DONBEHIMG 14 ADG0STÜS 191» 62ste Ja argon 9 No. 6464. HET ONBEREIKBARE. Binnenlanclsch Nieuws. FEUILLETON. Uitgevers: TRAPMAN Co. SCHAGEN, LAAN D 5. Int. Teleph. No. 2a SCHAKER Alititti Nieuws- Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag, Woensdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur wor- den ADVERTENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. COURANT. ilnrtcitit- LnDintlii Prijs per 3 maanden fl.20 per post fl.40. Losse nummers 6 cent ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.75, iedere regel meer 14 cent bewijsno. inbegrepenj. Groote lett. worden naar plaatsr. berekend HET KAMERLID MR, DR. VAN GROENENDAEL. De lieveling dn geestelijkheid. Men schrijft uit Weeort ven katholieke zijde «*in Hot Volk: Steeds meer gevoelen de Mezers van Weert en om geving, die in 1916 het bekende Kamerlid mr. dr. Van Groenendael naar de Kamer brachten rich niet hunnen „uitverkorene" gekomprommlteerd. Openlijk wordt het hier tot zelfs in het kleinste gehucht, ver klaard, op welk een gemeens wijze deze uitverkorene de menschen er heeft laten inloopen. Toen de heer mr. dr. v. Groenedael in 1916 tegenover de heeren Kolkman en Kellenaers stond waren het ook vooral de geestelijken die den emimenten katholieken Moester- Dokter steunden. De andere stonden nu een maal niet in dien geur van heiligheid, als waarover de uitverkorene beschikte en zelfs weid er van een gezegd, dat hij er, o gruwel, licht-rooda principes op nahield. Nu hoorden wij echter dezer dagen door de oude vrienden van den heer Van Groenendael toe- weren hoezeer zij ook door hunne geestelijke raads lieden om den tuin zijn geleid en hoe zij het betreu-' ren deze „iicht-rooden" die ten minste geen landver raders zijn, niet te hebben afgevaardigd, Wij herinneren ons nog hoe na de keuze van Mr. Dr. van Groenendael deze mam aan de grens zijner gemeente plechtig wend afgehaald en verwelkomd door de Eerwaarde Geestelijkheid, en hoe in zijn ge boortedorp een processie werd gehouden, in welke de heer Van Groenendael onmiddellijk achter den priester schreed, met een lichtende toorts. In de Lim- burgsche kranten werd dit als een voorbeeld van kinderlijken katholieken eenvoud en onderwerping voorgesteld I Eö nuzou diezelfde heer v. Groenendael ons vaderland, ook den maagdelijken Woerter bodem, willenvarschacheren aan de Balgeml Neen, het wordt den kiezers van het brave land- stedeka te machtig en ik geloof dat de grootste straatkeien van Weert niet te goed zouden zijn als H triomfeerende Kamerlid nog eens zijn intocht in deze veste houden zou. MILITAIRE SPILZUCHT. Het Volk schrijft: Zoo nu en dan hoort men op welke wijze tijdens de mobilisatie met de gelden des rijks is omge sprongen. Zoo vernamen we nu weer een1 kras staaltje van geldverspilling. In de Vechtstreek zijn tal van mi litaire werken gemaakt tijdens de mobilisatie. Uit voerder was vaak een zekere R, wonende te Kreu kelen, voordien een arme jongen, nu een man in goe den doen. Maar niet alleen aan den houw, ook aan het opruimen heeft hij aardig geld verdiend. Zoo stond b.v. hij Loenen op het land van dien heer W. Kruiswijk een groote loods, die moest werden af ge- broeken. De boeren boden voor die loods f5000. maar het werd aan B. gegund voor f 1000. De rails to Nieuiweraiuia moesten worden opgeborgen. Eènige menschen boden zich aan dit werk in combinatie uit te voeren tegen 13 cent