VOGELVRIJ
Uit vroeger dagen.
Sjr
DERDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
Zaterdag 23 November 1918.
61ste Jaargang No. 6317.
FEUILLETON.
in.
te
Sm ie^ém^fïi S
I
't BEURSJE*
Zij stond met moeder, 't was op een Zaterdag,
avond in de slagerij Dat was wel een tien jaar
geleden, maar 't heugde haar nog zoo goed ol
gisteren den dag gebeurd was. Mat pioeder op «oo'n
Zaterdagavond mee boodschappen te gaan doen yond
(«rry altiid heerlik. De vraag was dan, wat vader
sou ..afschuiven". En vader had voor zichzelf ook,
overschieten, (lor haakte haar arm blij in die van
genoegd ijk
Mnakto nu en dan een liinkende nuppel beweging, Dacht
eraan, hoe morgenmiddag de soep zou aampen pp
de tafel. En dan kregen zij de heerlijke kluifjes na.
I n als vader dan een goede bui had, zouden ze mei
hom gaan loopen, en hecLmlsschlen zitten ln dat,
fijne café. waar een prachtige mschien stond .die mu
ziek maakte. Kees, haar broer(je^ en Cor zouaen samen
kopje chocola krijgen, netals een week of wat
geleden.
Toen stonden moeder en Cor in da slagerij, 't Was
er propvol. De baas en do knechten, in hun witte)
kielen, hadden geen handen genoeg om te helpen.
Eindelgk kwatnen ze bij de toonbank... En toen mL
gen Moe en Cor tegelijk in de gaten, dat daar... een,
beursje lag Zij zagen de Juffrouw die vlak voor haar
stond, ln haar zak tasten; haar mandje uithalen.../
Overal rondkijken... Maar moeder had Cor een kneep,
in deu arm gegeven en haar even aangekeken mét een
bij zonderen trek van de oogen.
Moe had een voet op het beursje gezet
,.Tja". rei de slager, vuurrood van den heelen dag
(werken en bedienen berekenen. .Tja. zonder «ntén
kan ik je piet helpen, mensch..
m schoof hert ln papier gewikkelde pakje weer naar
zichtoe.
„Wie volgt I" zei hij. Een dikke vrouw drong naar
voren. De menschen werden knorrig. Cor hoorde momt,
pelen van (smoesjes, die men wel kent. van aardig
heden, waar (de koopman niks voor geeftDe juf
frouw van Ihet beursje, wit van schrik en van schaamte,
praatte druk. Zocht overat De menschen hielpen haar
nog even zoeken. Maar de slagersbeas riep; „Vooruit
je loopt de menschen in den weg. Juffrouw, dat gaat
zoo met, hoor!"
Cor zag, dat de vrouw van het beursje nu schreide.
„Maar waar heb je 't dan verloren?" vroeg een die
te ai
„Maar yaar heb je t dan verloren r vroeg een die
toch met haar te aoen had. „Allo. wie volgt 1" riep
de slager met nijdige stem. En hij mompelde nu ook
iets spottigs. Van daLie zulke dingetjes wel meer aan
de hand had gehad.... Hij *kende dat,..
Cor zag moeder nu ijveng mee zoek en. En toch zou
ze gezworen hebben, dat'moé,daar straks.... Toen ze
zoo snel bukte... Weer voelde zij een.kneep in haar
arm. Durfde niets zeggen. De juffrouw zocht nog steeds
hard snikkend„Ikdurf in'n man hiet onder de oogen,
te komen Hij slaat me vast dood," zei het bevende
menschje. Maar de beurs bleef weg. Toen had moeder
het vlresch gekregen.
Liepen ze samen de donkere avondstraat in. „Ik
dacht...." begon Cor eindelijs.
„Houd je snavel," fluisterde moe want er konden
best nog menschen uit de slagerij dicht bij. hen zijn.
Eerst toen ze thuis waren,, moe de lamp had aan-
gestoken rader was er nog niet en Kees lag al te
slapen draalde moe den sleutel om.... Je kon niet
weten.... En daarna ging ze bij de tafel staan. Haalde
het beursje, dat de juffrouw verloren en zij in de
slagerij had opgeraapt, tevoorschijn. Cor stond te ki|.
ken met groote, verschrikte oogen. Moe 'stortte het
geld op tafel uit. Toen liep zij naar achteren en kwam
donder het beursje terug Je kon niat we'.en....
