DONBEHIMG 14 ADG0STÜS 191»
62ste Ja argon 9 No. 6464.
HET ONBEREIKBARE.
Binnenlanclsch Nieuws.
FEUILLETON.
Uitgevers: TRAPMAN Co.
SCHAGEN, LAAN D 5. Int. Teleph. No. 2a
SCHAKER
Alititti Nieuws-
Dit blad verschijnt viermaal per weekDinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur wor-
den ADVERTENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
COURANT.
ilnrtcitit- LnDintlii
Prijs per 3 maanden fl.20 per post fl.40. Losse nummers 6 cent
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.75, iedere regel meer 14 cent
bewijsno. inbegrepenj. Groote lett. worden naar plaatsr. berekend
HET KAMERLID MR, DR. VAN GROENENDAEL.
De lieveling dn geestelijkheid.
Men schrijft uit Weeort ven katholieke zijde «*in
Hot Volk:
Steeds meer gevoelen de Mezers van Weert en om
geving, die in 1916 het bekende Kamerlid mr. dr.
Van Groenendael naar de Kamer brachten rich niet
hunnen „uitverkorene" gekomprommlteerd. Openlijk
wordt het hier tot zelfs in het kleinste gehucht, ver
klaard, op welk een gemeens wijze deze uitverkorene
de menschen er heeft laten inloopen. Toen de heer
mr. dr. v. Groenedael in 1916 tegenover de heeren
Kolkman en Kellenaers stond waren het ook vooral
de geestelijken die den emimenten katholieken
Moester- Dokter steunden. De andere stonden nu een
maal niet in dien geur van heiligheid, als waarover
de uitverkorene beschikte en zelfs weid er van een
gezegd, dat hij er, o gruwel, licht-rooda principes
op nahield. Nu hoorden wij echter dezer dagen door
de oude vrienden van den heer Van Groenendael toe-
weren hoezeer zij ook door hunne geestelijke raads
lieden om den tuin zijn geleid en hoe zij het betreu-'
ren deze „iicht-rooden" die ten minste geen landver
raders zijn, niet te hebben afgevaardigd,
Wij herinneren ons nog hoe na de keuze van Mr.
Dr. van Groenendael deze mam aan de grens zijner
gemeente plechtig wend afgehaald en verwelkomd
door de Eerwaarde Geestelijkheid, en hoe in zijn ge
boortedorp een processie werd gehouden, in welke
de heer Van Groenendael onmiddellijk achter den
priester schreed, met een lichtende toorts. In de Lim-
burgsche kranten werd dit als een voorbeeld van
kinderlijken katholieken eenvoud en onderwerping
voorgesteld I
Eö nuzou diezelfde heer v. Groenendael ons
vaderland, ook den maagdelijken Woerter bodem,
willenvarschacheren aan de Balgeml
Neen, het wordt den kiezers van het brave land-
stedeka te machtig en ik geloof dat de grootste
straatkeien van Weert niet te goed zouden zijn als H
triomfeerende Kamerlid nog eens zijn intocht in deze
veste houden zou.
MILITAIRE SPILZUCHT.
Het Volk schrijft:
Zoo nu en dan hoort men op welke wijze tijdens
de mobilisatie met de gelden des rijks is omge
sprongen.
Zoo vernamen we nu weer een1 kras staaltje van
geldverspilling. In de Vechtstreek zijn tal van mi
litaire werken gemaakt tijdens de mobilisatie. Uit
voerder was vaak een zekere R, wonende te Kreu
kelen, voordien een arme jongen, nu een man in goe
den doen. Maar niet alleen aan den houw, ook aan
het opruimen heeft hij aardig geld verdiend. Zoo
stond b.v. hij Loenen op het land van dien heer W.
Kruiswijk een groote loods, die moest werden af ge-
broeken. De boeren boden voor die loods f5000.
maar het werd aan B. gegund voor f 1000. De rails to
Nieuiweraiuia moesten worden opgeborgen. Eènige
menschen boden zich aan dit werk in combinatie
uit te voeren tegen 13 cent per stuk. Hst werk werd
aan B. gegund voor G5 cent per stuk. Ta Vreeland
staan ook groote loodsen. Naar verluidt zullen die
denzelfden weg opgaan als de loods te Loenen. Waar
om worden dergelijke loodsen, waaraan belangrijke
hoeveelheden hout zitten, niet publiek verkocht?
