r,tor0|S, '?ta' W "«I**
VOGELVRIJ
De inrichting en de bevoegdbeden
der Gemeentebesturen.
DERDE BLAD.
Ingezonden Stukken.
Schetsen uit de Rechtzaal
FEUILLETON.
Zaterdag 2 November 1918.
61ste Jaargang No. 6304.
HALFPONDJE THEE.
't Kon niet missen.
t
IS DAT IN SCHADEN NIET NOODIQ?
Siultt tanig® weken zijn van kracht maximum-
prijzen voor roode en geie tkoöl* uien, wortelen en
iiajien Lto kool en wentelen moeten hoogstens 7 cent
per kilo Loeten, do uien 10 cent en de rapen 4H
cent per kilo.
komt men echter bij don groenteboer, dan kan je
wei die groehten' krijgen, maar niet voor de re-
geeringaprijzen. „Ze bëobemi van de Regcerinig geen
groenten onitvaugenl" ia het wachtwoord en dus
kunnen ze 't ook voor de regoeringsprijzen niet le
veren.
In hoeverre of hot waar is, dat de groemitemlboe-
ren nog geen regeertngsgjroanten hebbent is mij
met bekend. Ik zou zeggen: laat dan onze levene-
midcUjlen-adnündstrateur onverwijld zorgen, dat die
groenten er kamen. Reeds 2 weken geleden is hij
attent gemaakt op do distributie van Regeerings-
groenten. Toen wist de beer Varwieij nog van die
heele regeling niemendal. Maar mij dunkt, nu kon
dat toch wel in orde wezen 1
liet ia voor de burgerij nog wel de moedte waard
ook, want de groen tenpr ij zen zijn enorm boog.
Onze levensmiddelenregelaar heelt het nu toch
zeker weer niet te druk am van dergelijke hoogst
belangrijke mindsterieela regelingen ikeniiia te no
men! Hij kan, hoop ik, nu toch wel tijd vinden, om
de burgerij .te verschaffen, waar izij recht op heeft,
namelijk groenten tegen de schappelijke regeeuings-'
prijzen?
Echter afgescheiden van de vraag, óf er regee-
rtngsgroenten zijn verstrekt of niet, d. maximum-
prijzen Balden zoowel voor da reoeeriiiBsaroeutea als
voor^ de overeenkomstige groenten uit dan vrijen
Hiér blijkt dun zonneklaar uit, dat sinds ongeveer
half Octobor voor alle kool, wortelen, uien en raap
niet meer dan de genoemde maximumprijzen mag
worden gevraagd.
Ook hierop heb Ik den heer Verwed) attent ge
maakt, maar tot nog toe zonder gevolg.
Voor de maximumprijzen je geen groenten
krijgen.
Ik hoop nu„ dat publicatie van deze zaak ertoe
zul medewerken dat de üchager burg «rij ook pro-
fiteeren kan van waar ze recht op heeft en niet
langer gedwongen wordt om onredelijk hooge prij
zen voor de bemoedigde groenten te betalen.
K. KRRK-Ml?iP.R
'1 Was een gewoonte zoo oud els do kaartclub zelf.
die elke.: Zaterdagavond in „De Kroon" haar vast ta
feltje had, dat ieder van de Leden op zijn verjaardag
de vrienden te zijnent ontving. En-alleen voor Rob er t
Duif was daar tot nu toe een uitzondering op gti-
inaakt. Waarom wisten ze zelf eigenlijk maar half.
Van begin af aan had hij uitvluchten verzonnen,
dat voelden ze wiel.. Maar Dtif presenteerde in zoo'n
geval een .rondje" en daar namen zij genoegen mee.
Wie 't weten kon, zelis precies, dat was Hein de-
Zwart, die nog familie van hem was en hij Duif
aan buis kwam. Maar die liet er zich niet over uit.
Hij was eens getuige geweest van een echtelijk discours
over dat onderwerp.
Mevrouw Duif was toch onvermurwbaar.