Zij telde na Er zaten twee rijksdaalders, drie gulden
en nog wat klein geld in. En een paar papiertjes. Die
verscheurde moe tot kleine snippertjes, en gooide ze
in de kachel. Het geld liet ze stilletjes in haar eigen
beurs glijden. En opeens voelde Cor iets in haar hand.
Moe had haar een kwartje gegeven. Eén echt,.heel
Icwzrtfe.... Nooit haS n too iets bezeten. Fn iff fluts
terde haar in dat niemand ar lat» van wv«a mocht. Vat
dar mat an Kew niat, Geen mensd» hoor.... yooril
tanta Anna, dia nog al «aas kwam opioopen, gaan,
hoor..,. Al» Cor het minst» ot geringste liet
blijken, dan kreeg in geen jaar meer wwekcentjes
om te snoepen. Kleine Cor wikkeide het kwartje in
een papier en hield den schat stevig in haar
vast toen zij naar bed ging Zij had een kop koffie
mot veeJ suiker gekregen eii een boterham, waar dé
margarine dik opgesmeerd was. Zij hoorde moeder nog
uitgum en toen vader wal later thuiskwam, stond er
een fleschje en een glas voor hem klaar. Dat was een
verrassing. „Zoo" hoorde Cor vader zeggen, „ben
je -uit de loterij gekoifaen?" Maar moeder loog, dat zij
op straat een kwartje had gevonden. En nu had ze
gedacht dat vader nog wel een propje zou lusten.
Cor hoorde rader en moeder beneden drinken. Ai*,
ders was er op zoo'n Zaterdagavond Wel 'eens erg©
ruzie. Bij voorbeeld als vader naar moeders zin niei
genoeg had afgegeven Dan werd er gescholden. De
gillende, krijschende stem van de vrouw werd dan
Jtejkens overstemd door het grove geluid van vader,
z'n jazen en vloeken. Soms' schreeuwde moedor in,
eens hard, begon te huilen. Riep huip. Buren
bonsden tegen de deur of den muur, „Vrouwenbeul I"
ijep er een ..anders zal ik eens eventjes erbij
komen I"-
Dam lag Cor Je klappertanden te rillen en kroop
hoelemaul in het uiterste hoekje van de bedsleé, onj.
der de dekens, uit angst, dat vader straks haar ook
zou komen ronselen En zij lag dan soma urenlang
wakker van opwinding. Maar nu bleef 't heerlijk rustig.
Vade» en moeder lachten samen. Cor sloot ae oogen
met gevoel van Veiligheid. Ze dacht erover, wat zij aL
van dat kwartje zou koopen. Opeens dacht ze ook»
aan het verhaal van de juffrouw ojuschool. over slechte
menschen, die stalen, on over de strai die zulko
menschen wachtte.... Aan dat vertelsel van den joii
gen, die begonnen was met stelen en die eindigde qis
moordenaar, in de cel. met kale muren, een getralied,
venster nooit iemand moer mogen men, zijn leven
langWas wat moeder gedaan had dan geen stelen''
Mocht Zij dia beurs van de juffrouw inden slagerswinkel
zoo stiekum ijptrapen en voor zich houden?: En nu
zag Cor weer voor zich dat pejyeiende menschje
zoo bang dat haar man door 't woedende heen zon
rijn. Maar het kwartje zat toch maar lekker in 't
En die dik met margarine besmeerde bo(.
Zak er. juffrouw" erkend
glimlachend
terham had toch maar lekker gesmaakt. En morgen
kwam de fijne soep. En daarna de heerlijke kluifjes...
Moe had haar beloofd, dat ze een groote kluif zou
krijgen met veel vlcescn er aai^ Maar als zij 'van dat
beursje iets liet merken, dan zou Cor wat anders bev
leven. Stijver kneep zij hat kwartje in haar hand.
En toen sliep zij in, dia Zaterdagnacht.
Juffrouw Gunters was bekend ln de Duurt als een
„die wonderen wist te bereiken" met hot
maar za vond hat toch aan goed wyfje.
Moeder an Cor liepen lang» da uiteu-umjea. Nu en
dan biavan zij staan kijken. Moeder wms dan naar
•lierlei mooie dingen En *\j vroeg ook wal aan da
juffrouw van de etalage, of ze dit of dat „efkens er
af mocht hymen?" Dan knikte verkoopster meestal
goedig. Liet betuilen. „H« moe. hoe prachtig." zei
Cor' dan. „Neen." zei moedor „niet aankomen, kind.