Nog oen kras staaltje,
«.S1? r ^rre^J3J1<4 noest ©en borstwering, oen irer-
aedagingswork worden gemaakt, waarvoor veel zand
noodig was. Dat zand wend por kubieke meter be
taalt. Er zijn honderden kubieke meters 7Jeen
voudig in de Vecht gesmeten. Bij laag water ziet
men ze liggen. Dat verdedigingswerk moest worden
gemaakt op Runderiust, gem. Kortenhoef. Deel was
in het najaar er mee te beginnen.
Lang te voren kwam een onderofficier het terrein
opnemen; hij werd door den boer niet vriendelijk
ontvangen. Om daarvoor nu dien boer te straffen,
besloot de militaire overheid onmiddellijk mot het
werk te beginnen. Het zaakje kostte f 100.000L Het is
niet eens gereed gekomen. Toen de vrede kwam,
was het niet meer noodig. Wanneer men dus ge
wacht had, zooals het plan was, -dan zouden die
honderdduizend gulden zijn gespaard, m««t de booze
bui van een overste op een boer kwam het Rijk op
honderdduizend pop te staan 1
LAXORDOUX.
De tijden zijn voor de bouwers niet bijzonder gun
stig. Door do ernstige ziekte in de aardappelen,
brengen deze lang niet genoeg op, cxm van oen voor-
deelige exploitatie te kunnen spreken. Met de worte
len is het nog treuriger gesteld. Deze brengen nauwe
lijks het bestede werkloon op. Met de andere groen
ten is het wat beter, doch de toekomst laat zich zeer
donker inzien, daar de Centrale rijken, mede door de
lage koers van het geld, tot koopem slecht in staat
zijn. Vrij algemeen denkt men, dat do goede jaren
wel eens voorbij konden zijn.
WIERINGEN.
Onze voetbalclub wordt overstelpt met aanvragen
van zustervereenigingen van elders om voetbalwed
strijden tegen onze club te mogen houden. A>f dat
allemaal is om het voetbalspel aan te leeren,*feeIoo-
ven wij echter niet, het zal wel meer de zucht zijn
om den Duitschen ex-kroonprins op het terrein of
elders te ontmoeten. Zondag as. komt de voethal-
club van Texel hier tegen onze club spelen en naar
men ons mededeelt, komen ze per extra boot van
Texel naar hier. Niet alleen de Texelsche voetballers,
doch ook vele andere Texelaars komen dan mee om
ons eiland met een bezoek te vereeren. Wij hopen om
hen dat de ex-kroonprins bij den wedstrijd aan
wezig zal zijn.
OUDE NIEDOHR.
Door het schrikken van bet paard van C. B„ viel
diens arbeider C. B. er al en kwam zoodanig te val
len, dat geneeskundige hulp moest worden inge
roepen, waarbij toen bleek dat B. een pols had ge
broken.
KOLHORN.
In de polders aihiei rijpen de granen met de laat
ste zonnige dagen hard aan. Met het zichten werd al
aangevangen.
KOLHORN.
De schippersstaking is ook in de haven alhier
merkbaar. Geen schip komt er binnen. De grint-
DOOR JOHN GALSWORTHY.
UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT.
25.
Dia ddkike schommel zette groote oogem op en
haar mond ging open van verbazing. Winsten legde
zijn hand op don kinderwagen. „Kalm nul Ga net
sis gewoonlijk met den wagen uit. Het is nu zoo
wat je tijd, en wacht me dian op den draal naar
het Regent's Park. Dan kom ik in mijn cato na en
neem jullie allemaal daar op. Nu niet zenuwachtig
zijn; neem niets mee, doe alles precies zooals je het
anders zoudt doen. Begrepen?"