per stuk. Hst werk werd aan B. gegund voor G5 cent per stuk. Ta Vreeland staan ook groote loodsen. Naar verluidt zullen die denzelfden weg opgaan als de loods te Loenen. Waar om worden dergelijke loodsen, waaraan belangrijke hoeveelheden hout zitten, niet publiek verkocht? Nog oen kras staaltje, «.S1? r ^rre^J3J1<4 noest ©en borstwering, oen irer- aedagingswork worden gemaakt, waarvoor veel zand noodig was. Dat zand wend por kubieke meter be taalt. Er zijn honderden kubieke meters 7Jeen voudig in de Vecht gesmeten. Bij laag water ziet men ze liggen. Dat verdedigingswerk moest worden gemaakt op Runderiust, gem. Kortenhoef. Deel was in het najaar er mee te beginnen. Lang te voren kwam een onderofficier het terrein opnemen; hij werd door den boer niet vriendelijk ontvangen. Om daarvoor nu dien boer te straffen, besloot de militaire overheid onmiddellijk mot het werk te beginnen. Het zaakje kostte f 100.000L Het is niet eens gereed gekomen. Toen de vrede kwam, was het niet meer noodig. Wanneer men dus ge wacht had, zooals het plan was, -dan zouden die honderdduizend gulden zijn gespaard, m««t de booze bui van een overste op een boer kwam het Rijk op honderdduizend pop te staan 1 LAXORDOUX. De tijden zijn voor de bouwers niet bijzonder gun stig. Door do ernstige ziekte in de aardappelen, brengen deze lang niet genoeg op, cxm van oen voor- deelige exploitatie te kunnen spreken. Met de worte len is het nog treuriger gesteld. Deze brengen nauwe lijks het bestede werkloon op. Met de andere groen ten is het wat beter, doch de toekomst laat zich zeer donker inzien, daar de Centrale rijken, mede door de lage koers van het geld, tot koopem slecht in staat zijn. Vrij algemeen denkt men, dat do goede jaren wel eens voorbij konden zijn. WIERINGEN. Onze voetbalclub wordt overstelpt met aanvragen van zustervereenigingen van elders om voetbalwed strijden tegen onze club te mogen houden. A>f dat allemaal is om het voetbalspel aan te leeren,*feeIoo- ven wij echter niet, het zal wel meer de zucht zijn om den Duitschen ex-kroonprins op het terrein of elders te ontmoeten. Zondag as. komt de voethal- club van Texel hier tegen onze club spelen en naar men ons mededeelt, komen ze per extra boot van Texel naar hier. Niet alleen de Texelsche voetballers, doch ook vele andere Texelaars komen dan mee om ons eiland met een bezoek te vereeren. Wij hopen om hen dat de ex-kroonprins bij den wedstrijd aan wezig zal zijn. OUDE NIEDOHR. Door het schrikken van bet paard van C. B„ viel diens arbeider C. B. er al en kwam zoodanig te val len, dat geneeskundige hulp moest worden inge roepen, waarbij toen bleek dat B. een pols had ge broken. KOLHORN. In de polders aihiei rijpen de granen met de laat ste zonnige dagen hard aan. Met het zichten werd al aangevangen. KOLHORN. De schippersstaking is ook in de haven alhier merkbaar. Geen schip komt er binnen. De grint- DOOR JOHN GALSWORTHY. UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT. 25. Dia ddkike schommel zette groote oogem op en haar mond ging open van verbazing. Winsten legde zijn hand op don kinderwagen. „Kalm nul Ga net sis gewoonlijk met den wagen uit. Het is nu zoo wat je tijd, en wacht me dian op den draal naar het Regent's Park. Dan kom ik in mijn cato na en neem jullie allemaal daar op. Nu niet zenuwachtig zijn; neem niets mee, doe alles precies zooals je het anders zoudt doen. Begrepen?" Het ligt