Je mag nooit aftn dingen rtkeu, die niet van. jou
Zijn. Dat "weet ie wel. Moedor mocht 't je maar een
minuutje laten (kijken. Douk u wel hoor.... Voor het
gezichtP' zei ze legen verkoopster En ze legde hei
voorwerp met groote voorzorgen weer op zijn plaats.
Op zoo'n middag, in den grooten bazar is het gebeurd
dat er plotseling opschudding kwam. „Neen. asjeblieft,
hierblijven. ik heb je al lang in de gatenhoorde mei;
een der zaalwachters zeggon. De menschen stroomden
toe. Zaalwachter had een „aankomend meisje" bij den
arm gevat Een vrouw stond, terwijl de tranen haar over
de wangen liepen, te smoeken: Och meneertjolief.
heb medelijden Ze is ziek Heusch ze Is ziek Mijn
kmti L. geen dief. Dat kan nie». Dat kan niet zijnl"
Lorry stond daar, doodsbleek. wankelend van schrik.
De angstoogen keken naar moeder. „Ik heb die meid
al lang in de gaten gehad," zei zaalwachter weer. niet
lettend op het kermen en smreken van moede» Gunters.
Het meisje werd weggebracht. Een rechercheur zou
dadeljjk komen. Juffrouw Gunters was pp een stoel
neergezegen Haar hoed zat scheef op do losgewoelde
hareui. Zij wrong de handen. Menschen vormden 'a,
kringetje om de arme vrouw. Het geval yverd besproken.
Deernis mot het knap ordentelijk vrouwtje scheen 10
overheerschcn. Alleen de controleur-zaalwachter, die
Gorry gesnapt had toen ze wat wou wegkapen «n blik
semsnel onder haar cape wegstoppen, trot oen koud,
onverschiiligApottend gezicht. Die dacht er 't zijne
vanu-
Heeft" zei rechter-commlssaris, die het geval had
te ontrafelen.Neen. vrouwtje" tot moeder Gun_
e móéder je ooit aangespoord om iets weg te nemen?
Er kwam oen schreiende protestkreet uit het hoekje,
waar de moodcr wns. Maar rech ter-commissaris keek
haar waarschuwend, dreigend aan. En 't werd stil. Het
bleeke meisje stond daar. Met ijzerstrak, mager gelaat.
De angstoogen ontweken den blik van dan rechter-
commissaris.
„Neen., meneert" fluisterde Corry Gunters. Rechtere-
commissaris vroeg nog meer. Almaar kijkend naar
de hem ontglippende, ontwijkende, zijn blik ont--'
i, van de dievegge; Was zij klepte^
■Bfettri^Bedsel i jMMril
van haar man, Haar kamer was de netste van él de
buren in hert straatje. En telkens had ze weer wat
om het boeltje op te fleuren. De sijs huppelde in een,
prachtkooi, erkende iedereen. En Zondags had zij een
tafelkleed, als er iemand kwam opioopen. zooals je
bij deh rijkdom ziet liggen En Gor«, die nu al
biij' ide vijftien was geworden zag er uit als een
jonge juffrouw. De buren redeneerden cf dikwijls over.
Er ''Weiden natuurlijk praatjes verkocht. Van allerlei
aard. Maar niemand kon juffrouw Gunters ook-dat"*
maar ten laste leggen. Zij betaalde alles prompt. Do
huisbaas behoefde nooit om zijn centen terug te komen.
's Middags ging zij met Cor die nu op .een
winkel ging, dikwijls wandelen. Dan liepen nj door
den grooten bazar, waar zoo'n prachtige gramophoon
speelt. Cor was daar dol op. En de juffrouwen van den
bazar kenden moeder en dochter al. Juffrouw Gunters
was een heel beleefd, vriendelijk menschje. .Zij jkocht
dan een kleinigheidje en stond met de verkoopsters
pu met de jpffnouw van de' cassa te praten.