Het ligt niet in den aard van dikke vrouwen aan
wie kinderen zijn toevertrouwd, om zulk een be
vel te ontvangen zonder iets tegen te zeggen. Haar
Meur en het rijzen en dalen van dien op een golf
gelijkenden tooezemi deed Winston er snel bijvoegen:
„Houdt j© niu bedaard, Betty. Gyp heeft je noodig-
Ik zal je alles in het rijtuig wel vertellen".
iMet nog lichtelijk hijgende horst 'kon da arme
vrouw slechts stamelen:
„Jawel, meneer. Arm ding! En hoe moet^het nou
met V nachtgoed? En dat van Miss Gyp?"
Zich nog steeds bewust van die gestalte aan het
venster, maakte Winston eenige grimassen met zijn
vingers naar het kind en zeide:
„O, laat dat maar. Maak je zoodra Je me aan het
raam van het salon ziet, klaar en ga heen. Oogen
recht voor je uit, Betty; niet omkijken, ik zal je
aftocht wel dekken! Laat Gyp niet in den steek
nu. Kalm zijn!"
Met een zucht, dien mien in KensLngtom had kun
nen hoeren, mompelde Betty:
„Heel goed; meneer; och heer, och heer", en be
gon de banden van haar muts te strikken. Met
eenige bevestigende knikjes, alsof hij' meerdere wijze
raadgevingen omtrent het kind in ontvangst had
genomen, groette Winston, en ging weder in de rich
ting van het huis. Hij keek zorgvuldig nu eens hier
dan daar heen, alsof hij naar de bloemen keek, doch
merkte toch op, dat Fiorsen zich van het venster
verwijderd had. Hij bedacht snel, dat de kerel terug
zou komen om te zien of hij verdwenen was, en
hij ging achter een rozenstruik staan, vanwaar hij,
zoodra Fiorsen weder verscheen, een toeken van
herkenning kon geiven. Zoowaar, daar was hij alweer
en terwijl Winston kalm de hand aan den hoed
hracht, ging hij' door de tuindeuren van het salon
«laar ninn/yn Hij ging vlug door naar de hall; luister
de een oogenblik en opende vervolgens de eetkamer-
deur. Fiorsen liep op en neer, bleek en rusteloos. ïïlt
hleef stilstaan en staarde Winston met bleek gelaat
dan. Deze laatste zeide:
„Hoe gaat het met je? Is Gyp niet thuis?"
„Neen".,
Iets in dit „neen" wekte een vage, een zeer vage
wroeging ia Winston. Door Gyp verlaten te worden!
Toen verhardde zijn hart zich weder. De vent was
•en mispunt, dat stond vast. dat had altijd bij ham
vastgestaan,
„Baby riet er goed uit", Bedde hij.
Fiorsen wendde rich om en begon weder qp en
n^eer te ioopem.
.Waar is Gyp? Ik wil dat ze thuis komt. Ek heb
haar noodig".
Winston haalde zijn horloge voor den dag.
„t Is nog niet laat". En plotseling voelde hij
groeten weerzin tegen de rol dien hij Bpeelde, Om
het kind in rijn macht te krijgen; en Gyp in veilig
heid te brengen, alles goed en well Maar dit voor
wenden, dat hij er niets van afwist, stuitte hem te
gen de barst Hij wendde zich om en ging heen.
Het bracht alles in gevaar, maar hij kon er niets
aan doen. Hij kon hier niet blijven en voortgaan
met huichelen. Zou Betty al uit de voeten rijn? Hij
ging naar het salon terug. Daar waren zeze
gingen juist langs het huis heen. Over een minuut
of vijf zouden ze hij den draai rijn. Hij bleef voor
het venster staan wachten. Als die vent maar niet
binnenkwam! Door den tusschenmuur kon hij hem
nog steeds de eetkamer 'hooren op en neer Ioopem.
Wat duurde een minuut toch lang! Er waren er
reeds drie verloopen, toen hij de eetkamer hoorde
openen en Fiorsen de vestibule door naar de voort
deur hoorde gaan. Wat zou hij in den zin hebben
zooals hij. daar bleef staan alsof hij luisterde? En
plotseling hoorde hij hem zuchten. Het was een ge
luid zooals hemzelven menigmaal was ontsnapt, als
hij in vroeger dagen stond te wachten, luisterend
naar schreden. Had deze kerel dan werkelijk lief?