„Van mijn huis een stinkende kroeg inaketv?" riep
te uit, „hier die kerels ontvangen en mijn kostelijkq
gordijnen laten doorrook en? Dat mankeert er nog aan.
t Js al erg genóeg, dat Rob mijn centen zit te verdoen
in dat fijne café, met z'n vrinden. Als je een aasje
plichtbesef Jiad, dan bloef je thuis, 't Zijn er nog al
tijden naar om je avonden in de kroeg te slijten. Een
schande is 't. Dat Vertel ik jel"
Robert Duif en Hein do Zwart hadden elkaar eventjes
aangekeken. Hein vergeleek zijn horlogo mei de pdoj.
dule. Ontdlkte, dat t tijd wïprd om op te stappea
Rob liet hem uit.
,.Je weet hoe ze is", fluisterde gastheer .doe me
een plezier en klets er nu niet over met de kennissen.
Hein de Zwart bezwoer, dat nij. zwijgen «>u
iu ®ü"b >iach:en ze wel, wat toch c« oorzaak
ww d»t Duif de ecnige wss. die noci' ..-mand thuis
onh ing, Maar De Zwart haalde 'i'a schouders op
Praatte er over heen.
I i gebeurde t, dat Rob op een avond nan de
lecsiafel zat nuast Lccndcrs, den chuLbediando vun
de groote kruidenierszaak -in dc Nieuwslraat. En dio
fluisterde ai maar. zacht en geheimzinnig, druk ou
gcai loerd, vreemd en zelfs wut o 'gewond m mol den
ouden heer Jansen, hel renteniertje
Rob had dc krant ingekeken, Zat nu te dommelen
over een paur prentjes-tijdschriften. Nam hu en dun,
niet groote tusschenpoozen slokje uit z'n met honderd
percent in prijs gestegen biertje. Meende Iets op te vangen
van het vreemde «fluister .Spitste do ooren. Docht
daUe zich vergiste. Hoorde 't tooit wcir... Zat te pein
zen. Begon iets te begrijpen, te omvatten van, het raad
selachtige.
Wachtte toen meneer Jansetn, die altijd vroeg rtit
café ging, was opgestapt, nog een klein poosje. Zei
toen, harig dat Leenders ook zou gaan of een kennis
aan de leestafel zou komen,.Zeg. Jan. ik wou je
eens .wat vragen."
De ander schoof tikje bij. Tipte asch van z'n sigaar,
Glimlachte fijntjes. Snapte natuurlijk, Iljeld zich tof
zoo-leuk,
„En dat is?" vroeg hij eindelijk. Maar Robert DÜif
hield een hand schuins tegen zn motiu. Bracht zijn
hoofd ylak bij het oor van Jan Leenders. Fluisterde iets
Keek dadelijk vóór zich uit, een voorbijgaanden
kennis even met handje toewuivend, alsof er niets
bijzonders gebeurde.
Leenders nam een paar groote, langdurige slokken
uit zijn biertje. Snoof heel veel adem op, trok z'n
wenkbrauwen omhoog, dat ze bijna tot z'n haar
reikten.
„Tjal" zei hij eindelijk. Keek den ander scherp aan.
Fluisterde terug; „Dat zou ja centjes kunnen kosten,
vadertje 1"
Maar het gesprek werd vertrouwelijker. Jan Leert
ders ,kendc Rob Duif al sinds jaren. Geloofde niet
d&t'ier ecnig gevaar bij was. Vertelde hem eindelijk
d&t-ie dan nog, van vóór de distributie, een klein
partijtje thee „over had". Och. maar een s:
Voor ae aardigheid. En kon hij nu een vriend eens
een pleziertje doen... Natuurlijk, zeker, 't was heerlijk
„bak;
nog "toens een ouderweisch
genieten.... Enfin, als hij een vriend er groot plezier
kon doen.... Maar 't was nu goud waa
Rob natuurlijk ook wel, he? Hij wou er
e troost" Ie kunnen
d waard. Dat snapte
?n dubbeltje
winst mee maken voor een vriend. Had er zelf een
aardige duit voor betaald. Dacht toen; je kunt er
misschien een stuivertje mee verdienen. Nu, Rob,
akt.
ken
KOOR DAVID HENNESSEY.
Naar bet Engelach bewerkt door Wi. J. A. Roldaaus Jr.
Uitgave Ww O® HAAN. Utrecht.
12.
