HET ONBEREIKBARE.
Ingezonden Stukken.
FEUILLETON.
Zaterdag 28 Juni 1919.
62ste Jaargang No. 6437.
TwEEDE BLAD.
VOJgeD<ie wn plaAt8je
Binnenlandsch Nieuws.
t
OudesluiB, 25 Juni 1919.
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van het ingezonden stuk van den
heer.J. de Graaf, verzoek ik beleefd plaateing van
bet onderstaande.
Toen ik X ingezonden stuk van den heer De Graaf
geleren had, was mijn eerste gedachte: Hóe durft
iemand dat zoo te plaatsen zonder getuige van het.
ongeval geweest te zijn en zonder eerst eens gTon-
dige informaties in te winnen. Do datum is juist
doch verder is er geen stukje van waar. Boaendien
was ik alleen ooggetuige van het geval en niemand
anders, 'k Hel» u niet op of hij X plein getijen om
dat allee waar te nemen of cirkelde u misschien in
een vliegmach'ne boven 't Schoolplein, want die tóen
wo tegenwoordig nogal eens.
Dn zaak heeft zich aldus toegedragen. Twee jon
gens kwamen met een spelletje met elkaar in bot
sing. Een vtari de twee valt en huilt. Ik ga heen en
help hem op de been, ela 't stof af en oven later zijn
de tranen verdwenen, 't kind speelt weer mee. In
school en bij 't uitgaan heb ik niets bijzonders aan
't kind ontdekt. Voor mij was X oogenschijnlijk een
buiteling geweest, die, 'k zou haast zeggen, dagelijks
voorkom'. Wat later thuis geconstateerd werd, heb
ik In school niet kunnen ontdekken. Of denkt u dat
we een kin-l me' een gebroken arm en gierende van
de pijn, volgens u, rog één minuut in school zou
den houden?
't Zaakje heeft tóhc zonder gieren afgespeeld, want
niemand, noch 't hoofd der school, noch de onder
wijzer, door wiens kiasse we moesten, heeft iets "van
X omgeve' bemerkt.
Dit Vi-s -or r kind van een werkman, dat
viel, doch veés gerust, mijnheer De Graaf, mwfaen
kind van gegoede ouders zou ik evenizoo genaai-
deld hebben. Intusscbon ben ik biij voor u, dat u
geen kinderen heeft, dit bij zulke jiarbaren terecht
moeten komen.
Nu nog iets. U wil ons op onzen plicht wijzen. Met
welk re.riit? Is u «oma inspecteur van X onderwijs
geworden? Als we onze plicht niet doen zijn er auto
riteiten genoeg die ons'daarop zullen wijzen, doch tot
heden heb ik er niet een mijnheer J. de Graaf bij
gevonden.
Ten slotte nog een verzoek aan u. Laatst duldde
u niet dat de eer van de arbeiders werd aangerand.
Wij duiden da*, evenmin van u. Of is de eer alleen
gemeengoed van de arbeiders? Dit is mijn laatste
woord izi deze zaak.
Bij voorbaat vriendelijk dankend voor de verleen
de plaatsruimte.
G. VAN DER MELLEN,
Onderwijzeres.
Mijnheer de Redacteur,
iDezer dagen in de droeve noodzakelijkheid, ver
kennende osmi do zorg1 op mij te necr.cji veer -te 'her
kenning, en tic tier aarde bestelling te IJ munten; van
het lijk van eien mijner, bij den scheepsramp met
liét eUxmiivtasctoeiraviuirtute „Nooatóster UT' cum het
leven gekomen familieleden, wiens lijk te Cail-
iamUaoog was aangespoeld, en, in verband mot den
ver gevobderdien. staat van ontbinding waarin het
venk eendie, reeds was begraven, kwam ik tot de
ervaring, dat de telefonische verbinding tuisschen
verschillende kustplaatsen alle»-de telegrafische
veel te w-enschen overlaat; zooveel dat ik meen
in bet algemeen belang te handelen door aan mijne
ervaringen bekendheid te geven, en daardoor de
aandacht Van verschillende autoriteiten op die
f"*^5envHet 18 daarom M_ de R., dat ik 1
rSLlFL* T«rnam uit een nieuwsblad „De
CallantBoog een lijk was
«r^eTÏ? kv^' ^Vermoedende dat dit wel
SSlwl i den ramp met „De
Noordster iIT vmrue; femiüeWd kon pin jvn in
■y"Qa" de henc liggend vermoeden, trof 'k
"L^i- 'iü i nde"bbarav^h 0°Q'. r*ad€T®- voor Cö* Tan be-
ang zijnde bij-zondetftnfden omtrent uiteriiik en klea-
r*®4™*1® tijk te vernamen, waarvoor
ik van zelf was aang.wecoen op de telefoon de te-
nD«£ van verschiilcndc au-
deE®, betreft, hunne hulp-
wae zonder een enkele uitzondering too-
yten alle lof verheven; doch wat de telefonisch» en
^23*^!WT^in betreft, die waren in eon
woord', treurig; .-Chandelijk! Verbe* iü u het verkrö-
32! tusechen IJmui-
bleeflc ni€!t direct, doch
ff door ^6sciheniioo*t van- of ov*r- de kustwaoh-
I zel" omweg over Den Helder, efcn-
voudig onmogelijk! Eien telegram; verzonden te LJ-
muiden dos morgens 10 uur, kwam te Caliantsoog
aan des avonds 6 uur, en mdsto, doordat ik toen zelf'
reeds daar ter plaatse was, geheel de bestemming!