Bijna even hevig als hij zelf had liefgehad? En met
«en plotseling telleren afkeer van dit spioneearen,
ging hij verder en zeide:
„Ik kan niet langer wachten. Ik moet weg".
Fiorsen schrok. Bliikbaar had hij zich alleen' ge
waand, en Winston dacht:
.Waarachtig, hij riet er slecht uit!"
„Adieu!" zeide hij, doch de woorden: „Doe mijn
groeten aan Gyp", bestierven hem op de lippen.
Adieu!" zeide Fiorsen hem na. En Winston ging
het bureautje door, rich bewust van die hopelooze
gestalte die daar nog bij de halfopen deur stond.
Betty' was nergens te zien, zij moest dus den draai
al bereikt hebben. Zijn zending was geslaagd, doch
hij voelde hierover geen bijzondere voldoening. Om
dien hoek vond hij rijn convooi, en nadat de kin
derwagen boven op de cato was geheschen, gingen zij
met spoed verder. Hij had gozogd dat hij een en
ander in de cato wel zou meedeelen, doch de eenige
opmerking die hij maakte, was:
Jullie gaatmorgen allemaal naar Mildenham
'Én Betty die hem vanaf hun eerste ontmoeting,
zoo vele jaren geleden, gevreesd' had, keek van ter
zijde naar rijn profiel, zonder verdere vragen te dur
ven doen. Voor rij thuis waren, stapte Winston aan
een postkantoor af, en zond dit telegram:
„Gyp en kind bij mij, brief volgt. Winston
Dit ontlastte een geweten, waarop de gestalte van
dien man in de deuropening zwaar drukte; boven
dien was het ook wel noodig, want Fiorsen mocht
andere eens naar de politie gaan. De rest moest
maar wachten tot hij met Gyp gesproken had. Er
was nog veel te doen, en het was laat voor zij gin
gen dineeren, en eerst toen Markey was heengegaan,
konden rij samen praten.
Dicht hij de openslaande tuindeuren waar Markey
bakken van de polders zijn geheel ledig en ook
turf, hoe noodig ook, komt niet aan. Weken lang al.
ziet men vanaf den zeedijk geen schip in zee, niet
anders dan kleine visschersschuiten.
KOLHORN.
De tonghlaar, mond- en klauwzeer, onder het vee,
Is hier aan het afnemen. Gelukkig, dank rij de waar
schuwing van melkverkoopers aan verbruikers om
toch de melk niet ongekookt te verbruiken, werd in
geen enkel gezin hieronder geleden. Alleen eenige
beperking in het gebruik door de mindere opbrengst.
ST. MAARTENSBRUG.
Aan de gehouden ringrijderij bij den heer De Beurs
alhier, werd door 21 personen deelgenomen. De uit
slag was als volgt: le prijs de heer F. Timmerman te
Sc hagen, 2e prijs de heer C. Johannes te t Zand, 3a
prijs de heer G. Kuiper te St. Maartensbrug, ie prijs
de heer A. Kiesling te St. Maarten.
De prijzen bestonden in contanten.
MOND- EN KLAUWZEER.
Naar wij .vernemen, zullen deze week van regee-
ringswege aan de grensstations, waar het naar Bel
gië uit te voeren vee passeert, met het oog op het
hier te lande heerachemde mond- en klauwzeer,
quarantainemaatregelen warden getroffen. Het uit te
voeren vee zal aan deze grensstations ©en vljftali da
gen afgezonderd worden voor het naar België mag
worden uitgevoerd.
VEEUITVOEH.
De districts-veearts te Groningen heeft te Leeuwar
den voor den uitvoer naar Frankrijk goedgekeurd
148 runderen en voor België 23 drachtige vaarzen.
UIERONTSTEKING*
In Groningen komt op het oogentolik in ernstige
mate de wrang voor, een uierontsteking, die zich
ioder jaar in Juli en Augustus in meer of mindere
mate pleegt voor te doen en waarvan de schade,
doordat aangetaste dieren gewoonlijk voor de melk
productie verloren gaan, vrij aanzienlijk is.