Cor zei bij zoo'n gelegenheid niet veel. Zij was nu
een lang. opgeschoten, schraal, bleek deerntje, gek
worden men schichtigen blik van angstige oogen. Zij
glimlachte flauwtjes en .knikte maar. „Veel zit er niet
"bij 'dat kind", zeiden de juffrouwen van den bazar
En een paar hielden voi dat het meisje eigenlijk
op den rand van hert idiote was. Maar die moeder
was toch zoo lief en zoo zacht voor het kind. Dat
moest met eere worden erkend. Betere moédér kon
men zich piet denken. Juffrouw Gunters bekeek wel
eens wat duurdere dingetjes in bazar. Vroeg, den prijs
Lachte dan vriendelijkjes. „Noen. hoor," zei ze „dal
kan bruintje niet trekken!' Ha, Cor. als we eens de
honderdduizend krijgen zonder briefje te hebben ge
kocht...- Wpt jij meid?"
Cor knikte weer flauwtjes lachend.
Och" zei juffrouw Gunters tegen verkoopster
„ia zeg (altijd tegen mijn dochtertje als een mensch
maar met ie ere door de wereld kan komen, dan moet
een mensch itevreden. zijn. Een gerust geweten en eén
boterham, al is hij zoo droog ais mijn hand. zijn
meer waard dan schatten, ia oneer verkregen."
DOOR DAVID HENNESSEY.
Naar het Engelsch bewerkt door W, J. A. Roldanus Jr.
Uitgave Wi. Da HAAN. UtreohL
19.
De dienst werd vlug beëindigd, en toen hij met den
hoed in zijn hand schuw een blik om zich heen wierp,
in de hoop iets van Ruth en zijn moeder te zien, wera
ran achteren een hand op zijn schouder gelegd. Hij
schrok, wwnt het zou een pdlitiebeembtc kunnen zijn,
doch zich plotseling omkeerend, zag hfj, dat het da
hand ran Amos Gwdon was.
Dc oude man scheen niet heeleniaal op zijn gemak
te zijn. „Ik ben blij u te zien. Mr. Benlnett" .zeide hij.
„Het is oen mooie dienst geweest: een prachtige proék.
Kan ik u buiten even spreken?"
„Zeker." zeide Jack, maar hij heide het met een
bezwaard hart.
Zij gingen samen door het volle voorportaal en
liepen de Philipstreet op naar hot park. Salathiel keek
nieuwsgierig uit naar het rijtuig yan zijn yioedcr, want
er standen er nog verscheidene te wachten; maar het
hare was er niet meer. Nu voor het eerst maakte een
ongstig voorgevoel van een dreigend onheil zich ran
hem meester Amos Cordon scheen iets op zijn hart te
hebben en liep heel kalm naast Jack voort. Zonder
verder iets Je seggen. gingen zij het park binnen door
den ingang' bij de Macquariestreert.
„We zullen een rustig plekje zoeken waar we op
gemak kunnen proten", heide Salathiel.
Zij Jiopon .door tot zij een leeg bankje vonden,
'*ttwiar zij een prachtig uitzicht hadden op de haven.
..Nu. oudo vriend wat hebt ge me te zeggenvroeg
salathiel
Bennet", zeide de oude man met gebroken
,.k het werkelijk waar. dat ge Jack Salathiel,
0 "eudlooiicr zijt?"
'•^ukkig genoeg Is het waar." antwoordde Jade.
..Arme kerelR heide Amos. hem met tranen in de
aanzie,,j Weet Je" ging hij met een snik in
gn stem voori "dat Dan Moricy Tot Gardiner met
^"«Wirien heeft naar Sdyney dn dat hit zwaar
Tot? cn de Poüde hem achterna at, en dat de arme
TfJ?®ïlJmer dood is - een kogel door haar hoofd?
duurde zeker eep minuut, voor Jack iets zeg.
hd was alsof plotseling uit den hemel cm
Moote zwarte vlek op zijn prettige herinnering aan
si hooi, aan Betsy en de iWodnavenvallei gevallen
deir vi 7, ™'«VUIU'8 v°or gewaag
iw'o^eloos en rein hou blijven.
tnd£\.V°TlT ISft T<* Gardiner in Svdnevl" pta-
die u".i,i"] -fo. Tof dood." Hjj sprak als iemand,
geheel verbijsterd was. „ft weet tr absoluut niets
van; vertel me alles wat u weet."
Amos Gorden vertelde hem de geheelc droevige,
troostelooze geschiedenis, en terwijl Jack luisterde, her
innerde hjj zich weer ae aandoenlijke preek ran roog
even cn voelde nij op zijn hart een gewicht als lood.