Zooaots lijkt mij, vooral voor kustplaatsen, waar
voor het vinden van voorwerpen wat licht kan. ver
spreiden ten aanzien van een vermoedelijke scheeps
ramp van het grootste belang is, waar, vooral te
genwoordig. tal van gezinnen in pijnlijke onzeker
heid ver Keuren omtrent het lot van famlMélédem,
waarvan wel is waar het overlijden moet worden
aangenomen, dodh ten aanzien waarvan door som
mige toch. altijld nog een zwakke hoop op levend
weldennen wordt gekoesterd, voor wien elke zeker
heid, ook de meest droetve, te verkiezen is boven, het
bestendigen van dien onzekenen toestand, toch on
houdbaar! Waaromi geen behoorlijke telefonische en
(of) telegrafische verWnding tusschen alle kust
plaatsen van ons land; waardoor het mogelijk is
direct na stranding van een In verhand met scheepe-
rairrpen belangrijk voorwesp, of van een lijk, daar
van kennis te gev en aan. alle in de eerste plaats
daair belang bif hebbende gemeenten, waar dan, door
kennisgevingen voor ramen van politieposten, of
andere daarvoor aangewezen plaatsen daar verdere
bekendheid aan gegeven kan wórden. Was dat in
het onderhavige géval b.v. gebeurd, wij hadden niet
pos op 9 Jufii uit een nieuwsblad behoeven te ver
nemen dat er een lijk was gestrand en begraven,
a/och hadden dat roéds «g den dag der stranding
kunnen weten, ware het mogelijk geweest een paar
dagen vroeger eien einde te maken aan de kwellin
gen van in hobp en vrees verkeerende bloedverwan
ten, en ware mogélij!k te voorkomen geweest de nogf
al belangrijke kosten van begraven, weder opgraven
en het vragen van vergunning daartoe, welke thans
na herkenning, ten laste werden gebracht der aan
verwanten.
Ik vertrouw dat «r onder de autoriteiten welke het
brengen van verbetering in detaen toestand in de
band kunnen werken, wel gevonden zullen worden
wélke deze kwestie van. voldoende belang achten
om er hunne aandacht aan te schenken en om er
zich eenige moeite voor te willen getroosten, waar
mede het doel van dit schrijven' zou zijn bereikt.
<De Redactie dankend, voor de opname,
Hoogachtend!,
A. P. BAKKER,
Bloemstraat 122, IJmuiden.
DOOR JOHN GALSWORTHY.
UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT.
8.
De deur piepte. Zij Sloot de oogen. Had zij wei
een hart? Het leek niet meer te kloppen. Aldus lag
zij hiet gesloten oogen tot zij het niet meer kan uifj
houden Bij het licht van het vuur zag. zij hem aan
het yoeteneind van het bed (gehurkt zitten; zij kon
juist zijn gezicht nog zien dat was als eeii gezicht
een gezicht ja, waar had zij het gezien? O
jal "een schilderij van een wijde, die aan ide
voeten van Iphigenia neerhurkt, zoo nederig, zoo
hongerig zoo verzonken j|n #jn beschouwing Zij
smoorde een snik en Slak haar hand uit.