niet in den aard van dikke vrouwen aan wie kinderen zijn toevertrouwd, om zulk een be vel te ontvangen zonder iets tegen te zeggen. Haar Meur en het rijzen en dalen van dien op een golf gelijkenden tooezemi deed Winston er snel bijvoegen: „Houdt j© niu bedaard, Betty. Gyp heeft je noodig- Ik zal je alles in het rijtuig wel vertellen". iMet nog lichtelijk hijgende horst 'kon da arme vrouw slechts stamelen: „Jawel, meneer. Arm ding! En hoe moet^het nou met V nachtgoed? En dat van Miss Gyp?" Zich nog steeds bewust van die gestalte aan het venster, maakte Winston eenige grimassen met zijn vingers naar het kind en zeide: „O, laat dat maar. Maak je zoodra Je me aan het raam van het salon ziet, klaar en ga heen. Oogen recht voor je uit, Betty; niet omkijken, ik zal je aftocht wel dekken! Laat Gyp niet in den steek nu. Kalm zijn!" Met een zucht, dien mien in KensLngtom had kun nen hoeren, mompelde Betty: „Heel goed; meneer; och heer, och heer", en be gon de banden van haar muts te strikken. Met eenige bevestigende knikjes, alsof hij' meerdere wijze raadgevingen omtrent het kind in ontvangst had genomen, groette Winston, en ging weder in de rich ting van het huis. Hij keek zorgvuldig nu eens hier dan daar heen, alsof hij naar de bloemen keek, doch merkte toch op, dat Fiorsen zich van het venster verwijderd had. Hij bedacht snel, dat de kerel terug zou komen om te zien of hij verdwenen was, en hij ging achter een rozenstruik staan, vanwaar hij, zoodra Fiorsen weder verscheen, een toeken van herkenning kon geiven. Zoowaar, daar was hij alweer en terwijl Winston kalm de hand aan den hoed hracht, ging hij' door de tuindeuren van het salon «laar ninn/yn Hij ging vlug door naar de hall; luister de een oogenblik en opende vervolgens de eetkamer- deur. Fiorsen liep op en neer, bleek en rusteloos. ïïlt hleef stilstaan en staarde Winston met bleek gelaat dan. Deze laatste zeide: „Hoe gaat het met je? Is Gyp niet thuis?" „Neen"., Iets in dit „neen" wekte een vage, een zeer vage wroeging ia Winston. Door Gyp verlaten te worden! Toen verhardde zijn hart zich weder. De vent was •en mispunt, dat stond vast. dat had altijd bij ham vastgestaan, „Baby riet er goed uit", Bedde hij. Fiorsen wendde rich om en begon weder qp en n^eer te ioopem. .Waar is Gyp? Ik wil dat ze thuis komt. Ek heb haar noodig". Winston haalde zijn horloge voor den dag. „t Is nog niet laat". En plotseling voelde hij groeten weerzin tegen de rol dien hij Bpeelde, Om het kind in rijn macht te krijgen; en Gyp in veilig heid te brengen, alles goed en well Maar dit voor wenden, dat hij er niets van afwist, stuitte hem te gen de barst Hij wendde zich om en ging heen. Het bracht alles in gevaar, maar hij kon er niets aan doen. Hij kon hier niet blijven en voortgaan met huichelen. Zou Betty al uit de voeten rijn? Hij ging naar het salon terug. Daar waren zeze gingen juist langs het huis heen. Over een minuut of vijf zouden ze hij den draai rijn. Hij bleef voor het venster staan wachten. Als die vent maar niet binnenkwam! Door den tusschenmuur kon hij hem nog steeds de eetkamer 'hooren op en neer Ioopem. Wat duurde een minuut toch lang! Er waren er reeds drie verloopen, toen hij de eetkamer hoorde openen en Fiorsen de vestibule door naar de voort deur hoorde gaan. Wat zou hij in den zin hebben zooals hij. daar bleef staan alsof hij luisterde? En plotseling hoorde hij hem zuchten. Het