„Als de politie hem niet te pakken krijgt, dan zal
Dan ^lorley met mij te doen krijgen", was alles wat
hij heide.
Er volgde een lange stilte. Jack keek voor zich uit
op den grond,met zijn wandelstok in het kiezelzand
lijnen trekkend.
„Weet de politie, dat ik ia Sydney ben?" vj-oeg hij
eindelijk.
Ik geloof het niet." zeide Amos,
14 Mteirt 1610 besluit d« Kerkeraad om J«t Geij.
ritihoon -cGo«nmzkar, dia .naaimslea was
mal „i>ada««i öaama" van dan praaastoa al tc
hen maar oy rijn arnatig verzoek an onder «oer
groote van wa«r» ostarscnap vooralsnog
Manr on*o Jsin Garritszoon hield riïn r ?t»
want heier kort daarop 20 Juni van t aelide jaar
wordt hij iiid-itdaad bedocten naemc voo.rjcstaa
«tr ziet w« treffen zijn naam'niet meer aan. A
willen hopen, dat het nhddel geliolpen heeft
Clacs Dirksz Schotvanger, Qaes Jao6fr»z KocaijcVer
en Pieter Gerbrendsx. Backer hadden hert, lifx'wei hun
namen voor dien niet "worden genoemd, srteli' fieel
wat org,." smaakt, want op 21 Jimi van lfi-tó wonten
ae van liet Avanumaal wegens dronkenschap g^weerT
om eerst door haer da del ij eken boet veerdichcy d da
gegeven ergernis se wech te nemen."
Backer treffen we niet meer aan, maar zijn collega»
Schotvanger en Koedijcker welaen eerste werd op
10 Uaf.i '.40 /)a (aEvl iIao UaArvin nAtfmflfllil IllllZtiDtJ tli
triïc!
stjn
linck ernsteJncli bestraft uijt den name des Kerc
keu.
yn?)
raets over sijn ergerlijck leven ende gswoone (.treyn?
van dronckervldrineken in openbare lierberghen vele
daghai achtereen met dreljgin;;!..' van verder utIkhi
hem te procederen Jen sij hij dudelijcke beterschap
van nu voortaon betoone, waerop hjj met vele tranen
heef» verklacrt leetwcsai over sijnen voor g.»endo soo,.
dighen cours van leven ende wondel, beJoovende sich
iu toekomende tijden van dronckunschap herberglien
on uuaet geselschap..... to wachten."
- -makkelijk to
wordt,
e acte
on uuaet gcMiscliapto wacnten.
Een prachtige belofte, maar..... niet gemakkelt
houdcin, want op 12 Sept. van 't helfae iaar i
aangaande Koedijcker der gemeente de volgende
aangaande
voorgelezen
Sater bi^
sier» oenen la
foeijlijcke
of hjj menichmacl bestraft sijnde beterschap heeft
oei ooft, soo is hij echter voortgegaan ln de gemeith
sonde als een gewoonte da ervan makende wnsliaivtö
hjj H»ri bij deseu uijt den name des kerekduraots van
't oflbruijdt dos H. Avanrtsmaels opentlick wort
Sëker broeder der gemeente Christi alhier heeft
tijdt aickmael verloopeh in de y«V
van drouckensohap tot mcrckeljjcke
van de cjjnen ende aller vromen. Lnde
weert, tot dat hij recht berou ende dadelijckobeteiinghe
sul heribeti betoont, waertoe hem Godt Almaohtich door
sijne genade helpe."
Een soortgelijke acte werd den 21en Juni 1648 voor
T-zen omtrent Oetjen Abrahams een.... vrouw aL
vluchtende oogen,
mana?.Welk
angstige, suffige.
't niet hi
raadsel school achter dat
ciele van haar doen?
al" kermde de moeder „zij
is geen dief, edelachtbare I Ik heb haar altiid 't goede
ouden". Maar telkens kwamen de list;
den Jé oogen van de vrouw eventjes van acEW de
zakdoek tevoorschijn. En er was nu een triomL
grijnsje pp haar gelaat.
Zij had Gorry de rol goed voorgespeeld. Zooels bij
ït stelen in den bazar, maandenlang..... Ze zou dén
■Pi
dans ontspringen, de meid.
MAITRE CORBEAU.
Hoe men oudtjjds in Nieuwe Niedorp de
hondaars „corrigeerde".