HOOFDSTUK IL
Gyp was le trots om zich half te geven. En in
die eerste dagen gaf zij "Fiorsen alles behalve haar
hart. Zij had den oprechten wensch hem ook dat te
geven; doch harten geven zich enkel uij eigen bewe
ging Misschien, indien de wilde in hem, tot razernij
gebracht door schoonheid, dde baar macht voelt,
niet zoo geheel den man van geest had uitgedreven,
zij haar hart miét haar lippen en het overige
nebben gegeven. Hij wiet wel, dat hij haar hart niét
ontving, en dit maakte dat hij, door het willde in
v natuur en de perversiteit van een man, juist
v ergeerd te werk ging!, en trachtte haar te verove-
re?,' 111 et door de ziel, doch door de zinnen.
,n. was zij rdeit ongelukkig behalve dan
ar somtijds geheel verward en verloren ge-
r.j-n bezig was te trachten iets te grij-
^(fWtjrend aan haar greep ontsnapte. Het
7u 1 Tfe aax dat zij hem genot kon verschaffen.
o=U" ?eon tveenzdn dit was nu eenmaal de
aard vaa een mam. Enkeil had zij steeds dat gevoel,
da 041 ^as. Als hij voor haar speel-
de, met die uitdrukking waarin hij al zijn ziel leg-
T tvel: „Nu zal Ik hem toch zéker
naderbij komem!Doch dan verdween die uitdru'k-
ng weder, en tij wist niet hoe haar daar te hou-
I S:JaJfS sijtig, verdween haar hoop tevens.
k«i i 118 suite was aan het uiterste eind van
TArJri 11,00 »P«le®. zooveel hij wilde
tiftr^ '»- ^morgens studeerde ging zij In den
ff.-.m'iJ 111 rndsterassen afliep naar de zee. In bont
EtSÜ}) ^at daar dan met een boek. Zij kiende
lederem heester en elke Moem, die bezig
•wit wi lkoïnein aubrétia of laurustinus, een
tnfiaJSoem'Pj6i welks naam onzeker was, en één
ij6l ^depalm. De lucht was cLikwijls zacht; de vo-
*n thf00®00 reedn en waren druk bezig met paren,
<*>k i 6?0aal tenminste deed de lente haar intrede
voor th ar liart dalt wonderbare gevoel als men
fcoran eerst weder nieuw léven ruikt en dat ge-
dat n'!VOr'c11' d-® aarde en den wind het getvoel,
teirAuiw 8,1 homt als de lente er nog niet ia, en men
"Wo»»41*1 P^11 heeft en tóch verheugt Dikwijls
de «rr j61" Zöemeeuwen over haar heen, en strekten
u«n 8® bekken, en uitten kreten ais het miau-
®en jonge kat
had tój gevoelens, die tój ln zijn bij-
m#t had, nameidjtk, met *11* #sn te tójn. Zij be-
ALKMAAR.
Onder de ingekamem sttukken, van welke de Raad
in zijne Donderdagmiddag gehouden vergadering
kennis nam, was een adres van verschillende (hier
gevestigde organisaties, houdende het verzoek om
wéder over te gaan tot invoering van eene reduc
tie op den. gtasprijs, welltoe reductie in de vorige ver
gadering was ingetrokken. De tribune was dicht be
zet met vertegenwoordiger- 'er organisaties, terwijl
'bovendien een groot aar .7 vrouwen vóór hiet stad
huis de beslissing van tU - Raad verbeidda Alleen
Öe heeren Westerhof en Verkerk, beiden atgerraxr-
digvten tan de SJ)AJP^ bepleitten de noodzakelijk
heid oen wederom tot een verlaagden gaap rijs voor
on- en minvermogende ingezetenen over te gaan.
.oen niemand daarna nog heit woord verlangde,
bracht de Voorzitter in stemming, of op het in de
vorige zitting genomen beslissing zou worden te
rug gekomen. Met 9 tegen 7 «temmen besliste de
Raad, dat niet opnieuw reductie behoort te worden
toegekend. J/Jsc kweekt men revolutie" en J5chan-
de" waren uitroepen op de tribune, toen deze tóch
na de gevallen beslissing ontruimde. Mevr. Tjaden-
v. d. Vod en (Ertka) deed van de trap van het Stad
huis vtan de afwijkende beslissing aan de verzamel
de menigte kond. Na het ringen van een paar lie
deren trok de menigte ordelijk af.