Sir James Bennett was Jack, .naar wien -het geheel e
gezelschap geluisterd had, blijven gadeslaan en hij
stond op hot punt iets in het midden te brengen, toen
majoor Browne nogd uit* de hoogte zeide
„U hebt natuurjijk het oog op het dwaqgarbeids tet
se! in het Maittanddlstrict, waar u gewoond jicht*
Jlr Bennett. Toevallig hebben we het vanochtend nog
gehad over hot gevut van den woüdlooper SalathieT
Naar jk hoor, had hij op Eurimbla een zeer respeo-
tabeien meester, en toch wat een last heeft hij den
autoriteiten niet bezorgd, nadat hij vogelvrij verklaard
\\'l in .1 ■./l.'irc yinOn vion r-ï l/Ol-ol i H' i 1 O 1
mocht wel weten, Leenders had er winstje door gemaal
Wat moet een mensch in dezen tijd al niet uitdenk'
om den kop boven water te houden. Maar ze waren
al ynds jaren bevriend. Jan zou dan zien, of hi
een pondje thee, desnoods een half pondje voor
hem kon„apart leggen" tegen inkoopsprijs. Nog
maals; hij wou er geen cent bij verdienen.
„En..." vroeg Rob. 'terwijl er iets angstigs in zijn stem
beefde „en... Wat zou zoo'n pondje... Zie je. 't is
voor mijn vrouw .oen plezier te doen. Die b zoo
dol en razend op thoe; daar kun je geen denkbeeld
van maken. Die leeft niet als ze"s morgens niet haar
je thee heeft. Voor mij zelf kan 't me niet schelen1"
k zal je eens wat vertellen. Ik helb nog een half
pondje voor Je bBschikbaar. Maar dat is pmna-prima
Je allerfijnste thee, meneer. Dat kun je Wijgen voor
drie zilverbonnetjes van een riks. Zooels ik je zeg,
precies wat ik ervoor heb moeten neerleggen.
Rob schrok echt. Hij had gedacht dat een riksje. des
noods vier gulden... Maar zevem-vijftig, Dat was kras.
En toch....
't Was zoo fijn overlegd. Hij had 't 'b nachts,
terwijl Micn, zijn gade. naast hem. zaóhtkens lag te
snorken, uitgesponnen. Hij zou thuiskomen, alsof cr
I was. Dan zou Mien,
om het eten te halm.
Intmschen zou Rob het pakje onder haar servet leg.
gen 't Halfpondje fijne thee in periode van absolute
onmogelijkheid om aan thee te'komen, anders dan langs
slinksche wegen.
Hij zag 't voor zich. Hoe Mien het pakje zou
vinden. ,?Vat is dat nu?" zou ze zeggen.
„Ruik maar eenszou hij dan antwoorden.
„Hel?... TheeIHoe kom je déóraan1"?" En dan
zou Rob vertellen. Hoe hij zich net vuur uit de sloffen
had geloopen om toch maar een lekker, ouderwetsch
kopje thee voor vrouwtje te krijgen. Hoe hij 't had
snorken, uitgesponnen. Hij zou
niks bijzonders aan 't handje
als steeds, naar de keuken guan
begon
natuurlijk niet dadelijk, later een dag of twee. drie erna,
zeker niet eerder, over dat vragen van de caFL
kennissen der kaartclub in hun* huis. Mien niet moer
zou tegenstribbelen, 't Was een prach't-idee. Rob ge
noot van dc gedachte, dat hij eindelijk net. zoo goed
als de anderen van ae club ter eere van zijn veri.
jaardag, visite zou hebben Maar... zeyen-viifii^.
En hij durfde niet zeggen, dat-je 't duur vond. uit angst
liet rusten
.Goddank nietl" zetdo de majoor trotsch. „Hier Ban
do Zuidkust hebben we geen woudloopers, en ik beu
al jaren uit MaiÜand wee."
„Welnu, heeren zei Jack langzaam, alsof hij ieder
I 1 dien beruchuen woüdlooper ant
woord WOOg, ,,uv Ai—
moet en gesjgoken pok; en, u zoudt het niet golooyeto,
hij Jijkt zoo op me in gestalte en spraak en houding,
J- één en dezelfde persoon zoudt aanj-
lcs kunnen doen wat ik kan. zelfs
dat je ons voor
zien. HU zou alles kunnen doen
uinuuiiH! umaai nij voor een imnuiv»—.,-
troding met een geeseling bedreigd werd,maakte hy
zich uit de voeten; zonder dat zou hij thans misschien
pen nuttig lid der maatschappij' fljn.'