De tjjden veranderen en wij met henl
Niet alles in deze spreuk is waar, want de ondeugd
den en gebreken dar menschen ran nu zijn nog grooten
deels dezelfde ais die van vóór driehondead jaren.
Vechtpartijen, ruzie tusschen buren, zich te buiten
gaan aan sterken drank, onstichtelijke gedragingen liep
gen, lasteren, afwijken van het geloof, het meer gemelde
„Kerckeboeck" van Nieuwe Niedorp" leert ons dat de
menschen van omstreeks 1600 zich af en toe aan deze
fouten schuldig maakten en bet laat ons tevens zien,
dat men in die dagen deze gebreken op andere wijze
dan tegenwoordig bestreed.
U daarvan rein en ander mee te deelen is hot doel
ran dit artikeltje.
Ln den bovenvermelden tjjd was het ambt van ze
de, i mets ter opgedragen aan Predikant en Kerkeraad.
Strang werd gelet op het gedrag der leden en wie ziel»
ui iets <te bulten ging, werd eerst met „christelijcke
liefde vermaandhad dit geen uitwerking, dan werd
:de zondaar „met bedecten uaeme van den preekstoel
ais O6io. afschrik wekkend voorbeeld, der gemeente vooil
rtaK./\iirlAin mm Kloof aaI.Ir J i
leiden. Ik zorgde er voor, dat er niets gestolen en riet
mand letsel gedaan werd. Je weet, dat ik van plan
was weg te gaan zooals ik gekomen was, als John
Bennett, de onderwijzer; zeg ine eens eerlijk, oude
man, geloof je dat al wal He predikant over God
zeide, waar is?5'
„Zeker." zeide Gordoo.
„Zeg me dan." zeide Salathiel. „waar komt een
woudlooper pn vogelvrij verklaarde zooals ik, terecht?"
„waar de dief aan het kruis terecht kwam." tntj.
woordde Amos.
Opnieuw volgde «r een stilzwijgen,
„Vaarwel oude man" zeide Jack. „Je zult r.ie niei
verraden, dat weet ik. on ik ben niet van plan me
aan die duivels over te leveren, om verhoord, gekweld
ai Opgehangen te worden God ein de menschen schijf
nen tegen me te zijn. Ik moet dien predikant op
een goeden dag toch eens bedanksh voor zijn preek;
hert zal hem verwonderen een brief van een woudloopei
te krijgen; maar nu moet ik zien zoo gauw moge^.
lijk uit Sydney weg te komen. Daar kan je van op
aan, oude vriend, de kolonie zal spoedig weer van
Jack Salathiel. den woudlooper. hooren".
Jack stak zijn hand 'uit; Amos Gordon drukte die
ln de zijne en wilde nog wat zeggen; maar Jack trok
zijn hand terug, sprong over het lage bankje tegenk
over hem en verdween.
HOOFDSTUK XXIII.
Betsy wordt oöderwijzerea.
Al de droeve dagen, die op den dood van Tot
Gardiner volgden, bleef Betsy haar ouden onderwijzer
trouw. Zij begon Salathiel beter te kennen, want zij
had hem, zooals hij gevraagd had. eot paar maal gev
schreven en in de twee brieven, die hq op ztta, beurt
gezonden had, hod hij haar het een en ander oi
grznwieii naa, uuuilij uoa» "V7 7
frent zichzelf en zijn eangclegaxheden vfteld.
er stond geen woord van liefde in zijn brieven, lK^wri
Betsy meende een meer dan broederlijke toegóndg&G
hrid te kunnen ontdekken; hij had baar «i.in vertrouw
wan geschonken an haar enkele gabc- - ,^*chtsn
gegeven, wat voor haar bewijs genoeg was van zijn
liefde. Hij had haar zelfs verteld, dat er cn andere
vrouw in zijn leven geweest was, een vrouw van groote
schoonheid en fijne beschaving, maar even raisch als
mooi. Blijkbaar was hij Betsy als een van zijn wei
nige vrienden gaan beschouwen. Hoe veilig de gehei
men bij haar waren, kan men begrijpen als wij zet-
gen, dat zij zelfs haar moeder den inhoud van' SoUL
thiel's brieven niet mededeelde
Tegenover de dalbewoners Verdedigde zü Salathiel
krachtig; Zij janri niets van wat met woudloopen of
vogelvrij verklaard zijn te maken had Zij sprak tegen
over j»ie jnenachen met lden meestcn eerbied cn de
grootste vriendelijkheid over Mr. Bennett en liet door-
schemeren, dat hu kort geleden groote bezittingen had
geèTfd. Zij zeide. uat hij door slechte menschen schan.