Een verzoek van de gemeentewerklieden, om de
loonen aan eene herziening te onderwerpen en aan
elk werkman, te rekenen van 1 Januari 1919 eene
genrJcx-tflooming te var Leen en van f6 per week, ln
afwadhMng van de gevraagde verbc .ging, werd ge
steld' in handen van. dezelfde raadscommissie; welke
zal ï-ïbhen. te adviseere<n over de salarissen der ge
meenteambtenaren.
'Het"voorstel van den heer Van den Boach om op
óe poortstijlen van het Scbermerhek de kostbare
beeldengroepen te herplaatsen en de daarvan ge
maakte gipsafgietsels in het museum te plaatsen,
over welk voorstel' de vorige rittink do stemman
staakten, werd thans aangenomen met 10 tegen 6
stemmen. B. en W. wensohten de oorspronkelijke
beeldengroep ?n het museum te bewaren ter voor
koming van verdere .vernieling en beschadiging en
de afgietsels op de pöqrt te plaatsen.
Voor de inrichting van éen aangekocht h'eeren-
huis op het Lutrtikoudorp als tijdelijk weeshuis,
werd een crédiet verleend van f5500. Het Burger-
Weeshuis zal in verband hiermede tijdelijk worden
verhuurd aan het Rijk om daarin de Rijk» Hoogere
Burgeredhool onder te bremgen gedurende de uit
breiding en verilouwing dier schooL
Vtoor uitbreiding van de boerderij der gemeente
aata. de Bi eek ei-sloot, werd. voorts een crediet ver
leend. van f500.
Ter 'Voorbereiding ivtan de veTbreeding van den
weg langs den Gèestersingel bij de Texelsche brug,
£aJl een gedeelte van hét singel Water ter plaatse
worden gedempt, waarvoor B. en W. een creddet
ontivingetn Van f750.
Vastgesteld werd een 7e sruppletoire gameenteite-
prooting voor het dienstjaar 1918, in verband, met de
ïilurtdng wam. dien dienst, tot een bedrag van f222013,
in omhang en uitgaaf.
;vatü, H. M. de Koningin zal worden verzocht, in
veaband. met oe oprichting van.een Avondschool
•voor amlbach'tisliedlen en een school voor voorberei
dend middelbaar techMsclh onderwijs, vrijstelling
van de verplichting ttot het oprichten van een hur-
gerdagtschool en van hot in standhouden van een
•burgeravondschool.
Door den Wethouder van Publieke Werken werd
modlegédeeld, dat van elders inlichtingen waren be
komen, dlat de aldaar gebouwde noodwoningen zeer
slecht bevielen, zoodat het géén aanbeveling ver
diende tot dien bouw; in verband mat de bestaan
de Wonicgschaarschte, Over te gaan.
Valn B. en W, zullen nu tegen de eeretvolgeude
vergald ering •vOoTSiteü'en zijn be wachten tot Etichticg
•vian pl.m. 200 semi-permanente en van 33 perma
nente woningen.
De Raad ging daarna over in eene zitting met
gesloten deuren ter behandeling van het kohier van
den koofdelijklen omslag, dat door B. en W. is op
gemaakt met een invorderbaar bedrag van f711429,
waariMj het percentage, 't welk van den- laagst en
aansJag zat móeten Warden geheven, 8 zal bedragen.
IdVNDBOUWHUlSEOXJDOiNIWmWlja.
In het café „.Central" te Alkmaar werd dstermldt
dag een spoedvergadering gehouden van oudjeeriingea
jee Ouders van 8e vereenigiing „Landbouwhuishoudj'
onderwijs" in Noordholland, oin maatregelen tegeu het
onderbrengen van het landbouwhuishoudonderwijs, waar
door de door de regeering toegezegde scholenbouw
ten behoeve van het LandlxiuwnuisEoudoiiderwijs te
Alkmaar bedreigd wordt.
De vergadering was druk bezocht
De voorzitter zeide. dat door bijzondere omstandig'
Jheden de vergadering spoedeischend belegd was.