Jacks stem beefd» van ingehouden aandoening en
^winding; hij was tot tranon toe bewogen, ,en de
vier mannen keken hem verbaasd aan.
Voordat er echter oen woord gezegd kon worden,
hoorde men buiten een scherpen kinl van een pistool,
en klonk Dan Moley's stem: .Handen op, haüdon opl
midden win het geschreeuw van vrouwen cm oen
algemeen lawaai.
Alien Sprongen onmiddellijk op; maar Sir Jam»
dui>fa®lioopapifllooi op den on-
«ahrasuwda hjj. „él
HOOFDSTUK XVI.
Salathiel's bevrjjdinR
Vijftien seconden duren lang in een geval, zooals
in ons vörig hoofdstuk beschreven is; allen waren
sprakeloos. De onverwachte bedreiging en het pistool
van Sir James Bennett verrasten allen, behalve hemzelf
en Salathiel, als een bliksemstraal uit een helderen
hemel.
Wat het gevaar buiten ook mocht zijn, het werd
voorloopig vergeten tegenover het drama, dat voor hun
eigen oogen afgespeeld werd. Zou het mogelijk zijn, dat
Sir James Bennett den onderwijzer, met wien hij zoo
juist geluncht had. zou neerschieten? Hem neerschie
ten in tegenwoonligheid van hun gastheer, over de
zelfde tafel, waaraan zij zoo kameraadschappelijk zijn
gastvrijheid gedteld hadden? Er moest een „afschuwo-
lijk misverstand" bestaan; de beschaafde onderwijzer
werd zeker door een krankzinnige bedreigd. Kol. Thompy
son, die even ridderlik als dapper was stond op het
punt den advocaat het pistool uit de hand te slaan,
toen Salathiel de stilte verbrak:
„Luistert even naar me. hoeren. Ik ben Jack Sa
lathiel de woüdlooper en de onderwijzer; maar ik
verzeker u,. dat ik niets woet van eenigo slechte be
doeling tegenover Majoor Browne en het verdere
zeischap; ook begrijp ik niets van het lawaai en schro
ten buiton. Ik kwam hier vandang met het doel, om
over schoclznken te spreken; indien deze buitenplaats
werkelijk door woudloopers aangevallen wordt, dan
ben ik er volmaakt onschuldig aan. Voor zoover Ik
weet, zijn ai mijn manschappen, behalve één, die mij
namens den troep kWnin .vragen ,weer bij hen te ko
men, rnjjlen ver van dit district verwijderd. Voor den
goheelen rijkdom van Nieuw Zuid-Wales zou ik uw
gastvrijheid niet willen schenden door eenigdn overlast
of eemg vergrijp, dat mijn gezag over mannen, die bui
ten de wet leven, zou kunnen belettein. Laten v>c
weer gaan zitten, en, al beu ik dan ook een vogelvrij
verklaarde, ik beloof op rng'n woord van eer, dat
niemand hier vandaag een haar gekreukt zal worden.
Als ik mijn woord niet nakom, luat Sir James mij
dan neerschieten als een leugenaar en. bedrieger."
Onverschillig voor het dreigend pistool van Sir Jüa-
mes Bennett ging Jack weer zitten, en allen volgden
zijn voorbeeld^
Laat een van uw bedienden", zei de de advocaat
sciïerp, „den chef van den troop gaan vragen onmid
dellijk binnen te komen."
Er gingen enkele oogeublfkken voorbij, voordat Dan
Morley, tot de tanden gewapend, en twee anderen van
den troep vlak achter hom, op den drempel stond
Zij haddon don stand van zaken nog jniet opgenomen,
ieder In de kamer word door de pistolen van de woud-
,CH *n^iüe wmpena. Ik kan **y«n, Dan
dn* Jan I*sndera dnn beleedjgd *ou wbjtTi
„Hml" zet Rob,
j.J*' benam Jan. likje stroef al vanwege het wek-
i aJ s JU 1 heat Meer voor Jou
honderd anderen, dat gtoap Jo..."
„NV;;. ;.-sn, 'wturachtig nietl"'protesteerde Duif
„Integendeel, ik bco-jo zeer dankbaar. Ik wil 't dol
graag hebben, hoor... Dolgraag, merel, nogmaals. Du»
/e ct-vijftig. Beet, Alitxm,.,.."
1 lij ml «rrnee.