deiijk behandeld was; en zij verdedigde zijn goeden
naam zoo hanmg, dat «r bij velen ren omkeer van
opuge te zijnen gunste ontstond. Welk bewijs, zoo
fit W)« er j>y te brengen, dat liüj Iemand in
hert ctel kwaad gedaan had? Alles wat zij ran zijn
karakter kenden, pleitte VOOr hem. Vooral "tegen de
kinderen sprak zij jn dankbare en vriendelijke termen
over hem ..Denk eens aan alles wat hij ons geleerd
heeft, en hoe vriendelijk en welwillend hij was" plachI
zij te zeggen en zy zinspeelde er tegenover hen zélfs
r^k^Setï °hmogelijk was. dat hü zou tep
.^odDriver en andere,, hadden aan hear een kwa.
de tegenpartij ..Jullie verwijt Mr. Bennett wat Dan
Morlev en andere ellendelingen deden" zaute zij hart£
r"rM"tkOTm*dÏ,r"SU do—I vtranl—joriélijk
•Ll ,W (te *9™ dwaasheid aan haar
de kl™ hn^ v,Tn te stelen en ln
konden zij er zeker van rtjm
Mr. Bermett niet ont^n w'ag
briver bekend aIï dc deugdzame Edward,
,N^J>riZdo?0T1ltbfj -die boorden op zijn paard
i reed, zonder verder woord yKJga
rw'itt^f Kltl®el00')en, Want er was een minder
Iove'i, waarin hij haar den
een kat" momyelde
pude geschiedenis te herinneren
ea mij den „deugdzamen EdwUrd Driver" te noemen.
"I o^utijk van weet."
Weken gi gen oorbij en oalathios troep, dien men
lt zijn oude schuilplaat^, ,n dc Rangcs
dande, tuctdl rustig, i'iunderingen
kwamen ™enn? y<£ri want er waren veel oudi
dwangarbeiders in hat bo»ch; ,tl#ar K Yoork
omstig van Hoogkarspel.
Zij was echter niet de eezdge van 't zwakke geslacht
die van een zoopja hield. Er wordt er nog ren ge
noemd en wel een, waarmee de kerkeraad heel wal
moeite heeft gehad, n.1 Anna Glaea huisvrouw van
Marien lassen.
Don llen Januari 1641 wordt zij onder bedoekten
name" geweerd en gedraagt zich daarna een geruimen
tijd zoo. goed. dat _men eenighen rijt niet onbehoorlijcx
ofte oosrtichtilijckx"van haer heeft connen vernemen",
zoodat zij op 23 Maart 1642 waar .werd toegelaten,
21 Dec. 1642 was 't weer mis en werd ze geweeol,
maar 18 Sept, 1644 mag ze mee .aanzitten en dat
duurt tot 1 óct. '45 als wanneer ze „van wegen haere
gewoone dronckenschap tot opspraeck ende bedroeg
vinghe der Gemeente, hoewel haere sondan beclagwv
de" weer wordt afgewezen. Sindsdien is het zeker niet
beter geworden, want we vonden niet. dal ze een an
dermaal is aangenomea
Vechtpartijen, hoewel minder vaak voorkomend dan
dronkenschap, werden mode door den censor onder
handen genomen!
Zoo werd 12 Juni 1622 Cornelis Janszoon Glasec
maecker, die mert zijn broer PieteF handgemeen was
geweest -met -„bedecten naeme" voorgelezen.
Erger was de zaak met Cornelis Pieterszoon Linnen,
wevers en Harmen Meynertsz, die om dezelfde roden
werden geweerd, den 19 October 1625, iets wat hen
den 4en Januari van 't volgende jaar weer overktwam.
Vooral de eerstgenoemde veroorzaakte den kerkeraad
veel zorg. Zoo lezen we van hem dat hg op „Palm*
dach',' ran 1624 ..hem schandeJick met logenen en
onhertaemelicken handel in sijn Bruyloft (NB.)
tot erge misse van velen verlopen heeft. Als oock over
zijn grote loijhejjt. is hij van den Kerckeraet in onse
sacristij ontboden en bestraft.