Het onderling Ziekenfonds Hulp In Nood vertp-
derde Dinsdagavond. Medegedeeld werd, dat als bet-
stuursledan voor de vólgende vergadering aftredend zain
de heeren Jb. v. Meurs en J. Ooievaar en dat candLV
da tollijsten in de maand Januari afgehaald kunnen
worden. Enkele medededingen werdén gédaan Inza
ke het steunfonds en een referaat daaromtrent voor
gelezen. Op voorstel van het bestuur werd besloten
tot afscheiding van het steunfonds tol zoolang er geen
uniforme regeling inzake uitkeering en contributie tot
stand gekomen is. Medegedeeld werd, dat 12 nieu
we leden sijn toegetreden, -8 leden hébbén bédanktL
2 leden zijn cJverleden, .7 léden zijn'vertrokken én 6
leden uit andere vercenigingen hier zijn komén wo
nen. Uit de halfiaarlijksche rekening bleek', dat was
ontvangen f 1065.O1V», uitgegeven t 831.88Vz en er al-
zoo een saldo te boeken was groot' f 223.63.
Het totaal saldo is f 1708.16, waarvan f 1647.34 op
de spaarbank. Als 3e commissielid Voor het nazien
der rekening werd aangewezen de héér G. Kuilman.
Hierna bracht de heer Ruis verslag uit van de te
Alkmaar gehouden algemeene vergadering.
Besloten werd, voorloopig voor de vfjf ■wintermaan
den de uitkeering .te brengen op I 1.50 per dag, wan-
twee hydrangoaa had geplaatst op zijn eigen
verantwoording gekocht, ten toeken van onuitge
sproken voldoening opende Gyp het gesprek. Zij
hieldi niets achter, en vertelde hot geheel© treurige
fiasco van hun huwelijk. Toen zij aam Daphne Wing
en haar ontdekking in de muziekkamer kwam, kon
zij de gloeinde punt van haar vaders sigaar heftig
zien beven. Deze beleediging zijn aangebodene aan
gedaan. leek Winsten zoo ondenkbaar, dat hij oen
oogentolik haar verhaal onderbrak door op te staan
en de kamer op en neer te loopen. In baar eigen
huisin haar eigen huis, zoo waarachtig 1 En
daarna was zij gewoon mat hem doorgegaan! Hij
kwam naar rijn stoel terug* en onderbrak haar niet
weder, doch zijn zwijgen beangstigde haar bijna.
Toen rij aan de voorvallen van dien dag kwam,
aarzelde zij. Moest rij hein ook vertellen van Roseok
was dit wel verstandig, of noodzakelijk? Haar
groote openhartigheid, die allee of niets gaf, en deel
van haar aard was, behield de overhand, en zij ging
verder, en behalve dan 'het zenuwachtige heen en
weer bewegen van zijn schoen, gaf Winston geen
enkel toeken van ergernis meer. Toen zij geëindigd
had, stand hij op en doofde zorgvuldig zijn stampje
sigaar tegen de vensterbank, en toen, terwijl hij
haar gadesloeg zooaLs zij daar als uitgeput achter
over im haar stoel leunde, zeide hij: „Bij God!"
en wendde zijn gelaat af naar het venster.
Op dat uur, voor de schouwburgen uitgingen, lag
er een loom© rust over de Londensche straten: in
dez> rustige straat werd het stadsgerucht enkel ge
broken door het ruzieën van een dronken vrouws
persoon tegen haar m«n) terwijl zij samen naar huis
zwaaiden, en de tonen van do viool van een straat
muzikant, die trachtte zijn schade in ite halen na
oen slechten dag.
Het geluid ergerde Winston ©enigermate, daar het
hem herinnerde aan die twee vervloekte ■vreemde
lingen, door wie zij zoo behandeld was. O, als hij ze
eens voor de punt van een degen had om ze
dergelijke dingen eens voor goed af te loeren! Hij
hoorde haar zeggen:
„Vader, ik zou zijn schuld graag betalen. Dan zou
alles zijn zooals hét was, voor ik hem trouwde".