Spr. heette daarom vooral de oudjeerlingcn en de
vaders en moeders welkom, alsmede de leerareBsen
softe niet hoe ontzaglijk sterk zij in die panr dagen
geestelijk gegroeid was, hoe er in de lichte muziek
van haar leven reeds ,en grondbastoon gekomen
waia. Het leven met Fiorsen beteekende voor haar
veel meer dan enkel kennis van „de menschelijke
natuur", met haar misschien wel noodlottige ont-
vankelijlkheid zoog zij reeds de atmosfeer zijner 'le
vensleer in tóch op. Hij kwaim steeds in opstand te
gen. het maar óp gezag aannemen van zoogenaam
de waarheden; doch, zooals de meeste uitvoerende
kunstenaars, bezat hij geen scherpe gave van be-
redeneeren, doch sloeg 'hij enkel instinctmatig de
verzenen tegen de prikkels. Hij kon intens genieten
van eien zonsondergang, een geur, een aria een
nieuwe Hefkooeing, of hij Het tóch meesleepen door
medelijden met een bedelaar of een blinde, of door
een plotselingen afkeer van iemand met groote
voeten of een langen neus, of door haat tegen een
vrouw met een platte borst of een uitdrukking van
schijnheiligheid. Als hij wandelde, liep hij óf zeer
snel, óf hij treuzelde, hij placht te lachen en te
zingen, en haar te laten lachen tot zij er pijn in
de ztjde van kreeg, en een hall uur later zat hij
alweder verzonken in een vlaag van somberheid,
waarin zijn geheeLe wezen opging. Zonder het te
weten, deelde ook zij in dit zwelgen in sensatie,
doch altijd gracelijk, met meer onderscheidingsrin,
zoodat tój nooit anderer gevoelens geheel over het
hoofd' zag.
In haar liefdesverrukkingen vermeed hij haar ze-
nulwen al te zeer te prikkelen, omdat hij haar steeds
zijn genieten van haar schoonheid wist te doen
voelen; en ook het haar voortdurend bijblijvende be
wustzijn van niet te behooren tot de fatsoenlijke
menschen, die zij aan haar vader had trachten uit
te leggen, (maakte dat zij zich verzette tegen het
gevoel, dat haar leven haar tegen de borst stuitte.
Zij kon ridh niet gewennen aan het feit, dat hij an
derer gevoelens volkomen negeerde, aan de alge
heel e verachting, waarmede hij degenen placht aan
te kijken, die hem zenuwachtig maakten en aan
zijn maken van half verafaartbare opmerkingen
juist zooals hij dit ook hald gedaan, toen hij en Graaf
Roseck 'hen voorbijgingen bij het Schiller-standbeeld
Zij kromp zichtbaar ineen bij deigelijke opmerkin
gen al waren ze somS ook zoo bijzonder grappig, dat
zij er om moest lachen. Doch onmiddellijk daarna
deed dit haar pijn. Zij zag dat haar ineenkrimpen
hem ergerde, en hem ertoe scheen aan te zetten, om
nog meer amok te maken. Doch zij kon er niets
aan doen. F*-s stond tój op en ging heen. Hij volg
de haar, ging o, den grond zitten, bij haar knieën,
en stak zijn hoofd; net als een groote kat, onder
haiVenpeef me, mijn Gypi maar (het zijn ook
zulke bruten. Wie zou daar nu tegen kunnen? Zeg
het nu zelf eens wie zou daar nu tegen kunnen,
behalve dan mijn Gyp?" En dan moest tój het hem
maar weder vergeven. Doch op zekeren avond, toen
hij gedurende het diner weder "hoogst behsedJgeud
was geweest, antwoordde zij:
Keien, dat kan ik niet volhouden. Niet tój, maar
lij'bent' een bruut. Jij was verschrikkelijk onheb
belijk tegen toenl"
Hij sprong op mot oen gie'la&'t 'Vio- woedo en som-
berheid en verliet het vertrek. Het was de eerste
maal, dat hij in haar hijzijn had toegegeven aan
ziin woede. Gyp zat bij het vuur, en voelde tóch zeer
verstoord; voornamelijk omdat tój geen werkelijk
berouw bad, dat rij hem gekwetst had. Feitelijk
en de leeraren en den heer van der Molen, ren
tegenwoordig er voor da Hollandsche Maatschappij van
Landbouw welkom
Spreker deelde hierop mede dat er tusschen hef
ministerie van Landbouw en dal van Onderwas een
verschil van mei „Tg bestap of hst landbouwonder
wijs ai of niet ouder htadixxw oiyft. Sedert ver}
leden -voorjaar is Zs toezeg^ og laan, dat naast de
Tuinbouwscholen &cn school gtsuau 6u worden voor
landbouwonderwijs en de geiden daarvoor zjjn reeds
goedgriicund door de Tweede vu de Eerste Kamer,
Hardende de kw-stis heeft men van de zijde van
de Huishoud, es Industrieschool getracht dit "onder
wijs daar onder te brengen. He< £- olg fa geweefl
dat ons Riestuur en vertegenwoordigers van den landV
bouw vergaderden en besloten tot het beleggen van
deze vergadering, om te voorkomen, dat dit gebeurt,
Wij' ais bestuur, .zeide spr. staan eenparig .op het
standpunt dat het latidbouwhuisnoudonden. :js ook voor
het huiselijke gedeelte geheel verschilt naar aard en
wezen van het gewone huishoudanderwijs. Het land
bouwhuishoudonderwijs is daardoor ten platte lande
zoo sympathiek, dat het soms zonder moeite meer leer
lingen krijgt als het kan plaatsen.