Den 6en Otcober van 1624 doet onze linnenwever
openlijkfi schuldbekentenis van „zijn voorgaende fou-
ten", wordt tot het avondmaal toegelaten „met beloL
ten dat hij hem voortaen Godtsalich en stichtelidt
draegen en veerdich arbeijden sal."
Maar op Palmzondag van 1627 wordt .vriend Li4.
nenwever weer wegens liegen en „traecheijt in hét
ware ken" met „bedecten naeme" voorgelezen.
Bij, deze fouten sluiten zich gereedelijk aan, wat
men toen verstond onder den naam „onstichtdick
gedragh". Waarin die onstichtelijkheid bestond, wordt
echter slechts een enkele maal vermeld.
Zoo worden 26 Maart 1628 Pieter SymonsaHarmen
Meinertsz. en diens zwager Jan, en' 26 Maart 1645
dat direct aan Salathiel en zijn troep kon worden toe^
geschreven. Betsy was daarover buiten zichzelf van
vreugde, want iedereen had voorspeld, dat er spoeaig
wat gebeuren zou; maar, helaas. Betsy's blijdschap
zou niet heel lang duren.
Wat den dalbewoners in dien tijd het meest opviel,
was de merkbare omkeer in Betsy. Zij werd nijna
ren bevallige en knappe vrouw en scheen in korten
tijd ren ernstig karakter gekregen te hebben, dat men
eerder bij .igjnand ran rijperen leeftijd verwacht zóu
hebben. Daar zij „monitor" was. riep zg nit eigen
beweging de schoolcommissie bijeen, en omdat er
slechts weinig kans bestond, dat zij een anderen onder
wijzer zouden kunnen krijgen, bood zij door bemid
deling van hfcar rader aan, dat zij wanneer men da
school wilde heropenen, tijdelijk de leiding op zich
wilde nemen. Mr. Bennett, zeide zij, had voor haar alle
schoolboeken achtergelaten cn het was jammer dat
nn hert prachtige begin de kinderen gedurende de aL
wezigheid van den onderwijzer weer achteruit zouden
gaan. Tot groote verbazing van dc commissie zeide
zij peden te hebben om te gelooven, dat hij later terug
zou komen, en hun verwondering over do houdiqg.
ÉMSÉihMÉtiMHtaHHMIflMW
leeuwin ha ar we!
„HML
ugen van hen toch kobden zich in geest en scherpte
net Betsy meten, want zij verdedigde Salathiel ais een
haar welpen. Pcxldy Carey echter .voorspelde,
dat ren kerel als Salathiel zeker aan de galg zou
komen.
De wijze, waarop Betsy de school bestuurde. ver„
baasde zoowel de zinderen als de ouders, want vóór
dien tijd had niemand Betsy ernstig genomen. Het
was alsof de geest van hun vroegeren onderwijzer in
Betsy gevaren wns, mme in een Krachtiger en strijd^,
lustiger vorm. De school was nog geen veertien dugen
weer open, of sommigen van de oudere leerlingen 1 t.
gonnem ongehoorzaam te worden en zich tegen haa.
te verzetten. Maar Betsy nam ze onderhanden op eet;
manier, die den schrik erin bracht. Zij zou geen geLL
heid dulden. Den volgenden ochtend reeds kwamen de
secretaris en twee stoere commissieleden onverwacht
op school De twee belhamels werden verwijderd, een
derde kreeg een ongezouten pak slaag en twee anderen
maakten zich uit eigen beweging uit de voeten, on het
resultaat was, dat de gchoele school het nieuwe de.si;
potieke gezag van orde on regel aanvaardde. In dién
tijd kwam Betsy's bekende -onbevreesdhei voor peajq.
den en vee haar goed te pas bij den bonten troep
jonge kinderen, die zij op zich genomen had te onder
wijzen. Zij zagen op tegen en nadden eerbied voor
haar buitengewone onverschrokkenheid, pnkcle och
tenden, vooral wanneer zjj Iaat was. kwam rij ih
vollen galop op Loiterer aanrijden met de zweep in
haar hand en sprong over het hek voor het schoof
gebouw, alsof dat de meest gewone manier was Dan
vooral was er kalmte en aandacht jn alle klassen De
oudere jongens zeiden: ..Pas opl BeWy is niet fc. 'haar
humeur! Zij is over het hek gesprongen P'
Bovendien studeerde ajj jjvtrig om dra te beter