Hij liet een ongeduldig geluid hooren. Hij voel
de er niets voor om vurige kolen op iemands hoofd
te stapelen.
/.Ti wil mij er ook van vergewissen dat het
meisje goed bezorgd is, totdat zij door haar moeilij
ken tijd hoen is. Misschien zou ik daar wat van het
geld van dat andere geld voor kunnen gebruiken,
als het mijne «HattulhI is vastgezet?"
Het was" louter woede, en geen misprijzing van
haar impuls, die hem deed aarzelen: geld en wraak
konden bij hem nooit samengaan. Gyp ging verder;
„Ik wil 'het gevoel hebben dat ik nooit met hem
getrouwd geweest ben, Misschien waren zijn schul
den daar «naman! een deel van wie zal t zeg
gen? Toe, laat me dat doenl"
Winston keek baar aan. Wat leek zij op haar,
toen rij dat .toe' zeL Wat leek zij toch sprekend op
baar r/mni« zij daar achter in den ouden stool
weggedoken zat, en met haar gezicht in de scha
duw. Een soort van geestesvervoering kwam over
h«mn Hij had teruggekregen hij had haar
weder terug.
neer begin November er een kasgeld aanwézig js van
meer dan f 1800. Hierna wordt de vergadering ge.
sloten. r-s
LANGS HET STRAND.
Leo in de Telegraaf vertelt het volgende van de
uittocht der Amsterdammers naar het strand.
Het is vanmorgen vroeg begonnen.
Langs den straatweg van Veisen, over Rooswijk,
kwamen ze, in dichte drommen, de Bleekgezicbtan
uit Amsterdam.
De mannetjes droegen pakjes, met touwtjes toe-
gebonden, da wijfjes taschjes, die puilden* de walpjee
schoppen en emmertjes.
Velen waren gezeten op rijwielen.
De moesten hadden de Gaasterboschjoa veronacht
zaamd, waar 's morgens om zeven uur zoo verruk
kelijk Is, en waren maar doorgezwoegd, in den zón-
brand, die*ala een helle-oven de duinen schroeide en
schrikkelijk neerzeeg over het vermoedde strand. Ze
wilden dadelijk aan het water zijn.
De zee, de-geduldige zee wenkte, koel-toruischend
'En geen wind; geen zuchtje, geen ademtocht,
brandend© hitte, zengend, woedend, één golving van
zonne-laaiing over den zeeweg, over t stof droge
zaad, over die blikkerende grijs der zee.
En in dien ziedenden poel van zonnegoud, verblin
dend blauw en geeselend geel, dalen de bleekgozioh-
ten af en verspreiden zich over het strand;
Zij stroopen zich gedeeltelijk.de kleederen af en
dompelen hun leelijke voeten in verkoelend water.
De mannetjes trekken jas en vest uit. de wijfjes
ontpakken de tasschen, de kinderen krijschen van
genot.
Nu en dan een krijgsschreeuw van een moeder met
zwart, bopluimden hoed, ter waarschuwing >van haar
kind, dat zij tot o»n de knieën in de golven zlot
verzinken.
Men eet pindas, men eet boterhammen met spek.
Tegen de duinhelling liggen, in werelds vergeten
omstrengeling, zoenende paartjes. ZIJ zijn rood en
kleverig. Zij drinken limonade, uit een houten ver-
frisse hingsloodsje gehaald.
Vlak bij onze tent, in *n kuil, .zitten: *n man zon
der boord, 'n vrouw met 'n roode bloes, 'n oud
menschje met mummelbekje, dat wezenloos, als 'n
bejaard aapje, pdmdaatjes maalt met smakkende
kaakpersing en zeven 'kinderen.
'Do vrouw met de roode bloes scheldt aan één
stuk door, op t weer, op den inan, op do kinderen,
op U mummel wijf je, op den vollen train, op da zee,
en dan weer op 't weer.
En alle kuilen zitten vol,
De Bleekgezichtem ontkloeden rich en rijn naakt
Zij zijn geelwit. Zij doen zwembroekjes aan, of een
zakdoek om en baden. Zij drogen zich met een an
deren zakdoek af zij drogen rir.h niet, bI naar het
uitkomt.