^ug gren kans om dadelijk de drie riksen te foumeerttn.
Mien hield do sleutels van 't geldkistje altnd soliedl.
stevig vost.
„Jq vindt toch goed. dat ik den 3cu met je afr
reken? Dan krijg ik de thee..
„Dat 's best", zei Jan Leenders <Jte onder de ken
nissen als een eerste duitendief bekend was. En hi
noleerde In z'n bbekjo. „Den derden dus. Afgesproken.
Wanne--! vil je de thee hebben? Morgenavond? C'est
conveuu. Parafeer nu even in mijn boekje van die
zeven-vijftig op den derden. !t Is maar voor de goede
orde, heV Zoo. prachtig. Morgen om dezen tijd ben
ik hieir. I><..r kun je zeker .van zijn."
En Jan Leenders vertrok.
Rob bespiegelde op zijn tocht naar huis over de vraag,
hoe nu Ai de drie riksen te komen met goed fatsoen,
zonder dat Mien 't bemerkte?Er was een kleine,
flauwe hoop. Hij deed, zonder dat vrouwtje 't wist
nog kleine zaakjes. Waar hij nu en dan sommetje aan
provisie uittrok. Scharrelde nu en dan eau postje op
voor oen ongevallen verzekering Maat hij miste het
flair" voor dat werk noocüg. En zijn boekhouderij uaiu
hem den godganschelijken dag. in beslag. Nu was er
ecn lichtpuntje.
Bij hoeneer de Haas, van de Insaccobook,. had-io
moeite gedaan dat die zich verzekeren zou. Als-ie maar
eenmaal de polis geteekend in handen had, dan was
de zaak in orde. zou hij bij de maatschappijl best een
voorschotje kunnen krijgen. Meneer' de Haas was puikk
puik. Had oen macht van gegoede kennissen. „Als j<
die krijgt", had de inspecteur laatst tegen Rob Dui
gezegd, „dan maak ik ine sterk, dat de maatschappij
je provisie "verhoogt..." Rob wist wei, dat waren allet-
ïnaal mooie praatjes. Hoofdzaak was nu maar die
zeven-vijf,ig te krijgen voor het halfpondjecesmokkeb'
thee. Den volgenden avond kreeg hij 't halfponi
Offreerde Jan Leenders uit dankbaarheid een niertje.
Gaf zijn eerewoord, dat de zeven-vijftig er op tien
derden zouden zijn.
En thuis stopte Rob de thee behoedzaam weg. Over
veertien dagen was hij jarig. Nu had hij zoo berei
kend. „een week voor zijn verjaardag zou hij Mien
de thee cadeau geven. Eu dan drie dagen later ar
trachten door te krijgen, dat de kennissen van de
kaartclub bij. hem op visite konden komen,
't Klopte prachtig.
Rob Duif volvoerde zijn plan, Mien was in de
wolken over de attentie, viel Rob pm <^n hals. Zoem
de niannie dat 't klapte. Vond 't echt mooi v^m hem.
't Liep als op rolletjes.
Maar toen Rob Duif zich een paar dagen later bi
meneer 4® Haas aanmeldde, om de polis, werd hi
afgescheept. Meneer had p.is een -„strop" gehad me
een fonasje. Was ongenaakbaar van nijdigheid. Ver
zocht Rob Duif beleefd maar nadrukkelijk, hem as jo
blief t niet meer te willen lastig vallen met die ver
zekering
't Was mis. Finaal en onherstelbaar.
Mien genoot van haar „ouderwetsch" kopje thee.
Maar Rob zag, hoe hij ook piekerde geen
schijn van kans om zonder dat gade er lucht van
kreeg de zeveo-vijftig te bemachtigen, waarvan hi
Mien verteld had. dat-ie ze kwartje na kwartje hac
uitgezuinlgd op zn sigaren en z'n biertjes...
Zij zaten te kaarten, de vrienden van de stamelub
Het „avondje" bij Rob Duif was geweest. Micn hac,
zich laten verteedcren. Er was rondgediend een kopje
van de fijne thee, die Rob laatst thuis had meegebracht.
Ze zaten te kaarten dan. Aan hun gewone tafeltje)
Rob Duif was er. En ook Jan Leenders.
Maar Rob was bleek en beverig. Zei haast niets.