was een ge luid zooals hemzelven menigmaal was ontsnapt, als hij in vroeger dagen stond te wachten, luisterend naar schreden. Had deze kerel dan werkelijk lief? Bijna even hevig als hij zelf had liefgehad? En met «en plotseling telleren afkeer van dit spioneearen, ging hij verder en zeide: „Ik kan niet langer wachten. Ik moet weg". Fiorsen schrok. Bliikbaar had hij zich alleen' ge waand, en Winston dacht: .Waarachtig, hij riet er slecht uit!" „Adieu!" zeide hij, doch de woorden: „Doe mijn groeten aan Gyp", bestierven hem op de lippen. Adieu!" zeide Fiorsen hem na. En Winston ging het bureautje door, rich bewust van die hopelooze gestalte die daar nog bij de halfopen deur stond. Betty' was nergens te zien, zij moest dus den draai al bereikt hebben. Zijn zending was geslaagd, doch hij voelde hierover geen bijzondere voldoening. Om dien hoek vond hij rijn convooi, en nadat de kin derwagen boven op de cato was geheschen, gingen zij met spoed verder. Hij had gozogd dat hij een en ander in de cato wel zou meedeelen, doch de eenige opmerking die hij maakte, was: Jullie gaatmorgen allemaal naar Mildenham 'Én Betty die hem vanaf hun eerste ontmoeting, zoo vele jaren geleden, gevreesd' had, keek van ter zijde naar rijn profiel, zonder verdere vragen te dur ven doen. Voor rij thuis waren, stapte Winston aan een postkantoor af, en zond dit telegram: „Gyp en kind bij mij, brief volgt. Winston Dit ontlastte een geweten, waarop de gestalte van dien man in de deuropening zwaar drukte; boven dien was het ook wel noodig, want Fiorsen mocht andere eens naar de politie gaan. De rest moest maar wachten tot hij met Gyp gesproken had. Er was nog veel te doen, en het was laat voor zij gin gen dineeren, en eerst toen Markey was heengegaan, konden rij samen praten. Dicht hij de openslaande tuindeuren waar Markey bakken van de polders zijn geheel ledig en ook turf, hoe noodig ook, komt niet aan. Weken lang al. ziet men vanaf den zeedijk geen schip in zee, niet anders dan kleine visschersschuiten. KOLHORN. De tonghlaar, mond- en klauwzeer, onder het vee, Is hier aan het afnemen. Gelukkig, dank rij de waar schuwing van melkverkoopers aan verbruikers om toch de melk niet ongekookt te verbruiken, werd in geen enkel gezin hieronder geleden. Alleen eenige beperking in het gebruik door de mindere opbrengst. ST. MAARTENSBRUG. Aan de gehouden ringrijderij bij den heer De Beurs alhier, werd door 21 personen deelgenomen. De uit slag was als volgt: le prijs de heer F. Timmerman te Sc hagen, 2e prijs de heer C. Johannes te t Zand, 3a prijs de heer G. Kuiper te St. Maartensbrug, ie prijs de heer A. Kiesling te St. Maarten. De prijzen bestonden in contanten. MOND- EN KLAUWZEER. Naar wij .vernemen, zullen deze week van regee- ringswege aan de grensstations, waar het naar Bel gië uit te voeren vee passeert, met het oog op het hier te lande heerachemde mond- en klauwzeer, quarantainemaatregelen warden getroffen. Het uit te voeren vee zal aan deze grensstations ©en vljftali da gen afgezonderd worden voor het naar België mag worden uitgevoerd. VEEUITVOEH. De districts-veearts te Groningen heeft te Leeuwar den voor den uitvoer naar Frankrijk goedgekeurd 148 runderen en voor België 23 drachtige vaarzen. UIERONTSTEKING* In Groningen komt op het oogentolik in ernstige mate de wrang voor, een uierontsteking, die zich ioder jaar in Juli en Augustus in meer of mindere