Da hitte is moordend.
Het strand trilt van de tichtdaveringi daarboven.
De menschen zijn steenrood geworden. Zij puffen
en steunen. Een heer wil eah vlieger oplaten. Het
gaat niet Hij geeft het op en zijgt neer op t gloeiend
zand.
Het bier, de limonade, do boterhammen zijn op,
HOOFDSTUK XVHL
Zooala de meld opmerkte; was Fiorsen's slaapka
mer een echte zwijnenstal totdat hij er af was,
en eiken dag kon worden schoon gemaakt Hij
spreidde een waar talent voor wanorde ten toon,
zoodat de kamer er uit zag alsof er drie mannen in
plaats van een naar bed waren gegaan. Kleeren en
schoenen, borstels, water, tumblers, ontbljtblad, cou
ranten, Framsche romans en sigarettenpeukjes
niets'van dit alles was, waar het behoorde te zijn; en
de duffe reuk van de vele sigaretten die hij rookte
voor hij opstond, maakte iedereen die hem rijn thee
en scheerwater moest boven brengen, wee. Toen die
meid op dien eersten werkelijk zomerschen dag
Roseck bij hem had boven gebracht had hij reeds
langen tijd op zijn rug droomerig liggen kijken naar
den rook van zijn sigaret en naar vier vliegen, die in
het zonlicht dat door de groene zonneblinden heen
naar binnen viel, op en neer dansten. Dit uur, voor
hij opstond, was zijn scheppingsuur, waarop hij het
•best den vorm van muziek zag en inspiratie voor
het vertolken er van voelde. In den laatsten tijd
had' hij zich dof en ongelukkig gevoeld, die geheele
zijde van hem was levenloos; doch dezen morgen
voelde hij: dat heerlijke werken der fantasie, dien
trillenden half-droomerigen toestand, waarin dé aan
doeningen zoo gemakkelijk vorm aannemen en de
geest doordringt tot nieuwe uiting. Toen hij het
meisje hoorde kloppen en Graaf Roseck mompelen,
dacht hij: „Wat moet hij nu weer, voor den duivell"
Een grooter'geest, die zonder stuur voortdrijft, en
die in verbinding staat met een Meineren, die pre
cies weet wat hij wil, is instinctmatig prikkelbaar,
al begrijpt hij zelfs niet wat zijn vriend in den zin
voert
En na Roseck de doos met sigaretten te hebben
toegeschoven, wendde hij het hoofd' af. Waarschijn
lijk was hij gekomen om geld of over dat meisja
Dat meisje hij wou dat ze dood was! Weeke kleef-
sterl Kind! God nog toe! Wat was hij een idioot ge
weest! Och !Och! Wat ©en zot! Gewoonweg onge
hoord! Eerst Gyp en toen zijl Hij had getracht het
meisje kwijt te raken. Hij had even goed kunnen
probeeren een klit af te schudden! Wat had' zij zich
aan hem vastgeklampt 1 Hij had erg veel geduld
gehad, o ja, erg veel geduld en ook was hij erg vrien
delijk tegen haar geweest, maar hoe kon je met
zooiets doorgaan, als je er genoeg van hadtge
noeg van haaren als je naar Gyp, naar je eigen
vrouw alleen verlangde? Dat was toch iets geks! En
nu, nu hij een paar uur lang zich alle zorgen en
tobberijen uit het hoofd had weten te zetten en rich
gelukkig had gevoeld, kwam daar nu die kerel, en
stond daar met zijn sfinxachtig gezicht voor hem! En
hij zeide kregel:
„Wel, Paul, ga maar ritten. Wat voor zorgen
breng je nu weer mee?"
Roseck stak een sigaret op, maar ging niet ritten.
Zijn glimlacljlooze bleekheid viel zelfs Fiorsen op.
„Als ik je raden mag, Gustav, zou ik maar op
mijn hoede rijn voor meneer Wagge; hij is gisteren
hij me geweest. Hij is niet erg poëtisch aangelegd".
Wondt vervolgd.