Speelde erbarmelijk. Kon haast niot onderscheiden de
Rob had neef de Zwart in 't vertrouwen genomen.
En die had een bedenkelijk gezicht getrokken.
„Als Leenders
,.paS dan voor
- En Rob voelde,
dreef. Hij had, met vbai emotie wat-heesche stem. al
eens iets gezegd tegen Leenders, maar deze gaf nau
welijks antwoord. Behandelde hem met een-minachting,
die zelfs in de club nu werd opgemerkt.
Toen was het spel uit. Maar de heeren waren 't
niet eens over een kaart. Jan Leenders begon Je twisf.
ten zooals meer gebeurde, want over een paar
eenten kon die te keer gaan of er een fortuin aan
hing, me' een van de anderen. De gemoedelijke
stemming was gebroken.
Itob Duif luisterde, begreep maar half. Zijn gep
zeidc Jack barsch.
„Kapitein", zeidc Dan. zonder zijn pistolen, waar
van er een op Sir James Bennett ein een op den
majoor gericht was, te laten zakken, „we zullen onze
wapenen neerleggen, wanneer die daar zijn pistool niet
langer op u gericht houdt, maar bij Ggd, als ze u
neerschieten, min blazen we al die menschern hier in
de kamer hel licht uit, en branden het landhiRs op
den koop toe tot den grond af. De troep staat buiten
en we zullen u niet zoo maar laten neerschieten, of
u fn een hinderlaag laten lokken."
„Ik geloof, Sir James" zeide kolonel Thompson
kalm', „dat het maar het beste zal Zijn, indien wij
den onderwijzer aan zijn woord houden."
„Laat je wapenen zakken", zeide Jack nogmaals,
„deze heeren zijn mijn vrienden."
„Hel heeft er niet veel van. kapitein" zeide Dan
ineiijk, maar hij liet toch zijn pistolen zakken, terr
Ü1 de mannen achter hein zijn voorbeeld volgden,
ir James legde onmiddellijk zijn pistool op tafel
voor zich neer,
„Dan Morley zeide Jack. „.je zegt. dat de heele
-*vertel aan de heeren
en wat er dc
troep hier op de plantage is, vertel t
hier eerlijk, hoe zij hier gekomen ^ijn
reden van is."
„Nou. heeren. als u vrienden van den kapitein bent,
dan zijn al mijn kwadev vermoedens weg; maar wij
hoorden, dat dit een gcscliikte plaats was, om een
nieuw district te gaan bewerken en daarom wilden
wc van den kapitein weten, of hij ons noodig had,
Onderweg hoorde de troep, dat hij hier sehoolmecfif-
tertje spoelde,' daarom volgden we hein op zijn hit*,
len, in de hoop, twee vliegen in één klap te slaan."
Wist ik iets van Jullie plannen?" vroeg Jack. „Zeg
de volle waarheid."
„Geen bliksem, kapitein I"
„Moerbehoef ik met te weten, jongens", zeide Sav-
Iathiel. „Ga nou buiten wachten tot ik bij julllie
kom, en Iaat niemand, behalve wanneer je hoort schie
ten, zonder mijn bevel weer binnenkomen."
In een oogwenk lagan twoe pistolen vlak voor Jack
op tafel. Dan had zo hem toegeworpen en hij had ze
behendig opgevangen en legde zo tegenover dat van
Sir James op tafel.
Jack s^>nd, toen hij de mannen het huis rag verla
ten glimlachend op. „Majoor Browne",. zeido luj zich
tot dezen wendend, „ik geloof, dat de beste dienst, dien
ik u en den heeren hier kan bewijzen, is mijn mam-
schappen zoo gauw mogelijk van de plantage te ver
wijderen. Ik hoof u niet langer met scnoolzakdn lastig
te vallen; ik hob op den Bluff oen paar heil ra ine leK).
scn gehad en wensch u don menschen in het district
het 1 >esio Voor hoe slecht u mij ook moogt houden,
ik zweer'bh God, dat ik zonder dat vervloekte dwand
nrbeidstelsel liever een fatsoenlijk leven had geleid als
arm schoolmeester, oorespecterd en geliefd bij de kim
deren van «n Lmd«-.'vjke schooi, dan de eigenaar te
ziin van <9 nwt Mrljlk» wit» varkr«g*» ryjoiom
A^iAVaA,.. "wl UVM v
te geven...