mate pleegt voor te doen en waarvan de schade, doordat aangetaste dieren gewoonlijk voor de melk productie verloren gaan, vrij aanzienlijk is. Het onderling Ziekenfonds Hulp In Nood vertp- derde Dinsdagavond. Medegedeeld werd, dat als bet- stuursledan voor de vólgende vergadering aftredend zain de heeren Jb. v. Meurs en J. Ooievaar en dat candLV da tollijsten in de maand Januari afgehaald kunnen worden. Enkele medededingen werdén gédaan Inza ke het steunfonds en een referaat daaromtrent voor gelezen. Op voorstel van het bestuur werd besloten tot afscheiding van het steunfonds tol zoolang er geen uniforme regeling inzake uitkeering en contributie tot stand gekomen is. Medegedeeld werd, dat 12 nieu we leden sijn toegetreden, -8 leden hébbén bédanktL 2 leden zijn cJverleden, .7 léden zijn'vertrokken én 6 leden uit andere vercenigingen hier zijn komén wo nen. Uit de halfiaarlijksche rekening bleek', dat was ontvangen f 1065.O1V», uitgegeven t 831.88Vz en er al- zoo een saldo te boeken was groot' f 223.63. Het totaal saldo is f 1708.16, waarvan f 1647.34 op de spaarbank. Als 3e commissielid Voor het nazien der rekening werd aangewezen de héér G. Kuilman. Hierna bracht de heer Ruis verslag uit van de te Alkmaar gehouden algemeene vergadering. Besloten werd, voorloopig voor de vfjf ■wintermaan den de uitkeering .te brengen op I 1.50 per dag, wan- twee hydrangoaa had geplaatst op zijn eigen verantwoording gekocht, ten toeken van onuitge sproken voldoening opende Gyp het gesprek. Zij hieldi niets achter, en vertelde hot geheel© treurige fiasco van hun huwelijk. Toen zij aam Daphne Wing en haar ontdekking in de muziekkamer kwam, kon zij de gloeinde punt van haar vaders sigaar heftig zien beven. Deze beleediging zijn aangebodene aan gedaan. leek Winsten zoo ondenkbaar, dat hij oen oogentolik haar verhaal onderbrak door op te staan en de kamer op en neer te loopen. In baar eigen huisin haar eigen huis, zoo waarachtig 1 En daarna was zij gewoon mat hem doorgegaan! Hij kwam naar rijn stoel terug* en onderbrak haar niet weder, doch zijn zwijgen beangstigde haar bijna. Toen rij aan de voorvallen van dien dag kwam, aarzelde zij. Moest rij hein ook vertellen van Roseok was dit wel verstandig, of noodzakelijk? Haar groote openhartigheid, die allee of niets gaf, en deel van haar aard was, behield de overhand, en zij ging verder, en behalve dan 'het zenuwachtige heen en weer bewegen van zijn schoen, gaf Winston geen enkel toeken van ergernis meer. Toen zij geëindigd had, stand hij op en doofde zorgvuldig zijn stampje sigaar tegen de vensterbank, en toen, terwijl hij haar gadesloeg zooaLs zij daar als uitgeput achter over im haar stoel leunde, zeide hij: „Bij God!" en wendde zijn gelaat af naar het venster. Op dat uur, voor de schouwburgen uitgingen, lag er een loom© rust over de Londensche straten: in dez> rustige straat werd het stadsgerucht enkel ge broken door het ruzieën van een dronken vrouws persoon tegen haar m«n) terwijl zij samen naar huis zwaaiden, en de tonen van do viool van een straat muzikant, die trachtte zijn schade in ite halen na oen slechten dag. Het geluid ergerde Winston ©enigermate, daar het hem herinnerde aan die twee vervloekte ■vreemde lingen, door wie zij zoo behandeld was. O, als hij ze eens voor de punt van een degen had om ze dergelijke dingen eens voor goed af te loeren! Hij hoorde haar zeggen: „Vader, ik zou