Spr deelde hierop mede, dat bericht van verhin
dering was ingekomen van Dr. Scheij, den heer da
Boer. het Eerste Kamerlid, en van den heer Vas
Visser alsmede van Mevr Spijkerman—Winkel te Hou-
wert. oh schriftelijk had verklaard er sterk voor te
zijn. bet landbouwhuishoudonderwijs zelfstandig h>
houden blijft. Ook van vele anderen was een dergei
lijk schrijven ingekomen
Van mej. Mant Heine. directrice van het Nationaal
Bureau van Vrouwenarbeid, was oen kennisgeving van
verhindering ingekomen, waarin zij tevens verklaarde;
dat zij in deze geheel aan de zijde van het bestfiur
stond.
Hel leiden van hot onderwas in andere Lanen werd
algemeen betreurd
Van mej. Keulen, oudjeerares was een uitvoerig
schrijven ingekomen, waarin zij als haar overtuiging
uitsprak, dat het haar vcork- ann dat het bestuur
van de Huishoud, en Industrieschool de zaak ten
eigen bate ten nadeele van La udbc uwha Ehoudé
onderwijs vertroebelde om de financiën van de school
op .betere basis te brengen. De «dirij Etter oordeelde^
dat dit echter de ondergang van het Landbouwhuis
houdonderwijs met tóch zou brengen, welke meening
z ijgrondde op de ervaring, door haar bij het gewone
huishcudonderwijs en bij het landbouwhuishoudondas-
wijs opgodaanf 'Schrijfster constateerde, dat het be-
stuur der Huishoud, en Industrieschool geen andere
belangstelling voor het landbouwhuishoudonderwijs had
getoond, dan waöneer het eigenbelang dut ritet zich
Dracht. Een "i^en school oordeelde schrijfster noodig.
De voorzitter wees er op., dat He schrijster 8 jaar
onderwijs aan het landbouwhuishoudonderwijs had
gegeven, waardoor haar oordeel van groote waarde
was. r.
De voorzitter zette nog uitvoerig uiteèri,. waarom
het landbouwhuishoudonderwijs geheel anders was dan
gewoon huishoudonderwijs De bewering, aai men
meelt* op het terrein van het huishoudonderwijs was
gekomen, noemde spr. onjuist. Slechts een verscnik-
ktng van 5 pet. van de lesuren had plaats gehad;
plus 84 uren, die er door beperking van vacatures be
schikbaar zijn gekomen. Hét bestuur en spr. stonden
op liet standpunt, dat men in geen geval het Iandj
bouwhuishouaondorwijs moest overgeven. Actie dien
de daarvoor gevoerd je worden. Of dat onderwijs zal
ressorteeren onder Landbouw of Onderwijs, was van
minder belang, als het maar tójn zelfstandig karakter
blijft behouden en niet ondergebracht werd onder heit
gewone huishoudonderwijs. Lijsten waren daarom op"
gesteld, waarin betoogd Wordt dat onderteekenaara,
oudjeerlingen en ouders van leerlingen, aandringen
.op het zelfstandig bestaan van dat onderwijs en net
spoedig bouwen #an de toegezegde scholen
Spreker wekte op om het teekenen van de lijsten te
bevorderen. Spr. vroeg daarvoor de goedkeuring van
de vergadering, die onder applaus verleend werd,
Spr. deed nog uitkomen, dat den Haag nu wei
nief zal beslissen zouder dé vereenjging te hooren.