„Duif. yvttt zeg-jij er van?" riep
„neen. nol> Du[f is iemand, die
daehhm wjtwn gwranrtrtrocid .)p dat «"h
:do s«m «.wijf tig te komen Hos ow.v man. daar over
ueiAi te Lwredigea, Uwn Leeaueri, iu wwu nu oingin-J
*oud«A- tlYijfelhij wil me sr tuiachan neuron, datu-ezm.
dat ik loniets kan doen, daar i gesmokkelde" thee
thee betru'i... Om den vrek, den duiumuiei, iu gent
ecc van do club,
die oou kaartspel krot
bcoórdcelen. En Dpif zit cr maar btj <«uo geen tien
kan tellen. Allo, Rob, wat is jouw opinie, heeft Leen
ders «lijk of niet?"
Duit snapte nniar half. Voelde dat het angstzweet trom
uitbrak. Zei eindelijk iets. Versprak zich... Maur 't was
te laat. Hij had partij «kozen tegen Jan Leenders,
den man van de thee....
„Aohll" werd in de club geroepen Want Rob Duif
genoot inderdaad zeker «rag ais kenner van 't kaartape).
„Aohlf riepen ze. Verheugd, eeht-blij, want ze modi
ten Jan Leenders feitelijk geen'van. allen.
Toen keek Leenders zijn overbuurman aan. Werd
grauwbleek. Besefte, daUe zou moeten opdoksen de
drie dubbeltjes. WaUe aan Rob Duif te danken hao...
Tastte naar zijn portemonnaie. Maar plotseling werd
hij overmand aoor aanval van blinde woede, t Schuim
parelde op z'n dunne, bleeke lippen, Met de vuist
sloot hij op de faiel.
„Be:aal liever je schulden I" barstte hij tegen Rob
Duif uit, „oplichter 1 Afzetter, die je bent."
De club stoof uiteen.
't Was oen hevige consternatie. De buffetchef kwam
vanuit zijn hoek om de stamklanten tot bedaren te
brongen. De menschen in 't café stonden op.
„Oplichter, Afzetterl" schreeuwde Jan Leenders nog
twoe driemaal hard door de zaal. naar Rob wijzend,
't Werd oen verbijsterende herrie. Waar Leenders'
scheldwoorden op doelden, begrepen ze niet.
Maar hierover waren allen 't eens, erbij laten kon
hij 't in geen geval...
In groo'en, doodelijken angst| dat Z.E.A zou gaaa
„visscaen" naar de eigenlijke oorzaak van de twist.
partij. 't zou aankomen dat hij Jhee had „ge
smokkeld" is Rob Duif naar den officier van justi
tie «gaan om te vragen, dat er verder geen werk zog
worden gemaakt, van jde klacht, difi hij tegen Jan
Loenders had au
't Liep nogal mee,
met Zhken.Waarbij ver)
MMMMur toen
gemaakt,
ustitie is dezen tijd overstelpt
teken, dit „prutsdüigetje" niets
Rob Duif van den officier een
et onverwijld indienen van
beduidde.
uitbrandertje, vanwege
oen plainte.
Na het «beurde heeft Rob zijn lidmaatschap van de
kaartclub neergelegd. Vrijwillig. Maar hjj zou er anr
ders toch toe «noopt zijn «worden. Want mevrouw
Mien hoorde natuurlijk van het tumult. En toen
biechtte Rob haar alles qp.
Van zijn „lieve attentie' om óp do sigaren en. de
biertics uit te-sparen teneinde vrouwtje met een hall-
pond thee te. kunnen verrassen, bleef niets over.
Mevrouw Mien heeft Rob In staat gesteld, Jan Leenders
z'n drie riksen te doen toekomen
Maar het in zijn woning ontvangen der kennissen
van de kaartclub is gebleven bij de eerste en egui«
maaL- Die Rpb zoo duur te staan is gekomen...
X MAITRE CORBEAU.
il
Ten aanzien van de wethouders vestigen we, wat
hunne verkiezing en hun aantal betreft, de aandacht
op artikel 79 van de «meentewet;
„De Wethouders worden door den Raad uit
zijn midden benoemd.
In «meenten van 20.000 zielen en daar benei-
den zijn twee, in die van meer dan 20.000 doch
niet meer dan 100.000 zielen, naar goedvinden
ran den Raad, drie of vier in die van meer Hmn
100.00C zielen, naar goedvinden van den Raad,
vier, vijf of zes Wethouders."