zijn schuld graag betalen. Dan zou alles zijn zooals hét was, voor ik hem trouwde". Hij liet een ongeduldig geluid hooren. Hij voel de er niets voor om vurige kolen op iemands hoofd te stapelen. /.Ti wil mij er ook van vergewissen dat het meisje goed bezorgd is, totdat zij door haar moeilij ken tijd hoen is. Misschien zou ik daar wat van het geld van dat andere geld voor kunnen gebruiken, als het mijne «HattulhI is vastgezet?" Het was" louter woede, en geen misprijzing van haar impuls, die hem deed aarzelen: geld en wraak konden bij hem nooit samengaan. Gyp ging verder; „Ik wil 'het gevoel hebben dat ik nooit met hem getrouwd geweest ben, Misschien waren zijn schul den daar «naman! een deel van wie zal t zeg gen? Toe, laat me dat doenl" Winston keek baar aan. Wat leek zij op haar, toen rij dat .toe' zeL Wat leek zij toch sprekend op baar r/mni« zij daar achter in den ouden stool weggedoken zat, en met haar gezicht in de scha duw. Een soort van geestesvervoering kwam over h«mn Hij had teruggekregen hij had haar weder terug. neer begin November er een kasgeld aanwézig js van meer dan f 1800. Hierna wordt de vergadering ge. sloten. r-s LANGS HET STRAND. Leo in de Telegraaf vertelt het volgende van de uittocht der Amsterdammers naar het strand. Het is vanmorgen vroeg begonnen. Langs den straatweg van Veisen, over Rooswijk, kwamen ze, in dichte drommen, de Bleekgezicbtan uit Amsterdam. De mannetjes droegen pakjes, met touwtjes toe- gebonden, da wijfjes taschjes, die puilden* de walpjee schoppen en emmertjes. Velen waren gezeten op rijwielen. De moesten hadden de Gaasterboschjoa veronacht zaamd, waar 's morgens om zeven uur zoo verruk kelijk Is, en waren maar doorgezwoegd, in den zón- brand, die*ala een helle-oven de duinen schroeide en schrikkelijk neerzeeg over het vermoedde strand. Ze wilden dadelijk aan het water zijn. De zee, de-geduldige zee wenkte, koel-toruischend 'En geen wind; geen zuchtje, geen ademtocht, brandend© hitte, zengend, woedend, één golving van zonne-laaiing over den zeeweg, over t stof droge zaad, over die blikkerende grijs der zee. En in dien ziedenden poel van zonnegoud, verblin dend blauw en geeselend geel, dalen de bleekgozioh- ten af en verspreiden zich over het strand; Zij stroopen zich gedeeltelijk.de kleederen af en dompelen hun leelijke voeten in verkoelend water. De mannetjes trekken jas en vest uit. de wijfjes ontpakken de tasschen, de kinderen krijschen van genot. Nu en dan een krijgsschreeuw van een moeder met zwart, bopluimden hoed, ter waarschuwing >van haar kind, dat zij tot o»n de knieën in de golven zlot verzinken. Men eet pindas, men eet boterhammen met spek. Tegen de duinhelling liggen, in werelds vergeten omstrengeling, zoenende paartjes. ZIJ zijn rood en kleverig. Zij drinken limonade, uit een houten ver- frisse hingsloodsje gehaald. Vlak bij onze tent, in *n kuil, .zitten: *n man zon der boord, 'n vrouw met 'n roode bloes, 'n oud menschje met mummelbekje, dat wezenloos, als 'n bejaard aapje, pdmdaatjes maalt met smakkende kaakpersing en zeven 'kinderen. 