Mei. Niemeijer was bang geweest, dat het Jand|
bouwhuishoudonderwijs ten gronde zo ugaan. Spr. was
daarom zoo blii. dat zooveel ouders waren opgeko)
men. om hun belangstelling voor het zelfstandig be
houd van dat onderwijs te toonen. >5pr. geloofde nu
niet meer „Idat men het zou verliezen. Als mem voet
bij stuk houdt, dan zal de rechtvaardige zaak het moe"
ten winnen Spr. kom niet geiooven, dat het landbouw
moest zij zich Ihlerotver toch ellendig gevoelen; meen
de tój.
Maar toen hij om tien uur nog niet terug was,
begon, zij in ernst ongerust te worden. Zij hald iets
vreeselijks gezegd! En toch naim zij in haar 'hart,
wat zij gezegd had. niet terug. Hij was werkelijk een
hruuit gewee&t. Zij hadi tóch gaarne verlichting wil
len verschaffen door wat te spelen, doch het was
nu reeds te laat om hiermede de andere hotel
gasten nog lastig te vallen, en dus ging tój maar
wat aan het venster staan kij'klen naar de zee, en
tvoeide zich 'verslagen en verward. Dit was de eerste
maal dat zij den vrijen teugel had gelaten aan haar
gevoel tegfen wat Winsten zou hebben genoemd zijn
„poenigheid". Was hij een Engelschman geweest,
dan zou tój zich nooit aangetrokken gevoeld héb
ben door iemand, die anderer gevoélens zóó kon
kwetsen.
Wat had haar dan wel aangetrokken? Zijn vreemd
hei'd; het wilde in hem, de hypnotische aantrekkings
kracht van zijn hartstócht ivoor haar, zijn muziek!
Niets kon dat in hem verduisteren. Het aanzwellen,
het deinen en zuchten in zijn spel was als de zee
ginds, donker en met randen van schuim, die tegen
de rotsen aanklotste; of gelijk de zee, diep van
'kleur bij daglicht met witte meeuwen er boven; of
als de zee, met drie kronkelende paden, gemaakt
door de heen en weer trekkende stroamingen, de
heerlijke, lachende, zwijgende zee, die haar peiiloaze
rusteloosheid in toom hield, wachtend om aam te
deinen en wederom aan te vallen. Dót was het, wat
tój van hem verlangde niet zijn. omhelzing en, zelfs
niet zijn. aanbidding, zijn geest, of zijn eigenaardige
lenig» knapheid die iets katachtigs had; neen,
slechts dat in zijn ziel, dat zich een uitweg baan.
de door zijn vingers, de lucht in, en dat haar tóel
■tot hem trok. Als zij, wanneer hij binnenkwam,
eens naar hem toeijlde, haar armen om zijn hals
sloeg, en tóchtzel/ve suiggeerde dat tój zich daar bij
heen veilig voelde, en zich in hem verloor! Waarom
niet? Het was toch haar plicht? Waarom niet ook
haar orenjgde? Doch zij huiverde. Het een of ander
instinct, dat te diep wortelde «m te analyse trein,
iets ip bet hart har er zenuwen deed haar terugdein-
Ben, alsof zij bang was, letterlijk hang om zich in
Hafde te laten verzinken het subtielste instinct tot
zelfbehoud tegen iets noodlottigs; tegen te ver ge
voerd worden ja, het was als het eigenaardige,
instinctmatige terugdeinzen dat sommigen woelen
bij bet enkel tóen van een afgrond, een angst om er
dichtbij te gaan, uit vrees dat zij er naar toe en over
den rand Bullen worden getrokken door een onweer
staanbare aamjrekkingrkiaidht.
Zij ging haar slaapkamer binnen en begon tóch
Langzaam te ontkleeden. Naar bed te gaan zonder
te weten waar hij was, wat bij deed, en wat hij
dacht, leek haar reeds een weinig vreemd; en tój
ging beur haar 'langznam tótten borstelen met de
met zilver gemonteerde borstel», naar haar eigen
bleek gelaat starend, welks oogen zoo bijzonder
groot en donker leken.
Eindelijk kreeg zij het gevoel: „Ik kan er nteta
aan doen! Het kan me niet schelen!" En, na in
bed gestapt te zijn, draaide zij het licht uit. Het
leek baar vreemd en eenzaamer brandde geen
wuur. En toen vieil zij zonder meer in alaam.