Door en uit den Raad worden dus de wethouders
verkozen. Niemand, tenzij hij oer-conservatief is. zal
deze wnze yan verkiezen willen missen, om daarvoor
in de plaats te krijgen een regeling naar den wensch,
welke toch den laats ten tijd nog al eens «uit werd, n,(
de verkiezing van wethouders, buiten de raadsleden,
mogelijk te maken. De invloed der «meentenaren op
de wethouders zou daardoor beduidend verminderen,
wat nog des te minder wenschelijk «acht mag won.
den, yvanneer bovendien het andere gedeelte van dezén
wensch in vervulling zou gaan, n,l. om het oolle«
van B. en W; meer zellj>tanaigheid te «ven tegenover
den Raad.
Het aantal wethouders varieert dus tusschen twee
en zes.
Minder dan twee wethouders te bezitten is voor
geen enkele «meeat® geoorloofd, evenwél béL
de aanvoerder van een troep vogelvrij verklaarden,
Sir James, ik laat uw vriendelijk briefje achter op
het bordje, waarop de bediende het neergelegd heeft,
en als u weer eens in het Noorden komt, dan zullen
we elkaar -nog wel eens zien. Wanneer ik woüdlooper
speel, dan is het «luk doorgaans aan mijn znde;
we zullen misschien nog wel een partijtje spelen, en
dan zal ik waarschijnlijk den rubber winnen, NVan*.
neer ik probeer een fatsoenlijk man te zijn, dan schijnt
het «luk mjj te verlaten, zooals nu ook weer het
geval is. Maar hoe het ook zij, ik wil dit district
met een schoone lei verlaten, en'wanneer een van
mijn manschappen den naam van John Bennett door
diefstal of iets van dien aard bezoedeld heeft, zal dat
mei interest goed gemaakt worden.... Bottelierl" riep
hij den bediende, cue op den drempel stand te beven,
toe, „Liat oen van mijn mannen mijn paard eens
brengen; dat, waarop de dame vanmorgen hier kw*jn.„
üp uw «zondheid, hoeren!" zeide hij, een gjas wijn
inschenkend. „Ik maak mijn. excuses aan den. Majoor
en aan u allen voor wat er vandaag gebeurd is;
maar mijn bedoeling was alleen om te komen en te
gaan als John Bennett, de onderwijzer, aam wien de
kinderen en de ouders uit het Broadhavendiaüict, naar
ik hoop, een pretti« herinnering zullen bewaren. Ik
vraag u nu slechts nog een half uur op deze klok
in deze kamer te blijven, zoodat mijn mannen vrijaf
kunnen vertrekken; daaromtrent verlaat ik mij op uw
eer als «ntlemen. Mochten wc echter achtervolgd
worden, dan stel ik mfj niet verantwoordelijk voor da
g«vol«n."
Tot aller .verwondering stond Sir James Bennett op
en schonk oen glas wijn in. „Op onze volgende out,
moeting, Jack Salathiel r zeide hij. „Wat Je verder ook
mag zij», een dappere kerel ben jel"
Kapitein Fraser fluisterde Jack iets in, toen hij op
het punt stond het vertrek te verlaten.
„Neen, neenl" zei de wpudiooper „Ziet niet. dat
het geluk zich tegen mij keert wanneer ik probeer
een fatsoenlijk man te worden?"
Een kwartier later kon men den laats ten woudkx*.
j>er kalm achter den heuvel zicu verdwijnen. De man*,
nen trokken in de richting van hun oude schuilplaats
en Salathiel had beloofd zich bij hen te voegen te
Musselbrook, waar hij hoopte, dat een goede slag ge
slagen zou kunnen worden, ter vergoeding v<
teleurstelling van thans.
voor hun
HOOFDSTUK XVII.
Nabetrachtingen en verklaringen.
Schenk me een glas van dien port tin Thompson",
zeide majoor Browne norsch, mulat jaj liet laatst»
hoefgetrappel hadden booten wegs'erven. De majoor
was zichtbaar zenuwachtig en op«wondm. „Hat 1»
een van «ie merkwaardigste voorrallen, die ik bah
meegemaakt", gmg fag raniea, JDe boitaU** Mgp, da;