'Do vrouw met de roode bloes scheldt aan één stuk door, op t weer, op den inan, op do kinderen, op U mummel wijf je, op den vollen train, op da zee, en dan weer op 't weer. En alle kuilen zitten vol, De Bleekgezichtem ontkloeden rich en rijn naakt Zij zijn geelwit. Zij doen zwembroekjes aan, of een zakdoek om en baden. Zij drogen zich met een an deren zakdoek af zij drogen rir.h niet, bI naar het uitkomt. Da hitte is moordend. Het strand trilt van de tichtdaveringi daarboven. De menschen zijn steenrood geworden. Zij puffen en steunen. Een heer wil eah vlieger oplaten. Het gaat niet Hij geeft het op en zijgt neer op t gloeiend zand. Het bier, de limonade, do boterhammen zijn op, HOOFDSTUK XVHL Zooala de meld opmerkte; was Fiorsen's slaapka mer een echte zwijnenstal totdat hij er af was, en eiken dag kon worden schoon gemaakt Hij spreidde een waar talent voor wanorde ten toon, zoodat de kamer er uit zag alsof er drie mannen in plaats van een naar bed waren gegaan. Kleeren en schoenen, borstels, water, tumblers, ontbljtblad, cou ranten, Framsche romans en sigarettenpeukjes niets'van dit alles was, waar het behoorde te zijn; en de duffe reuk van de vele sigaretten die hij rookte voor hij opstond, maakte iedereen die hem rijn thee en scheerwater moest boven brengen, wee. Toen die meid op dien eersten werkelijk zomerschen dag Roseck bij hem had boven gebracht had hij reeds langen tijd op zijn rug droomerig liggen kijken naar den rook van zijn sigaret en naar vier vliegen, die in het zonlicht dat door de groene zonneblinden heen naar binnen viel, op en neer dansten. Dit uur, voor hij opstond, was zijn scheppingsuur, waarop hij het •best den vorm van muziek zag en inspiratie voor het vertolken er van voelde. In den laatsten tijd had' hij zich dof en ongelukkig gevoeld, die geheele zijde van hem was levenloos; doch dezen morgen voelde hij: dat heerlijke werken der fantasie, dien trillenden half-droomerigen toestand, waarin dé aan doeningen zoo gemakkelijk vorm aannemen en de geest doordringt tot nieuwe uiting. Toen hij het meisje hoorde kloppen en Graaf Roseck mompelen, dacht hij: „Wat moet hij nu weer, voor den duivell" Een grooter'geest, die zonder stuur voortdrijft, en die in verbinding staat met een Meineren, die pre cies weet wat hij wil, is instinctmatig prikkelbaar, al begrijpt hij zelfs niet wat zijn vriend in den zin voert En na Roseck de doos met sigaretten te hebben toegeschoven, wendde hij het hoofd' af. Waarschijn lijk was hij gekomen om geld of over dat meisja Dat meisje hij wou dat ze dood was! Weeke kleef- sterl Kind! God nog toe! Wat was hij een idioot ge weest! Och !Och! Wat ©en zot! Gewoonweg onge hoord! Eerst Gyp en toen zijl Hij had getracht het meisje kwijt te raken. Hij had even goed kunnen probeeren een klit af te schudden! Wat had' zij zich aan hem vastgeklampt 1 Hij had erg veel geduld gehad, o ja, erg veel geduld en ook was hij erg vrien delijk tegen haar geweest, maar hoe kon je met zooiets doorgaan, als je er genoeg van hadtge noeg van haaren als je naar Gyp, naar je eigen vrouw alleen verlangde? Dat was toch iets geks! En nu, nu hij een paar uur lang zich alle zorgen en tobberijen uit het hoofd had weten te zetten en rich gelukkig had gevoeld, kwam daar nu die kerel, en stond daar met zijn sfinxachtig gezicht voor hem! En hij zeide kregel: „Wel, Paul, ga maar ritten. Wat voor zorgen breng je nu weer mee?" Roseck stak een sigaret op, maar ging niet ritten. Zijn glimlacljlooze bleekheid viel zelfs Fiorsen op. „Als ik je raden mag, Gustav, zou ik maar op mijn hoede rijn voor meneer Wagge; hij is gisteren hij me geweest. Hij is niet erg poëtisch aangelegd". Wondt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1919 | | pagina 1