Zij droomde dat zij tusschen Fiorsen en haar va
der op zee in een spoorwegcoupé zat, terwijl het
water al' hooger en hooger steeg en zuchtte en klot-
ste. Daar tój. evenals een hond, bij haar ontwaken
altijd direct volkomen wakker was, wist tój dalt hij
in het aangrenzende vertrek aan het spelen was,
aan het spelen op detaen tijd van den nacht? Zij lag
te luisteren nalar het beverig gespeeld, koesterend
liedje; dat zij niet kenda Zou zij het bijleggen of
izou zij wachten, tot hij dit deed? Twéémaal liet
tój tóch half uit bed glijden, dtoch beide malen, als
of het lot wilde dat zij de dingen hiun Loop zou la
ten hebben, koos 'hij juist dat oogenblik om zijn
toom te doen aanzwellen, en telkemmai dacht zij:
„Neien; ik kan niet. Het is alweer Zoo. Het kan hem
niets schelen hoeveel menschen hij wakker maakt.
Hij doet precies wat hij wiil, en trekt zich niets aan
van anderen".
En na haar ooren met haar banden bedekt te
hébben, bleef zij bewegingloos liggen.
Toen tój haar handen er einideilijlfc afnam, had hij
opgehouden met spelen Toen boorde zij hem kó
men, en deed alsof zij sliep. Doch bij spaarde haar
zelfs in haar slaap niet. Zij onderwierp zich aan
zijn kussen zonder een. woord, terwijl haar hart tóch
verhardde hij rook zeer zeker naar cognac. Den
volgenden morgen scheen hij alles vergeten te zijn,
Doch Gyp niet. Zij verlangde vurig te weten, wat
hij gevoeld hlald en waar hij was geweest, doch zij
was te trotsch om het te vragen.
Gedurende de eerste weken schreef tój 'tweemdai
aam haar vader, doch daarna kon tój dit hiel meert
cn zond zij - hem enkel nu en dan een briefkaart/
Waarom zou zij hem vertellen van haar doen en
laten, in gezelschap van iemand, waaraan hij zelfs
niet denken kon? Had hij gelijk gehad? Het zou haar
trots te zeer gekwetst hebben zichzelve dit te beJ
kennen. Doch tój begon naar Londen terug te veria n1
gen De gedachte aan haar huisje was een lichtpunfjd
in haar 'leven. Als zij eenmaal geïnstalleerd waren, en
konden doen wat tój wilden, zonder zich bezorgd te
hoeven maken over de gevoelens van anderen, zou
het misschien beter gaan. Als hij weder in ernst kom
beginnen met zijn werk, en tój hem hielp, zou alles
anders worden. Haar nieuwe huis, waarin zooveel te
doen was; haar nieuwe tuin, en de vruchtboomen^
die juist 'begonnen te bloeien. Zij kou honden en
katten gaan houden, en zou paardrijden als haar vé-
der in de stad was. Tante Rosamund en vriendinnen
zouden komen en er zouden muziekavondjes gegeu
ven worden, en misschien danspartijen hij .danste
prachtig en was er dol op, evenals zij. En dan zijn
concerten de verrukking vereenzelvigd te worden
met 'zijn -succes. Doch bovenal, de opwinding reeds
vooruit, dat zü haar huis zoo fraai zou mazen als
zij slechts kon, met gedurfde proefnemingen in vorm
en kleur Jïn toch wist zij in naar hart, dat dit voor-
uitzien en verbannen van het heden, op zichzelf reeds
een slecht teeken was.
Van één ding tenminste genoot zij namelijk" van
zeilen. Er waren onbewolkte dagen, waarop zelfs de
Maartsche zon warm en er juist wind genoeg was
Hjj schoot uitstekend op met den ouden zeeman, wiens
boot tój gebruikten, want hij' was op tójin best als
hij Tnet eenvoudige lieden was, wier taaltje hij on
geveer even goed kon verstaan als zij 't het zijne
dedsn. In die uren beleefde 'Gyp werkelijk eenige écht
romantische gewaarwordingen. De zee was zoo blauwt,
de rotsen en met bcséh bedekte uitloopers van dat
gedeelte der zuidkust waren zoo droomerig in h«*>
lichtende waas van ftet laufl. Den ouder, pikbroek
vergetend, sloeg hij dan zijn arm om haar heem;
hier op zee kon zij hem wel vergeven voor zijn ge.
beek aan welopgevoedheid^ en was dankbaar dat tój